Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven; Verslag over het verzoekschrift van J.S en M.S.S. te S. betreffende betalingsregeling - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven - Hoofdinhoud
Deze verslagen van de commissies voor de verzoekschriften is onder nr. 66 toegevoegd aan dossier 32513 - Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven van de Tweede Kamer 2010-2011.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven ; Verslag commissie Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven; Verslag over het verzoekschrift van J.S en M.S.S. te S. betreffende betalingsregeling |
---|---|
Documentdatum | 21-09-2011 |
Publicatiedatum | 21-09-2011 |
Nummer | KST3251366 |
Kenmerk | 32513, nr. 66 |
Commissie(s) | de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven (VERZ) |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2010–2011
32 513
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven
Nr. 66
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.S EN M.S.S. TE S.2 BETREFFENDE BETALINGSREGELING
Vastgesteld 15 september 2011
Klacht
Verzoekers klagen dat de Belastingdienst hun verzoek tot een betalingsregeling voor openstaande belastingschulden van hen en van hun Vennootschap onder firma (Vof) ten onrechte heeft afgewezen.
Feiten
1 Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
2 Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
Verzoekers hebben een schoonmaakbedrijf; een door verzoekers opgerichte vennootschap onder firma oefent dit bedrijf uit. De totale openstaande belastingschuld van verzoekers en de Vof is ruim € 40 000. De oudste aanslag werd eind 2009 opgelegd en had betrekking op het jaar 2007. Aan elk van de verzoekers afzonderlijk is een betalingsregeling verleend op 6 april 2010 respectievelijk op 13 juli 2010. Voorwaarden van de betalingsregelingen waren dat deze een duur van zes maanden hadden en dat nieuwe fiscale verplichtingen tijdig moesten zijn voldaan. De ontvanger van de Belastingdienst heeft beide betalingsregelingen op 28 september 2010 beëindigd omdat niet aan de voorwaarden werd voldaan. Bovendien was de Vof vanaf begin augustus 2010 ook nalatig in de nakoming van de fiscale verplichtingen. Verzoekers hebben opnieuw betalingsregelingen gevraagd eind 2010. De ontvanger van de Belastingdienst heeft deze verzoeken gemotiveerd afgewezen omdat de eerdere betalingsverplichtingen niet werden nagekomen en omdat de nieuwe fiscale verplichtingen niet werden voldaan. De directeur van de Belastingdienst heeft het beroep tegen deze beslissing gemotiveerd afgewezen.
Overwegingen
Verzoekers voeren aan dat zij zijn overgegaan op een nieuwe boekhouder waardoor zij aangiften over drie jaar tegelijkertijd hebben gedaan. Door de economische crisis konden zij de belasting niet meer betalen zodat zij, nadat eerdere betalingsregelingen werden beëindigd, opnieuw betalingsregelingen vragen. Zij klagen verder dat een betaling van € 2 000 niet
1 De commissie bestaat uit de leden: Cörüz (CDA), Smeets (PvdA), Neppérus (voorzitter) (VVD), Raak (SP), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Elissen (PVV), Schouw (D66), Taverne (VVD) en de plaatsvervangend leden Biskop (CDA), Klijnsma (PvdA) en Harbers (VVD).
tijdig zou zijn verwerkt en dat zij daarover pas maanden later zijn geïnformeerd. Zij stellen tenslotte dat een bedrag van € 493 is betaald maar dat dit geld is verdwenen.
De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat er geen aanleiding is om de ontvanger van de Belastingdienst te vragen alsnog een betalingsregeling toe te staan. Omdat niet aan de voorwaarden van de eerdere betalingsregelingen werd voldaan, werden deze beëindigd. De belastingschulden zijn hoog opgelopen; ruim een kwart bestaat uit naheffingsaanslagen wegens niet betaalde loon- en omzetbelasting. Verzoekers voeren de economische crisis aan als oorzaak van de betalingsachterstanden maar het versoepelde invorderingsbeleid (het besluit van 25 mei 2009) was al de reden voor de verleende betalingsregelingen. In het besluit is ook bepaald dat niet opnieuw uitstel wordt verleend als een betalingsregeling is ingetrokken. Ook staat niet vast dat de betalingsproblemen van tijdelijke aard zijn.
De betaling van € 2 000 is toegerekend aan de aanslag loonheffing over januari 2011 en het resterende deel op 2 augustus 2010 aan een andere aanslag loonheffing. Hiervan is op 2 augustus 2010 een kennisgeving gezonden aan de Vof.
Over de door verzoekers gestelde betaling van € 493 is geen correspondentie aanwezig; als verzoekers een bankafschrift verstrekken aan de Belastingdienst, zal hiernaar onderzoek worden gedaan.
Oordeel van de commissie1
De staatssecretaris kan in zijn standpunt worden gevolgd. Uit bovenstaande overwegingen is immers niet gebleken dat verzoekers onzorgvuldig zijn behandeld of dat de afwijzende beslissingen onvoldoende zijn gemotiveerd.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Neppérus
De griffier van de commissie, De Gier