Uitvoering van het actieplan inzake terrorismebestrijding

1.

Kerngegevens

Document­datum 10-06-2005
Publicatie­datum 22-01-2013
Kenmerk 9809/1/05 REV 1
Van Presidency/Counter-Terrorism Coordinator
Aan Council/European Council
Externe link originele PDF
Originele document in PDF

2.

Tekst

RAAD VAN PUBLIC Brussel, 10 juni 2005

DE EUROPESE UNIE (OR. fr)

9809/1/05 REV 1

LIMITE

JAI 208 ECOFIN 187 TRANS 114 RELEX 293 ECO 71 PESC 481 COTER 35 COSDP 371 PROCIV 82 ENER 91 ATO 60

NOTA van: het voorzitterschap/de Coördinator terrorismebestrijding aan: Raad/Europese Raad Betreft: Uitvoering van het actieplan inzake terrorismebestrijding

  • 1. 
    Deze nota is een antwoord op het verzoek van de Europese Raad om iedere zes maanden een verslag te krijgen over de uitvoering van het actieplan inzake terrorismebestrijding dat in juni 2004 is aangenomen (Conclusies van de Europese Raad van 17 december 2004, punt 26). De nota bevat een samenvatting van de sinds december 2004 geboekte vooruitgang die in ADD 1 nader wordt beschreven, en een stand van zaken betreffende de ratificatie van verdragen en overeenkomsten en de uitvoering van de als prioritair beschouwde wetgevingsbesluiten, die in ADD 2 nader worden belicht.
  • 2. 
    Deze nota volgt de volgorde van de in document 5657/2/05 gegeven prioriteiten voor 2005.

9809/1/05 REV 1 SAV/mm 1

DG H NL

  • 3. 
    Justitie en Binnenlandse Zaken:

3.1. Aanneming van besluiten door de Raad:

In de eerste helft van het jaar heeft de Raad (JBZ) verscheidene voor de terrorismebestrijding belangrijke instrumenten aangenomen: - Kaderbesluit van de Raad over aanvallen op informatiesystemen (PB L 69 van 16.3.2005, blz. 67) - Kaderbesluit van de Raad inzake de confiscatie van opbrengsten van misdrijven, alsmede van de daarbij gebruikte hulpmiddelen en de door middel daarvan verkregen voorwerpen (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 49) - Besluit van de Raad betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 68 van 15.3.2005, blz. 44) - Gemeenschappelijk standpunt van de Raad over de uitwisseling van bepaalde gegevens met Interpol (PB L 27 van 29.1.2005, blz. 61) Voorts heeft de Raad (JBZ) een algemene aanpak vastgesteld voor drie ontwerpen van kaderbesluit die kunnen worden aangenomen zodra de lidstaten die een voorbehoud voor behandeling door het parlement hebben gemaakt, hun voorbehoud kunnen intrekken: - Ontwerp-besluit van de Raad inzake de uitwisseling van gegevens uit het strafregister, als A-punt opgenomen op de agenda van de Raad (JBZ) van 2 juni 2005 [voorbehoud voor behandeling door het parlement UK] - Ontwerp-besluit van de Raad betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (december 2004) [voorbehoud voor behandeling door het parlement NL-UK-IE] - Ontwerp-kaderbesluit inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie [voorbehoud voor behandeling door het parlement IT] Verder heeft het voorzitterschap de besprekingen opgevoerd in de groepen en comités, zodat de drie onderstaande ontwerpen van wetgeving zo snel mogelijk kunnen worden aangenomen: - Ontwerp-kaderbesluit betreffende de vereenvoudiging van de uitwisseling van informatie en inlichtingen tussen de wetshandhavingsautoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie. De Europese Raad heeft gevraagd dit besluit uiterlijk eind 2005 aan te nemen. - Ontwerp-kaderbesluit over de bewaring van gegevens, dat op de agenda staat van de Raad (JBZ) van 2 juni 2005 - Voorstel voor een kaderbesluit betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel.

DG H NL

3.2. Wederzijdse beoordeling van de nationale maatregelen ter bestrijding van het terrorisme:

Alle lidstaten zijn beoordeeld. Het Comité van artikel 36 heeft 19 beoordelingsrapporten gelezen. Het eindrapport van de beoordelingsronde zal volgens plan in oktober 2005 aan de Raad worden voorgelegd. Tot nog toe hebben 10 lidstaten de Raad op de hoogte gesteld van de maatregelen die zij hebben genomen om de aanbevelingen in hun rapport uit te voeren. Het voorzitterschap heeft de Raad dus nog geen samenvattend rapport over de uitvoering van de aanbevelingen kunnen voorleggen.

3.3. Uitwisseling van informatie:

De Europese Raad heeft herhaaldelijk het belang benadrukt van een betere uitwisseling van informatie tussen de diverse bevoegde diensten van de lidstaten (inlichtingendiensten, veiligheidsdiensten, politie, douane, justitie), en tussen die instanties en de organen en diensten van de Unie (Europol, Eurojust, Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie en SitCen), wat betreft strategische of operationele informatie. De afgelopen maanden is flinke vooruitgang geboekt:

  • Strategische informatie:

Zoals de SG/HV reeds had aangekondigd in zijn verslag aan de Europese Raad van

17 december 2004, heeft het SitCen de samenwerking met de Groep voor terrorismebestrijding

(CTG) en Europol geïntensiveerd. Het SitCen kan dankzij personeelsuitbreiding na de aanwerving van deskundigen van de veiligheidsdiensten en de binnenkort te verwachten sluiting van een samenwerkingsakkoord met Europol, de bevoegde Raadsgroepen voortaan dreigingsanalyses voorleggen met informatie die is vergaard door de inlichtingen-, de veiligheids- en de politiediensten. De analyse van het verschijnsel van de radicalisering en de recrutering is daarvan het eerste voorbeeld. Dankzij de ontwikkeling van dit analytisch vermogen zullen de besprekingen onder het Britse voorzitterschap in de op het gebied van terrorisme bevoegde Raadsgroepen kunnen worden gestroomlijnd en toegespitst op het formuleren van politieke aanbevelingen aan de Raad.

DG H NL

  • Operationele informatie:

Europol wijst in zijn verslag aan de Raad (doc. 9156/05) op het steeds operationelere karakter van zijn door politiegegevens gevoede werkbestand voor analyse over terrorisme, dat wordt gebruikt in het kader van 21 onderzoeken die momenteel in verscheidene lidstaten worden uitgevoerd. In het verslag wordt ook gewag gemaakt van recente ontwikkelingen in verband met de samenstelling en de activiteiten van de Task Force terrorisme die de Europese Raad in zijn verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme van 25 maart 2004 heeft besloten nieuw leven in te blazen. Eurojust stelt in zijn verslag aan de Raad (doc. 9157/05) dat de inkomende informatiestroom toeneemt maar nog niet voldoet aan de huidige wettelijke eis van het besluit van de Raad van 19 december 2002 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking ter bestrijding van het terrorisme, overeenkomstig artikel 4 van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB (PB L 16 van 22.1.2003, blz. 68), en evenmin aan de toekomstige eis in het ontwerp-besluit van de Raad betreffende informatie-uitwisseling en samenwerking in verband met strafbare feiten van terroristische aard (doc. 15599/04). Het voorzitterschap stelt voor dit onder het Britse voorzitterschap door de Raad te laten bespreken. Twee dossiers bieden hiervoor een aanleiding: de bespreking van het verslag van Eurojust over 2004 en de bespreking van het tussentijds verslag over de wederzijdse beoordelingsronde over de methoden voor de uitwisseling van gegevens tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en Europol.

  • Toegang tot de gegevensbanken:

In afwachting van het wetgevingsvoorstel van de Commissie over de concrete uitvoering van het beginsel van de beschikbaarheid (dat eind 2005 wordt verwacht), heeft de Raad (JBZ) in de zitting van 14 april 2005 de MDG opgedragen om vóór eind 2005 te bepalen welke toegangsmethoden er overeenkomstig het beginsel van beschikbaarheid moeten komen voor zes soorten van informatie in gegevensbanken (doc. 7641/2/05 REV 2).

3.4. Operationele samenwerking :

  • Eurojust: Eurojust vermeldt in zijn verslag aan de Raad een bemoedigend aantal keren dat er op Eurojust een beroep is gedaan om vervolgingen in verband met terrorisme te coördineren, maar geeft ook aan dat de weg naar Eurojust nog niet vaak genoeg wordt gevonden.

DG H NL

  • Task Force van hoofden van politie:

In het kader van COSPOL (Comprehensive Operational Strategic Planning for the Police) heeft de Task Force van hoofden van politie ingestemd met een Brits ontwerp-initiatief waarmee wordt beoogd de buurtpolitie beter op te leiden op het gebied van terrorismepreventie (doc. 6425/05).

  • Douanesamenwerking: de douaneautoriteiten van de lidstaten dienen een sleutelrol te spelen wat betreft de veiligheid van de toeleveringsketen. Hiertoe wordt de bevoegde Raadsinstanties verzocht om op basis van de Commissievoorstellen na te gaan hoe de controle op de goederenstroom kan worden verbeterd en vereenvoudigd, met name door intensiever gegevens over de internationale handel te verzamelen en te analyseren.
  • Permanent Comité voor interne veiligheid: ter voorbereiding op de inwerkingtreding van het grondwettelijk verdrag heeft het voorzitterschap het Comité van artikel 36 en de Raad (JBZ) een discussiestuk doen toekomen over de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van het Permanent Comité voor interne veiligheid dat bij artikel III-261 van het grondwettelijk verdrag wordt ingesteld (doc. 6626/05). Op 13 mei 2005 is een vergadering gehouden van de huidige en de toekomstige voorzitters van het Comité van artikel 36, het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel, de Task Force van hoofden van politie, het college van Eurojust, de directeur van Europol en de directeur van het SitCen, zoals gepland was in het Haagse programma.

3.5. Uitvoering:

Uit de tabel in ADD 2 blijkt dat er enige vooruitgang is geboekt met de ratificatie en de omzetting, maar er dient op te worden gewezen dat verscheidene termijnen die de Europese Raad in zijn Verklaring betreffende de bestrijding van terrorisme van maart 2004 had gesteld, niet zijn gerespecteerd. Hieronder volgt een niet-volledige lijst van instrumenten: - Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie van 29 mei 2000 (door de Europese Raad gestelde termijn = december 2004: 15 ratificaties aan de Raad gemeld)

DG H NL

  • Protocol van 16 oktober 2001 bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (door de Europese Raad gestelde termijn = december 2004: 13 ratificaties aan de Raad gemeld) - Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams (door de Europese Raad gestelde termijn = juni 2004: aantal leden dat het kaderbesluit nog niet heeft omgezet: 4). - Kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 inzake terrorismebestrijding (de voor de omzetting gestelde termijn is niet door alle lidstaten in acht genomen. Enkele lidstaten hebben onvolledige gegevens ingezonden, terwijl een aantal lidstaten geen enkele informatie over de nationale uitvoering van het kaderbesluit heeft verstrekt. De Commissie is voornemens eind 2005 een nieuw verslag in te dienen. Wanneer deze instrumenten in werking treden, zullen de lidstaten en de Unie doeltreffender kunnen optreden tegen terrorisme. Enige voorbeelden: - zodra het tweede protocol tot wijziging van de Europol-overeenkomst door alle lidstaten is geratificeerd, heeft Europol de juridische mogelijkheid om deel te nemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams. - zodra het derde protocol tot wijziging van de Europol-overeenkomst door alle lidstaten is geratificeerd, kan Europol met de bevoegde instanties van de Verenigde Staten samenwerken door hun toegang te bieden tot werkbestanden voor analyse ter bestudering van de voorgeschiedenis van transacties op bevroren bankrekeningen, overeenkomstig de verklaring van Dromoland die tijdens de Top EU/VS van 26 juni 2004 is aangenomen.
  • 4. 
    Financiering van het terrorisme:

Het voorzitterschap heeft toegezien op de uitvoering van de strategie die de Europese Raad op

17 december 2004 heeft aangenomen. Dit heeft met name tot onderstaande concrete resultaten geleid: - op wetgevingsniveau zijn de voorbereidende besprekingen afgerond voor de aanneming van het voorstel voor de derde anti-witwasrichtlijn, en van het voorstel voor een verordening over de controle aan de buitengrenzen op het verkeer van contant geld.

DG H NL

  • een reeks besprekingen, gericht op het verbeteren van het systeem van financiële sancties tegen terroristen en terroristische organisaties, zoals het bevriezen van tegoeden volgens Resolutie 1267 (1999) van de VN-Veiligheidsraad of het autonome systeem van de Europese Unie, ingesteld bij wijze van uitvoering van Resolutie 1373 (2001) van de VN-Veiligheidsraad. In dit verband zij gewezen op de tweede ad hoc vergadering met de landen van de Samenwerkingsraad van de Golf (Abu Dhabi, 5 tot en met 8 maart 2005), de studiebijeenkomst die het voorzitterschap in New York heeft georganiseerd over beperkende maatregelen (22.3.2005), de door het voorzitterschap georganiseerde studiebijeenkomst EU/VS in Luxemburg over het bevriezen van terroristische tegoeden (28 en 29 april 2005), de besprekingen in de Groep RELEX over de uitvoering van de beperkende maatregelen tegen terrorisme, de bijwerking van de lijst van terroristen en terroristische organisaties die op basis van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB op 14 maart en 6 juni 2005 is opgesteld en de regelmatige bijwerking van de op basis van Verordening nr. 881/2002 i opgestelde lijst. Het Coreper zal eind juni 2005, op basis van een verslag van de coördinator voor terrorismebestrijding en de Commissie, een analyse door het SitCen en een verslag van Europol, de uitvoering moeten beoordelen van de strategie van de Unie met betrekking tot de financiering van het terrorisme.
  • 5. 
    Civiele bescherming en bescherming van kritieke infrastructuur
  • De Commissie is verzocht de Raad haar tweede verslag voor te leggen over de beoordeling van de vermogens die de lidstaten bij een terroristische aanval ter beschikking kunnen stellen van het mechanisme inzake civiele bescherming. Vervolgens zal de Raad een standpunt moeten innemen, en moeten de lidstaten de door hen toegezegde solidariteit laten blijken. Nu reeds dient de aandacht van de Raad te worden gevestigd op de noodzaak van een betere uitwisseling van informatie tussen lidstaten over de voorraden vaccins die in het geval van een biologische terroristische aanval beschikbaar zijn. - De Raad heeft de besluiten aangenomen ter goedkeuring van de sluiting van het Verdrag inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval en het Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen. In de tweede helft van 2005 moet de Raad: - de Mededeling van de Commissie bestuderen over de verbetering van het communautair mechanisme voor civiele bescherming om een reactie op zeer korte termijn mogelijk te maken, en beginnen met de werkzaamheden om een modulaire snelle reactie te ontwikkelen op basis van nationale modules voor civiele bescherming; - het voorstel van de Commissie bestuderen tot vaststelling van een programma ter bescherming van kritieke infrastructuur waarvan de effecten grensoverschrijdend kunnen zijn; - een voorstel bestuderen over intermodale veiligheid;

    DG H NL

  • een richtlijn aannemen over veiligheid in havens.

Tot slot zij gewezen op de noodzaak van een verbetering van de samenwerking tussen de politie-, de veiligheids- en de inlichtingendiensten enerzijds en de hulpdiensten anderzijds, zodat de dreigingsanalyses van eerstgenoemde diensten kunnen bijdragen aan de risicoanalyses van laatstgenoemde diensten.

  • 6. 
    Externe betrekkingen

Op het gebied van de externe betrekkingen heeft de EU nogmaals haar steun uitgesproken voor de Verenigde Naties en de belangrijke rol die zij vervullen in de strijd tegen het terrorisme. In dit verband juicht de EU de aanneming toe van het Verdrag betreffende de bestrijding van daden van nucleair terrorisme en is zij bereid zo spoedig mogelijk een algemeen verdrag aan te nemen. In de dialoog met haar partners blijft de EU aandringen op universele ratificatie en op de daadwerkelijke uitvoering van de instrumenten van de Verenigde Naties inzake de bestrijding van het terrorisme. Ook heeft de Unie zeer positieve contacten onderhouden met het uitvoerend directoraat voor terrorismebestrijding van de VN (DECT). In deze context heeft de EU, om haar maatregelen op internationaal niveau beter te coördineren, meegedaan aan drie missies van het DECT (Marokko (maart 2005), Kenia (mei 2005) en Albanië (juni 2005)) voor de beoordeling van de stand van zaken bij de uitvoering van Resolutie 1373 (2001). Ook aan de regionale dimensie van de strijd tegen het terrorisme heeft de EU in haar externe betrekkingen aandacht besteed. De EU heeft de dialoog voortgezet met de relevante regionale organisaties en de Euromed-partners. De samenwerking inzake terrorismebestrijding is verwerkt in de actieplannen die de Unie en haar partners hebben goedgekeurd in het kader van het nieuwe nabuurschapsbeleid. De coördinator voor terrorismebestrijding en de Commissie hebben de regionale coördinatie op dit gebied aangemoedigd. De samenwerking met de Verenigde Staten is uitermate positief geweest. De Unie en de Verenigde Staten hebben hun dialoog over de financiering van het terrorisme geïntensiveerd. In Brussel zijn in mei 2005 een formele trojka EU/VS over terrorisme en een informele trojka EU/VS over de financiering van het terrorisme bijeengekomen. Omwille van coördinatie hebben deskundigen uit de lidstaten deelgenomen aan een door de Verenigde Staten georganiseerde missie ter beoordeling van de behoefte aan technische bijstand in de bestrijding van de financiering van het terrorisme. Binnenkort zal aan een soortgelijke missie worden deelgenomen.

DG H NL

De Commissie en het voorzitterschap hebben, bijgestaan door de coördinator voor terrorismebestrijding, hun ambtsgenoten van het Homeland Security Department en het State Department gesproken in het kader van de politieke dialoog over de grenzen en de veiligheid van het vervoer. In de routekaarten voor de totstandbrenging van de vier ruimten waarover de Europese Unie en Rusland overeenstemming hebben bereikt, zijn maatregelen opgenomen die de samenwerking op het gebied van de terrorismebestrijding moeten intensiveren. Op initiatief van de coördinator voor terrorismebestrijding hebben Rusland, Europol en Eurojust besloten hun banden aan te halen. Inzake de samenwerking met derde landen en technische bijstand, verleent de Europese Gemeenschap een aanzienlijke bijstand aan derde landen om hen te helpen de respectieve resoluties van de VN uit te voeren. Voorts zet de EU de dialoog met een aantal prioritaire landen voort met als doel de samenwerking bij de bestrijding van terrorisme, op politiek niveau en op het gebied van technische bijstand, te versterken. In juni zullen evaluatiemissies naar twee prioritaire landen plaatsvinden. Ter gelegenheid van de eerste herdenking van de aanslagen op 11 maart 2004 in Madrid heeft de Unie haar steun verleend aan een internationale top over "democratie, terrorisme en veiligheid" in de loop waarvan de Agenda van Madrid is goedgekeurd. De bevordering van de beginselen en aanbevelingen in de Agenda van Madrid kan een zinvolle bijdrage leveren aan de versterking van de internationale samenwerking bij de bestrijding van terrorisme.

  • 7. 
    EVDB

Op 23 mei 2005 heeft de Raad het eerste rapport over de uitvoering van het conceptueel kader inzake de EVDB-dimensie bij terrorismebestrijding bekrachtigd als een open document dat regelmatig zal moeten worden bijgewerkt. Dit rapport bevat voor ieder actiepunt in het conceptueel kader concrete aanbevelingen die zo spoedig mogelijk moeten worden uitgevoerd. Verder heeft het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (IVSEU) op verzoek van het voorzitterschap op 7 maart 2005 een studiebijeenkomst gehouden over de bijdrage van het EVDB aan de strijd tegen het terrorisme.

DG H NL

  • 8. 
    Radicalisering en recrutering

Op basis van met name een analyse door het SitCen, heeft de Raad een reeks richtsnoeren opgesteld die onder het Britse voorzitterschap verder moeten worden uitgewerkt met het oog op het ontwerpen van de strategie die de Europese Raad in de bijeenkomst op 17 december 2004 van de Raad heeft verlangd. Een mededeling van de Commissie over gewelddadig radicalisme en een verslag van Europol zullen de debatten in de komende maanden verrijken.

  • 9. 
    Tot slot

De Raad wordt verzocht dit verslag en beide addenda te bespreken en aan de Europese Raad te doen toekomen, tezamen met alle aanbevelingen die hij nuttig acht.

_________________

DG H NL

 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.