Onzichtbare werkloosheid onder jongeren en flexwerkers

woensdag 25 juni 2014, 14:15

DEN HAAG (PDC i) - Op donderdag 19 juni werd er in het Politiek Café gesproken over werkloze jongeren, flexibele en vaste contracten en mogelijke oplossingen voor armoede en werkloosheid.

Jeugdwerkloosheid

Semih Eski (bestuurslid CNV Jongeren) vertelt dat de jeugdwerkloosheid in Nederland momenteel 16% van de beroepsbevolking bedraagt. ‘Waarschijnlijk ligt het echte percentage nog hoger’, zegt een bezoeker van het Politiek Café, ‘omdat flexwerkers geregistreerd staan als werkzaam, maar eigenlijk weinig inkomen en zekerheid hebben.’ Ervaringsdeskundige Lyza Joeloemsingh vertelt hoe zij een jaar lang tevergeefs netwerkborrels afstruinde en solliciteerde. Door een journalistieke stage weet zij dat haar hart ligt bij het schrijven, maar als ‘creatieveling’ is het voor haar lastig een vast contract te krijgen.

Actief blijven en ervaring opdoen

Eski pleit ervoor dat jongeren ook tijdens hun zoektocht naar werk actief blijven. Een financiële stimulans kan daarbij helpen, zoals de leerwerkcheque van Jane Kuldipsingh (Haagse ambassadrice jeugdwerkloosheid). ‘Hierbij biedt een bedrijf een gemotiveerde jongere gedurende zes maanden een leerwerkstage aan in ruil voor een vergoeding van de gemeente’, legt Kuldipsingh uit. ‘Het bedrijf krijgt zo een goedkope arbeidskracht en de jongere doet waardevolle werkervaring op.’

Nadine van der Wal doet iets soortgelijks met haar initiatief Try Before You Get The Job. Daarmee brengt ze jong talent  in contact brengt met kleine, startende bedrijfjes die evenementen en festivals organiseren. De grote hoeveelheid start-ups geeft volgens Van der Wal aan dat veel jongeren geen andere weg vinden in de huidige arbeidsmarkt. Haar platform geeft jongeren een kans om hun talenten te ontwikkelen en een netwerk op te bouwen. Maar helaas kan zij ze ook geen zekerheid bieden.

Flexibele versus vaste contracten

Jongeren zijn momenteel niet de enige die moeilijk een vast contract krijgen. Gijs van Dijk (werknemersorganisatie FNV) ziet dat de arbeidsmarkt steeds meer verdeeld raakt. ‘Er vallen noodgedwongen ontslagen, vervolgens worden deze mensen weer aangenomen tegen een flexibel contract, waarbij ze niet meer verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid en geen pensioen meer opbouwen. Deze groep zien we niet terug in de officiële werkloosheidscijfers, maar zij hebben het wel moeilijk.’ Van Dijk pleit voor gelijkere rechten voor vaste en flexibele werknemers.

Volgens Ton Schoenmaeckers (van werkgeversorganisatie VNO-NCW) is flexibele arbeid juist een oplossing voor werkloosheid, omdat de markt vraag en aanbod dan zo goed mogelijk op elkaar afstemt. ‘Natuurlijk moet daarbij wel gekeken worden naar de kwaliteiten van het individu. Ik heb een hekel aan de zogenoemde ‘telraameconomie’,  niet iedere werkzoekende is geschikt voor een bepaalde arbeidsplaats.’

Basisinkomen voor iedereen

Rob Vellekoop van de Basis Inkomen Partij in Utrecht heeft een radicaal andere oplossing voor werkloosheid en armoede: een levenslang basisinkomen (drie maal de maximale sociale huur) zonder voorwaarden voor iedereen boven de achttien jaar. 'De komende jaren zal er veertig procent minder werkgelegenheid zijn. We kunnen wel streven naar re-integratie, maar die banen moeten er dan wel zijn. Een basisinkomen garandeert dat de consumptie op peil blijft en houdt daardoor de productie en de huidige werkgelegenheid in tact.' Bovendien hebben mensen volgens Vellekoop zo de mogelijkheid te kijken wat ze écht belangrijk vinden in het leven. 

Het standpunt van Rob Vellekoop brengt veel discussie teweeg bij het publiek. Iemand merkt op dat het begrip ‘werk’ door de komst van een basisinkomen anders zou kunnen worden gedefinieerd. ‘Niet alleen betaald werk is dan werk, ook vrijwilligerswerk zou dan veel interessanter worden.’ Schoenmaeckers geeft aan wel iets te zien in het invoeren van een basisinkomen. ‘Nu ga ik iets zeggen wat ik bij mij op kantoor niet mag zeggen. Ik denk dat er best goede argumenten zijn om een vorm van het basisinkomen in te voeren. Veel niet-werkenden gaan nu niet werken omdat ze er amper op vooruit gaan.’ Simpel gezegd: wellicht zijn mensen gemotiveerder om te werken als ze het geld bovenop hun basisinkomen mogen houden. 

Volgens Van Dijk willen mensen met een uitkering wel degelijk werken, maar is het echte probleem het gebrek aan werk. De overheid zou moeten investeren in het creëren van meer werkgelegenheid. Schoenmaeckers ondersteunt dit: ‘Als de bouw weer gaat draaien zal dit zorgen voor nieuwe banen.’

Vaste of flexibele contracten, financiële prikkels of juist een standaard basisinkomen voor iedereen. De bezoekers van het Politiek Café en de sprekers komen er niet in één avond uit, maar ideeën zijn er duidelijk genoeg.

Bekijk de foto's op Facebook.