Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot oprichting van een agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot intrekking en vervanging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad

1.

Kerngegevens

Document­datum 30-09-2014
Publicatie­datum 16-07-2014
Kenmerk COM(2014)465
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.9.2014 COM(2014) 465 final/2

2014/0217 (COD)

CORRIGENDUM:

This document corrects document COM(2014) 465 final of 16.07.2014.

Concerns all linguistic versions.

A new paragraph 3.1 and a new recital (17) concerning the principles of subsidiarity and

proportionality have been added.

Cross-references in Articles 7(b) and (c), 9(d) and 9(1), 10(2), 13(1), 16(4), 31(1), 36(2)(b)

and (d), 37(1), (2) and (4) and Point 2.3 in the Legislative Financial Statement, have been

corrected.

The text shall read as follows:

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot intrekking en vervanging van Besluit 2005/681/JBZ

van de Raad

TOELICHTING

  • 1. 
    ACHTERGRONDVANHETVOORSTEL

1.1. Politieke achtergrond

De Europese Politieacademie (Cepol) werd in 2005 bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad1 opgericht als een EU-agentschap en is belast met activiteiten met betrekking tot de opleiding van hogere rechtshandhavingsambtenaren. De doelstelling ervan is de samenwerking tussen nationale politiediensten te bevorderen door het organiseren van opleidingen met een Europese politiële dimensie. Cepol organiseert ook gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s over specifieke onderwerpen, verspreidt de resultaten van relevant onderzoek en beste praktijken, coördineert een uitwisselingsprogramma voor hogere politieambtenaren en docenten, en kan met betrekking tot specifieke projecten optreden als partner van de begunstigden van EU-subsidies. De zetel van Cepol werd bij Verordening (EU) nr. 543/2014 van 15 mei 2014 houdende wijziging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad, welke op 29 mei 2014 in werking is getreden, verplaatst van Bramshill (Verenigd Koninkrijk) naar Boedapest (Hongarije).

Op 27 maart 2013 kwam de Commissie met een voorstel voor een verordening waarbij het rechtskader van de Europese Politiedienst (Europol)2 wordt geactualiseerd. Met betrekking tot Cepol en de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren werden met dat voorstel drie doelen nagestreefd. Allereerst werd voorgesteld om Cepol en Europol samen te voegen om zo een synergie tot stand te brengen tussen activiteiten op het gebied van operationele rechtshandhaving en opleidingsactiviteiten en om administratieve besparingen te realiseren die in opleiding zouden worden geïnvesteerd. In de tweede plaats werd getracht het gefuseerde agentschap beter in staat te stellen om de opleiding op het gebied van rechtshandhaving in de EU te ondersteunen door daaraan de bevoegdheden toe te kennen die nodig zijn voor de uitvoering van het Europees opleidingsprogramma voor rechtshandhaving (LETS), dat door de Commissie tegelijk met het voorstel voor een nieuwe Europolverordening bekend werd gemaakt3. In de derde plaats werd ernaar gestreefd de regels inzake het bestuur van Europol af te stemmen op de Gemeenschappelijke Aanpak voor gedecentraliseerde EU-agentschappen, die het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in juli 2012 hebben bekrachtigd.

Het Europees Parlement en de Raad stemden niet in met de voorgestelde fusie van Cepol en Europol. In plaats daarvan werd op 6 mei 2014 (op voorstel van de lidstaten uit hoofde van artikel 76 VWEU en op basis van artikel 87, lid 2, onder b), VWEU) een verordening vastgesteld waarbij Boedapest (Hongarije) de plaats van vestiging werd van de zetel van Cepol als onafhankelijk agentschap4. Vanwege de bezwaren tegen de voorgestelde fusie werden andere delen van het Europol-voorstel, die betrekking hadden op opleiding, door het Europees Parlement en de Raad niet in detail besproken.

In de verordening waarbij Cepol naar Boedapest (Hongarije) wordt verplaatst, wordt de Commissie uitgenodigd om een verslag in te dienen over de doeltreffendheid van het besluit, zo nodig samen met een wetgevingsvoorstel inzake het agentschap. Dit voorstel voor een verordening is een reactie op die uitnodiging. Het geeft ook gehoor aan de oproep in het

PB L 256 van 1 oktober 2005.

COM(2013) 173/2 final.

COM(2013) 172 final.

Die verordening wijzigt artikel 4 van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad, waarbij Bramshill (Verenigd

2

3

4

programma van Stockholm5 om de opleiding op het gebied van Uniegerelateerde vraagstukken uit te breiden en systematisch toegankelijk te maken voor alle relevante beroepsbeoefenaren op het gebied van rechtshandhaving en aan het verzoek van het Europees Parlement om een Europees beleid voor de scholing van rechtshandhavingsambtenaren zodat er iets wordt gedaan aan de steeds complexere en internationalere aard van zware criminaliteit6. Het is in overeenstemming met de prioriteiten van de interneveiligheidsstrategie in actie7 en met de Gemeenschappelijke Aanpak voor de gedecentraliseerde EU-agentschappen. De noodzaak de scholing op EU-niveau van rechtshandhavingsambtenaren te ontwikkelen ter ondersteuning van praktische samenwerking en ter volledige uitvoering van LETS werd in de mededeling van de Commissie "Naar een open en veilig Europa"8 ook aangemerkt als een van de voornaamste prioriteiten voor de toekomst.

Dit voorstel voor een verordening is – met uitzondering van de kwestie van de fusie van Cepol met Europol, waarover de medewetgevers naderhand een beslissing hebben genomen – gebaseerd op de voorbereidende werkzaamheden die de Commissie in 2011 en 2012 heeft uitgevoerd met betrekking tot de modernisering van de rechtsgrondslag van Cepol. Het biedt daarom een rechtskader voor een nieuwe Europese Politieacademie met ruimere doelstellingen en een moderner bestuur, dat Cepol zoals dat bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad is ingesteld, opheft en vervangt.

1.2. Algemene doelstelling

Het voorbije decennium is de zware en georganiseerde criminaliteit in de EU toegenomen en zijn de misdaadpatronen diverser geworden9. Uit de EU-dreigingsevaluatie van de zware en georganiseerde criminaliteit die Europol in 2013 heeft uitgevoerd (SOCTA 2013), is gebleken dat zware en georganiseerde criminaliteit in toenemende mate een dynamisch en complex fenomeen vormt, en een aanzienlijke bedreiging blijft voor de veiligheid en voorspoed van de EU.10 Grensoverschrijdende criminaliteit kan alleen worden tegengegaan door grensoverschrijdende samenwerking tussen politie, douane, grenswachters en andere autoriteiten. Deze samenwerking kan alleen effectief zijn wanneer deze functionarissen naar behoren worden opgeleid en er voldoende wederzijds vertrouwen is. Op grond daarvan moeten de strategische en operationele doelen van de strijd tegen georganiseerde en zware grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme worden ondersteund door een coherente, erkende en kwalitatief hoogwaardige scholing op gespecialiseerde gebieden waaraan centraal prioriteit is gegeven, voor bij grensoverschrijdende samenwerking betrokken EU-rechthandhavingsambtenaren.

De algemene doelstelling van dit voorstel voor een verordening bestaat dus in de verbetering van de veiligheid binnen de EU door de uitvoering, door Cepol, van een nieuwe benadering van scholing voor EU-rechtshandhavingsambtenaren die in overeenstemming is met de zich ontwikkelende prioriteiten op het gebied van de operationele samenwerking inzake rechtshandhaving.

Het programma van Stockholm - Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de

burger, PB C 115 van 4.5.2010, blz. 1.

Verslag van de Bijzondere Commissie georganiseerde misdaad, corruptie en witwassen van 22 februari

2013 en de resolutie van het Europees Parlement van 2 april 2014 over de tussentijdse evaluatie van het

programma van Stockholm.

COM(2010) 673 definitief.

COM(2014) 154 final.

Europol (2011). EU-dreigingsevaluatie van de georganiseerde criminaliteit.

5

6

7

8

9

10

De nieuwe benadering van scholing – of de leermethode – is uiteengezet in het Europees opleidingsprogramma voor rechtshandhaving (LETS), waarmee wordt beoogd om rechtshandhavingsambtenaren van alle niveaus (van politiefunctionarissen tot grenswachters en douanebeambten, alsook, waar nodig, andere overheidsfunctionarissen, zoals officieren van justitie) uit te rusten met de kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om grensoverschrijdende criminaliteit effectief te voorkomen en te bestrijden door middel van efficiënte samenwerking met hun collega's in andere lidstaten, EU-agentschappen, derde landen en internationale organisaties.

Teneinde deze algemene doelstelling te verwezenlijken, belast dit voorstel voor een verordening Cepol met twee primaire taken: 1) het bieden van relevante scholing en uitwisselingen op EU-niveau en 2) de coördinatie van de uitvoering van het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving (LETS) door de uitvoering van beoordelingen van strategische opleidingsbehoeften en het zorgen voor een gemeenschappelijk kwaliteitskader voor studie op het gebied van rechtshandhaving.

  • 2. 
    RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE

PARTIJENENEFFECTBEOORDELINGEN

In 2010 en 2011 vonden dialogen plaats over de voorbereiding van de hervorming van Europol, Cepol en de EU-opleiding inzake rechtshandhaving. Aan dit overleg namen de Commissie, vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie, de raad van bestuur van Europol en het leidinggevend orgaan van Cepol, en vertegenwoordigers van de nationale parlementen deel.

2.1 Externe studies

In de periode 2010-2011 vond overeenkomstig artikel 21 van het Cepol-besluit een externe vijfjaarlijkse evaluatie van Cepol plaats11. Het eindrapport werd op 31 januari 2011 bij de raad van bestuur van Cepol ingediend12. In een onafhankelijke externe studie, waartoe ter ondersteuning van de voorbereiding van de effectbeoordeling opdracht was gegeven, werden het functioneren van Cepol en de op Cepol toepasselijke wetgeving beoordeeld in het licht van de doelstellingen van het programma van Stockholm en de gevolgen van eventuele toekomstige maatregelen geëvalueerd. Er werd een brede reeks belanghebbenden geraadpleegd, met name vertegenwoordigers van Cepol, nationale belanghebbenden, personen voor wie de activiteiten van Cepol van nut zijn en deskundigen op het gebied van politiële samenwerking en opleiding. De studie werd op 23 april 2012 bij de Commissie ingediend13.

2.2 Externe raadpleging

Daarnaast betrok de Commissie alle lidstaten bij de beoordeling van de uitvoering van het Cepol-besluit en de herziening daarvan. De toekomstige rol van Cepol kwam ook aan de orde in het kader van verschillende workshops die de Commissie in de tweede helft van 2011 en het eerste deel van 2012 had georganiseerd om ideeën te verzamelen over het Europese opleidingsprogramma. Op 7 februari 2012 organiseerde de Commissie ter raadpleging een workshop met 20 deelnemers, hoofdzakelijk uit UK, FR, DE, ES, DK, BE, SK, PL en van CEPOL. Tijdens deze workshop werden de in de studie vastgestelde problemen alsook

Studie inzake de vijfjaarlijkse evaluatie van de activiteiten van Cepol van 21 januari 2011 Consortium

Blomeyer & Sanz, Centre for Strategy and Evaluation Studies LLP and Evalutility Ltd.

www.cepol.europa.eu

Studie inzake de wijziging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad tot oprichting van Cepol.

11

12

13

aanbevelingen geëvalueerd en alternatieven besproken. Op 3 mei 2012 organiseerde de Commissie een raadgevende conferentie waaraan 60 personen uit alle lidstaten deelnamen.

2.3 Interne raadpleging

DG HOME heeft een interne raadpleging uitgevoerd door een speciale dienstenoverkoepelende groep (ISSG) op te richten, waaraan vertegenwoordigers van SG, SJ, DG HR, BUDG, JUST, IAS, OLAF en EEAS deelnamen. De ISSG kwam op 15 maart, 21 mei en 5 juni 2012 bijeen.

2.4 Effectbeoordeling

Overeenkomstig haar strategie voor betere regelgeving heeft de Commissie twee effectbeoordelingen van beleidsalternatieven met betrekking tot Europol en Cepol uitgevoerd.

De effectbeoordeling inzake Cepol was gebaseerd op twee beleidsdoelstellingen, te weten i) het zorgen voor een kwalitatief betere, meer gezamenlijke en meer consistente opleiding over grensoverschrijdende criminaliteit voor een bredere reeks rechtshandhavingsambtenaren, en ii) het vaststellen van een kader om dit in overeenstemming met de Gemeenschappelijke Aanpak voor gecentraliseerde EU-agentschappen te verwezenlijken. Bij het voorstellen van een Europese opleiding voor rechtshandhaving, ter verwezenlijking waarvan extra middelen nodig zullen zijn, onderzocht de Commissie verschillende opties, waaronder het versterken en stroomlijnen van Cepol als apart agentschap en het geheel of gedeeltelijk samenvoegen van de functies van Cepol en Europol in een nieuw Europol-agentschap.

Overeenkomstig haar vaste werkwijze onderzocht de Commissie samen met een dienstenoverkoepelende stuurgroep welk effect elke beleidsoptie had op de veiligheid, de kosten (met inbegrip van de begroting van de EU-instellingen) en de fundamentele rechten.

De analyse van het algehele effect leidde, in het kader van het voorstel voor de Europolverordening, tot de conclusie dat de optie van samenvoeging van Cepol met Europol de voorkeur verdiende. Het Europees Parlement en de Raad stemden echter niet in met de voorgestelde samenvoeging, noch met de alternatieve optie waarbij de twee agentschappen op dezelfde locatie in Den Haag (Nederland) zouden worden ondergebracht14 en besloten Cepol als een onafhankelijk agentschap naar Boedapest te verplaatsen.

Dit voorstel voor een verordening handhaaft dienovereenkomstig Cepol als een onafhankelijk agentschap, met zetel in Boedapest. Iedere andere optie zou op dit moment extra kosten met zich brengen en onzekerheid veroorzaken over de toekomst van het agentschap en het personeel daarvan, wat het vermogen van het agentschap om zijn doelstellingen te verwezenlijken, nadelig zou beïnvloeden.

  • 3. 
    JURIDISCHEELEMENTENVANHETVOORSTEL

Artikel 87, lid 2, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is de rechtsgrondslag van dit voorstel.

3.1 Subsidiariteit en evenredigheid

In geval van het scenario waarbij voor één gezamenlijke locatie werd gekozen, zou Cepol haar juridische autonomie, bestuurlijke bevoegdheden, begroting, taken en mandaat hebben behouden, maar

14

Er is geen verplichting op grond van het Verdrag van Lissabon om de rechtsgrondslag en taken van CEPOL te wijzigen. De versterking van de rechtsgrondslag van CEPOL wordt echter ondersteund door verschillende belangrijke EU-beleidsdocumenten, zoals het Programma van Stockholm. Het Parlement en de Raad hebben een Europees opleidingsbeleid aanbevolen teneinde rechtshandhavingsambtenaren in staat te stellen om op basis van wederzijds vertrouwen adequaat te reageren op het toenemend internationale karakter van zware en georganiseerde misdaad.

Het vigerende besluit stelt CEPOL niet in staat om effectief en consistent in overeenstemming met de evoluerende opleidingsbehoeften van de EU te presteren. De EU moet haar zeer verschillende politiediensten vertrouwd maken met de instrumenten en middelen die zijn ontwikkeld om de politiële samenwerking en de uitwisseling van informatie te bevorderen. Deze doelstelling kan, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, beter op het niveau van de Unie worden bereikt.

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

3.2       Doel en inhoud van het wetgevingsvoorstel

Dit voorstel heeft tot doel:

Cepol het juiste juridische mandaat te geven en de noodzakelijke middelen te verschaffen om de opleiding te realiseren als bedoeld in de in maart 2013 gepubliceerde mededeling van de Commissie over LETS; de bestuurswijze van Cepol te verbeteren, door deze efficiënter trachten te maken en in overeenstemming te brengen met de beginselen van de Gemeenschappelijke Aanpak voor de gedecentraliseerde agentschappen van de EU.

3.3       Uitvoering van een Europese aanpak voor opleiding

De mededeling van de Commissie over LETS moet ertoe leiden dat de EU gemeenschappelijke veiligheidsproblemen doeltreffender aanpakt, de politiediensten in heel de EU op een hoger plan worden gebracht en de ontwikkeling wordt gestimuleerd van een gemeenschappelijke rechtshandhavingscultuur als middel ter bevordering van het wederzijds vertrouwen en de onderlinge samenwerking. Zij heeft ten doel leemten in de bestaande opleidingen voor rechtshandhavers inzake grensoverschrijdende aangelegenheden vast te stellen en aan te pakken door het opleidingsaanbod van Europese en nationale kenniscentra te ondersteunen en, waar nodig, de tenuitvoerlegging ervan te coördineren15. Om de opleidingsplannen als bedoeld in de mededeling te verwezenlijken, wordt met dit voorstel beoogd om Cepol het juiste juridische mandaat en de noodzakelijke middelen te geven.

De reikwijdte van het mandaat van Cepol is zodanig verruimd dat het agentschap opleidingsactiviteiten kan ondersteunen, ontwikkelen, verwezenlijken en coördineren ten behoeve van rechtshandhavingsambtenaren van alle niveaus (dus niet alleen hogere politiefunctionarissen zoals het geval is in het kader van het vigerende Cepol-besluit) alsook douanebeambten en functionarissen van andere relevante diensten die zich met grensoverschrijdende aangelegenheden bezighouden.

De mededeling van de Commissie over LETS is gebaseerd op een door Cepol uitgevoerde inventarisatie van de opleidingsbehoeften en -resultaten en op raadplegingen van deskundigen uit de lidstaten en JBZ-agentschappen tijdens vier bijeenkomsten van deskundigen en drie conferenties

15

Met het voorstel wordt beoogd het agentschap gebaseerd te laten blijven op het netwerk van opleidingsinstituten van de lidstaten voor rechtshandhavingsambtenaren en het in contact te laten staan met één enkele nationale eenheid binnen elke lidstaat.

De doelstellingen van Cepol worden geactualiseerd en verduidelijkt, zodat het agentschap: het bewustzijn en de kennis inzake internationale instrumenten en de instrumenten, agentschappen en organen van de Europese Unie kan bevorderen; de ontwikkeling van regionale of bilaterale samenwerking tussen de lidstaten kan stimuleren; aandacht kan besteden aan specifieke thema’s op het gebied van criminaliteit of politiediensten waarvoor opleidingen op EU-niveau een toegevoegde waarde ten opzichte van het nationale niveau kunnen hebben; en passende opleiding kan bieden ter voorbereiding op de deelname aan civiele missies in derde landen.

De taken van Cepol worden in deze verordening vastgesteld op grond van een beoordeling van de strategische behoefte aan opleiding voor de aanpak van de EU-prioriteiten op het gebied van binnenlandse veiligheid en de externe aspecten daarvan, in overeenstemming met de relevante beleidscycli en door de invoering van een officieel erkend certificatiesysteem.

3.4 Beter bestuur

Het voorstel verbetert het bestuur van Cepol door procedures te stroomlijnen, met name met betrekking tot de raad van bestuur en de uitvoerend directeur, en door Cepol in overeenstemming te brengen met de beginselen van de Gemeenschappelijke Aanpak voor gedecentraliseerde EU-agentschappen, ermee rekening houdend dat Cepol, als een centrum van EU-opleidingsactiviteiten, gebaseerd moet blijven op het netwerk van opleidingsinstituten van de lidstaten en contact moet onderhouden met één enkele nationale eenheid binnen elke lidstaat.

De Commissie en de lidstaten zijn in de raad van bestuur van Cepol vertegenwoordigd. In overeenstemming met het mandaat van het agentschap worden de leden van de raad van bestuur benoemd op grond van hun kennis inzake de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren, waarbij ook wordt gekeken naar de relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. De raad van bestuur wordt geadviseerd door een wetenschappelijk comité inzake technische opleidingsvraagstukken (wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten).

Aan de raad van bestuur worden de nodige bevoegdheden verleend, in het bijzonder om de begroting vast te stellen, de uitvoering daarvan te verifiëren, de passende financiële voorschriften en planningsdocumenten vast te stellen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door de uitvoerend directeur van Cepol vast te stellen, het jaarlijkse activiteitenverslag vast te stellen en de uitvoerend directeur te benoemen.

Om te garanderen dat de dagelijkse werkzaamheden van Cepol efficiënt verlopen, is de uitvoerend directeur ook de wettelijke vertegenwoordiger en bestuurder van het agentschap. De uitvoerend directeur is volledig onafhankelijk in de uitvoering van zijn taken en zorgt ervoor dat Cepol de in deze verordening beschreven taken uitvoert. De uitvoerend directeur is met name verantwoordelijk voor het opstellen van de begrotings- en planningsdocumenten die ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd en voor het uitvoeren van de jaarlijkse en meerjarige werkprogramma’s van Cepol en andere planningsdocumenten.

  • 4. 
    GEVOLGENVOORDEBEGROTING

Zoals in het als bijlage bij deze verordening gevoegde financieel memorandum is vermeld, zal de vaststelling van deze verordening geen extra financiële gevolgen hebben. De in het financieel memorandum opgenomen cijfers omvatten het totale bedrag dat voor Cepol voor de periode 2016-2020 is geraamd (mededeling COM(2013) 519), met inbegrip van de financieringsbehoeften ten belope van de 3 710 miljoen euro die nodig zijn voor de uitvoering van het mandaat betreffende het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving.

Daarnaast zullen er 4 extra voltijdsequivalenten nodig zijn om de nieuwe taken met betrekking tot de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren uit te voeren, dat wil zeggen om de activiteiten die nodig zijn om het Europese opleidingsprogramma voor rechtshandhaving gestalte te geven. De specifieke taken van de extra personeelsleden zullen bestaan in de coördinatie van de vier onderdelen van het programma en het ervoor zorgen dat aan de opleidingsactiviteiten een regelmatige analyse van de opleidingsbehoeften ten grondslag ligt en dat de uitvoering van deze activiteiten van hoge kwaliteit is. Daarnaast zal overeenkomstig het advies van de Europese ombudsman één persoon voltijds worden aangeworven voor de functie van juridisch adviseur. Rekening houdend met de extra posten waarin mededeling COM(2013) 519 al voorziet, zal in 2016 en in 2017 telkens maar één extra voltijdsequivalent worden aangeworven en de extra post die in genoemde mededeling is voorzien voor 2018 moet al in 2017 worden bezet. Om de inkrimping van 5 % te realiseren, zullen deze wijzigingen ten opzichte van de mededeling een nauwkeurige compensatie vergen, zodat deze wijzigingen afhangen van de middelen die in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedures voor agentschappen beschikbaar zijn, wat betekent dat de personeelskosten voor de periode 2016-2020 naar schatting 1 305 miljoen euro bedragen.

Naar schatting 6 092 miljoen euro aan personeelskosten (excl. schoolgeld) zal over de periode 2016-2020 worden bespaard als gevolg van de verplaatsing van Bramshill naar Boedapest en het verschil in de correctiecoëfficiënt tussen het Verenigd Koninkrijk en Hongarije. Schoolgeld voor kinderen van Cepol-personeelsleden zal over dezelfde periode een extra kostenpost ten belope van 1 868 miljoen euro vormen.

Over dezelfde periode zal naar schatting 0,658 miljoen EUR worden bespaard als gevolg van de lagere kosten in verband met gebouwen, uitrusting en de raad van bestuur.

De verplaatsing van ongeveer 40 personeelsleden van de huidige locatie van Cepol in Bramshill (Verenigd Koninkrijk) naar de nieuwe locatie in Boedapest (Hongarije) zal hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van dit voorstel voor een verordening.

Voor Cepol als een onafhankelijk, in Boedapest gevestigd agentschap bedragen de gevolgen van het wetgevingsvoorstel voor de begroting voor de periode 2016-2020 derhalve in totaal 45 383 miljoen EUR.

2014/0217 (COD) Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot intrekking en vervanging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 87, lid 2, onder b),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Europese Politieacademie werd bij Besluit 2005/681/JBZ van de Raad16 opgericht als een orgaan van de Unie voor de opleiding van hogere politieambtenaren van de lidstaten en ter bevordering van de samenwerking tussen nationale politiediensten door het organiseren en coördineren van opleidingsactiviteiten met een Europese politiële dimensie.

(2)       Het "Programma van Stockholm - Een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger" heeft als doel het oprichten van een werkelijke Europese rechtshandhavingscultuur door het opzetten van Europese opleidingsprogramma’s en uitwisselingsprogramma’s voor een ieder die beroepsmatig betrokken is bij de rechtshandhaving op nationaal en Europees niveau.

(3)       Het Europees opleidingsprogramma voor rechtshandhaving (LETS)17 is een antwoord op de oproep van de Europese Raad in het programma van Stockholm om de opleiding op het gebied van Uniegerelateerde vraagstukken uit te breiden en die systematisch toegankelijk maken voor alle relevante beroepsbeoefenaren op het gebied van rechtshandhaving en op het verzoek van het Europees Parlement om een sterker EU-kader voor justitiële en politieopleiding.

(4)       In dat verband is de ontwikkeling van opleiding op EU-niveau voor rechtshandhavingsambtenaren ter ondersteuning van praktische samenwerking en ter volledige uitvoering van LETS een van de voornaamste prioriteiten voor de komende jaren.

(5)       De vereenvoudiging en verbetering van het functioneren van Cepol, in het licht van LETS, biedt meer mogelijkheden om via Cepol opleidingsactiviteiten voor de bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten van de lidstaten te ondersteunen, ontwikkelen, verzorgen en coördineren, onverminderd de nationale initiatieven van de lidstaten op het gebied van de opleiding van rechtshandhavingspersoneel.

Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) en tot intrekking van Besluit 2000/820/JBZ (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63). COM(2013) 172 final.

16

17

(6)       Om te garanderen dat de opleiding voor rechtshandhavingspersoneel op het niveau van de EU van hoge kwaliteit en coherent en consistent is, dient Cepol ernaar te streven deze overeenkomstig de beginselen van het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving te structureren. Opleiding op het niveau van de EU dient beschikbaar te zijn voor rechtshandhavingsambtenaren van alle rangen. Cepol dient ervoor te zorgen dat opleidingen worden beoordeeld en dat de conclusies van beoordelingen van opleidingsbehoeften worden opgenomen in de planning, teneinde de effectiviteit van toekomstige maatregelen te verbeteren. Cepol dient de erkenning in lidstaten te bevorderen van opleidingen die op het niveau van de Unie worden gegeven.

(7)       Om te voorkomen dat de door de bestaande EU-agentschappen en andere relevante organen uitgevoerde opleidingsactiviteiten voor het bevoegde rechtshandhavingspersoneel elkaar overlappen, dient Cepol de strategische behoefte aan opleiding te beoordelen en de kwesties aan te pakken die voor de Unie prioriteit hebben op het gebied van binnenlandse veiligheid en de externe aspecten daarvan, in overeenstemming met de relevante beleidscycli.

(8)       Om haar doelen te bereiken, dient Cepol, als een centrum van EU-opleidingsactiviteiten, samenwerking voor te zetten en aan te moedigen met het netwerk van opleidingsinstellingen van de lidstaten. Voorts dient het binnen elke lidstaat door een "nationale eenheid" te worden ondersteund. De activiteiten van de nationale eenheden dienen op het niveau van de Unie door Cepol te worden gecoördineerd.

(9)       De Commissie en de lidstaten dienen in de raad van bestuur van Cepol vertegenwoordigd te zijn zodat er doeltreffend toezicht kan worden gehouden op de uitoefening van zijn taken. De raad van bestuur dient te bestaan uit leden die worden benoemd op grond van hun ervaring met het besturen van organisaties uit de publieke of private sector en hun kennis van het nationale beleid inzake opleidingen voor rechtshandhavingsambtenaren. Aan de raad van bestuur dienen de bevoegdheden te worden verleend die noodzakelijk zijn om de begroting vast te stellen, de uitvoering daarvan te verifiëren, passende financiële voorschriften en de strategie van Cepol vast te stellen, transparante werkprocedures voor de besluitvorming door Cepol vast te stellen, de directeur te benoemen, prestatie-indicatoren vast te stellen en om, in overeenstemming met het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, de bevoegdheden als tot aanstelling bevoegd gezag uit te oefenen.

(10)     Om te garanderen dat de dagelijkse werkzaamheden van Cepol efficiënt verlopen, dient de uitvoerend directeur te fungeren als Cepols wettelijk vertegenwoordiger en bestuurder, die volledig onafhankelijk handelt bij de uitvoering van zijn plichten en erop toeziet dat Cepol de taken uitvoert waarin deze verordening voorziet. In het bijzonder dient de uitvoerend directeur verantwoordelijk te zijn voor het opstellen van de begrotings- en planningsdocumenten die ter goedkeuring aan de raad van bestuur worden voorgelegd, en voor het uitvoeren van de jaarlijkse en meerjarige programmering en de jaarlijkse werkprogramma’s van Cepol.

(11)     Om de wetenschappelijke kwaliteit van de werkzaamheden van Cepol te garanderen, dient een wetenschappelijk comité te worden opgericht als onafhankelijk adviesorgaan, dat is samengesteld uit onafhankelijke personen met een grote academische en professionele deskundigheid op de gebieden waarop deze verordening betrekking heeft.

(12)     Cepol dient ervoor te zorgen dat in haar opleiding de relevante ontwikkelingen op het gebied van onderzoek worden geïntegreerd en de totstandkoming aan te moedigen van sterkere partnerschappen tussen universiteiten en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in de lidstaten.

(13)     Teneinde de volledige zelfstandigheid en onafhankelijkheid van Cepol te garanderen, dient het agentschap een eigen begroting te krijgen, waarbij de inkomsten hoofdzakelijk worden gevormd door een bijdrage uit de begroting van de Europese Unie. Op de bijdrage van de Unie en andere subsidies die ten laste komen van de algemene begroting van de Europese Unie moet de EU-begrotingsprocedure van toepassing zijn. De controle van de rekeningen dient te worden uitgevoerd door de Europese Rekenkamer.

(14)     Ten behoeve van de uitoefening van haar taken dient Cepol ook de mogelijkheid te hebben om opleidings- en onderzoeksinstellingen van de lidstaten subsidies te verlenen voor het organiseren van de cursussen, seminars en conferenties van Cepol. Aan de lidstaten toegekende subsidies dienen voorts bij te dragen tot de bevordering van de samenwerking van de opleidingsinstellingen van de lidstaten binnen het netwerk en tot de bevordering van de wederzijdse erkenning van rechtshandhaving.

(15)     Ten behoeve van de vervulling van haar taken en voor zover dat voor de uitvoering daarvan noodzakelijk is, dient Cepol in het kader van de overeenkomstig deze verordening gemaakte werkafspraken of in het kader van de met nationale opleidingsinstellingen van derde landen op basis van artikel 8 van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad gemaakte werkafspraken, te kunnen samenwerken met andere agentschappen van de Europese Unie en relevante organen, de bevoegde autoriteiten van derde landen en de internationale organisaties die bevoegd zijn ten aanzien van zaken waarop deze verordening betrekking heeft.

(16)     Verordening (EU) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad18 dient op Cepol van toepassing te zijn.

(17)     Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de oprichting van een entiteit die op het niveau van de Unie verantwoordelijk is voor de opleiding op het gebied van rechtshandhaving, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(18)     Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd, met name het recht op de bescherming van persoonsgegevens en het recht op eerbiediging van het privéleven zoals gewaarborgd door de artikelen 8 en 7 van het Handvest, alsook door artikel 16 van het Verdrag.

(19)     [Overeenkomstig artikel 3 van Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, hebben deze lidstaten laten weten te willen deelnemen aan de vaststelling en toepassing van deze verordening] OF [Onverminderd artikel 4 van Protocol (nr. 21) betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, nemen deze lidstaten niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaten.]

18           Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van

het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(20) Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in Denemarken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUKI DOELSTELLINGEN ENTAKENVANHETAGENTSCHAP

Artikel 1

Oprichting van het agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van

rechtshandhaving

  • 1. 
    Er wordt een agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) opgericht teneinde een samenhangend Europees beleid inzake opleiding op het gebied van rechtshandhaving te bevorderen.
  • 2. 
    Cepol zoals opgericht bij deze verordening, zal Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ vervangen en opvolgen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(a)     “rechtshandhavingsambtenaren”: functionarissen van de politie, de douane en andere relevante diensten, waaronder organen van de Unie, die verantwoordelijk zijn voor de preventie en bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn, terrorisme en vormen van criminaliteit die een schending inhouden van een gemeenschappelijk belang dat tot het beleid van de Unie behoort, alsook voor crisisbeheersing en internationaal politieoptreden bij belangrijke evenementen;

(b)     “organen van de Unie”: instellingen, entiteiten, lichamen, missies, bureaus en agentschappen opgericht bij of op grond van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

(c)     “internationale organisaties”: internationale organisaties en de daaronder ressorterende internationaal-publiekrechtelijke organen of andere organen die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen alsook Interpol.

Artikel 3

Doelstellingen

  • 1. 
    Cepol ondersteunt, ontwikkelt en coördineert de opleiding voor rechtshandhavingsambtenaren in overeenstemming met het opleidingsprogramma voor rechtshandhaving, met name op het gebied van de bestrijding van zware criminaliteit waarbij twee of meer lidstaten betrokken zijn en van terrorisme, het beheer van evenementen met een groot risico voor de openbare orde en sportevenementen, planning en aansturing van EU-missies, alsook leiderschap en taalvaardigheden op het terrein van rechtshandhaving, met als doel:

(a)     de bekendheid en kennis te vergroten van:

(i) internationale instrumenten en instrumenten van de Unie op het gebied van de samenwerking bij rechtshandhaving;

(ii) organen van de Unie, met name Europol, Eurojust en Frontex, hun werking en hun rol;

(iii) de gerechtelijke aspecten van de samenwerking bij rechtshandhaving en de praktische aspecten van de toegang tot informatiekanalen;

(b)     de ontwikkeling te stimuleren van regionale en bilaterale samenwerking tussen de lidstaten en tussen de lidstaten, EU-organen en derde landen;

(c)     aandacht te besteden aan specifieke thema’s op het gebied van criminaliteit of politiediensten waarvoor opleidingen op het niveau van de Unie een toegevoegde waarde kunnen hebben;

(d)     specifieke gemeenschappelijke opleidingsprogramma’s te ontwerpen om rechtshandhavingsambtenaren voor te bereiden op hun deelname aan missies van de Unie;

(e)     lidstaten en EU-organen te ondersteunen bij hun activiteiten voor de capaciteitsopbouw op het gebied van rechtshandhaving in derde landen;

(f)      docenten op te leiden en deze te helpen goede leerpraktijken te verbeteren en uit te wisselen.

  • 2. 
    Cepol ontwikkelt leermiddelen en -methoden, werkt deze regelmatig bij en past deze toe op basis van het idee van permanente educatie om de vaardigheden van rechtshandhavingsambtenaren te versterken. Cepol evalueert de resultaten van deze activiteiten met als doel de kwaliteit, samenhang en doeltreffendheid van toekomstige activiteiten te verbeteren.
  • 3. 
    Cepol organiseert het netwerk van opleidingsinstellingen van de lidstaten voor rechtshandhavingsambtenaren en staat binnen elke lidstaat in contact met één enkele, binnen het netwerk functionerende nationale eenheid en met alle andere bevoegde autoriteiten in de lidstaten tot wier taken de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren behoort.
  • 4. 
    De in lid 1 bedoelde opleidingsactiviteiten worden door Cepol uitgevoerd in samenwerking met het netwerk van opleidingsinstellingen van de lidstaten in overeenstemming met de op Cepol toepasselijke financiële voorschriften.

Artikel 4

Taken

  • 1. 
    Cepol stelt meerjarige analyses van strategische opleidingsbehoeften en meerjarige studieprogramma’s op.
  • 2. 
    Cepol ontwikkelt en verzorgt opleidingsactiviteiten en leerproducten, waaronder:

(a)        cursussen, seminars, conferenties, online- en e-learningactiviteiten;

(b)        gemeenschappelijke leerprogramma’s om het bewustzijn te bevorderen, kennistekorten weg te nemen en/of een gemeenschappelijke benadering te bevorderen ten aanzien van grensoverschrijdende criminele verschijnselen;

(c)        opleidingsmodules die aansluiten bij de oplopende moeilijkheidsgraad van de door de betrokken doelgroep benodigde vaardigheden en die zijn toegespitst op een bepaalde geografische regio, een specifieke categorie van criminele activiteiten of een specifieke reeks beroepsmatige vaardigheden;

(d)        uitwisselings- en detacheringsprogramma’s voor rechtshandhavingsambtenaren in het kader van een praktijkgerichte opleidingsaanpak.

  • 3. 
    Ter ondersteuning van missies en capaciteitsopbouw in derde landen waarborgt Cepol een samenhangend Europees opleidingsbeleid door:

(a)        de effecten te beoordelen van de bestaande beleidsmaatregelen en -initiatieven inzake opleiding op het gebied van rechtshandhaving die met de Unie verband houden;

(b)        in samenwerking met de Europese Veiligheids- en defensieacademie opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen om rechtshandhavingsambtenaren uit de lidstaten voor te bereiden op deelname aan EU-missies, onder meer door hen in staat te stellen relevante taalvaardigheden te verwerven;

(c)        opleidingen te ontwikkelen en te verzorgen voor rechtshandhavingsambtenaren van derde landen, met name van landen die kandidaat zijn om tot de Unie toe te treden en de landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid;

(d)        speciale externe bijstandsfondsen van de Unie te beheren om derde landen te helpen bij de capaciteitsopbouw op de relevante beleidsgebieden, in overeenstemming met de door de Unie vastgestelde prioriteiten.

  • 4. 
    Cepol bevordert de wederzijdse erkenning door de lidstaten van opleidingen op het gebied van rechtshandhaving en de bestaande Europese kwaliteitsnormen die daarmee verband houden.
  • 5. 
    Cepol kan op eigen initiatief communicatieactiviteiten ontplooien op terreinen die binnen haar mandaat vallen. De communicatieactiviteiten zijn niet nadelig voor de in lid 1 bedoelde taken en worden uitgevoerd in overeenstemming met de relevante communicatie- en verspreidingsplannen die de raad van bestuur heeft vastgesteld.

Artikel 5

Voor opleiding relevant onderzoek

  • 1. 
    Cepol draagt bij aan de ontwikkeling van onderzoek dat relevant is voor de opleidingsactiviteiten waarop deze verordening betrekking heeft, met name wat betreft de bestrijding van zware criminaliteit en meer in het algemeen wat betreft grensoverschrijdende kwesties op het gebied van criminaliteit.
  • 2. 
    Cepol bevordert en sluit partnerschappen met organen van de Unie en met academische overheids- of particuliere instellingen, en moedigt de totstandkoming aan van hechtere partnerschappen tussen universiteiten en opleidingsinstellingen op het gebied van rechtshandhaving in de lidstaten.

HOOFDSTUK II

SAMENWERKING TUSSENLIDSTATENENCEPOL

Artikel 6

Nationale Cepol-eenheden

  • 1. 
    Door elke lidstaat wordt een nationale eenheid opgericht of aangewezen, die verantwoordelijk is voor de in dit artikel beschreven taken. In elke lidstaat wordt een functionaris benoemd tot hoofd van de nationale eenheid. Het hoofd van de nationale eenheid is het nationale contactpunt van Cepol. Indien mogelijk is het hoofd van de nationale eenheid de vertegenwoordiger van de lidstaat in de raad van bestuur.

2.

De nationale eenheden:

(a)        verstrekken Cepol op eigen initiatief de informatie die Cepol voor de uitoefening van haar taken nodig heeft;

(b)       dragen bij tot doeltreffende communicatie en samenwerking van Cepol met alle relevante opleidingsinstellingen, met inbegrip van de relevante onderzoeksinstellingen in de lidstaten;

(c)        dragen bij aan de werkprogramma's, jaarkalenders en website van Cepol en bevorderen de activiteiten dienaangaande;

(d)       beantwoorden de verzoeken om informatie en advies van Cepol.

  • 3. 
    De hoofden van de nationale eenheden komen op verzoek van de raad van bestuur of de uitvoerend directeur op gezette tijden bij elkaar om Cepol te ondersteunen bij operationele aangelegenheden en met name om:

(a)        voorstellen te bespreken en te ontwikkelen om de operationele doeltreffendheid van Cepol te verbeteren en de betrokkenheid van de lidstaten te bevorderen;

(b)       tijdig de aanwijzing van de juiste deelnemers aan activiteiten op nationaal niveau te organiseren en coördineren;

(c)        de uitvoering van activiteiten en bijeenkomsten binnen hun lidstaat te coördineren;

(d)       steun te bieden bij de opstelling van uitwisselingsprogramma's voor rechtshandhavingsambtenaren.

  • 4. 
    Elke lidstaat regelt de organisatie en de personeelssamenstelling van de nationale eenheid overeenkomstig zijn nationale wetgeving.

HOOFDSTUK III ORGANISATIEVANCEPOL

Artikel 7

Administratieve en bestuurlijke structuur

De administratieve en bestuurlijke structuur van Cepol omvat:

(a)        een raad van bestuur, die de in artikel 9 vastgestelde taken uitoefent;

(b)       een uitvoerend directeur, die de in artikel 14 genoemde verantwoordelijkheden draagt;

(c)        een wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten overeenkomstig artikel 15;

(d)       ieder ander adviesorgaan dat eventueel door de raad van bestuur wordt opgericht overeenkomstig artikel 9, lid 1.

AFDELING 1 RAAD VAN BESTUUR

1.

Artikel 8

Samenstelling

De raad van bestuur bestaat uit één vertegenwoordiger per lidstaat en twee vertegenwoordigers van de Commissie, die allen stemrecht hebben.

  • 2. 
    Ieder lid van de raad van bestuur heeft een plaatsvervanger. De plaatsvervanger vertegenwoordigt het lid indien het afwezig is.
  • 3. 
    De leden van de raad van bestuur en hun plaatsvervangers worden benoemd op grond van hun kennis op het gebied van de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren, met inachtneming van de relevante bestuurlijke, administratieve en budgettaire vaardigheden. Alle partijen in de raad van bestuur trachten het verloop van hun vertegenwoordigers te beperken teneinde de continuïteit van de werkzaamheden van de raad van bestuur te verzekeren. Alle partijen streven naar een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de raad van bestuur.
  • 4. 
    De ambtstermijn van de leden en de plaatsvervangers bedraagt vier jaar. Deze termijn is verlengbaar.

Artikel 9

Taken

1.

De raad van bestuur:

(a)        stelt ieder jaar met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden en in overeenstemming met artikel 10 een programmeringsdocument vast waarin Cepols meerjarige programmering en het jaarlijkse werkprogramma voor het volgende jaar zijn opgenomen;

(b)       stelt met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden de jaarlijkse begroting van Cepol vast en oefent de overige taken betreffende Cepols begroting uit overeenkomstig hoofdstuk IV;

(c)        stelt een geconsolideerd jaarlijks activiteitenverslag over de activiteiten van Cepol vast en zendt dit jaarlijks vóór 1 juli toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag wordt openbaar gemaakt;

(d)       stelt de financiële regeling die op Cepol van toepassing is vast overeenkomstig artikel 20;

  • e) 
    stelt een interne fraudebestrijdingsstrategie vast, die evenredig is aan de frauderisico’s en rekening houdt met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;

(f)        stelt regels vast voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden, alsook met betrekking tot de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten;

(g)       stelt de in artikel 4 genoemde communicatie- en verspreidingsplannen vast en werkt deze regelmatig bij, op basis van een behoeftenanalyse;

(h) stelt zijn reglement van orde vast;

(i) oefent overeenkomstig lid 2 met betrekking tot het personeel van Cepol de bevoegdheden uit die het Statuut toekent aan het tot aanstelling bevoegde gezag, en die de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden toekent aan het tot het sluiten van contracten bevoegde gezag19 (“de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag”);

(i) stelt met inachtneming van het advies van de Commissie voor de programmering van 2016 het meerjarige personeelsbeleidsplan vast20;

(j) stelt de toepasselijke uitvoeringsregels ter uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden vast overeenkomstig artikel 110 van het Statuut;

(k) zorgt, indien relevant, voor een interne-auditcapaciteit;

(l) benoemt de uitvoerend directeur en, indien relevant, verlengt zijn ambtstermijn of ontheft hem uit zijn functie overeenkomstig artikel 22;

(m) benoemt een rekenplichtige overeenkomstig het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, die volledig onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn taken;

(n) benoemt de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten;

(o) zorgt voor een passende follow-up van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF);

(p) neemt alle beslissingen, rekening houdend met zowel zakelijke als financiële vereisten, inzake de vaststelling van Cepols interne structuren en, waar nodig, de wijziging daarvan;

(q) stelt, waar nodig, andere interne regels vast.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

Zoals bepaald in de herziene financiële kaderregeling (gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie) maakt in het huidige meerjarige personeelsbeleidsplan opgenomen informatie deel uit van het in artikel 9, lid 1, onder a), bedoelde nieuwe programmeringsdocument. Nieuwe programmeringsregels zijn met ingang van 1 januari 2016 van toepassing; 2017 is het eerste jaar waarop het nieuwe programmeringsdocument van toepassing is. De verplichting het meerjarige personeelsbeleidsplan afzonderlijk goed te keuren, geldt derhalve alleen nog voor de programmering voor 2016.

19

20

  • 2. 
    De raad van bestuur neemt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut een besluit dat is gebaseerd op artikel 2, lid 1, van het Statuut en artikel 6 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, waarin hij de nodige bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag delegeert aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vastlegt voor de opschorting van deze gedelegeerde bevoegdheden. De uitvoerend directeur mag deze bevoegdheden op zijn beurt delegeren.
  • 3. 
    Wanneer uitzonderlijke omstandigheden dat vereisen, kan de raad van bestuur door middel van een besluit de delegatie van de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag aan de uitvoerend directeur en de bevoegdheden die deze laatste op zijn beurt heeft gedelegeerd, tijdelijk opschorten en deze bevoegdheden zelf uitoefenen of delegeren aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid dan de uitvoerend directeur.

Artikel 10

Jaarlijkse en meerjaarlijkse programmering

  • 1. 
    De raad van bestuur stelt elk jaar uiterlijk op 30 november het meerjarige programma en het jaarlijkse werkprogramma vast op basis van een ontwerpvoorstel van de uitvoerend directeur, met inachtneming van het advies van de Commissie en, wat betreft de meerjarige programmering, na raadpleging van het Europees Parlement en de nationale parlementen. De raad van bestuur doet het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de nationale parlementen het programmeringsdocument toekomen.

Het programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.

  • 2. 
    Het meerjarige programma omvat een beschrijving van de algemene strategische programmering, met inbegrip van doelstellingen, beoogde resultaten en prestatie-indicatoren. Het behelst ook de planning van de middelen, met inbegrip van de meerjarige begroting en de personele middelen. In het programma wordt ook de strategie opgenomen voor de betrekkingen met derde landen of internationale organisaties.

De meerjarige programmering wordt uitgevoerd via jaarlijkse werkprogramma’s en wordt, waar nodig, bijgewerkt op basis van de resultaten van de in artikel 31 bedoelde externe en interne beoordelingen. De conclusies van deze beoordelingen komen, waar nodig, ook tot uitdrukking in het jaarlijkse werkprogramma voor het volgende jaar.

  • 3. 
    Het jaarlijkse werkprogramma bevat gedetailleerde doelstellingen en verwachte resultaten, met inbegrip van prestatie-indicatoren. Het bevat ook een beschrijving van de te financieren activiteiten en een indicatie van de financiële en personele middelen die aan iedere activiteit worden toegewezen overeenkomstig de beginselen die gelden voor activiteitsgestuurde begroting en beheer. Het jaarlijkse werkprogramma is consistent met het meerjarige werkprogramma waarvan sprake is in de leden 1 en 2. Het vermeldt duidelijk de taken die zijn toegevoegd, gewijzigd of geschrapt ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. In de jaarlijkse en/of meerjarige programmering wordt de strategie opgenomen voor de betrekkingen met derde landen of internationale organisaties, zoals bedoeld in artikel 3, en de maatregelen in verband met die strategie.
  • 4. 
    De raad van bestuur past het vastgestelde jaarlijkse werkprogramma aan wanneer Cepol een nieuwe taak krijgt toegewezen.

Iedere wezenlijke verandering van het jaarlijkse werkprogramma wordt vastgesteld door middel van dezelfde procedure als die welke voor het oorspronkelijke jaarlijkse werkprogramma geldt. De raad van bestuur kan aan de uitvoerend directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke veranderingen door te voeren in het jaarlijkse werkprogramma.

Artikel 11

voorzitter

  • 1. 
    De raad van bestuur kiest uit zijn stemgerechtigde leden een voorzitter en een vicevoorzitter. De voorzitter en vicevoorzitter worden door de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur gekozen met een tweederdemeerderheid.

De vicevoorzitter vervangt ambtshalve de voorzitter wanneer deze niet in staat is zijn taken te verrichten.

  • 2. 
    De ambtstermijn van de voorzitter en de vicevoorzitter bedraagt vier jaar. Hun ambtstermijn kan eenmaal worden verlengd. Indien tijdens hun ambtstermijn hun lidmaatschap van de raad van bestuur echter eindigt, loopt hun ambtstermijn op dezelfde datum als die van deze eindiging automatisch af.

Artikel 12

Vergaderingen

  • 1. 
    De voorzitter roept de vergaderingen van de raad van bestuur bijeen.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur van Cepol neemt deel aan de beraadslagingen, maar heeft geen stemrecht.
  • 3. 
    De raad van bestuur houdt twee gewone vergaderingen per jaar. Daarnaast komt de raad bijeen op initiatief van de voorzitter, van de Commissie of van ten minste één derde van zijn leden.
  • 4. 
    De raad van bestuur mag eenieder die relevant advies kan uitbrengen over het discussieonderwerp uitnodigen om de vergaderingen bij te wonen als waarnemer.
  • 5. 
    De leden van de raad van bestuur kunnen zich overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde tijdens de vergaderingen laten bijstaan door adviseurs of deskundigen.
  • 6. 
    Cepol stelt de raad van bestuur een secretariaat ter beschikking.

Artikel 13

Stemprocedure

  • 1. 
    Onverminderd artikel 9, lid 1, onder a) en b), en artikel 22, lid 7, neemt de raad van bestuur besluiten met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.
  • 2. 
    Elk stemgerechtigd lid heeft één stem. Bij afwezigheid van een stemgerechtigd lid mag zijn plaatsvervanger diens stemrecht uitoefenen.
  • 3. 
    De voorzitter neemt aan de stemming deel.
  • 4. 
    De uitvoerend directeur neemt niet aan de stemming deel.
  • 5. 
    In het reglement van orde van de raad van bestuur wordt de stemprocedure nader uitgewerkt, met name betreffende de gevallen waarin een lid mag handelen namens een ander lid.

AFDELING 2 UITVOEREND DIRECTEUR

Artikel 14

Verantwoordelijkheden van de uitvoerend directeur

  • 1. 
    De uitvoerend directeur geeft leiding aan Cepol. De uitvoerend directeur legt verantwoording af aan de raad van bestuur.
  • 2. 
    Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie en de raad van bestuur, voert de uitvoerend directeur zijn taken op onafhankelijke wijze uit zonder instructies te vragen aan of te ontvangen van regeringen of andere organen.
  • 3. 
    De uitvoerend directeur brengt desgevraagd verslag uit over de uitoefening van zijn taken aan het Europees Parlement. De Raad kan de uitvoerend directeur verzoeken verslag uit te brengen over de uitoefening van zijn taken.
  • 4. 
    De uitvoerend directeur is de wettelijke vertegenwoordiger van Cepol.
  • 5. 
    De uitvoerend directeur is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de taken die bij deze verordening aan Cepol zijn toegekend. De uitvoerend directeur is in het bijzonder belast met:

(a)        het dagelijkse bestuur van Cepol;

(b)       het doen van voorstellen aan de raad van bestuur met betrekking tot de vaststelling van de interne structuren van Cepol;

(c)        de uitvoering van de besluiten van de raad van bestuur;

(d)       de opstelling van het ontwerpvoorstel voor het jaarlijkse werkprogramma en de meerjarige programmering en de indiening daarvan bij de raad van bestuur na raadpleging van de Commissie;

(e)        de uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma en de meerjarige werkprogrammering en de verslaglegging aan de raad van bestuur over de uitvoering daarvan;

(f)        de opstelling van de toepasselijke ontwerpuitvoeringsregels ten behoeve van de uitvoering van het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden overeenkomstig artikel 110 van het Statuut;

(g)       de opstelling van het ontwerp van het geconsolideerd jaarverslag inzake Cepols activiteiten en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur;

(h) de opstelling van een actieplan voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van onderzoeken van OLAF, en de halfjaarlijkse verslaglegging aan de Commissie en op regelmatige tijdstippen aan de raad van bestuur over de geboekte vooruitgang;

(i) de bescherming van de financiële belangen van de Unie door toepassing van maatregelen ter voorkoming van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten, door middel van effectieve controles en, indien onregelmatigheden worden vastgesteld, door terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen en, waar nodig, het opleggen van doeltreffende, evenredige en afschrikkende administratieve en financiële sancties;

(j) de opstelling van een ontwerp van een interne fraudebestrijdingsstrategie voor Cepol en de presentatie daarvan ter goedkeuring aan de raad van bestuur;

(k) de opstelling van een ontwerp van de financiële regeling die op Cepol van toepassing is;

(l) de opstelling van Cepols ontwerpraming van ontvangsten en uitgaven, en de uitvoering van Cepols begroting;

(m) de ondersteuning van de voorzitter van de raad van bestuur bij de voorbereiding van de vergaderingen van de raad van bestuur;

(n) de uitvoering van andere, uit deze verordening voortvloeiende taken.

AFDELING 3 WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VOOR OPLEIDINGSACTIVITEITEN

Artikel 15

Doelstelling en taken

  • 1. 
    Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten is een onafhankelijk adviesorgaan dat de wetenschappelijke kwaliteit van Cepols opleidingsactiviteiten garandeert en bewaakt. Met het oog hierop betrekt de uitvoerend directeur het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten in een vroeg stadium bij de opstelling van alle documenten waarvan sprake is in artikel 9 voor zover zij betrekking hebben op opleiding.
  • 2. 
    Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten bestaat uit elf personen met een grote academische en professionele deskundigheid op de gebieden waarop artikel 4 van deze verordening betrekking heeft. De raad van bestuur benoemt de leden na een transparante sollicitatieoproep en selectieprocedure die in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend

worden gemaakt. De leden van de raad van bestuur kunnen geen lid zijn van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten. De leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten zijn onafhankelijk. Zij vragen noch aanvaarden instructies van regeringen of andere organen.

  • 3. 
    De lijst met de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt openbaar gemaakt en door Cepol op haar website bijgewerkt.
  • 4. 
    De ambtstermijn van de leden van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten bedraagt vijf jaar. Deze termijn is niet verlengbaar; de leden kunnen uit hun functie worden ontheven indien zij niet voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten.
  • 5. 
    Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten kiest zijn voorzitter en vicevoorzitter voor een ambtstermijn van vijf jaar. Het neemt adviezen aan met gewone meerderheid. De voorzitter roept het comité tot vier keer per jaar bijeen. Indien nodig, kan de voorzitter buitengewone vergaderingen beleggen, op eigen initiatief of op verzoek van ten minste vier leden van het comité.
  • 6. 
    De uitvoerend directeur of zijn vertegenwoordiger worden uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen als waarnemer die niet aan de stemming deelneemt.
  • 7. 
    Het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt bijgestaan door een secretaris; deze persoon is een personeelslid van Cepol dat door het comité wordt aangewezen en door de uitvoerend directeur wordt benoemd.
  • 8. 
    Het is met name de taak van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten om:

(a)        de uitvoerend directeur te adviseren bij het opstellen van het jaarlijks werkprogramma en andere strategische documenten om de wetenschappelijke kwaliteit daarvan en de samenhang daarvan met het relevante beleid en de relevante prioriteiten van de Unie te waarborgen;

(b)       de raad van bestuur onafhankelijke raad en adviezen te verschaffen over de onderwerpen die tot zijn taakgebied behoren;

(c)        onafhankelijke raad en adviezen te verschaffen over de kwaliteit van opleidingsprogramma’s, toegepaste leermethoden, leeralternatieven en wetenschappelijke ontwikkelingen;

(d)       iedere andere adviestaak te verrichten die betrekking heeft op de wetenschappelijke aspecten van Cepols werkzaamheden op het gebied van opleidingen op verzoek van de raad van bestuur of de uitvoerend directeur.

  • 9. 
    De jaarlijkse begroting van het wetenschappelijk comité voor opleidingsactiviteiten wordt toegewezen aan een afzonderlijke begrotingslijn van Cepol.

HOOFDSTUK IV

FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 16

Begroting

  • 1. 
    Voor elk begrotingsjaar, dat samenvalt met het kalenderjaar, worden alle ontvangsten en uitgaven van Cepol geraamd en vervolgens in de begroting van Cepol opgenomen.
  • 2. 
    De ontvangsten en uitgaven van Cepol moeten in evenwicht zijn.
  • 3. 
    Onverminderd andere middelen, bestaan de ontvangsten van Cepol uit een bijdrage van de Unie, die wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie.
  • 4. 
    Cepol kan financiering van de Unie krijgen in de vorm van delegatieovereenkomsten of ad-hoc-en uitzonderlijke subsidies in overeenstemming met de in artikel 20 bedoelde financiële regels en de bepalingen van de relevante instrumenten die het beleid van de Unie ondersteunen.
  • 5. 
    De uitgaven van Cepol omvatten de bezoldiging van het personeel, uitgaven voor administratie en infrastructuur en operationele uitgaven.
  • 6. 
    Vastleggingen in de begroting voor acties in verband met grootschalige projecten die zich over meer dan één begrotingsjaar uitstrekken, mogen in jaartranches worden verdeeld.

Artikel 17

Vaststelling van de begroting

  • 1. 
    Elk jaar stelt de uitvoerend directeur een ontwerpraming op van de ontvangsten en uitgaven van Cepol voor het volgende begrotingsjaar, waarin een personeelsformatie is opgenomen, en zendt hij deze toe aan de raad van bestuur.
  • 2. 
    Op basis van dit ontwerp stelt de raad van bestuur een voorlopige ontwerpraming vast van de ontvangsten en uitgaven van Cepol voor het volgende begrotingsjaar.
  • 3. 
    De voorlopige ontwerpraming van de ontvangsten en uitgaven van Cepol wordt ieder jaar uiterlijk op 31 januari aan de Commissie toegezonden. De raad van bestuur zendt de Commissie uiterlijk op 31 maart de definitieve ontwerpraming toe.
  • 4. 
    De Commissie zendt de raming samen met het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie naar de begrotingsautoriteit.
  • 5. 
    Op basis van de raming neemt de Commissie de geraamde bedragen die zij nodig acht voor de personeelsformatie en het bedrag van de subsidie ten laste van de algemene begroting, op in het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie, dat zij overeenkomstig de artikelen 313 en 314 van het Verdrag voorlegt aan de begrotingsautoriteit.
  • 6. 
    De begrotingsautoriteit keurt de kredieten voor de bijdrage van de Europese Unie aan Cepol goed.
  • 7. 
    De begrotingsautoriteit stelt de personeelsformatie van Cepol vast.
  • 8. 
    De begroting van Cepol wordt vastgesteld door de raad van bestuur. De begroting wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie. Indien nodig wordt de begroting dienovereenkomstig aangepast.
  • 9. 
    Op bouwprojecten die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de begroting van Cepol, zijn de bepalingen van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie21 van toepassing.

Artikel 18

Uitvoering van de begroting

  • 1. 
    De uitvoerend directeur voert de begroting van Cepol uit.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur zendt de begrotingsautoriteit jaarlijks alle relevante informatie over de resultaten van de evaluatieprocedures toe.

Artikel 19

Indiening van de rekeningen en kwijting

  • 1. 
    Uiterlijk op 1 maart van het volgende begrotingsjaar zendt de rekenplichtige van Cepol de voorlopige rekeningen toe aan de rekenplichtige van de Commissie en de Rekenkamer.
  • 2. 
    Uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar zendt Cepol het verslag over het budgettair en financieel beheer toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.
  • 3. 
    Uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar zendt de rekenplichtige van de Commissie de voorlopige rekeningen van Cepol die met de rekeningen van de Commissie zijn geconsolideerd, toe aan de Rekenkamer.
  • 4. 
    Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van Cepol overeenkomstig artikel 148 van het Financieel Reglement maakt de rekenplichtige de definitieve rekeningen van Cepol op. De uitvoerend directeur dient deze voor advies in bij de raad van bestuur.
  • 5. 
    De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van Cepol.
  • 6. 
    Uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het afgesloten begrotingsjaar zendt de rekenplichtige van Cepol de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.

PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.

21

  • 7. 
    De definitieve rekeningen worden uiterlijk op 15 november van het volgende jaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 8. 
    De uitvoerend directeur zendt de Rekenkamer uiterlijk op 30 september een antwoord op haar opmerkingen. De uitvoerend directeur zendt dit antwoord tevens toe aan de raad van bestuur.
  • 9. 
    De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op zijn verzoek, overeenkomstig artikel 165, lid 3, van het Financieel Reglement, alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar.
  • 10. 
    Vóór 15 mei van het jaar N+2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de uitvoerend directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting van het begrotingsjaar N.

Artikel 20

Financiële regeling

  • 1. 
    De financiële regeling die op Cepol van toepassing is, wordt na raadpleging van de Commissie door de raad van bestuur vastgesteld. Deze financiële regeling mag slechts afwijken van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 indien dit in verband met de activiteiten van Cepol een specifiek vereiste is en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend.
  • 2. 
    Cepol kan zonder een oproep tot het indienen van een voorstel de lidstaten subsidies verlenen voor het verzorgen van opleidingen met betrekking tot de in artikel 4, leden 2 en 3, bedoelde taken.

HOOFDSTUK V

PERSONEEL

Artikel 21

Algemeen

  • 1. 
    Het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden22, en de voorschriften die in onderling overleg zijn vastgesteld door de instellingen van de Europese Unie ter uitvoering van dit Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, zijn van toepassing op het personeel van Cepol.

Artikel 22

Uitvoerend directeur

PB L 287 van 29.10.2013, blz. 15-62.

22

  • 1. 
    De uitvoerend directeur wordt aangesteld als tijdelijk functionaris van Cepol op grond van artikel 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.
  • 2. 
    De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur benoemd uit een lijst van door de Commissie voorgestelde kandidaten.

Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt Cepol vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.

  • 3. 
    De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar. Aan het einde van deze termijn stelt de Commissie een beoordeling op waarin rekening wordt gehouden met de evaluatie van de resultaten van de uitvoerend directeur en de toekomstige taken en uitdagingen van Cepol.
  • 4. 
    Op grond van een voorstel van de Commissie, waarin rekening wordt gehouden met de beoordeling als bedoeld in lid 3, kan de raad van bestuur de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen met ten hoogste vijf jaar.
  • 5. 
    Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor dezelfde functie.
  • 6. 
    De uitvoerend directeur kan uitsluitend uit zijn functie worden ontheven bij besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie.
  • 7. 
    De raad van bestuur neemt besluiten over de benoeming van de uitvoerend directeur, de verlenging van diens ambtstermijn en de ontheffing van de uitvoerend directeur uit zijn functie met een tweederdemeerderheid van zijn stemgerechtigde leden.

Artikel 23

Gedetacheerde nationale deskundigen

  • 1. 
    Cepol kan een beroep doen op gedetacheerde nationale deskundigen.
  • 2. 
    Bij besluit van de raad van bestuur worden de voorschriften vastgesteld voor de detachering van nationale deskundigen bij Cepol.

HOOFDSTUK VI

DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 24

Rechtsstatus

  • 1. 
    Cepol is een orgaan van de Unie. Cepol heeft rechtspersoonlijkheid.
  • 2. 
    In elk van de lidstaten heeft Cepol de ruimste handelingsbevoegdheid welke bij de nationale wetgeving aan rechtspersonen is toegekend. Cepol kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden.

3.

De zetel van Cepol is gevestigd in Boedapest (Hongarije).

Artikel 25

Voorrechten en immuniteiten

Op Cepol en haar personeel is het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie van toepassing.

Artikel 26

Talenregeling

  • 1. 
    De bepalingen in Verordening nr. 123 zijn van toepassing op Cepol.
  • 2. 
    De raad van bestuur neemt met een tweederdemeerderheid van zijn leden besluiten over de interne talenregeling van Cepol.
  • 3. 
    De voor het functioneren van Cepol vereiste vertaaldiensten worden verricht door het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie.

Artikel 27

Transparantie

  • 1. 
    Op documenten van Cepol is Verordening (EG) nr. 1049/2001 van toepassing.
  • 2. 
    De raad van bestuur stelt binnen zes maanden na de datum van zijn eerste vergadering de gedetailleerde regels ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast.
  • 3. 
    Besluiten die door Cepol worden genomen op grond van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 kunnen voorwerp zijn van een klacht bij de Ombudsman of een procedure die aanhangig wordt gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgelegd in respectievelijk artikel 228 en artikel 263 van het Verdrag.
  • 4. 
    Op de verwerking van persoonsgegevens door Cepol is Verordening (EG) nr. 45/200124 van toepassing.

Verordening (EG) nr. 920/2005 van de Raad van 13 juni 2005 tot wijziging van Verordening nr. 1 van 15 april

1958.

Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de

bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de

communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

23

24

Artikel 28

Fraudebestrijding

  • 1. 
    Teneinde de bestrijding van fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 883/201325 te vereenvoudigen, treedt Cepol binnen zes maanden nadat zij operationeel is geworden, toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF)26 en stelt Cepol op basis van het model in de bijlage bij dat akkoord passende voorschriften op voor al zijn werknemers.
  • 2. 
    De Europese Rekenkamer is bevoegd om bij alle begunstigden van subsidies, contractanten en subcontractanten die van Cepol EU-middelen hebben ontvangen, controles op stukken en controles ter plaatse te verrichten.
  • 3. 
    OLAF kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/9627 onderzoeken verrichten, waaronder controles en inspecties ter plaatse, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in verband met een subsidie of een door Cepol gefinancierde overeenkomst.
  • 4. 
    Onverminderd de leden 1, 2 en 3 worden in samenwerkingsovereenkomsten met derde landen en internationale organisaties, contracten, subsidieovereenkomsten en subsidiebesluiten van Cepol bepalingen opgenomen die de Europese Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid verlenen dergelijke controles en onderzoeken te verrichten overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 29

Veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde gegevens en gevoelige niet-gerubriceerde informatie

Cepol past de veiligheidsbeginselen toe die zijn vastgelegd in de veiligheidsvoorschriften van de Commissie voor de bescherming van gerubriceerde EU-gegevens (EUCI) en gevoelige niet-gerubriceerde informatie, zoals vermeld in de bijlage bij Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom28. De toepassing van de veiligheidsbeginselen strekt zich onder meer uit tot bepalingen inzake de uitwisseling, de verwerking en de opslag van dergelijke gegevens.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013

betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999

van de Raad.

Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de

Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees

Bureau voor fraudebestrijding (OLAF); PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15 t/m 19.

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en

verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van

de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2 t/m

5).

Besluit van de Commissie van 2 augustus 2006 tot wijziging van Besluit 2001/844/EG, EGKS, Euratom

(2006/548/EG, Euratom).

25

26

27

28

Artikel 30

Aansprakelijkheid

  • 1. 
    De contractuele aansprakelijkheid van Cepol wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op de betrokken overeenkomst.
  • 2. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om uitspraak te doen krachtens arbitrageclausules in de door Cepol gesloten overeenkomsten.
  • 3. 
    In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt Cepol in overeenstemming met de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle door haar diensten of door haar personeelsleden bij de uitoefening van hun werkzaamheden veroorzaakte schade.
  • 4. 
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd kennis te nemen van geschillen over de vergoeding van de in lid 3 bedoelde schade.
  • 5. 
    De persoonlijke aansprakelijkheid van de personeelsleden van Cepol jegens Cepol wordt beheerst door de bepalingen van het Statuut of die van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

Artikel 31

Evaluatie en herziening

  • 1. 
    Uiterlijk vijf jaar na de in artikel 41 bedoelde datum en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht tot een evaluatie om met name de resultaten, effectiviteit en doelmatigheid van Cepol en haar werkwijzen te beoordelen. De evaluatie richt zich in het bijzonder op de vraag of het mandaat van Cepol moet worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van een dergelijke wijziging.
  • 2. 
    De Commissie zendt het evaluatierapport samen met haar conclusies over het rapport aan het Europees Parlement, de Raad en de raad van bestuur. De bevindingen van de evaluatie worden openbaar gemaakt.
  • 3. 
    Bij elke tweede evaluatie worden bovendien de door Cepol bereikte resultaten getoetst aan haar doelstelling, mandaat en taken. Indien de Commissie van oordeel is dat voortzetting van Cepol niet langer gerechtvaardigd is in het licht van de doelstellingen, het mandaat en de taken die haar zijn opgelegd, kan zij voorstellen om deze verordening dienovereenkomstig te wijzigen of in te trekken.

Artikel 32

Administratieve onderzoeken

Overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag zijn de activiteiten van Cepol onderworpen aan onderzoeken door de Europese Ombudsman.

Artikel 33

Samenwerking met organen van de Unie, derde landen en internationale organisaties

  • 1. 
    Derde landen die daartoe met de Unie een overeenkomst hebben gesloten, kunnen aan Cepol deelnemen.
  • 2. 
    Voor zover noodzakelijk voor de verrichting van haar taken kan Cepol samenwerkingsbetrekkingen aangaan en onderhouden met organen van de Unie overeenkomstig de doelstellingen van deze organen, alsook met autoriteiten van derde landen, opleidingsinstituten van derde landen, internationale organisaties en private partijen.
  • 3. 
    In overeenstemming met de leden 1 en 2 van dit artikel worden regelingen opgesteld, waarin met name de aard, de reikwijdte en de wijze van de eventuele deelname van de betrokken derde landen aan de werkzaamheden van Cepol worden bepaald, met inbegrip van bepalingen inzake de deelname aan initiatieven van Cepol, financiële bijdragen en personeel. Wat personeelszaken betreft, voldoen deze regelingen in elk geval aan het statuut.
  • 4. 
    Cepol werkt samen met de EU-organen die bevoegd zijn ten aanzien van zaken waarop deze verordening betrekking heeft en die in lid 2 worden bedoeld, binnen het kader van de met die organen in overeenstemming met deze verordening of met de relevante bepalingen van Besluit 2005/681/JBZ gemaakte werkafspraken. Dergelijke werkafspraken kunnen alleen met toestemming van de raad van bestuur worden gemaakt en moeten vooraf door de Commissie zijn goedgekeurd.

Artikel 34

Zetelovereenkomst en voorwaarden voor de werking

  • 1. 
    De noodzakelijke bepalingen betreffende de huisvesting die Cepol in Hongarije moet worden geboden en de door deze lidstaat ter beschikking te stellen faciliteiten, alsook de specifieke voorschriften die in de gastlidstaat gelden voor de uitvoerend directeur, de leden van de raad van bestuur, de personeelsleden van Cepol en hun gezinsleden, worden vastgesteld in een zetelovereenkomst tussen Cepol en Hongarije, die wordt gesloten nadat de raad van bestuur daarmee heeft ingestemd en niet later dan twee jaar na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening.
  • 2. 
    De gastlidstaat van Cepol zorgt ervoor dat Cepol onder optimale omstandigheden kan werken, onder andere door het aanbieden van meertalig onderwijs met een Europese dimensie en adequate vervoersverbindingen.

HOOFDSTUK VII

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 35

Rechtsopvolging onder algemene titel

  • 1. 
    Cepol zoals opgericht bij deze verordening, is de algemene rechtsopvolger met betrekking tot alle door Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ gesloten overeenkomsten, aangegane financiële verplichtingen en verworven eigendommen.
  • 2. 
    Deze verordening doet niets af aan de rechtsgeldigheid van overeenkomsten die voorafgaand aan de datum waarop deze verordening in werking treedt, zijn gesloten door Cepol zoals opgericht bij Besluit 2005/681/JBZ.
  • 3. 
    De op grond van Besluit 2005/681/JBZ gesloten zetelovereenkomst wordt beëindigd op de datum waarop deze verordening van toepassing wordt.

Artikel 36

Overgangsregelingen met betrekking tot de raad van bestuur

  • 1. 
    De ambtstermijn van de leden van de raad van bestuur van Cepol zoals aangesteld op grond van artikel 10 van Besluit 2005/681/JBZ, loopt af op ... [de datum waarop deze verordening in werking treedt].
  • 2. 
    In de periode tussen ... [de datum waarop deze verordening in werking treedt] en .... [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], zijn de taken van de raad van bestuur zoals aangesteld op grond van artikel 10 van Besluit 2005/681/JBZ als volgt:

(a)         het uitoefenen van de functies van de raad van bestuur zoals bedoeld in artikel 9 van deze verordening;

(b)        het voorbereiden van de vaststelling van de voorschriften inzake de toepassing van Verordening (EG) nr.1049/2001 met betrekking tot de in artikel 27 van deze verordening bedoelde documenten van Cepol en inzake de zwijg- en geheimhoudingsplicht, en de bescherming van de in artikel 29 van deze verordening bedoelde gevoelige en gerubriceerde EU-gegevens;

(c)         het voorbereiden van de instrumenten die nodig zijn voor de toepassing van deze verordening, en

(d) de herziening van de door de raad van bestuur krachtens Besluit 2005/681/JBZ vastgestelde interne voorschriften en maatregelen zodat de bij artikel 8 van deze verordening opgerichte raad van bestuur op grond van artikel 40 daarvan een besluit kan nemen.

Artikel 37

Overgangsregelingen met betrekking tot de uitvoerend directeur en het personeel

  • 1. 
    De directeur van Cepol die is benoemd op grond van artikel 11, lid 1, van Besluit 2005/681/JBZ vervult voor de resterende duur van zijn ambtstermijn de taken van de uitvoerend directeur als bepaald in artikel 14 van deze verordening. De andere voorwaarden in zijn arbeidsovereenkomst blijven ongewijzigd. Indien zijn ambtstermijn eindigt na ... [de datum waarop deze verordening in werking treedt], maar vóór ... [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], wordt deze automatisch verlengd tot één jaar na ... [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt].
  • 2. 
    Indien de uitvoerend directeur niet bereid of in staat is te handelen overeenkomstig lid 1, wijst de raad van bestuur, in afwachting van de in artikel 22 bedoelde benoemingen, voor ten hoogste 18 maanden een uitvoerend directeur ad interim aan om de aan de uitvoerend directeur toegewezen taken uit te voeren.
  • 3. 
    Deze verordening heeft geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen van personeel dat op grond van Besluit 2005/681/JBZ in dienst is genomen.
  • 4. 
    De arbeidsovereenkomsten van het in het derde lid bedoelde personeel kunnen krachtens deze verordening worden verlengd overeenkomstig het Statuut en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden.

Artikel 38

Overgangsbepalingen inzake de begroting

De kwijtingsprocedure met betrekking tot de begrotingen die zijn goedgekeurd op grond van artikel 25 van Besluit 2005/681/JBZ wordt uitgevoerd overeenkomstig de bij Besluit 2005/681/JBZ vastgestelde voorschriften.

HOOFDSTUK VIII SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

Intrekking

Deze verordening vervangt Besluit 2005/681/JBZ met ingang van de datum waarop zij van toepassing wordt.

Artikel 40

Het van kracht blijven van door de raad van bestuur vastgestelde interne voorschriften

Door de raad van bestuur krachtens Besluit 2005/681/JBZ vastgestelde interne voorschriften en maatregelen blijven van kracht na [de datum waarop deze verordening van toepassing wordt], tenzij de raad van bestuur bij de tenuitvoerlegging van deze verordening anders bepaalt.

Artikel 41

Inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    Zij is van toepassing met ingang van [datum van toepassing]

De artikelen 36, 37 en 38 zijn echter van toepassing vanaf ...[de datum waarop deze verordening in werking treedt].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement De voorzitter

Voor de Raad De voorzitter

Financieel memorandum "agentschappen" bij het

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

inzake de interne regels betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Europese Commissie) ter attentie van de diensten van de Commissie

[te gebruiken voor bij de wetgevende autoriteit ingediende voorstellen of initiatieven met betrekking tot de instanties die vermeld zijn in artikel 208 van het Financieel Reglement

(Artikel 31 van het Financieel Reglement en artikel 19 van de uitvoeringsvoorschriften)]

  • 1. 
    KADER VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF

1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

1.4.    Doelstelling(en)

1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.    Duur en financiële gevolgen

1.7.    Beheersvorm(en)

  • 2. 
    BEHEERSMAATREGELEN

2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.    Beheers- en controlesysteem

2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

  • 3. 
    GERAAMDEFINANCIËLEGEVOLGENVANHETVOORSTEL/INITIATIEF

3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de kredieten van [de instantie]

3.2.3. Geraamde gevolgen voor het personeel van [de instantie]

3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5. Bijdragen van derden aan de financiering

3.3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

  • 1. 
    1.1.

KADER VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT en DE RAAD tot oprichting van een agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot intrekking en vervanging van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad tot oprichting van de Europese politieacademie (Cepol)

1.2.

Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur29

Beleidsterrein: BINNENLANDSE ZAKEN (titel 18) Activiteit: 18.02 Interne veiligheid

1.3.

1.4.

1.4.1.

Aard van het voorstel/initiatief

D Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

D Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie30

13 Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie

D Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie

Doelstelling(en)

De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

De in 2000 bij besluit van de Raad opgerichte politieacademie (Cepol) werd in 2005 een EU-agentschap (Besluit 2005/681/JBZ van de Raad). Cepol brengt hogere politiefunctionarissen in heel Europa met elkaar in contact ter bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking bij criminaliteitsbestrijding en handhaving van de veiligheid en de openbare orde.

In het programma van Stockholm wordt gesteld dat, om te komen tot een echte Europese justitiële en rechtshandhavingscultuur, het essentieel is de scholing inzake Uniegerelateerde vraagstukken uit te breiden, en dat moet gestreefd worden naar een systematische Europese opleiding. Dienovereenkomstig heeft de Commissie, voorafgaand aan dit voorstel voor een nieuwe verordening, een Europese opleiding inzake rechtshandhaving (LETS) voorgesteld, die verder bouwt op de activiteiten die nu door de Cepol worden uitgevoerd, in aanmerking nemend dat Cepol LETS maar gedeeltelijk zou kunnen uitvoeren omdat haar huidige juridische grondslag beperkt is tot hogere functionarissen.

1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Specifieke doelstelling nr.

Specifieke doelstelling nr. 1: De coördinatie van relevante opleiding en uitwisseling van rechtshandhavingsambtenaren op EU-niveau

Specifieke doelstelling nr. 2: De coördinatie van de uitvoering van de opleiding inzake rechtshandhaving (LETS)

Betrokken AMB/ABB-activiteit(en)

29 30

ABM: activiteitsgestuurd management – ABB: activiteitsgestuurde begroting. In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.

18.02 Interne veiligheid

1.4.3. Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.

De opleiding van rechtshandhavingsambtenaren, waardoor de rechtshandhaving binnen de gehele EU naar een hoger niveau wordt getild, het vertrouwen tussen de rechtshandhavingsinstanties wordt vergroot, wordt bijgedragen tot een gemeenschappelijke rechtshandhavingscultuur, en daarmee de aanpak van de EU van gemeenschappelijke uitdagingen inzake veiligheid doeltreffender wordt gemaakt.

1.4.4. Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

aantal behoefteanalyses;

aantal kwaliteitsbewakingsproducten;

aantal gemeenschappelijke onderwijsprogramma’s;

aantal opleidingsmodules en e-learningmodules;

aantal verzorgde cursussen;

aantal georganiseerde uitwisselingen;

tevredenheid bij de gebruikers.

1.5. Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

De opleiding op het gebied van rechtshandhaving waarvoor dit agentschap zal zorgen, zal de rechtshandhaving binnen de gehele EU naar een hoger niveau tillen, het vertrouwen tussen de instanties vergroten, bijdragen tot een gemeenschappelijke rechtshandhavingscultuur, en daarmee de aanpak van de EU van gemeenschappelijke uitdagingen inzake veiligheid doeltreffender maken.

1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

De toegevoegde waarde van betrokkenheid van de EU bij de opleiding inzake rechtshandhaving bestaat erin dat op deze manier een gecoördineerde aanpak van het ontwikkelen en uitvoeren van een dergelijke opleiding wordt gewaarborgd. Op dit gebied is al veel werk verricht, zowel op nationaal niveau door de lidstaten als op EU-niveau door Cepol. Zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie over de Europese opleiding inzake rechtshandhaving (LETS), moet er echter meer gebeuren om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de opleiding beantwoordt aan door de EU als prioritair aangemerkte behoeften met betrekking tot criminaliteit, en om een coherente aanpak te waarborgen waardoor de opleiding op EU-niveau voldoet aan de hoogste kwaliteitsnormen.

1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De mededeling over de Europese opleiding inzake rechtshandhaving (LETS) is gebaseerd op een inventarisatie die in 2012 door Cepol is verricht en op uitgebreide raadplegingen van deskundigen uit de lidstaten en van JBZ-agentschappen. Uit de resultaten bleek dat er behoefte was aan een meer gecoördineerde aanpak, met inbegrip van een sterke rol voor een EU-agentschap als drijvende kracht achter en coördinator van de opleiding, in nauwe

samenwerking met andere agentschappen en met de nationale opleidingsinstellingen. Cepol is onderworpen geweest aan een vijfjaarlijkse evaluatie die in 2011 is afgerond, en aan een externe studie die in opdracht van de Commissie is verricht met het oog op het opstellen van een effectbeoordeling ten behoeve van het geplande wetgevingsvoorstel. De resultaten gaven aan dat er een behoefte is aan meer opleiding over de Europese dimensies van rechtshandhaving, een betere coördinatie tussen Cepol, de lidstaten en andere agentschappen, en verbeteringen in de huidige bestuurswijze en de structuur van Cepol.

1.5.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Cepol werkt samen met andere EU-agentschappen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (onder meer met Europol, Frontex en het Bureau voor de grondrechten). Om te zorgen voor een coherente ontwikkeling en een overlapping te voorkomen van de door de bestaande EU-agentschappen en andere relevante organen uitgevoerde opleidingsactiviteiten voor de bevoegde rechtshandhavingsambtenaren, zal Cepol de strategische behoefte aan opleiding beoordelen en de kwesties aanpakken die voor de EU prioriteit hebben op het gebied van binnenlandse veiligheid en de externe aspecten daarvan, in overeenstemming met de relevante beleidscycli.

1.6.

1.7.

Duur en financiële gevolgen

D Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

D Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

D Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

13 Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf 01/01/2016 tot en met 31/03/2016,

gevolgd door een volledige uitvoering.

Beheersvorm(en)31

Uit de begroting voor 2014

D Rechtstreeks beheer door de Commissie via

  • D uitvoerende agentschappen,

D Gedeeld beheer met de lidstaten

0 Indirect beheer door het toevertrouwen van begrotingsuitvoeringstaken aan:

D internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke)

Dde EIB en het Europees Investeringsfonds;

0 de in de artikelen 208 en 209 bedoelde organen;

D publiekrechtelijke organen;

D privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

D privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

31

D personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Opmerkingen

2.

BEHEERSMAATREGELEN

2.1.

Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Op grond van het voorstel voor een verordening is CEPOL verplicht ieder jaar een programmeringsdocument op te stellen waarin Cepols meerjarige programmering en het jaarlijkse werkprogramma zijn opgenomen. Voorts geeft de Commissie om de 5 jaar opdracht tot het verrichten van een evaluatie waarin met name aandacht wordt besteed aan de impact, de doeltreffendheid en doelmatigheid en de werkmethoden van Cepol. De evaluatie richt zich in het bijzonder op de vraag of het mandaat van Cepol moet worden gewijzigd en op de financiële gevolgen van een dergelijke wijziging.

2.2. Beheers- en controlesysteem

2.2.1. Mogelijke risico’s

Het omvormen van Cepol tot een agentschap dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van LETS en de coördinatie van opleiding op EU-niveau kan door belanghebbenden gelet op de huidige omvang van Cepol als te ambitieus worden gezien. Wijzigingen in haar mandaat moeten daarom tot uitdrukking komen in de structuur en het bestuur van het nieuwe agentschap.

2.2.2. Controlemiddel(en)

Cepol is aan de volgende controles onderworpen: begrotingscontrole, interne audit, jaarverslagen door de Europese Rekenkamer, de jaarlijkse kwijting voor het uitvoeren van de EU-begroting en mogelijke onderzoeken door OLAF om er met name voor te zorgen dat de aan de agentschappen toegewezen middelen juist worden gebruikt.

2.3.

Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

Om fraude, corruptie en andere onrechtmatige activiteiten te bestrijden, zijn de bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 onverminderd van toepassing op het agentschap, zoals bepaald in artikel 28 van de verordening.

Voorts moet er – hoofdzakelijk wat personeel betreft – rekening worden gehouden met de

risico's in verband met de overplaatsing van het agentschap naar zijn nieuwe zetel.

  • 3. 
    GERAAMDEFINANCIËLEGEVOLGENVANHETVOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

  • • 
    Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

 

Rubriek

van het

meerjarige

financiële

kader

Begrotingsonderdeel

Soort uitgave

Bijdrage

Aantal [Rubriek…...….]

GK/NGK

(32)

van EVA-landen33

van kandidaat-lidstaten34

van derde landen

in de zin van artikel

21, lid 2, onder b),

van het Financieel

Reglement

3.

18.0205 – de Europese Politieacademie (Cepol)

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

  • • 
    Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.

 

Rubriek

van het

meerjarige

financiële

kader

Begrotingsonderdeel

Soort uitgave

Bijdrage

Aantal [Rubriek…...….]

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaatlidstaten

van derde landen

in de zin van artikel

21, lid 2, onder b),

van het Financieel

Reglement

32 33 34

GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 

Rubriek van het meerjarige financiële kader:

3

Veiligheid en burgerschap

Cepol

   

2016

2017

2018

2019

2020

TOTAAL

Titel 1:

Vastleggingen

(1)

             

Betalingen

(2)

             

Titel 2:

Vastleggingen

(1a)

             

Betalingen

(2 a)

             

Titel 3:

Vastleggingen

(3 a)

             
 

Betalingen

(3b)

             

TOTAAL kredieten voor Cepol

Vastleggingen

=1+1a +3a

 

8,641

8,813

9,126

9,308

9,495

45,383

Betalingen

=2+2a +(3b)

 

8,641

8,813

9,126

9,308

9,495

45,383

Opmerking:

NL

43

N

 

Rubriek van het meerjarige financiële kader:

5

“Administratieve uitgaven”

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 
     

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

TOTAAL

DG: Binnenlandse zaken

 
  • • 
    Personele middelen
 

0,132

0,132

0,132

0,132

0,132

0,660

  • • 
    Andere administratieve uitgaven
 

0,003

0,003

0,003

0,003

0,003

0,015

TOTAAL DG BINNENLANDSE ZAKEN

Kredieten

 

0,135

0,135

0,135

0,135

0,135

0,675

TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

 

0,135

0,135

0,135

0,135

0,135

0,675

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 
     

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

TOTAAL

TOTAAL kredieten onder RUBRIEKEN 1 tot en met 5

van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

 

8,776

8,948

9,261

9,443

9,63

46,058

Betalingen

 

8,776

8,948

9,261

9,443

9,63

46,058

NL

44

N

3.2.2. Geraamde gevolgen voor de kredieten van Cepol

-   D Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

  • 13 Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 

Vermeld

doelstellingen en outputs

■0

   

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

TOTAAL

Soort35

Gem. kost

 

Kosten

 

Kosten

 

Kosten

 

Kosten

 

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 136

De uitvoering van het EU-beleid

inzake de opleiding van rechtshandhavingsambtenaren

coördineren en relevante

opleidingen en uitwisselingen

aanbieden op het niveau van de EU.

 
  • Output

Coördinatie

0,201

5 i 0,955

5 i 0,974

5 : 1,009

5 i 1,029

5 i 1,049

25

5,015

Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bijv.: aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.). Zoals beschreven onder punt 1.4.2. “Specifieke doelstelling(en)...”

NL

45

NL

35

36

 
  • Output

Gemeen-schappelijke onderwijs-programma’s, oplei-dings-modules, e-learning-modules

0,103

15

1,469

15

1,498

15

1,552

15

1,582

15

1,614

75

7,715

  • Output

Geen cursussen verzorgd

0,034

113

3,673

113

3,746

113

3,879

113

3,956

113

4,036

565

19,289

  • Output

Geen uitwisselingen georganiseerd

0,003

490

1,249

490

1,273

490

1,319

490

1,345

490

1,372

2450

86,558

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1

 

7,345

 

7,491

 

7,758

 

7,912

 

8,071

 

38,577

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2

Uitvoering van het

opleidingsprogramma voor

rechtshandhaving

                       

NL

46

NL

 
  • Output

Coördinatie van de vier onderdelen van het programma, analyses

van behoeften

en kwaliteits-bewa-kings-producten.

0,272

5

1,296

5

1,322

5

1,368

5

1,396

5

1,424

25

6,806

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2

 

1,296

 

1,322

 

1,368

 

1,396

 

1,424

 

6,806

TOTALE KOSTEN

 

8,641

 

8,813

 

9,126

 

9,308

 

9,495

 

45,383

NL

47

NL

3.2.3. Geraamde gevolgen voor het personeel van Cepol 3.2.3.1. Samenvatting

  • D Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig.
  • 13 Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
  • miljoen EUR (tot op drie decimalen)
 

Personele middelen

2016 2017 2018 2019 2020 2016-2020:

Personeelsformatieplaatsen (in personen)

28

30

30

30

30

 

- waarvan AD

17

19

19

19

19

 

- waarvan AST

11

11

11

11

11

 

Extern personeel (VTE)

20

16

16

16

16

 

- waarvan arbeidscontractanten

10

10

10

10

10

 

- waarvan gedetacheerde nationale deskundigen (END)

10

6

6

6

6

 

Totaal personeel

48

46 46 46 46

Personeelsuitgaven

2016

2017

2018

2019

2020

2016-2020:

Personeelsformatieplaatsen

2,762

2,913

3,014

3,014

3,014

14,716

waarvan AD waarvan AST

1,657

1,808

1,909

1,909

1,909

1,105

1,105

1,105

1,105

1,105

9,191 5,525

Extern personeel

1,008

1,008

0,889

0,889

0,889

4,682

- waarvan arbeidscontractanten

- waarvan gedetacheerde nationale

deskundigen (END)

0,533

0,475

0,533

0,475

0,533

0,356

0,533

0,356

0,533

0,356

2,664

2,018

Totaal personeelsuitgaven

3,770 3,921 3,902 3,902 3,902

19,398

Opmerking:

De personeelsformatie van Cepol in 2014 is als volgt: 27 TA (16 AD + 11 AST), 10 AC en 5,5 END. Het agentschap is voornemens om in overeenstemming met het advies van de Europese ombudsman in 2016 één extra tijdelijk functionaris (1 AD) aan te werven voor de post van juridisch adviseur. Met de 3 posten voor LETS is al rekening gehouden door het personeel van Cepol in overeenstemming met Mededeling COM(2013)519 van de Commissie van 10 juli 2013 niet terug te brengen tot 25, waarbij een van drie extra posten pas in 2018 zal worden toegekend. Er wordt van uitgegaan dat in 2017 extra personeel (+ 1 AD) zal moeten worden aangeworven voor de uitvoering van LETS; daarom moet de extra post die voor 2018 staat gepland, eerder worden opgevuld. De 4 personeelsleden die in verband met LETS worden aangeworven, zullen worden belast met de coördinatie van de 4 onderdelen van het programma en zullen ervoor dienen te zorgen dat aan de opleidingsactiviteiten een regelmatige analyse van de opleidingsbehoeften ten grondslag ligt en dat de uitvoering van deze activiteiten van hoge kwaliteit is. In aanmerking nemend dat Mededeling COM(2013)519 voor Cepol reeds in 3 extra personeelsleden voorziet, hoeft voor 2016 maar 1

voltijdwerker op voorhand in dienst te worden genomen, terwijl in 2017 nog 1 extra personeelslid in dienst moet worden genomen, afhankelijk van de middelen die voor agentschappen in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedures beschikbaar zijn.

Alle personeelskosten zijn berekend op basis van de richtsnoeren van DG BUDG van 8 augustus 2013: 1 AT = 132 000 EUR per jaar, 1 AC = 70 000 EUR per jaar, 1 END = 78 000 EUR per jaar. Bij de berekeningen is rekening gehouden met de salariscorrectiecoëfficiënt voor HU (76,1%).

3.2.3.2. Geraamde vereisten voor personeelsformatieplaatsen en extern personeel

PERSONEELSFORMATIEPLAATSEN

 

Functiegroep en rang

2016

2017

2018

2019

2020

Tijdelijke posten

Tijdelijke posten

Tijdelijke posten

Tijdelijke posten

Tijdelijke posten

AD 16

         

AD 15

         

AD 14

   

1

1

1

AD 13

1

1

     

AD 12

   

1

2

2

AD 11

1

2

2

2

2

AD 10

2

2

2

2

2

AD 9

3

3

3

3

4

AD 8

         

AD 7

2

2

2

2

2

AD 6

         

AD 5

8

9

8

7

8

Totaal AD

17

19

19

19

19

AST 11

         

AST 10

         

AST 9

         

AST 8

   

1

2

2

AST 7

 

1

1

1

2

AST 6

1

1

1

1

1

AST 5

2

2

2

2

2

AST 4

2

2

2

2

2

AST 3

6

5

4

3

2

AST 2

         

AST 1

         

Totaal AST

11

11

11

11

11

AST/SC 6

         

AST/SC 5

         

AST/SC 4

         

AST/SC 3

         

AST/SC 2

         

AST/SC 1

         

AST/SC 6

         

TOTAAL

28

30

30

30

30

Extern personeel

 

Arbeidscontractanten

2016 raming*

2017 raming*

2018 raming*

2019 raming*

2020 raming*

FG IV

2

2

2

2

2

FG III

7

7

7

7

7

FG III

1

1

1

1

1

FG I

         

Totaal

10

10

10

10

10

Gedetacheerde nationale deskundigen

2016 raming*

2017 raming*

2018 raming*

2019 raming*

2020 raming*

Totaal

10

6

6

6

6

(*) Raming op basis van de gemiddelde kosten

De getallen in deze personeelsformatie blijven indicatief. De personeelsformatie van ieder jaar is afhankelijk van een besluit van de begrotingsautoriteit. Het grotere aantal hogere rangen in deze personeelsformatie houdt niet in dat er automatisch een nieuw indeling volgt van het personeel, ten aanzien waarvan de normale procedure voor beoordeling en het indelen in rangen wordt gevolgd.

3.2.3.3. Geraamde behoefte aan personele middelen voor het verantwoordelijke DG

  • D Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
  • 13 Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)

 
 

Jaar

2015

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

18 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

1

1

1

1

1

1

TOTAAL

1

1

1

1

1

1

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren          en          tijdelijke De Commissie vertegenwoordigen in de raad van bestuur van het agentschap. Het

functionarissen                                    advies van de Commissie over het jaarlijkse werkprogramma opstellen en de

tenuitvoerlegging van het programma controleren. De uitvoering van de begroting controleren. Het agentschap bijstaan bij de ontwikkeling van zijn activiteiten in overeenstemming met het EU-beleid, onder meer door het deelnemen aan bijeenkomsten van deskundigen.

De beschrijving van de berekening van de kosten per voltijdsequivalent dient in het derde onderdeel van de bijlage te worden opgenomen.

3.2.4.

Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

-   0 Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het bestaande meerjarige financiële kader.

  • D Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

D

Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening

van het meerjarige financiële kader

37

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.

Bijdragen van derden aan de financiering

-   0 Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden

  • D Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

 
 

Jaar

N

Jaar

N+1

Jaar

N+2

Jaar

N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om

de duur van de gevolgen weer te

geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron

               

TOTAAL

medegefinancierde

kredieten

               

Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel akkoord voor de periode 2007-2013.

NL

52

NL

37

3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

  • 13 Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.
  • D Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

D voor de eigen middelen D voor de diverse ontvangsten

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende

begrotingsjaar

beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief38

Jaar

N

Jaar

N+1

Jaar

N+2

Jaar

N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur

van de gevolgen weer te geven (zie punt

1.6)

Artikel ………….

               

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.

NL

53

NL

38

BIJLAGE bij het FINANCIEEL MEMORANDUM

Benaming van het voorstel/initiatief:

Besluit van de Commissie inzake de interne regels betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Europese Commissie) ter attentie van de diensten van de Commissie

  • 1. 
    NODIG GEACHTE AANTAL PERSONELE MIDDELEN EN KOSTEN DAARVAN
  • 2. 
    ANDERE ADMINISTRATIEVE UITGAVEN
  • 3. 
    VOOR KOSTENRAMINGEN GEBRUIKTE BEREKENINGSMETHODEN

3.1.        Personele middelen

3.2.        Andere administratieve uitgaven

Deze bijlage moet het financieel memorandum vergezellen wanneer met de dienstenoverkoepelende raadpleging wordt begonnen.

De gegevens in tabelvorm worden gebruikt als bron voor de in het financieel memorandum opgenomen tabellen. Zij zijn voor strikt intern gebruik binnen de Commissie.

  • 1. 
    Kosten van nodig geachte aantal personele middelen

D Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

13 Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 

RUBRIEK 5

 

Jaar 2016

Jaar 2017

Jaar 2018

Jaar 2019

Jaar 2020

TOTAAL

van het meerjarige financiële kader

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

  • • 
    Formatieplaatsen (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

18 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

AD

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,660

AST

                       

XX 01 01 02 (delegaties)

AD

                       

AST

                       
  • • 
    Extern personeel 39

XX 01 02 01 (totale financiële middelen)

CA

                       

END

                       

INT

                       

XX 01 02 02 (delegaties)

CA

                       

AL

                       

END

                       

INT

                       

JED

                       

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden)

                         

Subtotaal – RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

 

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,660

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert Nationaal Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).

NL

55

N

39

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

NL

56

N

 

Buiten RUBRIEK 5

 

Jaar 2016

Jaar 2017

Jaar 2018

Jaar 2019

Jaar 2020

TOTAAL

van het meerjarige financiële kader

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

VTE

Kredieten

  • • 
    Formatieplaatsen (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

10 01 05 02 (eigen onderzoek)

AD

                       

AST

                       

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

AD

                       

AST

                       
  • • 
    Extern personeel 40

XX 01 04 yy Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

  • zetel

CA

                       

END

                       

INT

                       
  • in delegaties van de Unie

CA

                       

AL

                       

END

                       

INT

                       

JED

                       

XX 01 05 02 (onderzoek door derden)

CA

                       

END

                       

INT

                       

10 01 05 02 (eigen onderzoek)

CA

                       

END

                       

INT

                       

Andere begrotingsonderdelen (te vermelden)

                         

Subtotaal – buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

                         

XX.is het beleidsterrein of de begrotingstitel.TOTAAL

 

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,132

1

0,660

AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert Nationaal Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).

NL

57

N

40

De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

NL

58

N

2.

Andere administratieve uitgaven

D Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

13 Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 
 

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

TOTAAL

RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

           

Zetel

           

18 01 02 11 01 – Dienstreizen en representatie

0,003

0,003

0,003

0,003

0,003

0,015

XX 01 02 11 02 - Conferenties en vergaderingen

           

XX 01 02 11 03 - Comités41

           

XX 01 02 11 04 - Studies en adviezen

           

XX 01 03 01 03 - ICT-uitrusting42

           

XX 01 03 01 04 - ICT-diensten4

           

Overige begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig)

           

In delegaties van de Unie

           

XX 01 02 12 01 – Dienstreizen, conferenties en representatie

           

XX 01 02 12 02 – Bijscholing van personeel

           

XX 01 03 02 01 – Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

           

XX 01 03 02 02 – Uitrusting, meubilair, leveringen en diensten

           

Subtotaal RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

0,003

0,003

0,003

0,003

0,003

0,015

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel

Specificeer het soort comité en de groep waartoe het behoort. ICT: Informatie- en communicatietechnologieën

NL

59

41

42

N

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

 
 

Jaar

2016

Jaar

2017

Jaar

2018

Jaar

2019

Jaar

2020

TOTAAL

Buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

           

XX 01 04 yy – Uitgaven voor technische en administratieve bijstand (exclusief extern personeel) uit beleidskredieten (vroegere BA-onderdelen)

           
  • zetel
           
  • delegaties van de Unie
           

XX 01 05 03 – Overige beheersuitgaven voor onderzoek door derden

           

10 01 05 03 - Overige beheersuitgaven voor eigen onderzoek

           

Overige begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig)

           

Subtotaal – buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

           

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

 

TOTAAL RUBRIEK 5 en buiten RUBRIEK 5

van het meerjarige financiële kader

0,003.

0,003

0,003

0,003

0,003

0,015

In de benodigde administratieve kredieten zal worden voorzien door de kredieten die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de bestaande budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

NL

60

N

  • 3. 
    Voor kostenramingen gebruikte berekeningsmethoden

3.1. Personele middelen

In dit deel wordt de berekeningsmethode toegelicht die is gebruikt om de benodigde personele middelen te ramen (veronderstelde werklast, bijzondere taken (Sysper 2 taakprofielen, personeelscategorieën en overeenkomstige gemiddelde kosten)

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

NB: De gemiddelde kosten van elke personeelscategorie op het hoofdkantoor zijn te vinden op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/pre/legalbasis/pre-040-020 preparation en.html#forms

  • • 
    Ambtenaren en tijdelijk personeel

De gemiddelde kosten van 1 AD bedragen 132 000 EURO per jaar, gebaseerd op de circulaire van DG Budget aan het RUF

(Réseau des Unités Financières) van 8 augustus 2013

Extern personeel

3.2. Andere administratieve uitgaven

Verstrek gegevens over de voor elk begrotingsonderdeel gebruikte berekeningsmethode, en meer in het bijzonder over de achterliggende aannamen (bv. aantal vergaderingen per jaar,

gemiddelde kosten, enz.)

RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader

Aannamen: 6 missies per jaar met een gemiddelde aan kosten van 500 EUR (deelname van 1 persoon aan 2 bijeenkomsten van het nationale contactpunt, deelname van 2 personen aan 2 bijeenkomsten van de raad van bestuur)

Buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.