Eindelijk openheid over belastingbetalingen aan arme landen

Met dank overgenomen van M. (Thijs) Berman i, gepubliceerd op woensdag 12 juni 2013, 16:33.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Thijs Berman

De grote oliemaatschappijen, de mijnbouwbedrijven en de bosbouwbedrijven in de EU zullen binnenkort volledige openheid moeten geven over hun belastingafdrachten wereldwijd. Dat heeft het Europees Parlement vandaag in meerderheid besloten. De nieuwe richtlijn is vooral belangrijk voor de inwoners en overheden van grondstofrijke ontwikkelingslanden. "Een grondstofrijk land zoals de Democratische Republiek Congo hoort helemaal niet afhankelijk te zijn van buitenlandse hulp", zegt Thijs Berman, lid van het Europees Parlement namens de PvdA. "De export van grondstoffen uit Congo, van goud tot coltan en zink, is veel meer waard dan de ontwikkelingshulp."

Op dit moment is niet duidelijk hoeveel belasting Europese bedrijven betalen aan overheden van ontwikkelingslanden. "De nieuwe wetgeving biedt de hoognodige transparantie over de vraag of ontwikkelingslanden een redelijk deel krijgen in de opbrengst van de grondstoffen die uit hun bodem worden gehaald", zegt Berman. "Als we echt willen dat de allerarmste landen zelfredzaam worden, dan zullen we ook naar onszelf moeten kijken en onze bedrijven moeten dwingen om eerlijk belasting te betalen."

Hoewel het initiële voorstel van Eurocommissaris Barnier een welkome stap in de goede richting was, heeft de sociaaldemocratische fractie de wetgeving significant aangescherpt en verbeterd . "Wij hebben ervoor gezorgd dat alle belastingbetalingen boven €100.000,- publiek gemaakt moeten worden", zegt Berman, "Die lage drempel dekt praktisch alle afdrachten."

Ook is een uitzonderingsclausule uit het voorstel gehaald: aanvankelijk konden bedrijven afzien van transparantie over landen waar die openheid bij wet verboden was. Op aandringen van de S&D fractie in het Europees parlement is die clausule geschrapt. Berman: "Ik heb met experts gesproken die duidelijk aantoonden dat er een groot risico bestond dat bedrijven ontwikkelingslanden ertoe zouden aanzetten een verbod op transparantie snel in hun wetten op te nemen. Die clausule is nu geschrapt. Het Europees Parlement heeft de zijde van de ontwikkelingslanden gekozen."