Ouders aansprakelijk voor gedragingen van hun oudere kinderen?

Met dank overgenomen van M.M. (Margreet) de Boer i, gepubliceerd op dinsdag 24 september 2013.

Vandaag vond het plenaire debat plaats over een initietiefvoorstel van het CDA om de aansprakelijkheid van ouders voor hun kinderen van 14 tot 18 uit te breiden. De fractie van GroenLinks staat zeer kritisch tegenover dit voorstel, zowel op juridische gronden als in verband met de ongewenste effecten van het voorstel.

Ieder draagt zijn eigen schade.

Het lijkt of dit beginsel van ons recht nauwelijks meer geaccepteerd wordt. Net als het feit dat aan leven onlosmakelijk risico's verbonden zijn.

We willen altijd iemand de schuld kunnen geven van onze ellende.

We willen onze schade tot op de laatste cent vergoed zien, en liefst nog iets erbovenop als genoegdoening.

Dit wetsvoorstel pas binnen deze trend, en appelleert bovendien aan het sentiment dat we slachtoffers niet in de kou mogen laten staan en daders harder moeten aanpakken.

Een wetsvoorstel dat beoogt de slachtoffers van onrechtmatig handelen door pubers een verhaalsmogelijkheid te bieden door de ouders van de pubers aansprakelijk te maken klinkt dan ook sympathiek.

We zijn hier echter niet om te beoordelen of een wetsvoorstel sympathiek klinkt, maar of het juridisch steekhoudend is, en rechtvaardig in zijn effecten.

Voorzitter,

Ons huidige stelsel van aansprakelijkheidsrecht en de daaraan verbonden verzekeringspraktijk is naar het oordeel van de GroenLinks fractie een uitgebalanceerd geheel, waarin verschillende beginselen en uitgangspunten zorgvuldig zijn afgewogen.

In de eerste plaats is daar het beginsel dat ieder zijn eigen schade draagt. Op dit beginsel volgt een grote tenzij: tenzij iemand anders aansprakelijk gesteld kan worden voor deze schade. Voor het aansprakelijkheid kunnen stellen van iemand anders geldt een aantal voorwaarden, waaronder die dat de schade het gevolg moet zijn van een handelen of nalaten wat aan die ander verweten kan worden, of waarvan we het rechtvaardig vinden dat die ander er risico voor draagt.

Ten aanzien van minderjarige kinderen is het systeem nu zo dat we zeggen dat de aansprakelijkheid voor toegebrachte schade door kinderen tot 14 jaar niet aan hen zelf verweten kan worden, maar dat we het rechtvaardig vinden dat hun ouders hiervoor risico-aansprakelijk zijn.

Kinderen vanaf 14 jaar zijn zelf aansprakelijk voor hun handelen. Daarnaast bestaat er voor kinderen van 14 en 15 jaar een beperkte aansprakelijkheid voor ouders: zij zijn aansprakelijk, tenzij zij zich kunnen disculperen.

Dit systeem kent een innerlijke logica: daar waar het gedrag aan het kind kan worden verweten, is er minder juridische rechtvaardiging om de ouders aansprakelijk te houden. Risico-aansprakelijkheid bestaat in ons rechtssysteem vooral daar waar geen verantwoordelijkheid bij de schadeveroorzaker gelegd kan worden; of dat nu om een dier, een opstal of een kind gaat. Daar waar wel verantwoordelijkheid bij de veroorzaker gelegd kan worden, bestaat veel minder rechtvaardiging voor het vestigen van een risico-aansprakelijkheid.

Ook vanuit het perspectief van het opvoeden en zelfstandig worden van kinderen vindt mijn fractie het huidige systeem, waarbij de verantwoordelijkheid van jongeren voor hun eigen handelen geleidelijk toeneemt, en die van hun ouders dienovereenkomstig afneemt, met in het midden een zekere overlap, getuigen van een zorgvuldige afweging.

Doen we met het huidige systeem slachtoffers tekort?

Blijven we bij schade die toegebracht wordt door jongeren onevenredig vaak steken in het eerste beginsel 'Ieder draagt zijn eigen schade'?

Dat is maar de vraag.

Zoals gezegd, jongeren zijn vanaf hun veertiende jaar zelf verantwoordelijk voor hun handelen, en aansprakelijk voor de door hen toegebrachte schade. Het slachtoffer heeft dus een mogelijkheid iemand aansprakelijk te stellen en te proberen zijn schade te verhalen.

Waar het om culpoos veroorzaakte schade gaat zal deze doorgaans gedekt worden door de aansprakelijkheidsverzekering die de meeste ouders ten behoeve van hun minderjarige kinderen hebben afgesloten. Daar bestaat vanuit het perspectief van het slachtoffer dus geen probleem.

Blijft over de schade die opzettelijk is veroorzaakt door jongeren die geen verhaal bieden. Daarvan kan het voor het slachtoffer lastig zijn deze te verhalen (hoewel bij veel jongeren niet uitgesloten is dat zij op termijn wel verhaal zullen gaan bieden).

Vervelend voor de gedupeerde, maar de situatie is niet anders dan bij schade die opzettelijk is veroorzaakt door een meerderjarige die geen verhaal biedt. Ook daar kan een slachtoffer zijn eigen schade moeten dragen.

Wanneer we dat onrechtvaardig vinden, moeten we daar wat aan doen, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de reikwijdte van het schadefonds geweldsmisdrijven. Dit fonds keert nu alleen uit wanneer er sprake is van geweld tegen personen; overwogen zou kunnen worden om vanuit het fonds ook opzettelijk toegebrachte schade aan goederen te vergoeden.

Mijn fractie ziet in het feit dat niet alle schade daadwerkelijk verhaald kan worden op de aansprakelijke minderjarigen onvoldoende rechtvaardiging om ouders aan wie geen enkel verwijt gemaakt kan worden risico-aansprakelijk te maken voor de schade die door hun kind wordt veroorzaakt.

Voorzitter,

Hiervoor heb ik betoogd dat de GroenLinks fractie het wetsvoorstel op principiële gronden kritisch staat tegenover dit wetsvoorstel.

Daarnaast hebben we echter nog wel een aantal vragen bij de praktische uitwerking van het wetsvoorstel, en dan met name over verzekeringskwesties.

In zijn Memorie van Antwoord aan deze kamer betoogt de heet Oskam dat het nadelig effect van het wetsvoorstel voor ouders beperkt zal zijn, omdat 95% van hen verzekerd is voor aansprakelijkheid, en de schade door de verzekering gedekt zal worden, nu de opzetclausule niet van toepassing is als het niet om de opzet van de verzekerde gaat.

Dit antwoord doet vermoeden dat het probleem wat op een oplossing vraagt niet zozeer ligt in de vraag wie aansprakelijk is, maar in de uitsluitingsclausules van de verzekeringen.

In de huidige situatie kan schade ten gevolge van opzettelijk handelen van 14-17 jarigen door verzekeraars uitgesloten worden, omdat het om een eigen aansprakelijkheid van een verzekerde gaat. In de situatie van het wetsvoorstel is die uitsluiting met de huidige clausules niet langer mogelijk omdat het om een risico-aansprakelijkheid van de ouders gaat, zo begrijpen wij. Het effect van het wetsvoorstel zal dan zijn dat de door jongeren opzettelijk toegebrachte schade verzekerbaar wordt, waarmee meer benadeelden schadeloos gesteld kunen worden. Wanneer dit het effect is dat nagestreefd wordt, ligt het dan niet meer voor de hand om de regelgeving met betrekking tot de toegelaten uitsluitingsclausules aan te passen, in plaats van de wetgeving omtrent de aansprakelijkheid?

Onlangs hebben wij een brief gehad van het Verbond van Verzekeraars, waarin de positie van de verzekeraars wordt uitgelegd. Anders dan de heer Oskam acht het Verbond van Verzekeraars het niet wenselijk dat de door jongeren opzettelijk toegebrachte schade onder de aansprakelijkheidsverzekering van de ouders gaat vallen; dit zou afbreuk doen aan de preventieve gedragscorrectie, en het volgens de verzekeraar ongewenste effect hebben dat alle verzekerden meebetalen aan de schade. Kan de heer Oskam hierop reageren? En welk standpunt neemt de staatssecretaris hierover in?

Het Verbond van Verzekeraars geeft aan vanuit mededingingsoogpunt geen adviezen aan de verzekeraars te kunnen geven over de uitsluiting van aansprakelijkheid van ouders door opzettelijk handelen van hun kinderen van 14 tot 18, maar tussen de regels valt te lezen dat niet uitgesloten moet worden dat deze uitsluitingsclausules er zullen komen. Leidt dat volgens de indiener en de staatssecretaris tot een gewenste situatie?

De implicaties van een niet verzekerbare aansprakelijkheid kunnen enorm zijn. Het is niet ondenkbaar dat gezinnen ten gevolge van een letselschadeclaim hun huis zullen moeten verkopen. Acht de indiener een dergelijk effect gerechtvaardigd waar het gaat om schade waaraan de ouders (en hun eventuele andere kinderen) part noch deel hebben? En hoe denkt de staatssecretaris hierover?

En wat staat ouders van probleemkinderen, die alles in het werk hebben gesteld hun probleemkinderen in het gareel te krijgen, maar daarin hebben gefaald te doen? Moeten zij maar vragen om uit het ouderlijk gezag ontheven te worden?

Voorzitter, ik sluit af.

Dat ieder zijn eigen schade draagt in die gevallen waarin het niet mogelijk is die schade te verhalen op degene aan wiens handelen de schade te wijten is, is soms moeilijk te verteren.

Maar dat ouders, zonder de mogelijkheid zich hiervoor te verzekeren, volledig aansprakelijk gesteld kunnen worden voor gedragingen van hun oudere kinderen waarop zij geen enkele invloed kunnen uitoefenen is dat wat ons betreft ook.