Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking) - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 24-07-2012 |
---|---|
Publicatiedatum | 26-07-2012 |
Kenmerk | 12875/12 |
Van | European Commission |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 24 juli 2012 (25.07)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
12875/12
Interinstitutioneel dossier:
2012/0196 (COD) i
ENV 641 PECHE 294 WTO 277
VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 19 juli 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012) 403 final i Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking)
Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, aan de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, is toegezonden.
Bijlage: COM(2012) 403 final i
12875/12 dp
DG E 1A NL
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 19.7.2012 COM(2012) 403 final i 2012/0196 (COD) i
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op
het desbetreffende handelsverkeer
(Herschikking)
NL NL
TOELICHTING
-
1.Bij haar besluit van 1 april 1987 1 heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle
besluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.
-
2.De Commissie heeft een aanvang gemaakt met de codificatie van Verordening (EG)
nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild
levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer 2 .
De nieuwe verordening moest de verschillende handelingen die erin zijn verwerkt
vervangen 3 .
-
3.Intussen is het Verdrag van Lissabon in werking getreden. Artikel 290 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de
wetgever de bevoegdheid om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking
vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van
de wetgevingshandeling, kan overdragen aan de Commissie. Artikel 291 VWEU
bepaalt dat de wetgever uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie kan toekennen
indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie volgens
eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd. Overeenkomstig die artikelen door de
Commissie vastgestelde handelingen worden volgens de terminologie van
het VWEU „gedelegeerde handelingen” (artikel 290, lid 3), respectievelijk
„uitvoeringshandelingen” (artikel 291, lid 4) genoemd.
-
4.Verordening (EG) nr. 338/97 i bevat bepalingen ten aanzien waarvan een dergelijke
bevoegdheidsdelegatie of toekenning van uitvoeringsbevoegdheden passend kan zijn.
De codificatie van Verordening (EG) nr. 338/97 i moet daarom worden omgezet in
een herschikking, teneinde de noodzakelijke wijzigingen te kunnen opnemen.
-
5.Dit voorstel voor een herschikking is opgesteld op basis van een voorafgaande
consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EG) nr. 338/97 i en de
handelingen tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem
van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie. Voor zover de artikelen zijn
vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven
in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de herschikte
verordening.
1 COM(87) 868 PV. 2 Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad:
Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def i.
-
NL 2 NL
338/97 (aangepast)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op
het desbetreffende handelsverkeer
(Herschikking)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel ⌦ 192, lid 1 ⌫ , Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het voorstel aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 4 ,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's 5 ,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 6 ,
Overwegende hetgeen volgt:
nieuw
(1) Verordening (EG) nr. 338/97 i van de Raad van 9 december 1996 inzake de
bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het
desbetreffende handelsverkeer 7 is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd 8 . Aangezien
nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking
van die verordening te worden overgegaan.
4 PB C […], […], blz. […].
5 PB C […], […], blz. […].
6 PB C […], […], blz. […].
7 PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.
8 Zie bijlage II.
338/97 overweging 1
(aangepast)
nieuw
(2) ⌦ Deze verordening ⌫ heeft ten doel de ⌦ bescherming te waarborgen van in het
wild levende ⌫ dier- en plantensoorten ⌦ die door de ⌫ handel ⌦ worden
bedreigd ⌫ of zouden kunnen worden bedreigd .
338/97 overweging 3
(3) De bepalingen van deze verordening doen geen afbreuk aan de strengere maatregelen
die de lidstaten met inachtneming van het Verdrag kunnen nemen of handhaven, met
name wat betreft het houden van specimens van soorten die onder deze verordening
vallen.
338/97 overweging 4
(4) Het is van belang objectieve criteria vast te stellen voor het opnemen van in het wild
levende dier- en plantensoorten in de bijlagen bij deze verordening.
338/97 overweging 5
(aangepast)
(5) De tenuitvoerlegging van deze verordening vergt dat er gemeenschappelijk
voorwaarden worden toegepast voor de afgifte, het gebruik en de overlegging van de
documenten in verband met de toestemming om specimens van de soorten die onder
deze verordening vallen, in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen of uit de ⌦ Unie ⌫ uit
te voeren dan wel weder uit te voeren. Het is van belang specifieke bepalingen vast te
stellen voor de doorvoer van specimens door de ⌦ Unie ⌫.
338/97 overweging 6
(aangepast)
(6) Een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming, bijgestaan door de
wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, heeft tot taak, in voorkomende gevallen
met inachtneming van een advies van de wetenschappelijke adviesgroep, een
beslissing te nemen over de verzoeken om specimens in de ⌦ Unie ⌫ te mogen
binnenbrengen.
338/97 overweging 7
(aangepast)
(7) ⌦ In het kader van ⌫ de bepalingen inzake wederuitvoer moeten worden
⌦ voorzien in ⌫ een raadplegingsprocedure om het risico van overtredingen te
beperken.
338/97 overweging 8
(aangepast)
(8) Er kunnen, ten behoeve van een doeltreffende bescherming van in het wild levende
dier- en plantensoorten, aanvullende beperkingen worden opgelegd voor het
binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫.
Deze beperkingen voor levende specimens kunnen op ⌦ Unieniveau ⌫ worden
aangevuld met beperkingen voor het houden en het vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫.
338/97 overweging 9
(9) Het is noodzakelijk specifieke bepalingen vast te stellen voor specimens die in
gevangenschap zijn geboren en opgegroeid of kunstmatig zijn voortgebracht, voor
specimens die onder persoonlijke bezittingen of huisraad vallen, alsmede voor
leningen, schenkingen of uitwisselingen voor niet-commerciële doeleinden tussen
bekende wetenschappers en erkende wetenschappelijke instellingen.
338/97 overweging 10
(aangepast)
(10) Ten behoeve van een volledigere bescherming van de onder deze verordening vallende
soorten, is het noodzakelijk bepalingen vast te stellen voor de controle in de
⌦ Unie ⌫ op de handel en het vervoer van de soorten, alsmede op de manier waarop
deze worden ondergebracht. Voor de certificaten die uit hoofde van deze verordening
worden ⌦ afgegeven ⌫ en die bijdragen tot de controle op deze activiteiten, moeten
gemeenschappelijk regels worden vastgesteld inzake afgifte, geldigheid en gebruik.
338/97 overweging 11
(aangepast)
(11) Er moeten maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen voor de levende
specimens van het vervoer naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, zo gering mogelijk te
houden.
338/97 overweging 12
(aangepast)
(12) Ten behoeve van een doeltreffende controle en ter vergemakkelijking van de
douaneprocedure, is het van belang douanekantoren aan te wijzen die over
gekwalificeerd personeel beschikken en die zullen worden belast met het vervullen
van de nodige formaliteiten en bijbehorende verificaties bij het binnenbrengen in de
⌦ Unie ⌫ teneinde de specimens een douanebestemming te geven in de zin van
Verordening (EEG) [nr. 2913/92] van de Raad [van 12 oktober 1992] tot vaststelling
van het communautair douanewetboek 9 , of bij uitvoer of wederuitvoer uit de
⌦ Unie ⌫. Men dient eveneens te beschikken over voorzieningen die garanderen dat
de levende specimens zorgvuldig worden ondergebracht en behandeld.
338/97 overweging 13
(13) Voor de tenuitvoerlegging van deze verordening door de lidstaten moeten ook
administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten worden aangewezen.
338/97 overweging 14
(14) Voorlichting en bewustmaking van het publiek, met name op de grensposten, over de
uitvoeringsbepalingen van deze verordening, kunnen de naleving van deze bepalingen
vergemakkelijken.
338/97 overweging 15
(15) Ten behoeve van een doeltreffende toepassing van deze verordening, moeten de
lidstaten aandachtig toezien op de naleving van haar bepalingen en moeten zij daartoe
nauw met elkaar en met de Commissie samenwerken. Dit vereist dat er informatie in
verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening wordt doorgegeven.
338/97 overweging 16
(16) Het toezicht op de omvang van het handelsverkeer in de in het wild levende dier- en
plantensoorten die onder deze verordening vallen, is van cruciaal belang voor de
beoordeling van de effecten van de handel op de staat van instandhouding van de
soorten. Er moeten gedetailleerde jaarverslagen worden opgesteld volgens een
gemeenschappelijk model.
9 PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
338/97 overweging 17
(17) Het is voor de naleving van deze verordening van belang dat de lidstaten aan personen
die inbreuken plegen adequate sancties opleggen die in een passende verhouding staan
tot de aard en de ernst daarvan.
338/97 overweging 19
(18) Gezien de talrijke biologische en ecologische aspecten die bij de tenuitvoerlegging van
deze verordening in aanmerking moeten worden genomen, is het van belang een
wetenschappelijke studiegroep op te richten waarvan de adviezen door de Commissie
aan het comité en aan de administratieve instanties van de lidstaten zullen worden
meegedeeld teneinde deze bij hun besluitvorming te helpen.
398/2009 overweging 4
(aangepast)
nieuw
(19) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of
te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om
overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de aanneming van bepaalde
maatregelen om de handel in in het wild levende dier- en plantensoorten te reguleren,
⌦ van ⌫ bepaalde wijzigingen in de bijlagen bij ⌦ deze ⌫ verordening alsook
⌦ van ⌫ bijkomende maatregelen om de resoluties van de partijen bij de
Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende
dier- en plantensoorten” (CITES) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), besluiten of
aanbevelingen van het Permanent Comité van de Overeenkomst, en de aanbevelingen
van het secretariaat van de Overeenkomst ten uitvoer te leggen. Daar het maatregelen
van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van
verordening, onder meer door deze aan te vullen met nieuwe niet-essentiële
onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met
toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG i. Het is van bijzonder belang dat
de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging
overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding
en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende
documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het
Europees Parlement en aan de Raad.
nieuw
(20) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening,
moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die
bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met
Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees Parlement en de Raad
van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die
van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de
uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 10 ,
338/97
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Doel
338/97 (aangepast) nieuw
Deze verordening heeft ten doel, in het wild levende dier- en plantensoorten te beschermen en in stand te houden door de controle op het desbetreffende handelsverkeer overeenkomstig de artikelen ⌦ 2 tot en met 22 en de bijlagen A tot en met D, zoals weergegeven in bijlage I, hierna „bijlage A”, „bijlage B”, „bijlage C” en „bijlage D” genoemd ⌫. Deze verordening is van toepassing met inachtneming van de doelstellingen, beginselen en bepalingen van de in artikel 2, onder b), omschreven Overeenkomst.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
a)„het comité”: het ⌦ in ⌫ artikel 21, lid 1, ⌦ bedoelde ⌫ comité;
-
b)„de Overeenkomst”: de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde
in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES);
-
c)„land van herkomst”: land waar een specimen is gevangen of aan de natuur is
onttrokken, in gevangenschap is gekweekt of door kunstmatige voortplanting is
verkregen;
-
d)„kennisgeving van invoer”: de kennisgeving die op het moment dat een specimen
van een in bijlage C of D genoemde soort in de ⌦ Unie ⌫ wordt binnengebracht,
door de invoerder, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger wordt gedaan op het in
artikel 19, lid 2, bedoelde een volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure
door de Commissie voorgeschreven formulier;
10 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
-
e)„aanvoer vanuit zee”: het rechtstreeks binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat is onttrokken aan het mariene milieu dat niet tot het rechtsgebied van enige staat behoort, met inbegrip van het luchtruim boven de zee en de zeebodem en ondergrond daaronder; f) „afgifte”: de afhandeling van de gehele procedure van het opstellen en valideren van
een vergunning of certificaat, alsmede de overhandiging daarvan aan de aanvrager;
-
g)„administratieve instantie”: een nationale administratieve instantie die wordt
aangewezen overeenkomstig artikel 13, lid 1, waar het een lidstaat betreft en
overeenkomstig artikel IX van de Overeenkomst waar het een derde land betreft dat
partij is bij de Overeenkomst;
-
h)„lidstaat van bestemming”: de lidstaat van bestemming die wordt vermeld in het
document voor de uitvoer of de wederuitvoer van een specimen; in geval van
aanvoer vanuit zee de lidstaat waaronder de plaats van bestemming van een
specimen ressorteert;
-
i)„ ⌦ ten verkoop aanbieden ⌫ ”: het te koop aanbieden alsmede elke handeling die
redelijkerwijs als dusdanig uitgelegd kan worden, met inbegrip van rechtstreekse of
onrechtstreekse reclame met het oog op verkoop en het uitnodigen tot zaken doen;
-
j)„persoonlijke bezittingen of huisraad”: dode specimens alsmede delen en producten
daarvan, die een particulier toebehoren en die deel uitmaken van zijn gewone
persoonlijke bezittingen of daartoe bestemd zijn;
-
k)„plaats van bestemming”: de plaats die op het moment van het binnenbrengen van de
specimens in de ⌦ Unie ⌫ geldt als hun voorziene gewone bewaarplaats; voor
levende specimens is dit de eerste plaats waar zij naar verwachting zullen worden
ondergebracht na afloop van een eventuele quarantaine of enige andere vorm van
isolatie ten behoeve van sanitaire keuring en controle;
-
l)„populatie”: een volledige in biologisch of geografisch opzicht onderscheiden groep
individuen;
-
m)„overwegend commerciële doeleinden”: alle doeleinden waarvan de nietcommerciële
aspecten niet duidelijk de overhand hebben;
-
n)„wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫”: uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat
daar eerder is binnengebracht;
-
o)„reïntroductie in de ⌦ Unie ⌫”: het binnenbrengen van een specimen dat eerder
werd uitgevoerd of wederuitgevoerd;
-
p)„verkoop”: alle vormen van verkoop. Voor de toepassing van deze verordening
worden huur, ruil of uitwisseling gelijkgesteld met verkoop; uitdrukkingen van
dezelfde strekking worden in dezelfde zin geïnterpreteerd;
-
q)„wetenschappelijke autoriteit”: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 13, lid 2,
of door een derde land dat partij is bij de Overeenkomst conform artikel IX van de
Overeenkomst, aangewezen wetenschappelijke autoriteit;
-
r)„wetenschappelijke studiegroep”: het bij artikel 17 ingestelde adviesorgaan;
-
s)„soort”: een soort, ondersoort of populatie daarvan;
-
t)„specimen”: elk dier of elke plant, dood of levend, van de in de bijlagen A tot en
met D genoemde soorten, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen product, al dan
niet in andere goederen vervat, alsmede alle goederen waarvan op grond van een
bewijsstuk, verpakking, merkteken of etiket of enige andere omstandigheid moet
worden aangenomen dat het gaat om delen of producten van tot deze soorten
behorende dieren of planten, tenzij deze delen of producten door middel van een
aanduiding in die zin in de bijlagen waarin de betrokken soorten worden genoemd,
expliciet van het toepassingsgebied van deze verordening of van de bepalingen met
betrekking tot de betrokken bijlage zijn uitgesloten.
Een specimen wordt beschouwd als een specimen behorend tot één van de in de
bijlagen A tot en met D genoemde soorten indien het een dier of een plant is, dan wel
een deel of een afgeleid product van een dier of een plant, waarvan ten minste één
„ouder” tot een dergelijke soort behoort. Wanneer de „ouders” van een dergelijk dier
of een dergelijke plant behoren tot soorten die in verschillende bijlagen worden
genoemd, of tot soorten waarvan er slechts één in een bijlage wordt genoemd, zijn de
bepalingen van de meest restrictieve bijlage van toepassing. Voor specimens van
hybride planten waarvan slechts een „ouder” behoort tot een in bijlage A genoemde
soort, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage evenwel slechts van
toepassing indien zulks met betrekking tot deze soort in de bijlage is vermeld;
-
u)„handel”: het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ met inbegrip van de aanvoer vanuit
zee, de uitvoer en wederuitvoer vanuit de ⌦ Unie ⌫ en het gebruik, het vervoer en
de overdracht van eigendom, in de ⌦ Unie ⌫ of in een lidstaat, van specimens
waarop de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn;
-
v)„doorvoer”: het vervoeren van specimens tussen twee punten buiten de ⌦ Unie ⌫
via het grondgebied van de ⌦ Unie ⌫, naar een met name genoemde consignataris
en zonder andere onderbrekingen van de reis dan die welke bij deze vorm van
vervoer onvermijdelijk zijn;
-
w)„meer dan 50 jaar geleden verkregen bewerkte specimens”: specimens die
vóór 3 maart 1947 ter vervaardiging van juwelen, decoratie, kunstvoorwerpen,
gebruiksvoorwerpen of muziekinstrumenten zijn gebracht in een toestand die grondig
verschilt van hun natuurlijke ruwe staat en waarvan ten genoegen van de
administratieve instantie van de betrokken lidstaat is aangetoond dat zij onder die
voorwaarden zijn verworven. Dergelijke specimens gelden enkel als bewerkt indien
zij duidelijk passen in een van de genoemde categorieën en indien zij de beoogde
functie kunnen vervullen zonder dat daarvoor nog snijwerk, bewerking of verdere
afwerking nodig zijn;
-
x)„controles bij het binnenbrengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de doorvoer”: de
documentcontrole betreffende de bij deze verordening vereiste certificaten,
vergunningen en kennisgevingen en, indien bepalingen ⌦ van de Unie ⌫ zulks
voorschrijven of in de overige gevallen door een representatieve steekproef van de
zendingen, het onderzoek van specimens, eventueel vergezeld van een
monsterneming voor een grondiger onderzoek of controle.
Artikel 3
Toepassingsgebied
-
1.Bijlage A omvat:
-
a)de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor de lidstaten geen
voorbehoud hebben gemaakt;
-
b)soorten:
-
i)die voor gebruik in de ⌦ Unie ⌫ afgenomen worden of kunnen worden of
die het voorwerp van internationale handel uitmaken of kunnen uitmaken, en
die met uitsterven bedreigd worden dan wel zo zeldzaam zijn dat ook het meest
beperkte handelsverkeer het voortbestaan van de soort in gevaar zou brengen;
of
-
ii)die behoren tot een genus waarvan de meeste soorten, of die een soort vormen
waarvan de meeste ondersoorten, op basis van de onder a) of onder b), i),
vermelde criteria in bijlage A zijn opgenomen en die zelf ook in die bijlage
dienen te worden opgenomen, omdat anders een doeltreffende bescherming
van de beoogde taxa onmogelijk is.
-
2.Bijlage B omvat:
-
a)de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A zijn
opgenomen, en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;
-
b)de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is
gemaakt;
-
c)niet in de bijlagen I of II bij de Overeenkomst opgenomen soorten:
-
i)die het voorwerp uitmaken van zoveel internationale handel dat deze een
bedreiging zou kunnen vormen:
– voor het voortbestaan van deze soorten, of het voortbestaan van de
populaties daarvan in bepaalde landen; of
– voor de instandhouding van de populatie op een voldoende getalsterkte
opdat deze soorten in de ecosystemen waarin ze voorkomen hun rol naar
behoren zouden kunnen vervullen;
of
-
ii)waarvan de opneming in de bijlage, gezien hun uiterlijke gelijkenis met andere
in bijlage A of B opgenomen soorten, onontbeerlijk is om de handel in tot deze
soorten behorende specimens daadwerkelijk te kunnen controleren;
-
d)soorten waarvan vaststaat dat het binnenbrengen van levende specimens in het
natuurlijk milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor
inheemse, in het wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.
-
3.Bijlage C omvat: a) de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A of B
zijn opgenomen en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;
-
b)de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is
gemaakt.
-
4.Bijlage D omvat:
-
a)niet in de bijlagen A, B en C vermelde soorten waarvan de omvang van de invoer in
de ⌦ Unie ⌫ een controle rechtvaardigt;
-
b)de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud
is gemaakt.
-
5.Waar het bestand van de soorten die onder deze verordening vallen, hun opname in één van
de bijlagen bij de Overeenkomst noodzakelijk maakt, zullen de lidstaten aan de nodige
wijzigingen bijdragen.
Artikel 4
Binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫
-
1.Specimens van in bijlage A genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden
binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan
de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die
werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming.
Die invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6
opgelegde beperkingen en indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a)uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep is de bevoegde
wetenschappelijke autoriteit van mening dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫:
-
i)geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het
verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
-
ii)geschiedt:
– voor een van de in artikel 8, lid 3, onder e), f) en g), genoemde
doeleinden; dan wel
– voor andere doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet
nadelig beïnvloeden;
-
b)i) de aanvrager bewijst dat de specimens zijn verkregen overeenkomstig de
wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort, hetgeen, in het
geval van de invoer uit derde landen van specimens van een in de bijlagen bij
de Overeenkomst opgenomen soort inhoudt dat een conform de Overeenkomst
door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer
afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of een kopie daarvan,
dient te worden overgelegd;
-
ii)voor de afgifte van een invoervergunning voor de soorten die in bijlage A zijn
opgenomen op grond van artikel 3, lid 1, onder a), is een dergelijk bewijsstuk
evenwel niet vereist, maar de originele invoervergunning wordt pas aan de
aanvrager overhandigd, nadat hij een uitvoervergunning of
wederuitvoercertificaat heeft voorgelegd;
-
c)de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft de zekerheid verkregen dat levende
specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die
beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en
goed te verzorgen;
-
d)de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat het specimen niet voor
overwegend commerciële doeleinden gebruikt zal worden;
-
e)de administratieve instantie heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke
autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de
instandhouding van de soort pleiten tegen de afgifte van de invoervergunning; en
-
f)in geval van aanvoer vanuit zee heeft de administratieve instantie de zekerheid
verkregen dat levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer worden
gereedgemaakt en verzonden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe
behandeling worden voorkomen.
-
2.Specimens van in bijlage B genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden
binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan
de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die
werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming.
De invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6
opgelegde beperkingen en wanneer:
-
a)de bevoegde wetenschappelijke autoriteit, na onderzoek van de beschikbare
gegevens en uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep, oordeelt
dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, rekening houdend met het huidige of te
verwachten niveau van de handel, geen nadelig effect zal hebben op de
instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van
de betrokken soort. Dit advies blijft geldig voor latere invoer, zolang de
bovenvermelde elementen niet ingrijpend zijn gewijzigd;
-
b)de aanvrager aan de hand van documenten staaft dat levende specimens op de plaats
van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over
adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;
-
c)aan de voorwaarden van lid 1, onder b), i), e) en f), is voldaan.
-
3.Specimens van de in bijlage C genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan, en: a) de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat met betrekking tot de betrokken
soort in bijlage C is genoemd, door middel van een overeenkomstig de Overeenkomst door een daartoe bevoegde autoriteit van het betrokken land afgegeven uitvoervergunning staaft dat de specimens zijn verkregen in overeenstemming met de nationale wetgeving inzake de instandhouding van de
betrokken soort; of
-
b)de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat niet met betrekking tot de
betrokken soort in bijlage C is genoemd, of in geval van wederuitvoer uit welk land
ook, een overeenkomstig de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land
van uitvoer of wederuitvoer afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of
certificaat van oorsprong voorlegt.
-
4.Specimens van de in bijlage D genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden
binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan
de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan.
-
5.De in lid 1, onder a) en d), en in lid 2, onder a), b) en c), genoemde voorwaarden voor de
afgifte van een invoervergunning zijn niet van toepassing op specimens waarvoor de
aanvrager aan de hand van een document bewijst:
-
a)dat zij voorheen langs legale weg in de ⌦ Unie ⌫ zijn binnengebracht of
verworven en dat zij, al dan niet gewijzigd, opnieuw in de ⌦ Unie ⌫ worden
binnengebracht; of
-
b)dat het bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen.
398/2009 art. 1, punt. 1, a)
(aangepast)
nieuw
-
6.In overleg met de betrokken landen van herkomst kan de Commissie volgens de in
artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure en met inachtneming van de adviezen van de
wetenschappelijke studiegroep kan de Commissie door middel van
uitvoeringshandelingen algemene — of bepaalde landen van herkomst betreffende —
beperkingen opleggen ten aanzien van het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫:
338/97 (aangepast)
-
a)van specimens van in bijlage A genoemde soorten, op basis van de in lid 1,
onder a), i), of e), genoemde voorwaarden;
-
b)van specimens van in bijlage B genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder e),
of lid 2, onder a), genoemde voorwaarden; en
-
c)van levende specimens van in bijlage B genoemde soorten die een grote sterfte
tijdens het vervoer vertonen of waarvan vaststaat dat zij in gevangenschap een
drastisch verlaagde levensverwachting hebben; of
-
d)van levende specimens van soorten waarvan vaststaat dat introductie in het natuurlijk
milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor inheemse in het
wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.
nieuw
De in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2,
bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 (aangepast)
De Commissie maakt elk kwartaal een lijst van de eventuele ⌦ overeenkomstig de eerste
alinea opgelegde ⌫ beperkingen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.
398/2009 art. 1, punt. 1, b)
(aangepast)
nieuw
-
7.Indien bepaalde specimens, ⌦ nadat ⌫ zij in de ⌦ Unie zijn ⌫ binnengebracht, op
schepen worden overgeladen, dan wel per vliegtuig of per spoor worden vervoerd, is de
Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met
betrekking tot het toestaan van worden door de Commissie ontheffingen toegestaan op de
in de leden 1 tot en met 4 ⌦ van dit artikel ⌫ bedoelde controle en voorlegging van
invoerdocumenten in het douanekantoor aan de grens waar zij worden binnengebracht, zodat
deze controle en voorlegging in een ander, overeenkomstig artikel 12, lid 1, aangewezen
douanekantoor kunnen geschieden.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen
door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde
regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast)
Artikel 5
Uitvoer of wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫
-
1.Specimens van de in bijlage A genoemde soorten mogen slechts uit de ⌦ Unie ⌫
uitgevoerd of wederuitgevoerd worden indien de nodige controles zijn verricht en vooraf bij
het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een uitvoervergunning of
wederuitvoercertificaat is voorgelegd, dat is afgegeven door een administratieve instantie van
de lidstaat waar de specimens zich bevinden.
-
2.Voor de in bijlage A genoemde specimens mag enkel een uitvoervergunning worden
afgegeven indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a)de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft in een schriftelijk advies gesteld dat
het vangen of verzamelen van de specimens of de uitvoer daarvan geen nadelig effect
heeft op de instandhouding van de soort of op de omvang van het
verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;
-
b)de aanvrager staaft aan de hand van documenten dat de specimens verkregen zijn
overeenkomstig de vigerende wetgeving betreffende de bescherming van de
betrokken soort; indien de aanvraag wordt ingediend bij een andere lidstaat dan de
lidstaat van herkomst, kan zulks geschieden door middel van een certificaat waarin
wordt verklaard dat het specimen aan zijn natuurlijk milieu is onttrokken
overeenkomstig de vigerende wetgeving op zijn grondgebied;
-
c)de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat:
-
i)levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer gereed gemaakt en
verzonden zullen worden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe
behandeling tot een minimum beperkt zijn; en
-
ii)– de specimens van soorten die niet in bijlage I bij de Overeenkomst zijn
vermeld, niet voor overwegend commerciële doeleinden zullen worden
gebruikt; of
– in geval van uitvoer van specimens van de in artikel 3, lid 1, onder a),
bedoelde soorten naar een Staat die partij is bij de Overeenkomst, een
invoervergunning is afgegeven;
en
-
d)de administratieve instantie van de lidstaat heeft via overleg met de bevoegde
wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten
in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen afgifte van de
uitvoervergunning.
-
3.Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2,
onder c) en d), genoemde voorwaarden en de aanvrager aan de hand van documenten bewijst
dat de specimens:
-
a)overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in de ⌦ Unie ⌫ werden
binnengebracht; of
-
b)overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3626/82 i van de Raad 11 in
de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór 3 maart 1997, of ⌦ overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 i in de Unie
NL 16 NL
werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór de inwerkingtreding van de
onderhavige verordening maar na 3 maart 1997; of ⌫
-
c)in de internationale handel zijn gebracht overeenkomstig de bepalingen van de
Overeenkomst, indien het gaat om vóór 1984 in de ⌦ Unie ⌫ binnengebrachte
specimens; of
-
d)langs ⌦ legale ⌫ weg op het grondgebied van een lidstaat werden binnengebracht
voordat de in de onder a) en b) bedoelde verordeningen of de Overeenkomst op die
specimens, of in die lidstaat, van toepassing werden.
-
4.Specimens van de in de bijlagen B en C genoemde soorten mogen slechts uit de
⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd indien de nodige controles zijn verricht
en vooraf bij het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een
uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat is voorgelegd die/dat werd afgegeven door een
administratieve instantie van de lidstaat waar de specimens zich bevinden.
Een uitvoervergunning mag enkel worden afgegeven indien aan de in lid 2, onder a), b), c), i),
en d), genoemde voorwaarden is voldaan.
Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2,
onder c), i) en d), en in lid 3, onder a), b), c), en d), genoemde voorwaarden.
398/2009 art. 1, punt. 2, a)
(aangepast)
nieuw
-
5.Indien een aanvraag voor een wederuitvoercertificaat betrekking heeft op specimens die bij
binnenkomst in de ⌦ Unie ⌫ vergezeld gingen van een door een andere lidstaat afgegeven
invoervergunning, pleegt de administratieve instantie vooraf overleg met de administratieve
instantie die de invoervergunning heeft afgegeven. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de
vaststelling van de overlegprocedures en de gevallen waarin overleg vereist is. worden
door de Commissie vastgesteld. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van
deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel
18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97
-
6.De in lid 2, onder a) en c), ii), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een
uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat zijn niet van toepassing op:
-
a)bewerkte specimens die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen; of
338/97 (aangepast)
-
b)dode specimens, delen daarvan en van deze specimens verkregen producten
waarvoor de aanvrager aan de hand van documenten kan bewijzen dat zij langs
legale weg zijn verkregen voordat de bepalingen van deze verordening, ⌦ van
Verordening (EG) nr. 338/97 i, ⌫ van Verordening (EEG) nr. 3626/82 i of van de
Overeenkomst daarop van toepassing werden.
338/97
-
7.De bevoegde wetenschappelijke autoriteit van elke lidstaat controleert de door die lidstaat
afgegeven uitvoervergunningen voor specimens van de in bijlage B opgenomen soorten
alsmede de daadwerkelijke uitvoer van deze specimens. Zodra een wetenschappelijke
autoriteit van oordeel is dat de uitvoer van specimens behorend tot een dergelijke soort
beperkt dient te worden met het oog op de instandhouding van die soort in haar gehele areaal
op een niveau waarop zij haar rol in het ecosysteem waarin ze voorkomt naar behoren kan
vervullen, en ver boven het niveau waarop zij overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), of
onder b), i), voor opneming in bijlage A in aanmerking zou komen, deelt de
wetenschappelijke autoriteit de bevoegde administratieve instantie schriftelijk mee welke de
gepaste maatregelen zijn die moeten worden genomen om de afgifte van uitvoervergunningen
voor de specimens van deze soort te beperken.
398/2009 art. 1, punt 2, b)
(aangepast)
nieuw
Wanneer een administratieve instantie van in de eerste alinea bedoelde maatregelen op de
hoogte is gebracht, deelt zij die — tezamen met haar opmerkingen — mee aan de Commissie.
De Commissie beveelt, indien nodig, door middel van uitvoeringshandelingen volgens
de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure beveelt de Commissie eventueel
uitvoerbeperkingen met betrekking tot de betrokken soort aan. Die uitvoeringshandelingen
worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97
Artikel 6
Afwijzing van aanvragen voor in de artikelen 4, 5 en 10 bedoelde vergunningen en
certificaten
-
1.Wanneer een lidstaat een aanvraag voor een vergunning of certificaat afwijst en wanneer
het in het licht van de doelstellingen van deze verordening gaat om een significant geval, stelt
hij de Commissie daarvan onverwijld in kennis en deelt hij haar de redenen van zijn afwijzing
mee.
-
2.Met het oog op de eenvormige toepassing van deze verordening deelt de Commissie aan de andere lidstaten de informatie mee die zij overeenkomstig lid 1 heeft verkregen. 3. Wanneer een vergunning of certificaat wordt aangevraagd voor specimens waarvoor eerder een dergelijke aanvraag werd afgewezen, dient de aanvrager de bevoegde instantie waarbij de aanvraag wordt ingediend van deze vroegere afwijzing op de hoogte te brengen. 4. De lidstaten erkennen de afwijzing van aanvragen door de bevoegde instanties van de andere lidstaten wanneer deze op bepalingen van de onderhavige verordening gebaseerd zijn. De eerste alinea is evenwel niet van toepassing indien de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn of indien een aanvraag stoelt op nieuwe documenten. Indien een administratieve instantie in dergelijke gevallen een vergunning of certificaat afgeeft, brengt zij de Commissie van deze afgifte en van de redenen daarvoor op de hoogte.
338/97 nieuw
Artikel 7
Afwijkingen
1. In gevangenschap geboren en gefokte of kunstmatig gekweekte specimens
Met uitzondering van de toepassing van artikel 8 zijn op specimens van de in
bijlage A genoemde soorten die in gevangenschap zijn geboren en gefokt of
kunstmatig zijn gekweekt, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens
van in bijlage B genoemde soorten.
Voor kunstmatig gekweekte planten kan van het bepaalde in de artikelen 4 en 5
worden afgeweken onder bijzondere welbepaalde, door de Commissie vast te
stellen voorwaarden.
398/2009 art. 1, punt 3, a)
(aangepast)
nieuw
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen
vast te stellen met betrekking tot:
-
a)de criteria aan de hand waarvan moet worden uitgemaakt of een specimen in
gevangenschap geboren en gefokt of kunstmatig gekweekt is en of dit al dan
niet voor handelsdoeleinden gebeurde;
-
b)de in de tweede alinea van dit lid bedoelde bijzondere voorwaarden inzake:
-
i)het gebruik van fytosanitaire certificaten;
-
ii)de transacties van ingeschreven handelaren en van de in lid 4 van dit
artikel bedoelde wetenschappelijke instellingen; en
-
iii)de handel in hybride specimens.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te
wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3,
bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast)
2. Doorvoer
In afwijking van artikel 4 zijn, indien een specimen via de ⌦ Unie ⌫ wordt
doorgevoerd, de controle en de overlegging van de voorgeschreven vergunningen,
certificaten en kennisgevingen in het douanekantoor aan de grens waar de specimens
worden binnengebracht, niet vereist.
In het geval van soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1 en lid 2, onder a) en b), in
de bijlagen zijn opgenomen, is de in de eerste alinea van dit lid bedoelde afwijking
alleen van toepassing indien een geldig document voor uitvoer of wederuitvoer zoals
in de Overeenkomst is bepaald, dat overeenkomt met de specimens waarvoor het als
begeleidend document dient, en waarin de bestemming van het specimen nader
wordt vermeld, is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het derde land van
uitvoer of wederuitvoer.
398/2009 art. 1, punt 3, b) nieuw
Indien het in de tweede alinea bedoelde document niet vóór de uitvoer of wederuitvoer is afgegeven, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het in voorkomend geval verbeurd worden verklaard, tenzij het document achteraf toch wordt overgelegd onder de bijzondere door de Commissie vastgestelde voorwaarden. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in
artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
nieuw
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast
te stellen met betrekking tot de bijzondere voorwaarden voor het achteraf overleggen
van een document voor uitvoer of wederuitvoer.
398/2009 art. 1, punt 3, c)
(aangepast)
nieuw
3. Persoonlijke bezittingen en huisraad
In afwijking van de artikelen 4 en 5 zijn de daarin vervatte bepalingen niet van
toepassing op dode specimens, delen daarvan of daaruit verkregen producten van
soorten genoemd in de bijlagen A tot en met D die vallen onder persoonlijke
bezittingen of huisraad die in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht dan wel uit de
⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd, in overeenstemming met
bijzondere bepalingen. die door de Commissie worden vastgesteld. Deze
maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen
door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde
regelgevingsprocedure met toetsing.
nieuw
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast
te stellen met betrekking tot de bijzondere bepalingen betreffende de binnenbrenging,
uitvoer of wederuitvoer van persoonlijke bezittingen of huisraad.
398/2009 art. 1, punt 3, c)
(aangepast)
4. Wetenschappelijke instellingen
De in de artikelen 4, 5, 8 en 9 bedoelde documenten behoeven niet te worden
overgelegd wanneer het gaat om uitlening, schenking of uitwisseling voor
niet-commerciële doeleinden tussen wetenschappers en wetenschappelijke
instellingen die door een administratieve instantie van de staat waarin zij zijn
gevestigd, zijn ingeschreven, van specimens uit herbaria en van andere
geconserveerde gedroogde of ingesloten specimens uit musea en van levende planten
die voorzien zijn van een etiket waarvan het model wordt vastgesteld
⌦ overeenkomstig de tweede alinea van dit lid ⌫ volgens de in artikel 18, lid 2,
bedoelde regelgevingsprocedure of van een gelijksoortig etiket, afgegeven of
goedgekeurd door een administratieve instantie van een derde land.
nieuw
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een model vast voor een
etiket voor levende planten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in
artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 (aangepast)
Artikel 8
Bepalingen betreffende de controle op handelsactiviteiten
-
1.De aankoop, het te koop vragen, de verwerving voor commerciële doeleinden, het
tentoonstellen voor commerciële doeleinden, het gebruik met winstoogmerk en het verkopen,
het in bezit hebben met het oog op verkoop, het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met
het oog op verkoop van specimens van de in bijlage A genoemde soorten, is verboden.
-
2.De lidstaten kunnen het in bezit hebben van specimens, met name van tot de in bijlage A
genoemde soorten behorende levende dieren, verbieden.
-
3.In overeenstemming met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫
betreffende de instandhouding van wilde fauna en flora kan per geval ontheffing van de in
lid 1 genoemde verbodsbepalingen worden verleend door afgifte van een daartoe strekkend
certificaat door een administratieve instantie van de lidstaat waarin de specimens zich
bevinden, indien de specimens:
-
a)werden verkregen of ⌦ in de Unie ⌫ werden binnengebracht voordat de
bepalingen betreffende de soorten als genoemd in bijlage I bij de Overeenkomst of in
bijlage C 1 bij Verordening (EEG) nr. 3626/82 i of in bijlage A bij
⌦ Verordening (EG) nr. 338/97 i of bij ⌫ de onderhavige verordening, van
toepassing werden op die specimens; of
-
b)bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden zijn verkregen; of
-
c)in de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht overeenkomstig de bepalingen van
⌦ Verordening (EG) nr. 338/97 i of van ⌫ deze verordening en bestemd zijn om te
worden gebruikt voor doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet
nadelig beïnvloeden; of
338/97
-
d)in gevangenschap geboren en gefokte specimens zijn van een diersoort of kunstmatig
gekweekte specimens van een plantensoort of een deel van zo'n dier of zo'n plant zijn
of daaruit zijn verkregen; of
-
e)onder bijzondere omstandigheden en met naleving van Richtlijn 86/609/EEG i van de
Raad 12 nodig zijn met het oog op de vooruitgang van de wetenschap of voor
belangrijke biomedische doeleinden indien de betrokken soort de enige blijkt te zijn die daarvoor geschikt is, en geen in gevangenschap geboren en gefokte specimens van die soort beschikbaar zijn; of
NL 22 NL
-
f)bestemd zijn voor fok- of kweekdoeleinden en dientengevolge zullen bijdragen tot de instandhouding van de betrokken soorten; of g) bestemd zijn voor onderzoek of onderwijs dat de bescherming of de instandhouding
van de soort op het oog heeft; of
-
h)van oorsprong zijn uit een lidstaat en overeenkomstig de in die lidstaat geldende
wetgeving aan hun natuurlijk milieu werden onttrokken.
398/2009 art. 1, punt 4
(aangepast)
nieuw
-
4.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te
stellen met betrekking tot kan, algemene afwijkingen van de verbodsbepalingen van lid 1
van dit artikel, ⌦ op basis van de voorwaarden van lid 3 ⌫ vaststellen, alsmede algemene
⌦ afwijkingen ⌫ met betrekking tot de soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1,
onder b), ii), in bijlage A zijn opgenomen. Dergelijke afwijkingen moeten in
overeenstemming zijn met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake
de instandhouding van wilde fauna en flora. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële
onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld
volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast)
-
5.De in lid 1 genoemde verbodsbepalingen gelden ook voor specimens van de soorten
genoemd in bijlage B, behalve indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de
betrokken lidstaat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de
⌦ Unie ⌫ afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende
wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna.
-
6.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen de specimens van de in de bijlagen B, C
en D genoemde soorten die zij uit hoofde van deze verordening verbeurd hebben verklaard,
verkopen op voorwaarde dat zij op deze wijze niet rechtstreeks terugkeren naar de natuurlijke
of rechtspersoon waarvan zij in beslag werden genomen of die medeschuldig aan de inbreuk
is. Deze specimens kunnen dan voor alle doeleinden worden gebruikt alsof zij legaal waren
verworven.
Artikel 9
Vervoer van levende specimens
-
1.Voor elk vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫ van een levend specimen van een soort
opgenomen in bijlage A van de plaats die vermeld wordt op de invoervergunning of op een
certificaat dat in overeenstemming met deze verordening is afgegeven, is de voorafgaande
toestemming vereist van een administratieve instantie van de lidstaat waarin het specimen
zich bevindt. In de overige gevallen van vervoer moet de persoon die verantwoordelijk is voor
het vervoer in voorkomend geval het bewijs van de wettelijke oorsprong van het specimen
kunnen leveren.
-
2.Toestemming wordt:
-
a)alleen verleend wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat
of — indien het vervoer naar een andere lidstaat plaatsvindt — wanneer de bevoegde
wetenschappelijke autoriteit van deze laatste zich ervan heeft vergewist dat de
geplande accommodatie op de plaats van bestemming van een levend specimen
voldoende is uitgerust om het in stand te houden en goed te verzorgen;
-
b)bevestigd door afgifte van een certificaat; en
-
c)indien van toepassing, onmiddellijk meegedeeld aan een administratieve instantie
van de lidstaat waarnaar het specimen zal worden verzonden.
-
3.Deze toestemming is evenwel niet vereist indien een levend dier voor een urgente
veterinaire behandeling moet worden vervoerd en daarna rechtstreeks wordt teruggebracht
naar de plaats waar het zich mag bevinden.
-
4.Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B binnen de ⌦ Unie ⌫
wordt vervoerd, mag degene die het specimen in zijn bezit heeft, hiervan uitsluitend afstand
doen indien de toekomstige ontvanger voldoende is ingelicht over het onderbrengen, de
uitrusting en de handelingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het specimen op gepaste
wijze zal worden behandeld.
-
5.Indien levende specimens vervoerd worden naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, of bij
doorvoer of overlading op een bepaalde plaats worden gehouden, dienen zij op een zodanige
wijze te worden gereedgemaakt, vervoerd en verzorgd dat risico's van verwondingen, ziekte
en ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt en dit, indien het om dieren gaat, in
overeenstemming met de regelgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake de bescherming van dieren
gedurende het vervoer.
398/2009 art. 1, punt 5
(aangepast)
nieuw
-
6.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te
stellen met betrekking tot kan beperkingen opleggen ten aanzien van het in het bezit
hebben of vervoer van levende specimens van soorten waarvoor overeenkomstig artikel 4,
lid 6, beperkingen inzake het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ zijn vastgesteld. Deze
maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door
haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde
regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97
Artikel 10
Af te geven certificaten
Wanneer zij van de betrokkene een van de nodige bewijsstukken vergezelde aanvraag
ontvangt en wanneer is voldaan aan de voorwaarden inzake afgifte, kan een administratieve
instantie van een lidstaat een certificaat afgeven voor de doeleinden van artikel 5, lid 2,
onder b), artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 2, onder b).
Artikel 11
Geldigheid van en speciale voorwaarden met betrekking tot vergunningen en
certificaten
338/97 (aangepast)
-
1.Onverminderd strengere maatregelen die de lidstaten kunnen aannemen of handhaven zijn
vergunningen en certificaten die overeenkomstig deze verordening door de bevoegde
autoriteiten van de lidstaten zijn verstrekt, in de hele ⌦ Unie ⌫ geldig.
-
2.Elke vergunning of elk certificaat, alsmede elke vergunning of elk certificaat die/dat op
basis daarvan werd afgegeven, wordt als nietig beschouwd indien door een bevoegde
autoriteit of door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteit die de vergunning of
het certificaat heeft ⌦ afgegeven ⌫ , wordt bewezen dat dit is geschied aan de hand van de
foute veronderstelling dat aan de voorwaarden voor afgifte was voldaan.
Specimens die zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat en waarvoor dat soort
documenten werd opgemaakt, worden in beslag genomen door de bevoegde autoriteiten van
die lidstaat en kunnen verbeurd worden verklaard.
-
3.Aan elke vergunning of elk certificaat dat overeenkomstig deze verordening door een
autoriteit werd afgegeven, kunnen voorwaarden en vereisten worden verbonden die door die
autoriteit zijn opgelegd om te garanderen dat aan de bepalingen daarvan wordt voldaan.
Indien dergelijke voorwaarden als vereisten als standaardformulering in vergunningen of
certificaten dienen te worden opgenomen, stellen de lidstaten de Commissie daarvan in
kennis.
-
4.Elke invoervergunning die is afgegeven op basis van een kopie van de overeenkomstige
uitvoervergunning, respectievelijk het overeenkomstige wederuitvoercertificaat, is alleen
geldig voor het binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ indien zij vergezeld gaat van
het originele exemplaar van de uitvoervergunning, respectievelijk van het uitvoercertificaat.
398/2009 art. 1, punt 6
(aangepast)
nieuw
-
5.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te
stellen met betrekking tot stelt de termijnen voor de afgifte van vergunningen en
certificaten vast. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze
verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18,
lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
338/97 (aangepast)
Artikel 12
Plaats van binnenkomst en uitvoer
-
1.De lidstaten wijzen de douanekantoren aan waar de controles en formaliteiten worden
vervuld voor het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, ten behoeve van het verlenen van een
douanebestemming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 i, en voor de uitvoer uit de
⌦ Unie ⌫ van specimens van onder deze verordening vallende soorten; zij geven tevens
aan welke douanekantoren speciaal voor levende specimens zijn bestemd.
-
2.Alle krachtens lid 1 aangewezen kantoren worden voorzien van voldoende en deskundig
personeel. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate accommodatievoorzieningen beschikbaar
zijn, overeenkomstig de bepalingen van de relevante wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake
het vervoer en het onderbrengen van levende dieren en, wanneer zulks nodig is, dat adequate
voorzieningen voor levende planten worden getroffen.
-
3.Alle overeenkomstig lid 1 aangewezen kantoren worden meegedeeld aan de Commissie,
die de lijst ervan publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie.
398/2009 art. 1, punt 7
(aangepast)
nieuw
-
4.In uitzonderlijke gevallen en overeenkomstig bijzondere de door de Commissie
vastgestelde criteria kan een administratieve instantie toestemming geven om de betrokken
specimens via een ander douanekantoor dan die welke overeenkomstig lid 1 zijn aangewezen,
in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen, c.q. daaruit uit te voeren of weder uit te voeren. Deze
maatregelen, die beogen niet-essentiële elementen van deze verordening te wijzigen door haar
aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde
regelgevingsprocedure met toetsing.
nieuw
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen
met betrekking tot de bijzondere criteria aan de hand waarvan toestemming voor de
binnenbrenging, uitvoer of wederuitvoer via een ander douanekantoor kan worden gegeven.
338/97 nieuw
-
5.De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek bij de grenspost wordt geïnformeerd over de toepassingsbepalingen van krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen .
Artikel 13
Administratieve instanties, wetenschappelijke autoriteiten en andere bevoegde instanties
-
1.Iedere lidstaat wijst een administratieve hoofdinstantie aan die belast wordt met de
uitvoering van deze verordening en de contacten met de Commissie.
Iedere lidstaat kan tevens nog meer administratieve instanties en andere bevoegde instanties
aanwijzen die bijstand verlenen bij de uitvoering, in welk geval de administratieve
hoofdinstantie ervoor verantwoordelijk is dat de instanties die assistentie verlenen alle
informatie krijgen die voor een correcte toepassing van deze verordening nodig is.
-
2.Iedere lidstaat wijst een of meer wetenschappelijke autoriteiten aan die over de nodige
kwalificaties beschikken en andere taken hebben dan die van de aangewezen administratieve
instanties.
338/97 (aangepast)
-
3.Uiterlijk ⌦ op 3 maart 1997 ⌫ delen de lidstaten aan de Commissie de namen en
adressen mee van de administratieve instanties, de wetenschappelijke autoriteiten en andere
autoriteiten die bevoegd zijn om vergunningen en certificaten af te geven; deze informatie
wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
338/97
Iedere in lid 1, eerste alinea, bedoelde administratieve instantie deelt op verzoek van de
Commissie binnen twee maanden de namen en voorbeelden van handtekeningen mee van
personen die gemachtigd zijn om vergunningen of certificaten te ondertekenen, alsmede
stempelafdrukken, zegels of andere merken die gebruikt worden om vergunningen of
certificaten te legaliseren.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke verandering in de reeds verstrekte
informatie, en zulks niet later dan twee maanden nadat een wijziging is doorgevoerd.
Artikel 14
Controle op de uitvoering en onderzoek naar inbreuken
-
1.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zien toe op de naleving van de bepalingen van
deze verordening.
Indien de bevoegde autoriteiten op een bepaald ogenblik redenen hebben om te geloven dat
deze bepalingen niet worden nageleefd, nemen zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen
dat zij worden nageleefd of om een rechtsvordering in te stellen.
De lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in
de bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, alle maatregelen mee die de bevoegde
autoriteiten ten aanzien van significante overtredingen van deze verordening hebben
genomen, waaronder inbeslagname en verbeurdverklaring.
-
2.De Commissie vestigt de aandacht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op de
zaken waarvoor zij een onderzoek in het kader van deze verordening noodzakelijk acht. De
lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in de
bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, het resultaat van alle daaropvolgende
onderzoeken mee.
-
3.Er wordt een Toezichtsgroep opgericht, bestaande uit de vertegenwoordigers van de
autoriteiten van iedere lidstaat, die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de bepalingen van
deze verordening. De Groep wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de
Commissie.
De Toezichtsgroep bestudeert ieder technisch vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van
deze verordening dat de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de leden van de Groep
of het comité aan de orde stelt.
De Commissie deelt de in de Toezichtsgroep geuite opvattingen mee aan het comité.
Artikel 15
Verstrekken van informatie
-
1.De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de nodige informatie voor de uitvoering
van deze verordening.
338/97 nieuw
De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de nodige maatregelen worden genomen om het publiek bewust te maken van en te informeren over de toepassingsbepalingen van de Overeenkomst en van deze verordening, en van de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen daarvan.
338/97
-
2.De Commissie onderhoudt contacten met het secretariaat van de Overeenkomst om ervoor
te zorgen dat de Overeenkomst doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd op het grondgebied
waarop deze verordening van toepassing is.
-
3.De Commissie deelt adviezen van de wetenschappelijke studiegroep onmiddellijk mee aan
de administratieve instanties van de betrokken lidstaten.
338/97 (aangepast) 1 398/2009 art. 1, punt 8, a), i) 2 398/2009 art. 1, punt 8, a), ii) nieuw
-
4.De administratieve instanties van de lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 15 juni alle informatie mee betreffende het voorafgaande jaar die nodig is om de in artikel VIII, lid 7, onderdeel a) van de Overeenkomst bedoelde rapporten op te stellen, alsmede gelijkwaardige informatie over de internationale handel in alle specimens van de in de bijlagen A, B en C genoemde soorten en over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van specimens van de in bijlage D genoemde soorten. 1 De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de eerste alinea bedoelde informatie publiceert de Commissie jaarlijks vóór 31 oktober een statistisch verslag over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer en wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van de specimens van de soorten waarop deze verordening van toepassing is, en verstrekt zij het secretariaat van de Overeenkomst de informatie over de onder de Overeenkomst vallende soorten. Onverminderd artikel 22 verstrekken de administratieve instanties van de lidstaten de Commissie om het andere jaar vóór 15 juni, en wel voor de eerste maal in 1999, alle informatie betreffende de voorgaande twee jaar die vereist is voor het opstellen van de in artikel VIII, lid 7, onderdeel b), van de Overeenkomst bedoelde rapporten benevens gelijkwaardige informatie over de bepalingen van deze verordening die buiten het
toepassingsgebied van de Overeenkomst vallen. 2 De Commissie bepaalt door middel
van uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de derde alinea bedoelde informatie stelt de Commissie om het andere jaar vóór 31 oktober, en wel voor de eerste maal in 1999, een rapport op over de uitvoering en handhaving van deze verordening.
398/2009 art. 1, punt 8, b) nieuw
-
5.Met het oog op de wijzigingen van de bijlagen delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie alle relevante informatie mee. Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure bepaalt De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen welke informatie vereist is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
338/97 (aangepast)
1 Rectificatie 338/97 (PB 298
van 1.11.1997, blz. 70)
-
6.1 Onverminderd Richtlijn ⌦ 2003/4/EG van het Europees Parlement en van de
Raad ⌫ 13 neemt de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de
informatie die ⌦ uit hoofde van ⌫ de toepassing van deze verordening is verkregen, vertrouwelijk wordt behandeld.
Artikel 16
Sancties
-
1.De lidstaten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties
worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken
worden gemaakt:
-
a)binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de ⌦ Unie ⌫ van
specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet
naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel
een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder
toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;
-
b)niet voldoen aan de bepalingen die op een overeenkomstig deze verordening
afgegeven vergunning of certificaat zijn vermeld;
-
c)afleggen van een valse verklaring of het bewust verstrekken van verkeerde
informatie om zodoende een vergunning of een certificaat te kunnen verkrijgen;
NL 30 NL
-
d)gebruik van een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel van een vergunning of certificaat waarin zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht, met de bedoeling om een vergunning of certificaat ⌦ van de Unie ⌫ te verkrijgen dan wel met het oog op een ander officieel doel dat met deze verordening in verband staat; e) niet of niet naar waarheid kennisgeven van invoer; f) vervoer van levende specimens die niet op zodanige wijze zijn gereedgemaakt dat
risico's van verwondingen, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum worden
beperkt;
-
g)ander gebruik van de specimens van soorten genoemd in bijlage A dan dat waarvoor
bij afgifte van de invoervergunning of daarna toestemming werd verleend;
-
h)handel in kunstmatig gekweekte planten in strijd met de overeenkomstig artikel 7,
lid 1, tweede alinea, vastgestelde bepalingen;
-
i)vervoer van specimens naar of uit de ⌦ Unie ⌫ of doorvoer via de ⌦ Unie ⌫
zonder dat er in overeenstemming met deze verordening of, in het geval van uitvoer
of wederuitvoer uit een derde land dat partij is bij de Overeenkomst, in
overeenstemming met die Overeenkomst, een passende vergunning of passend
certificaat is afgegeven, of een bevredigend bewijs van het bestaan daarvan
geleverd is;
-
j)in strijd met artikel 8 aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële
doeleinden, gebruiken voor commerciële doeleinden, ten toon stellen voor
commerciële doeleinden, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten
verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop van specimens;
-
k)gebruiken van een vergunning of certificaat voor een ander specimen dan dat
waarvoor de vergunning of het certificaat werd afgegeven;
-
l)vervalsen of wijzigen van een overeenkomstig deze verordening afgegeven
vergunning of certificaat;
-
m)verzwijgen van het feit dat een aanvraag voor een vergunning of certificaat werd
afgewezen ⌦ , in de zin van artikel 6, lid 3 ⌫.
-
2.De in lid 1 bedoelde maatregelen staan in een passende verhouding tot de aard en de ernst
van de inbreuk en bevatten onder meer voorzieningen met betrekking tot de inbeslagname en,
in voorkomend geval, verbeurdverklaring van de specimens.
-
3.Indien een specimen verbeurd wordt verklaard, wordt het toevertrouwd aan een bevoegde
autoriteit van de lidstaat die tot verbeurdverklaring is overgegaan, die:
-
a)na overleg met een wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, het specimen ergens
onderbrengt of het van de hand doet op een manier die zij geschikt en verenigbaar
acht met de doelstellingen en bepalingen van de onderhavige verordening; en
-
b)in het geval van een levend specimen dat in de ⌦ Unie ⌫ is binnengebracht, na
overleg met het land van uitvoer, dat specimen op kosten van degene die veroordeeld
is, naar dat land kan terugsturen.
-
4.Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B of C op een bepaalde
plaats ⌦ in de Unie ⌫ wordt binnengebracht zonder de/het passende geldige vergunning of
certificaat, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het verbeurd worden
verklaard of kunnen, indien de geadresseerde het specimen weigert te accepteren, de
bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin deze plaats van binnenkomst gelegen is, zo
nodig de zending weigeren en van de vervoerder eisen dat hij het specimen naar de plaats van
vertrek terugzendt.
Artikel 17
De wetenschappelijke studiegroep
-
1.Er wordt een wetenschappelijke studiegroep opgericht bestaande uit de vertegenwoordigers
van de wetenschappelijke autoriteit(en) van de verschillende lidstaten, en voorgezeten door de
vertegenwoordiger van de Commissie.
-
2.De wetenschappelijke studiegroep onderzoekt alle wetenschappelijke vraagstukken met
betrekking tot de uitvoering van deze verordening — met name die inzake artikel 4, lid 1,
onder a), lid 2, onder a), en lid 6 — die door haar voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op
verzoek van de leden van de groep of van het comité, aan de orde worden gesteld.
-
3.De Commissie deelt de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep aan het comité
mee.
398/2009 art. 1, punt 10
(aangepast)
nieuw
Artikel 18
⌦ Bijkomende gedelegeerde bevoegdheden ⌫
-
1.Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure neemt de Commissie de
maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 6, artikel 5, lid 7, onder b), artikel 7, lid 4, artikel 15,
lid 4, eerste en derde alinea, artikel 15, lid 5, en artikel 21, lid 3.
-
2.De Commissie neemt de maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5,
artikel 7, lid 1, derde alinea, lid 2, derde alinea, en lid 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6,
artikel 11, lid 5, en artikel 12, lid 4. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen
van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in
artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
-
1.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot uniforme bepalingen en criteria voor: a) de afgifte, de geldigheid en het gebruik van de documenten bedoeld in artikel 4,
artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10;
-
b)het gebruik van de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, onder a), bedoelde fytosanitaire
certificaten;
-
c)het opstellen, wanneer zulks nodig is, van procedures voor het merken van
specimens als hulpmiddel bij de identificatie ervan en ter naleving van deze
verordening.
Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen
door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde
regelgevingsprocedure met toetsing.
-
2.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 zo nodig gedelegeerde
handelingen vast te stellen met betrekking tot aanvullende maatregelen om de resoluties
van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst, besluiten of aanbevelingen van het
Permanent Comité van de overeenkomst en aanbevelingen van het secretariaat van de
overeenkomst ten uitvoer te leggen. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen
van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in
artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
-
3.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te
stellen ter wijziging van de bijlagen A tot en met D, met uitzondering van de wijzigingen
van bijlage A die niet uit de besluiten van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst
voortvloeien. Die maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te
wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure
met toetsing.
Artikel 19
⌦ Bijkomende uitvoeringsbevoegdheden ⌫
-
1.De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het model van de in
artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10 bedoelde documenten vast volgens de in
artikel 18. lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. Die uitvoeringshandelingen worden
volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
nieuw
-
2.De Commissie schrijft door middel van uitvoeringshandelingen een formulier voor het
doen van de kennisgeving van invoer voor. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in
artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Artikel 20
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
-
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie
toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
-
2.De in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9,
lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheid
om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor
onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding van de basishandeling of een
andere door de wetgever vastgestelde datum].
-
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7,
leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18,
leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot
intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van
kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht
zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
-
4.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan
gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5.Een overeenkomstig artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4,
artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, vastgestelde
gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad
daartegen binnen een termijn van [twee maanden] na de kennisgeving van de handeling aan
het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees
Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben
medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van
het Europees Parlement of de Raad met [twee maanden] verlengd.
1882/2003 art. 3 en bijlage III,
punt 66 (aangepast)
Artikel 21
⌦ Comitéprocedure ⌫
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door ⌦ een comité genaamd het comité voor de handel in
wilde dier- en plantensoorten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU)
nr. 182/2011. ⌫
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG i van
toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG i bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie
maanden. Voor de taken waarvoor het comité krachtens artikel 19 bevoegd is, worden de
voorgestelde maatregelen, indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de
indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, door de Commissie
vastgesteld.
398/2009 art. 1, punt 9, a)
-
3.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7
van Besluit 1999/468/EG i van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
398/2009 art. 1, punt 9, b)
-
4.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en
artikel 5 ter, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG i van toepassing, met inachtneming van
artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG i bedoelde
termijnen worden vastgesteld op respectievelijk één maand, één maand en twee maanden.
nieuw
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 i van
toepassing.
338/97
Artikel 22
Slotbepalingen
Elke lidstaat stelt de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst in kennis van de
specifieke bepalingen die hij met het oog op de uitvoering van deze verordening treft, en van
alle rechtsinstrumenten die worden aangewend en de maatregelen die zijn genomen om deze
ten uitvoer te leggen en toe te passen.
De Commissie stelt de overige lidstaten daarvan in kennis.
Artikel 23
Intrekking
Verordening (EG) nr. 338/97 i wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige
verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
338/97 (aangepast)
Artikel 24
⌦ Inwerkingtreding ⌫
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in
het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
101/2012 art. 1 en bijlage
„BIJLAGE I
Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D
-
1.De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:
-
a)met de naam van de soort, of
-
b)met de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een
aangegeven deel daarvan.
-
2.De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon.
-
3.Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden
uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven.
-
4.Vetgedrukte soorten in bijlage A zijn daarin opgenomen overeenkomstig hun
bescherming uit hoofde van Richtlijn 2009/147/EG i van de Raad 14 of Richtlijn 92/43/EEG i van de Raad 15 .
-
5.De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke
plantentaxa:
-
a)„ssp.” ter aanduiding van een ondersoort (subspecies);
-
b)„var.” ter aanduiding van een variëteit (varietas); en
-
c)„fa.” ter aanduiding van een vorm (forma).
-
6.De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon
verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn
opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7 tot en met 9. Indien geen van
deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de
overeenkomst opgenomen.
-
7.(I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere
taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst.
-
8.(II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere
taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst.
-
9.(III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere
taxon is opgenomen in bijlage III bij de Overeenkomst. In dat geval wordt tevens het
land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is
opgenomen.
14 PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.
NL 37 NL
-
10.Onder „cultivar” wordt, overeenkomstig de definitie in de 8 e editie van de
International Code of omenclature for Cultivated Plants, een verzameling planten verstaan die (a) geselecteerd is op een bepaald kenmerk of een bepaalde combinatie van kenmerken, (b) wat deze kenmerken betreft onderscheidbaar, uniform en stabiel is, en (c) bij toepassing van passende vermeerderingsmethoden deze kenmerken behoudt. Een nieuw cultivar-taxon kan pas als zodanig worden aangemerkt nadat de categorienaam en de omschrijving ervan officieel zijn gepubliceerd in de nieuwste
editie van de International Code of omenclature for Cultivated Plants.
-
11.Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend
indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride
dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens
van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze
verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de
betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.
-
12.Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en
producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door
middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten
daarin zijn opgenomen. Conform artikel 2, onder t), van deze verordening dient het
teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C
opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit
verband ter fine van de verordening zijn vermeld, als volgt:
#1 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
-
a)zaden, sporen en pollen (met inbegrip van pollinia);
-
b)in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare
voedingsbodem die in steriele recipiënten worden
getransporteerd;
-
c)afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten; en
-
d)vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig
gekweekte planten van het genus Vanilla.
#2 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:
-
a)zaden en pollen; en
-
b)verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de
detailhandel.
#3 Ter omschrijving van complete en versneden wortels en delen van
wortels.
#4 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van: a) zaden (met inbegrip van zaadhulsels van Orchidaceae), sporen en
pollen (met inbegrip van pollinia). De uitzondering is niet van toepassing op uit Mexico uitgevoerde zaden van Cacataceae spp. en op uit Madagascar uitgevoerde zaden van Beccariophoenix
madagascariensis en eodypsis decaryi;
-
b)in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare
voedingsbodem die in steriele recipiënten worden
getransporteerd;
-
c)afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten;
-
d)vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of
kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla
(Orchidaceae) en van de familie Cactaceae;
-
e)stengels, bloemen en delen en producten daarvan van
verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van de geslachten
Opuntia subgenus Opuntia en Selenicereus (Cactaceae); en
-
f)verpakte eindproducten van Euphorbia antisyphilitica die zijn
klaargemaakt voor de detailhandel.
#5 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer.
#6 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer en
gelaagd/geplakt hout.
#7 Ter omschrijving van stammen of blokken, houtspanen, poeders en
extracten.
#8 Ter omschrijving van ondergrondse delen (d.w.z. wortels, wortelstokken):
compleet, in stukken of in poedervorm.
#9 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van die
waarop een etiket is aangebracht met de vermelding „Produced from
Hoodia spp. material obtained through controlled harvesting and
production in collaboration with the CITES Management Authorities of
Botswana/Namibia/South Africa under agreement no. BW/NA/ZA
xxxxxx”.
#10 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer, met
inbegrip van niet-afgewerkte houten artikelen bestemd voor de fabricage
van strijkstokken voor muziekinstrumenten.
#11 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer,
gelaagd/geplakt hout, poeders en extracten.
#12 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer,
gelaagd/geplakt hout en essentiële oliën, met uitzondering van verpakte
eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.
#13 Ter omschrijving van de zaadkern (ook „endosperm”, „kokosvlees” of
„kopra” genoemd) en alle daarvan afgeleide producten.
-
13.Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan artikel 4, lid 1, van de verordening van toepassing is, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder de bepalingen van de verordening vallen. 14. Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen
zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder de bepalingen
van de verordening.
-
15.Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van
toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode
specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat
die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
§ 1 Complete of in essentie complete, al dan niet gelooide huiden
§ 2 Veren alsmede nog van veren voorziene huiden of andere delen
-
16.Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van
toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd
om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:
§ 3 Gedroogde en verse planten, waar passend met inbegrip van bladeren,
wortels/wortelstokken, stengels/stammen, zaden/sporen, schors en
vruchten
§ 4 Stammen of blokken, planken en vellen fineer
Bijlage A Bijlage B Bijlage C Gewone naam
FAU A (DIERE ) CHORDATA
(CHORDADIEREN) MAMMALIA Zoogdieren ARTIODACTYLA Evenhoevigen Antilocapridae Gaffelantilopen
Antilocapra americana Gaffelantiloop (populatie in (I) (Alleen de populatie Mexico) in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)
Bovidae Holhoornigen
Addax nasomacula Addax of Mendes-antiloop tus (I)
Ammotragus lervia Manenschaap (II) Antilope Indische antiloop cervicapra (III Nepal) Bison bison athabascae Bosbison (II)
Bos gaurus (I) (Met Gaur uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) Bos mutus (I) (Met Wilde jak uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) Bos sauveli (I) Kouprey
Bubalus arnee (III Aziatische buffel Nepal) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)
Bubalus depressicor Laaglandbuffel nis (I) Bubalus mindorensis Tamarou (I) Bubalus quarlesi (I) Berganoa
Budorcas taxicolor Takin (II)
Capra falconeri (I) Schroefhoorngeit
Capricornis milneed Chinese bosgems wardsii (I) Capricornis rubidus (I) Rode bosgems Capricornis Cambodjaanse bosgems sumatraensis (I) Capricornis thar (I) Himalaya-bosgems
Cephalophus brookei Brookes duiker (II) Cephalophus dorsalis Zwartrugduiker (II)
Cephalophus jentinki Jentinks duiker
(I)
Cephalophus ogilbyi Ogilby's duiker (II) Cephalophus Geelrugduiker silvicultor (II) Cephalophus zebra Zebraduiker (II) Damaliscus pygargus Bontebok pygargus (II)
Gazella cuvieri (I) Cuviers gazelle
Gazella dorcas Dorcasgazelle (III Algerije/ Tunesië)
Gazella leptoceros (I) Duingazelle
Hippotragus niger Reuzenpaardantiloop variani (I)
Kobus leche (II) Litschie-waterbok aemorhedus baileyi Rode goral
(I) aemorhedus caudatus Langstaartgoral
(I) aemorhedus goral (I) Gewone goral aemorhedus griseus Grijze goral
(I) anger dama (I) Damagazelle
Oryx dammah (I) Algazelle
Oryx leucoryx (I) Arabische oryx
Ovis ammon (II) (Met Argali uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)
Ovis ammon hodgsonii Nyan
(I)
Ovis ammon nigrimon Argalischaap van de Zwarte tana (I) Bergen
Ovis canadensis (II) Dikhoornschaap (Mexicaanse
(Alleen de populatie populatie)
in Mexico; geen
enkele andere
populatie is in de
bijlagen bij deze
verordening
opgenomen.)
Ovis orientalis ophion Cypriotische moeflon
(I)
Ovis vignei (II) (Met Oerial of steppeschaap
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
subspecies)
Ovis vignei vignei (I) Ladakh-oerial
Pantholops hodgsonii Tibetaanse antiloop
(I)
Philantomba Blauwe duiker
monticola (II)
Pseudoryx nghetinhen Vietnamese antiloop
sis (I)
Rupicapra pyrenaica Apennijnengems
ornata (I)
Saiga borealis (II) Mongoolse saiga-antiloop
Saiga tatarica (II) Saiga-antiloop
Tetracerus Vierhoornantiloop
quadricornis (III
Nepal)
Camelidae Kameelachtigen
Lama guanicoe (II) Goeanaco
Vicugna vicugna (I) Vicugna vicugna (II)
(Met uitzondering van (Uitsluitend de
de populaties in: populaties in:
Argentinië [de 16 Argentinië [de
populaties in de populaties in de provincies provincies Jujuy en Jujuy en Catamarca en Catamarca en de Vicuña de halfwilde populaties halfwilde populaties in de provincies Jujuy, in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Rioja en San Juan];
Bolivia [de hele Bolivia 17 [de hele
16 Populatie in Argentinië (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met het oog op het toestaan van
internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, in daarvan vervaardigde weefsels, afgeleide fabricaten en andere handgemaakte artefacten. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-ARGENTINA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-ARGENTINA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in
overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
17 Populatie in Bolivia (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van
internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-BOLIVIA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de
populatie]; Chili populatie]; Chile 18
[populatie in de [populatie in de Primera Región]; en Primera Región];
Peru [de hele Peru 19 [de hele
populatie]; deze populatie]; alle andere populaties zijn populaties zijn opgenomen in bijlage opgenomen in bijlage B) A.)
Cervidae Herten
Axis calamianensis (I) Filipijns zwijnshert Axis kuhlii (I) Bawean-zwijnshert Axis porcinus Annam-zwijnshert annamiticus (I) Blastocerus Moerashert dichotomus (I) Cervus elaphus Afghaans edelhert bactrianus (II) Cervus elaphus Noord-Afrikaans edelhert barbarus (III Algerije/ Tunesië) Cervus elaphus hanglu Kasjmir-edelhert (I) Dama dama mesopota Iraans damhert mica (I) Hippocamelus spp. (I) Andesherten Mazama temama Midden-Amerikaans spieshert cerasina (III Guatemala) Muntiacus crinifrons Zwarte muntjak
vermelding „VICUÑA-BOLIVIA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te
worden gereguleerd.
18 Populatie in Chili (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale
handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-CHILE”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-CHILE-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in
overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
19 Populatie in Peru (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale
handel in wol geschoren van levende vicuña's en in de voorraad van 3249 kg wol die bestond ten tijde van de negende vergadering van de Conferentie der Partijen (november 1994) alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-PERU”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-PERU-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in
overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
(I) Muntiacus vuquangen Indochinese muntjak sis (I) Odocoileus Guatemalteeks waaierstaarthert virginianus mayensis (III Guatemala) Ozotoceros bezoarticus Pampahert (I) Pudu mephistophi Ecuadoraanse poedoe les (II) Pudu puda (I) Chileense poedoe Rucervus duvaucelii (I) Barasingha Rucervus eldii (I) Lierhert
Hippopotamidae ijlpaarden
Hexaprotodon Dwergnijlpaard liberiensis (II) Hippopotamus Nijlpaard amphibius (II)
Moschidae Muskusherten
Moschus spp. (I) Moschus spp. (II) Muskusherten (Alleen de populaties (Met uitzondering van in Afghanistan, de populaties in Bhutan, India, Afghanistan, Bhutan, Myanmar, Nepal en India, Myanmar, Pakistan; alle andere Nepal en Pakistan, die populaties zijn in bijlage A zijn opgenomen in bijlage opgenomen) B.)
Suidae Varkens
Babyrousa babyrussa Gouden babiroessa of (I) hertzwijn Babyrousa bolabatuen Bola Batu-babiroessa sis (I) Babyrousa celebensis Sulawesi-babiroessa (I) Babyrousa togeanensis Malenge- of Togian-babiroessa (I) Sus salvanius (I) Dwergzwijn
Tayassuidae Pecari's
Tayassuidae spp. (II) Pecari's (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen)
Catagonus wagneri (I) Chaco-pecari CARNIVORA Roofdieren
Ailuridae
Ailurus fulgens (I) Kleine panda Canidae Hondachtigen
Canis aureus (III Goudjakhals India)
Canis lupus (I/II) Canis lupus (II) Wolf (Populaties in Spanje
(Alle populaties ten noorden van de behalve die in Spanje Duero en populaties in ten noorden van de Griekenland ten Duero en die in noorden van de 39e Griekenland ten breedtegraad. noorden van de 39e Uitgesloten zijn de breedtegraad. De gedomesticeerde vorm populaties in Bhutan, en de dingo die India, Nepal en respectievelijkCanis Pakistan zijn lupus familiaris en opgenomen in bijlage Canis lupus dingo I; alle andere worden genoemd.)
populaties zijn opgenomen in bijlage II. Uitgesloten zijn de gedomesticeerde vorm en de dingo die respectievelijk Canis lupus familiaris en Canis lupus dingo worden genoemd.) Canis simensis Ethiopische wolf Cerdocyon thous (II) Krabbenetende vos Chrysocyon brachyu Manenwolf rus (II) Cuon alpinus (II) Aziatische boshond of dhole Lycalopex culpaeus Andes-jakhalsvos (II) Lycalopex fulvipes (II) Darwinvos Lycalopex griseus (II) Argentijnse jakhalsvos Lycalopex gymnocer Pampajakhalsvos cus (II) Speothos venaticus (I) Zuid-Amerikaanse boshond Vulpes Bengaalse vos bengalensis (III India) Vulpes cana (II) Grijze vos Vulpes zerda (II) Fennek
Eupleridae Madagaskar-civetkatten Cryptoprocta ferox Fretkat of fossa
(II) Eupleres goudotii (II) Mierencivetkat of kleine falanoek Fossa fossana (II) Fanaloka of grote falanoek
Felidae Katachtigen
Felidae spp. (II) (Met Katachtigen uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing)
Acinonyx jubatus (I) Jachtluipaard of cheetah (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, van deze verordening.) Caracal caracal (I) Aziatische caracal (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Catopuma temminckii Aziatische goudkat (I) Felis nigripes (I) Zwartvoetkat Felis silvestris (II) Wilde kat Leopardus geoffroyi (I) Geoffroys kat Leopardus jacobitus (I) Bergkat Leopardus pardalis (I) Ocelot Leopardus tigrinus (I) Oncilla of Amerikaanse tijgerkat Leopardus wiedii (I) Margay Lynx lynx (II) Euraziatische lynx Lynx pardinus (I) Pardellynx eofelis nebulosa (I) Nevelpanter Panthera leo persica Aziatische leeuw (I) Panthera onca (I) Jaguar Panthera pardus (I) Luipaard Panthera tigris (I) Tijger Pardofelis marmorata Marmerkat (I) Prionailurus Bengaalse kat bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Prionailurus Iriomote-kat iriomotensis (II) Prionailurus planiceps Platkopkat (I) Prionailurus Roestkat rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Puma concolor coryi Florida-poema (I) Puma concolor Costa Ricaanse poema costaricensis (I) Puma concolor Oostelijke poema couguar (I) Puma yagouaroundi (I) Jaguaroendi (Alleen de populaties in Midden- en Noord Amerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Uncia uncia (I) Sneeuwpanter
Herpestidae Mangoesten
Herpestes fuscus Indische bruine mangoest
(III India)
Herpestes Indische grijze mangoest
edwardsi (III
India)
Herpestes Indische mangoest
javanicus
auropunctatus
(III India)
Herpestes smithii Rode mangoest
(III India)
Herpestes urva Krabbenmangoest
(III India)
Herpestes Gestreepte mangoest
vitticollis (III
India)
Hyaenidae Hyena’s
Proteles cristata Aardwolf
(III Botswana)
Mephitidae Stinkdieren
Conepatus humboldtii Soerilho
(II)
Mustelidae Marterachtigen
Lutrinae Otters
Lutrinae spp. (II) (Met Otters
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Aonyx capensis
microdon (I) (Alleen Congo-otter
de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Enhydra lutris nereis Zuidelijke zeeotter (I) Lontra felina (I) Chungungo-otter Lontra longicaudis (I) Langstaartotter Lontra provocax (I) Zuidelijke rivierotter Lutra lutra (I) Euraziatische otter Lutra nippon (I) Japanse otter Pteronura brasiliensis Reuzenotter (I)
Mustelinae Marters en wezels Eira barbara (III Tayra
Honduras) Galictis vittata Grison (III Costa Rica) Martes flavigula Maleise bonte marter (III India) Martes foina Indiase steenmarter intermedia (III India) Martes gwatkinsii Zuid-Indiase marter (III India) Mellivora Honingdas of ratel capensis (III Botswana)
Mustela nigripes (I) Zwartvoetbunzing Odobenidae Walrussen
Odobenus rosmarus Walrus (III Canada)
Otariidae Pelsrobben
Arctocephalus spp. Pelsrobben (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.)
Arctocephalus philippii Juan Fernandez-pelsrob (II) Arctocephalus Guadeloupe-pelsrob townsendi (I)
Phocidae Zeehonden, robben
Mirounga leonina (II) Zuidelijke zeeolifant Monachus spp. (I) Monniksrobben
Procyonidae Wasbeerachtigen
Bassaricyon gabbii Gabbi's slankbeer (III Costa Rica) Bassariscus Cacomistle sumichrasti (III Costa Rica) asua narica (III Neusbeer Honduras) asua nasua Zuid-Braziliaanse neusbeer solitaria (III Uruguay) Potos flavus (III Rolstaartbeer Honduras)
Ursidae Beren
Ursidae spp. (II) (Met Beren uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Ailuropoda melano Grote panda leuca (I) Helarctos malayanus Maleise beer (I) Melursus ursinus (I) Lippenbeer Tremarctos ornatus (I) Brilbeer Ursus arctos (I/II) Bruine beer (Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.) Ursus thibetanus (I) Kraagbeer
Viverridae Echte civetkatten
Arctictis Binturong binturong (III India) Civettictis civetta Afrikaanse civetkat (III Botswana)
Cynogale bennettii Ottercivetkat (II) Hemigalus derbyanus Bandcivetkat (II) Paguma larvata Gemaskerde larvenroller (III India) Paradoxurus Loeak hermaphroditus (III India) Paradoxurus Jerdons palmcivetkat jerdoni (III India) Prionodon linsang (II) Gestreepte linsang
Prionodon pardicolor Gevlekte linsang (I) Viverra civettina Grote gevlekte civetkat (III India) Viverra zibetha Aziatische civetkat (III India) Viverricula indica Kleine civetkat (III India)
CETACEA Walvisachtigen
CETACEA spp. (I/II) 20 Walvisachtigen
20 Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp.,
Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera omurai, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Orcaella heinsohni, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, eophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter macrocephalus, Platanista spp., Berardius spp. en Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als
CHIROPTERA Vleermuizen
Phyllostomidae Bladneusvleermuizen
Platyrrhinus Witstreepvampier lineatus (III Uruguay)
Pteropodidae Vliegende honden
Acerodon spp. (II) Schijnkalongs (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Acerodon jubatus (I) Filipijnse vliegende hond Pteropus spp. (II) Kalongs
(Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Pteropus insularis (I) Vliegende hond van Truk Pteropus livingstonii Vliegende hond van de (II) Comoren Pteropus loochoensis Japanse vliegende hond (I) Pteropus mariannus (I) Vliegende hond van de Marianen Pteropus molossinus Vliegende hond van Pohnpei (I) Pteropus pelewensis (I) Vliegende hond van Palau Pteropus pilosus (I) Grote vliegende hond van Palau Pteropus rodricensis Vliegende hond van Rodriguez (II) Pteropus samoensis (I) Vliegende hond van Samoa Pteropus tonganus (I) Pacifische vliegende hond Pteropus ualanus (I) Vliegende hond van Kosrae Pteropus voeltzkowi Vliegende hond van Pemba (II) Pteropus yapensis (I) Vliegende hond van Yap
CINGULATA Gordeldierachtigen
Dasypodidae Gordeldieren
Cabassous Midden-Amerikaans centralis (III kaalstaartgordeldier
vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur
werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.
Costa Rica) Cabassous Zuid-Amerikaans tatouay (III kaalstaartgordeldier Uruguay)
Chaetophractus nationi Boliviaans harig gordeldier (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)
Priodontes maximus (I) Reuzengordeldier DASYUROMORPHIA Roofbuideldieren Dasyuridae Echte roofbuideldieren
Sminthopsis longicau Langstaartsmalvoetbuidelmuis
data (I)
Sminthopsis psammo Smalvoetbuidelmuis
phila (I)
Thylacinidae Buidelwolven
Thylacinus Buidelwolf
cynocephalus
(mogelijk uitgestorven)
(I)
DIPROTODONTIA Klimbuideldieren, wombats en
kangoeroes
Macropodidae Kangoeroes en wallaby’s
Dendrolagus inustus Bruine boomkangoeroe
(II)
Dendrolagus ursinus Zwarte boomkangoeroe
(II)
Lagorchestes hirsutus Westelijke haaskangoeroe
(I)
Lagostrophus fasciatus Gestreepte haaskangoeroe
(I)
Onychogalea fraenata Geteugelde
(I) spoorstaartkangoeroe
Onychogalea lunata (I) Halvemaanspoorstaartkangoer
oe
Phalangeridae Koeskoezen
Phalanger intercastel Oostelijke koeskoes
lanus (II)
Phalanger mimicus Zuidelijke koeskoes
(II)
Phalanger orientalis Grijze koeskoes
(II)
Spilocuscus kraemeri Krämers koeskoes
(II)
Spilocuscus maculatus Gevlekte koeskoes
(II)
Spilocuscus papuensis Papoea-koeskoes
(II)
Potoroidae Ratkangoeroes
Bettongia spp. (I) Buidelkonijnen
Caloprymnus Woestijnratkangoeroe
campestris (mogelijk
uitgestorven) (I)
Vombatidae Wombats
Lasiorhinus krefftii (I) Breedkopwombat
LAGOMORPHA Haasachtigen
Leporidae Hazen en konijnen
Caprolagus hispidus Borstelige haas of Assam(I)
konijn
Romerolagus diazi (I) Vulkaankonijn
MONOTREMATA Eierleggende zoogdieren
Tachyglossidae Mierenegels
Zaglossus spp. (II) Vachtegels
PERAMELEMORPHIA Buideldassen
Chaeropodidae Varkenspootbuideldassen
Chaeropus ecaudatus Varkenspootbuideldas
(mogelijk uitgestorven)
(I)
Peramelidae Echte buideldassen
Perameles bougainville Gestreepte spitsneusbuideldas
(I)
Thylacomyidae Langoorbuideldassen
Macrotis lagotis (I) Grote langoorbuideldas
Macrotis leucura (I) Kleine langoorbuideldas
PERISSODACTYLA Onevenhoevigen
Equidae Paardachtigen
Equus africanus (I) Wilde ezel
(Met uitzondering van
de gedomesticeerde
vorm die Equus asinus
wordt genoemd,
waarop de bepalingen
van deze verordening
niet van toepassing
zijn)
Equus grevyi (I) Grevyzebra
Equus hemionus (I/II) Koelan
(De soort is
opgenomen in bijlage
II maar de
ondersoorten Equus
hemionus hemionus en
Equus hemionus khur
zijn opgenomen in
bijlage I)
Equus kiang (II) Kiang
Equus przewalskii (I) Przewalskipaard
Equus zebra hartman Hartmanns bergzebra
nae (II)
Equus zebra zebra (I) Kaapse bergzebra
Rhinocerotidae eushoorns
Rhinocerotidae spp. (I) Neushoorns
(Met uitzondering van
de in bijlage B
opgenomen
subspecies)
Ceratotherium simum Zuidelijke breedlipneushoorn
simum (II) (Alleen de
populaties in Zuid
Afrika en Swaziland;
alle andere populaties
zijn opgenomen in
bijlage A. Uitsluitend
met het oog op het
toestaan van
internationaal verkeer
van levende dieren,
voor zover daaraan
een passende en
aanvaardbare
bestemming is
gegeven, alsook
handel in
jachttrofeeën. Alle
andere specimens
worden als specimens
van een soort van
bijlage A beschouwd
en op de handel daarin
is de desbetreffende
regelgeving van
toepassing.)
Tapiridae Tapirs
Tapiridae spp. (I) (Met Tapirs
uitzondering van de in
bijlage B opgenomen
species)
Tapirus terrestris (II) Zuid-Amerikaanse tapir
PHOLIDOTA Schubdierachtigen
Manidae Schubdieren
Manis spp. (II) Schubdieren
(Voor Manis crassicaudata, Manis culionensis, Manis javanica en Manis pentadactyla is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht)
PILOSA Luiaarden en miereneters Bradypodidae Drievingerluiaards
Bradypus variegatus Westelijke drievingerluiaard (II)
Megalonychidae Tweevingerluiaards
Choloepus Costa Ricaanse hoffmanni (III tweevingerluiaard Costa Rica)
Myrmecophagidae Miereneters
Myrmecophaga Reuzenmiereneter tridactyla (II) Tamandua Boommiereneter mexicana (III Guatemala)
PRIMATES Opperdieren
PRIMATES spp. (II) Opperdieren (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Atelidae Grijpstaartapen
Alouatta coibensis (I) Coiba-brulaap Alouatta palliata (I) Mantelbrulaap Alouatta pigra (I) Guatemalteekse brulaap Ateles geoffroyi Zwarthandslingeraap frontatus (I) Ateles geoffroyi Roodbuikslingeraap panamensis (I) Brachyteles Spinaap arachnoides (I) Brachyteles Gele spinaap of gele muriqui hypoxanthus (I) Oreonax flavicauda (I) Geelstaartwolaap
Cebidae Klauwaapjes
Callimico goeldii (I) Springtamarin Callithrix aurita (I) Witoorpenseelaapje Callithrix flaviceps (I) Geelkoppenseelaapje Leontopithecus spp. (I) Leeuwaapjes Saguinus bicolor (I) Mantelaapje Saguinus geoffroyi (I) Geoffroys tamarin Saguinus leucopus (I) Witvoettamarin Saguinus martinsi (I) Saguinus oedipus (I) Pinché-aapje Saimiri oerstedii (I) Geel doodshoofdaapje
Cercopithecidae Smalneusapen excl. mensapen Cercocebus galeritus Kuifmangabey
(I) Cercopithecus diana Dianameerkat (I) Cercopithecus roloway Roloway-meerkat (I) Cercopithecus solatus Zonstaartmeerkat (II) Colobus satanas (II) Zwarte franjeaap Macaca silenus (I) Baardaap Mandrillus Dril leucophaeus (I) Mandrillus sphinx (I) Mandril asalis larvatus (I) Neusaap Piliocolobus foai (II) Centraal-Afrikaanse rode franjeaap Piliocolobus gordono Uzungwa-franjeaap rum (II) Piliocolobus kirkii (I) Zanzibar-franjeaap Piliocolobus pennantii Pennants franjeaap (II) Piliocolobus preussi Preuss' franjeaap (II) Piliocolobus Tana-franjeaap rufomitratus (I) Piliocolobus Oegandese rode franjeaap tephrosceles (II) Piliocolobus tholloni Thollons franjeaap (II) Presbytis potenziani (I) Mentawai-langoer Pygathrix spp. (I) Doeklangoeren Rhinopithecus spp. (I) Stompneusapen Semnopithecus ajax (I) Kasjmir-hoelman Semnopithecus Dussumiers hoelman dussumieri (I) Semnopithecus entellus Hoelman (I) Semnopithecus hector Tarai-hoelman (I) Semnopithecus Zwartvoethoelman hypoleucos (I) Semnopithecus priam Ceylon-hoelman (I) Semnopithecus Berghoelman schistaceus (I) Simias concolor (I) Simakobou Trachypithecus Delacours langoer delacouri (II) Trachypithecus Tonkin-langoer francoisi (II) Trachypithecus geei (I) Goudlangoer Trachypithecus Ha tinh-langoer hatinhensis (II) Trachypithecus johnii Nilgiri-langoer (II) Trachypithecus laotum Laos-langoer of (II) witbrauwlangoer Trachypithecus Kuiflangoer pileatus (I) Trachypithecus Witkoplangoer poliocephalus (II) Trachypithecus Shortridges langoer shortridgei (I)
Cheirogaleidae Dwerg- en katmaki's
Cheirogaleidae spp. (I) Dwergmaki's, katmaki's Daubentoniidae Vingerdieren
Daubentonia Vingerdier madagascariensis (I)
Hominidae Echte mensapen
Gorilla beringei (I) Berggorilla Gorilla gorilla (I) Laaglandgorilla Pan spp. (I) Chimpansee en Bonobo Pongo abelii (I) Sumatraanse orang-oetan Pongo pygmaeus (I) Borneose orang-oetan
Hylobatidae Gibbons
Hylobatidae spp. (I) Gibbons Indriidae Indri's, sifaka's en wolmaki's
Indriidae spp. (I) Indri's, sifaka's en wolmaki's Lemuridae Maki's
Lemuridae spp. (I) Maki's Lepilemuridae Wezelmaki's
Lepilemuridae spp. (I) Wezelmaki's Lorisidae Lori's
ycticebus spp. (I) Plompe lori's Pitheciidae Sakiachtigen
Cacajao spp. (I) Oeakari's Callicebus barbara Noord-Bahiaanse blonde brownae (II) springaap Callicebus melanochir Zwarthandspringaap (II) Callicebus nigrifrons (II) Callicebus personatus Zwartkopspringaap (II) Chiropotes albinasus Witneussaki (I)
Tarsiidae Spookdiertjes
Tarsius spp. (II) Spookdiertjes PROBOSCIDEA Slurfdieren
Elephantidae Olifanten
Elephas maximus (I) Aziatische olifant Loxodonta africana (I) Loxodonta africana Afrikaanse olifant (Met uitzondering van (II) de populaties in
Botswana, Namibië, (Alleen de populaties Zuid-Afrika en in Botswana, Zimbabwe, die zijn Namibië, Zuid-Afrika
opgenomen in bijlage
-
B)en Zimbabwe
21
; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)
RODENTIA Knaagdieren
Chinchillidae Chinchilla’s
Chinchilla spp. (I) (Op Chinchilla’s specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.)
Cuniculidae Paca's
21 Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met
het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Res. Conf. 11.20 voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma’s in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa’s voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Res. Conf. 10.10 (als herzien door CdP14) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20000 kg (Botswana), 10000 kg (Namibië) resp. 30000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma’s ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78. Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden
beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.
Cuniculus paca Laaglandpaca (III Honduras)
Dasyproctidae Agoeti's
Dasyprocta Midden-Amerikaanse agoeti punctata (III Honduras)
Erethizontidae Boomstekelvarkens
Sphiggurus Mexicaans boomstekelvarken
mexicanus (III
Honduras)
Sphiggurus Paraguayaans
spinosus (III boomstekelvarken
Uruguay)
Hystricidae Stekelvarkens
Hystrix cristata Stekelvarken
Muridae Muizen en ratten
Leporillus conditor (I) Langoorhaasrat
Pseudomys fieldi Vale schijnmuis
praeconis (I)
Xeromys myoides (I) Onechte waterrat
Zyzomys peduncula Macdonnells rotsrat
tus (I)
Sciuridae Eekhoorns
Cynomys mexicanus (I) Mexicaanse prairiehond
Marmota caudata Langstaartmarmot
(III India)
Marmota Himalaya-marmot
himalayana (III
India)
Ratufa spp. (II) Reuzeneekhoorns
Callosciurus Pallaseekhoorn
erythraeus
Sciurus carolinensis Grijze eekhoorn
Sciurus deppei Deppes eekhoorn
(III Costa Rica)
Sciurus niger Amerikaanse voseekhoorn
SCANDENTIA Boomspitsmuizen
SCANDENTIA spp. Boomspitsmuizen
(II)
SIRENIA Zeekoeien
Dugongidae Doejongs
Dugong dugon (I) Doejong
Trichechidae Lamantijnen
Trichechidae spp. (I/II) Lamantijnen
(Trichechus inunguis
en Trichechus manatus
zijn opgenomen in
bijlage I. Trichechus
senegalensis is
opgenomen in bijlage
II.)
AVES Vogels
ANSERIFORMES Eendachtigen
Anatidae Eenden, ganzen en zwanen
Anas aucklandica (I) Auckland-taling
Anas bernieri (II) Madagaskar-eend
Anas chlorotis (I) Nieuw-Zeelandse bruine taling
Anas formos (II) Baikal-taling
Anas laysanensis (I) Laysan-taling
Anas nesiotis (I) Campbell Island-taling
Anas querquedula Zomertaling
Asarcornis scutulata Witvleugelboseend
(I)
Aythya innotata Madagaskar-witoogeend
Aythya nyroca Witoogeend
Branta canadensis Canadese gans (ondersoort van
leucopareia (I) de Aleoeten)
Branta ruficollis (II) Roodhalsgans
Branta sandvicensis (I) Hawaii-gans
Cairina moschata Muskuseend
(III Honduras)
Coscoroba coscoroba Coscoroba
(II)
Cygnus melancory Zwarthalszwaan
phus (II)
Dendrocygna arborea West-Indische fluiteend
(II)
Dendrocygna Zwartbuikfluiteend
autumnalis (III
Honduras)
Dendrocygna Rosse fluiteend
bicolor (III
Honduras)
Mergus octosetaceus Braziliaanse zaagbek
Oxyura jamaicensis Rosse stekelstaarteend
Oxyura leucoce Witkopeend
phala (II)
Rhodonessa Rozekopeend
caryophyllacea
(mogelijk uitgestorven)
(I)
Sarkidiornis Knobbeleend
melanotos (II)
Tadorna cristata Kuifcasarca
APODIFORMES Salanganen, gierzwaluwen en
kolobries
Trochilidae Kolibries
Trochilidae spp. (II) Kolibries
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Glaucis dohrnii (I) Bronsstaartheremietkolibrie
CHARADRIIFORMES Steltlopers, meeuwen, sterns en
alken
Burhinidae Grielen
Burhinus Caribische griel
bistriatus (III
Guatemala)
Laridae Meeuwen en sterns
Larus relictus (I) Mongoolse zwartkopmeeuw
Scolopacidae Snippen, wulpen, ruiters en
strandlopers
umenius borealis (I) Arctische wulp
umenius tenuirostris Dunbekwulp
(I)
Tringa guttifer (I) Gevlekte groenpootruiter
CICONIIFORMES Reigers, ooievaars, ibissen en
flamingo’s
Ardeidae Reigers
Ardea alba Grote zilverreiger
Bubulcus ibis Koereiger
Egretta garzetta Kleine zilverreiger
Balaenicipitidae Schoenbekooievaars
Balaeniceps rex (II) Schoenbekooievaar
Ciconiidae Ooievaars
Ciconia boyciana (I) Zwartsnavelooievaar
Ciconia nigra (II) Zwarte ooievaar
Ciconia stormi Storms ooievaar
Jabiru mycteria (I) Jabiru
Leptoptilos dubius Argala-maraboe of Indische
maraboe
Mycteria cinerea (I) Maleise nimmerzat
Phoenicopteridae Flamingo's
Phoenicopteridae spp. Flamingo's
(II) (Met uitzondering
van de in bijlage A
opgenomen species)
Phoenicopterus ruber Rode flamingo
(II)
Threskiornithidae Ibissen en lepelaars
Eudocimus ruber (II) Rode ibis
Geronticus calvus (II) Kaapse ibis
Geronticus eremita (I) Kaalkopibis of heremietibis
ipponia nippon (I) Japanse kuifibis
Platalea leucorodia Lepelaar
(II)
Pseudibis gigantea Reuzenibis
COLUMBIFORMES Duifachtigen
Columbidae Duiven
Caloenas nicobarica Manenduif
(I)
Claravis godefrida Purperbandgrondduif
Columba livia Rotsduif
Ducula mindorensis (I) Mindoro-muskaatduif
Gallicolumba Luzon-dolksteekduif
luzonica (II)
Goura spp. (II) Kroonduiven
Leptotila wellsi Grenada-loopduif
esoenas mayeri Mauritius-duif
(III Mauritius)
Streptopelia turtur Tortel
CORACIIFORMES Scharrelvogels
Bucerotidae eushoornvogels
Aceros spp. (II) (Met Jaarvogels
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Aceros nipalensis (I) Himalaya-jaarvogel
Anorrhinus spp. (II) Neushoornvogels
Anthracoceros spp. Neushoornvogels
(II)
Berenicornis spp. (II) Neushoornvogels
Buceros spp. (II) (Met Neushoornvogels
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Buceros bicornis (I) Dubbelhoornige
neushoornvogel
Penelopides spp. (II) Neushoornvogels
Rhinoplax vigil (I) Gehelmde neushoornvogel
Rhyticeros spp. (II) Neushoornvogels
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species.)
Rhyticeros Kleine jaarvogel
subruficollis (I)
CUCULIFORMES Koekoekachtigen
Musophagidae Toerako's
Tauraco spp. (II) (Met Helmtoerako's
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Tauraco banner Bannermans toerako
mani (II)
FALCONIFORMES Dagroofvogels
FALCONIFORMES Dagroofvogels
spp. (II)
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species en
één in bijlage C
opgenomen soort van
de familie
Cathartidae; de
overige species van
die familie zijn niet in
de bijlagen bij deze
verordening
opgenomen.)
Accipitridae Haviken, arenden en gieren
Accipiter brevipes (II) Balkansperwer
Accipiter gentilis (II) Havik
Accipiter nisus (II) Sperwer
Aegypius monachus Monniksgier
(II)
Aquila adalberti (I) Spaanse keizersarend
Aquila chrysaetos (II) Steenarend
Aquila clanga (II) Bastaardarend
Aquila heliaca (I) Keizersarend
Aquila pomarina (II) Schreeuwarend
Buteo buteo (II) Buizerd
Buteo lagopus (II) Ruigpootbuizerd
Buteo rufinus (II) Arendbuizerd
Chondrohierax Cubaanse langsnavelwouw
uncinatus wilsonii (I)
Circaetus gallicus (II) Slangenarend
Circus aeruginosus (II) Bruine kiekendief
Circus cyaneus (II) Blauwe kiekendief
Circus macrourus (II) Steppekiekendief
Circus pygargus (II) Grauwe kiekendief
Elanus caeruleus (II) Grijze wouw
Eutriorchis astur (II) Madagaskar-slangenarend
Gypaetus barbatus (II) Lammergier
Gyps fulvus (II) Vale gier
Haliaeetus spp. (I/II) Zeearenden
(Haliaeetus albicilla is
opgenomen in bijlage
I; de andere soorten
zijn opgenomen in
bijlage II)
Harpia harpyja (I) Harpij
Hieraaetus fasciatus Havikarend
(II)
Hieraaetus pennatus Dwergarend
(II)
Leucopternis Salvins bonte buizerd
occidentalis (II)
Milvus migrans (II) Zwarte wouw
(Met uitzondering van
Milvus migrans
lineatus die in bijlage
B is opgenomen)
Milvus milvus (II) Rode wouw
eophron percnopte Aasgier
rus (II)
Pernis apivorus (II) Wespendief
Pithecophaga jefferyi Apenarend
(I)
Cathartidae Gieren van de ieuwe Wereld
Gymnogyps california Californische condor
nus (I)
Sarcoramphus Koningsgier
papa (III
Honduras)
Vultur gryphus (I) Andes-condor
Falconidae Valken
Falco araeus (I) Seychellen-torenvalk
Falco biarmicus (II) Lannervalk
Falco cherrug (II) Sakervalk
Falco columbarius (II) Smelleken
Falco eleonorae (II) Eleonora's valk
Falco jugger (I) Indische lannervalk
Falco naumanni (II) Kleine torenvalk
Falco newtoni (I) Madagaskar-torenvalk
(Alleen de populatie op
de Seychellen)
Falco pelegrinoides (I) Barbarijse valk
Falco peregrinus (I) Slechtvalk
Falco punctatus (I) Mauritius-torenvalk
Falco rusticolus (I) Giervalk
Falco subbute (II) Boomvalk
Falco tinnunculus (II) Torenvalk
Falco vespertinus (II) Roodpootvalk
Pandionidae Visarenden
Pandion haliaetus (II) Visarend
GALLIFORMES Hoenderachtigen
Cracidae Hokko’s en sjakohoenders
Crax alberti (III Blauwknobbelhokko
Colombia)
Crax blumenbachii (I) Roodsnavelhokko
Crax daubentoni Geelknobbelhokko
(III Colombia)
Crax fasciolata Maskerhokko
Crax globulosa Knobbelhokko
(III Colombia)
Crax rubra (III Bruine hokko
Colombia, Costa
Rica, Guatemala
en Honduras)
Mitu mitu (I) Mesbekpauwies
Oreophasis derbianus Gehoornde goean
(I)
Ortalis vetula (III Bruine chachalaca
Guatemala/Hondu
ras)
Pauxi pauxi (III Helmhokko
Colombia)
Penelope albipennis (I) Witvleugelgoean
Penelope Kuifsjakohoen
purpurascens (III
Honduras)
Penelopina nigra Berggoean
(III Guatemala)
Pipile jacutinga (I) Spix' fluitgoean
Pipile pipile (I) Trinidad-blauwkeelgoean
Megapodiidae Grootpoothoenders
Macrocephalon maleo Hamerhoen
(I)
Phasianidae Fazantachtigen
Argusianus argus (II) Argusfazant
Catreus wallichii (I) Wallichs fazant
Colinus virginianus Noordwest-Mexicaanse
ridgwayi (I) boomkwartel
Crossoptilon Witte oorfazant
crossoptilon (I)
Crossoptilon Bruine oorfazant
mantchuricum (I)
Gallus sonneratii (II) Sonnerats hoen
Ithaginis cruentus (II) Bloedfazant
Lophophorus Himalaya-glansfazant
impejanus (I)
Lophophorus lhuysii Chinese glansfazant
(I)
Lophophorus sclateri Sclaters glansfazant
(I)
Lophura edwardsi (I) Edwards’ fazant
Lophura hatinhensis Vietnamese vuurrugfazant
Lophura imperialis (I) Keizerfazant
Lophura swinhoii (I) Swinhoe's fazant
Meleagris Pauwkalkoen
ocellata (III
Guatemala)
Odontophorus Witkeeltandkwartel
strophium
Ophrysia superciliosa Himalaya-patrijs
Pavo muticus (II) Groene pauw
Polyplectron Spiegelpauw
bicalcaratum (II)
Polyplectron germaini Germains spiegelpauw
(II)
Polyplectron Maleise spiegelpauw
malacense (II)
Polyplectron Palawan-spiegelpauw
napoleonis (I)
Polyplectron Schleiermachers pauwfazant
schleiermacheri (II)
Rheinardia ocellata (I) Gekuifde argusfazant
Syrmaticus ellioti (I) Elliots fazant
Syrmaticus humiae (I) Humes fazant
Syrmaticus mikado (I) Mikadofazant
Tetraogallus caspius Kaspisch berghoen
(I)
Tetraogallus tibetanus Tibetaans berghoen
(I)
Tragopan blythii (I) Blyths saterhoen
Tragopan caboti (I) Cabots saterhoen
Tragopan melanoce Westelijk saterhoen
phalus (I)
Tragopan satyra Rood saterhoen
(III Nepal)
Tympanuchus cupido Attwaters prairiehoen
attwateri (I)
GRUIFORMES Kraanvogels en rallen
Gruidae Kraanvogels
Gruidae spp. (II) (Met Kraanvogels
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Grus americana (I) Trompetkraanvogel
Grus canadensis (I/II) Canadese kraanvogel
(De soort is
opgenomen in bijlage
II, maar de
ondersoorten Grus
canadensis nesiotes en
Grus canadensis pulla
zijn opgenomen in
bijlage I)
Grus grus (II) Kraanvogel
Grus japonensis (I) Chinese kraanvogel
Grus leucogeranus (I) Siberische witte kraanvogel
Grus monacha (I) Monnikskraanvogel
Grus nigricollis (I) Zwarthalskraanvogel
Grus vipio (I) Withalskraanvogel
Otididae Trappen
Otididae spp. (II) Trappen
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Ardeotis nigriceps (I) Indische trap
Chlamydotis Macqueens kraagtrap
macqueenii (I)
Chlamydotis undulata Kraagtrap
(I)
Houbaropsis Baardtrap
bengalensis (I)
Otis tarda (II) Grote trap
Sypheotides indicus Kleine Indische trap
(II)
Tetrax tetrax (II) Kleine trap
Rallidae Rallen
Gallirallus sylvestris Lord Howe-ral
(I)
Rhynochetidae Kagoes
Rhynochetos jubatus Kagoe
(I)
PASSERIFORMES Zangvogels
Atrichornithidae Doornkruipers
Atrichornis clamosus West-Australische
(I) doornkruiper
Cotingidae Cotinga’s
Cephalopterus Amazone-parasolvogel
ornatus (III
Colombia)
Cephalopterus Ecuadoraanse parasolvogel
penduliger (III
Colombia)
Cotinga maculata (I) Halsbandcotinga
Rupicola spp. (II) Rotshanen
Xipholena atropurpu Zwartpurperen cotinga
rea (I)
Emberizidae Gorzen
Gubernatrix cristata Groene kardinaal
(II)
Paroaria capitata (II) Geelsnavelkardinaal
Paroaria coronata Roodkuifkardinaal
(II)
Tangara fastuosa (II) Veelkleurige tangara
Estrildidae Astrilden
Amandava formosa Olijfastrilde
(II)
Lonchura fuscata Bruine rijstvogel
Lonchura oryzivora Rijstvogel
(II)
Poephila cincta Gordelamadine
cincta (II)
Fringillidae Vinken
Carduelis cucullata (I) Kapoetsensijs
Carduelis yarrellii (II) Geelwangsijs
Hirundinidae Zwaluwen
Pseudochelidon Siantara-zwaluw
sirintarae (I)
Icteridae Troepialen
Xanthopsar flavus (I) Saffraantroepiaal
Meliphagidae Honingeters
Lichenostomus Helmhoningeter
melanops cassidix (I)
Muscicapidae Vliegenvangers
Acrocephalus Rodriguez-struikzanger
rodericanus (III
Mauritius)
Cyornis ruckii (II) Ruecks niltava
Dasyornis broadbenti Borstelvogel
litoralis (mogelijk
uitgestorven) (I)
Dasyornis longirostris Westelijke borstelvogel
(I)
Garrulax canorus (II) Witbrauwlijstergaai
Garrulax taewanus Taiwanese lijstergaai
(II)
Leiothrix argentau Zilveroortimalia
ris (II)
Leiothrix lutea (II) Japanse nachtegaal
Liocichla omeiensis Omei-timalia
(II)
Picathartes Witnekkaalkopkraai
gymnocephalus (I)
Picathartes oreas (I) Grijsnekkaalkopkraai
Terpsiphone Mascarenen-paradijsvliegenbourbonnensis
(III vanger
Mauritius)
Paradisaeidae Paradijsvogels
Paradisaeidae spp. (II) Paradijsvogels
Pittidae Pitta’s
Pitta guajana (II) Blauwstaartpitta
Pitta gurneyi (I) Gurneys pitta
Pitta kochi (I) Kochs pitta
Pitta nympha (II) Chinese pitta
Pycnonotidae Buulbuuls
Pycnonotus zeylanicus Geelkruinbuulbuul
(II)
Sturnidae Spreeuwen
Gracula religiosa (II) Beo
Leucopsar rothschildi Bali-spreeuw
(I)
Zosteropidae Brilvogels
Zosterops albogularis Witkeelbrilvogel
(I)
PELECANIFORMES Pelikaanachtigen
Fregatidae Fregatvogels
Fregata andrewsi (I) Witbuikfregatvogel
Pelecanidae Pelikanen
Pelecanus crispus (I) Kroeskoppelikaan
Sulidae Jan-van-genten
Papasula abbotti (I) Abbotts gent
PICIFORMES Spechtachtigen
Capitonidae Baardvogels
Semnornis Toekanbaardvogel
ramphastinus (III
Colombia)
Picidae Spechten
Campephilus Keizerspecht
imperialis (I)
Dryocopus javensis Witbuikspecht
richardsi (I)
Ramphastidae Toekans
Baillonius Goudtoekan
bailloni (III
Argentinië)
Pteroglossus aracari Zwarte toekan
(II)
Pteroglossus Buinoorarassari
castanotis (III
Argentinië)
Pteroglossus viridis Groene arassari
(II)
Ramphastos Roodborsttoekan
dicolorus (III
Argentinië)
Ramphastos Zwavelborsttoekan
sulfuratus (II)
Ramphastos toco (II) Reuzentoekan
Ramphastos tucanus Roodsnaveltoekan
(II)
Ramphastos vitellinus Groefsnaveltoekan
(II)
Selenidera Vleksnavelpepervreter
maculirostris (III
Argentinië)
PODICIPEDIFORMES Fuutachtigen
Podicipedidae Futen
Podilymbus gigas (I) Atitlan-fuut
PROCELLARIIFORMES Stormvogelachtigen
Diomedeidae Albatrossen
Phoebastria albatrus Stellers albatros
(I)
PSITTACIFORMES Papegaaiachtigen
PSITTACIFORMES Papegaaiachtigen
spp. (II)
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species en
met uitzondering van
Agapornis roseicollis,
Melopsittacus
undulatus, ymphicus
hollandicus en
Psittacula krameri,
die niet in de bijlagen
bij deze verordening
zijn opgenomen)
Cacatuidae Kaketoes
Cacatua goffiniana (I) Goffins kaketoe
Cacatua haematuro Filipijnse kaketoe
pygia (I)
Cacatua moluccensis Molukken-kaketoe
(I)
Cacatua sulphurea (I) Kleine geelkuifkaketoe
Probosciger aterrimus Palmkaketoe
(I)
Loriidae Lori's
Eos histrio (I) Diadeemlori
Vini spp. (I/II) (Vini Vinilori's
ultramarina is
opgenomen in bijlage
I, de andere soorten
zijn opgenomen in
bijlage II)
Psittacidae Papegaaien en parkieten
Amazona arausiaca (I) Roodkeelamazone
Amazona auropalliata Geelnekamazone
(I)
Amazona barbadensis Geelvleugelamazone
(I)
Amazona brasiliensis Roodstaartamazone
(I)
Amazona finschi (I) Finchs amazone
Amazona guildingii (I) Sint Vincent- of
koningsamazone
Amazona imperialis (I) Keizeramazone
Amazona leucocephala Cubaanse amazone
(I)
Amazona oratrix (I) Geelkopamazone
Amazona pretrei (I) Roodbrilamazone
Amazona rhodocory Roodkruinamazone
tha (I)
Amazona tucumana (I) Tucuman-amazone
Amazona versicolor (I) Sint Lucia-amazone
Amazona vinacea (I) Wijnkleurige amazone
Amazona viridigenalis Groenwangamazone
(I)
Amazona vittata (I) Portoricaanse amazone
Anodorhynchus spp. (I) Hyacinthara’s
Ara ambiguus (I) Buffons ara
Ara glaucogularis (I) Blauwkeelara
Ara macao (I) Geelvleugelara
Ara militaris (I) Soldatenara
Ara rubrogenys (I) Roodwangara
Cyanopsitta spixii (I) Spix' ara
Cyanoramphus cookii
(I)
Cyanoramphus forbesi Geelvoorhoofdkakariki
(I)
Cyanoramphus Roodvoorhoofdkakariki
novaezelandiae (I)
Cyanoramphus saisseti
(I)
Cyclopsitta Coxens dubbeloogvijgpapegaai
diophthalma coxeni (I)
Eunymphicus cornutus Hoornparkiet
(I)
Guarouba guarouba Goudparkiet
(I)
eophema chryso Oranjebuikparkiet
gaster (I)
Ognorhynchus icterotis Geeloorparkiet
(I)
Pezoporus occidentalis Australische nachtpapegaai
(mogelijk uitgestorven)
(I)
Pezoporus wallicus (I) Grondpapegaai
Pionopsitta pileata (I) Roodkappapegaai
Primolius couloni (I) Blauwkopara
Primolius maracana Illigers ara
(I)
Psephotus chrysoptery Goudschouderparkiet
gius (I)
Psephotus dissimilis (I) Kapparkiet
Psephotus Paradijsparkiet
pulcherrimus (mogelijk
uitgestorven) (I)
Psittacula echo (I) Mauritius-papegaai
Pyrrhura cruentata (I) Blauwkeelconure
Rhynchopsitta spp. (I) Dikbekpapegaaien
Strigops habroptilus (I) Kakapo of uilpapegaai
RHEIFORMES andoes
Rheidae andoes
Pterocnemia pennata Darwins nandoe
(I) (Met uitzondering
van Pterocnemia
pennata pennata, die in
bijlage B is
opgenomen.)
Pterocnemia pennata Darwins nandoe (Patagonische
pennata (II) ondersoort)
Rhea americana (II) Nandoe
SPHENISCIFORMES Pinguïns
Spheniscidae Pinguïns
Spheniscus demersus Zwartvoetpinguin
(II)
Spheniscus humboldti Humboldtpinguin
(I)
STRIGIFORMES Uilen
STRIGIFORMES Uilen
spp. (II) (Met
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Strigidae Echte uilen
Aegolius funereus (II) Ruigpootuil
Asio flammeus (II) Velduil
Asio otus (II) Ransuil
Athene noctua (II) Steenuil
Bubo bubo (II) (Met Oehoe
uitzondering van Bubo
bubo bengalensis, die
in bijlage B is
opgenomen)
Glaucidium Dwerguil
passerinum (II)
Heteroglaux blewitti Bossteenuil
(I)
Mimizuku gurneyi (I) Grote dwergooruil
inox natalis (I) Christmas Island-valkuil
inox novaeseelandiae Boeboek
undulata (I)
yctea scandiaca (II) Sneeuwuil
Otus ireneae (II) Sokoke-dwergooruil
Otus scops (II) Dwergooruil
Strix aluco (II) Bosuil
Strix nebulosa (II) Laplanduil
Strix uralensis (II) Oeraluil
(Met uitzondering van
Strix uralensis davidi,
die in bijlage B is
opgenomen)
Surnia ulula (II) Sperweruil
Tytonidae Kerkuilen
Tyto alba (II) Kerkuil
Tyto soumagnei (I) Madagaskar-grasuil
STRUTHIONIFORMES Struisvogels
Struthionidae Struisvogels
Struthio camelus (I) Struisvogel
(Alleen de populaties
in Algerije, Burkina
Faso, Kameroen, de
Centraal-Afrikaanse
Republiek, Tsjaad,
Mali, Mauritanië,
Marokko, Niger,
Nigeria, Senegal en
Soedan; geen enkele
andere populatie is in
de bijlagen bij deze
verordening
opgenomen.)
TINAMIFORMES Tinamoes of stuithoenders
Tinamidae Tinamoes of stuithoenders
Tinamus solitarius (I) Kluizenaarstuithoen
TROGONIFORMES Trogons
Trogonidae Trogons
Pharomachrus Quetzal
mocinno (I)
REPTILIA Reptielen
CROCODYLIA Krokodilachtigen
CROCODYLIA spp. Krokodilachtigen
(II) (Met uitzondering
van de in bijlage A
opgenomen species)
Alligatoridae Alligators en kaaimannen
Alligator sinensis (I) Chinese alligator
Caiman crocodilus Apaporis-brilkaaiman
apaporiensis (I)
Caiman latirostris (I) Breedsnuitkaaiman
(Met uitzondering van
de populatie in
Argentinië, die is
opgenomen in bijlage
B)
Melanosuchus niger (I) Zwarte kaaiman
(Met uitzondering van
de populatie in
Brazilië, die is
opgenomen in bijlage
B, en de populatie in
Ecuador, die is
opgenomen in bijlage
B en waarvoor het
jaarlijks exportquotum
vastgesteld blijft op nul
totdat door het Citessecretariaat
en de
Crocodile Specialist
Group van IUCN/SSC
een jaarlijks
exportquotum is
goedgekeurd)
Crocodylidae Krokodillen
Crocodylus acutus (I) Spitssnuitkrokodil
(Met uitzondering van
de populatie in Cuba,
die is opgenomen in
bijlage B)
Crocodylus cataphrac Pantserkrokodil
tus (I)
Crocodylus Orinoco-krokodil
intermedius (I)
Crocodylus Filipijnse krokodil
mindorensis (I)
Crocodylus moreletii Bultkrokodil
(I) (Met uitzondering
van de populatie in
Belize en in Mexico
die in bijlage B zijn
opgenomen, met een
nulquotum voor wilde
soorten die voor
commerciële
doeleinden worden
verhandeld)
Crocodylus niloticus Nijlkrokodil
(I) (Met uitzondering
van de populaties in
Botswana, Egypte [met
een nulquotum voor
wilde specimens die
voor commerciële
doeleinden worden
verhandeld], Ethiopië,
Kenia, Madagaskar,
Malawi, Mozambique,
Namibië, Zuid-Afrika,
Uganda, de Verenigde
Republiek
Tanzania [waarvoor
een jaarlijks
exportquotum is
vastgesteld van ten
hoogste 1600 aan de
natuur onttrokken
specimens, inclusief
jachttrofeeën, naast de
van ranching
afkomstige specimens],
Zambia en Zimbabwe;
deze populaties zijn
opgenomen in bijlage
B.)
Crocodylus palustris Moeraskrokodil
(I)
Crocodylus porosus (I) Zeekrokodil
(Met uitzondering van
de populaties in
Australië, Indonesië
and Papoea-Nieuw
Guinea, die zijn
opgenomen in bijlage
B)
Crocodylus rhombifer Cubaanse of ruitkrokodil
(I)
Crocodylus siamensis Siamese krokodil
(I)
Osteolaemus tetraspis Breedvoorhoofdkrokodil
(I)
Tomistoma schlegelii Onechte gaviaal
(I)
Gavialidae Gavialen
Gavialis gangeticus (I) Ganges-gaviaal
RHYNCHOCEPHALIA Brughagedisachtigen
Sphenodontidae Brughagedissen
Sphenodon spp. (I) Brughagedissen
SAURIA Hagedissen
Agamidae Agamen
Uromastyx spp. (II) Doornstaartagamen
Chamaeleonidae Kameleons
Bradypodion spp. (II) Dwergkameleons
Brookesia spp. (II) Kortstaartdwergkameleons
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Brookesia perarmata Pantserdwergkameleon
(I)
Calumma spp. (II) Madagaskar-kameleons
Chamaeleo spp. (II) Echte kameleons
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Chamaeleo chamae Gewone kameleon
leon (II)
Furcifer spp. (II) Madagaskar-kameleons
Kinyongia spp. (II) Dwergkameleons
adzikambia spp. (II) Dwergkameleons
Cordylidae Gordelstaarthagedissen
Cordylus spp. (II) Echte gordelstaarthagedissen
Gekkonidae Gekko’s
Cyrtodactylus Slangeneiland-gekko
serpensinsula (II)
Hoplodactylus Nieuw-Zeelandse gekko’s
spp. (III Nieuw
Zeeland)
aultinus spp. Nieuw-Zeelandse
(III Nieuwboomgekko’s
Zeeland)
Phelsuma spp. (II) Daggekko's
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Phelsuma guentheri Round Island-daggekko
(II)
Uroplatus spp. (II) Platstaartgekko’s
Helodermatidae Korsthagedissen
Heloderma spp. (II) Gila-monster en Mexicaanse
(Met uitzondering van korsthagedis
de in bijlage A
opgenomen
subspecies)
Heloderma horridum Guatemalteekse korsthagedis
charlesbogerti (I)
Iguanidae Leguanen
Amblyrhynchus Galapagos-zeeleguaan
cristatus (II)
Brachylophus spp. (I) Fiji-leguanen
Conolophus spp. (II) Galapagos-landleguanen
Ctenosaura bakeri (II) Utila-stekelstaartleguaan
Ctenosaura oedirhina Roatán-stekelstaartleguaan
(II)
Ctenosaura Rio Aguan-stekelstaartleguaan
melanosterna (II)
Ctenosaura palearis Guatemalteekse
(II) stekelstaartleguaan
Cyclura spp. (I) Ringstaartleguanen
Iguana spp. (II) Echte leguanen
Phrynosoma
blainvillii (II)
Phrynosoma
cerroense (II)
Phrynosoma Padhagedis
coronatum (II)
Phrynosoma wigginsi
(II)
Sauromalus varius (I) San Esteban-chuckwalla
Lacertidae Echte hagedissen
Gallotia simonyi (I) Simony's hagedis
Podarcis lilfordi (II) Balearen-hagedis
Podarcis pityusensis Pityusen-hagedis
(II)
Scincidae Skinks
Corucia zebrata (II) Grijpstaartskink
Teiidae Krokodilstaarthagedissen en
teju’s
Crocodilurus Krokodilstaarthagedis
amazonicus (II)
Dracaena spp. (II) Kaaimanteju's
Tupinambis spp.(II) Reuzenteju’s
Varanidae Varanen
Varanus spp. (II) (Met Varanen
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Varanus bengalensis Bengaalse varaan
(I)
Varanus flavescens (I) Gele varaan
Varanus griseus (I) Woestijnvaraan
Varanus komodoen Komodo-varaan
sis (I)
Varanus nebulosus (I) Nevelvaraan
Varanus olivaceus (II) Grays varaan
Xenosauridae Knobbelhagedissen
Shinisaurus Chinese krokodilstaarthagedis
crocodilurus (II)
SERPENTES Slangen
Boidae Boa's
Boidae spp. (II) (Met Boa's
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Acrantophis spp. (I) Madagaskar-boa's
Boa constrictor Argentijnse boa constrictor
occidentalis (I)
Epicrates inornatus (I) Gewone slanke boa
Epicrates monensis (I) Mona-boa
Epicrates subflavus (I) Gele slanke boa
Eryx jaculus (II) Kleine zandboa
Sanzinia madagas Madagaskar-hondskopboa
cariensis (I)
Bolyeriidae Round Island-boa’s
Bolyeriidae spp. (II) Round Island-boa’s
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Bolyeria multocarina Round Island-boa
ta (I)
Casarea dussumieri (I) Dussumiers boa
Colubridae Ringslangen
Atretium Indiase kielrugslang
schistosum (III
India)
Cerberus Hondskopwaterslang
rynchops (III
India)
Clelia clelia (II) Mussurana
Cyclagras gigas (II) Reuzenwaterslang
Elachistodon wester Indische eierslang
manni (II)
Ptyas mucosus (II) Oosterse rattenslang
Xenochrophis Visslang
piscator (III
India)
Elapidae Cobra’s en koraalslangen
Hoplocephalus Breedkopslang
bungaroides (II)
Micrurus Atlantische koraalslang
diastema (III
Honduras)
Micrurus Midden-Amerikaanse
nigrocinctus (III koraalslang
Honduras)
aja atra (II) Chinese brilslang
aja kaouthia (II) Indiase brilslang
aja mandalayen Burmese brilslang
sis (II)
aja naja (II) Brilslang of cobra
aja oxiana (II) Centraal-Aziatische brilslang
aja philippinen Filipijnse brilslang
sis (II)
aja sagittifera (II) Andamanen-brilslang
aja samarensis (II) Samar-brilslang
aja siamensis (II) Indochinese brilslang
aja sputatrix (II) Spuwende brilslang
aja sumatrana (II) Sumatraanse brilslang
Ophiophagus hannah Koningscobra
(II)
Loxocemidae Spitskoppythons
Loxocemidae spp. (II) Spitskoppythons
Pythonidae Pythons
Pythonidae spp. (II) Pythons
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Python molurus Tijgerpython
molurus (I)
Tropidophiidae Bosslangen
Tropidophiidae spp. Bosslangen
(II)
Viperidae Adders
Crotalus durissus Zuid-Amerikaanse ratelslang
(III Honduras)
Crotalus durissus Aruba-ratelslang
unicolor
Daboia russelii Russells adder
(III India)
Vipera latifii Latifi's adder
Vipera ursinii (I) Spitssnuitadder
(Uitsluitend de
populatie in Europa,
met uitzondering van
het grondgebied van de
voormalige USSR;
laatstgenoemde
populaties zijn niet in
de bijlagen bij deze
verordening
opgenomen.)
Vipera wagneri (II) Wagners adder
TESTUDINES Schildpadden
Carettochelyidae ieuw-Guinese
tweeklauwschildpadden
Carettochelys Nieuw-Guinese
insculpta (II) tweeklauwschildpad
Chelidae Slangenhalsschildpadden
Chelodina mccordi Slangenhalsschildpad
(II)
Pseudemydura Onechte spitskopschildpad
umbrina (I)
Cheloniidae Zeeschildpadden
Cheloniidae spp. (I) Zeeschildpadden
Chelydridae Bijtschildpadden
Macrochelys Alligatorschildpad of
temminckii (III gierschildpad
Verenigde Staten
van Amerika)
Dermatemydidae Tabasco-schildpadden
Dermatemys mawii Tabasco-schildpad
(II)
Dermochelyidae Lederschildpadden
Dermochelys coriacea Lederschildpad
(I)
Emydidae Doos- en moerasschildpadden
Chrysemys picta Westelijke sierschildpad
Glyptemys insculpta Amerikaanse bosschildpad
(II)
Glyptemys muhlen Muhlenbergs schildpad
bergii (I)
Graptemys spp. Zaagrug- of landkaartschild(III
Verenigde padden
Staten van
Amerika)
Terrapene spp. (II) Doosschildpadden
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Terrapene coahuila (I) Mexicaanse doosschildpad
Trachemys scripta Roodwangsierschildpad
elegans
Geoemydidae Aardschildpadachtigen
Batagur affinis (I) Zuidelijke rivierschildpad
Batagur baska (I) Batagur of tuntong
Batagur spp. (Met
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species)
Cuora spp. (II) Aziatische doosschildpadden
Geoclemys hamiltonii Driekielstraalschildpad
(I)
Geoemyda Spenglers aardschildpad
spengleri (III
China)
Heosemys annandalii Tempelschildpad
(II)
Heosemys depressa Arakan-aardschildpad
(II)
Heosemys grandis (II) Reuzenaardschildpad
Heosemys spinosa (II) Gestekelde aardschildpad
Leucocephalon Sulawesi-aardschildpad
yuwonoi (II)
Malayemys Maleisische slakkeneter
macrocephala (II)
Malayemys subtrijuga Rijstveldschildpad
(II)
Mauremys annamen Annamese schildpad
sis (II)
Mauremys Iversons moerasschildpad
iversoni (III
China)
Mauremys Grootkopdriekielschildpad
megalocephala
(III China)
Mauremys mutica (II) Gele moerasschildpad
Mauremys Kwantung-moerasschildpad of
nigricans (III Chinese roodkeelschildpad
China)
Mauremys Pritchards moerasschildpad
pritchardi (III
China)
Mauremys Chinese driekielschildpad
reevesii (III
China)
Mauremys Chinese streepnekschildpad
sinensis (III
China)
Melanochelys Driekielaardschildpad
tricarinata (I)
Morenia ocellata (I) Achterindische
pauwoogmoerasschildpad
otochelys platynota Maleise platrugschildpad
(II)
Ocadia Gleufbek-streepnekschildpad
glyphistoma (III
China)
Ocadia philippeni Philippens streepnekschildpad
(III China)
Orlitia borneensis (II) Borneo-rivierschildpad
Pangshura spp.(II) Dakschildpadden
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Pangshura tecta (I) Indische dakschildpad
Sacalia bealei (III Beales pauwoogschildpad
China)
Sacalia Chinese schijnoogschildpad
pseudocellata (III
China)
Sacalia Vieroogschildpad
quadriocellata
(III China)
Siebenrockiella Zwarte dikkopschildpad
crassicollis (II)
Siebenrockiella Filipijnse aardschildpad
leytensis (II)
Platysternidae Grootkopschildpadden
Platysternon Grootkopschildpad
megacephalum (II)
Podocnemididae Scheenplaatschildpadden
Erymnochelys Madagaskarmadagascariensis
(II) scheenplaatschildpad
Peltocephalus Zuid-Amerikaanse
dumerilianus (II) grootkopschildpad
Podocnemis spp. (II) Zuid-Amerikaanse
scheenplaatschildpadden
Testudinidae Landschildpadden
Testudinidae spp. (II) Landschildpadden
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species;
voor Geochelone
sulcata is een jaarlijks
exportquotum van nul
exemplaren
vastgesteld voor aan
de natuur onttrokken
specimens die voor
overwegend
commerciële
doeleinden in de
handel worden
gebracht.)
Astrochelys radiata (I) Stralenschildpad
Astrochelys yniphora Madagaskar-schildpad
(I)
Chelonoidis nigra (I) Galapagos-landschildpad
Gopherus Mexicaanse
flavomarginatus (I) reuzengofferschildpad
Malacochersus tornieri Pannenkoekschildpad
(II)
Psammobates Geometrische landschildpad
geometricus (I)
Pyxis arachnoides (I) Madagaskar-spinschildpad
Pyxis planicauda (I) Madagaskarplatstaartschildpad
Testudo graeca (II) Moorse landschildpad
Testudo hermanni (II) Griekse landschildpad
Testudo kleinmanni (I) Kleinmanns landschildpad
Testudo marginata (II) Klokschildpad
Trionychidae Drieklauw- en
weekschildpadden
Amyda cartilagi Zuidoost-Aziatische
nea (II) weekschildpad
Apalone spinifera Zwarte drieklauwschildpad
atra (I)
Aspideretes gangeticus Ganges-drieklauwschildpad
(I)
Aspideretes hurum (I) Pauwoogdrieklauwschildpad
Aspideretes nigricans Heilige drieklauwschildpad
(I)
Chitra spp. (II) Smalkopweekschildpadden
Lissemys punctata (II) Indische klepweekschildpad
Lissemys scutata (II) Burmese klepweekschildpad
Palea steindach Halskwabweekschildpad
neri (III China)
Pelochelys spp. (II) Reuzenweekschildpadden
Pelodiscus Hunan-weekschildpad
axenaria (III
China)
Pelodiscus Amoer-weekschildpad
maackii (III
China)
Pelodiscus Chinese weekschildpad
parviformis (III
China)
Rafetus swinhoei Yangtze-weekschildpad
(III China)
AMPHIBIA Amfibieën
ANURA Kikkers en padden
Bufonidae Padden
Altiphrynoides spp. (I) Malcolms Ethiopische padden
Atelopus zeteki (I) Bonte klompvoetkikker
Bufo periglenes (I) Gouden pad
Bufo superciliaris (I) Wenkbrauwpad
ectophrynoides spp. Levendbarende padden
(I)
imbaphrynoides spp. Nimba-padden
(I)
Spinophrynoides spp. Osgoods Ethiopische padden
(I)
Calyptocephalellidae
Calyptocephalella Helmkop
gayi (III Chili)
Dendrobatidae Gifkikkers
Allobates femoralis Dijvlekgifkikker
(II)
Allobates zaparo (II) Zaparo-gifkikker
Cryptophyllobates Blauwbuikgifkikker
azureiventris (II)
Dendrobates spp. (II) Boomgifkikkers
Epipedobates spp. (II) Bodemgifkikkers
Phyllobates spp. (II) Pijlgifkikkers
Hylidae Boomkikkers
Agalychnis spp. (II) Makikikkers
Mantellidae Gouden prachtkikkers
Mantella spp. (II) Gouden prachtkikkers
Microhylidae Tomaatkikkers
Dyscophus antongilii Tomaatkikker
(I)
Scaphiophryne Gottlebes smalbekkikker
gottlebei (II)
Ranidae Echte kikkers
Conraua goliath Goliathkikker
Euphlyctis Zesteenkikker
hexadactylus (II)
Hoplobatrachus Tijgerkikker
tigerinus (II)
Rana catesbeiana Stierkikker
Rheobatrachidae Maagbroedende kikkers
Rheobatrachus spp. Maagbroedende kikkers
(II) (Met uitzondering
van de in bijlage A
opgenomen species)
Rheobatrachus silus Zuidelijke maagbroedende
(II) kikker
CAUDATA Salamanders
Ambystomatidae Axolotls
Ambystoma dumerilii Achaque
(II)
Ambystoma Axolotl
mexicanum (II)
Cryptobranchidae Reuzensalamanders
Andrias spp. (I) Reuzensalamanders
Salamandridae Echte salamanders
eurergus kaiseri (I) Luristan-beeksalamander
ELASMOBRA CHII Kraakbeenvissen
LAMNIFORMES Haringhaaiachtigen
Cetorhinidae Reuzenhaaien
Cetorhinus maximus Reuzenhaai
(II)
Lamnidae Makreelhaaien
Carcharodon Mensenhaai
carcharias (II)
Lamna nasus (III Haringhaai of neushaai
27 EU-lidstaten) 22
ORECTOLOBIFORMES Bakerhaaien
Rhincodontidae Walvishaaien
Rhincodon typus (II) Walvishaai RAJIFORMES Roggen
Pristidae Zaagroggen
Pristidae spp. (I) (Met Zaagroggen uitzondering van de in bijlage B opgenomen
22 De opneming van Lamna nasus in bijlage C wordt van kracht zodra de opneming van deze soort in
bijlage III bij de overeenkomst van kracht wordt, d.w.z. 90 dagen nadat het Cites-secretariaat aan alle
partijen heeft meegedeeld dat de soort in bijlage III bij de overeenkomst is opgenomen.
species) Pristis microdon (II) Zoetwaterzaagrog (Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, hoofdzakelijk voor instandhoudingsdoelst ellingen en voor zover deze dieren bestemd zijn voor passende en aanvaardbare aquaria. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)
ACTI OPTERYGII Straalvinnige vissen
ACIPENSERIFORMES Steurachtigen
ACIPENSERIFORM Steurachtigen ES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)
Acipenseridae Steuren
Acipenser brevirostrum Kortsnuitsteur (I) Acipenser sturio (I) Gewone steur
ANGUILLIFORMES Palingachtigen
Anguillidae Palingen
Anguilla anguilla (II) Europese paling of aal CYPRINIFORMES Karperachtigen
Catostomidae Zuigkarpers
Chasmistes cujus (I) Zuigkarper Cyprinidae Echte karpers
Caecobarbus geertsi Afrikaanse blinde barbeel
(II)
Probarbus jullieni (I) Julliens barbeel
OSTEOGLOSSIFORMES Beentongvissen
Osteoglossidae Echte beentongvissen
Arapaima gigas (II) Arapaima
Scleropages formosus Aziatische beentongvis
(I)
PERCIFORMES Baarsachtigen
Labridae Lipvissen
Cheilinus undulatus Napoleonvis
(II)
Sciaenidae Ombervissen
Totoaba macdonaldi Macdonalds trommelvis
(I)
SILURIFORMES Meervalachtigen
Pangasiidae Reuzenmeervallen
Pangasianodon gigas Reuzenmeerval
(I)
SYNGNATHIFORMES Zeenaaldachtigen
Syngnathidae Zeenaalden en zeepaardjes
Hippocampus spp. (II) Zeepaardjes
SARCOPTERYGII Kwastvinnige vissen
CERATODONTIFORMES Australische longvissen
Ceratodontidae Australische longvissen
eoceratodus forsteri Australische longvis
(II)
COELACANTHIFORMES Coelacantachtigen
Latimeriidae Coelacanten
Latimeria spp. (I) Coelacanten
ECHINODERMATA
(STEKELHUIDIGEN)
HOLOTHUROIDEA Zeekomkommers
ASPIDOCHIROTIDA Zeekomkommers
Stichopodidae Zeekomkommers
Isostichopus Bruine zeekomkommer
fuscus (III
Ecuador)
ARTHROPODA
(GELEEDPOTIGEN)
ARACH IDA Spinachtigen
ARANEAE Spinnen
Theraphosidae Vogelspinnen
Aphonopelma Tarantula
albiceps (II)
Aphonopelma Mexicaanse grijze tarantula
pallidum (II)
Brachypelma spp. (II) Vogelspinnen
SCORPIONES Schorpioenen
Scorpionidae Schorpioenen
Pandinus dictator (II) Dictatorschorpioen
Pandinus gambiensis Senegalese reuzenschorpioen
(II)
Pandinus imperator Keizerschorpioen
(II)
I SECTA Insecten
COLEOPTERA Kevers
Lucanidae Vliegende herten
Colophon spp. Kaapse vliegende herten
(III Zuid-Afrika)
Scarabaeidae Bladsprietkevers
Dynastes satanas (II) Satanaskever
LEPIDOPTERA Vlinders en motten
ymphalidae Schoenlappers
Agrias amydon
boliviensis (III
Bolivia)
Morpho godartii
lachaumei (III
Bolivia)
Prepona
praeneste
buckleyana (III
Bolivia)
Papilionidae Pages en pauwogen
Atrophaneura jophon Sri Lanka-roospage
(II)
Atrophaneura palu Palu-roospage
Atrophaneura Malabar-roospage
pandiyana (II)
Bhutanitis spp. (II) Bhutan-koninginnenpages
Graphium Apo-koninginnenpage
sandawanum
Graphium Seram-koninginnenpage
stresemanni
Ornithoptera spp. (II) Vogelvleugelvlinders
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
Ornithoptera Alexandra's
alexandrae (I) vogelvleugelvlinder
Papilio benguetanus Filipijnse pauwoog
Papilio chikae (I) Luzon-pauwoog
Papilio esperanza Oaxaca-pauwoog
Papilio homerus (I) Homeruspauwoog
Papilio hospiton (I) Corsicaanse pauwoog
Papilio morondavana Madagaskar-keizerpauwoog
Papilio neumoegeni Sumba-pauwoog
Parides ascanius Rio de Janeiro-pauwoog
Parides hahneli Hahnels Amazone-pauwoog
Parnassius apollo (II) Apollovlinder
Teinopalpus spp. (II) Kaiser-i-hindvlinders
Trogonoptera spp. (II) Vogelvleugelvlinders
Troides spp. (II) Gouden vogelvleugelvlinders
ANNELIDA (GELEDE
WORMEN)
HIRUDI OIDEA Bloedzuigers
ARHYNCHOBDELLIDA
Hirudinidae Bloedzuigers
Hirudo medicinalis Noordelijke medicinale
(II) bloedzuiger
Hirudo verbana (II) Zuidelijke medicinale
bloedzuiger
MOLLUSCA (WEEKDIEREN)
BIVALVIA Tweekleppigen
MYTILOIDA Zeemossels
Mytilidae Echte mossels
Lithophaga Steenboorder
lithophaga (II)
UNIONOIDA Zoetwatermossels
Unionidae Echte zoetwatermossels
Conradilla caelata (I) Vogelvleugelparelmossel
Cyprogenia aberti (II) Westelijke waaierschelp
Dromus dromas (I) Dromedarisparelmossel
Epioblasma curtisii (I) Curtis’ parelmossel
Epioblasma florentina Geelbloesemparelmossel
(I)
Epioblasma sampsonii Sampsons parelmossel
(I)
Epioblasma sulcata Purperen kattenpootmossel
perobliqua (I)
Epioblasma torulosa Groenbloesemparelmossel
gubernaculum (I)
Epioblasma torulosa Taanbloesemparelmossel
rangiana (II)
Epioblasma torulosa Knobbelbloesemparelmossel
torulosa (I)
Epioblasma turgidula Zwelbloesemparelmossel
(I)
Epioblasma walkeri (I) Bruinbloesemparelmossel
Fusconaia cuneolus (I) Fijnstraalvarkensteenparelmossel
Fusconaia edgariana Glanzende
(I) varkensteenparelmossel
Lampsilis higginsii (I) Higgins’ oogparelmossel
Lampsilis orbiculata Roze slijkmossel
orbiculata (I)
Lampsilis satur (I) Gewone boekparelmossel
Lampsilis virescens (I) Alabama-lampmossel
Plethobasus Witte wrattenrugparelmossel
cicatricosus (I)
Plethobasus Oranjevoetpuistmossel
cooperianus (I)
Pleurobema clava (II) Klompschelpparelmossel
Pleurobema plenum (I) Ruige varkensteenparelmossel
Potamilus capax (I) Dikboekparelmossel
Quadrula intermedia Cumberland(I)
apensnoetparelmossel
Quadrula sparsa (I) Appalachenapensnoetparelmossel
Toxolasma cylindrellus Bleke lilliputparelmossel
(I)
Unio nickliniana (I) Nicklins parelmossel
Unio tampicoensis Tampico-parelmossel
tecomatensis (I)
Villosa trabalis (I) Cumberland-boonparelmossel
VENEROIDA
Tridacnidae Doopvontschelpen
Tridacnidae spp. (II) Doopvontschelpen
GASTROPODA Buikpotigen of slakken
MESOGASTROPODA
Strombidae Kroonslakken
Strombus gigas (II) Karko of roze vleugelhoorn
STYLOMMATOPHORA
Achatinellidae Hawaï-boomslakken
Achatinella spp. (I) Kleine agaatslakken
Camaenidae Groenslakken
Papustyla Groenslak
pulcherrima (II)
CNIDARIA (HOLTEDIEREN)
A THOZOA Koralen en zeeanemonen
ANTIPATHARIA Doornkoralen
ANTIPATHARIA Doornkoralen
spp. (II)
GORGONACEAE Hoornkoralen
Coralliidae Bloedkoralen
Corallium elatius Momo-bloedkoraal
(III China)
Corallium Japans bloedkoraal
japonicum (III
China)
Corallium konjoi Konjoi-bloedkoraal
(III China)
Corallium Engelhuidbloedkoraal
secundum (III
China)
HELIOPORACEA
Helioporidae Blauwe koralen
Helioporidae spp. (II) Blauwe koralen
(Omvat uitsluitend de
soort Heliopora
coerulea) 23
SCLERACTINIA Echte koralen
SCLERACTINIA Echte koralen
spp. (II) 24
STOLONIFERA Buiskoralen
Tubiporidae Orgelpijpkoralen
Tubiporidae spp. (II) 25 Orgelpijpkoralen
HYDROZOA Poliepen
MILLEPORINA Milleporidae Brandkoralen of vuurkoralen
Milleporidae spp. Brandkoralen of vuurkoralen
(II) 26
STYLASTERINA Stylasteridae Kantkoralen
Stylasteridae spp. Kantkoralen
(II) 27
23 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
24 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
25 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
26 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
27 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:
fossielen;
FLORA (PLA TE ) AGAVACEAE Agavefamilie
Agave parviflora (I) Santa Cruz-streepagave Agave victoriae Koningin Victoria-agave reginae (II) #4
olina interrata (II) San Diego-berengras AMARYLLIDACEAE arcisfamilie
Galanthus spp. (II) #4 Sneeuwklokjes Sternbergia spp. (II) Leliën des velds #4
ANACARDIACEAE Pruikenboomfamilie Operculicarya Jabihy
hyphaenoides (II) Operculicarya Tabily pachypus (II)
APOCYNACEAE Hoodia spp. (II) #9 Hoodia’s Pachypodium spp. (II) Madagaskar-palmen (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Pachypodium Olifantromppalm ambongense (I) Pachypodium baronii Sleutelbloempalm (I) Pachypodium decaryi Hanenspoorbloempalm (I) Rauvolfia serpentina Slangenwortel-duivelspeper (II) #2
ARALIACEAE Klimopfamilie Panax ginseng (II) Ginseng
(Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) #3
koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera,
schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.
Panax quinquefolius Amerikaanse ginseng (II) #3
ARAUCARIACEAE Araucariafamilie
Araucaria araucana (I) Apenverdriet BERBERIDACEAE Berberisfamilie
Podophyllum Indische alruinwortel hexandrum (II) #2
BROMELIACEAE Bromeliafamilie
Tillandsia harrisii (II) Harris' tillandsia #4 Tillandsia kammii (II) Kamms tillandsia #4 Tillandsia kautskyi Kautsky's tillandsia (II) #4 Tillandsia mauryana Maury's tillandsia (II) #4 Tillandsia Sprengels tillandsia sprengeliana (II) #4 Tillandsia sucrei (II) Sucre-tillandsia #4 Tillandsia Xerografie-tillandsia
xerographica (II) 28 #4
CACTACEAE Cactusfamilie
CACTACEAE spp. Cactussen (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en
Quiabentia spp.) 29 #4
Ariocarpus spp. (I) Levendesteencactussen Astrophytum asterias Stercactus (I)
28 Het verhandelen van specimens met oorsprongscode A is alleen toegestaan als de verhandelde
specimens laagtebladeren (catafyllen) hebben.
29 Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van
de verordening niet van toepassing: Hatiora x graeseri Schlumbergera x buckleyi Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata Schlumbergera truncata (cultivars) Cactaceae spp.: de kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia „Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus Opuntia microdasys (cultivars).
Aztekium ritteri (I) Aztekencactus
Coryphantha Zwijnspeldenkussen werdermannii (I)
Discocactus spp. (I) Schijfcactussen
Echinocereus Lindsays egelcactus ferreirianus ssp. lindsayi (I)
Echinocereus schmollii Lamsstaartcactus
(I)
Escobaria minima (I) Nellie Cory’s cactus Escobaria sneedii (I) Sneeds speldenkussen Mammillaria Biggencactus pectinifera (I)
Mammillaria Pitayta solisioides (I)
Melocactus conoideus Kegelvormige
(I) Turksemutscactus
Melocactus Prachtborstelige deinacanthus (I) Turksemutscactus Melocactus Wollige wassteelglaucescens (I) Turksemutscactus Melocactus Geringstekelige paucispinus (I) Turksemutscactus Obregonia denegrii (I) Artisjokcactus Pachycereus militaris Teddybeercactus (I)
Pediocactus bradyi (I) Brady’s speldenkussen Pediocactus knowltonii Knowltons cactus (I)
Pediocactus paradinei Paradines cactus
(I)
Pediocactus Peebles' navajocactus peeblesianus (I)
Pediocactus sileri (I) Silers speldenkussen Pelecyphora spp. (I) Bijltjescactussen Sclerocactus Tobuschs vishaakcactus brevihamatus ssp. tobuschii (I)
Sclerocactus Acuña-cactus erectocentrus (I)
Sclerocactus glaucus Uinta Basin-cactus
(I)
Sclerocactus Lloyds vlindercactus mariposensis (I) Sclerocactus mesae Mesa Verde-cactus verdae (I) Sclerocactus nyensis Tonopah-vishaakcactus (I) Sclerocactus Papierstekelvishaakcactus papyracanthus (I) Sclerocactus Great Basin-vishaakcactus pubispinus (I) Sclerocactus wrightiae Wrights vishaakcactus (I) Strombocactus spp. (I) Tolcactussen Turbinicarpus spp. (I) Turbinecactussen Uebelmannia spp. (I) Uebelmanns cactussen
CARYOCARACEAE Caryocarfamilie
Caryocar costaricense Knoflookboom (II) #4
COMPOSITAE Asterfamilie (composieten) (ASTERACEAE)
Saussurea costus (I) Cost, kutki of kuth (Ook S. lappa, Aucklandia lappa of A. costus genoemd.)
CRASSULACEAE Vetplantenfamilie
Dudleya stolonifera Laguna Beach-liveforever (II) Dudleya traskiae (II) Santa Barbara-liveforever
CUCURBITACEAE Komkommerfamilie
Zygosicyos pubescens Tobory (II) (ook bekend onder de naam Xerosicyos pubescens) Zygosicyos tripartitus Betoboky (II)
CUPRESSACEAE Cipresfamilie
Fitzroya cupressoides Alerce (I) Pilgerodendron Chileense cipres uviferum (I)
CYATHEACEAE Cyatheafamilie
Cyathea spp. (II) #4 Cyathea’s (boomvarens) CYCADACEAE Cycaspalmenfamilie
CYCADACEAE spp. Cycaspalmen (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Cycas beddomei (I) Beddomes cycaspalm DICKSONIACEAE Dicksoniafamilie
Cibotium barometz Kettingvaren, cibota of gou-ji
(II) #4
Dicksonia spp. (II) Dicksonia’s (boomvarens)
(Alleen de
Amerikaanse
populaties; geen
enkele andere
populatie is in de
bijlagen bij deze
verordening
opgenomen. Omvat
Dicksonia berteriana,
D. externa, D.
sellowiana en D.
stuebelii) #4
DIDIEREACEAE Didiereafamilie
DIDIEREACEAE Madagaskar-boomvarens,
spp. (II) #4 aluaudia’s
DIOSCOREACEAE Yamswortelfamilie
Dioscorea deltoidea Olifantspoot
(II) #4
DROSERACEAE Zonnedauwfamilie
Dionaea muscipula Venusvliegenval
(II) #4
EUPHORBIACEAE Wolfsmelkfamilie
Euphorbia spp. (II) #4
(Uitsluitend succulente Euphorbia's of wolfsmelken
species, met
uitzondering van:
-
1)Euphorbia misera;
-
2)kunstmatig
gekweekte specimens
van cultivars van
Euphorbia trigona;
-
3)kunstmatig
gekweekte specimens
van Euphorbia lactea
die op een kunstmatig
gekweekte onderstam
van Euphorbia
neriifolia zijn geënt,
mits zij:
kamvormig of
waaiervormig of
kleurmutanten zijn;
4)
kunstmatig gekweekte
specimens van
cultivars van
Euphorbia „Milii”,
mits zij:
gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, en in partijen van 100 of meer planten in de Unie worden binnengebracht of uit de Unie worden (her)uitgevoerd; op bovengenoemde categorieën zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing; en 5) de in bijlage A opgenomen species.)
Euphorbia Amovombe-wolfsmelk ambovombensis (I) Euphorbia Cap Sainte Marie-wolfsmelk capsaintemariensis (I) Euphorbia cremersii Cremers' wolfsmelk (I) (Met inbegrip van de vorm viridifolia en de varieteit rakotozafyi) Euphorbia cylindrifolia Rondbladige wolfsmelk (I) (Met inbegrip van de ssp. tuberifera) Euphorbia decaryi (I) Decary’s wolfsmelk (Met inbegrip van de varieteiten ampanihyensis, robinsonii en sprirosticha) Euphorbia francoisii François’ wolfsmelk (I) Euphorbia handiensis (II) Euphorbia lambii (II) Gomera-wolfsmelk Euphorbia moratii (I) (Met inbegrip van de varieteiten antsingiensis, bemarahensis en multiflora) Euphorbia parvicyathophora (I) Euphorbia quartziticola (I) Euphorbia stygiana Daphne-vlaswolfsmelk (II) Euphorbia tulearensis (I)
FOUQUIERIACEAE Fouquieriafamilie
Fouquieria Flesboom, boojumboom of columnaris (II) #4 grote waskaars
Fouquieria fasciculata Ocotillo (I) Fouquieria purpusii (I)
GNETACEAE Gnetumfamilie
Gnetum Melindjo, gam nui of sot nui
montanum (III
Nepal) #1
JUGLANDACEAE Okkernootfamilie
Oreomunnea Caribische walnoot
pterocarpa (II) #4
LAURACEAE Laurierfamilie
Aniba rosaeodora (II) Braziliaans rozenhout
(ook A. duckei
genoemd) #12
LEGUMINOSAE Vlinderbloemigen
(FABACEAE) Caesalpinia echinata Brazielhout of pernambuk
(II) #10
Dalbergia nigra (I) Palissander
Dalbergia retusa Cocobolo
(III Guatemala)
(Uitsluitend de
populatie in
Guatemala; alle
andere populaties
zijn opgenomen
in bijlage D) #5
Dalbergia Honduras-palissander
stevensonii (III
Guatemala)
(Uitsluitend de
populatie in
Guatemala; alle
andere populaties
zijn opgenomen
in bijlage D) #5
Dipteryx Amandelboom
panamensis (III
Costa Rica /
Nicaragua)
Pericopsis elata (II) Afrormosia
#5
Platymiscium Christobal of ñambar
pleiostachyum (II) #4
Pterocarpus Rood sandelhout
santalinus (II) #7
LILIACEAE Leliefamilie
Aloe spp. (II) (Met Aloë’s
uitzondering van de in
bijlage A opgenomen
species en Aloe vera,
ook genoemd Aloe
barbadensis, die niet
in de bijlagen bij deze
verordening is
opgenomen) #4
Aloe albida (I) Witte aloë
Aloe albiflora (I) Witbloemaloë
Aloe alfredii (I) Alfredi’s aloë
Aloe bakeri (I) Kaapse aloë
Aloe bellatula (I) Prachtaloë
Aloe calcairophila (I)
Aloe compressa (I) Korte aloë
(Met inbegrip van de
varieteiten
paucituberculata,
rugosquamosa en
schistophila)
Aloe delphinensis (I) Dolfijnaloë
Aloe descoingsii (I) Dwergaloë
Aloe fragilis (I) Fragiele aloë
Aloe haworthioides (I) Schijnspinaloë of kanten aloë
(Met inbegrip van de
varieteit aurantiaca)
Aloe helenae (I) Helena’s aloë
Aloe laeta (I) (Met Bonte aloë
inbegrip van de
varieteit maniaensis)
Aloe parallelifolia (I) Evenwijdigbladige aloë
Aloe parvula (I) Kleinste aloë
Aloe pillansii (I) Pijlkokerboom of Richtervelds
aloë
Aloe polyphylla (I) Spiraalaloë
Aloe rauhii (I) Rauhs aloë
Aloe suzannae (I) Suzannes aloë
Aloe versicolor (I) Wisselkleurige aloë
Aloe vossii (I) Voss’ aloë
MAGNOLIACEAE Tulpenboomfamilie
Magnolia liliifera Safan
var. obovata (III
Nepal) #1
MELIACEAE Mahoniefamilie
Cedrela fissilis
(III Bolivia)
(Uitsluitend de
populatie in
Bolivia; alle
andere populaties
zijn opgenomen
in bijlage D) #5
Cedrela lilloi (III
Bolivia)
(Uitsluitend de
populatie in
Bolivia; alle
andere populaties
zijn opgenomen
in bijlage D) #5
Cedrela odorata Spaanse ceder
(III Bolivia /
Brazilië /
Colombia /
Guatemala / Peru)
(Uitsluitend de
populaties in de
landen waarvoor
deze soort in
bijlage III is
opgenomen; alle
andere populaties
zijn opgenomen
in bijlage D) #5
Swietenia humilis (II) Mexicaanse mahonieboom
#4
Swietenia Braziliaanse mahonieboom
macrophylla (II)
(Neotropische
populaties, d.w.z. de
populaties in Middenen
Zuid-Amerika en
het Caribisch gebied)
#6
Swietenia mahagoni Cubaanse mahonieboom
(II) #5
NEPENTHACEAE Bekerplantenfamilie
epenthes spp. (II) Bekerplanten
(Met uitzondering van
de in bijlage A
opgenomen species)
#4
epenthes khasiana (I) Indiase bekerplant
epenthes rajah (I) Reuzenbekerplant
ORCHIDACEAE Orchideeënfamilie
ORCHIDACEAE spp. Orchideeën
(II) (Met uitzondering
van de in bijlage A
30
opgenomen species) #4
30 Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van de genera Cymbidium, Dendrobium,
Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing indien zij gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens kunnen worden herkend en geen tekenen vertonen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg
Voor alle hierna
genoemde orchideeën– – –
soorten van bijlage A zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing op zaailing- of weefselculturen indien deze: - in vitro zijn verkregen op een vaste of vloeibare voedingsbodem; - voldoen aan de definitie van „kunstmatig gekweekt” overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006 i van de Commissie; en - bij het binnenbrengen in de Unie of bij de (weder)uitvoer uit de Unie in steriele recipiënten worden getransporteerd. Aerangis ellisii (I) Madagaskar-orchidee Cephalanthera Kretenzisch nieskruid cucullata (II) Cypripedium calceolus Vrouwenschoentje (II) Dendrobium cruentum Bloedrode orchidee (I) Goodyera macrophylla Madeira-netbladorchidee (II) Laelia jongheana (I) Jonghes lelie Laelia lobata (I) Gaffellelie Liparis loeselii (II) Groenknolorchis
van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; voorts moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: a) indien zij in niet-bloeiende toestand worden verzonden, dienen de specimens te worden verhandeld in zendingen die bestaan uit individuele recipiënten (bijvoorbeeld pakken, dozen, kratten of afzonderlijke laadborden met CC-containers) met telkens 20 of meer exemplaren van dezelfde hybride vorm; de planten in elke recipiënt dienen een hoge mate van uniformiteit te vertonen en in goede gezondheid te verkeren; en de zendingen dienen vergezeld te gaan van documentatie, zoals een factuur, waarin het aantal planten van elke hybride vorm duidelijk is aangegeven; of b) indien zij in bloeiende toestand worden verzonden, met ten minste één volledig geopende bloem per specimen, is geen minimumaantal specimens per zending vereist maar dienen de specimens op professionele wijze te zijn klaargemaakt voor de detailverkoop, bijvoorbeeld door het aanbrengen van gedrukte etiketten of het gebruik van bedrukte verpakkingen waarop de naam van de hybride en die van het land van laatste verwerking zijn vermeld. Deze informatie dient duidelijk zichtbaar te zijn en een vlotte controle mogelijk te maken.
Planten die niet duidelijk voor deze vrijstelling in aanmerking komen, moeten vergezeld gaan van de passende Cites-documenten.
Ophrys argolica (II) Geoogde bijenorchis Ophrys lunulata (II) Halvemaanorchidee Orchis scopulorum (II) Madeira-orchis Paphiopedilum spp. (I) Venusschoentjes Peristeria elata (I) Heiligegeestorchidee Phragmipedium spp. Zuid-Amerikaanse (I) pantoffelorchideeën Renanthera Rode Vanda-orchidee imschootiana (I) Spiranthes aestivalis Zomerschroeforchis (II)
OROBANCHACEAE Bremraapfamilie
Cistanche deserticola Woestijnbremraap (II) #4
PALMAE Palmenfamilie
(ARECACEAE) Beccariophoenix Manaranopalm madagascariensis (II)
#4 Chrysalidocarpus Vlinderpalm decipiens (I)
Lemurophoenix Rode makipalm halleuxii (II) Lodoicea Coco de mer maldivica (III Seychellen) #13 Marojejya darianii Grootbladpalm (II) eodypsis decaryi (II) Driehoekspalm #4 Ravenea louvelii (II) Madagaskar-palm Ravenea rivularis (II) Majesteitpalm Satranala decussilvae Satranabepalm (II) Voanioala gerardii Boskokosnoot (II)
PAPAVERACEAE Papaverfamilie
Meconopsis regia Himalaya-klaproos (III Nepal) #1
PASSIFLORACEAE Passiebloemfamilie Adenia olaboensis (II) Vahisasety
PINACEAE Dennenfamilie
Abies guatemalensis (I) Guatemala-spar Pinus koraiensis Koreaanse den (III Russische
Federatie) #5 PODOCARPACEAE Podocarpusfamilie
Podocarpus Geelhoutden neriifolius (III Nepal) #1
Podocarpus parlatorei Parlatore's podocarpus (I)
PORTULACACEAE Posteleinfamilie
Anacampseros spp. Postelein (II) #4 Avonia spp. (II) #4 Marentakcactussen Lewisia serrata (II) #4 Maguires bitterwortel
PRIMULACEAE Sleutelbloemfamilie
Cyclamen spp. (II) 31 Cyclamens
#4 RANUNCULACEAE Ranonkelfamilie
Adonis vernalis (II) #2 Voorjaarsadonis Hydrastis canadensis Goudzegel (II) #8
ROSACEAE Rozenfamilie
Prunus africana (II) Afrikaanse kers of #4 roodstinkhout
RUBIACEAE Walstrofamilie
Balmea stormiae (I) Ayugue SARRACENIACEAE Trompetbekerplantenfamilie
Sarracenia spp. (II) Trompetbekerplanten (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Sarracenia oreophila Groene trompetbekerplant (I) Sarracenia rubra ssp. Alabama-trompetbekerplant alabamensis (I) Sarracenia rubra ssp. Zoete bergtrompetbekerplant jonesii (I)
31 Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze
verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen
verhandelde specimens.
SCROPHULARIACEAE Helmkruidfamilie
Picrorhiza kurrooa Katki (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflora) #2
STANGERIACEAE Stangeriafamilie
Bowenia spp. (II) #4 Bowenia’s Stangeria eriopus (I) Hottentottenhoofd TAXACEAE Taxusfamilie
Taxus chinensis en de Chinese taxus infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus cuspidata en de Japanse taxus infraspecifieke taxa
van deze soort (II) 32
#2 Taxus fuana en de Tibetaanse taxus infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus sumatrana en Sumatraanse taxus de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus wallichiana (II) Himalaya-taxus #2
THYMELAEACEAE Peperboompjesfamilie
(AQUILARIACEAE) Aquilaria spp. (II) #4 Agarhout
Gonystylus spp. (II) Ramin #4 Gyrinops spp. (II) #4 Agarhout
TROCHODENDRACEAE Tetracentronfamilie
(TETRACENTRACEAE) Tetracentron Spoorblad sinense (III
Nepal) #1 VALERIANACEAE Valeriaanfamilie
ardostachys Indische nard grandiflora (II) #2
VITACEAE Wijnstokfamilie
Cyphostemma Lazampasika elephantopus (II)
32 Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine
recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld,
zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.
Cyphostemma Lazambohitra montagnacii (II)
WELWITSCHIACEAE Welwitschiafamilie Welwitschia mirabilis Welwitschia
(II) #4
ZAMIACEAE Zamiafamilie
ZAMIACEAE spp. Zamiafamilie (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4
Ceratozamia spp. (I) Hoornkegelpalmen Chigua spp. (I) Chigua’s Encephalartos spp. (I) Broodbomen Microcycas calocoma Kurkpalm (I)
ZINGIBERACEAE Gemberfamilie
Hedychium Filipijnse guirlande of
philippinense (II) #4 gemberlelie
ZYGOPHYLLACEAE Pokhoutfamilie
Bulnesia sarmientoi Gayak
(II) #11
Guaiacum spp. (II) #2 Pokhout
Bijlage D Gewone naam FAU A
CHORDATA (CHORDADIEREN) MAMMALIA Zoogdieren CARNIVORA Roofdieren Canidae Hondachtigen
Vulpes vulpes griffithi (III India) §1 Griffiths vos Vulpes vulpes montana (III India) §1 Indische bergvos Vulpes vulpes pusilla (III India) §1 Kleine rode vos
Mustelidae Marterachtigen
Mustela altaica (III India) §1 Bergwezel Mustela erminea ferghanae (III India) Indische bergwezel §1 Mustela kathiah (III India) §1 Geelbuikwezel Mustela sibirica (III India) §1 Siberische wezel
DIPROTODONTIA Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes Macropodidae Kangoeroes en wallaby’s
Dendrolagus dorianus Doria's boomkangoeroe Dendrolagus goodfellowi Goodfellows boomkangoeroe Dendrolagus matschiei Matschies boomkangoeroe Dendrolagus pulcherrimus Goudmantelboomkangoeroe Dendrolagus stellarum Seri's boomkangoeroe
AVES Vogels
ANSERIFORMES Eendachtigen
Anatidae Eenden, ganzen en zwanen
Anas melleri Mellers eend COLUMBIFORMES Duifachtigen Columbidae Duiven
Columba oenops Salvins duif Didunculus strigirostris Tandduif Ducula pickeringii Pickerings muskaatduif Gallicolumba crinigera Bartletts dolksteenduif Ptilinopus marchei Marche's jufferduif Turacoena modesta Timorese zwarte duif
GALLIFORMES Hoenderachtigen
Cracidae Hokko’s
Crax alector Gewone of zwarte hokko Pauxi unicornis Hoornhokko Penelope pileata Witkuifsjakohoen
Megapodiidae Grootpoothoenders
Eulipoa wallacei Moluks boshoen Phasianidae Fazantachtigen
Arborophila gingica Rickets bospatrijs Lophura bulweri Bulwers vuurrugfazant Lophura diardi Siamese vuurrugfazant Lophura inornata Salvadori's vuurrugfazant Lophura leucomelanos Kalij-vuurrugfazant Syrmaticus reevesii §2 Koningsfazant
PASSERIFORMES Zangvogels
Bombycillidae Pestvogels
Bombycilla japonica Japanse pestvogel Corvidae Kraaiachtigen
Cyanocorax caeruleus Azuurblauwe gaai Cyanocorax dickeyi Kroongaai
Cotingidae Cotinga’s
Procnias nudicollis Naaktkeelklokvogel Emberizidae Gorzen
Dacnis nigripes Zwartpootpitpit Sporophila falcirostris Temmincks dikbekje Sporophila frontalis Reuzendikbekje Sporophila hypochroma Roodstuitdikbekje Sporophila palustris Moerasdikbekje
Estrildidae Astrilden
Amandava amandava Tijgervink Cryptospiza reichenovii Reichenows bergastrilde Erythrura coloria Mindanao-papegaaiamadine Erythrura viridifacies Manilla-papegaaiamadine Estrilda quartinia (Vaak verhandeld Geelsnavelastrilde onder de naam Estrilda melanotis) Hypargos niveoguttatus Rode druppelastrilde Lonchura griseicapilla Witkruinnon Lonchura punctulata Muskaatvink Lonchura stygia Zwarte rietvink
Fringillidae Vinken
Carduelis ambigua Yunnan-groenling Carduelis atrata Zwarte sijs Kozlowia roborowskii Tibetaanse roodmus Pyrrhula erythaca Grijskopgoudvink Serinus canicollis Geelkruinkanarie Serinus citrinelloides hypostictus Oost-Afrikaanse dunbekkanarie (Vaak verhandeld onder de naam Serinus citrinelloides)
Icteridae Troepialen
Sturnella militaris Zwartkopsoldatenspreeuw Muscicapidae Vliegenvangers en lijsters
Cochoa azurea Javaanse blauwe cochoa Cochoa purpurea Purpercochoa Garrulax formosus Roodvleugellijstergaai Garrulax galbanus Geelbuiklijstergaai Garrulax milnei Roodstaartlijstergaai iltava davidi Père Davids niltava Stachyris whiteheadi Whiteheads boomtimalia Swynnertonia swynnertoni (Ook Swynnertons sterrenpaapje Pogonicichla swynnertoni genoemd) Turdus dissimilis Zwartborstlijster
Pittidae Pitta’s
Pitta nipalensis Blauwnekpitta Pitta steerii Steeres pitta
Sittidae Boomklevers
Sitta magna Reuzenboomklever Sitta yunnanensis Yunnan-boomklever
Sturnidae Spreeuwen
Cosmopsarus regius Koningsglansspreeuw Mino dumontii Papoea-maina Sturnus erythropygius Andamanen-spreeuw
REPTILIA Reptielen
TESTUDINES Schildpadden
Geoemydidae Aardschildpadachtigen
Melanochelys trijuga Indiase zwarte schildpad SAURIA Hagedissen
Agamidae Agamen
Physignathus cocincinus Chinese wateragaam Anguidae Hazelwormachtigen
Abronia graminea Boomalligatorhagedis Gekkonidae Gekko’s
Rhacodactylus auriculatus Ruwe reuzengekko Rhacodactylus ciliatus Gestekelde reuzengekko Rhacodactylus leachianus Nieuw-Caledonische reuzengekko Teratoscincus microlepis Kleinschubbige wondergekko Teratoscincus scincus Spookgekko
Gerrhosauridae Gordelstaarthagedissen
Zonosaurus karsteni Karstens gordelhagedis Zonosaurus quadrilineatus Vierstreepgordelhagedis
Iguanidae Leguanen
Ctenosaura quinquecarinata Scincidae Skinks
Tribolonotus gracilis Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink
Tribolonotus novaeguineae Nieuw-Guinese helmskink
SERPENTES Slangen
Colubridae Ringslangen
Elaphe carinata §1 Taiwanese stinkslang
Elaphe radiata §1 Sterrattenslang
Elaphe taeniura §1 Taiwanese rattenslang
Enhydris bocourti §1 Bocourts waterslang
Homalopsis buccata §1 Mopsneusslang
Langaha nasuta Madagaskar-bladneusslang
Leioheterodon madagascariensis Madagaskar-haakneusslang
Ptyas korros §1 Geelbuikrattenslang
Rhabdophis subminiatus §1 Giftige waterslang
Hydrophiidae Zeeslangen
Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis Logge zeeslang
hardwickii) §1
Viperidae Adders
Calloselasma rhodostoma §1 Maleise mocassinslang
AMPHIBIA Amfibieën
ANURA Kikkers en padden
Hylidae Boomkikkers
Phyllomedusa sauvagii Wasmakikikker
Leptodactylidae Fluitkikkers
Leptodactylus laticeps Santa Fe-fluitkikker
Ranidae Echte kikkers
Limnonectes macrodon Javaanse reuzenkikker of groottandkikker
Rana shqiperica Albanese poelkikker
CAUDATA Salamanders
Hynobiidae Aziatische salamanders
Ranodon sibiricus Siberische kikkertandsalamander of Semirechensksalamander
Plethodontidae Longloze salamanders
Bolitoglossa dofleini Reuzenpalmsalamander
Salamandridae Echte salamanders
Cynops ensicauda Zwaardstaartsalamander
Echinotriton andersoni Andersons krokodilsalamander
Pachytriton labiatus Lipsalamander
Paramesotriton spp. Wrattensalamanders
Salamandra algira Noord-Afrikaanse vuursalamander
Tylototriton spp. Krokodilsalamanders
ACTI OPTERYGII Straalvinnige vissen
PERCIFORMES Baarsachtigen
Apogonidae
Pterapogon kauderni Kardinaalbaars
ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN)
I SECTA Insecten
LEPIDOPTERA Vlinders en motten
Papilionidae Pages en pauwogen
Baronia brevicornis Mexicaanse of kortsprietbaronia
Papilio grosesmithi Madagaskar-pauwoog
Papilio maraho Breedstaartpauwoog
MOLLUSCA (WEEKDIEREN)
GASTROPODA Buikpotigen of slakken
Haliotidae Zeeoren
Haliotis midae Midasoor
FLORA
AGAVACEAE Agavefamilie
Calibanus hookeri Mexicaanse rolsteenagave of sacamecate
Dasylirion longissimum Berengras
ARACEAE Aronskelkfamilie
Arisaema dracontium Groenedraakaronskelk
Arisaema erubescens Lichtrode aronskelk
Arisaema galeatum Gehelmde aronskelk
Arisaema nepenthoides
Arisaema sikokianum Japanse cobralelie
Arisaema thunbergii var. Urashima Urashima-aronskelk
Arisaema tortuosum Zweepkoordcobralelie
Biarum davisii ssp. Marmarisense Davis’ marmeraronskelk
Biarum ditschianum Arfakaronskelk
COMPOSITAE (ASTERACEAE) Asterfamilie (composieten)
Arnica montana §3 Valkruid
Othonna cacalioides Cacaliamadeliefje
Othonna clavifolia Sleutelbladmadeliefje
Othonna hallii Van Halls madeliefje
Othonna herrei Herres madeliefje
Othonna lepidocaulis Schubsteelmadeliefje
Othonna retrorsa Treurmadeliefje
ERICACEAE Heidefamilie
Arctostaphylos uva-ursi §3 Berendruif
GENTIANACEAE Gentiaanfamilie
Gentiana lutea §3 Gele gentiaan
LEGUMINOSAE (FABACEAE) Vlinderbloemigen
Dalbergia granadillo §4 Cocobolo
Dalbergia retusa (Met uitzondering Cocobolo
van de populatie die is opgenomen in
bijlage C) §4
Dalbergia stevensonii (Met Honduras-palissander
uitzondering van de populatie die is
opgenomen in bijlage C) §4
LILIACEAE Leliefamilie
Trillium pusillum Dwergdrieblad
Trillium rugelii Stinkend drieblad
Trillium sessile Aronskelkboslelie of paddenschaduw
LYCOPODIACEAE Wolfsklauwfamilie
Lycopodium clavatum §3 Grote wolfsklauw
MELIACEAE Mahoniefamilie
Cedrela fissilis (Met uitzondering van
de populatie die is opgenomen in
bijlage C) §4
Cedrela lilloi (C. angustifolia) (Met
uitzondering van de populatie die is
opgenomen in bijlage C) §4
Cedrela montana §4 Bergceder
Cedrela oaxacensis §4 Oaxaca-ceder
Cedrela odorata (Met uitzondering Spaanse ceder
van de populaties die zijn opgenomen
in bijlage C) §4
Cedrela salvadorensis §4 El Salvador-ceder
Cedrela tonduzii §4
MENYANTHACEAE Watergentiaanfamilie
Menyanthes trifoliata §3 Waterdrieblad
PARMELIACEAE Parmeliakorstmossen
Cetraria islandica §3 IJslands mos
PASSIFLORACEAE Passiebloemfamilie
Adenia glauca Blauwgele woestijnroos
Adenia pechuelli Olifantsvoet
PEDALIACEAE Sesamfamilie
Harpagophytum spp. §3 Duivelsklauw
PORTULACACEAE Posteleinfamilie
Ceraria carrissoana Angolese postelein Ceraria fruticulosa Heesterpostelein
SELAGINELLACEAE Selaginellafamilie
Selaginella lepidophylla Roos van Jericho”
_____________
BIJLAGE II
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
Verordening (EG) nr. 338/97 i van de Raad
(PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 938/97 i van de Commissie
(PB L 140 van 30.5.1997, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 2307/97 i van de Commissie
(PB L 325 van 27.11.1997, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 2214/98 i van de Commissie
(PB L 279 van 16.10.1998, blz. 3)
Verordening (EG) nr. 1476/1999 i van de Commissie
(PB L 171 van 7.7.1999, blz. 5)
Verordening (EG) nr. 2724/2000 i van de Commissie
(PB L 320 van 18.12.2000, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 1579/2001 i van de Commissie
(PB L 209 van 2.8.2001, blz. 14)
Verordening (EG) nr. 2476/2001 i van de Commissie
(PB L 334 van 18.12.2001, blz. 3)
Verordening (EG) nr. 1497/2003 i van de Commissie
(PB L 215 van 27.8.2003, blz. 3)
Verordening (EG) nr. 1882/2003 i van het Uitsluitend artikel 3 en
Europees Parlement en de Raad bijlage III, punt 66
(PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 834/2004 i van de Commissie
(PB L 127 van 29.4.2004, blz. 40)
Verordening (EG) nr. 1332/2005 i van de Commissie
(PB L 215 van 19.8.2005, blz. 1)
Verordening (EG) nr. 318/2008 i van de Commissie
(PB L 95 van 8.4.2008, blz. 3)
Verordening (EG) nr. 407/2009 i van de Commissie
(PB L 123 van 19.5.2009, blz. 3)
Verordening (EG) nr. 398/2009 i van het
Europees Parlement en de Raad
(PB L 126 van 21.5.2009, blz. 5)
Verordening (EU) nr. 709/2010 i van de Commissie
(PB L 212 van 12.8.2010, blz. 1)
Verordening (EU) nr. 101/2012 i van de Commissie
(PB L 39 van 11.2.2012, blz. 133)
_____________
BIJLAGE III
C ONCORDANTIETABEL
Verordening (EG) nr. 338/97 i De onderhavige verordening
Artikel 1 Artikel 1
Artikel 2 Artikel 2
Artikel 3 Artikel 3
Artikel 4 Artikel 4
Artikel 5, leden 1 tot en met 5 Artikel 5, leden 1 tot en met 5
Artikel 5, lid 6, aanhef Artikel 5, lid 6, aanhef
Artikel 5, lid 6, onder i) Artikel 5, lid 6, onder a)
Artikel 5, lid 6, onder ii) Artikel 5, lid 6, onder b)
Artikel 5, lid 7, onder a) Artikel 5, lid 7, eerste alinea
Artikel 5, lid 7, onder b) Artikel 5, lid 7, tweede alinea
Artikel 6, leden 1, 2 en 3 Artikel 6, leden 1, 2 en 3
Artikel 6, lid 4, onder a) Artikel 6, lid 4, eerste alinea
Artikel 6, lid 4, onder b) Artikel 6, lid 4, tweede alinea
Artikel 7, lid 1, onder a) Artikel 7, lid 1, eerste alinea
Artikel 7, lid 1, onder b), aanhef Artikel 7, lid 1, tweede alinea
Artikel 7, lid 1, onder b), i) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), i)
Artikel 7, lid 1, onder b), ii) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), ii)
Artikel 7, lid 1, onder b), iii) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), iii)
Artikel 7, lid 1, onder c) Artikel 7, lid 1, derde alinea
Artikel 7, lid 2, onder a) Artikel 7, lid 2, eerste alinea
Artikel 7, lid 2, onder b) Artikel 7, lid 2, tweede alinea
Artikel 7, lid 2, onder c) Artikel 7, lid 2, derde alinea
_______ Artikel 7, lid 2, vierde alinea
Artikel 7, lid 3 Artikel 7, lid 3, eerste alinea
_______ Artikel 7, lid 3, tweede alinea
Artikel 7, lid 4 Artikel 7, lid 4, eerste alinea
_______ Artikel 7, lid 4, tweede alinea
Artikel 8 Artikel 8
Artikel 9 Artikel 9
Artikel 10 Artikel 10
Artikel 11, lid 1 Artikel 11, lid 1
Artikel 11, lid 2, onder a) Artikel 11, lid 2, eerste alinea
Artikel 11, lid 2, onder b) Artikel 11, lid 2, tweede alinea
Artikel 11, leden 3, 4 en 5 Artikel 11, leden 3, 4 en 5
Artikel 12, leden 1, 2 en 3 Artikel 12, leden 1, 2 en 3
Artikel 12, lid 4 Artikel 12, lid 4, eerste alinea
_______ Artikel 12, lid 4, tweede alinea
Artikel 12, lid 5 Artikel 12, lid 5
Artikel 13, lid 1, onder a) Artikel 13, lid 1, eerste alinea
Artikel 13, lid 1, onder b) Artikel 13, lid 1, tweede alinea
Artikel 13, lid 2 Artikel 13, lid 2
Artikel 13, lid 3, onder a) Artikel 13, lid 3, eerste alinea
Artikel 13, lid 3, onder b) Artikel 13, lid 3, tweede alinea
Artikel 13, lid 3, onder c) Artikel 13, lid 3, derde alinea
Artikel 14, lid 1, onder a) Artikel 14, lid 1, eerste alinea
Artikel 14, lid 1, onder b) Artikel 14, lid 1, tweede alinea
Artikel 14, lid 1, onder c) Artikel 14, lid 1, derde alinea
Artikel 14, lid 2 Artikel 14, lid 2
Artikel 14, lid 3, onder a) Artikel 14, lid 3, eerste alinea
Artikel 14, lid 3, onder b) Artikel 14, lid 3, tweede alinea
Artikel 14, lid 3, onder c) Artikel 14, lid 3, derde alinea
Artikel 15, leden 1, 2 en 3 Artikel 15, leden 1, 2 en 3
Artikel 15, lid 4, onder a) Artikel 15, lid 4, eerste alinea
Artikel 15, lid 4, onder b) Artikel 15, lid 4, tweede alinea
Artikel 15, lid 4, onder c) Artikel 15, lid 4, derde alinea
Artikel 15, lid 4, onder d) Artikel 15, lid 4, vierde alinea
Artikel 15, leden 5 en 6 Artikel 15, leden 5 en 6
Artikel 16 Artikel 16
Artikel 17, lid 1 Artikel 17, lid 1
Artikel 17, lid 2, onder a) Artikel 17, lid 2
Artikel 17, lid 2, onder b) Artikel 17, lid 3
Artikel 18 Artikel 21
Artikel 19, lid 1, eerste alinea _______
Artikel 19, lid 1, tweede alinea Artikel 19, lid 1
Artikel 19, lid 2 _______
Artikel 19, lid 3 Artikel 18, lid 1
Artikel 19, lid 4 Artikel 18, lid 2
Artikel 19, lid 5 Artikel 18, lid 3
_______ Artikel 19, lid 2
_______ Artikel 20
Artikel 20 Artikel 22
Artikel 21 _______
_______ Artikel 23
Artikel 22 Artikel 24
Bijlage Bijlage I
_______ Bijlage II
_______ Bijlage III
_____________