Tabaksaccijnzen - Hoofdinhoud
Contents
Documentdatum | 05-11-2009 |
---|---|
Publicatiedatum | 22-01-2013 |
Kenmerk | 15408/09 |
Van | COREPER |
Aan | ECOFIN Council |
Externe link | originele PDF |
Originele document in PDF |
RAAD VAN PUBLIC Brussel, 5 november 2009 (06.11)
DE EUROPESE UNIE (OR. en)
15408/09
Interinstitutioneel dossier:
2008/0150 (CNS) i LIMITE
FISC 143
NOTA van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad ECOFIN Betreft: Tabaksaccijnzen
-
1.In de zitting van de Raad Ecofin van 5 mei 2009 konden de lidstaten in het kader van een algeheel compromis - afgezien van een aantal voorbehouden - akkoord gaan met een door het voorzitterschap voorgestelde tekst (doc. 10375/09 en 9082/09). De Raad verzocht het Coreper de ontwerp-richtlijn op basis van de door de ministers geboekte resultaten nader te bestuderen zodat hij in een van zijn komende zittingen een akkoord kan bereiken.
-
2.In het licht van de vergaderingen van het Coreper van 21 oktober en 4 november en van bilaterale contacten legt het voorzitterschap bijgaand compromis aan de Raad Ecofin voor.
_______________
15408/09 gra/ONS/rl 1 BIJLAGE
Richtlijn tabaksaccijnzen (wijzigingen ten opzichte van 10375/09 FISC 76)
I. Sigaretten
• Teneinde de proportionele minimumnorm van 60% van de gewogen gemiddelde
kleinhandelsprijs van tot gebruik uitgeslagen sigaretten en de nominale minimumnorm van EUR 90 per 1000 sigaretten te bereiken, kunnen tot 1 januari 2018 overgangsperioden worden toegepast door Bulgarije, Polen, Litouwen, Estland, Letland, Hongarije, Roemenië en Griekenland (hierna: lidstaten die een overgangsperiode toepassen). Vanaf 1 januari 2014 kan elke lidstaat die aan zowel de proportionele als de nominale minimumnorm voldoet of waarvoor de ontsnappingsclausule geldt, een maximum van ten minste 300 sigaretten opleggen welke vrij van bijkomende accijns op zijn grondgebied mogen worden binnengebracht vanuit een lidstaat die een overgangsperiode toepast, zolang laatstgenoemde lidstaat nog niet aan beide normen voldoet. Een lidstaat die een overgangsperiode toepast en waarvan de accijns een nominaal niveau van EUR 77 per 1000 sigaretten heeft bereikt, kan een maximum van ten minste 300 sigaretten opleggen welke vrij van bijkomende accijns op zijn grondgebied mogen worden binnengebracht vanuit een andere lidstaat die een overgangsperiode toepast zolang laatstgenoemde lidstaat nog geen gelijk nominaal niveau heeft bereikt;
• Ontsnappingsclausule: Vanaf 1 januari 2014 hoeven lidstaten die een accijns van ten minste
115 EUR per 1000 sigaretten heffen, niet aan de 60-procentsnorm te voldoen;
• Specifiek deel: Het specifieke deel van de accijns op sigaretten mag niet lager zijn dan 7,5%
noch hoger dan 77,5% van de totale belastingdruk.
II. Rooktabak van fijne snede
• Per 1 januari 2011 - 40% van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs of ten minste 40 EUR
per kilogram;
• Per 1 januari 2013 - 43% van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs of ten minste 47 EUR
per kilogram;
• Per 1 januari 2015 - 46% van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs of ten minste 54 EUR
per kilogram;
• Per 1 januari 2018 - [… %] van de gewogen gemiddelde kleinhandelsprijs of ten minste 60 EUR
per kilogram.
III. Sigaren en cigarillo's
• Duitsland en Hongarije mogen tot 1 januari 2015 bij wijze van overgangsmaatregel een
afwijking toepassen met betrekking tot de nieuwe definitie.
IV. Corsica
• Frankrijk mag tot en met 31 december 2015 lagere accijnstarieven toepassen op in Corsica tot
verbruik uitgeslagen tabaksproducten.