Algemene uitvoering door de EU van de resoluties 1325 en 1820 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over vrouwen, vrede en veiligheid - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 17-11-2008 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 15671/08 |
Van | GSC/Commission |
Aan | Delegations |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN PUBLIC Brussel, 17 november 2008 (03.12)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
15671/08
LIMITE
COHOM 122 CONUN 109 CIVCOM 639 PESC 1493 RELEX 905 COSDP 1033 POLMIL 8
NOTA van: het secretariaat-generaal / de Commissie aan: de delegaties Betreft : Algemene uitvoering door de EU van de resoluties 1325 en 1820 van de
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties over vrouwen, vrede en veiligheid
Inhoud
INLEIDING
A. GRONDGEDACHTE EN ALGEHELE DOELSTELLING
B. DEFINITIES
C. UITDAGINGEN EN ESSENTIËLE EISEN
D. VROUWEN, VREDE EN VEILIGHEID: BASISBEGINSELEN VOOR EEN
TOTAALSTRATEGIE VAN DE EU
E. SPECIFIEKE MAATREGELEN
Huidige beleidsmaatregelen en praktijk van de EU ten aanzien van vrouwen, vrede en veiligheid
Lijst van referentiedocumenten
Operationele appendix 1 Instrumentarium van de EG en recente voorbeelden ter illustratie van de steun die zij verleent voor maatregelen met betrekking tot vrouwen, vrede en veiligheid
15671/08 sav/SAV/hd 1 INLEIDING
-
1.Gewapende conflicten, vredeshandhaving, vredesopbouw en wederopbouw worden door vrouwen, mannen, meisjes en jongens verschillend ervaren, en zij gaan er ook verschillend mee om. Moderne conflicten treffen vooral de burgerbevolking, en vooral vrouwen zijn daarbij vaak stelselmatig doelwit geworden, soms op massale wijze, bijvoorbeeld wanneer verkrachting als methode van oorlogvoering en etnische zuivering wordt gebruikt. Veel vrouwen en meisjes worden ook slavin of seksslavin van de soldaten. De vrouwen zijn echter niet alleen slachtoffer van oorlog en geweld. Zij zijn werkzaam als strijder, vredesopbouwer, politica of activiste, en het streven om als zodanig mannen en vrouwen op gelijke voet te stellen is van essentieel belang; het moet bijdragen aan het voorkomen en oplossen van
conflicten en een cultuur van vreedzame en duurzame inclusiviteit bevorderen. De preventie van seksueel en genderspecifiek geweld is nauw verbonden met de kansen die vrouwen krijgen om aan het politieke leven deel te nemen, op duurzame wijze in hun levensonderhoud te voorzien en zich tijdens en na het conflict veilig te voelen in hun gemeenschap.
-
2.Resolutie 1325 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, die op 31 oktober 2000 is aangenomen, is de eerste resolutie van de Veiligheidsraad over het onevenredige en
uitzonderlijke effect van gewapende conflicten op vrouwen. In die resolutie worden eerdere internationale en regionale juridische verplichtingen en overeenkomsten betreffende vrouwen,
vrede en veiligheid onderschreven 1 en nieuwe beginselen gevestigd. Benadrukt wordt dat
evenwaardige en volledige participatie van vrouwen een belangrijke factor vormt bij conflictpreventie en -oplossing, vredesonderhandelingen, vredesopbouw, vredeshandhaving, humanitaire respons en postconflictuele wederopbouw. Van de lidstaten wordt verlangd dat zij zorgen voor gelijke behandeling en erop toezien dat vrouwen steeds ten volle worden betrokken bij de inspanningen om vrede en veiligheid te handhaven en te bevorderen. Alle actoren worden aangespoord om een grotere participatie van vrouwen te bewerkstelligen en plaats in te ruimen voor de genderdimensie in alle vredes- en veiligheidsbemoeiingen van de Verenigde Naties, waaronder ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR), en hervorming van de veiligheidssector (SSR).
-
3.Op 19 juni 2008 heeft de VN-Veiligheidsraad resolutie 1820 aangenomen, over het gebruik van seksueel geweld bij conflicten, dat als oorlogstactiek rechtstreeks in verband wordt
gebracht met handhaving van de internationale vrede en veiligheid. Deze resolutie vormt een bevestiging van de stelling uit resolutie 1325 dat seksueel geweld vaak wijdverbreid is en systematisch wordt gepleegd, en dat het herstel van de internationale vrede en veiligheid erdoor kan worden belemmerd. De Veiligheidsraad heeft nu duidelijk tot taak gekregen aandacht te besteden aan seksueel en genderspecifiek geweld, onder meer door sancties op te leggen en het personeel te velde zo op te leiden dat het zelf preventief en reactief kan optreden. Volgens de resolutie vormt seksuele geweldpleging door gewapende personen tegen burgers een oorlogsmisdrijf; van de partijen bij gewapende conflicten wordt verwacht dat zij terstond het nodige doen om burgers voor seksueel geweld te behoeden, namelijk onder meer hun troepen scholen en tuchtmaatregelen treffen.
1 In de Geneefse verdragen van 1949 en de aanvullende protocollen van 1977 worden aanvallen tegen burgers, verkrachting en
seksuele geweldpleging in geval van gewapend conflict als wederrechtelijk aangemerkt. Dat vrouwen en kinderen speciale bescherming behoeven - die een basiscomponent van de internationale mensenrechtenverplichtingen vormt - staat te lezen in de verklaring van 1974 over de bescherming van vrouwen en kinderen in noodsituaties en bij gewapende conflicten; Het Verdrag van 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) spreekt van het plannen en uitvoeren van ontwikkelingsmaatregelen in een conflictuele of post-conflictuele context. In de artikelen 7 en 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof worden verkrachting, seksuele slavernij, gedwongen prostitutie, gedwongen zwangerschap, gedwongen sterilisatie, en elke andere vorm van seksueel geweld van vergelijkbare ernst bestempeld als misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, en als een vorm van marteling - een ernstig oorlogsmisdrijf. In het platform van Beijing van 1995 staat 'vrouwen en gewapende conflicten' als belangrijke strategische doelstelling vermeld, in die zin dat de positie van vrouwen in door oorlog getroffen gebieden moet worden verbeterd, en geweld tegen vrouwen bestreden.
A. GRONDGEDACHTE EN ALGEHELE DOELSTELLING
-
4.De externe acties van de EU moeten doortrokken zijn van de gendergedachte - die zowel vrouwen als mannen omvat - zodat de dreigingen waar de burgerbevolking in tijden van conflict en daarna mee te maken krijgt over de hele linie kunnen worden beantwoord. Alleen langs die weg zijn effectieve stabilisatie, vredesopbouw, postconflictuele wederopbouw en institutionele opbouw mogelijk. Als de EU zich bij conflictpreventie, crisisbeheersing, vredesopbouw en postconflictuele wederopbouw, alsook bij institutionele opbouw, krachtiger
vastlegt op de genderproblematiek, kan dat bovendien de efficiëntie en de effectiviteit van haar optreden ten goede komen. Voorts zijn vredesinitiatieven en pogingen tot conflictoplossing die van vrouwen uitgaan zeer nuttig om een duurzame en inclusieve weg naar vrede en veiligheid te openen.
-
5.De Europese Unie heeft als beleidsintentie om naar buiten toe de rol van de vrouw bij vredesopbouw, alsook de uitvoering van VNVR-resolutie 1325 te bevorderen. In de lijn hiervan wordt in deze nota en in de operationele appendices een gemeenschappelijke aanpak ter uitvoering van de VNVR-resoluties 1325 en 1820 geschetst: uitvoerige instructies die ervoor moeten zorgen dat de Unie in haar externe optreden vrouwen tegen geweld beschermt, en tijdens en na gewapende conflicten en in onstabiele situaties de gendergelijkheid helpt bevorderen.Er wordt voortgebouwd op eerdere ervaringen en lessen die in internationaal verband en met name in de EU zijn verworven. Met het oog op de algehele coherentie tussen, en consistentie van, de instrumenten van EG en GBVB/EVDB, en op een behoorlijk continuë crisisbeheersing, zijn gemeenschappelijke definities en beginselen en een aantal specifieke stappen bedacht. Hoe in het beleid praktisch en operationeel plaats kan worden ingeruimd voor de genderproblematiek, staat voorts te lezen in de operationele appendices over de missies en operaties van het EVDB en de activiteiten van de EG.
B. DEFINITIESGenderGender is het geheel van de maatschappelijk bepaalde kenmerken van een sekse, ter onderscheiding van de biologische kenmerken; het gaat om aangeleerde
verschillen, die gaandeweg kunnen veranderen, en waarvan een breed scala aan intra- en
1
interculturele varianten bestaat . Tijdens en na gewapende conflicten zijn genderrollen en -relaties vaak aan verandering onderhevig. Van belang is dat het begrip gender niet alleen betrekking heeft op de vrouw, maar op de rol van beide seksen, en dus ook die van de man.Gender mainstreamingDe hier gehanteerde definitie van gendermainstreaming is die van de Raad van Europa: "het (re)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van beleidsprocessen, in die zin dat in alle beleidsmaatregelen, op elk niveau en in elk stadium, door de gewoonlijk bij de beleidsbepaling betrokken actoren plaats wordt ingeruimd voor de gendergelijkheidsdimensie. Gendermainstreaming kan niet in de plaats treden van de specifieke beleidsmaatregelen die worden getroffen om de gevolgen van genderongelijkheid recht te zetten: het gaat om twee complementaire strategieën die samen gendergelijkheid tot
stand moeten brengen 2 .Evenzo definieert de Economische en Sociale Raad van de VN
(ECOSOC) gendermainstreaming als het proces waarbij voor elke, op elk gebied en op elk niveau geplande maatregel, met name wetgeving, beleidsmaatregelen en programma's, de implicaties daarvan voor vrouwen en mannen worden beoordeeld. Het gaat om een strategie die aan de belangen en ervaringen van vrouwen én mannen een integrale plaats wil toekennen bij het ontwerpen, uitvoeren, bewaken en beoordelen van beleidsmaatregelen en programma's op elk terrein van het politieke, economische en maatschappelijke leven.
1 Gelijke kansen in 100 woorden: een woordenlijst (DG Werkgelegenheid en sociale zaken,
1998).
15671/08 sav/SAV/hd 5 9. Genderspecifiek geweldGenderspecifiek geweld is een verzamelterm voor alle vormen van
handelen waarmee iemand tegen zijn of haar wil schade wordt berokkend, en die berusten op de maatschappelijk geconstrueerde (sekse)verschillen tussen mannen en vrouwen. Zij vormen een schending van een aantal door internationale regelgeving en verdragen beschermde mensenrechten. Vele - zij het niet alle - vormen van genderspecifiek geweld worden op nationaal niveau als wederrechtelijk en strafbaar bestreden. Overal ter wereld treft het geweld vrouwen en meisjes meer dan mannen en jongens. Niettemin kunnen ook mannen en jongens
1
het slachtoffer worden van genderspecifiek geweld, in het bijzonder seksueel geweld.
C. UITDAGINGEN EN ESSENTIËLE EISENMet de uitvoering van VNVR-resolutie 1322 is enige vooruitgang geboekt, maar toch blijven er grote problemen bestaan. Wat de
bescherming van vrouwen betreft, is het voorkomen en bestrijden van seksueel en genderspecifiek geweld de zwakste schakel bij de uitvoering van resolutie 1325. De omvang ervan is enorm: over de hele wereld blijven vrouwen het slachtoffer van stelselmatige
seksuele geweldpleging vóór, tijdens en na gewapende conflicten 2 .
1 Bron: Inter-Agency Standing Committee (2005) Guidelines for Gender-Based Violence Interventions in
Humanitarian Settings: Focusing on Prevention of and Response to Sexual Violence in Emergencies (http://www.humanitarianinfo.org/iasc/pageloader.aspx?page=content-subsidi-tf_gender-gbv)
2 In Darfur worden verkrachting en andere vormen van seksueel geweld als oorlogswapen gebruikt om vrouwen en hun gemeenschap te vernederen, te straffen, te domineren, angst aan te jagen en uit hun land te verdrijven
(bron: Amnesty International). Volgens statistieken van plaatselijke medische centrum worden in de provincie Zuid-Kivu in de Democratische Republiek Congo dagelijks gemiddeld 40 vrouwen verkracht. 13% van hen is jonger dan 14 jaar, 3% overlijdt aan de gevolgen van de verkrachting, en 10-12% loopt hiv/aids op (http://reliefweb.int/rw/RWFiles2007.nsf/FilesByRWDocUnidFilename/KHII-6XT58W- full_report.pdf/$File/full_report.pdf).
-
11.Wat de participatie van vrouwen betreft, wordt de sleutelrol die vrouwen spelen bij conflictpreventie en -oplossing, vredeshandhaving en vredesopbouw, niet onderkend, en worden zij integendeel nog steeds verwijderd gehouden van de besluitvorming op het gebied van vrede
en veiligheid 1 . Bovendien is tijdens de zitting van 2008 van de Commissie over de positie van
de vrouw benadrukt dat er geen systematische interactie bestaat tussen de vredesonderhandelaars en -bemiddelaars enerzijds en de organisaties en netwerken van vrouwen anderzijds, en betreurd dat vrouwen slechts zelden worden gekozen om deel uit te maken van internationale teams die vredesonderhandelingen leiden. Ook tussen veiligheids- en gendergelijkheidsdeskundigen is er nog onvoldoende wisselwerking. Er wordt bovendien vaak geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om met betrekking tot ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) plaats in te ruimen voor de genderdimensie, zodat de desbetreffende
programma's ontoegankelijk blijven voor vrouwen 2 . Hetzelfde geldt voor de hervorming van
de veiligheidssector, hoewel de laatste tijd enige vooruitgang is geboekt.Met betrekking tot conflictpreventie en vroegtijdige waarschuwing heeft onderzoek uitgewezen dat het geweld in een aantal gevallen door vrouwen werd voorspeld, of dat zij toegang hadden tot essentiële informatie waarmee het had kunnen worden verhinderd, maar niet in contact konden komen
met de bevoegde overheden 3 .
1 Uit onderzoek van een steekproef van (13 op 34) grote vredesonderhandelingsprocessen sinds VNVR-resolutie 1325 acht jaar geleden werd aangenomen, blijkt dat vrouwen nog altijd slechts ad hoc - niet systematisch - en ook slechts in opvallend geringen getale aan vredesonderhandelingen deelnemen: • In slechts 2,7% van de
gevallen waren de ondertekenaars van de vredeskkoorden vrouwen; • In 12 van de gevallen met beschikbare gegevens waren er geen vrouwelijke vredesbemiddelaars; • In de 5 gevallen met beschikbare gegevens bestond de onderhandelingsdelegatie voor 7% uit vrouwen; • Vredesakkoorden met genderspecifieke bepalingen handelen vooral over de fysieke veiligheid van vrouwen en mensenrechtenwaarborgen. (bron: UNIFEM, oktober 2008).
2 Zo omvatte het DDR-proces inzake de Autodefensas Unidas de Colombia (Verenigde Zelfverdedigingsgroepen van Colombia) geen vrouwgerichte initiatieven, ook al bestond 7% van de paramilitaire troepen uit vrouwen
(bron: Hunt Alternatives Fund, Initiative for Inclusive Security – Toolkit Updated Edition, December, Hunt
Alternatives Fund [Boston]: 2007). Het Volksfront voor de bevrijding van Eritrea zou voor 30% uit vrouwen
hebben bestaan, maar slechts 17% van de gedemobiliseerde soldaten waren vrouwen, en de mannen ontvingen
91% van de aan de militairen toegestane leningen (bron: United Nations Department of Public Information –
DPI/2409 – November 2005).
3 Anderlini, Sanam Naraghi. 2007. Women Building Peace: What they do, Why it matters, Boulder: Lynne
Rienner Publishers.
-
13.Een van de voornaamste lessen voor de VN is dat VNVR-resolutie 1325 niet uitvoerbaar is zonder samenwerking met de regering en het maatschappelijk middenveld op het nationale niveau. Van essentieel belang voor de uitvoering en de uitvoeringsbewaking is een breed en gevarieerd maatschappelijk middenveld, dat daadwerkelijk steun verleent en ingeschakeld
wordt 1 . Ook is het absoluut noodzakelijk dat plaatselijke overheden en gewapende groepen
zich bewust zijn van hun verplichtingen in het kader van het internationale recht op humanitair gebied en inzake de mensenrechten.Verdere inzichten en aanbevelingen zijn
afkomstig uit diverse gremia, en onder meer te vinden in de studie van het ECPDM 2 . Tijdens
de conferentie van 10 oktober 2008, door het EU-voorzitterschap en het UNIFEM in samenwerking met de EC georganiseerd, werd een aantal belangrijke eisen genoemd waaraan de werkzaamheden voortaan zullen moeten voldoen, namelijk dat hechtere partnerschappen tot stand worden gebracht en dat bij het operationele werk systematischer plaats wordt ingeruimd voor vrouwen en voor overwegingen van vrede en veiligheid. Voorts moeten in het mandaat van missies en speciale vertegenwoordigers gendervraagstukken nader worden bepaald, middelen worden toegewezen voor genderwerk, en verantwoordings- en bewakingsmechanismen worden vastgesteld. De conferentie steunde voorts het idee van een totaalaanpak door de EU van de vrouwen-, vredes- en veiligheidsproblematiek.
1 Verslag van het SG over vrouwen en vrede en veiligheid, S/2007/567.
2 ‘Enhancing the EU Response to Women and Armed Conflict with particular reference to development policy: Study for the Slovenian EU Presidency’, European Centre for
Development Policy Management, Discussion Paper 84, by Andrew Sheriff with Karen Barnes, April 2008 ( http://www.peacewomen.org/resources/1325/euresponseWAC.pdf )
D. VROUWEN, VREDE EN VEILIGHEID: BASISBEGINSELEN VOOR EEN
TOTAALSTRATEGIE VAN DE EUHolistische aanpakDe EU stelt vast dat vrede, veiligheid, ontwikkeling en gendergelijkheid nauw met elkaar verbonden zijn. Daarom moeten vrouwen niet alleen meer betrokken worden bij en beschermd worden in conflictsituaties en vredesopbouw, maar moet de actie ook berusten op meer algemene overwegingen van ontwikkeling, bijvoorbeeld dat vrouwen meer economische zekerheid, meer kansen en meer toegang tot gezondheidszorg en onderwijs moeten krijgen. Dit is bijzonder relevant in het licht van de negatieve invloed die gewelddadige conflicten op lange termijn kunnen hebben op de ontwikkeling van een land of regio, en van het gegeven dat moet worden gestreefd naar een multidimensionale zekerheid voor de mens, als basisvoorwaarde voor duurzame vrede en ontwikkeling.
-
16.Bevorderen van eerbiediging van de mensenrechten en gelijkheid van vrouwen en mannen
Gelijkheid van vrouwen en mannen is een grondrecht, een in het EG-Verdrag verankerde waarde van de EU, en een voorwaarde voor het uitbannen van armoede, het bewerkstelligen van groei, werkgelegenheid en sociale cohesie, en het bevorderen van vrede en veiligheid. In de lijn van haar internationale verplichtingen, zoals het Platform voor Actie van Beijing (BPfA) en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, de Europese consensus inzake ontwikkeling, en de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zal de EU het BPfA - vooral het cruciale aspect 'vrouwen en gewapende conflicten' - aan voortgangsbewaking blijven onderwerpen. Zij zal doorgaan met het bekrachtigen en toepassen van de voornaamste mensenrechtenteksten annex facultatieve protocollen van de VN, in casu met name het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) en het bijbehorende facultatieve protocol. De EU zal daarbij ten volle
gebruik maken van haar richtsnoeren inzake de mensenrechten 1 , meer bepaald de richtsnoeren
van 2008 inzake geweld tegen en uitbanning van discriminatie van vrouwen en meisjes. De EU zal haar medewerking blijven verlenen aan het Internationaal Strafhof (ICC), het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR), het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY), het Speciaal Hof voor Sierra Leone (SCSL), en andere soortgelijke instanties.
1 Foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing (2008), doodstraf (2008), kinderen en gewapende conflicten (2008), bevordering en bescherming van de rechten van het kind (2007), het internationaal humanitair recht (IHR) (2005),
mensenrechtenverdedigers (2004), mensenrechtendialogen (2001).
-
17.Bevordering van de naleving van het internationaal humanitair recht Handhaving van het internationaal humanitair recht, conform de "richtsnoeren van de Europese Unie inzake de
bevordering van de naleving van het internationale humanitaire recht" 1 , blijft een
beleidsstreven. Ter uitvoering van resolutie 1820 zal de EU er in het bijzonder voor waken dat het verbod op verkrachting en andere vormen van seksuele geweldpleging wordt gehandhaafd.
Telkens als de EU zelf betrokken is bij een missie of operatie inzake vredeshandhaving of vredesopbouw, zal zij in dit opzicht een nultolerantiebeleid voeren jegens haar troepen, personeel of bevelhebbers, en ervoor zorgen dat duidelijke instructies in die zin gegeven zijn en dat voorzien is in de instrumenten om dat beleid te kunnen effectueren - onder meer een mechanisme voor rapportage aan de bevoegde nationale overheden.
-
18.DriesporenaanpakDe EU zal een driesporenbeleid voeren om gendergelijkheid te verwezenlijken: zij zal vrouwen in conflictgerelateerde situaties en in
langetermijnontwikkelingssamenwerking beschermen, ondersteunen en zelfredzaam maken.
Ten eerste zal de EU in de politieke en de beleidsdialoog met de regering van de partnerlanden, vooral die welke door een gewapend conflict zijn getroffen, of zich in een postconflictuele of kwetsbare situatie bevinden, plaats inruimen voor de vrouwen-, vredes- en veiligheidproblematiek. Ten tweede zal de EU in haar beleid en activiteiten, speciaal in verband met crisisbeheersing en ontwikkelingssamenwerking op lange termijn, ook een gendergelijkheidaanpak volgen. Ten derde zal zij - bijvoorbeeld via het Europees Instrument voor democratie en mensenrechten of het stabiliteitsinstrument - zie operationeel appendix 2) - haar steun verlenen aan specifieke acties om vrouwen te beschermen, te ondersteunen en zelfredzaam te maken. Ook beseft de EU dat, om de positie van de vrouw te verbeteren en gendergelijkheid te bevorderen, meer aandacht moet worden geschonken aan de wijze waarop mannen bij het proces worden betrokken, en aan het positieve effect dat gendergelijkheid heft
2
op henzelf en op het algemeen maatschappelijk welzijn .
1 2005/C 327/04.
2 Conclusies van de Raad over mannen en gendergelijkheid http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/06/st14/st14845.en06.pdf
-
19.Versterking van de eigen plaatselijke, nationale en regionale inbreng, uitvoering van resolutie 1325 en het bewerken van overleg en samenwerking met plaatselijke belanghebbenden Bij het plannen, uitvoeren, bewaken en evalueren van activiteiten is het van essentieel belang dat alle belanghebbenden, namelijk nationale regeringen, plaatselijke overheden, het maatschappelijk
middenveld, niet-statelijke actoren, en internationale en regionale organisaties 1 , nauwer gaan
coördineren en samenwerken. De EU zal meer gaan overleggen en samenwerken met plaatselijke en internationale niet-statelijke actoren die opkomen voor de rechten van de vrouw. Zij zal zich hiervoor, telkens als zij dit nuttig acht, wenden tot themagerichte instanties, zoals gezondheidsorganisaties of vrouwencoöperaties, en zoeken naar andere strategische lijnen naar de vrouwenwereld, bijvoorbeeld religieuze instellingen. De capaciteit van plaatselijke, niet-statelijke actoren zal worden gesteund en uitgebouwd, zodat zij voluit kunnen helpen strijden voor de rechten van de vrouw en voor gendergelijkheid in door conflicten getroffen regio's. Inspanningen van derde landen om nationale actieplannen of andere strategieën inzake resolutie 1325 op te stellen en te volgen, zal de EU trachten te steunen.Grondig contextueel inzichtGelet op de omvang en de complexiteit van de vrouwen-, vredes- en veiligheidsproblematiek, en het feit dat elke situatie verschillend is, zal de EU slechts handelen op basis van een grondig contextueel inzicht in de situatie in het land en/of de betrokken regio. Daartoe zal zij in de voorbereidingsfase een gendergevoelige aanpak bevorderen, waarmee een diepgaand begrip van vraagstukken als vrouwenparticipatie in politiek, cultuur en economie, en seksueel en genderspecifiek geweld kan worden verworven.Bijzondere aandacht voor de rechten van kinderenConform hetgeen zij met betrekking tot de bescherming en bevordering van de rechten van kinderen heeft verklaard, zal de EU haar aandacht concentreren op de kinderen, in het bijzonder meisjes en jongens die het slachtoffer zijn van seksueel geweld.
15671/08 sav/SAV/hd 12 22. Hechtere samenwerking met andere actoren, in het bijzonder de V De actoren uit de EU
zullen samenwerken met de bevoegde internationale organisaties, vooral de VN, maar ook met de OVSE en de AU en andere regionale organisaties die bereid zijn de gendergelijkheid en vrede te bevorderen en voort te bouwen op bestaande initiatieven en ervaring. Het streven is om synergie tot stand te brengen in situaties waar de EU en de VN of andere intergouvernementele organisaties een prominente rol vervullen.
E. SPECIFIEKE MAATREGELEN
Politieke steun voor de VNVR-resoluties 1325 en 1820De EU zal de uitvoering van de resoluties 1325 en 1820 in de hand werken door middel van haar politieke en haar
mensenrechtendialoog met de partnerlanden, meer bepaald die landen welke zich in het
postconflictuele stadium of in een kwetsbare situatie bevinden, en ervoor zorgen dat het
plaatselijke en nationale maatschappelijke middenveld in dat proces wordt meegenomen 1 .
-
24.De EU zal streven naar grotere alertheid en activering bij de besluitvorming, vooral met betrekking tot de voorbereiding van Beijing+15 en de tiende verjaardag van resolutie 1325 in 2010. In dit verband zal zij eind 2009, ter attentie van de 54e zitting van de VN-Commissie inzake de Positie van de Vrouw, een verslag annex Raadsconclusies over de toepassing van het Platform voor Actie van Beijing presenteren. Voorts zal de EU, door politieke
verklaringen in internationale gremia af te leggen, alsook met behulp van de verschillende vrouwennetwerken, zoals het Europese netwerk van vrouwen in de politieke en economische
besluitvorming 2 en het netwerk van vrouwelijke politieke leiders, van Commissielid Ferrero
Waldner, de uitvoering van de resoluties 1325 en 1820 begunstigen.
1 Onstabiliteit verwijst naar zwakke of tekortschietende structuren en situaties waarin het sociaal contract is
verbroken als gevolg van het onvermogen of de onwil van de staat om zijn basistaken uit te voeren en te voldoen aan zijn verplichtingen en verantwoordelijkheid inzake dienstverlening, beheer van hulpbronnen, de rechtsstaat, eerlijke deelname aan de macht, veiligheid van de bevolking en bescherming en bevordering van de rechten en vrijheden van de burger: Zie COM(2007) 643 definitief i, punt
2 Een van de kernmaatregelen uit de routekaart voor de gelijkheid van mannen en vrouwen van de Commissie was de vorming van een Europees netwerk van vrouwen in de politieke en economische besluitvorming. Doel van het netwerk is bij te dragen aan een betere vertegenwoordiging van vrouwen op besluitvormingsposities in politiek
en economie.
-
25.Een vredesproces is voor de EU een kans om in het uiteindelijke akkoord de zelfredzaamheid van vrouwen, gendergelijkheid, gendermainstreaming en eerbiediging van de vrouwenrechten te faciliteren; haar optreden zal erop gericht zijn om deze elementen een prioritaire plaats te
geven bij de daaropvolgende vredesopbouw en in de postconflictuele wederopbouwfase. De EU zal langs diplomatieke en financiële weg de participatie van de vrouwen aan vredesprocessen trachten te steunen. Zij zal ernaar streven om vaker vrouwen als bemiddelaar of hoofdonderhandelaar te laten optreden. Ervan uitgaande dat de vredesbemoeiingen van vrouwen op het plaatselijke en het nationale niveau ook van nut zijn bij conflictoplossing en vredesopbouw, zal de EU hun organisaties aanmoedigen aan vredesprocessen deel te nemen, en vrouwen op alle niveaus bij de formele besluitvorming betrekken.
OpleidingBij de opleiding in EDVB-verband moet, met het oog op missies en operaties, aandacht worden geschonken aan de genderproblematiek en aan VNVR-resolutie 1325. Daarom zal de EU haar inzicht in de vrouwen-, vredes- en veiligheidsproblematiek verder verdiepen, door de opleidingen op de verschillende niveaus te intensiveren en te versterken. De lidstaten zullen ter zake cursussen verstrekken in het jaarlijkse EU-programma voor de opleiding van hun
onderdanen, die ook voor burgers uit andere lidstaten zullen openstaan. De Europese veiligheids- en defensieacademie zal in al haar belangrijke activiteiten de genderdimensie blijven cultiveren. Voorts zal zij overwegen om opleidingsmateriaal te vervaardigen in het kader van het in opbouw zijnde, op internet gebaseerde systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs, en dit aan de hand van bestaand materiaal van de lidstaten, de VN, de OESO en andere potentiële contribuanten.
-
27.De Commissie zal in de hoofdzetel reguliere cursussen over vrouwen, vrede en veiligheid
organiseren, naast de cursussen over genderthematiek die nu al bij de delegaties lopen 1 . Haar
onlinecursus zal een onderdeel over vrouwen, vrede en veiligheid gaan bevatten. In alle cursussen over toepasselijke materies, zoals DDR, SSR en verkiezingswaarneming, zal systematisch een gendercomponent worden ingelast.
1 Deze cursusssen worden op regelmatige basis georganiseerd door de delegaties van de Commissie; zij staan niet
alleen open voor vertegenwoordigers van de lidstaten in de betrokken landen, maar ook voor nationale overheden en de vrouwenbeweging.
Uitwisseling van informatie en optimale praktijkenHet uitwisselen van informatie tussen de verschillende actoren moet worden aangemoedigd, met dien verstande dat dit de
commandostructuur niet mag schaden. Te dien einde zal een taakgroep vrouwen, vrede en veiligheid in Brussel bijeenkomen om de interinstitutionele coördinatie te versterken en een coherente aanpak van de genderproblematiek te bevorderen. Zij zal bestaan uit personeelsleden van de bevoegde diensten van het Raadssecretariaat en de Commissie die zich bezighouden met gendergelijkheid en veiligheid. De groep zal regelmatig moeten vergaderen met de persoonlijk vertegenwoordiger van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor de mensenrechten in het kader van het GBVB, de civiele operationele commandant van het CPCC, en andere bevoegde hoge ambtenaren. De taakgroep dient regelmatig overleg te plegen met het maatschappelijk middenveld.Jaarlijks zal tussen de lidstaten een open uitwisseling over de nationale uitvoering van resolutie 1325 worden georganiseerd, waarop zij elkaar hun beste praktijken zullen meedelen en punten van gemeenschappelijk belang zullen vaststellen, met speciale aandacht voor de ondervonden moeilijkheden en de lessen die zijn geleerd. Die gelegenheid zou tevens kunnen dienen als een platform waarop vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld uit door conflicten getroffen regio's uiteenzetten wat hun prioriteiten zijn en welke voortgang op plaatselijk en op nationaal niveau is gemaakt met de uitvoering van de VNVR-resoluties 1325 en 1820.De vertegenwoordigers van EVDB-missies en -operaties en de delegaties van de EG worden aangespoord om informatie uit te wisselen en overleg te plegen over vrouwen-, vredes- en veiligheidsvraagstukken, onder eerbiediging van de bevelstructuur.
-
31.Een website zal speciaal worden gewijd aan vrouwen, vrede en conflicten, om de informatie toegankelijker te maken. De gendersteunpunten van het EVDB zullen, zonder afbreuk te
doen aan de bevelstructuur van het EVDB, toegang hebben tot het gendersteunpuntennetwerk van de Commissie en worden uitgenodigd voor de vergaderingen en cursussen die in Brussel plaatsvinden.
Actie op nationaal en op regionaal niveauDe EU zal de programmering en uitvoering in verband met financiële instrumenten waarin conflictpreventie, crisisbeheersing of de nasleep van
conflicten een rol spelen, voorzien van een genderdimensie. De EU zal derde landen trachten te steunen bij hun pogingen om nationale actieplannen met betrekking tot VNVR-resolutie 1325 vast te stellen en uit te voeren, met name in het kader van plaatselijk en nationaal overleg met vertegenwoordigers van vrouwenorganisaties en andere middenveldorganisaties. Voor langetermijnoperaties op nationaal niveau zijn de landenstrategiedocumenten (LSD), die in nauwe samenwerking met de regeringen van de partnerlanden worden opgesteld, het kader bij uitstek om de participatie van vrouwen bij conflictpreventie, vredesopbouw en wederopbouw te garanderen, en ervoor te zorgen dat terdege rekening gehouden wordt met hun behoefte aan bescherming en veiligheid. In de LSD's zal worden vermeld wanneer in het kader van het GBVB en van het stabiliteitsinstrument is opgetreden, om aldus een overzicht te bieden van de reacties van de EU ten aanzien van landen die door een gewapend conflict zijn getroffen, of die zich in het postconflictuele stadium dan wel in een kwetsbare situatie bevinden.
-
33.De EU zal ten volle gebruik maken van haar regionale samenwerking als een terrein waarop duidelijk een positief effect voor vrouwen, vrede en veiligheid kan worden bereikt. In dit
verband zal de EU concreet aandacht besteden aan vrouwen, vrede en veiligheid in het kader van de regionale dialogen, en steun trachten te winnen voor de eigen genderplannen van regionale organisaties. Voorts zal zij opkomen voor niet-gouvernementele regionale initiatieven uit het maatschappelijk middenveld en van parlementsleden. In het kader van haar partnerschap met de Afrikaanse Unie en met de regionale en de subregionale Afrikaanse organisaties zal de EU verder ijveren voor uitvoering van de resoluties 1325 en 1820, vooral met betrekking tot het beheer van de vredes- en veiligheidsoperaties en van de capaciteitsopbouw, gefinancierd uit de Afrikaanse Vredesfaciliteit.
-
34.Vrouwen, vrede en veiligheid zullen ook een aandachtspunt zijn in het mandaat van de speciale vertegenwoordigers van de EU; met name zullen acties worden ondernomen om toezicht te houden op de positie van de vrouw, om te rapporteren, en om contacten te
onderhouden met de bevoegde autoriteiten en internationale organisaties, de mensenrechtenactivisten in de regio en het openbaar ministerie bij het Internationaal Strafhof.
Vrouwen, vrede en veiligheid worden een component van sectorale activiteitenVeiligheid: In het kader van de steun voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) zal in het
bijzonder worden gedacht aan vrouwelijke soldaten, en aan vrouwen en meisjes die relaties onderhouden met strijdkrachten. In de DDR-programma's zal ook plaats worden ingeruimd voor mannen en jongens. Ook zal de EU ernaar streven dat DDR gebruikt wordt als middel om deelnemers bewust te maken omtrent seksueel en genderspecifiek geweld; voormalige strijders moeten worden gecontroleerd om te voorkomen dat plegers van dergelijk geweld te vroeg in de maatschappij terechtkomen.
Steun voor hervorming van de veiligheidssector (SSR) zal van die aard zijn dat de hervorming toegesneden is op de specifieke veiligheidsbehoeften van vrouwen en mannen, jongens en meisjes, en dat de rekrutering van vrouwen in de betrokken instituties (bv. de politie) wordt bevorderd. In het bijzonder zal worden gekeken naar de infrastructuur (zoals forensische laboratoria) en het personeel die nodig zijn voor de opvang van slachtoffers van seksueel en genderspecifiek geweld en de desbetreffende recherche. Waar de EU de justitiële sector helpt versterken en hervormen, zal dit inhouden dat de vrouw een grotere rol moet kunnen spelen en meer toegang moet krijgen tot de rechter, ook door toepassing van overgangsjustitiemechanismen. Andere aandachtspunten zullen worden gevormd door capaciteitsopbouw voor strafvervolging wegens misdrijven tegen vrouwen, en door bescherming van getuigen. Waar mogelijk zal worden overwogen overlevenden schadevergoeding toe te kennen of anderszins verhaal te laten uitoefenen. Oorlogsmisdaden tegen vrouwen mogen niet langer straffeloos blijven, en de slachtoffers moeten aanspraak kunnen maken op gerechtigheid en herstel.Goed bestuur en maatschappelijk middenveld: Overgangsperiodes bieden de mogelijkheid om grondwetten en wetten te toetsen en te herzien en nieuwe systemen van bestuur te creëren, en met name justitiële systemen, gewoonterechtelijke zowel als formeel wettelijke, te hervormen. De EU zal het volgende voor ogen houden:
− de bescherming van de rechten van de vrouw overeenkomstig het internationaal recht
moet worden gefaciliteerd: discriminatie in de tekst en de toepassing van alle ter zake dienende wetten moet worden uitgebannen;vrouwen moeten worden gesteund in hun helende en verzoenende rol, door hen te betrekken bij de besluitvorming over de oprichting van waarheids- en verzoeningscommissies of overeenkomstige instanties;
− meer vrouwen moeten gaan deelnemen aan de politieke besluitvorming en deel gaan
uitmaken van overheidsinstanties: vrouwen moeten op alle niveaus worden aangemoedigd om meer gebruik te maken van hun actief en passief kiesrecht;vrouwengroepen en -organisaties op gemeenschapsbasis en andere nietstatelijke actoren die opkomen voor de vrouwenrechten moeten worden gesteund. Deze groepen bieden vrouwen de gelegenheid om zich te informeren en te laten opleiden en om hun burgerrechten en politieke rechten uit te oefenen. Ook spelen ze een rol in de bewaking van het overheidsbeleid, met name wat de begrotingen op nationaal en op plaatselijk niveau betreft.Economische zekerheid: Wanneer de EU optreedt om vrouwen
te beschermen en staat te stellen een actieve rol te spelen in conflictgerelateerde situaties, moet ook rekening worden gehouden met het belang van hun economische zekerheid. Er moeten rechtssystemen worden ontwikkeld die aan vrouwen de mogelijkheid garanderen om grond en goederen te bezitten, vooral in die gevallen waarin door hen geleide huishoudens grond of andere productieve goederen dreigen te verliezen door erfrechtelijke regelingen die op ongelijkheid berusten. Kredietverstrekking en andere vormen van bedrijfsondersteuning die bedoeld zijn om - vooral in agrarische economieën - economisch herstel te bewerken, moeten ten dienste staan van de vrouwelijke producent.Gezondheid: Hier zal in het steunbeleid van de EU het gegeven zijn ingecalculeerd dat vrouwen niet alleen voor hun eigen gezondheid moeten zorgen, maar ook voor die van hun gezinsleden. De EU zal erop toezien dat diensten voor dringende medische hulp en eerstelijnsgezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar zijn, en op langere termijn tot duurzame zorginstellingen kunnen worden getransformeerd. Met name moeten diensten voor moederschapszorg de nodige financiering krijgen, en terdege worden worden uitgerust voor het behandelen van de gevolgen van seksueel geweld (onder meer gecompliceerde etterwonden en soa's). Onderwijs: In het basisonderwijs leren vrouwen voor zichzelf en hun gezin op te komen en actief te zijn in hun gemeenschap en op plaatselijk en nationaal niveau. De EU moet waar mogelijk aansturen op continuïteit van het basisonderwijs tijdens en na conflicten. Voorts moet de opbouw van een sterk, rechtvaardig en duurzaam onderwijsbestel worden ondersteund, dat meisjes en jongens op de lange duur in staat stelt om een volwaardige rol te spelen in de ontwikkeling van hun land. Een meisje moet zijn beschermd tegen seksueel geweld van leraren en mannelijke leerlingen op school, wil de familie bereid zijn om haar dochter tijdens en na een conflict naar school te sturen.
-
40.Humanitaire hulp De EU zal slachtoffers trachten te helpen om risico's te mijden. Enerzijds moet er bij de humanitaire hulpverlening absoluut scherp op worden toegezien dat de
slachtoffers niet, ook niet indirect, in gevaar worden gebracht. Anderzijds moeten de slachtoffers, als bepaalde risico's eenmaal onderkend zijn, worden geholpen om deze te vermijden (vrouwen lopen vaak gevaar wanneer zij een relatief veilige zone, een dorp of een vluchtelingenkamp moeten verlaten om water, voedsel of brandhout te zoeken). Rekening zal worden gehouden met de beste praktijken uit de humanitaire hulpverlening, zoals het ICRC.
Samenwerking met de VN en andere internationale actorenDe EU zal zich nog sterker gaan inzetten voor de vrouwen-, vredes- en veiligheidsproblematiek, door middel van strategische samenwerking met internationale actoren (bv. het VN-secretariaat, de bevoegde VN-
agentschappen - met name UNIFEM - en het ICRC). De EU-VN-stuurgroep crisisbeheersing zal de uitvoering van de VNVR-resoluties 1325 en 1820 regelmatig controleren.Als bijdrage aan de werkzaamheden van de VN-Commissie voor vredesopbouw zal de EU ervoor ijveren dat - bij het ontwikkelen en toepassen van vredesopbouwstrategieën voor de landen die op de agenda van de commissie staan, en in de thematische activiteiten van de commissie - de problematiek van vrouwen, vrede en veiligheid een volwaardige plaats krijgt.Bewaking en
evaluatieOp basis van de vier indicatoren die tijdens het Franse voorzitterschap zijn vastgesteld voor de follow-up van het aandachtsgebied 'vrouwen en gewapende conflicten' uit het
Platform voor Actie van Beijing, zal de taakgroep vrouwen, vrede en veiligheid nieuwe voortgangsindicatoren inzake de bescherming en zelfredzaamheid van vrouwen in conflictuele en postconflictuele omstandigheden bepalen.
-
44.De vrouwen-, vredes- en veiligheidsproblematiek zal systematisch worden verwerkt in de voortgangsverslagen van het voorzitterschap over de preventie van gewelddadige conflicten en over het EVDB, alsook in enkele speciale verslagen over het vervolg op het Platform van Beijing. De genderthematiek zal een plaats krijgen in de toepasselijke evaluaties, zoals de thematische evaluatie van de steun van de Gemeenschap voor conflictpreventie en
vredesopbouw.
-
45.Dit document zal te gelegener tijd aan een kritisch onderzoek worden onderworpen, en dan zullen ook de nodig geachte aanpassingen van de methode worden voorgesteld.
HUIDIGE BELEIDSMAATREGELEN EN PRAKTIJK VAN DE EU TEN AANZIEN VAN VROUWEN, VREDE EN VEILIGHEID
Het opkomen voor de gelijkheid van mannen en vrouwen en voor de rechten van de vrouw behoort reeds lang tot de beleidsintenties van de Europese Unie. Meer bepaald in diverse belangrijke
beleidsdocumenten, zoals de Europese consensus inzake ontwikkeling (2005) 1 , de mededeling van de Commissie met een routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (2006) 2 , het concept van de EU voor steun voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR) (2006) 3 , de
mededeling van de Commissie over gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de
positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking (maart 2007) 4 en de desbetreffende
Raadsconclusies (mei 2007), is het voornemen geformuleerd om vrouwen een grotere rol toe te
bedelen bij vredesopbouw en om meer te doen voor de uitvoering van resolutie 1325 5 Daarnaast is in de Europese consensus over humanitaire hulp 6 bepaald dat de deelname van vrouwen aan
humanitaire hulpverlening behoort te worden gesteund, en dat alle aspecten van de humanitaire bijstand in het teken zouden moeten staan van bescherming tegen seksueel en genderspecifiek geweld. Belangrijke toezeggingen gevolg te geven aan resolutie 1325 zijn tevens vervat in het strategisch partnerschap Afrika-EU en in het eerste actieplan (2008-2010) ter uitvoering daarvan.
1 Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie: "De Europese consensus", doc. 14820/05,
22 november 2005. 2 COM(2006) 92 definitief i.
3 Commissie en Raad, concept van de EU voor steun voor ontwapening, demobilisatie en
reïntegratie (DDR), goedgekeurd door de Europese Commissie op 14 december 2006 en door de Raad van de Europese Unie op 11 december 2006.
4 SEC(2007) 332. 5 9561/07.
6 Gemeenschappelijke verklaring van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Europese Commissie - De Europese consensus over humanitaire hulp.
Met betrekking tot het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) heeft de Raad in september 2005 een operationeel document over de uitvoering van VNVR-resolutie 1325 in het kader van het EVDB goedgekeurd. Het bevat aanbevelingen om in elke fase van de missies en operaties van het EVDB - van de planning tot de rapportage en de evaluatie - plaats in te ruimen voor een genderdimensie. De Raad heeft op basis hiervan een controlelijst opgesteld, die in juli 2006 werd goedgekeurd; bovendien heeft hij in november 2006 conclusies over gendermainstreaming in het EVDB aangenomen. Voorts heeft de Raad in juni een compilatie van de relevante documenten over EVDB-integratie van mensenrechten en gendergelijkheid gepubliceerd, waarin alle documenten met de leidende beginselen voor de planning van missies en operaties van de EU bijeen zijn gebracht, en geïllustreerd wordt hoe deze beginselen in de feitelijke planningdocumenten zijn toegepast.
Het Europees Parlement heeft op 30 november 2000 een resolutie over de rol van vrouwen bij de
vreedzame oplossing van conflicten aangenomen 1 . Daarnaast heeft het in 2006 een rapport
uitgebracht over de situatie van de vrouw in gewapende conflicten en haar rol in de wederopbouw
en het democratische proces in landen die zich in een postconflictsituatie bevinden 2 .
1 2000/2025(INI).
15671/08 sav/SAV/hd 22 Zoals te lezen staat in de studie die tijdens het Sloveense voorzitterschap door het ECPDM is
uitgevoerd 1 , heeft de EU op tal van manieren met succes de genderdimensie in haar werk
opgenomen. Het financiële instrumentarium omvat het stabiliteitsinstrument (IfS) ter ondersteuning van de vredesinspanningen in de Kivu-provincies in het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC), met als centraal thema het uitstippelen van operationele conflictbeheersings- en vertrouwensbevorderingsstrategieën, waarin het gendervraagstuk een belangrijk element is; het leveren van een deskundigenteam voor de hervorming van de veiligheidssector in de Centraal Afrikaanse Republiek, dat zich speciaal met de genderthematiek zal bezighouden; specifieke technische expertise op gendergebied met het oog op de instelling van de waarheids- en verzoeningscommissies op de Salomonseilanden; het opnemen van een specifieke genderdeskundige in de langlopende verkiezingswaarnemingsmissie van de EU in Jemen. Via het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, en zijn opvolger, het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, is heel wat steun verstrekt voor vredesopbouw door vrouwen overal ter wereld. Het programma van het Europees Ontwikkelingsfonds over capaciteitsopbouw met de Afrikaanse Unie bevat een belangrijk onderdeel over versterking van de rol van de vrouw in vredesprocessen.
Wat de missie en operaties van het EVDB betreft, maakt momenteel van elke civiele en militaire missie en operatie, behalve één (Guinee-Bissau), ten minste één genderadviseur deel uit: van de 18 vredeshandhavingsmissies in 2007 beschikten er 11 over voltijdse genderadviseurs, en 7 over gendersteunpunten. In februari 2007 werd een volledig uit vrouwen bestaand contingent uit India
ingezet in Liberia. 2 Het effect en de meerwaarde van de genderadviseurs zijn tot dusver zeer positief
te noemen, maar toch moet worden erkend dat het aantal vrouwen in het personeelsbestand van de missies relatief gezien laag blijft. Op het nationale niveau hebben verscheidene staten, waaronder zeven lidstaten van de EU, actieplannen inzake VNVR-resolutie 1325 aangenomen of in voorbereiding, dan wel specieke regels uit de resolutie in hun beleid of wetgeving verwerkt.
* * *
1 "Enhancing the EU Response to Women and Armed Conflict – with particular reference to development policy, Study for the Slovenian EU Presidency" ( http://www.peacewomen.org/resources/1325/euresponseWAC.pdf )
15671/08 sav/SAV/hd 23 Lijst van referentiedocumenten
-
1.Uitvoering van de VNVR-resoluties 1325 en 1820 in het kader van het EVDB
(doc. 15782/08) 2. De Europese consensus betreffende humanitaire hulp (2008/C 25/01)
( http://ec.europa.eu/echo/files/media/publications/consensus_nl.pdf ) 3. Richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten (2003/2008) 4. Handbook for EU election observation (2008)
( http://ec.europa.eu/external_relations/human_rights/eu_election_ass_observ/docs/handbook_en.pdf ) 5. Mededeling van de Commissie - Gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de
positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking (COM(2007) 100 definitief i) ( http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/SEC_2007_332_EN_DOCUMENTDETRAVAIL _en.pdf )
-
6.Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende veiligheid en ontwikkeling (doc. 15097/07)
( http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/07/st15/st15097.nl07.pdf ) 7. Het strategisch partnerschap Afrika-EU - Een gemeenschappelijke strategie van Afrika en de EU
(2007) ( http://ec.europa.eu/development/icenter/repository/EAS2007_joint_strategy_en.pdf )
-
8.Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Aanzet tot een antwoord van de EU op onstabiele situaties - Engagement voor duurzame ontwikkeling, stabiliteit en vrede onder moeilijke omstandigheden
(COM(2007) 643 i) ( http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2007:0643:FIN:NL:PDF )
-
9.Conclusies van de Raad betreffende gelijke kansen voor vrouwen en mannen en versterking van de positie van vrouwen binnen de ontwikkelingssamenwerking (doc. 9561/07)
( http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/07/st09/st09561.nl07.pdf ) 10. Ontwerp van een gezamenlijke verklaring over de samenwerking EU-VN inzake crisisbeheersing
(doc. 10310/07) http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/07/st10/st10310.en07.pdf
-
11.Conclusies van de RAZEB over de bevordering van gendergelijkheid en gendermainstreaming bij crisisbeheersing (2006)
( http://www.eu2006.fi/news_and_documents/conclusions/vko46/en_GB/1163413586306/ ) 12. Controlelijst van de EU voor het opnemen in de EVDB-operaties van de bescherming van door
gewapende conflicten getroffen kinderen (2008) ( http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/hr/news144.pdf )
-
13.Concept van de EU (Commissie en Raad gezamenlijk) voor steun voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (DDR)
http://www.eplo.org/documents/EU_Joint_concept_DDR.pdf 14. Conclusies van de Raad over de bevordering van gendergelijkheid en gendermainstreaming bij
crisisbeheersing (13 november 2006) doc. 14884/1/06 Rev1; Mededeling van de Commissie - Een routekaart voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (COM(2006) 92 i ) ( http://ec.europa.eu/employment_social/gender_equality/gender_mainstreaming/roadmap_en.html )
-
15.Verklaring betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie, "de Europese consensus" inzake ontwikkeling (doc. 14820/2005) ( http://ec.europa.eu/development/policies/consensus_en.cfm )
-
16.Operationeel document van de Raad over de uitvoering van VNVR-resolutie 1325 in het kader van het EVDB (doc. 11932/2/2005 REV 2)
-
17.Controlelijst van de EU ter waarborging van de uitvoering van resolutie 1325 van de VN-
Veiligheidsraad in het kader van EVDB-operaties (doc. 12068/05) 18. Richtsnoeren van de EU inzake de bevordering van de naleving van het internationale humanitaire
recht (2005) ( http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/hr/news144.pdf )
-
19.Gezamenlijke verklaring over de samenwerking EU-VN inzake crisisbeheersing (12730/03) http://register.consilium.europa.eu/pdf/en/03/st12/st12764en03.pdf
-
20.Actie-agenda van Accra, derde forum op hoog niveau over de effectiviteit van de hulp (2008) http://siteresources.worldbank.org/ACCRAEXT/Resources/4700790-1217425866038/AAA-4- SEPTEMBER-FINAL-16h00.pdf
___________________ Bijlage I
EC relevant instruments and recent indicative examples of support to actions in the area of
women, peace and security
-
1.Development Cooperation Instrument (including thematic programmes and notably
Investing in People)
SCOPE OF ACTION
In accordance with the European Consensus on Development, the Development Cooperation
Instrument (DCI) adopts gender equality as an objective on its own and as a key operating principle to be mainstreamed throughout all its components:
The DCI provides for funding both on a thematic and geographical basis. Gender equality as an objective and as a cross-cutting issue is therefore of relevance to all the DCI components, namely:
-
-Geographic assistance to Latin America, Asia, Central Asia, East of Jordan, South Africa 1 ;
-
-support to sugar production restructuring in ACP Countries; - the five complementary Thematic Programmes on human and social development, environment, non-state actors in development, food security, migration and asylum.
-
Among the five thematic programmes financed by the DCI, Investing in People is meant to implement the EC human and social development policy, by supporting five core themes:
• Good health for all (including reproductive health and rights); • Education, knowledge and skills; • Gender equality; • Children and youth; • Culture, employment and social cohesion.
The Strategy Paper for the Investing in People Programme defines the priority objectives and actions for each of the core themes during the period 2007 – 2010.
In addition, the Food Security thematic programme identifies women head-of-household among priority target groups. Environment notes that women are particularly affected by environmental degradation.. The thematic programme Migration that women and children are more often likely to find themselves in situations of mistreatment or exploitation. The programme Non-state Actors calls for a holistic approach to advance gender equality.
GOOD PRACTICES
EC-UN Partnership on Gender Equality for Development, Peace and Security. This programme (€ 4,7 million) has started in April 2007 with United Nations Development Fund for Women (UNIFEM) as main implementing partner (in cooperation with ITC/ILO seeking to ensure that the commitments on gender equality are reflected in national development strategies and EC support programmes in partner countries. A special emphasis is given to gender budgeting and to the implementation of UNSCR 1325. The project has 12 focus countries: Cameroun, DRC, Ethiopia, Ghana, Guatemala, Indonesia, Kyrgyzstan, Nicaragua, Nepal, Papua New Guinea,
Ukraine and Suriname.
The Commission supports the International Colloquium on Women’s Empowerment,
Leadership Development, International Peace and Security, which will be co-convened by
President Ellen Johnson-Sirleaf of Liberia and President Tarja Halonen of Finland, which is taking place in Monrovia, Liberia, on March 7-8, 2009. The Colloquium seeks to further the realisation of the aims of UN Security Council Resolution 1325 on women, peace and security to ensure that women are protected from the worst abuses in times of conflict and to empower them to play their rightful and vital role in helping their countries prevent, end and recover from conflict. It will bring together an international group of women leaders to identify the successes and failures of measures adopted for 1325; to serve as a resource base and catalyst for activity worldwide; and to develop and support meaningful strategies and activities for increasing global security.
Under the recent call for proposals related to the programme Non-State Actors for Sierra Leone, there is specific reference to support and improvement of the maternal health conditions of pregnant women and the support to women's physical integrity by addressing health conditions related to female genital mutilation.
-----
-
2.European Instrument for Democracy and Human Rights
SCOPE OF ACTION
The European Instrument for Democracy and Human Rights has been established to contribute to the development of democracy and respect for human rights and the rule of law worldwide. In line with the EU Consensus on development and the recognition of gender equality as a fundamental human right, the instrument recognizes the linkage between its main objectives and the promotion, protection enforcement of women’s rights and gender equality. Article 2 (Scope of the Regulation) states that Community assistance shall relate to:
§ “promoting the equal participation of men and women in social, economic and political life, and supporting equality of opportunity, and the participation and political representation of women;
§ The promotion and protection of gender equality, the rights of the child, rights of indigenous peoples, rights of persons with disabilities, and principles such as empowerment, participation, non-discrimination of vulnerable groups and accountability shall be taken into account whenever relevant by all assistance measures referred to in this Regulation.
§ the rights of women as proclaimed in the Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women and its Optional Protocols, including measures to combat female genital mutilation, forced marriages, crimes of honour, trafficking, and any other form of violence against women.”
The EIDHR Thematic Strategy gives the operational guidelines for the years 2007-2013. All projects funded under the Instrument will need to show how gender equality issues are taken into account in the design, implementation and monitoring of their activities. The promotion and protection of women’s human rights are explicitly listed as important areas for action under Objective 2, “strengthening the role of civil society in promoting human rights and democratic reform, in supporting the peaceful conciliation of group interests and in consolidating political participation and representation” as well as potentially under Objective 3, “Supporting actions on human rights and democracy issues in areas covered by EU Guidelines, including on human rights dialogues, on human rights defenders, on the death penalty, on torture, and on children and armed conflict”.
GOOD PRACTICES
Country-based support schemes - (previously called micro projects). Many of the local call for proposals launched by the Delegations mention activities on women's rights and more specifically on violence against women.
For instance, a recent local call for proposal in Burundi (2008) includes the support to the fight against violence against women as a component of the contribution to the strengthening of the peace process and growth in Burundi, in the context of the fight against poverty, sustainable development and gender equality.
The Commission published a call for proposal for regional and multi-country projects under the
Objective 2, including among its objectives the implementation of UNSCR 1325.
-----
-
3.Instrument for Stability
SCOPE OF ACTION
The Instrument for Stability (IfS) complements (article 2) Community external assistance with stabilising measures in crisis situations and capacity building measures to enable third countries to meet global and trans-border threats and respond effectively to crisis. Article 3.2 on assistance in response to situations of crisis or emerging crisis highlights the importance to undertake actions to promote gender equality and women’s participation in democratic decision-making, to meet women’s specific needs in crisis situations, and take concrete steps to prevent and combat genderbased violence. Measures include:
§ “support for the development of democratic, pluralistic state institutions, including measures to enhance the role of women in such institutions,”
§ “support for civilian measures realet to the demobilization and reintegration of former combatants into civil society, and where appropriate their repatriation, as well as measures to address the situation of child soldiers and female combatants,”
§ “support for measures to ensure that the specific needs of women and children in crisis and conflict situations, including their exposure to gender-based violence, are adequately met;”
§ “support for the rehabilitation and reintegration of the victims of armed conflict, including measures to address the specific needs of women and children;”
“support for measures to support the development and organisation of civil society and its
§
participation in the political process, including measures to enhance the role of women in
such processes and measures to promote independent, pluralist and professional media.”
GOOD PRACTICES
(i) Within the context of the broader EC ‘Initiative for Peacebuilding’ programme, the
Commission’s appointed implementing partner is undertaking research, advocacy and training on a thematic basis, with gender being one of the focus areas.
(ii) Democratic Republic of Congo under the EC's Instrument for Stability (IfS), a newly launched action in support of ongoing peace efforts in the strife torn eastern Kivu provinces of the Democratic Republic of Congo (DRC) incorporates the organisation of workshops and seminars for different groups of stakeholders in the peace processes. A main focus for the workshops will be on building operational strategies for conflict transformation and confidence-building. The workshops will inter alia examine social exclusion, gender analysis & policy frameworks as these relate to gender - all as part of an inclusive process to establish a better and shared ‘understanding of the conflict’ in eastern DRC. Workshops and seminars will also include a focus on issues surrounding gender and peacebuilding in the context of developing strategies for conflict transformation.
(iii) Security Sector Reform in the Central African Republic (CAR): The project will provide a team of 8 experts to support the Government of CAR at a strategic level in the process of reforms of the security system. ToR includes gender aspect.
(iv) Programme for promotion of dialogue and democracy in Zimbabwe in the context of the 2008 elections. One project aims to stimulate the general public to engage with women’s rights and women’s participation in politics and decision making. Other components of the programme have women and women’s organisations as specific target groups, such as the strengthening of local authorities’ capacity for service delivery.
(vi) Support to the establishment of the Truth and Reconciliation Commission in the Solomon
Islands. The overall objective of this project is to help the Solomon Islands with the implementation of a Truth and Reconciliation Commission (TRC) as a way of achieving justice for past human rights violations and contributing to national unity and sustainable peace in the country. Specific technical expertise on gender is foreseen during the implementation of the project.
-----
-
4.European Neighbourhood and Partnership Instrument
SCOPE OF ACTION
The European Neighbourhood and Partnership Instrument (ENPI) covers Community assistance to the following countries: Algeria, Armenia, Azerbaijan, Belarus, Egypt, Georgia, Israel, Jordan, Lebanon, Libya, Moldova, Morocco, Palestinian Authority, Russia, Syria, Tunisia and Ukraine.
Article 2 on the scope of the Regulation states that the instrument shall promote measures:
§ “supporting policies to promote social development, social inclusion, gender equality, nondiscrimination, employment and social protection including protection of migrant workers, social dialogues, and respect for trade union rights and core labour standards, including on child labour;”
“supporting policies to promote health, education and training, including not only measures to combat the major communicable diseases and non-communicable diseases and disorders, but also access to services and education for good health, including reproductive and infant health for girls
§ and women;” § “promoting and protecting human rights and fundamental freedoms, including women’s rights and children’s rights;”
In the context of the European Neighbourhood policy, the Euro-Mediterranean Partnership (the
“Barcelona Process”) provides a regional framework for cooperation with Mediterranean countries. The Euro-Mediterannean Partnership poses a particular attention to the need to protect and promote gender equality and the rights of women. The Barcelona Declaration of November 1995 translates global policy commitments on gender equality to the Mediterranean region, by recognising ‘the key role of women in development’ and the need to promote their active participation in economic and social life, and in the creation of employment’.
GOOD PRACTICES
Within the Euro-Mediterranean Partnership, the “Istanbul Conclusions” on strengthening the role of women on society adopted at ministerial level offer a shared framework for action in the region and are an example of how the European Union can mobilise its partnerships and financial instruments to advance gender equality.
-----
-
5.Pre-accession financial assistance
SCOPE OF ACTION
Pre-accession financial assistance is provided to countries which are candidates to join the European Union, currently Turkey, Croatia and the former Yugoslav Republic of Macedonia. Assistance is also given to potential candidate countries, currently Albania, Bosnia and Herzegovina, Kosovo (under UN Security Council Resolution 1244/99), Montenegro and Serbia.
For example, Article 2 of the Instrument for Pre-Accession (IPA) states that support should be given to:
“the promotion and the protection of human rights and fundamental freedoms and enhanced respect for minority rights, the promotion of gender equality and non-discrimination.”
GOOD PRACTICES
Bosnia and Herzegovina
NGO co-financing 2005: “Economic empowerment of particularly vulnerable groups such as female war victims and others” (EC contribution: € 750,000), implemented by Arbeiter-Samariter Bund Deutschland e.V. from 21 December 2006 to 21 December 2008. The project purpose is the empowerment of extremely vulnerable, marginalised groups through poverty reduction support measures in the area of social, human and economic development.
Albania
EIDHR 2004: “ ew approach to gender-specific trauma work with female torture survivors” (grant amount: € 241.211,25), implemented by Shoqata Medica Tirana in Tirana from 16 January 2006 to 16 January 2009. This action aims to increase the well-being of female survivors of torture under the Hoxha regime through the organisation of educational groups. Groups are also used as a method of rehabilitation and prevention especially for the women of the slums Kinostudio and Bathore, suburban areas of Tirana.
-----
-
6.European Development Fund - Cotonou Agreement with Africa, the Caribbean and
Pacific countries (ACP)
SCOPE OF ACTION
The Cotonou Agreement (2000), 1 which governs the cooperation between the EU and the African,
Caribbean and Pacific (ACP) countries, includes a strong commitment to gender equality. It recognises equality between men and women as a central human rights issue and calls for positive actions in favour of women. The Agreement also calls for the strengthening of policies, strategies and programmes that improve, ensure and broaden the equal participation of men and women in all spheres of political, economic and social life, ‘at every level of development cooperation, including macroeconomic policies, strategies, and operations’.
The single most important provision of the Agreement with respect to gender is Article 31, entitled ‘Gender Issues’ (Part 3, Chapter 2, Section 4). The provision reads as follows:
‘Cooperation shall help strengthen policies and programmes that improve, ensure and broaden the equal participation of men and women in all spheres of political, economic, social and cultural life. Cooperation shall help improve the access of women to all resources required for the full exercise of their fundamental rights. More specifically cooperation shall create the appropriate framework to:
-
a.integrate a gender-sensitive approach and concerns at every level of development cooperation including macroeconomic policies, strategies and operations; and
15671/08 KL/pch 37 b. encourage the adoption of specific positive measures in favour of women such as:
-
-participation in national and local politics; - support for women’s organisations; - access to basic social services, especially to education and training, health care and family planning; - access to productive resources, especially to land and credit and to labour market; and - taking specific account of women in emergency aid and rehabilitation programmes.’
GOOD PRACTICES
The REJUSCO (Restoration of Justice In Eastern Congo) initiative aims at contributing to the protection and justice for the hundreds of thousands women victims of human rights violations in the DRC. In particular, the REJUSCO initiative aims to contribute to the strengthening of the judicial capacities in the provinces of the East of the DRC with a view to supporting the catering of the rule of law; combat ordinary criminality and war criminality by setting up the tools guaranteeing an efficient legal system in the provinces of the East of the Congo. For example, it envisages the trainings of those involved in the legal world on the protection of women's rights (at the national and international level), on the questions of discrimination according to the sex and on the specific characters and the difficulties specific to women and to the victim girls of sexual violences and raising awareness activities.
The CONGO Brazzaville-Project of consolidation of reconciliation (PCR) envisages activities such as the training and awareness-raising of the health personnel, psychosocial care to the victims of violences (stigmatisation and social marginalisation), socio-economic support for the victims of violence thrtough income-generating activities, as well as activities of awareness-raising.
In 2006, UNIFEM convened in Zimbabwe a donor roundtable to outline challenges and opportunities for donor engagement in support of gender equality and women's needs. As a result of the meeting, the EC in partnership with other donors agreed to fund a Gender Scoping Fund to profile women's priority needs, identifying key actors and institutions to address them, and provide a road map for strategic and comprehensive support. A basket fund was set up to provide a common financing mechanism to address essential needs and sustain gender equality. UNIFEM was designated the Fund manager. The Fund has received funds (1M€) and support from the EC. Following country-wide consultations, a programme strategy has been developed. Priorities are now being selected from a range of sectors, including reproductive and sexual health and rights, HIV/AIDS, violence against women and girls.
-----
-
7.Africa Peace Facility
SCOPE OF ACTION
The general objective of the APF is to contribute to peace, stability and security in Africa through targeted support to African efforts at the continental and regional level in the area of conflict prevention, management and resolution, and peace building.
Mainstreaming of the relevant guidelines on Human Rights and the role of women and children in armed conflict, as well as the application of UN-SC Res. 1325 (2000) and implementation of UN- SC Res. 1612 (2005) will be undertaken through the APF, for example through:
• support to the training of peacekeepers on human rights, main principles and opportunities
in prevention and reintegration of child combatants and addressing needs of children and
women affected by armed conflicts,
• promoting participation of women among observers and civilian personnel in peace
missions, as well as in the various structures of the APSA,
• promoting gender component in peace operations (e.g. gender advisers)
These provisions are included in the 2008- 2010 Action Programme for the APF under the
10 th EDF
GOOD PRACTICES
Peace and security operations are informed by clauses of protection and all envisage a degree of protection for woment. As an example AMIS operation in Sudan Darfur had HR officers that monitored the daily situation reports issued by the Force for violations involving women, and as far as resources allow, accompany MILOBs on investigations into incidents involving allegations of gender based violence. HR officers also follow up cases by providing medevac facilities, advising women on courses of action, and referring them to the assisting Agencies providing legal and humanitarian support.
AMIS conducts ‘Firewood patrols’ by which the AMIS Protection Force escort women when collecting firewood by patrolling ahead and deterring attackers. AMIS CIVPOL has improved the situation with increased firewood and confidence building patrols and many areas in which AMIS has good access have seen reduced the incidences of rape. Humanitarian agencies have also contributed positively by identifying to AU hotspots where women have been sexually abused when collecting firewood.
Capacity Building: .B. financing comes from EDF-funded programme to support the African Union 55MEUR – managed by the EU Delegation to the AU – and not from APF In 2007 "Building international capacity to mainstream gender"; "Building Partnership and Advocacy"; "Strengthening women's voice in peace process"
Mainstreaming: inclusion of specific commitments to protect women's rights in future engagements for the tri-annual AP for the APF 2008-2010
-----
-
8.Humanitarian assistance
SCOPE OF ACTION
Article 1 of the The Council Regulation (EC) No 1257/96 i of 20 June 1996 concerning humanitarian aid foresees that the Community's humanitarian aid shall comprise assistance, relief and protection operations on a non-discriminatory basis to help people in third countries, particularly the most vulnerable among them.
The recent EU Consensus on humanitarian Aid designs a specific Gender dimension in
Humanitarian Aid, highlighting the importance of integrating gender considerations into humanitarian aid and recognising that the active participation of women in humanitarian aid is essential, and commits to promoting that involvement.
Moreover, the Consensus foresees that protection strategies against sexual and gender based violence must be incorporated in all aspects of humanitarian assistance. The Consensus Action Plan foresees a review of gender issues and an overview of protection strategies against gender- based violence - including sexual violence- in humanitarian aid. This gender review will be launched in November 2008 and will inform decision-making.
GOOD PRACTICES
DG ECHO sponsored several advocacy tools and training:
• 2005: IASC Guidelines for Gender-based Violence Interventions in Humanitarian Settings. Focusing on Prevention of and Response to Sexual Violence in Emergencies.
• 2005: Integrated Regional Information Networks (IRIN) CD-ROM "Our bodies. Their
battleground". Gender based violence during conflict.
• 2007: Training-course for 30 UN and NGO personnel on the coordination of multi-sectoral
response to gender-based violence in humanitarian settings. As sample projects:
Since 2001 vertically integrated reproductive health components are part of all DG ECHO supported health projects in the Democratic Republic of Congo, comprising:
-
-Free Ante Natal Care (ANC) 3 sessions per pregnancy - Reproductive health awareness sessions in ANC (contraception, STDs and HIV prevention, condoms distribution)
Also in DRC, with reference to areas where there is a high incidence of sexual violence, support of partners with specific capacities and skills for the following activities:
-
-Screening, identification and treatment of victims. Treatments include ARVs (PEP kit) and “morning-after” pills for patients arriving within 72 hours after assault
-
-Referral system (transport included) for corrective surgery of grave cases - Community-based counselling services - Half-way houses for patients in recovery
DG ECHO also supported Community-based Mental Health Support to violence-affected people, especially women, in Jammu and Kashmir.
In Uganda DG ECHO is conducting a project on gender-based violence. Activities include: Health centres' staff have been trained on Clinical Management of Rape Survivors (CMRS). Community Support Volunteers (CSVs) have been trained to provide basic psychosocial support and case management services to GBV survivors as well as on “referral pathway”.
_________________