Brief commissie; Voorstel om het parlementair behandelvoorbehoud te beëindigen - EU-voorstel: Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening COM (2013) 133 - Hoofdinhoud
Dit voorstel om een parlementair behandelvoorbehoud te beëindigen is onder nr. 5 toegevoegd aan dossier 33601 - EU-voorstel: Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening COM (2013) 133.
Inhoudsopgave
Officiële titel | EU-voorstel: Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening COM (2013) 133; Brief commissie; Brief van de voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud bij het EU-voorstel: Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening COM (2013) 133 |
---|---|
Documentdatum | 17-06-2013 |
Publicatiedatum | 17-06-2013 |
Nummer | KST336015 |
Kenmerk | 33601, nr. 5 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2012–2013
33 601
EU-voorstel: Richtlijn maritieme ruimtelijke ordening COM (2013) 133
Nr. 5
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR EUROPESE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juni 2013
Hierbij meld ik u dat de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft geadviseerd het parlementair behandelvoorbehoud, zoals vastgelegd bij het EU-voorstel voor een richtlijn maritieme ruimtelijke ordening en geïntegreerd kustbeheer, COM (2013) 133 (Kamerstuk 33 601, nr. 4), met de volgende afspraken formeel te beëindigen:
-
1.De minister van Infrastructuur en Milieu informeert de Tweede Kamer:
-
a.ver bewegingen in de Raad en onderliggende overlegfora (Raadswerkgroep, COREPER) die gevolgen hebben voor Nederland en de Nederlandse inzet op belangrijke onderdelen van het richtlijnvoorstel, zoals de minimumeisen aan maritieme ruimtelijke ordeningsplannen en strategieën voor integraal kustbeheer, de procedurele voorschriften voor het opstellen van deze plannen, de mechanismen voor grensoverschrijdende samenwerking en de gedelegeerde bevoegdheden aan de Europese Commissie;
-
b.bij het innemen van standpunten door de Raad.
-
2.De minister informeert de Tweede Kamer tijdig over bovenstaande zaken, dat wil zeggen voordat de onderhandelingen in de Raad en onderliggende overlegfora in een afrondende of beslissende fase zijn, zodat hierover eventueel nog een debat kan plaatsvinden met de Tweede Kamer.
De vastgestelde afspraken zijn in bijgaande conceptbrief aan de regering vastgelegd1.
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer
Namens de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u dit advies en de bijgaande conceptbrief ter besluitvorming aan de Tweede Kamer voor te leggen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Knops