Vrij verkeer van personen:misbruiken en inhoudelijke problemen - Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende het misbruik en oneigenlijk gebruik van het recht van vrij verkeer van personen - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 26-11-2008 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 16151/1/08 REV 1 |
Van | Presidency |
Aan | Council |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN Brussel, 26 november 2008
DE EUROPESE UNIE PUBLIC (OR. fr)
16151/1/08 REV 1
LIMITE
MI 478 JAI 667
HERZIENE NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad Betreft: Vrij verkeer van personen: misbruiken en inhoudelijke problemen
-
-Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende het misbruik en oneigenlijk
gebruik van het recht van vrij verkeer van personen
In aansluiting op de vergadering van het Comité van permanente vertegenwoordigers van
26 november 2008 legt het voorzitterschap hierbij herziene ontwerp-conclusies van de Raad voor.
16151/1/08 REV 1 ass/PAU/rl 1 Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende het misbruik en oneigenlijk gebruik van het
recht van vrij verkeer van personen
De Raad memoreert het debat dat hij in zijn zitting van 25 september 2008 in het kader van de strijd tegen illegale immigratie heeft gehouden over het gevolg dat moet worden gegeven aan het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Metock (C-127/08), alsook aan de kwestie van het verblijf van onderdanen van derde landen die gehuwd zijn met onderdanen van de Europese Unie.
De Raad herinnert eraan dat het recht van vrij verkeer in de Europese Unie een van de basisbeginselen is waarop de Unie is gegrondvest, dat ten goede komt aan de Europese burgers, de lidstaten en het concurrentievermogen van de Europese economie. Dit recht is een fundamentele vrijheid van de burgers, maar brengt wanneer het wordt uitgeoefend, ook verantwoordelijkheden met zich mee zoals de naleving van het recht van de staat waar de betrokkenen verblijven of wonen.
De Raad benadrukt tevens hoeveel belang hij hecht aan de ontwikkeling van de Unie als ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Het bestrijden van criminaliteit is daarvan een essentieel onderdeel.
De Raad is van oordeel dat, met inachtneming en in het belang van het recht van vrij verkeer, al het mogelijke moet worden gedaan om oneigenlijk gebruik en misbruik, alsmede handelingen uit criminele overwegingen te voorkomen en te bestrijden door overeenkomstig het toepasselijk recht krachtige en evenredige maatregelen te nemen ten aanzien van personen die de rechtsorde op ernstige wijze hebben geschonden door zich schuldig te maken aan ernstige of herhaalde delicten.
De Raad wijst in dit verband op de toepasselijke bepalingen van Richtlijn 2004/38/EG i van het
Europees Parlement en de Raad 1 , en met name op de bepalingen van hoofdstuk VI betreffende de
beperkingen van het inreisrecht en het verblijfsrecht van onderdanen van de Gemeenschap en hun familieleden om redenen van openbare orde of openbare veiligheid, en de bepalingen van artikel 35 betreffende rechtsmisbruik en fraude, zoals schijnhuwelijken en het voorleggen van valse documenten.
De Raad is verheugd over het voornemen van de Commissie om uiterlijk medio december een evaluatieverslag betreffende de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG i voor te leggen, alsook over de werkzaamheden die zij in nauw overleg met de vertegenwoordigers van de lidstaten in het kader van een deskundigengroep organiseert met de bedoeling de moeilijkheden bij de uitvoering van de richtlijn en de beproefde methoden op nationaal niveau in kaart te brengen.
De Raad hecht groot belang aan een volledige en correcte toepassing van de bepalingen van
Richtlijn 2004/38/EG i teneinde elke vorm van oneigenlijk gebruik en misbruik beter te voorkomen en te bestrijden, een en ander met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, en verzoekt de Commissie om begin 2009 richtsnoeren voor de interpretatie van deze richtlijn bekend te maken en zich te beraden op andere passende en noodzakelijke voorstellen en maatregelen.
De Raad zal deze aangelegenheid na de indiening van het verslag diepgaander bespreken in het licht van de andere parallel lopende werkzaamheden.
____________
1 Richtlijn 2004/38/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende
het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 i en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG i, 68/360/EEG, 72/194/EEG i, 73/148/EEG, 75/34/EEG i, 75/35/EEG, 90/364/EEG i, 90/365/EEG en 93/96/EEG i.