Zaken voor het Hof van Justitie - Zaak C-15/12 P Dashiqiao Sanqiang Refractory Materials Co. Ltd = Hogere voorziening tegen het arrest van 16 december 2011 van het Gerecht in Zaak T-423/09 - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 27-02-2012 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-03-2012 |
Kenmerk | 6950/12 |
Van | Legal Service |
Aan | COREPER (Part 2) |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 27 februari 2012 (02.03)
DE EUROPESE UNIE (OR. fr)
6950/12
JUR 107 COMER 40
INFORMATIEVE NOTA van: de Juridische Dienst aan: het Coreper (2e deel)
Betreft: Zaken voor het Hof van Justitie
-
-Zaak C-15/12 P Dashiqiao Sanqiang Refractory Materials Co. Ltd = Hogere voorziening tegen het arrest van 16 december 2011 van het Gerecht in Zaak T-423/09
-
1.Bij arrest van 16 december 2011 heeft het Gerecht van de Europese Unie het beroep 1
verworpen waarmee Dashiqiao Sanqiang Refractory Materials Co. Ltd. had verzocht om nietigverklaring van Verordening (EG) nr. 826/2009 i van de Raad van 7 september 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/2005 i tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van magnesiabriketten uit de Volksrepubliek China.
-
2.Bij verzoekschrift in hogere voorziening van 13 januari 2012, betekend aan de Raad bij brief
van de griffier van het Hof van 20 januari 2012, heeft verzoekster verzocht om nietigverklaring van het arrest van 16 december 2011. Het verzoekschrift steunt op de volgende motieven:
1 Doc. 15940/09 van 12.11.2009.
het Gerecht heeft een rechtsdwaling begaan omdat het niet heeft onderzocht welke methode in het oorspronkelijke onderzoek gebruikt is om de uitvoerprijs te vergelijken met de normale waarde, en derhalve niet op correcte wijze heeft kunnen vaststellen dat er in het nieuwe onderzoek geen "wijziging van de methode" heeft plaatsgevonden in de
zin van artikel 11, lid 9, van de basisverordening 2 ;
het Gerecht heeft een rechtsdwaling begaan omdat het van oordeel is dat de instellingen de tijdens het oorspronkelijke onderzoek gehanteerde methode voor de vergelijking van uitvoerprijs en normale waarde niet meer mogen toepassen wanneer dat onderzoek leidde tot een correctie die op grond van artikel 2, lid 10, punt b), van de basisverordening niet is toegestaan: daarmee worden de begrippen "correctie" en "methode van vergelijking" met elkaar verward; het Gerecht heeft een rechtsdwaling begaan met de conclusie dat het verschil in de terugbetaalde btw bij uitvoer tussen de periode die het oorspronkelijke onderzoek bestrijkt en de periode die het nieuwe onderzoek bestrijkt een wijziging van de omstandigheden inhoudt die een wijziging van de methode rechtvaardigt, hoewel het niet heeft vastgesteld dat door dat verschil de voor het oorspronkelijke onderzoek gebruikte methode ontoepasbaar zou zijn geworden.
-
3.Binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum van betekening van het
verzoekschrift in hogere voorziening kan de Raad bij het Hof memories van antwoord indienen overeenkomstig artikel 115, lid 1, van het Reglement van de procesvoering van het Hof van Justitie.
-
4.De directeur-generaal van de Juridische Dienst van de Raad heeft de heer Jan-Peter HIX,
juridisch adviseur bij de genoemde dienst, als gemachtigde van de Raad in deze zaak aangewezen. Hij zal worden bijgestaan door de heer Georg BERRISCH en mevrouw Agnieszka POLCYN (COVINGTON & BURLING - Brussel).
____________
2 Verordening (EG) nr. 1225/2009 i van de Raad van 30 november 2009 betreffende
beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.