Verordening 2014/234 - Partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze verordening was geldig van 1 januari 2014 tot 31 december 2020.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen

officiële Engelstalige titel

Regulation (EU) No 234/2014 of the European Parliament and of the Council of 11 March 2014 establishing a Partnership Instrument for cooperation with third countries
 
Rechtsinstrument Verordening
Wetgevingsnummer Verordening 2014/234
Origineel voorstel COM(2011)843 NLEN
Celex-nummer i 32014R0234

3.

Key dates

Document 11-03-2014
Bekendmaking in Publicatieblad 15-03-2014; PB L 77 p. 77-84
Inwerkingtreding 01-01-2014; Toepassing zie art 10
16-03-2014; in werking datum publicatie +1 zie art 10
Einde geldigheid 31-12-2020; zie art. 10

4.

Wettekst

15.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/77

 

VERORDENING (EU) Nr. 234/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 maart 2014

tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2, artikel 209, lid 1, en artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie moet ernaar streven betrekkingen te ontwikkelen en partnerschappen aan te gaan met derde landen. Deze verordening vormt een nieuw, complementair instrument dat het externe beleid van de Unie rechtstreeks ondersteunt en de samenwerkingspartnerschappen en beleidsdialogen uitbreidt tot gebieden en thema's die verder reiken dan ontwikkelingssamenwerking. Met de verordening wordt voortgebouwd op de ervaring die in het kader van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad (3) is opgedaan met geïndustrialiseerde landen en landen en gebieden met een hoog inkomen.

 

(2)

De werkingssfeer van de samenwerking krachtens de geografische programma's met ontwikkelingslanden, gebieden en regio's uit hoofde van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking dat is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad (4) is nagenoeg volledig beperkt tot het financieren van maatregelen die zijn ontworpen te voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp (ODA) die zijn vastgesteld door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (DAC-OESO).

 

(3)

Het afgelopen decennium heeft de Unie haar bilaterale betrekkingen met een groot aantal geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog of een middeninkomen in diverse regio's van de wereld stelselmatig uitgebouwd.

 

(4)

De Unie heeft een de hele wereld omspannend financieringsinstrument voor buitenlands beleid nodig dat het mogelijk maakt maatregelen te financieren die wellicht niet als officiële ontwikkelingshulp kunnen worden aangemerkt, maar die van cruciaal belang zijn voor het verdiepen en bestendigen van de betrekkingen met de derde landen in kwestie, met name via beleidsdialogen en de ontwikkeling van partnerschappen. Dit nieuwe instrument, dat zowel qua werkingssfeer als qua doelstellingen innovatief is, moet een gunstig klimaat scheppen voor diepere betrekkingen tussen de Unie en relevante derde landen en moet de kernbelangen van de Unie uitdragen.

 

(5)

Het is in haar eigen belang dat de Unie haar betrekkingen en dialoog verdiept met landen waarmee het aanhalen van de banden van strategisch belang is voor de Unie, in het bijzonder met ontwikkelde en ontwikkelingslanden die een steeds belangrijkere rol spelen in internationale aangelegenheden, onder meer wat betreft het mondiale bestuur, het buitenlands beleid, de internationale economie, in multilaterale fora en organen zoals de G8 en de G20 en bij het aanpakken van uitdagingen van mondiaal belang.

 

(6)

De Unie moet uitgebreide partnerschappen opbouwen met nieuwe spelers op het internationale toneel teneinde een stabiele en inclusieve internationale orde te bevorderen, gemeenschappelijke mondiale collectieve goederen na te streven, de kernbelangen van de Unie uit te dragen en de kennis over de Unie in deze landen te vergroten.

 

(7)

Deze verordening dient een wereldwijde werkingssfeer te hebben, zodat waar dit aangewezen is samenwerkingsmaatregelen kunnen worden ondersteund ter versterking van de betrekkingen met landen...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de samenvatting van wetgeving, de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers, de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie en tot slot een overzicht van relevante raadplegingen.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.