Besluit 2004/749 - Algemene aanpak van de herverdeling van de middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit besluit is op 7 juni 2006 gepubliceerd en is op 21 oktober 2004 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

2004/749/EG:Besluit van de Raad van 21 oktober 2004 over de algemene aanpak van de herverdeling van de middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

officiële Engelstalige titel

2004/749/EC:Council Decision of 21 October 2004 outlining the general approach for the reallocation of resources under Regulation (EC) No 1267/1999 establishing an Instrument for Structural Policies for Pre-accession
 
Rechtsinstrument Besluit
Wetgevingsnummer Besluit 2004/749
Origineel voorstel COM(2004)381 NLEN
Celex-nummer i 32004D0749

3.

Key dates

Document 21-10-2004
Bekendmaking in Publicatieblad 07-06-2006; OJ L 332, 6.11.2004,OJ L 153M , 7.6.2006, p. 14–14
Inwerkingtreding 21-10-2004; in werking datum document
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

6.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 332/14

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 21 oktober 2004

over de algemene aanpak van de herverdeling van de middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

(2004/749/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (1), en met name op artikel 15, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europese Raad heeft op 12 en 13 december 2002 in Kopenhagen ingestemd met de onderhandelingsresultaten, die tot gevolg hebben dat acht landen die toen profiteerden van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1267/1999, in 2004 tot de Gemeenschap toetreden. Bijgevolg zullen in de periode van 2004 tot en met 2006 alleen Bulgarije en Roemenië verder profiteren van vastleggingen op grond van die verordening.

 

(2)

Door de draaiboeken voor Bulgarije en Roemenië die door de Commissie zijn voorgesteld te onderschrijven, heeft de Europese Raad er in Kopenhagen mee ingestemd dat, als algemene aanpak van de herverdeling van de middelen, het respectieve procentuele aandeel van die landen in toewijzingen op 30/70 wordt vastgesteld, voor het Phare-programma dat is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (2), voor het speciale pretoetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1268/1999 (3), en voor het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Ispa) dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1267/1999.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 15, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1267/1999 wordt bij die verhouding rekening gehouden met de behoeften en het vermogen van Bulgarije en Roemenië om bijstand te absorberen, en met de in artikel 4 van die verordening vastgestelde criteria.

 

(4)

Aangezien de verhouding 30/70 geldt voor de driejarige periode 2004-2006 als geheel, dient op jaarbasis een indicatieve toewijzing van de totale middelen mogelijk te worden gemaakt die in overeenstemming is met die verhouding.

 

(5)

Derhalve dient de algemene aanpak van de herverdeling tussen de overblijvende begunstigde landen, namelijk Roemenië en Bulgarije, zo te zijn dat de verhouding 30/70 geldt voor de driejarige periode van 2004 tot en met 2006 als geheel, en dat op jaarbasis indicatieve marges voor de toewijzing van de totale middelen worden vastgesteld die met die algemene verhouding in overeenstemming zijn,

BESLUIT:

Enig artikel

Als algemene aanpak voor de driejarige periode van 2004 tot en met 2006 worden de middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1267/1999 tussen Bulgarije en Roemenië herverdeeld volgens de verhouding 30/70, welke geldt voor de gehele periode.

Gedurende de in de eerste alinea bedoelde driejarige periode wordt de jaarlijkse toewijzing van de middelen in het kader van Verordening (EG) nr. 1267/1999 vastgesteld op basis van een indicatieve marge van 65 %-75 % van de totale middelen in het geval van Roemenië en van 25 %-35 % van de totale middelen in het geval van Bulgarije.

Gedaan te Luxemburg, 21 oktober 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    ZALM
 


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.