Aanvaardingsrede van Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op donderdag 1 maart 2012.

Aanvaardingsrede

van de voorzitter van de Europese Raad, Herman van Rompuy i

Ik ben zeer vereerd dat u allen hebt besloten mij te vragen aan te blijven voor een tweede ambtstermijn als voorzitter van de Europese Raad.

Ik aanvaard dit verzoek met genoegen. Het is een voorrecht om in deze beslissende tijden Europa te dienen; het is ook een grote verantwoordelijkheid. Ik wil u allen bedanken voor het vertrouwen dat u in mij stelt. Ik vat dit op als een blijk van vertrouwen in de manier waarop wij hebben samengewerkt.

Ook dank ik u voor de uitnodiging om de eurotopbijeenkomsten voor te zitten, die ik gaarne aanvaard. Bijzondere dank ben ik verschuldigd aan Helle Thorning-Schmidt i en aan Jean‑Claude Juncker, voor het overleg dat zij in de afgelopen weken met u hebben gehad en voor het voorzitten van dit beraad dat tot mijn herverkiezing heeft geleid.

Aangezien het ambt van voltijds voorzitter van de Europese Raad pas sinds iets meer dan twee jaar bestaat, zou ik tussen deze twee ambtstermijnen in, op grond van mijn ervaringen en met een blik op de toekomst, enkele gedachten over deze functie met u willen delen.

Uiteraard vormt de staatsschuldcrisis, die kort na mijn ambtsbegin uitbrak, het vertrekpunt. Die heeft vorm gegeven aan ons werk en aan de rol die ik vervul. Ik heb getracht zo goed mogelijk invulling te geven aan de continuïteit van dit ambt, waardoor wij ondanks het zware weer een bepaalde richting hebben kunnen aanhouden.

In zekere zin bestaat mijn rol erin als hoeder van het vertrouwen op te treden: het wederzijds begrip rond deze tafel onder onszelf bevorderen, en weten dat wij samen tot taak hebben het vertrouwen van de burgers in de Unie in stand te houden.

Terugkijkend: toen ik voor het eerst verkozen werd, vroeg een collega mij schertsend wat ik in de tijd tussen de bij het Verdrag bepaalde vier jaarlijkse bijeenkomsten van de Europese Raad zou gaan doen! Wel, dat weten we nu tenminste... De rol heeft vooral vorm gekregen door de gebeurtenissen, door de staatsschuldcrisis.

Het was een crisis zonder weerga qua hevigheid en omvang. Midden in de storm moesten we ons schip repareren. Er waren drastische besluiten nodig. We hebben geprobeerd de wortels van de crisis aan te pakken. Daarbij moest ieder van ons in zijn land schulden en tekorten wegwerken en moesten wij onze economieën weer concurrerender maken. En wij moesten elkaar helpen en hand in hand gaan. Sommige van onze voormalige collega's hebben het gemeenschappelijke Europese belang — en het langetermijn­belang van hun land — boven hun nationale populariteit gesteld, zelfs ten koste van hun ambt. Hun moed en staatsmanschap verdient onze achting.

In dit proces ontstond het besef hoezeer wij allen van elkaar afhankelijk zijn geworden en wij trekken daar nu lering uit. Het is een lang traject geworden — van de "Taskforce economische governance" waarvoor u mij twee jaar geleden als voorzitter heeft gevraagd, tot het "Verdrag betreffende het begrotingspact", dat morgen wordt ondertekend. De Europese Unie is nu veel beter uitgerust om met de huidige crisis om te gaan en om te voorkomen dat soortgelijke situaties zich in de toekomst nog eens voordoen.

Bij het aangaan van die uitdagingen moesten we bovendien de werkmethodes van de Unie aanpassen. Daarmee werd niet alleen het onmiddellijke doel gediend om de crisis te overwinnen, maar ik ben ervan overtuigd dat de Unie daardoor ook haar politieke bestemming zal kunnen vinden.

Als hoeder van de eenheid van de 27 lidstaten heb ik er altijd sterk op aangedrongen dat alle lidstaten - alle 27 lidstaten, zelfs wanneer het slechts de 17 lidstaten van de eurozone betrof - en alle instellingen hierbij moesten worden betrokken. Mijn doel is tot besluiten te komen die elk van ons kan steunen en in zijn eigen land kan verdedigen. Daartoe is tijd nodig, en - nog crucialer - vertrouwen.

Ik heb een vertrouwensrelatie opgebouwd met ieder van jullie, ook met jullie hoofdsteden; met de actoren van de instellingen in Brussel, vooral de voorzitter van de Commissie; en met onze partners in de gehele wereld.

Als voorzitter vind ik het mijn plicht om de Europese Raad alle kansen te bieden zijn rol te vervullen, namelijk het bepalen van de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten van de Unie. Ik moet ervoor zorgen dat onze werkzaamheden vorderen, dat een gunstig klimaat voor cohesie en consensus wordt geschapen. Voorts dien ik op ons niveau de externe vertegenwoordiging van de Unie waar te nemen, bijvoorbeeld in de G8 en de G20.

Tijdens mijn tweede mandaat zal ik trouw blijven aan mijn stijl en werkmethoden. Ik heb altijd gehandeld naar de geest van het verdrag en zal dat blijven doen. Zoals u weet, ben ik vóór alles resultaatgericht. Ik zal gebruik maken van de verlenging van mijn mandaat om ervoor te zorgen dat de besluiten die wij aan deze tafel hebben genomen, resultaten opleveren, dat wij allen onze individuele en collectieve toezeggingen nakomen.

Wat de toekomst betreft, zal het voor niemand een verrassing zijn dat mijn grootste prioriteit de economie blijft. Onze economie is onze reddingsboei. Zonder een sterke economische basis komen onze sociale modellen en welvaartsstaten in gevaar en kunnen we onze rol op het wereldtoneel niet langer spelen.

Wij plukken reeds de eerste vruchten van onze inspanningen om de eurozone te stabiliseren, onder andere in de vorm van lagere rentevoeten. Er moet echter nog meer worden gedaan. Samen moeten we Europa opnieuw op de goede weg naar structurele groei en banen zetten. We moeten het volledige potentieel van onze grote markt benutten. We moeten de centrale begroting van de EU aanwenden om het concurrentievermogen en de werkgelegenheid te bevorderen. We moeten investeren in innovatie, onderwijs en groene technologie, net nu wanneer we tekorten moeten terugdringen.

We moeten positieve vooruitzichten op banen en welzijn bieden, in alle billijkheid en rechtvaardigheid. We moeten de mensen in heel Europa ervan overtuigen dat hun offers tijdens deze crisisjaren niet nutteloos zijn geweest, dat ze resultaten opleveren, en dat de eurozone uiteindelijk versterkt uit de crisis zal komen: dat moet ons belangrijkste streven zijn. Het is de enige manier om de harten en geesten van de Europeanen voor ons te winnen.

De crisis die we thans doormaken, mag zich nooit meer herhalen. Dat we daarvoor hebben kunnen zorgen, moet onze nalatenschap zijn. Het woord "Europa" was lang een teken van hoop, en stond gelijk met vrede en voorspoed. Tijdens deze crisis is die gelijkschakeling onder druk komen te staan. Het is mijn en uw taak ervoor te zorgen dat Europa opnieuw een symbool van hoop wordt. Een symbool van een betere toekomst voor ons allemaal.

We mogen niet vergeten dat ons werelddeel dankzij zijn voorspoed en stabiliteit zonder weerga, zijn aantrekkelijkheid ten volle behoudt. Weldra zal Kroatië tot de Unie toetreden, en Servië heeft moedige beslissingen genomen om de status van kandidaat-lidstaat te verwerven. De Europese roeping van de Westelijke Balkan ligt mij na aan het hart. Zonder te overdrijven wat betreft de middelen die ons ter beschikking staan, moeten wij eendrachtig handelen wanneer onze belangen en onze waarden - in het bijzonder de democratische waarden - op het spel staan, in de eerste plaats in onze nabuurschap. Daar ligt de grondslag van onze geloofwaardigheid.

De gebeurtenissen van de Arabische lente tonen aan dat deze verzuchtingen overal ter wereld worden gedeeld. Het beslissende optreden van Europa in Libië heeft aangetoond hoe wij een verschil kunnen maken. Op plaatsen waar spanning en onrust heersen, zoals in Syrië of Iran, staan wij met onze 27 lidstaten eendrachtig pal, en nemen wij zelfs het voortouw. Ook hier moet Europa een symbool van hoop blijven.

Het is een voorrecht om het werk voor Europa op dit cruciale moment te kunnen voortzetten. Sommigen zeggen dat deze crisis onze Unie ondermijnt. Ik zie iets anders rond deze tafel: ik zie een gevoel van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en politieke vastberadenheid om onze weg samen voort te zetten.

Ik weet dat u allen mijn diepe overtuiging deelt dat de euro en de Unie onomkeerbare projecten zijn. Zij schragen en belichamen de idealen van een vreedzaam, voorspoedig en democratisch werelddeel. Het is onze taak om verder te werken aan dit historisch streven.

________________