Wijst investeringsbescherming in TTIP op nog meer transatlantisch wantrouwen? - Hoofdinhoud
Vrijdag rondden Amerikaanse en Europese onderhandelingsteams in Brussel de tweede formele onderhandelingsronde over een transatlantisch handels- en investeringsverdrag (Transatlantic Trade and Investment Partnership, of ‘TTIP’) af. Zonder twijfel vormen de recente NSA onthullingen een schaduw over de gesprekken. Terwijl deze doorgaan blijft het essentieel dat onderhandelaars het publiek en hun gekozen vertegenwoordigers informeren over gemaakte vorderingen en besproken onderwerpen.
Een van de hete hangijzers op de agenda deze week is de bescherming van investeringen onder TTIP en de mogelijke oprichting van een mechanisme voor Investeerder-Staat geschillenbeslechting (Investor to State Dispute Settlement, of ‘ISDS’). Een dergelijk mechanisme kan tevens voorzien in buitengerechtelijke arbitrage en geschillenbeslechting tussen staten en investeerders. Dit kan Europese en Amerikaanse investeerders (of bedrijven) de mogelijkheid geven om Amerikaans of Europees overheidsbeleid aan te vechten voor speciale arbitrage-tribunalen, mits die overheid de regels en standaarden van investeringbescherming heeft geschonden. De achterliggende gedachte van ISDS is de wens van investeerders, bijvoorbeeld uit Europa, om zekerheid te krijgen voor hun investeringen in landen waar de rechtsstaat niet sterk is of de wet niet gelijk wordt toegepast.
In het onderhandelingsmandaat van de Europese Commissie voor de TTIP onderhandelingen zijn ook bepalingen opgenomen over de bescherming van investeringen. Hoewel de achtentwintig EU-lidstaten zelf het mandaat hebben goedgekeurd zijn sommige niet zo gelukkig met de opname van ISDS. Dat geldt vooral voor landen die zelf een groot aantal bilaterale investeringsverdragen (bilateral investment treaties, ‘BITs’) met derde landen hebben afgesloten, waaronder Duitsland en Nederland. Het is zelfs zo dat sinds 1959 EU-lidstaten rond de 1200 BITs hebben afgesloten, ook inclusief mechanismen voor geschillenbeslechting. ISDS is dus niet iets nieuws, er is vooral veel wantrouwen over de leidende rol van de Europese Commissie.
Als we kijken naar de transatlantische relatie, dan zijn de EU en de VS al elkaars grootste investeerders. In 2008 hadden de Verenigde Staten in totaal USD 1.6 triljoen aan directe investeringen uitstaan in de EU, dat is meer dan de helft van de totaal uitstaande investeringen (Foreign Direct Investments, ‘FDI’). In datzelfde jaar was 64% van het totaal aan FDI in de VS afkomstig uit Europa. Ter vergelijking: het totaal aan Europese investeringen in de VS is twaalf keer groter dan Europese investeringen in China, en achtentwintig keer groter dan Europese investeringen in India. Waar transatlantische handel in diensten en goederen erg belangrijk is, is het vooral de stroom van investeringen die economische integratie heeft opgebouwd. De schatting is dat intra-concern handel een derde beslaat van de totale transatlantische handel[1].
In april 2012 hebben de EU en de VS ‘gedeelde beginselen internationale investeringen’ [2]aangenomen. Zowel de Commissie als de Amerikaanse regering stelt zich op het standpunt dat ze de “beginselen kunnen implementeren met behoud van de bevoegdheid om regels aan te nemen en te handhaven in het publieke belang en bij het nastreven van overheidsbeleid”[3]. Het is belangrijk om op te merken dat sinds het Lissabon Verdrag de Commissie exclusief bevoegd is om internationale investeringsverdragen te onderhandelen namens de EU. Volgende week zullen met de China de onderhandelingen worden gestart over het eerste Europese investeringsverdrag[4]. In de EU is instemming van het Europees Parlement vereist voordat een verdrag in werking kan treden. Hetzelfde geldt voor het Amerikaanse Congress. Als Europarlementariër en woordvoerder namens de Liberale fractie volg ik de onderhandelingen op de voet en zal ik de Commissie bewegen om de vragen en bedenkingen die mensen hebben te beantwoorden.
De Commissie is formeel gebonden aan het TTIP onderhandelingsmandaat. Het mandaat geeft duidelijke eisen voor het investeringshoofdstuk in TTIP[5]. Over investeringsbescherming en de oprichting van een buitengerechtelijk arbitrage-tribunaal zegt het mandaat: “Na voorafgaande consultatie met Lidstaten en in overeenstemming met Europese verdragen zal het opnemen van investeringsbescherming en ISDS afhangen van de vraag of er een bevredigende oplossing is gevonden, waarbij ook Europese belangen zoals genoemd in paragraaf 23 wordt voldaan. De kwestie zal ook moeten worden bezien vanuit de uiteindelijke balans van het Akkoord.[6]“.
Dit betekent dat de Commissie geen carte blanche heeft om een ISDS mechanisme te onderhandelen en dat zij primair gehouden is in te zetten op de doelen van investeringsbescherming zoals beschreven in paragraaf 23 van het mandaat. Deze paragraaf maakt het heel duidelijk dat de bescherming de mogelijkheid van de EU tot het aannemen en handhaven van “non-discriminatoire maatregelen noodzakelijk om legitieme sociale, milieu of veiligheidsdoelstellingen na te streven, de stabiliteit van het financiële systeem te garanderen of met betrekking tot de volksgezondheid.[7]”
Vervolgens bepaald het mandaat ook dat mocht TTIP uiteindelijk een ISDS mechanisme omvatten het “state of the art” moet zijn en “transparantie, onafhankelijkheid van arbiters and de voorspelbaarheid van het Akkoord moet garanderen, onder andere door de mogelijkheid van bindende interpretatie van het Akkoord door de Partijen.” Bovendien, het ISDS mechanisme mag alleen zien op investeringen en niet tot markttoegang bepalingen, zoals de toegang van Europese bedrijven tot de Amerikaanse markt voor openbare aanbestedingen.
Als liberaal begrijp ik de achterliggende gedachte bij de spelregels voor investeringen; ze zijn essentieel in onze economieën. Niet handel, maar lange-termijn investeringen in de Europese economie bieden uiteindelijk de beste garantie voor duurzame groei en werkgelegenheid in de EU. Investeringen zijn nodig voor R&D, innovatie en de aanleg van digitale snelwegen. Zonder afbreuk te doen aan het vermogen van overheden en parlementen om wetten en regels aan te nemen is het begrijpelijk dat investeerders hun bedrijfsactiviteiten en winsten willen kunnen analyseren en strategieën moeten kunnen ontwikkelen. Uiteindelijk komt het neer op stabiliteit, voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van de staat. Het is vergelijkbaar met een burger die moet kunnen vertrouwen op de vergunning om zijn huis te renoveren en verbouwen, maar dan in het groot.
Daar komen we dan ook uit bij de kernvraag: zijn de Amerikaanse en Europese overheid zo onbetrouwbaar dat we extra bescherming nodig hebben van investeringen? Bovendien, hebben we echt buitengerechtelijke arbitrage-tribunalen nodig om een onafhankelijke en eerlijke rechtsgang te garanderen? Ik twijfel er niet over of een Amerikaans bedrijf dezelfde rechtsbescherming heeft tegen de Nederlandse overheid door een Nederlandse rechtbank als een Duits of Brits bedrijf. Het opnemen van een ISDS mechanisme in TTIP onthuld een wantrouwen in elkaars rechtssysteem. We moeten ons afvragen of we dit echt nodig hebben in TTIP. Ik ga de Commissie ertoe bewegen antwoord te geven op de vraag waarom ze deze weg is ingeslagen en te reageren op legitieme zorgen en vragen over transparantie en noodzakelijkheid. Wordt vervolgd…
[1] http://www.ecipe.org/media/publication_pdfs/ideas-for-new-transatlantic-initiatives-on-trade.pdf
[2] http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2012/april/tradoc_149331.pdf
[3] Idem.
[4] http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-13-913_en.htm
[5] http://www.marietjeschaake.eu/2013/11/commission-mandate-on-investments-in-ttip/
[6] Idem, paragraaf 22.
[7] Idem, paragraaf 23.