Laat mensenhandelaar opvang slachtoffer betalen

Met dank overgenomen van K. (Khadija) Arib i, gepubliceerd op donderdag 27 september 2012, 12:03.

Foto Flickr / PvdA

De kosten voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel zijn zeer hoog. Tegelijkertijd blijkt mensenhandel erg winstgevend te zijn. De rekening voor slachtofferopvang zou daarom bij de mensenhandelaar moeten komen te liggen en niet bij de overheid. Dit schrijven Lodewijk Asscher (wethouder Amsterdam) en ik vandaag in Trouw.

Dit artikel verscheen op 27 september in Trouw

Mensenhandel is een vreselijk misdrijf. De slachtoffers - meestal vrouwen - worden vaak met valse beloften vanuit het buitenland naar Nederland gelokt, hier de prostitutie ingedreven, volkomen afhankelijk gemaakt van de mensenhandelaar, op allerlei manieren geïntimideerd en vaak zwaar mishandeld. De afgelopen jaren hebben politie, justitie en de politiek hard gewerkt aan het bestrijden van deze keiharde criminaliteit. Maar er is meer nodig.

Slachtoffers van mensenhandel komen in mensonterende situaties terecht. Daar kunnen zij zonder hulp van buiten vrijwel nooit uitkomen. Vrouwen die in Nederland seksueel worden uitgebuit, zitten in de greep van de crimineel. Zomaar weglopen is voor die vrouwen geen optie.

Volgens het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha) doet slechts de helft van de slachtoffers aangifte. Ze zijn bang en zullen dat blijven als ze niet ergens anders veilig onderdak kunnen krijgen. Dat onderdak moet ze worden aangeboden vanaf het moment dat ze aangifte hebben gedaan.

Deze buitenlandse vrouwen krijgen hier een tijdelijke verblijfsvergunning zolang zij meewerken aan een strafrechtelijk onderzoek tegen de verdachten en zolang dat onderzoek loopt. Zij hebben in die tijd ook recht op leefgeld en medische hulp. Zonder al deze hulp doen slachtoffers geen aangifte, blijft de misdaad in stand, komen de criminelen ermee weg en vullen die ten koste van kapotgemaakte mensen hun zakken.

De PvdA vindt dat alles op alles moet worden gezet om de slachtoffers van mensenhandel uit hun inhumane situatie te verlossen en de daders te bestraffen. Het is de plicht van de overheid om alle hulp te verlenen die nodig is. Sterker nog: er moet geld bij. Aan de tekorten in opvang moet een eind worden gemaakt. De kans is anders levensgroot dat slachtoffers die op een wachtlijst voor opvang komen te staan, noodgedwongen terugvallen in de wereld die zij willen ontvluchten.

De recente uitbreiding van het aantal bedden voor de opvang van slachtoffers van vijftig naar zeventig is niet genoeg om de wachtlijst weg te werken. De zeer terechte aandacht voor deze misdaden en de intensivering van de opsporing gaan ongetwijfeld leiden tot een nog grotere behoefte. De PvdA pleit daarom voor uitbreiding op korte termijn met nog eens minimaal dertig opvangplaatsen en het goed in kaart brengen van de benodigde capaciteit in de nabije toekomst om vervolgens ook daarvoor budget beschikbaar te stellen. En mensen die geen slachtoffer zijn maar wel oneigenlijk gebruik proberen te maken van de voorzieningen, mogen daartoe geen kans krijgen.

Mensenhandel blijkt zeer winstgevend te zijn voor de daders. Daar komt langzaam maar zeker een einde aan doordat de daders veroordeeld worden tot het betalen van forse schadevergoedingen aan de slachtoffers. Daarnaast moet het geld dat de daders met hun praktijken hebben verdiend weer worden afgenomen. Maar dat is niet genoeg. Het moet mogelijk worden dat de overheid, die de hulp aan het slachtoffer heeft betaald, de rekening daarvoor kan doorsturen naar de veroordeelde dader. De rechter moet de bevoegdheid krijgen om de dader te veroordelen tot het betalen van deze kosten of een deel ervan. Uiteraard mag de hulp aan de slachtoffers op geen enkele wijze afhankelijk worden van het al dan niet achteraf betalen van de rekening door de dader.

De strijd tegen internationale mensenhandel is taai. Betere bescherming van de vrouwen, meer opvangplaatsen, en het financieel onaantrekkelijk maken van deze vorm van keiharde criminaliteit: op die manier kunnen we dit gevecht winnen.