Terugroepen ambassadeur Suriname goede eerste stap

Met dank overgenomen van F.C.G.M. (Frans) Timmermans i, gepubliceerd op donderdag 5 april 2012.

Minister Rosenthal roept ambassadeur Jacobi uit Suriname terug naar Nederland. Dat is een goede eerste stap. Rosenthal zegt er bij: 'De verdachten komen Nederland in ieder geval niet in.' Ik mag toch hopen dat verdachten die hier gewoon in de bak horen er wel in mogen om hun straf uit te zitten? Bouterse is veroordeeld voor drugscriminaliteit. Hij moet zijn straf nog uitzitten. Dat betekent in Nederland, waar normaal gesproken twee derde wordt uitgezeten, dat hij zeven jaar moet brommen.

Eerder deze week publiceerde NRC Handelsblad mijn opiniestuk met de titel 'Nederlandse regering mag niet zwijgen over Suriname'. Klik op 'lees verder om het te lezen.

Opiniestuk zoals verschenen in NRC Handelsblad op dinsdag 3 april.

'Nederlandse regering mag niet zwijgen over Suriname'

Nederland en Suriname zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wij delen honderden jaren geschiedenis, wij delen een taal; onze gemeenschappen zijn verweven, aan beide zijden van de oceaan. Niets kan dit veranderen. Geen ruzie tussen regeringen, geen onenigheid tussen politici, geen crimineel die zijn in Nederland opgelegde straf weet te ontlopen.

Daarom moeten wij elkaar altijd de waarheid zeggen. Daarom moeten wij luid en duidelijk aan de Nationale Assemblee laten horen dat wij de aanpassing van de amnestiewet schokkend vinden. Dat het aannemen van een dergelijke wet niet zonder gevolgen kan blijven voor de politieke en diplomatieke relatie tussen Nederland en Suriname.

Nu is het moment om kleur te bekennen. Om te laten weten dat het door een parlement ingrijpen in een lopend proces in strijd is met internationale mensenrechtenverplichtingen die Suriname uit vrije wil is aangegaan, zowel in verband van de Verenigde Naties als in de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Europese Unie en in de bilaterale relatie met Nederland.

Wat zou Nederland kunnen doen als de amnestiewet wordt aangepast? Als waarnemer bij de OAS kan Nederland de kwestie daar aankaarten. Suriname is lid van de OAS en heeft zich in dat kader verplicht tot het naleven van de regels van de rechtsstaat, waaronder de scheiding der machten, die duidelijk door de politieke ingreep in een lopend strafproces wordt geschonden. De OAS zou daarom maatregelen tegen Suriname kunnen treffen. Een gang naar het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten is daarbij een mogelijkheid. Zo is Suriname ook eerder door het Hof veroordeeld voor het niet-vervolgen van de moord, onder verantwoordelijkheid van de huidige president Bouterse, op ongeveer vijftig mensen, onder wie kinderen en zwangere vrouwen, in het dorp Moiwana. Verder kan worden onderzocht of er mogelijkheden zijn in het Raamverdrag Nederland-Suriname om maatregelen te nemen die de Surinaamse regering treffen. In dat verdrag staat namelijk ook de verplichting de rechtsstaat te bevorderen. De relatie tussen Suriname en de EU zou kunnen worden beperkt of opgeschort, omdat Suriname de verplichtingen ten aanzien van mensenrechten niet nakomt. Er is een jaarlijkse conferentie van de EU met partnerlanden uit Afrika, de Caraïben en de Pacific, die dit jaar in Paramaribo zou plaatsvinden. Nederland zou kunnen voorstellen deze naar elders te verplaatsen.

De Nederlandse regering hult zich tot nu toe in stilzwijgen en werkt in de EU aan een gezamenlijke verklaring. De Amerikaanse, Britse en Canadese ambassadeurs hebben in Paramaribo heel helder tegen de autoriteiten gezegd dat een gewijzigde amnestiewet gevolgen zal hebben voor de relaties. Nederland heeft dat niet gedaan en dat is onbegrijpelijk en onverstandig. Is de regering verlamd door de vrees voor ‘neokoloniaal’ te worden uitgemaakt? Of speelt de ervaring mee dat al zeventig jaar alle Nederlandse regeringen fout op fout stapelen in de relatie met (voormalige) koloniën en gebieden overzee, van Indonesië tot Suriname en de Antillen? In ieder geval noopt die ervaring tot voorzichtigheid en bescheidenheid, maar is geen excuus voor politieke verlamming.

Dertig jaar geleden vonden de decembermoorden plaats. Vijftien mannen werden van huis gelicht, sommigen vreselijk gemarteld en allemaal als beesten afgeslacht. Hun nabestaanden en vrienden, in Suriname en in Nederland, wachten al dertig jaar op gerechtigheid. Zij rouwen om hun dierbaren, zij zijn boos dat de daders niet zijn bestraft. Nu is er eindelijk uitzicht op een uitspraak van de militaire rechter. Nu kan eindelijk het recht zijn loop hebben. En dat dreigt te worden gedwarsboomd, door of namens dezelfde mensen die onder sterke verdenking staan rechtstreeks bij de moorden betrokken te zijn.

Als de Surinaamse volksvertegenwoordiging ervoor kiest het recht hier niet de vrije loop te laten, zal zij de Surinaamse rechtsstaat een ernstige slag toebrengen. In Latijns-Amerika hebben parlementen de moed gehad de pijnlijke bladzijden van de eigen dictatoriale geschiedenis onder ogen te zien. De ervaringen van Argentinië en Chili laten zien dat verzoening pas mogelijk is nadat de rechter zijn werk heeft gedaan en daders ter verantwoording heeft geroepen. Zonder gerechtigheid geen verzoening, ook niet met een verzoeningscommissie als doekje voor het bloeden.

De Nederlandse regering had dit meteen en in heldere taal namens alle Nederlanders aan de Surinaamse regering moeten overbrengen. Gemeenschappen die door het lot onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, kijken niet weg als zij iets zien gebeuren wat het daglicht niet verdraagt.