Emancipatie gaat ook over zorg voor gezin

Met dank overgenomen van M.C.G. (Mona) Keijzer i, gepubliceerd op donderdag 13 juni 2013, 17:33.

Opinieartikel in Trouw, donderdag 13 juni 2013.

Als minister Bussemaker vanmiddag debatteert met de Kamer, moet ze eens wat minder hameren op 'autonomie', vinden, Mona Keijzer en Mirjam Maasdam.

Tweede Kamerlid voor het CDA; Statenlid CDA Utrecht en bestuurslid CDAV, organisatie voor het verbeteren van de positie van vrouwen.

Bij het verschijnen van haar emancipatienota vestigde minister Bussemaker alle aandacht op zich. Haar uitspraken, in Trouw, resoneren nog steeds na. Bussemaker vond dat vrouwen meer moeten werken, als een wederdienst aan de overheid die veel in hun opleiding heeft geïnvesteerd. Ze meende bovendien dat een vrouw niet op de zak van haar man mag teren.

Blijvende aandacht voor emancipatie is van wezenlijk belang. In de emancipatienota wordt aangegeven dat emancipatie 'nooit af is' en 'permanent onderhoud' behoeft. Emancipatie gaat over meer dan alleen de toename van arbeidsparticipatie onder vrouwen. Het gaat over gelijkwaardigheid van mensen, over een visie op de samenleving. Tot zover spreekt de minister verstandige woorden in haar nota.

'Autonome keuzes'

Bussemaker vertaalt dat echter naar een oproep aan vrouwen om 'autonome keuzes te maken' over arbeid en zorg. Wat een schrale uitleg. Ze ondermijnt er de keuzevrijheid mee en verwaarloost bovendien het belang van zorgtaken.

De oproep om autonome keuzes te maken neigt naar een wedstrijd 'De jongens tegen de meisjes'. Emancipatie draait echter niet om strijd, maar om gelijkwaardigheid. Dat impliceert een gelijkwaardige onderhandelingspositie aan de keukentafel. De verdeling van werk en zorgtaken moet zo gemaakt worden dat het hele gezin er wel bij vaart. Hoe die verdeling uitvalt, is een vrije keuze en maatwerk tussen partners.

De oproep om keuzes te maken tussen arbeid en zorg, waarbij de minister de nadruk legt op arbeid, draagt niet bij aan een maatschappij waarin naar elkaar omzien weer de norm moet worden. Het kabinet wil zelf dat wij meer voor elkaar gaan zorgen en veel beleid, zoals de herziening van de langdurige zorg, is daarop gestoeld.

Ontwikkeling en arbeidsparticipatie zijn van groot belang, maar een goed draaiend gezin is dat ook. De familie is immers het fundament van de samenleving. Daarin worden de burgers van de toekomst gevormd. Het belang van tijd maken voor zorgtaken is evident.

Het is de taak van de overheid om juist die keuzevrijheid én die belangrijke zorgtaken met beleid te ondersteunen. Daar is meer voor nodig dan alleen het laagdrempelig beschikbaar maken van kinderopvang. Want dan zouden ouders nog steeds alle ballen tegelijk even hoog in de lucht moeten houden.

We kunnen een enorme sprong maken in de emancipatie, door in plaats van alles op alles te zetten om tegen de stroom in te blijven varen, er juist voor te kiezen om met de stroom mee te varen. Dat kan door het hele werkende leven in de context van de levensloop te plaatsen.

Carrièreperspectief

Werk en carrière zouden op de veranderingen in je leven moeten aansluiten. Niet wijzen met het vingertje dus, wanneer vrouwen of mannen een pas opzij doen om tijd te maken voor zorg, maar faciliteren dat het natuurlijk wordt om (deels) in en uit het arbeidsproces te treden. Werkgevers en pensioenfondsen moeten hierop inspelen. Het moet mogelijk worden om de lijn naar de arbeidsmarkt open te houden met behoud van een carrièreperspectief dat past bij de verschillende levensfases. Hierdoor kun je voorkomen dat de carrièrepiek en gezins- of mantelzorgpiek samenvallen.

Wat Nederland nodig heeft, is een minister die emancipatie koppelt aan maatschappelijke verandering. En die zorgtaken, in welke vorm dan ook, waardeert als een volwaardig en waardevol onderdeel van het leven.