Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking)

1.

Kerngegevens

Document­datum 24-07-2012
Publicatie­datum 26-07-2012
Kenmerk 12875/12
Van European Commission
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN Brussel, 24 juli 2012 (25.07)

DE EUROPESE UNIE (OR. en)

12875/12

Interinstitutioneel dossier:

2012/0196 (COD) i

ENV 641 PECHE 294 WTO 277

VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 19 juli 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012) 403 final i Betreft: Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (Herschikking)

Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, aan de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, is toegezonden.

Bijlage: COM(2012) 403 final i

12875/12 dp

DG E 1A NL

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 19.7.2012 COM(2012) 403 final i 2012/0196 (COD) i

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op

het desbetreffende handelsverkeer

(Herschikking)

NL NL

TOELICHTING

  • 1. 
    Bij haar besluit van 1 april 1987 1 heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle

    besluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

    • 2. 
      De Commissie heeft een aanvang gemaakt met de codificatie van Verordening (EG)

    nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild

    levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer 2 .

    De nieuwe verordening moest de verschillende handelingen die erin zijn verwerkt

    vervangen 3 .

    • 3. 
      Intussen is het Verdrag van Lissabon in werking getreden. Artikel 290 van het

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt dat de

    wetgever de bevoegdheid om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking

    vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van

    de wetgevingshandeling, kan overdragen aan de Commissie. Artikel 291 VWEU

    bepaalt dat de wetgever uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie kan toekennen

    indien het nodig is dat juridisch bindende handelingen van de Unie volgens

    eenvormige voorwaarden worden uitgevoerd. Overeenkomstig die artikelen door de

    Commissie vastgestelde handelingen worden volgens de terminologie van

    het VWEU „gedelegeerde handelingen” (artikel 290, lid 3), respectievelijk

    „uitvoeringshandelingen” (artikel 291, lid 4) genoemd.

    bevoegdheidsdelegatie of toekenning van uitvoeringsbevoegdheden passend kan zijn.

    De codificatie van Verordening (EG) nr. 338/97 i moet daarom worden omgezet in

    een herschikking, teneinde de noodzakelijke wijzigingen te kunnen opnemen.

    • 5. 
      Dit voorstel voor een herschikking is opgesteld op basis van een voorafgaande

    consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EG) nr. 338/97 i en de

    handelingen tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem

    van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie. Voor zover de artikelen zijn

    vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven

    in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de herschikte

    verordening.

    1 COM(87) 868 PV. 2 Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad:

    Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def i.

NL 2 NL

 338/97 (aangepast)

2012/0196 (COD) i

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op

het desbetreffende handelsverkeer

(Herschikking)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel ⌦ 192, lid 1 ⌫ , Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het voorstel aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 4 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 5 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure 6 ,

Overwegende hetgeen volgt:

 nieuw

(1) Verordening (EG) nr. 338/97 i van de Raad van 9 december 1996 inzake de

bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het

desbetreffende handelsverkeer 7 is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd 8 . Aangezien

nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking

van die verordening te worden overgegaan.

4 PB C […], […], blz. […].

5 PB C […], […], blz. […].

6 PB C […], […], blz. […].

7 PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.

8 Zie bijlage II.

 338/97 overweging 1

(aangepast)

nieuw

(2) ⌦ Deze verordening ⌫ heeft ten doel de ⌦ bescherming te waarborgen van in het

wild levende ⌫ dier- en plantensoorten ⌦ die door de ⌫ handel ⌦ worden

bedreigd ⌫ of zouden kunnen worden bedreigd .

 338/97 overweging 3

(3) De bepalingen van deze verordening doen geen afbreuk aan de strengere maatregelen

die de lidstaten met inachtneming van het Verdrag kunnen nemen of handhaven, met

name wat betreft het houden van specimens van soorten die onder deze verordening

vallen.

 338/97 overweging 4

(4) Het is van belang objectieve criteria vast te stellen voor het opnemen van in het wild

levende dier- en plantensoorten in de bijlagen bij deze verordening.

 338/97 overweging 5

(aangepast)

(5) De tenuitvoerlegging van deze verordening vergt dat er gemeenschappelijk

voorwaarden worden toegepast voor de afgifte, het gebruik en de overlegging van de

documenten in verband met de toestemming om specimens van de soorten die onder

deze verordening vallen, in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen of uit de ⌦ Unie ⌫ uit

te voeren dan wel weder uit te voeren. Het is van belang specifieke bepalingen vast te

stellen voor de doorvoer van specimens door de ⌦ Unie ⌫.

 338/97 overweging 6

(aangepast)

(6) Een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming, bijgestaan door de

wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, heeft tot taak, in voorkomende gevallen

met inachtneming van een advies van de wetenschappelijke adviesgroep, een

beslissing te nemen over de verzoeken om specimens in de ⌦ Unie ⌫ te mogen

binnenbrengen.

 338/97 overweging 7

(aangepast)

(7) ⌦ In het kader van ⌫ de bepalingen inzake wederuitvoer moeten worden

⌦ voorzien in ⌫ een raadplegingsprocedure om het risico van overtredingen te

beperken.

 338/97 overweging 8

(aangepast)

(8) Er kunnen, ten behoeve van een doeltreffende bescherming van in het wild levende

dier- en plantensoorten, aanvullende beperkingen worden opgelegd voor het

binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫.

Deze beperkingen voor levende specimens kunnen op ⌦ Unieniveau ⌫ worden

aangevuld met beperkingen voor het houden en het vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫.

 338/97 overweging 9

(9) Het is noodzakelijk specifieke bepalingen vast te stellen voor specimens die in

gevangenschap zijn geboren en opgegroeid of kunstmatig zijn voortgebracht, voor

specimens die onder persoonlijke bezittingen of huisraad vallen, alsmede voor

leningen, schenkingen of uitwisselingen voor niet-commerciële doeleinden tussen

bekende wetenschappers en erkende wetenschappelijke instellingen.

 338/97 overweging 10

(aangepast)

(10) Ten behoeve van een volledigere bescherming van de onder deze verordening vallende

soorten, is het noodzakelijk bepalingen vast te stellen voor de controle in de

⌦ Unie ⌫ op de handel en het vervoer van de soorten, alsmede op de manier waarop

deze worden ondergebracht. Voor de certificaten die uit hoofde van deze verordening

worden ⌦ afgegeven ⌫ en die bijdragen tot de controle op deze activiteiten, moeten

gemeenschappelijk regels worden vastgesteld inzake afgifte, geldigheid en gebruik.

 338/97 overweging 11

(aangepast)

(11) Er moeten maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen voor de levende

specimens van het vervoer naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, zo gering mogelijk te

houden.

 338/97 overweging 12

(aangepast)

(12) Ten behoeve van een doeltreffende controle en ter vergemakkelijking van de

douaneprocedure, is het van belang douanekantoren aan te wijzen die over

gekwalificeerd personeel beschikken en die zullen worden belast met het vervullen

van de nodige formaliteiten en bijbehorende verificaties bij het binnenbrengen in de

⌦ Unie ⌫ teneinde de specimens een douanebestemming te geven in de zin van

Verordening (EEG) [nr. 2913/92] van de Raad [van 12 oktober 1992] tot vaststelling

van het communautair douanewetboek 9 , of bij uitvoer of wederuitvoer uit de

⌦ Unie ⌫. Men dient eveneens te beschikken over voorzieningen die garanderen dat

de levende specimens zorgvuldig worden ondergebracht en behandeld.

 338/97 overweging 13

(13) Voor de tenuitvoerlegging van deze verordening door de lidstaten moeten ook

administratieve instanties en wetenschappelijke autoriteiten worden aangewezen.

 338/97 overweging 14

(14) Voorlichting en bewustmaking van het publiek, met name op de grensposten, over de

uitvoeringsbepalingen van deze verordening, kunnen de naleving van deze bepalingen

vergemakkelijken.

 338/97 overweging 15

(15) Ten behoeve van een doeltreffende toepassing van deze verordening, moeten de

lidstaten aandachtig toezien op de naleving van haar bepalingen en moeten zij daartoe

nauw met elkaar en met de Commissie samenwerken. Dit vereist dat er informatie in

verband met de tenuitvoerlegging van deze verordening wordt doorgegeven.

 338/97 overweging 16

(16) Het toezicht op de omvang van het handelsverkeer in de in het wild levende dier- en

plantensoorten die onder deze verordening vallen, is van cruciaal belang voor de

beoordeling van de effecten van de handel op de staat van instandhouding van de

soorten. Er moeten gedetailleerde jaarverslagen worden opgesteld volgens een

gemeenschappelijk model.

9 PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

 338/97 overweging 17

(17) Het is voor de naleving van deze verordening van belang dat de lidstaten aan personen

die inbreuken plegen adequate sancties opleggen die in een passende verhouding staan

tot de aard en de ernst daarvan.

 338/97 overweging 19

(18) Gezien de talrijke biologische en ecologische aspecten die bij de tenuitvoerlegging van

deze verordening in aanmerking moeten worden genomen, is het van belang een

wetenschappelijke studiegroep op te richten waarvan de adviezen door de Commissie

aan het comité en aan de administratieve instanties van de lidstaten zullen worden

meegedeeld teneinde deze bij hun besluitvorming te helpen.

 398/2009 overweging 4

(aangepast)

nieuw

(19) Teneinde bepaalde niet-essentiële onderdelen van deze verordening aan te vullen of

te wijzigen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om

overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese

Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de aanneming van bepaalde

maatregelen om de handel in in het wild levende dier- en plantensoorten te reguleren,

⌦ van ⌫ bepaalde wijzigingen in de bijlagen bij ⌦ deze ⌫ verordening alsook

⌦ van ⌫ bijkomende maatregelen om de resoluties van de partijen bij de

Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende

dier- en plantensoorten” (CITES) (hierna „de Overeenkomst” genoemd), besluiten of

aanbevelingen van het Permanent Comité van de Overeenkomst, en de aanbevelingen

van het secretariaat van de Overeenkomst ten uitvoer te leggen. Daar het maatregelen

van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van

verordening, onder meer door deze aan te vullen met nieuwe niet-essentiële

onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met

toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG i. Het is van bijzonder belang dat

de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging

overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding

en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende

documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het

Europees Parlement en aan de Raad.

 nieuw

(20) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening,

moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die

bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met

Verordening (EU) nr. 182/2011 i van het Europees Parlement en de Raad

van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die

van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de

uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 10 ,

 338/97

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

 338/97 (aangepast) nieuw

Deze verordening heeft ten doel, in het wild levende dier- en plantensoorten te beschermen en in stand te houden door de controle op het desbetreffende handelsverkeer overeenkomstig de artikelen ⌦ 2 tot en met 22 en de bijlagen A tot en met D, zoals weergegeven in bijlage I, hierna „bijlage A”, „bijlage B”, „bijlage C” en „bijlage D” genoemd ⌫. Deze verordening is van toepassing met inachtneming van de doelstellingen, beginselen en bepalingen van de in artikel 2, onder b), omschreven Overeenkomst.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    „het comité”: het ⌦ in ⌫ artikel 21, lid 1, ⌦ bedoelde ⌫ comité;
  • b) 
    „de Overeenkomst”: de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde

in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES);

  • c) 
    „land van herkomst”: land waar een specimen is gevangen of aan de natuur is

onttrokken, in gevangenschap is gekweekt of door kunstmatige voortplanting is

verkregen;

  • d) 
    „kennisgeving van invoer”: de kennisgeving die op het moment dat een specimen

van een in bijlage C of D genoemde soort in de ⌦ Unie ⌫ wordt binnengebracht,

door de invoerder, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger wordt gedaan op het in

artikel 19, lid 2, bedoelde een volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure

door de Commissie voorgeschreven formulier;

10 PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.

  • e) 
    „aanvoer vanuit zee”: het rechtstreeks binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat is onttrokken aan het mariene milieu dat niet tot het rechtsgebied van enige staat behoort, met inbegrip van het luchtruim boven de zee en de zeebodem en ondergrond daaronder; f) „afgifte”: de afhandeling van de gehele procedure van het opstellen en valideren van

een vergunning of certificaat, alsmede de overhandiging daarvan aan de aanvrager;

  • g) 
    „administratieve instantie”: een nationale administratieve instantie die wordt

aangewezen overeenkomstig artikel 13, lid 1, waar het een lidstaat betreft en

overeenkomstig artikel IX van de Overeenkomst waar het een derde land betreft dat

partij is bij de Overeenkomst;

  • h) 
    „lidstaat van bestemming”: de lidstaat van bestemming die wordt vermeld in het

document voor de uitvoer of de wederuitvoer van een specimen; in geval van

aanvoer vanuit zee de lidstaat waaronder de plaats van bestemming van een

specimen ressorteert;

  • i) 
    „ ⌦ ten verkoop aanbieden ⌫ ”: het te koop aanbieden alsmede elke handeling die

redelijkerwijs als dusdanig uitgelegd kan worden, met inbegrip van rechtstreekse of

onrechtstreekse reclame met het oog op verkoop en het uitnodigen tot zaken doen;

  • j) 
    „persoonlijke bezittingen of huisraad”: dode specimens alsmede delen en producten

daarvan, die een particulier toebehoren en die deel uitmaken van zijn gewone

persoonlijke bezittingen of daartoe bestemd zijn;

  • k) 
    „plaats van bestemming”: de plaats die op het moment van het binnenbrengen van de

specimens in de ⌦ Unie ⌫ geldt als hun voorziene gewone bewaarplaats; voor

levende specimens is dit de eerste plaats waar zij naar verwachting zullen worden

ondergebracht na afloop van een eventuele quarantaine of enige andere vorm van

isolatie ten behoeve van sanitaire keuring en controle;

  • l) 
    „populatie”: een volledige in biologisch of geografisch opzicht onderscheiden groep

individuen;

  • m) 
    „overwegend commerciële doeleinden”: alle doeleinden waarvan de nietcommerciële

aspecten niet duidelijk de overhand hebben;

  • n) 
    „wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫”: uitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van een specimen dat

daar eerder is binnengebracht;

  • o) 
    „reïntroductie in de ⌦ Unie ⌫”: het binnenbrengen van een specimen dat eerder

werd uitgevoerd of wederuitgevoerd;

  • p) 
    „verkoop”: alle vormen van verkoop. Voor de toepassing van deze verordening

worden huur, ruil of uitwisseling gelijkgesteld met verkoop; uitdrukkingen van

dezelfde strekking worden in dezelfde zin geïnterpreteerd;

  • q) 
    „wetenschappelijke autoriteit”: een door een lidstaat overeenkomstig artikel 13, lid 2,

of door een derde land dat partij is bij de Overeenkomst conform artikel IX van de

Overeenkomst, aangewezen wetenschappelijke autoriteit;

  • r) 
    „wetenschappelijke studiegroep”: het bij artikel 17 ingestelde adviesorgaan;
  • s) 
    „soort”: een soort, ondersoort of populatie daarvan;
  • t) 
    „specimen”: elk dier of elke plant, dood of levend, van de in de bijlagen A tot en

met D genoemde soorten, elk deel daarvan en elk daarvan verkregen product, al dan

niet in andere goederen vervat, alsmede alle goederen waarvan op grond van een

bewijsstuk, verpakking, merkteken of etiket of enige andere omstandigheid moet

worden aangenomen dat het gaat om delen of producten van tot deze soorten

behorende dieren of planten, tenzij deze delen of producten door middel van een

aanduiding in die zin in de bijlagen waarin de betrokken soorten worden genoemd,

expliciet van het toepassingsgebied van deze verordening of van de bepalingen met

betrekking tot de betrokken bijlage zijn uitgesloten.

Een specimen wordt beschouwd als een specimen behorend tot één van de in de

bijlagen A tot en met D genoemde soorten indien het een dier of een plant is, dan wel

een deel of een afgeleid product van een dier of een plant, waarvan ten minste één

„ouder” tot een dergelijke soort behoort. Wanneer de „ouders” van een dergelijk dier

of een dergelijke plant behoren tot soorten die in verschillende bijlagen worden

genoemd, of tot soorten waarvan er slechts één in een bijlage wordt genoemd, zijn de

bepalingen van de meest restrictieve bijlage van toepassing. Voor specimens van

hybride planten waarvan slechts een „ouder” behoort tot een in bijlage A genoemde

soort, zijn de bepalingen van de meest restrictieve bijlage evenwel slechts van

toepassing indien zulks met betrekking tot deze soort in de bijlage is vermeld;

  • u) 
    „handel”: het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ met inbegrip van de aanvoer vanuit

zee, de uitvoer en wederuitvoer vanuit de ⌦ Unie ⌫ en het gebruik, het vervoer en

de overdracht van eigendom, in de ⌦ Unie ⌫ of in een lidstaat, van specimens

waarop de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn;

  • v) 
    „doorvoer”: het vervoeren van specimens tussen twee punten buiten de ⌦ Unie ⌫

via het grondgebied van de ⌦ Unie ⌫, naar een met name genoemde consignataris

en zonder andere onderbrekingen van de reis dan die welke bij deze vorm van

vervoer onvermijdelijk zijn;

  • w) 
    „meer dan 50 jaar geleden verkregen bewerkte specimens”: specimens die

vóór 3 maart 1947 ter vervaardiging van juwelen, decoratie, kunstvoorwerpen,

gebruiksvoorwerpen of muziekinstrumenten zijn gebracht in een toestand die grondig

verschilt van hun natuurlijke ruwe staat en waarvan ten genoegen van de

administratieve instantie van de betrokken lidstaat is aangetoond dat zij onder die

voorwaarden zijn verworven. Dergelijke specimens gelden enkel als bewerkt indien

zij duidelijk passen in een van de genoemde categorieën en indien zij de beoogde

functie kunnen vervullen zonder dat daarvoor nog snijwerk, bewerking of verdere

afwerking nodig zijn;

  • x) 
    „controles bij het binnenbrengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de doorvoer”: de

documentcontrole betreffende de bij deze verordening vereiste certificaten,

vergunningen en kennisgevingen en, indien bepalingen ⌦ van de Unie ⌫ zulks

voorschrijven of in de overige gevallen door een representatieve steekproef van de

zendingen, het onderzoek van specimens, eventueel vergezeld van een

monsterneming voor een grondiger onderzoek of controle.

Artikel 3

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Bijlage A omvat:
  • a) 
    de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor de lidstaten geen

voorbehoud hebben gemaakt;

  • b) 
    soorten:
  • i) 
    die voor gebruik in de ⌦ Unie ⌫ afgenomen worden of kunnen worden of

die het voorwerp van internationale handel uitmaken of kunnen uitmaken, en

die met uitsterven bedreigd worden dan wel zo zeldzaam zijn dat ook het meest

beperkte handelsverkeer het voortbestaan van de soort in gevaar zou brengen;

of

  • ii) 
    die behoren tot een genus waarvan de meeste soorten, of die een soort vormen

waarvan de meeste ondersoorten, op basis van de onder a) of onder b), i),

vermelde criteria in bijlage A zijn opgenomen en die zelf ook in die bijlage

dienen te worden opgenomen, omdat anders een doeltreffende bescherming

van de beoogde taxa onmogelijk is.

  • 2. 
    Bijlage B omvat:
  • a) 
    de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A zijn

opgenomen, en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;

  • b) 
    de in bijlage I bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is

gemaakt;

  • c) 
    niet in de bijlagen I of II bij de Overeenkomst opgenomen soorten:
  • i) 
    die het voorwerp uitmaken van zoveel internationale handel dat deze een

bedreiging zou kunnen vormen:

– voor het voortbestaan van deze soorten, of het voortbestaan van de

populaties daarvan in bepaalde landen; of

– voor de instandhouding van de populatie op een voldoende getalsterkte

opdat deze soorten in de ecosystemen waarin ze voorkomen hun rol naar

behoren zouden kunnen vervullen;

of

  • ii) 
    waarvan de opneming in de bijlage, gezien hun uiterlijke gelijkenis met andere

in bijlage A of B opgenomen soorten, onontbeerlijk is om de handel in tot deze

soorten behorende specimens daadwerkelijk te kunnen controleren;

  • d) 
    soorten waarvan vaststaat dat het binnenbrengen van levende specimens in het

natuurlijk milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor

inheemse, in het wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.

  • 3. 
    Bijlage C omvat: a) de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten die niet in bijlage A of B

zijn opgenomen en waarvoor de lidstaten geen voorbehoud hebben gemaakt;

  • b) 
    de in bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud is

gemaakt.

  • 4. 
    Bijlage D omvat:
  • a) 
    niet in de bijlagen A, B en C vermelde soorten waarvan de omvang van de invoer in

de ⌦ Unie ⌫ een controle rechtvaardigt;

  • b) 
    de in bijlage III bij de Overeenkomst opgenomen soorten waarvoor een voorbehoud

is gemaakt.

  • 5. 
    Waar het bestand van de soorten die onder deze verordening vallen, hun opname in één van

de bijlagen bij de Overeenkomst noodzakelijk maakt, zullen de lidstaten aan de nodige

wijzigingen bijdragen.

Artikel 4

Binnenbrengen in deUnie

  • 1. 
    Specimens van in bijlage A genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden

binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan

de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die

werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming.

Die invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6

opgelegde beperkingen en indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a) 
    uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep is de bevoegde

wetenschappelijke autoriteit van mening dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫:

  • i) 
    geen nadelig effect zal hebben op de instandhouding of op de omvang van het

verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;

  • ii) 
    geschiedt:

– voor een van de in artikel 8, lid 3, onder e), f) en g), genoemde

doeleinden; dan wel

– voor andere doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet

nadelig beïnvloeden;

  • b) 
    i) de aanvrager bewijst dat de specimens zijn verkregen overeenkomstig de

wetgeving betreffende de bescherming van de betrokken soort, hetgeen, in het

geval van de invoer uit derde landen van specimens van een in de bijlagen bij

de Overeenkomst opgenomen soort inhoudt dat een conform de Overeenkomst

door een bevoegde autoriteit van het land van uitvoer of wederuitvoer

afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of een kopie daarvan,

dient te worden overgelegd;

  • ii) 
    voor de afgifte van een invoervergunning voor de soorten die in bijlage A zijn

opgenomen op grond van artikel 3, lid 1, onder a), is een dergelijk bewijsstuk

evenwel niet vereist, maar de originele invoervergunning wordt pas aan de

aanvrager overhandigd, nadat hij een uitvoervergunning of

wederuitvoercertificaat heeft voorgelegd;

  • c) 
    de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft de zekerheid verkregen dat levende

specimens op de plaats van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die

beschikken over adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en

goed te verzorgen;

  • d) 
    de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat het specimen niet voor

overwegend commerciële doeleinden gebruikt zal worden;

  • e) 
    de administratieve instantie heeft via overleg met de bevoegde wetenschappelijke

autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten in verband met de

instandhouding van de soort pleiten tegen de afgifte van de invoervergunning; en

  • f) 
    in geval van aanvoer vanuit zee heeft de administratieve instantie de zekerheid

verkregen dat levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer worden

gereedgemaakt en verzonden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe

behandeling worden voorkomen.

  • 2. 
    Specimens van in bijlage B genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden

binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan

de grens waar de specimens worden binnengebracht, een invoervergunning is voorgelegd die

werd afgegeven door een administratieve instantie van de lidstaat van bestemming.

De invoervergunning mag enkel worden afgegeven met inachtneming van de in lid 6

opgelegde beperkingen en wanneer:

  • a) 
    de bevoegde wetenschappelijke autoriteit, na onderzoek van de beschikbare

gegevens en uitgaande van het advies van de wetenschappelijke studiegroep, oordeelt

dat het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, rekening houdend met het huidige of te

verwachten niveau van de handel, geen nadelig effect zal hebben op de

instandhouding of op de omvang van het verspreidingsgebied van de populatie van

de betrokken soort. Dit advies blijft geldig voor latere invoer, zolang de

bovenvermelde elementen niet ingrijpend zijn gewijzigd;

  • b) 
    de aanvrager aan de hand van documenten staaft dat levende specimens op de plaats

van bestemming zullen worden ondergebracht in ruimten die beschikken over

adequate voorzieningen om de specimens in stand te houden en goed te verzorgen;

  • c) 
    aan de voorwaarden van lid 1, onder b), i), e) en f), is voldaan.
  • 3. 
    Specimens van de in bijlage C genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan, en: a) de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat met betrekking tot de betrokken

soort in bijlage C is genoemd, door middel van een overeenkomstig de Overeenkomst door een daartoe bevoegde autoriteit van het betrokken land afgegeven uitvoervergunning staaft dat de specimens zijn verkregen in overeenstemming met de nationale wetgeving inzake de instandhouding van de

betrokken soort; of

  • b) 
    de aanvrager, in geval van uitvoer uit een land dat niet met betrekking tot de

betrokken soort in bijlage C is genoemd, of in geval van wederuitvoer uit welk land

ook, een overeenkomstig de Overeenkomst door een bevoegde autoriteit van het land

van uitvoer of wederuitvoer afgegeven uitvoervergunning, wederuitvoercertificaat of

certificaat van oorsprong voorlegt.

  • 4. 
    Specimens van de in bijlage D genoemde soorten mogen slechts in de ⌦ Unie ⌫ worden

binnengebracht, indien de nodige controles zijn verricht en vooraf in het douanekantoor aan

de grens waar de specimens worden binnengebracht kennisgeving van invoer is gedaan.

  • 5. 
    De in lid 1, onder a) en d), en in lid 2, onder a), b) en c), genoemde voorwaarden voor de

afgifte van een invoervergunning zijn niet van toepassing op specimens waarvoor de

aanvrager aan de hand van een document bewijst:

  • a) 
    dat zij voorheen langs legale weg in de ⌦ Unie ⌫ zijn binnengebracht of

verworven en dat zij, al dan niet gewijzigd, opnieuw in de ⌦ Unie ⌫ worden

binnengebracht; of

  • b) 
    dat het bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen.

 398/2009 art. 1, punt. 1, a)

(aangepast)

nieuw

  • 6. 
    In overleg met de betrokken landen van herkomst kan de Commissie volgens de in

artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure en met inachtneming van de adviezen van de

wetenschappelijke studiegroep kan de Commissie door middel van

uitvoeringshandelingen algemene — of bepaalde landen van herkomst betreffende —

beperkingen opleggen ten aanzien van het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫:

 338/97 (aangepast)

  • a) 
    van specimens van in bijlage A genoemde soorten, op basis van de in lid 1,

onder a), i), of e), genoemde voorwaarden;

  • b) 
    van specimens van in bijlage B genoemde soorten, op basis van de in lid 1, onder e),

of lid 2, onder a), genoemde voorwaarden; en

  • c) 
    van levende specimens van in bijlage B genoemde soorten die een grote sterfte

tijdens het vervoer vertonen of waarvan vaststaat dat zij in gevangenschap een

drastisch verlaagde levensverwachting hebben; of

  • d) 
    van levende specimens van soorten waarvan vaststaat dat introductie in het natuurlijk

milieu van de ⌦ Unie ⌫ een ecologische bedreiging vormt voor inheemse in het

wild levende dier- en plantensoorten van de ⌦ Unie ⌫.

 nieuw

De in de eerste alinea bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2,

bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 338/97 (aangepast)

De Commissie maakt elk kwartaal een lijst van de eventuele ⌦ overeenkomstig de eerste

alinea opgelegde ⌫ beperkingen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend.

 398/2009 art. 1, punt. 1, b)

(aangepast)

nieuw

  • 7. 
    Indien bepaalde specimens, ⌦ nadat ⌫ zij in de ⌦ Unie zijn ⌫ binnengebracht, op

schepen worden overgeladen, dan wel per vliegtuig of per spoor worden vervoerd, is de

Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met

betrekking tot het toestaan van worden door de Commissie ontheffingen toegestaan op de

in de leden 1 tot en met 4 ⌦ van dit artikel ⌫ bedoelde controle en voorlegging van

invoerdocumenten in het douanekantoor aan de grens waar zij worden binnengebracht, zodat

deze controle en voorlegging in een ander, overeenkomstig artikel 12, lid 1, aangewezen

douanekantoor kunnen geschieden.

Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen

door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde

regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97 (aangepast)

Artikel 5

Uitvoer of wederuitvoer uit deUnie

  • 1. 
    Specimens van de in bijlage A genoemde soorten mogen slechts uit de ⌦ Unie ⌫

uitgevoerd of wederuitgevoerd worden indien de nodige controles zijn verricht en vooraf bij

het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een uitvoervergunning of

wederuitvoercertificaat is voorgelegd, dat is afgegeven door een administratieve instantie van

de lidstaat waar de specimens zich bevinden.

  • 2. 
    Voor de in bijlage A genoemde specimens mag enkel een uitvoervergunning worden

afgegeven indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a) 
    de bevoegde wetenschappelijke autoriteit heeft in een schriftelijk advies gesteld dat

het vangen of verzamelen van de specimens of de uitvoer daarvan geen nadelig effect

heeft op de instandhouding van de soort of op de omvang van het

verspreidingsgebied van de populatie van de betrokken soort;

  • b) 
    de aanvrager staaft aan de hand van documenten dat de specimens verkregen zijn

overeenkomstig de vigerende wetgeving betreffende de bescherming van de

betrokken soort; indien de aanvraag wordt ingediend bij een andere lidstaat dan de

lidstaat van herkomst, kan zulks geschieden door middel van een certificaat waarin

wordt verklaard dat het specimen aan zijn natuurlijk milieu is onttrokken

overeenkomstig de vigerende wetgeving op zijn grondgebied;

  • c) 
    de administratieve instantie heeft de zekerheid verkregen dat:
  • i) 
    levende specimens op een zodanige wijze voor vervoer gereed gemaakt en

verzonden zullen worden dat de risico's van verwonding, ziekte of ruwe

behandeling tot een minimum beperkt zijn; en

  • ii) 
    – de specimens van soorten die niet in bijlage I bij de Overeenkomst zijn

vermeld, niet voor overwegend commerciële doeleinden zullen worden

gebruikt; of

– in geval van uitvoer van specimens van de in artikel 3, lid 1, onder a),

bedoelde soorten naar een Staat die partij is bij de Overeenkomst, een

invoervergunning is afgegeven;

en

  • d) 
    de administratieve instantie van de lidstaat heeft via overleg met de bevoegde

wetenschappelijke autoriteit de zekerheid verkregen dat er geen andere argumenten

in verband met de instandhouding van de soort pleiten tegen afgifte van de

uitvoervergunning.

  • 3. 
    Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2,

onder c) en d), genoemde voorwaarden en de aanvrager aan de hand van documenten bewijst

dat de specimens:

  • a) 
    overeenkomstig de bepalingen van deze verordening in de ⌦ Unie ⌫ werden

binnengebracht; of

NL 16 NL

werden binnengebracht, indien dit plaatsvond vóór de inwerkingtreding van de

onderhavige verordening maar na 3 maart 1997; of ⌫

  • c) 
    in de internationale handel zijn gebracht overeenkomstig de bepalingen van de

Overeenkomst, indien het gaat om vóór 1984 in de ⌦ Unie ⌫ binnengebrachte

specimens; of

  • d) 
    langs ⌦ legale ⌫ weg op het grondgebied van een lidstaat werden binnengebracht

voordat de in de onder a) en b) bedoelde verordeningen of de Overeenkomst op die

specimens, of in die lidstaat, van toepassing werden.

  • 4. 
    Specimens van de in de bijlagen B en C genoemde soorten mogen slechts uit de

⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd indien de nodige controles zijn verricht

en vooraf bij het douanekantoor waar de uitvoerformaliteiten worden vervuld, een

uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat is voorgelegd die/dat werd afgegeven door een

administratieve instantie van de lidstaat waar de specimens zich bevinden.

Een uitvoervergunning mag enkel worden afgegeven indien aan de in lid 2, onder a), b), c), i),

en d), genoemde voorwaarden is voldaan.

Een wederuitvoercertificaat mag enkel worden afgegeven indien is voldaan aan de in lid 2,

onder c), i) en d), en in lid 3, onder a), b), c), en d), genoemde voorwaarden.

 398/2009 art. 1, punt. 2, a)

(aangepast)

nieuw

  • 5. 
    Indien een aanvraag voor een wederuitvoercertificaat betrekking heeft op specimens die bij

binnenkomst in de ⌦ Unie ⌫ vergezeld gingen van een door een andere lidstaat afgegeven

invoervergunning, pleegt de administratieve instantie vooraf overleg met de administratieve

instantie die de invoervergunning heeft afgegeven. De Commissie is bevoegd

overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de

vaststelling van de overlegprocedures en de gevallen waarin overleg vereist is. worden

door de Commissie vastgesteld. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van

deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel

18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97

  • 6. 
    De in lid 2, onder a) en c), ii), genoemde voorwaarden voor de afgifte van een

uitvoervergunning of wederuitvoercertificaat zijn niet van toepassing op:

  • a) 
    bewerkte specimens die meer dan 50 jaar geleden werden verkregen; of

338/97 (aangepast)

  • b) 
    dode specimens, delen daarvan en van deze specimens verkregen producten

waarvoor de aanvrager aan de hand van documenten kan bewijzen dat zij langs

legale weg zijn verkregen voordat de bepalingen van deze verordening, ⌦ van

Verordening (EG) nr. 338/97 i, ⌫ van Verordening (EEG) nr. 3626/82 i of van de

Overeenkomst daarop van toepassing werden.

 338/97

  • 7. 
    De bevoegde wetenschappelijke autoriteit van elke lidstaat controleert de door die lidstaat

afgegeven uitvoervergunningen voor specimens van de in bijlage B opgenomen soorten

alsmede de daadwerkelijke uitvoer van deze specimens. Zodra een wetenschappelijke

autoriteit van oordeel is dat de uitvoer van specimens behorend tot een dergelijke soort

beperkt dient te worden met het oog op de instandhouding van die soort in haar gehele areaal

op een niveau waarop zij haar rol in het ecosysteem waarin ze voorkomt naar behoren kan

vervullen, en ver boven het niveau waarop zij overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), of

onder b), i), voor opneming in bijlage A in aanmerking zou komen, deelt de

wetenschappelijke autoriteit de bevoegde administratieve instantie schriftelijk mee welke de

gepaste maatregelen zijn die moeten worden genomen om de afgifte van uitvoervergunningen

voor de specimens van deze soort te beperken.

 398/2009 art. 1, punt 2, b)

(aangepast)

nieuw

Wanneer een administratieve instantie van in de eerste alinea bedoelde maatregelen op de

hoogte is gebracht, deelt zij die — tezamen met haar opmerkingen — mee aan de Commissie.

De Commissie beveelt, indien nodig, door middel van uitvoeringshandelingen volgens

de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure beveelt de Commissie eventueel

uitvoerbeperkingen met betrekking tot de betrokken soort aan. Die uitvoeringshandelingen

worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 338/97

Artikel 6

Afwijzing van aanvragen voor in de artikelen 4, 5 en 10 bedoelde vergunningen en

certificaten

  • 1. 
    Wanneer een lidstaat een aanvraag voor een vergunning of certificaat afwijst en wanneer

het in het licht van de doelstellingen van deze verordening gaat om een significant geval, stelt

hij de Commissie daarvan onverwijld in kennis en deelt hij haar de redenen van zijn afwijzing

mee.

  • 2. 
    Met het oog op de eenvormige toepassing van deze verordening deelt de Commissie aan de andere lidstaten de informatie mee die zij overeenkomstig lid 1 heeft verkregen. 3. Wanneer een vergunning of certificaat wordt aangevraagd voor specimens waarvoor eerder een dergelijke aanvraag werd afgewezen, dient de aanvrager de bevoegde instantie waarbij de aanvraag wordt ingediend van deze vroegere afwijzing op de hoogte te brengen. 4. De lidstaten erkennen de afwijzing van aanvragen door de bevoegde instanties van de andere lidstaten wanneer deze op bepalingen van de onderhavige verordening gebaseerd zijn. De eerste alinea is evenwel niet van toepassing indien de omstandigheden fundamenteel gewijzigd zijn of indien een aanvraag stoelt op nieuwe documenten. Indien een administratieve instantie in dergelijke gevallen een vergunning of certificaat afgeeft, brengt zij de Commissie van deze afgifte en van de redenen daarvoor op de hoogte.

     338/97 nieuw

Artikel 7

Afwijkingen

1. In gevangenschap geboren en gefokte of kunstmatig gekweekte specimens

Met uitzondering van de toepassing van artikel 8 zijn op specimens van de in

bijlage A genoemde soorten die in gevangenschap zijn geboren en gefokt of

kunstmatig zijn gekweekt, de bepalingen van toepassing die gelden voor specimens

van in bijlage B genoemde soorten.

Voor kunstmatig gekweekte planten kan van het bepaalde in de artikelen 4 en 5

worden afgeweken onder bijzondere welbepaalde, door de Commissie vast te

stellen voorwaarden.

 398/2009 art. 1, punt 3, a)

(aangepast)

nieuw

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen

vast te stellen met betrekking tot:

  • a) 
    de criteria aan de hand waarvan moet worden uitgemaakt of een specimen in

gevangenschap geboren en gefokt of kunstmatig gekweekt is en of dit al dan

niet voor handelsdoeleinden gebeurde;

  • b) 
    de in de tweede alinea van dit lid bedoelde bijzondere voorwaarden inzake:
  • i) 
    het gebruik van fytosanitaire certificaten;
  • ii) 
    de transacties van ingeschreven handelaren en van de in lid 4 van dit

artikel bedoelde wetenschappelijke instellingen; en

  • iii) 
    de handel in hybride specimens.

Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te

wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3,

bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97 (aangepast)

2. Doorvoer

In afwijking van artikel 4 zijn, indien een specimen via de ⌦ Unie ⌫ wordt

doorgevoerd, de controle en de overlegging van de voorgeschreven vergunningen,

certificaten en kennisgevingen in het douanekantoor aan de grens waar de specimens

worden binnengebracht, niet vereist.

In het geval van soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1 en lid 2, onder a) en b), in

de bijlagen zijn opgenomen, is de in de eerste alinea van dit lid bedoelde afwijking

alleen van toepassing indien een geldig document voor uitvoer of wederuitvoer zoals

in de Overeenkomst is bepaald, dat overeenkomt met de specimens waarvoor het als

begeleidend document dient, en waarin de bestemming van het specimen nader

wordt vermeld, is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het derde land van

uitvoer of wederuitvoer.

 398/2009 art. 1, punt 3, b) nieuw

Indien het in de tweede alinea bedoelde document niet vóór de uitvoer of wederuitvoer is afgegeven, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het in voorkomend geval verbeurd worden verklaard, tenzij het document achteraf toch wordt overgelegd onder de bijzondere door de Commissie vastgestelde voorwaarden. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in

artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

 nieuw

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast

te stellen met betrekking tot de bijzondere voorwaarden voor het achteraf overleggen

van een document voor uitvoer of wederuitvoer.

 398/2009 art. 1, punt 3, c)

(aangepast)

nieuw

3. Persoonlijke bezittingen en huisraad

In afwijking van de artikelen 4 en 5 zijn de daarin vervatte bepalingen niet van

toepassing op dode specimens, delen daarvan of daaruit verkregen producten van

soorten genoemd in de bijlagen A tot en met D die vallen onder persoonlijke

bezittingen of huisraad die in de ⌦ Unie ⌫ worden binnengebracht dan wel uit de

⌦ Unie ⌫ worden uitgevoerd of wederuitgevoerd, in overeenstemming met

bijzondere bepalingen. die door de Commissie worden vastgesteld. Deze

maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen

door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde

regelgevingsprocedure met toetsing.

 nieuw

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast

te stellen met betrekking tot de bijzondere bepalingen betreffende de binnenbrenging,

uitvoer of wederuitvoer van persoonlijke bezittingen of huisraad.

 398/2009 art. 1, punt 3, c)

(aangepast)

4. Wetenschappelijke instellingen

De in de artikelen 4, 5, 8 en 9 bedoelde documenten behoeven niet te worden

overgelegd wanneer het gaat om uitlening, schenking of uitwisseling voor

niet-commerciële doeleinden tussen wetenschappers en wetenschappelijke

instellingen die door een administratieve instantie van de staat waarin zij zijn

gevestigd, zijn ingeschreven, van specimens uit herbaria en van andere

geconserveerde gedroogde of ingesloten specimens uit musea en van levende planten

die voorzien zijn van een etiket waarvan het model wordt vastgesteld

⌦ overeenkomstig de tweede alinea van dit lid ⌫ volgens de in artikel 18, lid 2,

bedoelde regelgevingsprocedure of van een gelijksoortig etiket, afgegeven of

goedgekeurd door een administratieve instantie van een derde land.

 nieuw

De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen een model vast voor een

etiket voor levende planten. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in

artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 338/97 (aangepast)

Artikel 8

Bepalingen betreffende de controle op handelsactiviteiten

  • 1. 
    De aankoop, het te koop vragen, de verwerving voor commerciële doeleinden, het

tentoonstellen voor commerciële doeleinden, het gebruik met winstoogmerk en het verkopen,

het in bezit hebben met het oog op verkoop, het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met

het oog op verkoop van specimens van de in bijlage A genoemde soorten, is verboden.

  • 2. 
    De lidstaten kunnen het in bezit hebben van specimens, met name van tot de in bijlage A

genoemde soorten behorende levende dieren, verbieden.

  • 3. 
    In overeenstemming met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫

betreffende de instandhouding van wilde fauna en flora kan per geval ontheffing van de in

lid 1 genoemde verbodsbepalingen worden verleend door afgifte van een daartoe strekkend

certificaat door een administratieve instantie van de lidstaat waarin de specimens zich

bevinden, indien de specimens:

  • a) 
    werden verkregen of ⌦ in de Unie ⌫ werden binnengebracht voordat de

bepalingen betreffende de soorten als genoemd in bijlage I bij de Overeenkomst of in

bijlage C 1 bij Verordening (EEG) nr. 3626/82 i of in bijlage A bij

Verordening (EG) nr. 338/97 i of bij ⌫ de onderhavige verordening, van

toepassing werden op die specimens; of

  • b) 
    bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden zijn verkregen; of
  • c) 
    in de ⌦ Unie ⌫ werden binnengebracht overeenkomstig de bepalingen van

Verordening (EG) nr. 338/97 i of van ⌫ deze verordening en bestemd zijn om te

worden gebruikt voor doeleinden die het voortbestaan van de betrokken soort niet

nadelig beïnvloeden; of

 338/97

  • d) 
    in gevangenschap geboren en gefokte specimens zijn van een diersoort of kunstmatig

gekweekte specimens van een plantensoort of een deel van zo'n dier of zo'n plant zijn

of daaruit zijn verkregen; of

  • e) 
    onder bijzondere omstandigheden en met naleving van Richtlijn 86/609/EEG i van de

    Raad 12 nodig zijn met het oog op de vooruitgang van de wetenschap of voor

    belangrijke biomedische doeleinden indien de betrokken soort de enige blijkt te zijn die daarvoor geschikt is, en geen in gevangenschap geboren en gefokte specimens van die soort beschikbaar zijn; of

NL 22 NL

  • f) 
    bestemd zijn voor fok- of kweekdoeleinden en dientengevolge zullen bijdragen tot de instandhouding van de betrokken soorten; of g) bestemd zijn voor onderzoek of onderwijs dat de bescherming of de instandhouding

van de soort op het oog heeft; of

  • h) 
    van oorsprong zijn uit een lidstaat en overeenkomstig de in die lidstaat geldende

wetgeving aan hun natuurlijk milieu werden onttrokken.

 398/2009 art. 1, punt 4

(aangepast)

nieuw

  • 4. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te

stellen met betrekking tot kan, algemene afwijkingen van de verbodsbepalingen van lid 1

van dit artikel, ⌦ op basis van de voorwaarden van lid 3 ⌫ vaststellen, alsmede algemene

⌦ afwijkingen ⌫ met betrekking tot de soorten die overeenkomstig artikel 3, lid 1,

onder b), ii), in bijlage A zijn opgenomen. Dergelijke afwijkingen moeten in

overeenstemming zijn met de voorschriften van andere wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake

de instandhouding van wilde fauna en flora. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële

onderdelen van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld

volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97 (aangepast)

  • 5. 
    De in lid 1 genoemde verbodsbepalingen gelden ook voor specimens van de soorten

genoemd in bijlage B, behalve indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de

betrokken lidstaat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de

⌦ Unie ⌫ afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende

wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna.

  • 6. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen de specimens van de in de bijlagen B, C

en D genoemde soorten die zij uit hoofde van deze verordening verbeurd hebben verklaard,

verkopen op voorwaarde dat zij op deze wijze niet rechtstreeks terugkeren naar de natuurlijke

of rechtspersoon waarvan zij in beslag werden genomen of die medeschuldig aan de inbreuk

is. Deze specimens kunnen dan voor alle doeleinden worden gebruikt alsof zij legaal waren

verworven.

Artikel 9

Vervoer van levende specimens

  • 1. 
    Voor elk vervoer binnen de ⌦ Unie ⌫ van een levend specimen van een soort

opgenomen in bijlage A van de plaats die vermeld wordt op de invoervergunning of op een

certificaat dat in overeenstemming met deze verordening is afgegeven, is de voorafgaande

toestemming vereist van een administratieve instantie van de lidstaat waarin het specimen

zich bevindt. In de overige gevallen van vervoer moet de persoon die verantwoordelijk is voor

het vervoer in voorkomend geval het bewijs van de wettelijke oorsprong van het specimen

kunnen leveren.

  • 2. 
    Toestemming wordt:
  • a) 
    alleen verleend wanneer de bevoegde wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat

of — indien het vervoer naar een andere lidstaat plaatsvindt — wanneer de bevoegde

wetenschappelijke autoriteit van deze laatste zich ervan heeft vergewist dat de

geplande accommodatie op de plaats van bestemming van een levend specimen

voldoende is uitgerust om het in stand te houden en goed te verzorgen;

  • b) 
    bevestigd door afgifte van een certificaat; en
  • c) 
    indien van toepassing, onmiddellijk meegedeeld aan een administratieve instantie

van de lidstaat waarnaar het specimen zal worden verzonden.

  • 3. 
    Deze toestemming is evenwel niet vereist indien een levend dier voor een urgente

veterinaire behandeling moet worden vervoerd en daarna rechtstreeks wordt teruggebracht

naar de plaats waar het zich mag bevinden.

  • 4. 
    Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B binnen de ⌦ Unie ⌫

wordt vervoerd, mag degene die het specimen in zijn bezit heeft, hiervan uitsluitend afstand

doen indien de toekomstige ontvanger voldoende is ingelicht over het onderbrengen, de

uitrusting en de handelingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het specimen op gepaste

wijze zal worden behandeld.

  • 5. 
    Indien levende specimens vervoerd worden naar, uit of binnen de ⌦ Unie ⌫, of bij

doorvoer of overlading op een bepaalde plaats worden gehouden, dienen zij op een zodanige

wijze te worden gereedgemaakt, vervoerd en verzorgd dat risico's van verwondingen, ziekte

en ruwe behandeling tot een minimum worden beperkt en dit, indien het om dieren gaat, in

overeenstemming met de regelgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake de bescherming van dieren

gedurende het vervoer.

 398/2009 art. 1, punt 5

(aangepast)

nieuw

  • 6. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te

stellen met betrekking tot kan beperkingen opleggen ten aanzien van het in het bezit

hebben of vervoer van levende specimens van soorten waarvoor overeenkomstig artikel 4,

lid 6, beperkingen inzake het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ zijn vastgesteld. Deze

maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door

haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde

regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97

Artikel 10

Af te geven certificaten

Wanneer zij van de betrokkene een van de nodige bewijsstukken vergezelde aanvraag

ontvangt en wanneer is voldaan aan de voorwaarden inzake afgifte, kan een administratieve

instantie van een lidstaat een certificaat afgeven voor de doeleinden van artikel 5, lid 2,

onder b), artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 4, artikel 8, lid 3, en artikel 9, lid 2, onder b).

Artikel 11

Geldigheid van en speciale voorwaarden met betrekking tot vergunningen en

certificaten

 338/97 (aangepast)

  • 1. 
    Onverminderd strengere maatregelen die de lidstaten kunnen aannemen of handhaven zijn

vergunningen en certificaten die overeenkomstig deze verordening door de bevoegde

autoriteiten van de lidstaten zijn verstrekt, in de hele ⌦ Unie ⌫ geldig.

  • 2. 
    Elke vergunning of elk certificaat, alsmede elke vergunning of elk certificaat die/dat op

basis daarvan werd afgegeven, wordt als nietig beschouwd indien door een bevoegde

autoriteit of door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteit die de vergunning of

het certificaat heeft ⌦ afgegeven ⌫ , wordt bewezen dat dit is geschied aan de hand van de

foute veronderstelling dat aan de voorwaarden voor afgifte was voldaan.

Specimens die zich bevinden op het grondgebied van een lidstaat en waarvoor dat soort

documenten werd opgemaakt, worden in beslag genomen door de bevoegde autoriteiten van

die lidstaat en kunnen verbeurd worden verklaard.

  • 3. 
    Aan elke vergunning of elk certificaat dat overeenkomstig deze verordening door een

autoriteit werd afgegeven, kunnen voorwaarden en vereisten worden verbonden die door die

autoriteit zijn opgelegd om te garanderen dat aan de bepalingen daarvan wordt voldaan.

Indien dergelijke voorwaarden als vereisten als standaardformulering in vergunningen of

certificaten dienen te worden opgenomen, stellen de lidstaten de Commissie daarvan in

kennis.

  • 4. 
    Elke invoervergunning die is afgegeven op basis van een kopie van de overeenkomstige

uitvoervergunning, respectievelijk het overeenkomstige wederuitvoercertificaat, is alleen

geldig voor het binnenbrengen van specimens in de ⌦ Unie ⌫ indien zij vergezeld gaat van

het originele exemplaar van de uitvoervergunning, respectievelijk van het uitvoercertificaat.

 398/2009 art. 1, punt 6

(aangepast)

nieuw

  • 5. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te

stellen met betrekking tot stelt de termijnen voor de afgifte van vergunningen en

certificaten vast. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze

verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18,

lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

 338/97 (aangepast)

Artikel 12

Plaats van binnenkomst en uitvoer

  • 1. 
    De lidstaten wijzen de douanekantoren aan waar de controles en formaliteiten worden

vervuld voor het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫, ten behoeve van het verlenen van een

douanebestemming overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 i, en voor de uitvoer uit de

⌦ Unie ⌫ van specimens van onder deze verordening vallende soorten; zij geven tevens

aan welke douanekantoren speciaal voor levende specimens zijn bestemd.

  • 2. 
    Alle krachtens lid 1 aangewezen kantoren worden voorzien van voldoende en deskundig

personeel. De lidstaten zorgen ervoor dat adequate accommodatievoorzieningen beschikbaar

zijn, overeenkomstig de bepalingen van de relevante wetgeving ⌦ van de Unie ⌫ inzake

het vervoer en het onderbrengen van levende dieren en, wanneer zulks nodig is, dat adequate

voorzieningen voor levende planten worden getroffen.

  • 3. 
    Alle overeenkomstig lid 1 aangewezen kantoren worden meegedeeld aan de Commissie,

die de lijst ervan publiceert in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 398/2009 art. 1, punt 7

(aangepast)

nieuw

  • 4. 
    In uitzonderlijke gevallen en overeenkomstig bijzondere de door de Commissie

vastgestelde criteria kan een administratieve instantie toestemming geven om de betrokken

specimens via een ander douanekantoor dan die welke overeenkomstig lid 1 zijn aangewezen,

in de ⌦ Unie ⌫ binnen te brengen, c.q. daaruit uit te voeren of weder uit te voeren. Deze

maatregelen, die beogen niet-essentiële elementen van deze verordening te wijzigen door haar

aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde

regelgevingsprocedure met toetsing.

 nieuw

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen

met betrekking tot de bijzondere criteria aan de hand waarvan toestemming voor de

binnenbrenging, uitvoer of wederuitvoer via een ander douanekantoor kan worden gegeven.

 338/97 nieuw

  • 5. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat het publiek bij de grenspost wordt geïnformeerd over de toepassingsbepalingen van krachtens deze verordening vastgestelde bepalingen .

Artikel 13

Administratieve instanties, wetenschappelijke autoriteiten en andere bevoegde instanties

  • 1. 
    Iedere lidstaat wijst een administratieve hoofdinstantie aan die belast wordt met de

uitvoering van deze verordening en de contacten met de Commissie.

Iedere lidstaat kan tevens nog meer administratieve instanties en andere bevoegde instanties

aanwijzen die bijstand verlenen bij de uitvoering, in welk geval de administratieve

hoofdinstantie ervoor verantwoordelijk is dat de instanties die assistentie verlenen alle

informatie krijgen die voor een correcte toepassing van deze verordening nodig is.

  • 2. 
    Iedere lidstaat wijst een of meer wetenschappelijke autoriteiten aan die over de nodige

kwalificaties beschikken en andere taken hebben dan die van de aangewezen administratieve

instanties.

 338/97 (aangepast)

  • 3. 
    Uiterlijk ⌦ op 3 maart 1997 ⌫ delen de lidstaten aan de Commissie de namen en

adressen mee van de administratieve instanties, de wetenschappelijke autoriteiten en andere

autoriteiten die bevoegd zijn om vergunningen en certificaten af te geven; deze informatie

wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 338/97

Iedere in lid 1, eerste alinea, bedoelde administratieve instantie deelt op verzoek van de

Commissie binnen twee maanden de namen en voorbeelden van handtekeningen mee van

personen die gemachtigd zijn om vergunningen of certificaten te ondertekenen, alsmede

stempelafdrukken, zegels of andere merken die gebruikt worden om vergunningen of

certificaten te legaliseren.

De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke verandering in de reeds verstrekte

informatie, en zulks niet later dan twee maanden nadat een wijziging is doorgevoerd.

Artikel 14

Controle op de uitvoering en onderzoek naar inbreuken

  • 1. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zien toe op de naleving van de bepalingen van

deze verordening.

Indien de bevoegde autoriteiten op een bepaald ogenblik redenen hebben om te geloven dat

deze bepalingen niet worden nageleefd, nemen zij de nodige maatregelen om ervoor te zorgen

dat zij worden nageleefd of om een rechtsvordering in te stellen.

De lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in

de bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, alle maatregelen mee die de bevoegde

autoriteiten ten aanzien van significante overtredingen van deze verordening hebben

genomen, waaronder inbeslagname en verbeurdverklaring.

  • 2. 
    De Commissie vestigt de aandacht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op de

zaken waarvoor zij een onderzoek in het kader van deze verordening noodzakelijk acht. De

lidstaten delen de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst, wat betreft de in de

bijlagen bij de Overeenkomst vermelde soorten, het resultaat van alle daaropvolgende

onderzoeken mee.

  • 3. 
    Er wordt een Toezichtsgroep opgericht, bestaande uit de vertegenwoordigers van de

autoriteiten van iedere lidstaat, die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de bepalingen van

deze verordening. De Groep wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de

Commissie.

De Toezichtsgroep bestudeert ieder technisch vraagstuk betreffende de tenuitvoerlegging van

deze verordening dat de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van de leden van de Groep

of het comité aan de orde stelt.

De Commissie deelt de in de Toezichtsgroep geuite opvattingen mee aan het comité.

Artikel 15

Verstrekken van informatie

  • 1. 
    De lidstaten en de Commissie verstrekken elkaar de nodige informatie voor de uitvoering

van deze verordening.

 338/97 nieuw

De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de nodige maatregelen worden genomen om het publiek bewust te maken van en te informeren over de toepassingsbepalingen van de Overeenkomst en van deze verordening, en van de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen daarvan.

 338/97

  • 2. 
    De Commissie onderhoudt contacten met het secretariaat van de Overeenkomst om ervoor

te zorgen dat de Overeenkomst doeltreffend ten uitvoer wordt gelegd op het grondgebied

waarop deze verordening van toepassing is.

  • 3. 
    De Commissie deelt adviezen van de wetenschappelijke studiegroep onmiddellijk mee aan

de administratieve instanties van de betrokken lidstaten.

 338/97 (aangepast) 1 398/2009 art. 1, punt 8, a), i) 2 398/2009 art. 1, punt 8, a), ii) nieuw

  • 4. 
    De administratieve instanties van de lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 15 juni alle informatie mee betreffende het voorafgaande jaar die nodig is om de in artikel VIII, lid 7, onderdeel a) van de Overeenkomst bedoelde rapporten op te stellen, alsmede gelijkwaardige informatie over de internationale handel in alle specimens van de in de bijlagen A, B en C genoemde soorten en over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ van specimens van de in bijlage D genoemde soorten. 1 De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de eerste alinea bedoelde informatie publiceert de Commissie jaarlijks vóór 31 oktober een statistisch verslag over het binnenbrengen in de ⌦ Unie ⌫ en de uitvoer en wederuitvoer uit de ⌦ Unie ⌫ van de specimens van de soorten waarop deze verordening van toepassing is, en verstrekt zij het secretariaat van de Overeenkomst de informatie over de onder de Overeenkomst vallende soorten. Onverminderd artikel 22 verstrekken de administratieve instanties van de lidstaten de Commissie om het andere jaar vóór 15 juni, en wel voor de eerste maal in 1999, alle informatie betreffende de voorgaande twee jaar die vereist is voor het opstellen van de in artikel VIII, lid 7, onderdeel b), van de Overeenkomst bedoelde rapporten benevens gelijkwaardige informatie over de bepalingen van deze verordening die buiten het

toepassingsgebied van de Overeenkomst vallen. 2 De Commissie bepaalt door middel

van uivoeringshandelingen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure welke informatie moet worden verstrekt en in welke vorm dat dient te geschieden. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Op basis van de in de derde alinea bedoelde informatie stelt de Commissie om het andere jaar vóór 31 oktober, en wel voor de eerste maal in 1999, een rapport op over de uitvoering en handhaving van deze verordening.

 398/2009 art. 1, punt 8, b) nieuw

  • 5. 
    Met het oog op de wijzigingen van de bijlagen delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de Commissie alle relevante informatie mee. Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure bepaalt De Commissie bepaalt door middel van uivoeringshandelingen welke informatie vereist is. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

     338/97 (aangepast)

    1 Rectificatie 338/97 (PB 298

van 1.11.1997, blz. 70)

  • 6. 
    1 Onverminderd Richtlijn ⌦ 2003/4/EG van het Europees Parlement en van de

Raad ⌫ 13 neemt de Commissie de nodige maatregelen om te waarborgen dat de

informatie die ⌦ uit hoofde van ⌫ de toepassing van deze verordening is verkregen, vertrouwelijk wordt behandeld.

Artikel 16

Sancties

  • 1. 
    De lidstaten nemen de nodige maatregelen om er ten minste voor te zorgen dat sancties

worden opgelegd indien op de bepalingen van deze verordening de volgende inbreuken

worden gemaakt:

  • a) 
    binnenbrengen in of uitvoeren dan wel wederuitvoeren uit de ⌦ Unie ⌫ van

specimens zonder de passende vergunning of het passende certificaat, of met een niet

naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel

een vergunning of certificaat waarin wijzigingen zijn aangebracht zonder

toestemming van de autoriteit die deze heeft afgegeven;

  • b) 
    niet voldoen aan de bepalingen die op een overeenkomstig deze verordening

afgegeven vergunning of certificaat zijn vermeld;

  • c) 
    afleggen van een valse verklaring of het bewust verstrekken van verkeerde

informatie om zodoende een vergunning of een certificaat te kunnen verkrijgen;

NL 30 NL

  • d) 
    gebruik van een niet naar waarheid ingevulde, vervalste of ongeldige vergunning of certificaat dan wel van een vergunning of certificaat waarin zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht, met de bedoeling om een vergunning of certificaat ⌦ van de Unie ⌫ te verkrijgen dan wel met het oog op een ander officieel doel dat met deze verordening in verband staat; e) niet of niet naar waarheid kennisgeven van invoer; f) vervoer van levende specimens die niet op zodanige wijze zijn gereedgemaakt dat

risico's van verwondingen, ziekte of ruwe behandeling tot een minimum worden

beperkt;

  • g) 
    ander gebruik van de specimens van soorten genoemd in bijlage A dan dat waarvoor

bij afgifte van de invoervergunning of daarna toestemming werd verleend;

  • h) 
    handel in kunstmatig gekweekte planten in strijd met de overeenkomstig artikel 7,

lid 1, tweede alinea, vastgestelde bepalingen;

  • i) 
    vervoer van specimens naar of uit de ⌦ Unie ⌫ of doorvoer via de ⌦ Unie ⌫

zonder dat er in overeenstemming met deze verordening of, in het geval van uitvoer

of wederuitvoer uit een derde land dat partij is bij de Overeenkomst, in

overeenstemming met die Overeenkomst, een passende vergunning of passend

certificaat is afgegeven, of een bevredigend bewijs van het bestaan daarvan

geleverd is;

  • j) 
    in strijd met artikel 8 aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële

doeleinden, gebruiken voor commerciële doeleinden, ten toon stellen voor

commerciële doeleinden, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten

verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop van specimens;

  • k) 
    gebruiken van een vergunning of certificaat voor een ander specimen dan dat

waarvoor de vergunning of het certificaat werd afgegeven;

  • l) 
    vervalsen of wijzigen van een overeenkomstig deze verordening afgegeven

vergunning of certificaat;

  • m) 
    verzwijgen van het feit dat een aanvraag voor een vergunning of certificaat werd

afgewezen ⌦ , in de zin van artikel 6, lid 3 ⌫.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde maatregelen staan in een passende verhouding tot de aard en de ernst

van de inbreuk en bevatten onder meer voorzieningen met betrekking tot de inbeslagname en,

in voorkomend geval, verbeurdverklaring van de specimens.

  • 3. 
    Indien een specimen verbeurd wordt verklaard, wordt het toevertrouwd aan een bevoegde

autoriteit van de lidstaat die tot verbeurdverklaring is overgegaan, die:

  • a) 
    na overleg met een wetenschappelijke autoriteit van die lidstaat, het specimen ergens

onderbrengt of het van de hand doet op een manier die zij geschikt en verenigbaar

acht met de doelstellingen en bepalingen van de onderhavige verordening; en

  • b) 
    in het geval van een levend specimen dat in de ⌦ Unie ⌫ is binnengebracht, na

overleg met het land van uitvoer, dat specimen op kosten van degene die veroordeeld

is, naar dat land kan terugsturen.

  • 4. 
    Indien een levend specimen van een soort genoemd in bijlage B of C op een bepaalde

plaats ⌦ in de Unie ⌫ wordt binnengebracht zonder de/het passende geldige vergunning of

certificaat, moet het specimen in beslag worden genomen en kan het verbeurd worden

verklaard of kunnen, indien de geadresseerde het specimen weigert te accepteren, de

bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin deze plaats van binnenkomst gelegen is, zo

nodig de zending weigeren en van de vervoerder eisen dat hij het specimen naar de plaats van

vertrek terugzendt.

Artikel 17

De wetenschappelijke studiegroep

  • 1. 
    Er wordt een wetenschappelijke studiegroep opgericht bestaande uit de vertegenwoordigers

van de wetenschappelijke autoriteit(en) van de verschillende lidstaten, en voorgezeten door de

vertegenwoordiger van de Commissie.

  • 2. 
    De wetenschappelijke studiegroep onderzoekt alle wetenschappelijke vraagstukken met

betrekking tot de uitvoering van deze verordening — met name die inzake artikel 4, lid 1,

onder a), lid 2, onder a), en lid 6 — die door haar voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op

verzoek van de leden van de groep of van het comité, aan de orde worden gesteld.

  • 3. 
    De Commissie deelt de adviezen van de wetenschappelijke studiegroep aan het comité

mee.

 398/2009 art. 1, punt 10

(aangepast)

nieuw

Artikel 18

Bijkomende gedelegeerde bevoegdheden

  • 1. 
    Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure neemt de Commissie de

maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 6, artikel 5, lid 7, onder b), artikel 7, lid 4, artikel 15,

lid 4, eerste en derde alinea, artikel 15, lid 5, en artikel 21, lid 3.

  • 2. 
    De Commissie neemt de maatregelen aan bedoeld in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5,

artikel 7, lid 1, derde alinea, lid 2, derde alinea, en lid 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6,

artikel 11, lid 5, en artikel 12, lid 4. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen

van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in

artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

  • 1. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot uniforme bepalingen en criteria voor: a) de afgifte, de geldigheid en het gebruik van de documenten bedoeld in artikel 4,

artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10;

  • b) 
    het gebruik van de in artikel 7, lid 1, tweede alinea, onder a), bedoelde fytosanitaire

certificaten;

  • c) 
    het opstellen, wanneer zulks nodig is, van procedures voor het merken van

specimens als hulpmiddel bij de identificatie ervan en ter naleving van deze

verordening.

Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen

door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 3, bedoelde

regelgevingsprocedure met toetsing.

  • 2. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 zo nodig gedelegeerde

handelingen vast te stellen met betrekking tot aanvullende maatregelen om de resoluties

van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst, besluiten of aanbevelingen van het

Permanent Comité van de overeenkomst en aanbevelingen van het secretariaat van de

overeenkomst ten uitvoer te leggen. Deze maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen

van deze verordening te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in

artikel 18, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

  • 3. 
    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 20 gedelegeerde handelingen vast te

stellen ter wijziging van de bijlagen A tot en met D, met uitzondering van de wijzigingen

van bijlage A die niet uit de besluiten van de conferentie van de partijen bij de overeenkomst

voortvloeien. Die maatregelen, die beogen niet-essentiële onderdelen van deze verordening te

wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure

met toetsing.

Artikel 19

Bijkomende uitvoeringsbevoegdheden

  • 1. 
    De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen het model van de in

artikel 4, artikel 5, artikel 7, lid 4, en artikel 10 bedoelde documenten vast volgens de in

artikel 18. lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. Die uitvoeringshandelingen worden

volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

 nieuw

  • 2. 
    De Commissie schrijft door middel van uitvoeringshandelingen een formulier voor het

doen van de kennisgeving van invoer voor. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in

artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 20

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

  • 1. 
    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie

toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

  • 2. 
    De in artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9,

lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheid

om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor

onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding van de basishandeling of een

andere door de wetgever vastgestelde datum].

  • 3. 
    Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7,

leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18,

leden 1, 2 en 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot

intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van

kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese

Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht

zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

  • 4. 
    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan

gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.Een overeenkomstig artikel 4, lid 7, artikel 5, lid 5, artikel 7, leden 1, 2 en 3, artikel 8, lid 4,

artikel 9, lid 6, artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 4, en artikel 18, leden 1, 2 en 3, vastgestelde

gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad

daartegen binnen een termijn van [twee maanden] na de kennisgeving van de handeling aan

het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees

Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben

medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van

het Europees Parlement of de Raad met [twee maanden] verlengd.

 1882/2003 art. 3 en bijlage III,

punt 66 (aangepast)

Artikel 21

⌦ Comitéprocedure

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door ⌦ een comité genaamd het comité voor de handel in

wilde dier- en plantensoorten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU)

nr. 182/2011. ⌫

toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG i bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie

maanden. Voor de taken waarvoor het comité krachtens artikel 19 bevoegd is, worden de

voorgestelde maatregelen, indien de Raad na verloop van een termijn van drie maanden na de

indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, door de Commissie

vastgesteld.

 398/2009 art. 1, punt 9, a)

  • 3. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7

van Besluit 1999/468/EG i van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

 398/2009 art. 1, punt 9, b)

  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en

artikel 5 ter, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG i van toepassing, met inachtneming van

artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG i bedoelde

termijnen worden vastgesteld op respectievelijk één maand, één maand en twee maanden.

 nieuw

toepassing.

 338/97

Artikel 22

Slotbepalingen

Elke lidstaat stelt de Commissie en het secretariaat van de Overeenkomst in kennis van de

specifieke bepalingen die hij met het oog op de uitvoering van deze verordening treft, en van

alle rechtsinstrumenten die worden aangewend en de maatregelen die zijn genomen om deze

ten uitvoer te leggen en toe te passen.

De Commissie stelt de overige lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 23

Intrekking

Verordening (EG) nr. 338/97 i wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige

verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

 338/97 (aangepast)

Artikel 24

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in

het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

101/2012 art. 1 en bijlage

„BIJLAGE I

Opmerkingen over de interpretatie van de bijlagen A, B, C en D

  • 1. 
    De in de bijlagen A, B, C en D opgenomen soorten worden aangeduid:
  • a) 
    met de naam van de soort, of
  • b) 
    met de verzamelnaam der soorten die behoren tot een hoger taxon of een

aangegeven deel daarvan.

  • 2. 
    De afkorting „spp.” dient ter aanduiding van alle soorten van een hoger taxon.
  • 3. 
    Andere verwijzingen naar taxa van een hogere categorie dan de soort worden

uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven.

  • 5. 
    De volgende afkortingen worden gebruikt ter aanduiding van subspecifieke

plantentaxa:

  • a) 
    „ssp.” ter aanduiding van een ondersoort (subspecies);
  • b) 
    „var.” ter aanduiding van een variëteit (varietas); en
  • c) 
    „fa.” ter aanduiding van een vorm (forma).
  • 6. 
    De tekens „(I)”, „(II)” en „(III)” achter de naam van een soort of hoger taxon

verwijzen naar de bijlagen bij de overeenkomst waarin de betrokken soorten zijn

opgenomen, zoals aangegeven in de opmerkingen 7 tot en met 9. Indien geen van

deze tekens is aangebracht, zijn de betrokken soorten niet in de bijlagen bij de

overeenkomst opgenomen.

  • 7. 
    (I) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere

taxon is opgenomen in bijlage I bij de overeenkomst.

  • 8. 
    (II) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere

taxon is opgenomen in bijlage II bij de overeenkomst.

  • 9. 
    (III) achter de naam van een soort of hoger taxon betekent dat die soort of dat hogere

taxon is opgenomen in bijlage III bij de Overeenkomst. In dat geval wordt tevens het

land aangegeven met betrekking waartoe de soort of het hogere taxon in bijlage III is

opgenomen.

14 PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7.

NL 37 NL

  • 10. 
    Onder „cultivar” wordt, overeenkomstig de definitie in de 8 e editie van de

International Code of omenclature for Cultivated Plants, een verzameling planten verstaan die (a) geselecteerd is op een bepaald kenmerk of een bepaalde combinatie van kenmerken, (b) wat deze kenmerken betreft onderscheidbaar, uniform en stabiel is, en (c) bij toepassing van passende vermeerderingsmethoden deze kenmerken behoudt. Een nieuw cultivar-taxon kan pas als zodanig worden aangemerkt nadat de categorienaam en de omschrijving ervan officieel zijn gepubliceerd in de nieuwste

editie van de International Code of omenclature for Cultivated Plants.

  • 11. 
    Hybriden kunnen uitdrukkelijk in de bijlagen worden opgenomen, doch uitsluitend

indien zij in de vrije natuur onderscheidbare, stabiele populaties vormen. Op hybride

dieren die in de laatste vier vooroudergeneraties van de lijn één of meer specimens

van enige in bijlage A of B opgenomen soort tellen, zijn de bepalingen van deze

verordening van toepassing alsof zij tot die soort zelf behoorden, zelfs indien de

betrokken hybride niet uitdrukkelijk in de bijlage(n) is opgenomen.

  • 12. 
    Wanneer een soort in bijlage A, B of C is opgenomen, zijn ook alle delen en

producten van die soort in dezelfde bijlage opgenomen, tenzij voor die soort door

middel van een annotatie is aangegeven dat alleen specifieke delen en producten

daarin zijn opgenomen. Conform artikel 2, onder t), van deze verordening dient het

teken „#”, gevolgd door een cijfer, achter de naam van een in bijlage B of C

opgenomen soort of hoger taxon om delen of producten te omschrijven die in dit

verband ter fine van de verordening zijn vermeld, als volgt:

#1 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

  • a) 
    zaden, sporen en pollen (met inbegrip van pollinia);
  • b) 
    in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare

voedingsbodem die in steriele recipiënten worden

getransporteerd;

  • c) 
    afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten; en
  • d) 
    vruchten en delen en producten daarvan van kunstmatig

gekweekte planten van het genus Vanilla.

#2 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van:

  • a) 
    zaden en pollen; en
  • b) 
    verpakte eindproducten die zijn klaargemaakt voor de

detailhandel.

#3 Ter omschrijving van complete en versneden wortels en delen van

wortels.

#4 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van: a) zaden (met inbegrip van zaadhulsels van Orchidaceae), sporen en

pollen (met inbegrip van pollinia). De uitzondering is niet van toepassing op uit Mexico uitgevoerde zaden van Cacataceae spp. en op uit Madagascar uitgevoerde zaden van Beccariophoenix

madagascariensis en eodypsis decaryi;

  • b) 
    in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare

voedingsbodem die in steriele recipiënten worden

getransporteerd;

  • c) 
    afgesneden bloemen van kunstmatig gekweekte planten;
  • d) 
    vruchten en delen en producten daarvan van verwilderde of

kunstmatig gekweekte planten van het genus Vanilla

(Orchidaceae) en van de familie Cactaceae;

  • e) 
    stengels, bloemen en delen en producten daarvan van

verwilderde of kunstmatig gekweekte planten van de geslachten

Opuntia subgenus Opuntia en Selenicereus (Cactaceae); en

  • f) 
    verpakte eindproducten van Euphorbia antisyphilitica die zijn

klaargemaakt voor de detailhandel.

#5 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer.

#6 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer en

gelaagd/geplakt hout.

#7 Ter omschrijving van stammen of blokken, houtspanen, poeders en

extracten.

#8 Ter omschrijving van ondergrondse delen (d.w.z. wortels, wortelstokken):

compleet, in stukken of in poedervorm.

#9 Ter omschrijving van alle delen en producten, met uitzondering van die

waarop een etiket is aangebracht met de vermelding „Produced from

Hoodia spp. material obtained through controlled harvesting and

production in collaboration with the CITES Management Authorities of

Botswana/Namibia/South Africa under agreement no. BW/NA/ZA

xxxxxx”.

#10 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken en vellen fineer, met

inbegrip van niet-afgewerkte houten artikelen bestemd voor de fabricage

van strijkstokken voor muziekinstrumenten.

#11 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer,

gelaagd/geplakt hout, poeders en extracten.

#12 Ter omschrijving van stammen of blokken, planken, vellen fineer,

gelaagd/geplakt hout en essentiële oliën, met uitzondering van verpakte

eindproducten die zijn klaargemaakt voor de detailhandel.

#13 Ter omschrijving van de zaadkern (ook „endosperm”, „kokosvlees” of

„kopra” genoemd) en alle daarvan afgeleide producten.

  • 13. 
    Aangezien voor geen van de in bijlage A opgenomen plantensoorten of hogere plantentaxa door middel van een annotatie is aangegeven dat op hybriden daarvan artikel 4, lid 1, van de verordening van toepassing is, betekent dit dat kunstmatig gekweekte hybriden van een of meer van deze soorten of taxa verhandeld mogen worden met een certificaat van kunstmatige kweek, en dat zaden en pollen (met inbegrip van pollinia), afgesneden bloemen en in steriele recipiënten vervoerde in vitro zaailing- en weefselculturen op een vaste of vloeibare voedingsbodem van deze hybriden niet onder de bepalingen van de verordening vallen. 14. Urine, feces en grijze amber die excretieproducten zijn welke werden verkregen

zonder dat het dier in kwestie werd gemanipuleerd, vallen niet onder de bepalingen

van de verordening.

  • 15. 
    Wat de in bijlage D opgenomen diersoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van

toepassing op levende specimens en complete of in essentie complete dode

specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd om aan te geven dat

die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:

§ 1 Complete of in essentie complete, al dan niet gelooide huiden

§ 2 Veren alsmede nog van veren voorziene huiden of andere delen

  • 16. 
    Wat de in bijlage D opgenomen plantensoorten betreft, zijn de bepalingen alleen van

toepassing op levende specimens, behalve voor de taxa die als volgt zijn geannoteerd

om aan te geven dat die bepalingen ook gelden voor andere delen en producten:

§ 3 Gedroogde en verse planten, waar passend met inbegrip van bladeren,

wortels/wortelstokken, stengels/stammen, zaden/sporen, schors en

vruchten

§ 4 Stammen of blokken, planken en vellen fineer

Bijlage A Bijlage B Bijlage C Gewone naam

FAU A (DIERE ) CHORDATA

(CHORDADIEREN) MAMMALIA Zoogdieren ARTIODACTYLA Evenhoevigen Antilocapridae Gaffelantilopen

Antilocapra americana Gaffelantiloop (populatie in (I) (Alleen de populatie Mexico) in Mexico; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.)

Bovidae Holhoornigen

Addax nasomacula Addax of Mendes-antiloop tus (I)

Ammotragus lervia Manenschaap (II) Antilope Indische antiloop cervicapra (III Nepal) Bison bison athabascae Bosbison (II)

Bos gaurus (I) (Met Gaur uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos frontalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) Bos mutus (I) (Met Wilde jak uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bos grunniens wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn) Bos sauveli (I) Kouprey

Bubalus arnee (III Aziatische buffel Nepal) (Met uitzondering van de gedomesticeerde vorm die Bubalus bubalis wordt genoemd, waarop de bepalingen van deze verordening niet van toepassing zijn)

Bubalus depressicor Laaglandbuffel nis (I) Bubalus mindorensis Tamarou (I) Bubalus quarlesi (I) Berganoa

Budorcas taxicolor Takin (II)

Capra falconeri (I) Schroefhoorngeit

Capricornis milneed Chinese bosgems wardsii (I) Capricornis rubidus (I) Rode bosgems Capricornis Cambodjaanse bosgems sumatraensis (I) Capricornis thar (I) Himalaya-bosgems

Cephalophus brookei Brookes duiker (II) Cephalophus dorsalis Zwartrugduiker (II)

Cephalophus jentinki Jentinks duiker

(I)

Cephalophus ogilbyi Ogilby's duiker (II) Cephalophus Geelrugduiker silvicultor (II) Cephalophus zebra Zebraduiker (II) Damaliscus pygargus Bontebok pygargus (II)

Gazella cuvieri (I) Cuviers gazelle

Gazella dorcas Dorcasgazelle (III Algerije/ Tunesië)

Gazella leptoceros (I) Duingazelle

Hippotragus niger Reuzenpaardantiloop variani (I)

Kobus leche (II) Litschie-waterbok aemorhedus baileyi Rode goral

(I) aemorhedus caudatus Langstaartgoral

(I) aemorhedus goral (I) Gewone goral aemorhedus griseus Grijze goral

(I) anger dama (I) Damagazelle

Oryx dammah (I) Algazelle

Oryx leucoryx (I) Arabische oryx

Ovis ammon (II) (Met Argali uitzondering van de in bijlage A opgenomen subspecies)

Ovis ammon hodgsonii Nyan

(I)

Ovis ammon nigrimon Argalischaap van de Zwarte tana (I) Bergen

Ovis canadensis (II) Dikhoornschaap (Mexicaanse

(Alleen de populatie populatie)

in Mexico; geen

enkele andere

populatie is in de

bijlagen bij deze

verordening

opgenomen.)

Ovis orientalis ophion Cypriotische moeflon

(I)

Ovis vignei (II) (Met Oerial of steppeschaap

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

subspecies)

Ovis vignei vignei (I) Ladakh-oerial

Pantholops hodgsonii Tibetaanse antiloop

(I)

Philantomba Blauwe duiker

monticola (II)

Pseudoryx nghetinhen Vietnamese antiloop

sis (I)

Rupicapra pyrenaica Apennijnengems

ornata (I)

Saiga borealis (II) Mongoolse saiga-antiloop

Saiga tatarica (II) Saiga-antiloop

Tetracerus Vierhoornantiloop

quadricornis (III

Nepal)

Camelidae Kameelachtigen

Lama guanicoe (II) Goeanaco

Vicugna vicugna (I) Vicugna vicugna (II)

(Met uitzondering van (Uitsluitend de

de populaties in: populaties in:

Argentinië [de 16 Argentinië [de

populaties in de populaties in de provincies provincies Jujuy en Jujuy en Catamarca en Catamarca en de Vicuña de halfwilde populaties halfwilde populaties in de provincies Jujuy, in de provincies Jujuy, Salta, Catamarca, La Salta, Catamarca, La Rioja en San Juan]; Rioja en San Juan];

Bolivia [de hele Bolivia 17 [de hele

16 Populatie in Argentinië (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met het oog op het toestaan van

internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, in daarvan vervaardigde weefsels, afgeleide fabricaten en andere handgemaakte artefacten. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-ARGENTINA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-ARGENTINA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in

overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

17 Populatie in Bolivia (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van

internationale handel in wol geschoren van levende vicuña's alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-BOLIVIA”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de

populatie]; Chili populatie]; Chile 18

[populatie in de [populatie in de Primera Región]; en Primera Región];

Peru [de hele Peru 19 [de hele

populatie]; deze populatie]; alle andere populaties zijn populaties zijn opgenomen in bijlage opgenomen in bijlage B) A.)

Cervidae Herten

Axis calamianensis (I) Filipijns zwijnshert Axis kuhlii (I) Bawean-zwijnshert Axis porcinus Annam-zwijnshert annamiticus (I) Blastocerus Moerashert dichotomus (I) Cervus elaphus Afghaans edelhert bactrianus (II) Cervus elaphus Noord-Afrikaans edelhert barbarus (III Algerije/ Tunesië) Cervus elaphus hanglu Kasjmir-edelhert (I) Dama dama mesopota Iraans damhert mica (I) Hippocamelus spp. (I) Andesherten Mazama temama Midden-Amerikaans spieshert cerasina (III Guatemala) Muntiacus crinifrons Zwarte muntjak

vermelding „VICUÑA-BOLIVIA-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te

worden gereguleerd.

18 Populatie in Chili (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale

handel in wol geschoren van levende vicuña's van de in bijlage B opgenomen populaties, alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-CHILE”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-CHILE-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in

overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

19 Populatie in Peru (opgenomen in bijlage B): Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationale

handel in wol geschoren van levende vicuña's en in de voorraad van 3249 kg wol die bestond ten tijde van de negende vergadering van de Conferentie der Partijen (november 1994) alsmede in daarvan vervaardigde weefsels en artikelen, met inbegrip van luxehandwerk en gebreide artikelen. De achterkant van het weefsel moet zijn voorzien van het logo dat is aangenomen door de staten waar de soort voorkomt en die partij zijn bij de Convenio para la Conservación y Manejo de la Vicuña, en de zelfkant van het opschrift „VICUÑA-PERU”. Andere producten moeten voorzien zijn van een etiket met het logo en de vermelding „VICUÑA-PERU-ARTESANÍA”. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden beschouwd en de handel daarin dient in

overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

(I) Muntiacus vuquangen Indochinese muntjak sis (I) Odocoileus Guatemalteeks waaierstaarthert virginianus mayensis (III Guatemala) Ozotoceros bezoarticus Pampahert (I) Pudu mephistophi Ecuadoraanse poedoe les (II) Pudu puda (I) Chileense poedoe Rucervus duvaucelii (I) Barasingha Rucervus eldii (I) Lierhert

Hippopotamidae ijlpaarden

Hexaprotodon Dwergnijlpaard liberiensis (II) Hippopotamus Nijlpaard amphibius (II)

Moschidae Muskusherten

Moschus spp. (I) Moschus spp. (II) Muskusherten (Alleen de populaties (Met uitzondering van in Afghanistan, de populaties in Bhutan, India, Afghanistan, Bhutan, Myanmar, Nepal en India, Myanmar, Pakistan; alle andere Nepal en Pakistan, die populaties zijn in bijlage A zijn opgenomen in bijlage opgenomen) B.)

Suidae Varkens

Babyrousa babyrussa Gouden babiroessa of (I) hertzwijn Babyrousa bolabatuen Bola Batu-babiroessa sis (I) Babyrousa celebensis Sulawesi-babiroessa (I) Babyrousa togeanensis Malenge- of Togian-babiroessa (I) Sus salvanius (I) Dwergzwijn

Tayassuidae Pecari's

Tayassuidae spp. (II) Pecari's (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en met uitzondering van de populaties van Pecari tajacu in Mexico en de Verenigde Staten, die niet in de bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen)

Catagonus wagneri (I) Chaco-pecari CARNIVORA Roofdieren

Ailuridae

Ailurus fulgens (I) Kleine panda Canidae Hondachtigen

Canis aureus (III Goudjakhals India)

Canis lupus (I/II) Canis lupus (II) Wolf (Populaties in Spanje

(Alle populaties ten noorden van de behalve die in Spanje Duero en populaties in ten noorden van de Griekenland ten Duero en die in noorden van de 39e Griekenland ten breedtegraad. noorden van de 39e Uitgesloten zijn de breedtegraad. De gedomesticeerde vorm populaties in Bhutan, en de dingo die India, Nepal en respectievelijkCanis Pakistan zijn lupus familiaris en opgenomen in bijlage Canis lupus dingo I; alle andere worden genoemd.)

populaties zijn opgenomen in bijlage II. Uitgesloten zijn de gedomesticeerde vorm en de dingo die respectievelijk Canis lupus familiaris en Canis lupus dingo worden genoemd.) Canis simensis Ethiopische wolf Cerdocyon thous (II) Krabbenetende vos Chrysocyon brachyu Manenwolf rus (II) Cuon alpinus (II) Aziatische boshond of dhole Lycalopex culpaeus Andes-jakhalsvos (II) Lycalopex fulvipes (II) Darwinvos Lycalopex griseus (II) Argentijnse jakhalsvos Lycalopex gymnocer Pampajakhalsvos cus (II) Speothos venaticus (I) Zuid-Amerikaanse boshond Vulpes Bengaalse vos bengalensis (III India) Vulpes cana (II) Grijze vos Vulpes zerda (II) Fennek

Eupleridae Madagaskar-civetkatten Cryptoprocta ferox Fretkat of fossa

(II) Eupleres goudotii (II) Mierencivetkat of kleine falanoek Fossa fossana (II) Fanaloka of grote falanoek

Felidae Katachtigen

Felidae spp. (II) (Met Katachtigen uitzondering van de in bijlage A opgenomen species. Op specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing)

Acinonyx jubatus (I) Jachtluipaard of cheetah (De volgende jaarlijkse exportquota voor levende specimens en jachttrofeeën zijn vastgesteld: Botswana: 5; Namibië: 150; Zimbabwe: 50. Voor de handel in deze specimens gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, van deze verordening.) Caracal caracal (I) Aziatische caracal (Alleen de populatie in Azië; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Catopuma temminckii Aziatische goudkat (I) Felis nigripes (I) Zwartvoetkat Felis silvestris (II) Wilde kat Leopardus geoffroyi (I) Geoffroys kat Leopardus jacobitus (I) Bergkat Leopardus pardalis (I) Ocelot Leopardus tigrinus (I) Oncilla of Amerikaanse tijgerkat Leopardus wiedii (I) Margay Lynx lynx (II) Euraziatische lynx Lynx pardinus (I) Pardellynx eofelis nebulosa (I) Nevelpanter Panthera leo persica Aziatische leeuw (I) Panthera onca (I) Jaguar Panthera pardus (I) Luipaard Panthera tigris (I) Tijger Pardofelis marmorata Marmerkat (I) Prionailurus Bengaalse kat bengalensis bengalensis (I) (Alleen de populaties in Bangladesh, India en Thailand; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Prionailurus Iriomote-kat iriomotensis (II) Prionailurus planiceps Platkopkat (I) Prionailurus Roestkat rubiginosus (I) (Alleen de populatie in India; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Puma concolor coryi Florida-poema (I) Puma concolor Costa Ricaanse poema costaricensis (I) Puma concolor Oostelijke poema couguar (I) Puma yagouaroundi (I) Jaguaroendi (Alleen de populaties in Midden- en Noord Amerika; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Uncia uncia (I) Sneeuwpanter

Herpestidae Mangoesten

Herpestes fuscus Indische bruine mangoest

(III India)

Herpestes Indische grijze mangoest

edwardsi (III

India)

Herpestes Indische mangoest

javanicus

auropunctatus

(III India)

Herpestes smithii Rode mangoest

(III India)

Herpestes urva Krabbenmangoest

(III India)

Herpestes Gestreepte mangoest

vitticollis (III

India)

Hyaenidae Hyena’s

Proteles cristata Aardwolf

(III Botswana)

Mephitidae Stinkdieren

Conepatus humboldtii Soerilho

(II)

Mustelidae Marterachtigen

Lutrinae Otters

Lutrinae spp. (II) (Met Otters

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Aonyx capensis

microdon (I) (Alleen Congo-otter

de populaties in Kameroen en Nigeria; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage B.) Enhydra lutris nereis Zuidelijke zeeotter (I) Lontra felina (I) Chungungo-otter Lontra longicaudis (I) Langstaartotter Lontra provocax (I) Zuidelijke rivierotter Lutra lutra (I) Euraziatische otter Lutra nippon (I) Japanse otter Pteronura brasiliensis Reuzenotter (I)

Mustelinae Marters en wezels Eira barbara (III Tayra

Honduras) Galictis vittata Grison (III Costa Rica) Martes flavigula Maleise bonte marter (III India) Martes foina Indiase steenmarter intermedia (III India) Martes gwatkinsii Zuid-Indiase marter (III India) Mellivora Honingdas of ratel capensis (III Botswana)

Mustela nigripes (I) Zwartvoetbunzing Odobenidae Walrussen

Odobenus rosmarus Walrus (III Canada)

Otariidae Pelsrobben

Arctocephalus spp. Pelsrobben (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species.)

Arctocephalus philippii Juan Fernandez-pelsrob (II) Arctocephalus Guadeloupe-pelsrob townsendi (I)

Phocidae Zeehonden, robben

Mirounga leonina (II) Zuidelijke zeeolifant Monachus spp. (I) Monniksrobben

Procyonidae Wasbeerachtigen

Bassaricyon gabbii Gabbi's slankbeer (III Costa Rica) Bassariscus Cacomistle sumichrasti (III Costa Rica) asua narica (III Neusbeer Honduras) asua nasua Zuid-Braziliaanse neusbeer solitaria (III Uruguay) Potos flavus (III Rolstaartbeer Honduras)

Ursidae Beren

Ursidae spp. (II) (Met Beren uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

Ailuropoda melano Grote panda leuca (I) Helarctos malayanus Maleise beer (I) Melursus ursinus (I) Lippenbeer Tremarctos ornatus (I) Brilbeer Ursus arctos (I/II) Bruine beer (Alleen de populaties in Bhutan, China, Mexico en Mongolië en de ondersoort Ursus arctos isabellinus zijn opgenomen in bijlage I; alle andere populaties en ondersoorten zijn opgenomen in bijlage II.) Ursus thibetanus (I) Kraagbeer

Viverridae Echte civetkatten

Arctictis Binturong binturong (III India) Civettictis civetta Afrikaanse civetkat (III Botswana)

Cynogale bennettii Ottercivetkat (II) Hemigalus derbyanus Bandcivetkat (II) Paguma larvata Gemaskerde larvenroller (III India) Paradoxurus Loeak hermaphroditus (III India) Paradoxurus Jerdons palmcivetkat jerdoni (III India) Prionodon linsang (II) Gestreepte linsang

Prionodon pardicolor Gevlekte linsang (I) Viverra civettina Grote gevlekte civetkat (III India) Viverra zibetha Aziatische civetkat (III India) Viverricula indica Kleine civetkat (III India)

CETACEA Walvisachtigen

CETACEA spp. (I/II) 20 Walvisachtigen

20 Alle soorten zijn opgenomen in bijlage II, met uitzondering van Balaena mysticetus, Eubalaena spp.,

Balaenoptera acutorostrata (met uitzondering van de West-Groenlandse populatie), Balaenoptera bonaerensis, Balaenoptera borealis, Balaenoptera edeni, Balaenoptera musculus, Balaenoptera omurai, Balaenoptera physalus, Megaptera novaeangliae, Orcaella brevirostris, Orcaella heinsohni, Sotalia spp., Sousa spp., Eschrichtius robustus, Lipotes vexillifer, Caperea marginata, eophocaena phocaenoides, Phocoena sinus, Physeter macrocephalus, Platanista spp., Berardius spp. en Hyperoodon spp., die zijn opgenomen in bijlage I. Specimens van de in bijlage II bij de overeenkomst vermelde soorten die door Groenlanders krachtens een door de betrokken bevoegde autoriteit verleende vergunning werden gevangen, met inbegrip van de producten en derivaten daarvan maar met uitzondering van de voor commerciële doeleinden bestemde vleesproducten, worden behandeld als

CHIROPTERA Vleermuizen

Phyllostomidae Bladneusvleermuizen

Platyrrhinus Witstreepvampier lineatus (III Uruguay)

Pteropodidae Vliegende honden

Acerodon spp. (II) Schijnkalongs (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

Acerodon jubatus (I) Filipijnse vliegende hond Pteropus spp. (II) Kalongs

(Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

Pteropus insularis (I) Vliegende hond van Truk Pteropus livingstonii Vliegende hond van de (II) Comoren Pteropus loochoensis Japanse vliegende hond (I) Pteropus mariannus (I) Vliegende hond van de Marianen Pteropus molossinus Vliegende hond van Pohnpei (I) Pteropus pelewensis (I) Vliegende hond van Palau Pteropus pilosus (I) Grote vliegende hond van Palau Pteropus rodricensis Vliegende hond van Rodriguez (II) Pteropus samoensis (I) Vliegende hond van Samoa Pteropus tonganus (I) Pacifische vliegende hond Pteropus ualanus (I) Vliegende hond van Kosrae Pteropus voeltzkowi Vliegende hond van Pemba (II) Pteropus yapensis (I) Vliegende hond van Yap

CINGULATA Gordeldierachtigen

Dasypodidae Gordeldieren

Cabassous Midden-Amerikaans centralis (III kaalstaartgordeldier

vallend onder bijlage B. Er wordt een jaarlijks exportquotum van nul vastgesteld voor levende specimens van Tursiops truncatus afkomstig van de populatie van de Zwarte Zee die aan de natuur

werden onttrokken en voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht.

Costa Rica) Cabassous Zuid-Amerikaans tatouay (III kaalstaartgordeldier Uruguay)

Chaetophractus nationi Boliviaans harig gordeldier (II) (Er is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld. Alle specimens worden beschouwd als specimens van een soort van bijlage A en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)

Priodontes maximus (I) Reuzengordeldier DASYUROMORPHIA Roofbuideldieren Dasyuridae Echte roofbuideldieren

Sminthopsis longicau Langstaartsmalvoetbuidelmuis

data (I)

Sminthopsis psammo Smalvoetbuidelmuis

phila (I)

Thylacinidae Buidelwolven

Thylacinus Buidelwolf

cynocephalus

(mogelijk uitgestorven)

(I)

DIPROTODONTIA Klimbuideldieren, wombats en

kangoeroes

Macropodidae Kangoeroes en wallaby’s

Dendrolagus inustus Bruine boomkangoeroe

(II)

Dendrolagus ursinus Zwarte boomkangoeroe

(II)

Lagorchestes hirsutus Westelijke haaskangoeroe

(I)

Lagostrophus fasciatus Gestreepte haaskangoeroe

(I)

Onychogalea fraenata Geteugelde

(I) spoorstaartkangoeroe

Onychogalea lunata (I) Halvemaanspoorstaartkangoer

oe

Phalangeridae Koeskoezen

Phalanger intercastel Oostelijke koeskoes

lanus (II)

Phalanger mimicus Zuidelijke koeskoes

(II)

Phalanger orientalis Grijze koeskoes

(II)

Spilocuscus kraemeri Krämers koeskoes

(II)

Spilocuscus maculatus Gevlekte koeskoes

(II)

Spilocuscus papuensis Papoea-koeskoes

(II)

Potoroidae Ratkangoeroes

Bettongia spp. (I) Buidelkonijnen

Caloprymnus Woestijnratkangoeroe

campestris (mogelijk

uitgestorven) (I)

Vombatidae Wombats

Lasiorhinus krefftii (I) Breedkopwombat

LAGOMORPHA Haasachtigen

Leporidae Hazen en konijnen

Caprolagus hispidus Borstelige haas of Assam(I)

konijn

Romerolagus diazi (I) Vulkaankonijn

MONOTREMATA Eierleggende zoogdieren

Tachyglossidae Mierenegels

Zaglossus spp. (II) Vachtegels

PERAMELEMORPHIA Buideldassen

Chaeropodidae Varkenspootbuideldassen

Chaeropus ecaudatus Varkenspootbuideldas

(mogelijk uitgestorven)

(I)

Peramelidae Echte buideldassen

Perameles bougainville Gestreepte spitsneusbuideldas

(I)

Thylacomyidae Langoorbuideldassen

Macrotis lagotis (I) Grote langoorbuideldas

Macrotis leucura (I) Kleine langoorbuideldas

PERISSODACTYLA Onevenhoevigen

Equidae Paardachtigen

Equus africanus (I) Wilde ezel

(Met uitzondering van

de gedomesticeerde

vorm die Equus asinus

wordt genoemd,

waarop de bepalingen

van deze verordening

niet van toepassing

zijn)

Equus grevyi (I) Grevyzebra

Equus hemionus (I/II) Koelan

(De soort is

opgenomen in bijlage

II maar de

ondersoorten Equus

hemionus hemionus en

Equus hemionus khur

zijn opgenomen in

bijlage I)

Equus kiang (II) Kiang

Equus przewalskii (I) Przewalskipaard

Equus zebra hartman Hartmanns bergzebra

nae (II)

Equus zebra zebra (I) Kaapse bergzebra

Rhinocerotidae eushoorns

Rhinocerotidae spp. (I) Neushoorns

(Met uitzondering van

de in bijlage B

opgenomen

subspecies)

Ceratotherium simum Zuidelijke breedlipneushoorn

simum (II) (Alleen de

populaties in Zuid

Afrika en Swaziland;

alle andere populaties

zijn opgenomen in

bijlage A. Uitsluitend

met het oog op het

toestaan van

internationaal verkeer

van levende dieren,

voor zover daaraan

een passende en

aanvaardbare

bestemming is

gegeven, alsook

handel in

jachttrofeeën. Alle

andere specimens

worden als specimens

van een soort van

bijlage A beschouwd

en op de handel daarin

is de desbetreffende

regelgeving van

toepassing.)

Tapiridae Tapirs

Tapiridae spp. (I) (Met Tapirs

uitzondering van de in

bijlage B opgenomen

species)

Tapirus terrestris (II) Zuid-Amerikaanse tapir

PHOLIDOTA Schubdierachtigen

Manidae Schubdieren

Manis spp. (II) Schubdieren

(Voor Manis crassicaudata, Manis culionensis, Manis javanica en Manis pentadactyla is een jaarlijks exportquotum van nul exemplaren vastgesteld voor aan de natuur onttrokken specimens die voor overwegend commerciële doeleinden in de handel worden gebracht)

PILOSA Luiaarden en miereneters Bradypodidae Drievingerluiaards

Bradypus variegatus Westelijke drievingerluiaard (II)

Megalonychidae Tweevingerluiaards

Choloepus Costa Ricaanse hoffmanni (III tweevingerluiaard Costa Rica)

Myrmecophagidae Miereneters

Myrmecophaga Reuzenmiereneter tridactyla (II) Tamandua Boommiereneter mexicana (III Guatemala)

PRIMATES Opperdieren

PRIMATES spp. (II) Opperdieren (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

Atelidae Grijpstaartapen

Alouatta coibensis (I) Coiba-brulaap Alouatta palliata (I) Mantelbrulaap Alouatta pigra (I) Guatemalteekse brulaap Ateles geoffroyi Zwarthandslingeraap frontatus (I) Ateles geoffroyi Roodbuikslingeraap panamensis (I) Brachyteles Spinaap arachnoides (I) Brachyteles Gele spinaap of gele muriqui hypoxanthus (I) Oreonax flavicauda (I) Geelstaartwolaap

Cebidae Klauwaapjes

Callimico goeldii (I) Springtamarin Callithrix aurita (I) Witoorpenseelaapje Callithrix flaviceps (I) Geelkoppenseelaapje Leontopithecus spp. (I) Leeuwaapjes Saguinus bicolor (I) Mantelaapje Saguinus geoffroyi (I) Geoffroys tamarin Saguinus leucopus (I) Witvoettamarin Saguinus martinsi (I) Saguinus oedipus (I) Pinché-aapje Saimiri oerstedii (I) Geel doodshoofdaapje

Cercopithecidae Smalneusapen excl. mensapen Cercocebus galeritus Kuifmangabey

(I) Cercopithecus diana Dianameerkat (I) Cercopithecus roloway Roloway-meerkat (I) Cercopithecus solatus Zonstaartmeerkat (II) Colobus satanas (II) Zwarte franjeaap Macaca silenus (I) Baardaap Mandrillus Dril leucophaeus (I) Mandrillus sphinx (I) Mandril asalis larvatus (I) Neusaap Piliocolobus foai (II) Centraal-Afrikaanse rode franjeaap Piliocolobus gordono Uzungwa-franjeaap rum (II) Piliocolobus kirkii (I) Zanzibar-franjeaap Piliocolobus pennantii Pennants franjeaap (II) Piliocolobus preussi Preuss' franjeaap (II) Piliocolobus Tana-franjeaap rufomitratus (I) Piliocolobus Oegandese rode franjeaap tephrosceles (II) Piliocolobus tholloni Thollons franjeaap (II) Presbytis potenziani (I) Mentawai-langoer Pygathrix spp. (I) Doeklangoeren Rhinopithecus spp. (I) Stompneusapen Semnopithecus ajax (I) Kasjmir-hoelman Semnopithecus Dussumiers hoelman dussumieri (I) Semnopithecus entellus Hoelman (I) Semnopithecus hector Tarai-hoelman (I) Semnopithecus Zwartvoethoelman hypoleucos (I) Semnopithecus priam Ceylon-hoelman (I) Semnopithecus Berghoelman schistaceus (I) Simias concolor (I) Simakobou Trachypithecus Delacours langoer delacouri (II) Trachypithecus Tonkin-langoer francoisi (II) Trachypithecus geei (I) Goudlangoer Trachypithecus Ha tinh-langoer hatinhensis (II) Trachypithecus johnii Nilgiri-langoer (II) Trachypithecus laotum Laos-langoer of (II) witbrauwlangoer Trachypithecus Kuiflangoer pileatus (I) Trachypithecus Witkoplangoer poliocephalus (II) Trachypithecus Shortridges langoer shortridgei (I)

Cheirogaleidae Dwerg- en katmaki's

Cheirogaleidae spp. (I) Dwergmaki's, katmaki's Daubentoniidae Vingerdieren

Daubentonia Vingerdier madagascariensis (I)

Hominidae Echte mensapen

Gorilla beringei (I) Berggorilla Gorilla gorilla (I) Laaglandgorilla Pan spp. (I) Chimpansee en Bonobo Pongo abelii (I) Sumatraanse orang-oetan Pongo pygmaeus (I) Borneose orang-oetan

Hylobatidae Gibbons

Hylobatidae spp. (I) Gibbons Indriidae Indri's, sifaka's en wolmaki's

Indriidae spp. (I) Indri's, sifaka's en wolmaki's Lemuridae Maki's

Lemuridae spp. (I) Maki's Lepilemuridae Wezelmaki's

Lepilemuridae spp. (I) Wezelmaki's Lorisidae Lori's

ycticebus spp. (I) Plompe lori's Pitheciidae Sakiachtigen

Cacajao spp. (I) Oeakari's Callicebus barbara Noord-Bahiaanse blonde brownae (II) springaap Callicebus melanochir Zwarthandspringaap (II) Callicebus nigrifrons (II) Callicebus personatus Zwartkopspringaap (II) Chiropotes albinasus Witneussaki (I)

Tarsiidae Spookdiertjes

Tarsius spp. (II) Spookdiertjes PROBOSCIDEA Slurfdieren

Elephantidae Olifanten

Elephas maximus (I) Aziatische olifant Loxodonta africana (I) Loxodonta africana Afrikaanse olifant (Met uitzondering van (II) de populaties in

Botswana, Namibië, (Alleen de populaties Zuid-Afrika en in Botswana, Zimbabwe, die zijn Namibië, Zuid-Afrika

opgenomen in bijlage

  • B) 
    en Zimbabwe

    21

    ; alle andere populaties zijn opgenomen in bijlage A.)

RODENTIA Knaagdieren

Chinchillidae Chinchilla’s

Chinchilla spp. (I) (Op Chinchilla’s specimens van de gedomesticeerde vorm zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.)

Cuniculidae Paca's

21 Populaties in Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe (opgenomen in bijlage B):Uitsluitend met

het oog op het toestaan van: a) niet-commercieel verkeer van jachttrofeeën; b) verkeer van levende dieren met een passende en aanvaardbare bestemming als omschreven in Res. Conf. 11.20 voor Botswana en Zimbabwe en ten behoeve van instandhoudingsprogramma’s in situ voor Namibië en Zuid-Afrika; c) handel in huiden; d) handel in haar; e) handel in lederwaren: commercieel en niet-commercieel verkeer in het geval van Botswana, Namibië en Zuid-Afrika en niet-commercieel verkeer in het geval van Zimbabwe; f) niet-commercieel verkeer van individueel gemerkte en gecertificeerde, in afgewerkte sieraden verwerkte ekipa’s voor Namibië en niet-commercieel verkeer van ivoorsnijwerk voor Zimbabwe; g) handel in geregistreerd onbewerkt ivoor (voor Botswana, Namibië, Zuid-Afrika en Zimbabwe: complete slagtanden en stukken), voor zover aan de volgende voorwaarden is voldaan: i) uitsluitend geregistreerde voorraden die eigendom zijn van de overheid en afkomstig zijn uit het betrokken land (met uitsluiting van in beslag genomen ivoor en ivoor van onbekende herkomst); ii) uitsluitend naar handelspartners waarvan door het Secretariaat in overleg met het Permanent Comité is vastgesteld dat zij over adequate nationale wetgeving en adequate interne mechanismen voor controle op de handel beschikken om te garanderen dat het ingevoerde ivoor niet wordt wederuitgevoerd en wordt beheerd conform alle eisen van Res. Conf. 10.10 (als herzien door CdP14) inzake de binnenlandse verwerking en handel; iii) niet alvorens het Secretariaat de toekomstige invoerende landen en de geregistreerde voorraden in overheidsbezit heeft gecontroleerd; iv) onbewerkt ivoor in het kader van de voorwaardelijke verkoop van geregistreerde ivoorvoorraden die eigendom zijn van de overheid, zoals overeengekomen op CdP12, ten belope van 20000 kg (Botswana), 10000 kg (Namibië) resp. 30000 kg (Zuid-Afrika); v) bovenop de op CdP12 overeengekomen hoeveelheden mag ivoor in overheidsbezit van Botswana, Zimbabwe, Namibië en Zuid-Afrika, voor zover het vóór 31 januari 2007 werd geregistreerd en door het Secretariaat is gecontroleerd, samen met het onder g), iv), bedoeld ivoor worden verhandeld en verzonden in het kader van één enkele transactie per bestemming onder streng toezicht van het Secretariaat; vi) de opbrengst van de verkoop wordt uitsluitend gebruikt voor programma’s ter instandhouding van de olifant en voor het behoud en de ontwikkeling van gemeenschappen in of grenzend aan het verspreidingsgebied van de olifant; en vii) de onder g), v), bedoelde extra hoeveelheden worden alleen verhandeld nadat het Permanent Comité heeft bevestigd dat aan bovenvermelde voorwaarden is voldaan; h) er worden aan de Conferentie der Partijen geen verdere voorstellen tot toelating van handel in olifantenivoor afkomstig van reeds in bijlage B opgenomen populaties voorgelegd voor de periode die aanvangt met CdP14 en eindigt negen jaar na het tijdstip van de ene verkoop van ivoor die plaatsvindt overeenkomstig het bepaalde onder g), i), g), ii), g), iii), g), vi) en g), vii). Dergelijke verdere voorstellen worden voorts behandeld overeenkomstig de Besluiten 14.77 en 14.78. Op voorstel van het Secretariaat kan het Permanent Comité besluiten dit handelsverkeer geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de uitvoerende of invoerende landen de regels niet naleven of indien wordt aangetoond dat dit verkeer schadelijke gevolgen heeft voor andere olifantenpopulaties. Alle andere specimens dienen als specimens van een soort van bijlage A te worden

beschouwd en de handel daarin dient in overeenstemming daarmee te worden gereguleerd.

Cuniculus paca Laaglandpaca (III Honduras)

Dasyproctidae Agoeti's

Dasyprocta Midden-Amerikaanse agoeti punctata (III Honduras)

Erethizontidae Boomstekelvarkens

Sphiggurus Mexicaans boomstekelvarken

mexicanus (III

Honduras)

Sphiggurus Paraguayaans

spinosus (III boomstekelvarken

Uruguay)

Hystricidae Stekelvarkens

Hystrix cristata Stekelvarken

Muridae Muizen en ratten

Leporillus conditor (I) Langoorhaasrat

Pseudomys fieldi Vale schijnmuis

praeconis (I)

Xeromys myoides (I) Onechte waterrat

Zyzomys peduncula Macdonnells rotsrat

tus (I)

Sciuridae Eekhoorns

Cynomys mexicanus (I) Mexicaanse prairiehond

Marmota caudata Langstaartmarmot

(III India)

Marmota Himalaya-marmot

himalayana (III

India)

Ratufa spp. (II) Reuzeneekhoorns

Callosciurus Pallaseekhoorn

erythraeus

Sciurus carolinensis Grijze eekhoorn

Sciurus deppei Deppes eekhoorn

(III Costa Rica)

Sciurus niger Amerikaanse voseekhoorn

SCANDENTIA Boomspitsmuizen

SCANDENTIA spp. Boomspitsmuizen

(II)

SIRENIA Zeekoeien

Dugongidae Doejongs

Dugong dugon (I) Doejong

Trichechidae Lamantijnen

Trichechidae spp. (I/II) Lamantijnen

(Trichechus inunguis

en Trichechus manatus

zijn opgenomen in

bijlage I. Trichechus

senegalensis is

opgenomen in bijlage

II.)

AVES Vogels

ANSERIFORMES Eendachtigen

Anatidae Eenden, ganzen en zwanen

Anas aucklandica (I) Auckland-taling

Anas bernieri (II) Madagaskar-eend

Anas chlorotis (I) Nieuw-Zeelandse bruine taling

Anas formos (II) Baikal-taling

Anas laysanensis (I) Laysan-taling

Anas nesiotis (I) Campbell Island-taling

Anas querquedula Zomertaling

Asarcornis scutulata Witvleugelboseend

(I)

Aythya innotata Madagaskar-witoogeend

Aythya nyroca Witoogeend

Branta canadensis Canadese gans (ondersoort van

leucopareia (I) de Aleoeten)

Branta ruficollis (II) Roodhalsgans

Branta sandvicensis (I) Hawaii-gans

Cairina moschata Muskuseend

(III Honduras)

Coscoroba coscoroba Coscoroba

(II)

Cygnus melancory Zwarthalszwaan

phus (II)

Dendrocygna arborea West-Indische fluiteend

(II)

Dendrocygna Zwartbuikfluiteend

autumnalis (III

Honduras)

Dendrocygna Rosse fluiteend

bicolor (III

Honduras)

Mergus octosetaceus Braziliaanse zaagbek

Oxyura jamaicensis Rosse stekelstaarteend

Oxyura leucoce Witkopeend

phala (II)

Rhodonessa Rozekopeend

caryophyllacea

(mogelijk uitgestorven)

(I)

Sarkidiornis Knobbeleend

melanotos (II)

Tadorna cristata Kuifcasarca

APODIFORMES Salanganen, gierzwaluwen en

kolobries

Trochilidae Kolibries

Trochilidae spp. (II) Kolibries

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Glaucis dohrnii (I) Bronsstaartheremietkolibrie

CHARADRIIFORMES Steltlopers, meeuwen, sterns en

alken

Burhinidae Grielen

Burhinus Caribische griel

bistriatus (III

Guatemala)

Laridae Meeuwen en sterns

Larus relictus (I) Mongoolse zwartkopmeeuw

Scolopacidae Snippen, wulpen, ruiters en

strandlopers

umenius borealis (I) Arctische wulp

umenius tenuirostris Dunbekwulp

(I)

Tringa guttifer (I) Gevlekte groenpootruiter

CICONIIFORMES Reigers, ooievaars, ibissen en

flamingo’s

Ardeidae Reigers

Ardea alba Grote zilverreiger

Bubulcus ibis Koereiger

Egretta garzetta Kleine zilverreiger

Balaenicipitidae Schoenbekooievaars

Balaeniceps rex (II) Schoenbekooievaar

Ciconiidae Ooievaars

Ciconia boyciana (I) Zwartsnavelooievaar

Ciconia nigra (II) Zwarte ooievaar

Ciconia stormi Storms ooievaar

Jabiru mycteria (I) Jabiru

Leptoptilos dubius Argala-maraboe of Indische

maraboe

Mycteria cinerea (I) Maleise nimmerzat

Phoenicopteridae Flamingo's

Phoenicopteridae spp. Flamingo's

(II) (Met uitzondering

van de in bijlage A

opgenomen species)

Phoenicopterus ruber Rode flamingo

(II)

Threskiornithidae Ibissen en lepelaars

Eudocimus ruber (II) Rode ibis

Geronticus calvus (II) Kaapse ibis

Geronticus eremita (I) Kaalkopibis of heremietibis

ipponia nippon (I) Japanse kuifibis

Platalea leucorodia Lepelaar

(II)

Pseudibis gigantea Reuzenibis

COLUMBIFORMES Duifachtigen

Columbidae Duiven

Caloenas nicobarica Manenduif

(I)

Claravis godefrida Purperbandgrondduif

Columba livia Rotsduif

Ducula mindorensis (I) Mindoro-muskaatduif

Gallicolumba Luzon-dolksteekduif

luzonica (II)

Goura spp. (II) Kroonduiven

Leptotila wellsi Grenada-loopduif

esoenas mayeri Mauritius-duif

(III Mauritius)

Streptopelia turtur Tortel

CORACIIFORMES Scharrelvogels

Bucerotidae eushoornvogels

Aceros spp. (II) (Met Jaarvogels

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Aceros nipalensis (I) Himalaya-jaarvogel

Anorrhinus spp. (II) Neushoornvogels

Anthracoceros spp. Neushoornvogels

(II)

Berenicornis spp. (II) Neushoornvogels

Buceros spp. (II) (Met Neushoornvogels

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Buceros bicornis (I) Dubbelhoornige

neushoornvogel

Penelopides spp. (II) Neushoornvogels

Rhinoplax vigil (I) Gehelmde neushoornvogel

Rhyticeros spp. (II) Neushoornvogels

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species.)

Rhyticeros Kleine jaarvogel

subruficollis (I)

CUCULIFORMES Koekoekachtigen

Musophagidae Toerako's

Tauraco spp. (II) (Met Helmtoerako's

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Tauraco banner Bannermans toerako

mani (II)

FALCONIFORMES Dagroofvogels

FALCONIFORMES Dagroofvogels

spp. (II)

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species en

één in bijlage C

opgenomen soort van

de familie

Cathartidae; de

overige species van

die familie zijn niet in

de bijlagen bij deze

verordening

opgenomen.)

Accipitridae Haviken, arenden en gieren

Accipiter brevipes (II) Balkansperwer

Accipiter gentilis (II) Havik

Accipiter nisus (II) Sperwer

Aegypius monachus Monniksgier

(II)

Aquila adalberti (I) Spaanse keizersarend

Aquila chrysaetos (II) Steenarend

Aquila clanga (II) Bastaardarend

Aquila heliaca (I) Keizersarend

Aquila pomarina (II) Schreeuwarend

Buteo buteo (II) Buizerd

Buteo lagopus (II) Ruigpootbuizerd

Buteo rufinus (II) Arendbuizerd

Chondrohierax Cubaanse langsnavelwouw

uncinatus wilsonii (I)

Circaetus gallicus (II) Slangenarend

Circus aeruginosus (II) Bruine kiekendief

Circus cyaneus (II) Blauwe kiekendief

Circus macrourus (II) Steppekiekendief

Circus pygargus (II) Grauwe kiekendief

Elanus caeruleus (II) Grijze wouw

Eutriorchis astur (II) Madagaskar-slangenarend

Gypaetus barbatus (II) Lammergier

Gyps fulvus (II) Vale gier

Haliaeetus spp. (I/II) Zeearenden

(Haliaeetus albicilla is

opgenomen in bijlage

I; de andere soorten

zijn opgenomen in

bijlage II)

Harpia harpyja (I) Harpij

Hieraaetus fasciatus Havikarend

(II)

Hieraaetus pennatus Dwergarend

(II)

Leucopternis Salvins bonte buizerd

occidentalis (II)

Milvus migrans (II) Zwarte wouw

(Met uitzondering van

Milvus migrans

lineatus die in bijlage

B is opgenomen)

Milvus milvus (II) Rode wouw

eophron percnopte Aasgier

rus (II)

Pernis apivorus (II) Wespendief

Pithecophaga jefferyi Apenarend

(I)

Cathartidae Gieren van de ieuwe Wereld

Gymnogyps california Californische condor

nus (I)

Sarcoramphus Koningsgier

papa (III

Honduras)

Vultur gryphus (I) Andes-condor

Falconidae Valken

Falco araeus (I) Seychellen-torenvalk

Falco biarmicus (II) Lannervalk

Falco cherrug (II) Sakervalk

Falco columbarius (II) Smelleken

Falco eleonorae (II) Eleonora's valk

Falco jugger (I) Indische lannervalk

Falco naumanni (II) Kleine torenvalk

Falco newtoni (I) Madagaskar-torenvalk

(Alleen de populatie op

de Seychellen)

Falco pelegrinoides (I) Barbarijse valk

Falco peregrinus (I) Slechtvalk

Falco punctatus (I) Mauritius-torenvalk

Falco rusticolus (I) Giervalk

Falco subbute (II) Boomvalk

Falco tinnunculus (II) Torenvalk

Falco vespertinus (II) Roodpootvalk

Pandionidae Visarenden

Pandion haliaetus (II) Visarend

GALLIFORMES Hoenderachtigen

Cracidae Hokko’s en sjakohoenders

Crax alberti (III Blauwknobbelhokko

Colombia)

Crax blumenbachii (I) Roodsnavelhokko

Crax daubentoni Geelknobbelhokko

(III Colombia)

Crax fasciolata Maskerhokko

Crax globulosa Knobbelhokko

(III Colombia)

Crax rubra (III Bruine hokko

Colombia, Costa

Rica, Guatemala

en Honduras)

Mitu mitu (I) Mesbekpauwies

Oreophasis derbianus Gehoornde goean

(I)

Ortalis vetula (III Bruine chachalaca

Guatemala/Hondu

ras)

Pauxi pauxi (III Helmhokko

Colombia)

Penelope albipennis (I) Witvleugelgoean

Penelope Kuifsjakohoen

purpurascens (III

Honduras)

Penelopina nigra Berggoean

(III Guatemala)

Pipile jacutinga (I) Spix' fluitgoean

Pipile pipile (I) Trinidad-blauwkeelgoean

Megapodiidae Grootpoothoenders

Macrocephalon maleo Hamerhoen

(I)

Phasianidae Fazantachtigen

Argusianus argus (II) Argusfazant

Catreus wallichii (I) Wallichs fazant

Colinus virginianus Noordwest-Mexicaanse

ridgwayi (I) boomkwartel

Crossoptilon Witte oorfazant

crossoptilon (I)

Crossoptilon Bruine oorfazant

mantchuricum (I)

Gallus sonneratii (II) Sonnerats hoen

Ithaginis cruentus (II) Bloedfazant

Lophophorus Himalaya-glansfazant

impejanus (I)

Lophophorus lhuysii Chinese glansfazant

(I)

Lophophorus sclateri Sclaters glansfazant

(I)

Lophura edwardsi (I) Edwards’ fazant

Lophura hatinhensis Vietnamese vuurrugfazant

Lophura imperialis (I) Keizerfazant

Lophura swinhoii (I) Swinhoe's fazant

Meleagris Pauwkalkoen

ocellata (III

Guatemala)

Odontophorus Witkeeltandkwartel

strophium

Ophrysia superciliosa Himalaya-patrijs

Pavo muticus (II) Groene pauw

Polyplectron Spiegelpauw

bicalcaratum (II)

Polyplectron germaini Germains spiegelpauw

(II)

Polyplectron Maleise spiegelpauw

malacense (II)

Polyplectron Palawan-spiegelpauw

napoleonis (I)

Polyplectron Schleiermachers pauwfazant

schleiermacheri (II)

Rheinardia ocellata (I) Gekuifde argusfazant

Syrmaticus ellioti (I) Elliots fazant

Syrmaticus humiae (I) Humes fazant

Syrmaticus mikado (I) Mikadofazant

Tetraogallus caspius Kaspisch berghoen

(I)

Tetraogallus tibetanus Tibetaans berghoen

(I)

Tragopan blythii (I) Blyths saterhoen

Tragopan caboti (I) Cabots saterhoen

Tragopan melanoce Westelijk saterhoen

phalus (I)

Tragopan satyra Rood saterhoen

(III Nepal)

Tympanuchus cupido Attwaters prairiehoen

attwateri (I)

GRUIFORMES Kraanvogels en rallen

Gruidae Kraanvogels

Gruidae spp. (II) (Met Kraanvogels

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Grus americana (I) Trompetkraanvogel

Grus canadensis (I/II) Canadese kraanvogel

(De soort is

opgenomen in bijlage

II, maar de

ondersoorten Grus

canadensis nesiotes en

Grus canadensis pulla

zijn opgenomen in

bijlage I)

Grus grus (II) Kraanvogel

Grus japonensis (I) Chinese kraanvogel

Grus leucogeranus (I) Siberische witte kraanvogel

Grus monacha (I) Monnikskraanvogel

Grus nigricollis (I) Zwarthalskraanvogel

Grus vipio (I) Withalskraanvogel

Otididae Trappen

Otididae spp. (II) Trappen

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Ardeotis nigriceps (I) Indische trap

Chlamydotis Macqueens kraagtrap

macqueenii (I)

Chlamydotis undulata Kraagtrap

(I)

Houbaropsis Baardtrap

bengalensis (I)

Otis tarda (II) Grote trap

Sypheotides indicus Kleine Indische trap

(II)

Tetrax tetrax (II) Kleine trap

Rallidae Rallen

Gallirallus sylvestris Lord Howe-ral

(I)

Rhynochetidae Kagoes

Rhynochetos jubatus Kagoe

(I)

PASSERIFORMES Zangvogels

Atrichornithidae Doornkruipers

Atrichornis clamosus West-Australische

(I) doornkruiper

Cotingidae Cotinga’s

Cephalopterus Amazone-parasolvogel

ornatus (III

Colombia)

Cephalopterus Ecuadoraanse parasolvogel

penduliger (III

Colombia)

Cotinga maculata (I) Halsbandcotinga

Rupicola spp. (II) Rotshanen

Xipholena atropurpu Zwartpurperen cotinga

rea (I)

Emberizidae Gorzen

Gubernatrix cristata Groene kardinaal

(II)

Paroaria capitata (II) Geelsnavelkardinaal

Paroaria coronata Roodkuifkardinaal

(II)

Tangara fastuosa (II) Veelkleurige tangara

Estrildidae Astrilden

Amandava formosa Olijfastrilde

(II)

Lonchura fuscata Bruine rijstvogel

Lonchura oryzivora Rijstvogel

(II)

Poephila cincta Gordelamadine

cincta (II)

Fringillidae Vinken

Carduelis cucullata (I) Kapoetsensijs

Carduelis yarrellii (II) Geelwangsijs

Hirundinidae Zwaluwen

Pseudochelidon Siantara-zwaluw

sirintarae (I)

Icteridae Troepialen

Xanthopsar flavus (I) Saffraantroepiaal

Meliphagidae Honingeters

Lichenostomus Helmhoningeter

melanops cassidix (I)

Muscicapidae Vliegenvangers

Acrocephalus Rodriguez-struikzanger

rodericanus (III

Mauritius)

Cyornis ruckii (II) Ruecks niltava

Dasyornis broadbenti Borstelvogel

litoralis (mogelijk

uitgestorven) (I)

Dasyornis longirostris Westelijke borstelvogel

(I)

Garrulax canorus (II) Witbrauwlijstergaai

Garrulax taewanus Taiwanese lijstergaai

(II)

Leiothrix argentau Zilveroortimalia

ris (II)

Leiothrix lutea (II) Japanse nachtegaal

Liocichla omeiensis Omei-timalia

(II)

Picathartes Witnekkaalkopkraai

gymnocephalus (I)

Picathartes oreas (I) Grijsnekkaalkopkraai

Terpsiphone Mascarenen-paradijsvliegenbourbonnensis

(III vanger

Mauritius)

Paradisaeidae Paradijsvogels

Paradisaeidae spp. (II) Paradijsvogels

Pittidae Pitta’s

Pitta guajana (II) Blauwstaartpitta

Pitta gurneyi (I) Gurneys pitta

Pitta kochi (I) Kochs pitta

Pitta nympha (II) Chinese pitta

Pycnonotidae Buulbuuls

Pycnonotus zeylanicus Geelkruinbuulbuul

(II)

Sturnidae Spreeuwen

Gracula religiosa (II) Beo

Leucopsar rothschildi Bali-spreeuw

(I)

Zosteropidae Brilvogels

Zosterops albogularis Witkeelbrilvogel

(I)

PELECANIFORMES Pelikaanachtigen

Fregatidae Fregatvogels

Fregata andrewsi (I) Witbuikfregatvogel

Pelecanidae Pelikanen

Pelecanus crispus (I) Kroeskoppelikaan

Sulidae Jan-van-genten

Papasula abbotti (I) Abbotts gent

PICIFORMES Spechtachtigen

Capitonidae Baardvogels

Semnornis Toekanbaardvogel

ramphastinus (III

Colombia)

Picidae Spechten

Campephilus Keizerspecht

imperialis (I)

Dryocopus javensis Witbuikspecht

richardsi (I)

Ramphastidae Toekans

Baillonius Goudtoekan

bailloni (III

Argentinië)

Pteroglossus aracari Zwarte toekan

(II)

Pteroglossus Buinoorarassari

castanotis (III

Argentinië)

Pteroglossus viridis Groene arassari

(II)

Ramphastos Roodborsttoekan

dicolorus (III

Argentinië)

Ramphastos Zwavelborsttoekan

sulfuratus (II)

Ramphastos toco (II) Reuzentoekan

Ramphastos tucanus Roodsnaveltoekan

(II)

Ramphastos vitellinus Groefsnaveltoekan

(II)

Selenidera Vleksnavelpepervreter

maculirostris (III

Argentinië)

PODICIPEDIFORMES Fuutachtigen

Podicipedidae Futen

Podilymbus gigas (I) Atitlan-fuut

PROCELLARIIFORMES Stormvogelachtigen

Diomedeidae Albatrossen

Phoebastria albatrus Stellers albatros

(I)

PSITTACIFORMES Papegaaiachtigen

PSITTACIFORMES Papegaaiachtigen

spp. (II)

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species en

met uitzondering van

Agapornis roseicollis,

Melopsittacus

undulatus, ymphicus

hollandicus en

Psittacula krameri,

die niet in de bijlagen

bij deze verordening

zijn opgenomen)

Cacatuidae Kaketoes

Cacatua goffiniana (I) Goffins kaketoe

Cacatua haematuro Filipijnse kaketoe

pygia (I)

Cacatua moluccensis Molukken-kaketoe

(I)

Cacatua sulphurea (I) Kleine geelkuifkaketoe

Probosciger aterrimus Palmkaketoe

(I)

Loriidae Lori's

Eos histrio (I) Diadeemlori

Vini spp. (I/II) (Vini Vinilori's

ultramarina is

opgenomen in bijlage

I, de andere soorten

zijn opgenomen in

bijlage II)

Psittacidae Papegaaien en parkieten

Amazona arausiaca (I) Roodkeelamazone

Amazona auropalliata Geelnekamazone

(I)

Amazona barbadensis Geelvleugelamazone

(I)

Amazona brasiliensis Roodstaartamazone

(I)

Amazona finschi (I) Finchs amazone

Amazona guildingii (I) Sint Vincent- of

koningsamazone

Amazona imperialis (I) Keizeramazone

Amazona leucocephala Cubaanse amazone

(I)

Amazona oratrix (I) Geelkopamazone

Amazona pretrei (I) Roodbrilamazone

Amazona rhodocory Roodkruinamazone

tha (I)

Amazona tucumana (I) Tucuman-amazone

Amazona versicolor (I) Sint Lucia-amazone

Amazona vinacea (I) Wijnkleurige amazone

Amazona viridigenalis Groenwangamazone

(I)

Amazona vittata (I) Portoricaanse amazone

Anodorhynchus spp. (I) Hyacinthara’s

Ara ambiguus (I) Buffons ara

Ara glaucogularis (I) Blauwkeelara

Ara macao (I) Geelvleugelara

Ara militaris (I) Soldatenara

Ara rubrogenys (I) Roodwangara

Cyanopsitta spixii (I) Spix' ara

Cyanoramphus cookii

(I)

Cyanoramphus forbesi Geelvoorhoofdkakariki

(I)

Cyanoramphus Roodvoorhoofdkakariki

novaezelandiae (I)

Cyanoramphus saisseti

(I)

Cyclopsitta Coxens dubbeloogvijgpapegaai

diophthalma coxeni (I)

Eunymphicus cornutus Hoornparkiet

(I)

Guarouba guarouba Goudparkiet

(I)

eophema chryso Oranjebuikparkiet

gaster (I)

Ognorhynchus icterotis Geeloorparkiet

(I)

Pezoporus occidentalis Australische nachtpapegaai

(mogelijk uitgestorven)

(I)

Pezoporus wallicus (I) Grondpapegaai

Pionopsitta pileata (I) Roodkappapegaai

Primolius couloni (I) Blauwkopara

Primolius maracana Illigers ara

(I)

Psephotus chrysoptery Goudschouderparkiet

gius (I)

Psephotus dissimilis (I) Kapparkiet

Psephotus Paradijsparkiet

pulcherrimus (mogelijk

uitgestorven) (I)

Psittacula echo (I) Mauritius-papegaai

Pyrrhura cruentata (I) Blauwkeelconure

Rhynchopsitta spp. (I) Dikbekpapegaaien

Strigops habroptilus (I) Kakapo of uilpapegaai

RHEIFORMES andoes

Rheidae andoes

Pterocnemia pennata Darwins nandoe

(I) (Met uitzondering

van Pterocnemia

pennata pennata, die in

bijlage B is

opgenomen.)

Pterocnemia pennata Darwins nandoe (Patagonische

pennata (II) ondersoort)

Rhea americana (II) Nandoe

SPHENISCIFORMES Pinguïns

Spheniscidae Pinguïns

Spheniscus demersus Zwartvoetpinguin

(II)

Spheniscus humboldti Humboldtpinguin

(I)

STRIGIFORMES Uilen

STRIGIFORMES Uilen

spp. (II) (Met

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Strigidae Echte uilen

Aegolius funereus (II) Ruigpootuil

Asio flammeus (II) Velduil

Asio otus (II) Ransuil

Athene noctua (II) Steenuil

Bubo bubo (II) (Met Oehoe

uitzondering van Bubo

bubo bengalensis, die

in bijlage B is

opgenomen)

Glaucidium Dwerguil

passerinum (II)

Heteroglaux blewitti Bossteenuil

(I)

Mimizuku gurneyi (I) Grote dwergooruil

inox natalis (I) Christmas Island-valkuil

inox novaeseelandiae Boeboek

undulata (I)

yctea scandiaca (II) Sneeuwuil

Otus ireneae (II) Sokoke-dwergooruil

Otus scops (II) Dwergooruil

Strix aluco (II) Bosuil

Strix nebulosa (II) Laplanduil

Strix uralensis (II) Oeraluil

(Met uitzondering van

Strix uralensis davidi,

die in bijlage B is

opgenomen)

Surnia ulula (II) Sperweruil

Tytonidae Kerkuilen

Tyto alba (II) Kerkuil

Tyto soumagnei (I) Madagaskar-grasuil

STRUTHIONIFORMES Struisvogels

Struthionidae Struisvogels

Struthio camelus (I) Struisvogel

(Alleen de populaties

in Algerije, Burkina

Faso, Kameroen, de

Centraal-Afrikaanse

Republiek, Tsjaad,

Mali, Mauritanië,

Marokko, Niger,

Nigeria, Senegal en

Soedan; geen enkele

andere populatie is in

de bijlagen bij deze

verordening

opgenomen.)

TINAMIFORMES Tinamoes of stuithoenders

Tinamidae Tinamoes of stuithoenders

Tinamus solitarius (I) Kluizenaarstuithoen

TROGONIFORMES Trogons

Trogonidae Trogons

Pharomachrus Quetzal

mocinno (I)

REPTILIA Reptielen

CROCODYLIA Krokodilachtigen

CROCODYLIA spp. Krokodilachtigen

(II) (Met uitzondering

van de in bijlage A

opgenomen species)

Alligatoridae Alligators en kaaimannen

Alligator sinensis (I) Chinese alligator

Caiman crocodilus Apaporis-brilkaaiman

apaporiensis (I)

Caiman latirostris (I) Breedsnuitkaaiman

(Met uitzondering van

de populatie in

Argentinië, die is

opgenomen in bijlage

B)

Melanosuchus niger (I) Zwarte kaaiman

(Met uitzondering van

de populatie in

Brazilië, die is

opgenomen in bijlage

B, en de populatie in

Ecuador, die is

opgenomen in bijlage

B en waarvoor het

jaarlijks exportquotum

vastgesteld blijft op nul

totdat door het Citessecretariaat

en de

Crocodile Specialist

Group van IUCN/SSC

een jaarlijks

exportquotum is

goedgekeurd)

Crocodylidae Krokodillen

Crocodylus acutus (I) Spitssnuitkrokodil

(Met uitzondering van

de populatie in Cuba,

die is opgenomen in

bijlage B)

Crocodylus cataphrac Pantserkrokodil

tus (I)

Crocodylus Orinoco-krokodil

intermedius (I)

Crocodylus Filipijnse krokodil

mindorensis (I)

Crocodylus moreletii Bultkrokodil

(I) (Met uitzondering

van de populatie in

Belize en in Mexico

die in bijlage B zijn

opgenomen, met een

nulquotum voor wilde

soorten die voor

commerciële

doeleinden worden

verhandeld)

Crocodylus niloticus Nijlkrokodil

(I) (Met uitzondering

van de populaties in

Botswana, Egypte [met

een nulquotum voor

wilde specimens die

voor commerciële

doeleinden worden

verhandeld], Ethiopië,

Kenia, Madagaskar,

Malawi, Mozambique,

Namibië, Zuid-Afrika,

Uganda, de Verenigde

Republiek

Tanzania [waarvoor

een jaarlijks

exportquotum is

vastgesteld van ten

hoogste 1600 aan de

natuur onttrokken

specimens, inclusief

jachttrofeeën, naast de

van ranching

afkomstige specimens],

Zambia en Zimbabwe;

deze populaties zijn

opgenomen in bijlage

B.)

Crocodylus palustris Moeraskrokodil

(I)

Crocodylus porosus (I) Zeekrokodil

(Met uitzondering van

de populaties in

Australië, Indonesië

and Papoea-Nieuw

Guinea, die zijn

opgenomen in bijlage

B)

Crocodylus rhombifer Cubaanse of ruitkrokodil

(I)

Crocodylus siamensis Siamese krokodil

(I)

Osteolaemus tetraspis Breedvoorhoofdkrokodil

(I)

Tomistoma schlegelii Onechte gaviaal

(I)

Gavialidae Gavialen

Gavialis gangeticus (I) Ganges-gaviaal

RHYNCHOCEPHALIA Brughagedisachtigen

Sphenodontidae Brughagedissen

Sphenodon spp. (I) Brughagedissen

SAURIA Hagedissen

Agamidae Agamen

Uromastyx spp. (II) Doornstaartagamen

Chamaeleonidae Kameleons

Bradypodion spp. (II) Dwergkameleons

Brookesia spp. (II) Kortstaartdwergkameleons

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Brookesia perarmata Pantserdwergkameleon

(I)

Calumma spp. (II) Madagaskar-kameleons

Chamaeleo spp. (II) Echte kameleons

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Chamaeleo chamae Gewone kameleon

leon (II)

Furcifer spp. (II) Madagaskar-kameleons

Kinyongia spp. (II) Dwergkameleons

adzikambia spp. (II) Dwergkameleons

Cordylidae Gordelstaarthagedissen

Cordylus spp. (II) Echte gordelstaarthagedissen

Gekkonidae Gekko’s

Cyrtodactylus Slangeneiland-gekko

serpensinsula (II)

Hoplodactylus Nieuw-Zeelandse gekko’s

spp. (III Nieuw

Zeeland)

aultinus spp. Nieuw-Zeelandse

(III Nieuwboomgekko’s

Zeeland)

Phelsuma spp. (II) Daggekko's

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Phelsuma guentheri Round Island-daggekko

(II)

Uroplatus spp. (II) Platstaartgekko’s

Helodermatidae Korsthagedissen

Heloderma spp. (II) Gila-monster en Mexicaanse

(Met uitzondering van korsthagedis

de in bijlage A

opgenomen

subspecies)

Heloderma horridum Guatemalteekse korsthagedis

charlesbogerti (I)

Iguanidae Leguanen

Amblyrhynchus Galapagos-zeeleguaan

cristatus (II)

Brachylophus spp. (I) Fiji-leguanen

Conolophus spp. (II) Galapagos-landleguanen

Ctenosaura bakeri (II) Utila-stekelstaartleguaan

Ctenosaura oedirhina Roatán-stekelstaartleguaan

(II)

Ctenosaura Rio Aguan-stekelstaartleguaan

melanosterna (II)

Ctenosaura palearis Guatemalteekse

(II) stekelstaartleguaan

Cyclura spp. (I) Ringstaartleguanen

Iguana spp. (II) Echte leguanen

Phrynosoma

blainvillii (II)

Phrynosoma

cerroense (II)

Phrynosoma Padhagedis

coronatum (II)

Phrynosoma wigginsi

(II)

Sauromalus varius (I) San Esteban-chuckwalla

Lacertidae Echte hagedissen

Gallotia simonyi (I) Simony's hagedis

Podarcis lilfordi (II) Balearen-hagedis

Podarcis pityusensis Pityusen-hagedis

(II)

Scincidae Skinks

Corucia zebrata (II) Grijpstaartskink

Teiidae Krokodilstaarthagedissen en

teju’s

Crocodilurus Krokodilstaarthagedis

amazonicus (II)

Dracaena spp. (II) Kaaimanteju's

Tupinambis spp.(II) Reuzenteju’s

Varanidae Varanen

Varanus spp. (II) (Met Varanen

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Varanus bengalensis Bengaalse varaan

(I)

Varanus flavescens (I) Gele varaan

Varanus griseus (I) Woestijnvaraan

Varanus komodoen Komodo-varaan

sis (I)

Varanus nebulosus (I) Nevelvaraan

Varanus olivaceus (II) Grays varaan

Xenosauridae Knobbelhagedissen

Shinisaurus Chinese krokodilstaarthagedis

crocodilurus (II)

SERPENTES Slangen

Boidae Boa's

Boidae spp. (II) (Met Boa's

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Acrantophis spp. (I) Madagaskar-boa's

Boa constrictor Argentijnse boa constrictor

occidentalis (I)

Epicrates inornatus (I) Gewone slanke boa

Epicrates monensis (I) Mona-boa

Epicrates subflavus (I) Gele slanke boa

Eryx jaculus (II) Kleine zandboa

Sanzinia madagas Madagaskar-hondskopboa

cariensis (I)

Bolyeriidae Round Island-boa’s

Bolyeriidae spp. (II) Round Island-boa’s

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Bolyeria multocarina Round Island-boa

ta (I)

Casarea dussumieri (I) Dussumiers boa

Colubridae Ringslangen

Atretium Indiase kielrugslang

schistosum (III

India)

Cerberus Hondskopwaterslang

rynchops (III

India)

Clelia clelia (II) Mussurana

Cyclagras gigas (II) Reuzenwaterslang

Elachistodon wester Indische eierslang

manni (II)

Ptyas mucosus (II) Oosterse rattenslang

Xenochrophis Visslang

piscator (III

India)

Elapidae Cobra’s en koraalslangen

Hoplocephalus Breedkopslang

bungaroides (II)

Micrurus Atlantische koraalslang

diastema (III

Honduras)

Micrurus Midden-Amerikaanse

nigrocinctus (III koraalslang

Honduras)

aja atra (II) Chinese brilslang

aja kaouthia (II) Indiase brilslang

aja mandalayen Burmese brilslang

sis (II)

aja naja (II) Brilslang of cobra

aja oxiana (II) Centraal-Aziatische brilslang

aja philippinen Filipijnse brilslang

sis (II)

aja sagittifera (II) Andamanen-brilslang

aja samarensis (II) Samar-brilslang

aja siamensis (II) Indochinese brilslang

aja sputatrix (II) Spuwende brilslang

aja sumatrana (II) Sumatraanse brilslang

Ophiophagus hannah Koningscobra

(II)

Loxocemidae Spitskoppythons

Loxocemidae spp. (II) Spitskoppythons

Pythonidae Pythons

Pythonidae spp. (II) Pythons

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Python molurus Tijgerpython

molurus (I)

Tropidophiidae Bosslangen

Tropidophiidae spp. Bosslangen

(II)

Viperidae Adders

Crotalus durissus Zuid-Amerikaanse ratelslang

(III Honduras)

Crotalus durissus Aruba-ratelslang

unicolor

Daboia russelii Russells adder

(III India)

Vipera latifii Latifi's adder

Vipera ursinii (I) Spitssnuitadder

(Uitsluitend de

populatie in Europa,

met uitzondering van

het grondgebied van de

voormalige USSR;

laatstgenoemde

populaties zijn niet in

de bijlagen bij deze

verordening

opgenomen.)

Vipera wagneri (II) Wagners adder

TESTUDINES Schildpadden

Carettochelyidae ieuw-Guinese

tweeklauwschildpadden

Carettochelys Nieuw-Guinese

insculpta (II) tweeklauwschildpad

Chelidae Slangenhalsschildpadden

Chelodina mccordi Slangenhalsschildpad

(II)

Pseudemydura Onechte spitskopschildpad

umbrina (I)

Cheloniidae Zeeschildpadden

Cheloniidae spp. (I) Zeeschildpadden

Chelydridae Bijtschildpadden

Macrochelys Alligatorschildpad of

temminckii (III gierschildpad

Verenigde Staten

van Amerika)

Dermatemydidae Tabasco-schildpadden

Dermatemys mawii Tabasco-schildpad

(II)

Dermochelyidae Lederschildpadden

Dermochelys coriacea Lederschildpad

(I)

Emydidae Doos- en moerasschildpadden

Chrysemys picta Westelijke sierschildpad

Glyptemys insculpta Amerikaanse bosschildpad

(II)

Glyptemys muhlen Muhlenbergs schildpad

bergii (I)

Graptemys spp. Zaagrug- of landkaartschild(III

Verenigde padden

Staten van

Amerika)

Terrapene spp. (II) Doosschildpadden

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Terrapene coahuila (I) Mexicaanse doosschildpad

Trachemys scripta Roodwangsierschildpad

elegans

Geoemydidae Aardschildpadachtigen

Batagur affinis (I) Zuidelijke rivierschildpad

Batagur baska (I) Batagur of tuntong

Batagur spp. (Met

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species)

Cuora spp. (II) Aziatische doosschildpadden

Geoclemys hamiltonii Driekielstraalschildpad

(I)

Geoemyda Spenglers aardschildpad

spengleri (III

China)

Heosemys annandalii Tempelschildpad

(II)

Heosemys depressa Arakan-aardschildpad

(II)

Heosemys grandis (II) Reuzenaardschildpad

Heosemys spinosa (II) Gestekelde aardschildpad

Leucocephalon Sulawesi-aardschildpad

yuwonoi (II)

Malayemys Maleisische slakkeneter

macrocephala (II)

Malayemys subtrijuga Rijstveldschildpad

(II)

Mauremys annamen Annamese schildpad

sis (II)

Mauremys Iversons moerasschildpad

iversoni (III

China)

Mauremys Grootkopdriekielschildpad

megalocephala

(III China)

Mauremys mutica (II) Gele moerasschildpad

Mauremys Kwantung-moerasschildpad of

nigricans (III Chinese roodkeelschildpad

China)

Mauremys Pritchards moerasschildpad

pritchardi (III

China)

Mauremys Chinese driekielschildpad

reevesii (III

China)

Mauremys Chinese streepnekschildpad

sinensis (III

China)

Melanochelys Driekielaardschildpad

tricarinata (I)

Morenia ocellata (I) Achterindische

pauwoogmoerasschildpad

otochelys platynota Maleise platrugschildpad

(II)

Ocadia Gleufbek-streepnekschildpad

glyphistoma (III

China)

Ocadia philippeni Philippens streepnekschildpad

(III China)

Orlitia borneensis (II) Borneo-rivierschildpad

Pangshura spp.(II) Dakschildpadden

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Pangshura tecta (I) Indische dakschildpad

Sacalia bealei (III Beales pauwoogschildpad

China)

Sacalia Chinese schijnoogschildpad

pseudocellata (III

China)

Sacalia Vieroogschildpad

quadriocellata

(III China)

Siebenrockiella Zwarte dikkopschildpad

crassicollis (II)

Siebenrockiella Filipijnse aardschildpad

leytensis (II)

Platysternidae Grootkopschildpadden

Platysternon Grootkopschildpad

megacephalum (II)

Podocnemididae Scheenplaatschildpadden

Erymnochelys Madagaskarmadagascariensis

(II) scheenplaatschildpad

Peltocephalus Zuid-Amerikaanse

dumerilianus (II) grootkopschildpad

Podocnemis spp. (II) Zuid-Amerikaanse

scheenplaatschildpadden

Testudinidae Landschildpadden

Testudinidae spp. (II) Landschildpadden

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species;

voor Geochelone

sulcata is een jaarlijks

exportquotum van nul

exemplaren

vastgesteld voor aan

de natuur onttrokken

specimens die voor

overwegend

commerciële

doeleinden in de

handel worden

gebracht.)

Astrochelys radiata (I) Stralenschildpad

Astrochelys yniphora Madagaskar-schildpad

(I)

Chelonoidis nigra (I) Galapagos-landschildpad

Gopherus Mexicaanse

flavomarginatus (I) reuzengofferschildpad

Malacochersus tornieri Pannenkoekschildpad

(II)

Psammobates Geometrische landschildpad

geometricus (I)

Pyxis arachnoides (I) Madagaskar-spinschildpad

Pyxis planicauda (I) Madagaskarplatstaartschildpad

Testudo graeca (II) Moorse landschildpad

Testudo hermanni (II) Griekse landschildpad

Testudo kleinmanni (I) Kleinmanns landschildpad

Testudo marginata (II) Klokschildpad

Trionychidae Drieklauw- en

weekschildpadden

Amyda cartilagi Zuidoost-Aziatische

nea (II) weekschildpad

Apalone spinifera Zwarte drieklauwschildpad

atra (I)

Aspideretes gangeticus Ganges-drieklauwschildpad

(I)

Aspideretes hurum (I) Pauwoogdrieklauwschildpad

Aspideretes nigricans Heilige drieklauwschildpad

(I)

Chitra spp. (II) Smalkopweekschildpadden

Lissemys punctata (II) Indische klepweekschildpad

Lissemys scutata (II) Burmese klepweekschildpad

Palea steindach Halskwabweekschildpad

neri (III China)

Pelochelys spp. (II) Reuzenweekschildpadden

Pelodiscus Hunan-weekschildpad

axenaria (III

China)

Pelodiscus Amoer-weekschildpad

maackii (III

China)

Pelodiscus Chinese weekschildpad

parviformis (III

China)

Rafetus swinhoei Yangtze-weekschildpad

(III China)

AMPHIBIA Amfibieën

ANURA Kikkers en padden

Bufonidae Padden

Altiphrynoides spp. (I) Malcolms Ethiopische padden

Atelopus zeteki (I) Bonte klompvoetkikker

Bufo periglenes (I) Gouden pad

Bufo superciliaris (I) Wenkbrauwpad

ectophrynoides spp. Levendbarende padden

(I)

imbaphrynoides spp. Nimba-padden

(I)

Spinophrynoides spp. Osgoods Ethiopische padden

(I)

Calyptocephalellidae

Calyptocephalella Helmkop

gayi (III Chili)

Dendrobatidae Gifkikkers

Allobates femoralis Dijvlekgifkikker

(II)

Allobates zaparo (II) Zaparo-gifkikker

Cryptophyllobates Blauwbuikgifkikker

azureiventris (II)

Dendrobates spp. (II) Boomgifkikkers

Epipedobates spp. (II) Bodemgifkikkers

Phyllobates spp. (II) Pijlgifkikkers

Hylidae Boomkikkers

Agalychnis spp. (II) Makikikkers

Mantellidae Gouden prachtkikkers

Mantella spp. (II) Gouden prachtkikkers

Microhylidae Tomaatkikkers

Dyscophus antongilii Tomaatkikker

(I)

Scaphiophryne Gottlebes smalbekkikker

gottlebei (II)

Ranidae Echte kikkers

Conraua goliath Goliathkikker

Euphlyctis Zesteenkikker

hexadactylus (II)

Hoplobatrachus Tijgerkikker

tigerinus (II)

Rana catesbeiana Stierkikker

Rheobatrachidae Maagbroedende kikkers

Rheobatrachus spp. Maagbroedende kikkers

(II) (Met uitzondering

van de in bijlage A

opgenomen species)

Rheobatrachus silus Zuidelijke maagbroedende

(II) kikker

CAUDATA Salamanders

Ambystomatidae Axolotls

Ambystoma dumerilii Achaque

(II)

Ambystoma Axolotl

mexicanum (II)

Cryptobranchidae Reuzensalamanders

Andrias spp. (I) Reuzensalamanders

Salamandridae Echte salamanders

eurergus kaiseri (I) Luristan-beeksalamander

ELASMOBRA CHII Kraakbeenvissen

LAMNIFORMES Haringhaaiachtigen

Cetorhinidae Reuzenhaaien

Cetorhinus maximus Reuzenhaai

(II)

Lamnidae Makreelhaaien

Carcharodon Mensenhaai

carcharias (II)

Lamna nasus (III Haringhaai of neushaai

27 EU-lidstaten) 22

ORECTOLOBIFORMES Bakerhaaien

Rhincodontidae Walvishaaien

Rhincodon typus (II) Walvishaai RAJIFORMES Roggen

Pristidae Zaagroggen

Pristidae spp. (I) (Met Zaagroggen uitzondering van de in bijlage B opgenomen

22 De opneming van Lamna nasus in bijlage C wordt van kracht zodra de opneming van deze soort in

bijlage III bij de overeenkomst van kracht wordt, d.w.z. 90 dagen nadat het Cites-secretariaat aan alle

partijen heeft meegedeeld dat de soort in bijlage III bij de overeenkomst is opgenomen.

species) Pristis microdon (II) Zoetwaterzaagrog (Uitsluitend met het oog op het toestaan van internationaal verkeer van levende dieren, hoofdzakelijk voor instandhoudingsdoelst ellingen en voor zover deze dieren bestemd zijn voor passende en aanvaardbare aquaria. Alle andere specimens worden als specimens van een soort van bijlage A beschouwd en op de handel daarin is de desbetreffende regelgeving van toepassing.)

ACTI OPTERYGII Straalvinnige vissen

ACIPENSERIFORMES Steurachtigen

ACIPENSERIFORM Steurachtigen ES spp. (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species)

Acipenseridae Steuren

Acipenser brevirostrum Kortsnuitsteur (I) Acipenser sturio (I) Gewone steur

ANGUILLIFORMES Palingachtigen

Anguillidae Palingen

Anguilla anguilla (II) Europese paling of aal CYPRINIFORMES Karperachtigen

Catostomidae Zuigkarpers

Chasmistes cujus (I) Zuigkarper Cyprinidae Echte karpers

Caecobarbus geertsi Afrikaanse blinde barbeel

(II)

Probarbus jullieni (I) Julliens barbeel

OSTEOGLOSSIFORMES Beentongvissen

Osteoglossidae Echte beentongvissen

Arapaima gigas (II) Arapaima

Scleropages formosus Aziatische beentongvis

(I)

PERCIFORMES Baarsachtigen

Labridae Lipvissen

Cheilinus undulatus Napoleonvis

(II)

Sciaenidae Ombervissen

Totoaba macdonaldi Macdonalds trommelvis

(I)

SILURIFORMES Meervalachtigen

Pangasiidae Reuzenmeervallen

Pangasianodon gigas Reuzenmeerval

(I)

SYNGNATHIFORMES Zeenaaldachtigen

Syngnathidae Zeenaalden en zeepaardjes

Hippocampus spp. (II) Zeepaardjes

SARCOPTERYGII Kwastvinnige vissen

CERATODONTIFORMES Australische longvissen

Ceratodontidae Australische longvissen

eoceratodus forsteri Australische longvis

(II)

COELACANTHIFORMES Coelacantachtigen

Latimeriidae Coelacanten

Latimeria spp. (I) Coelacanten

ECHINODERMATA

(STEKELHUIDIGEN)

HOLOTHUROIDEA Zeekomkommers

ASPIDOCHIROTIDA Zeekomkommers

Stichopodidae Zeekomkommers

Isostichopus Bruine zeekomkommer

fuscus (III

Ecuador)

ARTHROPODA

(GELEEDPOTIGEN)

ARACH IDA Spinachtigen

ARANEAE Spinnen

Theraphosidae Vogelspinnen

Aphonopelma Tarantula

albiceps (II)

Aphonopelma Mexicaanse grijze tarantula

pallidum (II)

Brachypelma spp. (II) Vogelspinnen

SCORPIONES Schorpioenen

Scorpionidae Schorpioenen

Pandinus dictator (II) Dictatorschorpioen

Pandinus gambiensis Senegalese reuzenschorpioen

(II)

Pandinus imperator Keizerschorpioen

(II)

I SECTA Insecten

COLEOPTERA Kevers

Lucanidae Vliegende herten

Colophon spp. Kaapse vliegende herten

(III Zuid-Afrika)

Scarabaeidae Bladsprietkevers

Dynastes satanas (II) Satanaskever

LEPIDOPTERA Vlinders en motten

ymphalidae Schoenlappers

Agrias amydon

boliviensis (III

Bolivia)

Morpho godartii

lachaumei (III

Bolivia)

Prepona

praeneste

buckleyana (III

Bolivia)

Papilionidae Pages en pauwogen

Atrophaneura jophon Sri Lanka-roospage

(II)

Atrophaneura palu Palu-roospage

Atrophaneura Malabar-roospage

pandiyana (II)

Bhutanitis spp. (II) Bhutan-koninginnenpages

Graphium Apo-koninginnenpage

sandawanum

Graphium Seram-koninginnenpage

stresemanni

Ornithoptera spp. (II) Vogelvleugelvlinders

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

Ornithoptera Alexandra's

alexandrae (I) vogelvleugelvlinder

Papilio benguetanus Filipijnse pauwoog

Papilio chikae (I) Luzon-pauwoog

Papilio esperanza Oaxaca-pauwoog

Papilio homerus (I) Homeruspauwoog

Papilio hospiton (I) Corsicaanse pauwoog

Papilio morondavana Madagaskar-keizerpauwoog

Papilio neumoegeni Sumba-pauwoog

Parides ascanius Rio de Janeiro-pauwoog

Parides hahneli Hahnels Amazone-pauwoog

Parnassius apollo (II) Apollovlinder

Teinopalpus spp. (II) Kaiser-i-hindvlinders

Trogonoptera spp. (II) Vogelvleugelvlinders

Troides spp. (II) Gouden vogelvleugelvlinders

ANNELIDA (GELEDE

WORMEN)

HIRUDI OIDEA Bloedzuigers

ARHYNCHOBDELLIDA

Hirudinidae Bloedzuigers

Hirudo medicinalis Noordelijke medicinale

(II) bloedzuiger

Hirudo verbana (II) Zuidelijke medicinale

bloedzuiger

MOLLUSCA (WEEKDIEREN)

BIVALVIA Tweekleppigen

MYTILOIDA Zeemossels

Mytilidae Echte mossels

Lithophaga Steenboorder

lithophaga (II)

UNIONOIDA Zoetwatermossels

Unionidae Echte zoetwatermossels

Conradilla caelata (I) Vogelvleugelparelmossel

Cyprogenia aberti (II) Westelijke waaierschelp

Dromus dromas (I) Dromedarisparelmossel

Epioblasma curtisii (I) Curtis’ parelmossel

Epioblasma florentina Geelbloesemparelmossel

(I)

Epioblasma sampsonii Sampsons parelmossel

(I)

Epioblasma sulcata Purperen kattenpootmossel

perobliqua (I)

Epioblasma torulosa Groenbloesemparelmossel

gubernaculum (I)

Epioblasma torulosa Taanbloesemparelmossel

rangiana (II)

Epioblasma torulosa Knobbelbloesemparelmossel

torulosa (I)

Epioblasma turgidula Zwelbloesemparelmossel

(I)

Epioblasma walkeri (I) Bruinbloesemparelmossel

Fusconaia cuneolus (I) Fijnstraalvarkensteenparelmossel

Fusconaia edgariana Glanzende

(I) varkensteenparelmossel

Lampsilis higginsii (I) Higgins’ oogparelmossel

Lampsilis orbiculata Roze slijkmossel

orbiculata (I)

Lampsilis satur (I) Gewone boekparelmossel

Lampsilis virescens (I) Alabama-lampmossel

Plethobasus Witte wrattenrugparelmossel

cicatricosus (I)

Plethobasus Oranjevoetpuistmossel

cooperianus (I)

Pleurobema clava (II) Klompschelpparelmossel

Pleurobema plenum (I) Ruige varkensteenparelmossel

Potamilus capax (I) Dikboekparelmossel

Quadrula intermedia Cumberland(I)

apensnoetparelmossel

Quadrula sparsa (I) Appalachenapensnoetparelmossel

Toxolasma cylindrellus Bleke lilliputparelmossel

(I)

Unio nickliniana (I) Nicklins parelmossel

Unio tampicoensis Tampico-parelmossel

tecomatensis (I)

Villosa trabalis (I) Cumberland-boonparelmossel

VENEROIDA

Tridacnidae Doopvontschelpen

Tridacnidae spp. (II) Doopvontschelpen

GASTROPODA Buikpotigen of slakken

MESOGASTROPODA

Strombidae Kroonslakken

Strombus gigas (II) Karko of roze vleugelhoorn

STYLOMMATOPHORA

Achatinellidae Hawaï-boomslakken

Achatinella spp. (I) Kleine agaatslakken

Camaenidae Groenslakken

Papustyla Groenslak

pulcherrima (II)

CNIDARIA (HOLTEDIEREN)

A THOZOA Koralen en zeeanemonen

ANTIPATHARIA Doornkoralen

ANTIPATHARIA Doornkoralen

spp. (II)

GORGONACEAE Hoornkoralen

Coralliidae Bloedkoralen

Corallium elatius Momo-bloedkoraal

(III China)

Corallium Japans bloedkoraal

japonicum (III

China)

Corallium konjoi Konjoi-bloedkoraal

(III China)

Corallium Engelhuidbloedkoraal

secundum (III

China)

HELIOPORACEA

Helioporidae Blauwe koralen

Helioporidae spp. (II) Blauwe koralen

(Omvat uitsluitend de

soort Heliopora

coerulea) 23

SCLERACTINIA Echte koralen

SCLERACTINIA Echte koralen

spp. (II) 24

STOLONIFERA Buiskoralen

Tubiporidae Orgelpijpkoralen

Tubiporidae spp. (II) 25 Orgelpijpkoralen

HYDROZOA Poliepen

MILLEPORINA Milleporidae Brandkoralen of vuurkoralen

Milleporidae spp. Brandkoralen of vuurkoralen

(II) 26

STYLASTERINA Stylasteridae Kantkoralen

Stylasteridae spp. Kantkoralen

(II) 27

23 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.

24 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.

25 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.

26 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

fossielen; koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera, schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.

27 De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

fossielen;

FLORA (PLA TE ) AGAVACEAE Agavefamilie

Agave parviflora (I) Santa Cruz-streepagave Agave victoriae Koningin Victoria-agave reginae (II) #4

olina interrata (II) San Diego-berengras AMARYLLIDACEAE arcisfamilie

Galanthus spp. (II) #4 Sneeuwklokjes Sternbergia spp. (II) Leliën des velds #4

ANACARDIACEAE Pruikenboomfamilie Operculicarya Jabihy

hyphaenoides (II) Operculicarya Tabily pachypus (II)

APOCYNACEAE Hoodia spp. (II) #9 Hoodia’s Pachypodium spp. (II) Madagaskar-palmen (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4

Pachypodium Olifantromppalm ambongense (I) Pachypodium baronii Sleutelbloempalm (I) Pachypodium decaryi Hanenspoorbloempalm (I) Rauvolfia serpentina Slangenwortel-duivelspeper (II) #2

ARALIACEAE Klimopfamilie Panax ginseng (II) Ginseng

(Alleen de populatie in de Russische Federatie; geen enkele andere populatie is in de bijlagen bij deze verordening opgenomen.) #3

koraalzand, dat wil zeggen materiaal dat volledig of gedeeltelijk bestaat uit fijngemalen stukken dood koraal met een doorsnede van maximaal 2 mm, dat onder andere ook de resten van Foraminifera,

schelpen van weekdieren, pantsers van schaaldieren en verkalkte wieren kan bevatten; koraalfragmenten (met inbegrip van grind en puin), dat wil zeggen losse stukken gebroken vingervormig dood koraal en ander materiaal van 2 tot 30 mm, in welke richting dan ook gemeten.

Panax quinquefolius Amerikaanse ginseng (II) #3

ARAUCARIACEAE Araucariafamilie

Araucaria araucana (I) Apenverdriet BERBERIDACEAE Berberisfamilie

Podophyllum Indische alruinwortel hexandrum (II) #2

BROMELIACEAE Bromeliafamilie

Tillandsia harrisii (II) Harris' tillandsia #4 Tillandsia kammii (II) Kamms tillandsia #4 Tillandsia kautskyi Kautsky's tillandsia (II) #4 Tillandsia mauryana Maury's tillandsia (II) #4 Tillandsia Sprengels tillandsia sprengeliana (II) #4 Tillandsia sucrei (II) Sucre-tillandsia #4 Tillandsia Xerografie-tillandsia

xerographica (II) 28 #4

CACTACEAE Cactusfamilie

CACTACEAE spp. Cactussen (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species en Pereskia spp., Pereskiopsis spp. en

Quiabentia spp.) 29 #4

Ariocarpus spp. (I) Levendesteencactussen Astrophytum asterias Stercactus (I)

28 Het verhandelen van specimens met oorsprongscode A is alleen toegestaan als de verhandelde

specimens laagtebladeren (catafyllen) hebben.

29 Op kunstmatig gekweekte specimens van de volgende hybriden en/of cultivars zijn de bepalingen van

de verordening niet van toepassing: Hatiora x graeseri Schlumbergera x buckleyi Schlumbergera russelliana x Schlumbergera truncata Schlumbergera orssichiana x Schlumbergera truncata Schlumbergera opuntioides x Schlumbergera truncata Schlumbergera truncata (cultivars) Cactaceae spp.: de kleurmutanten die zijn geënt op de volgende onderstammen: Harrisia „Jusbertii”, Hylocereus trigonus of Hylocereus undatus Opuntia microdasys (cultivars).

Aztekium ritteri (I) Aztekencactus

Coryphantha Zwijnspeldenkussen werdermannii (I)

Discocactus spp. (I) Schijfcactussen

Echinocereus Lindsays egelcactus ferreirianus ssp. lindsayi (I)

Echinocereus schmollii Lamsstaartcactus

(I)

Escobaria minima (I) Nellie Cory’s cactus Escobaria sneedii (I) Sneeds speldenkussen Mammillaria Biggencactus pectinifera (I)

Mammillaria Pitayta solisioides (I)

Melocactus conoideus Kegelvormige

(I) Turksemutscactus

Melocactus Prachtborstelige deinacanthus (I) Turksemutscactus Melocactus Wollige wassteelglaucescens (I) Turksemutscactus Melocactus Geringstekelige paucispinus (I) Turksemutscactus Obregonia denegrii (I) Artisjokcactus Pachycereus militaris Teddybeercactus (I)

Pediocactus bradyi (I) Brady’s speldenkussen Pediocactus knowltonii Knowltons cactus (I)

Pediocactus paradinei Paradines cactus

(I)

Pediocactus Peebles' navajocactus peeblesianus (I)

Pediocactus sileri (I) Silers speldenkussen Pelecyphora spp. (I) Bijltjescactussen Sclerocactus Tobuschs vishaakcactus brevihamatus ssp. tobuschii (I)

Sclerocactus Acuña-cactus erectocentrus (I)

Sclerocactus glaucus Uinta Basin-cactus

(I)

Sclerocactus Lloyds vlindercactus mariposensis (I) Sclerocactus mesae Mesa Verde-cactus verdae (I) Sclerocactus nyensis Tonopah-vishaakcactus (I) Sclerocactus Papierstekelvishaakcactus papyracanthus (I) Sclerocactus Great Basin-vishaakcactus pubispinus (I) Sclerocactus wrightiae Wrights vishaakcactus (I) Strombocactus spp. (I) Tolcactussen Turbinicarpus spp. (I) Turbinecactussen Uebelmannia spp. (I) Uebelmanns cactussen

CARYOCARACEAE Caryocarfamilie

Caryocar costaricense Knoflookboom (II) #4

COMPOSITAE Asterfamilie (composieten) (ASTERACEAE)

Saussurea costus (I) Cost, kutki of kuth (Ook S. lappa, Aucklandia lappa of A. costus genoemd.)

CRASSULACEAE Vetplantenfamilie

Dudleya stolonifera Laguna Beach-liveforever (II) Dudleya traskiae (II) Santa Barbara-liveforever

CUCURBITACEAE Komkommerfamilie

Zygosicyos pubescens Tobory (II) (ook bekend onder de naam Xerosicyos pubescens) Zygosicyos tripartitus Betoboky (II)

CUPRESSACEAE Cipresfamilie

Fitzroya cupressoides Alerce (I) Pilgerodendron Chileense cipres uviferum (I)

CYATHEACEAE Cyatheafamilie

Cyathea spp. (II) #4 Cyathea’s (boomvarens) CYCADACEAE Cycaspalmenfamilie

CYCADACEAE spp. Cycaspalmen (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4

Cycas beddomei (I) Beddomes cycaspalm DICKSONIACEAE Dicksoniafamilie

Cibotium barometz Kettingvaren, cibota of gou-ji

(II) #4

Dicksonia spp. (II) Dicksonia’s (boomvarens)

(Alleen de

Amerikaanse

populaties; geen

enkele andere

populatie is in de

bijlagen bij deze

verordening

opgenomen. Omvat

Dicksonia berteriana,

D. externa, D.

sellowiana en D.

stuebelii) #4

DIDIEREACEAE Didiereafamilie

DIDIEREACEAE Madagaskar-boomvarens,

spp. (II) #4 aluaudia’s

DIOSCOREACEAE Yamswortelfamilie

Dioscorea deltoidea Olifantspoot

(II) #4

DROSERACEAE Zonnedauwfamilie

Dionaea muscipula Venusvliegenval

(II) #4

EUPHORBIACEAE Wolfsmelkfamilie

Euphorbia spp. (II) #4

(Uitsluitend succulente Euphorbia's of wolfsmelken

species, met

uitzondering van:

  • 1) 
    Euphorbia misera;
  • 2) 
    kunstmatig

gekweekte specimens

van cultivars van

Euphorbia trigona;

  • 3) 
    kunstmatig

gekweekte specimens

van Euphorbia lactea

die op een kunstmatig

gekweekte onderstam

van Euphorbia

neriifolia zijn geënt,

mits zij:

kamvormig of

waaiervormig of

kleurmutanten zijn;

4)

kunstmatig gekweekte

specimens van

cultivars van

Euphorbia „Milii”,

mits zij:

gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens herkenbaar zijn, en in partijen van 100 of meer planten in de Unie worden binnengebracht of uit de Unie worden (her)uitgevoerd; op bovengenoemde categorieën zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing; en 5) de in bijlage A opgenomen species.)

Euphorbia Amovombe-wolfsmelk ambovombensis (I) Euphorbia Cap Sainte Marie-wolfsmelk capsaintemariensis (I) Euphorbia cremersii Cremers' wolfsmelk (I) (Met inbegrip van de vorm viridifolia en de varieteit rakotozafyi) Euphorbia cylindrifolia Rondbladige wolfsmelk (I) (Met inbegrip van de ssp. tuberifera) Euphorbia decaryi (I) Decary’s wolfsmelk (Met inbegrip van de varieteiten ampanihyensis, robinsonii en sprirosticha) Euphorbia francoisii François’ wolfsmelk (I) Euphorbia handiensis (II) Euphorbia lambii (II) Gomera-wolfsmelk Euphorbia moratii (I) (Met inbegrip van de varieteiten antsingiensis, bemarahensis en multiflora) Euphorbia parvicyathophora (I) Euphorbia quartziticola (I) Euphorbia stygiana Daphne-vlaswolfsmelk (II) Euphorbia tulearensis (I)

FOUQUIERIACEAE Fouquieriafamilie

Fouquieria Flesboom, boojumboom of columnaris (II) #4 grote waskaars

Fouquieria fasciculata Ocotillo (I) Fouquieria purpusii (I)

GNETACEAE Gnetumfamilie

Gnetum Melindjo, gam nui of sot nui

montanum (III

Nepal) #1

JUGLANDACEAE Okkernootfamilie

Oreomunnea Caribische walnoot

pterocarpa (II) #4

LAURACEAE Laurierfamilie

Aniba rosaeodora (II) Braziliaans rozenhout

(ook A. duckei

genoemd) #12

LEGUMINOSAE Vlinderbloemigen

(FABACEAE) Caesalpinia echinata Brazielhout of pernambuk

(II) #10

Dalbergia nigra (I) Palissander

Dalbergia retusa Cocobolo

(III Guatemala)

(Uitsluitend de

populatie in

Guatemala; alle

andere populaties

zijn opgenomen

in bijlage D) #5

Dalbergia Honduras-palissander

stevensonii (III

Guatemala)

(Uitsluitend de

populatie in

Guatemala; alle

andere populaties

zijn opgenomen

in bijlage D) #5

Dipteryx Amandelboom

panamensis (III

Costa Rica /

Nicaragua)

Pericopsis elata (II) Afrormosia

#5

Platymiscium Christobal of ñambar

pleiostachyum (II) #4

Pterocarpus Rood sandelhout

santalinus (II) #7

LILIACEAE Leliefamilie

Aloe spp. (II) (Met Aloë’s

uitzondering van de in

bijlage A opgenomen

species en Aloe vera,

ook genoemd Aloe

barbadensis, die niet

in de bijlagen bij deze

verordening is

opgenomen) #4

Aloe albida (I) Witte aloë

Aloe albiflora (I) Witbloemaloë

Aloe alfredii (I) Alfredi’s aloë

Aloe bakeri (I) Kaapse aloë

Aloe bellatula (I) Prachtaloë

Aloe calcairophila (I)

Aloe compressa (I) Korte aloë

(Met inbegrip van de

varieteiten

paucituberculata,

rugosquamosa en

schistophila)

Aloe delphinensis (I) Dolfijnaloë

Aloe descoingsii (I) Dwergaloë

Aloe fragilis (I) Fragiele aloë

Aloe haworthioides (I) Schijnspinaloë of kanten aloë

(Met inbegrip van de

varieteit aurantiaca)

Aloe helenae (I) Helena’s aloë

Aloe laeta (I) (Met Bonte aloë

inbegrip van de

varieteit maniaensis)

Aloe parallelifolia (I) Evenwijdigbladige aloë

Aloe parvula (I) Kleinste aloë

Aloe pillansii (I) Pijlkokerboom of Richtervelds

aloë

Aloe polyphylla (I) Spiraalaloë

Aloe rauhii (I) Rauhs aloë

Aloe suzannae (I) Suzannes aloë

Aloe versicolor (I) Wisselkleurige aloë

Aloe vossii (I) Voss’ aloë

MAGNOLIACEAE Tulpenboomfamilie

Magnolia liliifera Safan

var. obovata (III

Nepal) #1

MELIACEAE Mahoniefamilie

Cedrela fissilis

(III Bolivia)

(Uitsluitend de

populatie in

Bolivia; alle

andere populaties

zijn opgenomen

in bijlage D) #5

Cedrela lilloi (III

Bolivia)

(Uitsluitend de

populatie in

Bolivia; alle

andere populaties

zijn opgenomen

in bijlage D) #5

Cedrela odorata Spaanse ceder

(III Bolivia /

Brazilië /

Colombia /

Guatemala / Peru)

(Uitsluitend de

populaties in de

landen waarvoor

deze soort in

bijlage III is

opgenomen; alle

andere populaties

zijn opgenomen

in bijlage D) #5

Swietenia humilis (II) Mexicaanse mahonieboom

#4

Swietenia Braziliaanse mahonieboom

macrophylla (II)

(Neotropische

populaties, d.w.z. de

populaties in Middenen

Zuid-Amerika en

het Caribisch gebied)

#6

Swietenia mahagoni Cubaanse mahonieboom

(II) #5

NEPENTHACEAE Bekerplantenfamilie

epenthes spp. (II) Bekerplanten

(Met uitzondering van

de in bijlage A

opgenomen species)

#4

epenthes khasiana (I) Indiase bekerplant

epenthes rajah (I) Reuzenbekerplant

ORCHIDACEAE Orchideeënfamilie

ORCHIDACEAE spp. Orchideeën

(II) (Met uitzondering

van de in bijlage A

30

opgenomen species) #4

30 Op kunstmatig gekweekte specimens van hybriden van de genera Cymbidium, Dendrobium,

Phalaenopsis en Vanda zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing indien zij gemakkelijk als kunstmatig gekweekte specimens kunnen worden herkend en geen tekenen vertonen dat zij aan de wilde natuur zijn onttrokken, zoals mechanische schade of sterke uitdroging als gevolg

Voor alle hierna

genoemde orchideeën– – –

soorten van bijlage A zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing op zaailing- of weefselculturen indien deze: - in vitro zijn verkregen op een vaste of vloeibare voedingsbodem; - voldoen aan de definitie van „kunstmatig gekweekt” overeenkomstig artikel 56 van Verordening (EG) nr. 865/2006 i van de Commissie; en - bij het binnenbrengen in de Unie of bij de (weder)uitvoer uit de Unie in steriele recipiënten worden getransporteerd. Aerangis ellisii (I) Madagaskar-orchidee Cephalanthera Kretenzisch nieskruid cucullata (II) Cypripedium calceolus Vrouwenschoentje (II) Dendrobium cruentum Bloedrode orchidee (I) Goodyera macrophylla Madeira-netbladorchidee (II) Laelia jongheana (I) Jonghes lelie Laelia lobata (I) Gaffellelie Liparis loeselii (II) Groenknolorchis

van het verzamelen, onregelmatige groei en heterogeniteit qua grootte en vorm binnen hetzelfde taxon en dezelfde partij, aan de bladeren klevende algen of andere epifyllen of door insecten of andere organismen veroorzaakte schade; voorts moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: a) indien zij in niet-bloeiende toestand worden verzonden, dienen de specimens te worden verhandeld in zendingen die bestaan uit individuele recipiënten (bijvoorbeeld pakken, dozen, kratten of afzonderlijke laadborden met CC-containers) met telkens 20 of meer exemplaren van dezelfde hybride vorm; de planten in elke recipiënt dienen een hoge mate van uniformiteit te vertonen en in goede gezondheid te verkeren; en de zendingen dienen vergezeld te gaan van documentatie, zoals een factuur, waarin het aantal planten van elke hybride vorm duidelijk is aangegeven; of b) indien zij in bloeiende toestand worden verzonden, met ten minste één volledig geopende bloem per specimen, is geen minimumaantal specimens per zending vereist maar dienen de specimens op professionele wijze te zijn klaargemaakt voor de detailverkoop, bijvoorbeeld door het aanbrengen van gedrukte etiketten of het gebruik van bedrukte verpakkingen waarop de naam van de hybride en die van het land van laatste verwerking zijn vermeld. Deze informatie dient duidelijk zichtbaar te zijn en een vlotte controle mogelijk te maken.

Planten die niet duidelijk voor deze vrijstelling in aanmerking komen, moeten vergezeld gaan van de passende Cites-documenten.

Ophrys argolica (II) Geoogde bijenorchis Ophrys lunulata (II) Halvemaanorchidee Orchis scopulorum (II) Madeira-orchis Paphiopedilum spp. (I) Venusschoentjes Peristeria elata (I) Heiligegeestorchidee Phragmipedium spp. Zuid-Amerikaanse (I) pantoffelorchideeën Renanthera Rode Vanda-orchidee imschootiana (I) Spiranthes aestivalis Zomerschroeforchis (II)

OROBANCHACEAE Bremraapfamilie

Cistanche deserticola Woestijnbremraap (II) #4

PALMAE Palmenfamilie

(ARECACEAE) Beccariophoenix Manaranopalm madagascariensis (II)

#4 Chrysalidocarpus Vlinderpalm decipiens (I)

Lemurophoenix Rode makipalm halleuxii (II) Lodoicea Coco de mer maldivica (III Seychellen) #13 Marojejya darianii Grootbladpalm (II) eodypsis decaryi (II) Driehoekspalm #4 Ravenea louvelii (II) Madagaskar-palm Ravenea rivularis (II) Majesteitpalm Satranala decussilvae Satranabepalm (II) Voanioala gerardii Boskokosnoot (II)

PAPAVERACEAE Papaverfamilie

Meconopsis regia Himalaya-klaproos (III Nepal) #1

PASSIFLORACEAE Passiebloemfamilie Adenia olaboensis (II) Vahisasety

PINACEAE Dennenfamilie

Abies guatemalensis (I) Guatemala-spar Pinus koraiensis Koreaanse den (III Russische

Federatie) #5 PODOCARPACEAE Podocarpusfamilie

Podocarpus Geelhoutden neriifolius (III Nepal) #1

Podocarpus parlatorei Parlatore's podocarpus (I)

PORTULACACEAE Posteleinfamilie

Anacampseros spp. Postelein (II) #4 Avonia spp. (II) #4 Marentakcactussen Lewisia serrata (II) #4 Maguires bitterwortel

PRIMULACEAE Sleutelbloemfamilie

Cyclamen spp. (II) 31 Cyclamens

#4 RANUNCULACEAE Ranonkelfamilie

Adonis vernalis (II) #2 Voorjaarsadonis Hydrastis canadensis Goudzegel (II) #8

ROSACEAE Rozenfamilie

Prunus africana (II) Afrikaanse kers of #4 roodstinkhout

RUBIACEAE Walstrofamilie

Balmea stormiae (I) Ayugue SARRACENIACEAE Trompetbekerplantenfamilie

Sarracenia spp. (II) Trompetbekerplanten (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4

Sarracenia oreophila Groene trompetbekerplant (I) Sarracenia rubra ssp. Alabama-trompetbekerplant alabamensis (I) Sarracenia rubra ssp. Zoete bergtrompetbekerplant jonesii (I)

31 Op kunstmatig gekweekte specimens van cultivars van Cyclamen persicum zijn de bepalingen van deze

verordening niet van toepassing. Deze vrijstelling geldt evenwel niet voor als slapende knollen

verhandelde specimens.

SCROPHULARIACEAE Helmkruidfamilie

Picrorhiza kurrooa Katki (II) (met uitsluiting van Picrorhiza scrophulariiflora) #2

STANGERIACEAE Stangeriafamilie

Bowenia spp. (II) #4 Bowenia’s Stangeria eriopus (I) Hottentottenhoofd TAXACEAE Taxusfamilie

Taxus chinensis en de Chinese taxus infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus cuspidata en de Japanse taxus infraspecifieke taxa

van deze soort (II) 32

#2 Taxus fuana en de Tibetaanse taxus infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus sumatrana en Sumatraanse taxus de infraspecifieke taxa van deze soort (II) #2 Taxus wallichiana (II) Himalaya-taxus #2

THYMELAEACEAE Peperboompjesfamilie

(AQUILARIACEAE) Aquilaria spp. (II) #4 Agarhout

Gonystylus spp. (II) Ramin #4 Gyrinops spp. (II) #4 Agarhout

TROCHODENDRACEAE Tetracentronfamilie

(TETRACENTRACEAE) Tetracentron Spoorblad sinense (III

Nepal) #1 VALERIANACEAE Valeriaanfamilie

ardostachys Indische nard grandiflora (II) #2

VITACEAE Wijnstokfamilie

Cyphostemma Lazampasika elephantopus (II)

32 Op levende, kunstmatig gekweekte hybriden en cultivars van Taxus cuspidata in potten of andere kleine

recipiënten, deel uitmakend van een zending die vergezeld gaat van een etiket of document waarop de naam van het taxon of de taxa en de tekst „artificially propagated/kunstmatig gekweekt” zijn vermeld,

zijn de bepalingen van deze verordening niet van toepassing.

Cyphostemma Lazambohitra montagnacii (II)

WELWITSCHIACEAE Welwitschiafamilie Welwitschia mirabilis Welwitschia

(II) #4

ZAMIACEAE Zamiafamilie

ZAMIACEAE spp. Zamiafamilie (II) (Met uitzondering van de in bijlage A opgenomen species) #4

Ceratozamia spp. (I) Hoornkegelpalmen Chigua spp. (I) Chigua’s Encephalartos spp. (I) Broodbomen Microcycas calocoma Kurkpalm (I)

ZINGIBERACEAE Gemberfamilie

Hedychium Filipijnse guirlande of

philippinense (II) #4 gemberlelie

ZYGOPHYLLACEAE Pokhoutfamilie

Bulnesia sarmientoi Gayak

(II) #11

Guaiacum spp. (II) #2 Pokhout

Bijlage D Gewone naam FAU A

CHORDATA (CHORDADIEREN) MAMMALIA Zoogdieren CARNIVORA Roofdieren Canidae Hondachtigen

Vulpes vulpes griffithi (III India) §1 Griffiths vos Vulpes vulpes montana (III India) §1 Indische bergvos Vulpes vulpes pusilla (III India) §1 Kleine rode vos

Mustelidae Marterachtigen

Mustela altaica (III India) §1 Bergwezel Mustela erminea ferghanae (III India) Indische bergwezel §1 Mustela kathiah (III India) §1 Geelbuikwezel Mustela sibirica (III India) §1 Siberische wezel

DIPROTODONTIA Klimbuideldieren, wombats en kangoeroes Macropodidae Kangoeroes en wallaby’s

Dendrolagus dorianus Doria's boomkangoeroe Dendrolagus goodfellowi Goodfellows boomkangoeroe Dendrolagus matschiei Matschies boomkangoeroe Dendrolagus pulcherrimus Goudmantelboomkangoeroe Dendrolagus stellarum Seri's boomkangoeroe

AVES Vogels

ANSERIFORMES Eendachtigen

Anatidae Eenden, ganzen en zwanen

Anas melleri Mellers eend COLUMBIFORMES Duifachtigen Columbidae Duiven

Columba oenops Salvins duif Didunculus strigirostris Tandduif Ducula pickeringii Pickerings muskaatduif Gallicolumba crinigera Bartletts dolksteenduif Ptilinopus marchei Marche's jufferduif Turacoena modesta Timorese zwarte duif

GALLIFORMES Hoenderachtigen

Cracidae Hokko’s

Crax alector Gewone of zwarte hokko Pauxi unicornis Hoornhokko Penelope pileata Witkuifsjakohoen

Megapodiidae Grootpoothoenders

Eulipoa wallacei Moluks boshoen Phasianidae Fazantachtigen

Arborophila gingica Rickets bospatrijs Lophura bulweri Bulwers vuurrugfazant Lophura diardi Siamese vuurrugfazant Lophura inornata Salvadori's vuurrugfazant Lophura leucomelanos Kalij-vuurrugfazant Syrmaticus reevesii §2 Koningsfazant

PASSERIFORMES Zangvogels

Bombycillidae Pestvogels

Bombycilla japonica Japanse pestvogel Corvidae Kraaiachtigen

Cyanocorax caeruleus Azuurblauwe gaai Cyanocorax dickeyi Kroongaai

Cotingidae Cotinga’s

Procnias nudicollis Naaktkeelklokvogel Emberizidae Gorzen

Dacnis nigripes Zwartpootpitpit Sporophila falcirostris Temmincks dikbekje Sporophila frontalis Reuzendikbekje Sporophila hypochroma Roodstuitdikbekje Sporophila palustris Moerasdikbekje

Estrildidae Astrilden

Amandava amandava Tijgervink Cryptospiza reichenovii Reichenows bergastrilde Erythrura coloria Mindanao-papegaaiamadine Erythrura viridifacies Manilla-papegaaiamadine Estrilda quartinia (Vaak verhandeld Geelsnavelastrilde onder de naam Estrilda melanotis) Hypargos niveoguttatus Rode druppelastrilde Lonchura griseicapilla Witkruinnon Lonchura punctulata Muskaatvink Lonchura stygia Zwarte rietvink

Fringillidae Vinken

Carduelis ambigua Yunnan-groenling Carduelis atrata Zwarte sijs Kozlowia roborowskii Tibetaanse roodmus Pyrrhula erythaca Grijskopgoudvink Serinus canicollis Geelkruinkanarie Serinus citrinelloides hypostictus Oost-Afrikaanse dunbekkanarie (Vaak verhandeld onder de naam Serinus citrinelloides)

Icteridae Troepialen

Sturnella militaris Zwartkopsoldatenspreeuw Muscicapidae Vliegenvangers en lijsters

Cochoa azurea Javaanse blauwe cochoa Cochoa purpurea Purpercochoa Garrulax formosus Roodvleugellijstergaai Garrulax galbanus Geelbuiklijstergaai Garrulax milnei Roodstaartlijstergaai iltava davidi Père Davids niltava Stachyris whiteheadi Whiteheads boomtimalia Swynnertonia swynnertoni (Ook Swynnertons sterrenpaapje Pogonicichla swynnertoni genoemd) Turdus dissimilis Zwartborstlijster

Pittidae Pitta’s

Pitta nipalensis Blauwnekpitta Pitta steerii Steeres pitta

Sittidae Boomklevers

Sitta magna Reuzenboomklever Sitta yunnanensis Yunnan-boomklever

Sturnidae Spreeuwen

Cosmopsarus regius Koningsglansspreeuw Mino dumontii Papoea-maina Sturnus erythropygius Andamanen-spreeuw

REPTILIA Reptielen

TESTUDINES Schildpadden

Geoemydidae Aardschildpadachtigen

Melanochelys trijuga Indiase zwarte schildpad SAURIA Hagedissen

Agamidae Agamen

Physignathus cocincinus Chinese wateragaam Anguidae Hazelwormachtigen

Abronia graminea Boomalligatorhagedis Gekkonidae Gekko’s

Rhacodactylus auriculatus Ruwe reuzengekko Rhacodactylus ciliatus Gestekelde reuzengekko Rhacodactylus leachianus Nieuw-Caledonische reuzengekko Teratoscincus microlepis Kleinschubbige wondergekko Teratoscincus scincus Spookgekko

Gerrhosauridae Gordelstaarthagedissen

Zonosaurus karsteni Karstens gordelhagedis Zonosaurus quadrilineatus Vierstreepgordelhagedis

Iguanidae Leguanen

Ctenosaura quinquecarinata Scincidae Skinks

Tribolonotus gracilis Sierlijke helmskink of roodoogkrokodilskink

Tribolonotus novaeguineae Nieuw-Guinese helmskink

SERPENTES Slangen

Colubridae Ringslangen

Elaphe carinata §1 Taiwanese stinkslang

Elaphe radiata §1 Sterrattenslang

Elaphe taeniura §1 Taiwanese rattenslang

Enhydris bocourti §1 Bocourts waterslang

Homalopsis buccata §1 Mopsneusslang

Langaha nasuta Madagaskar-bladneusslang

Leioheterodon madagascariensis Madagaskar-haakneusslang

Ptyas korros §1 Geelbuikrattenslang

Rhabdophis subminiatus §1 Giftige waterslang

Hydrophiidae Zeeslangen

Lapemis curtus (Omvat ook Lapemis Logge zeeslang

hardwickii) §1

Viperidae Adders

Calloselasma rhodostoma §1 Maleise mocassinslang

AMPHIBIA Amfibieën

ANURA Kikkers en padden

Hylidae Boomkikkers

Phyllomedusa sauvagii Wasmakikikker

Leptodactylidae Fluitkikkers

Leptodactylus laticeps Santa Fe-fluitkikker

Ranidae Echte kikkers

Limnonectes macrodon Javaanse reuzenkikker of groottandkikker

Rana shqiperica Albanese poelkikker

CAUDATA Salamanders

Hynobiidae Aziatische salamanders

Ranodon sibiricus Siberische kikkertandsalamander of Semirechensksalamander

Plethodontidae Longloze salamanders

Bolitoglossa dofleini Reuzenpalmsalamander

Salamandridae Echte salamanders

Cynops ensicauda Zwaardstaartsalamander

Echinotriton andersoni Andersons krokodilsalamander

Pachytriton labiatus Lipsalamander

Paramesotriton spp. Wrattensalamanders

Salamandra algira Noord-Afrikaanse vuursalamander

Tylototriton spp. Krokodilsalamanders

ACTI OPTERYGII Straalvinnige vissen

PERCIFORMES Baarsachtigen

Apogonidae

Pterapogon kauderni Kardinaalbaars

ARTHROPODA (GELEEDPOTIGEN)

I SECTA Insecten

LEPIDOPTERA Vlinders en motten

Papilionidae Pages en pauwogen

Baronia brevicornis Mexicaanse of kortsprietbaronia

Papilio grosesmithi Madagaskar-pauwoog

Papilio maraho Breedstaartpauwoog

MOLLUSCA (WEEKDIEREN)

GASTROPODA Buikpotigen of slakken

Haliotidae Zeeoren

Haliotis midae Midasoor

FLORA

AGAVACEAE Agavefamilie

Calibanus hookeri Mexicaanse rolsteenagave of sacamecate

Dasylirion longissimum Berengras

ARACEAE Aronskelkfamilie

Arisaema dracontium Groenedraakaronskelk

Arisaema erubescens Lichtrode aronskelk

Arisaema galeatum Gehelmde aronskelk

Arisaema nepenthoides

Arisaema sikokianum Japanse cobralelie

Arisaema thunbergii var. Urashima Urashima-aronskelk

Arisaema tortuosum Zweepkoordcobralelie

Biarum davisii ssp. Marmarisense Davis’ marmeraronskelk

Biarum ditschianum Arfakaronskelk

COMPOSITAE (ASTERACEAE) Asterfamilie (composieten)

Arnica montana §3 Valkruid

Othonna cacalioides Cacaliamadeliefje

Othonna clavifolia Sleutelbladmadeliefje

Othonna hallii Van Halls madeliefje

Othonna herrei Herres madeliefje

Othonna lepidocaulis Schubsteelmadeliefje

Othonna retrorsa Treurmadeliefje

ERICACEAE Heidefamilie

Arctostaphylos uva-ursi §3 Berendruif

GENTIANACEAE Gentiaanfamilie

Gentiana lutea §3 Gele gentiaan

LEGUMINOSAE (FABACEAE) Vlinderbloemigen

Dalbergia granadillo §4 Cocobolo

Dalbergia retusa (Met uitzondering Cocobolo

van de populatie die is opgenomen in

bijlage C) §4

Dalbergia stevensonii (Met Honduras-palissander

uitzondering van de populatie die is

opgenomen in bijlage C) §4

LILIACEAE Leliefamilie

Trillium pusillum Dwergdrieblad

Trillium rugelii Stinkend drieblad

Trillium sessile Aronskelkboslelie of paddenschaduw

LYCOPODIACEAE Wolfsklauwfamilie

Lycopodium clavatum §3 Grote wolfsklauw

MELIACEAE Mahoniefamilie

Cedrela fissilis (Met uitzondering van

de populatie die is opgenomen in

bijlage C) §4

Cedrela lilloi (C. angustifolia) (Met

uitzondering van de populatie die is

opgenomen in bijlage C) §4

Cedrela montana §4 Bergceder

Cedrela oaxacensis §4 Oaxaca-ceder

Cedrela odorata (Met uitzondering Spaanse ceder

van de populaties die zijn opgenomen

in bijlage C) §4

Cedrela salvadorensis §4 El Salvador-ceder

Cedrela tonduzii §4

MENYANTHACEAE Watergentiaanfamilie

Menyanthes trifoliata §3 Waterdrieblad

PARMELIACEAE Parmeliakorstmossen

Cetraria islandica §3 IJslands mos

PASSIFLORACEAE Passiebloemfamilie

Adenia glauca Blauwgele woestijnroos

Adenia pechuelli Olifantsvoet

PEDALIACEAE Sesamfamilie

Harpagophytum spp. §3 Duivelsklauw

PORTULACACEAE Posteleinfamilie

Ceraria carrissoana Angolese postelein Ceraria fruticulosa Heesterpostelein

SELAGINELLACEAE Selaginellafamilie

Selaginella lepidophylla Roos van Jericho”

_____________

BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 338/97 i van de Raad

(PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 938/97 i van de Commissie

(PB L 140 van 30.5.1997, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 2307/97 i van de Commissie

(PB L 325 van 27.11.1997, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 2214/98 i van de Commissie

(PB L 279 van 16.10.1998, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 1476/1999 i van de Commissie

(PB L 171 van 7.7.1999, blz. 5)

Verordening (EG) nr. 2724/2000 i van de Commissie

(PB L 320 van 18.12.2000, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 1579/2001 i van de Commissie

(PB L 209 van 2.8.2001, blz. 14)

Verordening (EG) nr. 2476/2001 i van de Commissie

(PB L 334 van 18.12.2001, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 1497/2003 i van de Commissie

(PB L 215 van 27.8.2003, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 1882/2003 i van het Uitsluitend artikel 3 en

Europees Parlement en de Raad bijlage III, punt 66

(PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 834/2004 i van de Commissie

(PB L 127 van 29.4.2004, blz. 40)

Verordening (EG) nr. 1332/2005 i van de Commissie

(PB L 215 van 19.8.2005, blz. 1)

Verordening (EG) nr. 318/2008 i van de Commissie

(PB L 95 van 8.4.2008, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 407/2009 i van de Commissie

(PB L 123 van 19.5.2009, blz. 3)

Verordening (EG) nr. 398/2009 i van het

Europees Parlement en de Raad

(PB L 126 van 21.5.2009, blz. 5)

Verordening (EU) nr. 709/2010 i van de Commissie

(PB L 212 van 12.8.2010, blz. 1)

Verordening (EU) nr. 101/2012 i van de Commissie

(PB L 39 van 11.2.2012, blz. 133)

_____________

BIJLAGE III

C ONCORDANTIETABEL

Verordening (EG) nr. 338/97 i De onderhavige verordening

Artikel 1 Artikel 1

Artikel 2 Artikel 2

Artikel 3 Artikel 3

Artikel 4 Artikel 4

Artikel 5, leden 1 tot en met 5 Artikel 5, leden 1 tot en met 5

Artikel 5, lid 6, aanhef Artikel 5, lid 6, aanhef

Artikel 5, lid 6, onder i) Artikel 5, lid 6, onder a)

Artikel 5, lid 6, onder ii) Artikel 5, lid 6, onder b)

Artikel 5, lid 7, onder a) Artikel 5, lid 7, eerste alinea

Artikel 5, lid 7, onder b) Artikel 5, lid 7, tweede alinea

Artikel 6, leden 1, 2 en 3 Artikel 6, leden 1, 2 en 3

Artikel 6, lid 4, onder a) Artikel 6, lid 4, eerste alinea

Artikel 6, lid 4, onder b) Artikel 6, lid 4, tweede alinea

Artikel 7, lid 1, onder a) Artikel 7, lid 1, eerste alinea

Artikel 7, lid 1, onder b), aanhef Artikel 7, lid 1, tweede alinea

Artikel 7, lid 1, onder b), i) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), i)

Artikel 7, lid 1, onder b), ii) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), ii)

Artikel 7, lid 1, onder b), iii) Artikel 7, lid 1, derde alinea, onder b), iii)

Artikel 7, lid 1, onder c) Artikel 7, lid 1, derde alinea

Artikel 7, lid 2, onder a) Artikel 7, lid 2, eerste alinea

Artikel 7, lid 2, onder b) Artikel 7, lid 2, tweede alinea

Artikel 7, lid 2, onder c) Artikel 7, lid 2, derde alinea

_______ Artikel 7, lid 2, vierde alinea

Artikel 7, lid 3 Artikel 7, lid 3, eerste alinea

_______ Artikel 7, lid 3, tweede alinea

Artikel 7, lid 4 Artikel 7, lid 4, eerste alinea

_______ Artikel 7, lid 4, tweede alinea

Artikel 8 Artikel 8

Artikel 9 Artikel 9

Artikel 10 Artikel 10

Artikel 11, lid 1 Artikel 11, lid 1

Artikel 11, lid 2, onder a) Artikel 11, lid 2, eerste alinea

Artikel 11, lid 2, onder b) Artikel 11, lid 2, tweede alinea

Artikel 11, leden 3, 4 en 5 Artikel 11, leden 3, 4 en 5

Artikel 12, leden 1, 2 en 3 Artikel 12, leden 1, 2 en 3

Artikel 12, lid 4 Artikel 12, lid 4, eerste alinea

_______ Artikel 12, lid 4, tweede alinea

Artikel 12, lid 5 Artikel 12, lid 5

Artikel 13, lid 1, onder a) Artikel 13, lid 1, eerste alinea

Artikel 13, lid 1, onder b) Artikel 13, lid 1, tweede alinea

Artikel 13, lid 2 Artikel 13, lid 2

Artikel 13, lid 3, onder a) Artikel 13, lid 3, eerste alinea

Artikel 13, lid 3, onder b) Artikel 13, lid 3, tweede alinea

Artikel 13, lid 3, onder c) Artikel 13, lid 3, derde alinea

Artikel 14, lid 1, onder a) Artikel 14, lid 1, eerste alinea

Artikel 14, lid 1, onder b) Artikel 14, lid 1, tweede alinea

Artikel 14, lid 1, onder c) Artikel 14, lid 1, derde alinea

Artikel 14, lid 2 Artikel 14, lid 2

Artikel 14, lid 3, onder a) Artikel 14, lid 3, eerste alinea

Artikel 14, lid 3, onder b) Artikel 14, lid 3, tweede alinea

Artikel 14, lid 3, onder c) Artikel 14, lid 3, derde alinea

Artikel 15, leden 1, 2 en 3 Artikel 15, leden 1, 2 en 3

Artikel 15, lid 4, onder a) Artikel 15, lid 4, eerste alinea

Artikel 15, lid 4, onder b) Artikel 15, lid 4, tweede alinea

Artikel 15, lid 4, onder c) Artikel 15, lid 4, derde alinea

Artikel 15, lid 4, onder d) Artikel 15, lid 4, vierde alinea

Artikel 15, leden 5 en 6 Artikel 15, leden 5 en 6

Artikel 16 Artikel 16

Artikel 17, lid 1 Artikel 17, lid 1

Artikel 17, lid 2, onder a) Artikel 17, lid 2

Artikel 17, lid 2, onder b) Artikel 17, lid 3

Artikel 18 Artikel 21

Artikel 19, lid 1, eerste alinea _______

Artikel 19, lid 1, tweede alinea Artikel 19, lid 1

Artikel 19, lid 2 _______

Artikel 19, lid 3 Artikel 18, lid 1

Artikel 19, lid 4 Artikel 18, lid 2

Artikel 19, lid 5 Artikel 18, lid 3

_______ Artikel 19, lid 2

_______ Artikel 20

Artikel 20 Artikel 22

Artikel 21 _______

_______ Artikel 23

Artikel 22 Artikel 24

Bijlage Bijlage I

_______ Bijlage II

_______ Bijlage III

_____________

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.