Verordening 2010/911 - Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) Voor de EER relevante tekstofficiële Engelstalige titel
Regulation (EU) No 911/2010 of the European Parliament and of the Council of 22 September 2010 on the European Earth monitoring programme (GMES) and its initial operations (2011 to 2013) Text with EEA relevanceRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2010/911 |
Origineel voorstel | COM(2009)223 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32010R0911 |
Document | 22-09-2010 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 20-10-2010; OJ L 276, 20.10.2010,Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 009 |
Inwerkingtreding | 09-11-2010; in werking datum publicatie +20 zie art 19 |
Einde geldigheid | 31-12-2013; opgeheven door 32014R0377 |
20.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 276/1 |
VERORDENING (EU) Nr. 911/2010 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 22 september 2010
inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 189,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op zijn bijeenkomst van 15 en 16 juni 2001 in Göteborg heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over een strategie voor duurzame ontwikkeling, teneinde het economisch, sociaal en milieubeleid wederzijds te versterken en heeft hij aan het proces van Lissabon een milieudimensie toegevoegd. |
(2) |
In zijn resolutie van 21 mei 2007 over het Europese ruimtevaartbeleid (3), die is goedgekeurd op de vierde gezamenlijke en gelijktijdige zitting van de Raad van de Europese Unie en de Raad van het Europees Ruimteagentschap op ministerieel niveau, ingesteld overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap (4) („de Ruimteraad”) erkent de Raad de huidige en potentiële bijdragen van ruimtevaartactiviteiten aan de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, waardoor in ondersteunende technologieën en diensten voor de opkomende Europese kennismaatschappij wordt voorzien en tot de Europese samenhang wordt bijgedragen en onderstreept hij dat de ruimtevaart een aanzienlijk onderdeel van Europa’s strategie voor duurzame ontwikkeling vormt. |
(3) |
In de resolutie „Een impuls geven aan het Europese ruimtevaartbeleid” (5) van 26 september 2008, die werd goedgekeurd op de vijfde gezamenlijke en samenvallende vergadering van de Ruimteraad werd de noodzaak onderstreept om voor de Europese Unie toereikende instrumenten en financieringsregelingen te ontwikkelen, daarbij rekening houdend met de specifieke kenmerken van de ruimtevaartsector, de noodzaak om zijn algemene concurrentievermogen en het concurrentievermogen van zijn industrie te versterken en de behoefte aan een evenwichtige industriestructuur; en de noodzaak om passende langetermijninvesteringen van de Unie mogelijk te maken voor ruimteonderzoek en voor de exploitatie van duurzame, in de ruimte gestationeerde toepassingen ten voordele van de Unie en zijn burgers, in het bijzonder door na te gaan welke gevolgen het ruimtevaartbeleid heeft in het kader van de volgende financiële vooruitzichten. |
(4) |
In de resolutie van het Europees Parlement van 20 november 2008 over het Europese ruimtevaartbeleid: „hoe de ruimtevaart stevig op de bodem te zetten” (6) wordt de noodzaak onderstreept om voor de Europese Unie passende instrumenten en financieringsregelingen voor het Europese ruimtevaartbeleid te vinden, in aanvulling op de middelen die beschikbaar worden gesteld uit hoofde van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) („het zevende kaderprogramma”), teneinde de verschillende economische acteurs de mogelijkheid te geven om hun activiteiten op de middellange en lange termijn te plannen, en wordt benadrukt dat het komende financieringskader moet voorzien in toereikende instrumenten en financieringsregelingen van de Europese Unie om een planning op lange termijn mogelijk te maken van de investeringen van de Unie in met de ruimte samenhangend onderzoek en de exploitatie van duurzame in de ruimte gestationeerde applicaties ten behoeve van de Unie en haar burgers. |
(5) |
Wereldwijde monitoring voor milieu en... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en tot slot de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.