Brief regering; Stand van zaken i.v.m. vlucht MH17 en uitkomst Raad Buitenlandse Zaken 22 juli 2014 - Vliegramp MH17

Deze brief is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 33997 - Vliegramp MH17.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Vliegramp MH17; Brief regering; Stand van zaken i.v.m. vlucht MH17 en uitkomst Raad Buitenlandse Zaken 22 juli 2014
Document­datum 05-08-2014
Publicatie­datum 05-08-2014
Nummer KST339971
Kenmerk 33997, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

33 997 Vliegramp MH17

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2014

Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister-President, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 22 juli 2014 inzake de stand van zaken met betrekking tot de ramp van Malaysia Airlines vlucht MH17. Middels deze brief wordt u ook geïnformeerd over de uitkomst van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2014 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1401).

Op donderdag 17 juli 2014 verloren 298 onschuldige mannen, vrouwen en kinderen, onder wie 194 landgenoten, hun leven toen vlucht MH17 van Malaysia Airlines neerstortte op Oekraïens grondgebied. Deze verschrikkelijke gebeurtenis heeft de wereld geschokt en de landen waar de slachtoffers vandaan kwamen in diepe rouw gedompeld. De verontwaardiging is des te groter nu de aanwijzingen zich opstapelen dat het vliegtuig met een raket is neergehaald.

Nederland leeft intens mee met nabestaanden en dierbaren van de slachtoffers. De bijeenkomst met nabestaanden op maandag 21 juli jl. en de plechtige ceremonie bij de terugkeer van de eerste slachtoffers op 23 juli jl. maakten diepe indruk. De vele honderdduizenden steunbetuigingen, nationaal en internationaal, zijn hartverwarmend en tonen de vastberadenheid om zij-aan-zij te staan met de nabestaanden van deze tragedie. Bij Nederlandse ambassades wereldwijd zijn bloemen, knuffels en kaarsen achtergelaten om familie en vrienden van de slachtoffers bij te staan in deze voor hen intens verdrietige en moeilijke tijden. Het kabinet betuigt zijn dank aan allen die via sociale media, condoleanceregisters, in hun gesprekken of op een andere wijze van hun medeleven blijk hebben gegeven.

Repatriëring

Voor het kabinet heeft berging en daarna repatriëring van de slachtoffers de eerste en absolute prioriteit. De stand van zaken met betrekking tot het aantal stoffelijke overschotten is dat zich 203 body bags in de koelwagons bevonden. Dit geeft echter geen zekerheid over het aantal geborgen lichamen. Ook nu een aanzienlijk deel van de stoffelijke overschotten van de plek des onheils is gehaald, blijft volledige, vrije en veilige toegang tot de rampplek essentieel. Er zal alles aan gedaan worden de resterende stoffelijke overschotten te traceren en eveneens terug naar Nederland te brengen, evenals alle persoonlijke bezittingen van de overledenen.

Vanaf gisteren landen dagelijks om 16.00 uur toestellen op Eindhoven met aan boord de lichamen van de slachtoffers. Daarbij zal steeds een vertegenwoordiging van het kabinet en het parlement aanwezig zijn. De inmiddels geborgen stoffelijke overschotten zijn dinsdag 22 juli jl. naar Kharkiv getransporteerd, waar zondag 20 juli jl. een Nederlands coördinatiecentrum is opgericht. Daar vindt registratie plaats en wordt zeker gesteld dat de lichamen veilig en waardig kunnen worden vervoerd. Vandaar worden deze overgevlogen naar vliegbasis Eindhoven en vervolgens per auto naar de Korporaal van Oudheusden Kazerne in Hilversum gebracht ter identificatie.

Toegang rampgebied

Zo snel mogelijk na de ramp zijn Nederlandse hulpverleners naar Oekraïne afgereisd, zoals het Landelijk Team Forensische Opsporing, de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid, het Openbaar Ministerie en crisisteammedewerkers van Buitenlandse Zaken. Nederland heeft de leiding over de internationale inspanningen om de slachtoffers te bergen en te identificeren.

Ondanks de gaandeweg verbeterde medewerking van de separatisten en de inspanningen van lokale bewoners en hulpdiensten zijn en blijven er zorgen. Waardevolle tijd is verloren gegaan doordat experts of waarnemers in de eerste dagen onvoldoende toegang kregen tot het rampgebied of zijn weggestuurd door gewapende groepen. Uit de beelden na de crash werd duidelijk dat de rampplek niet werd afgesloten. De OVSE heeft een belangrijke rol op zich genomen door met de separatisten afspraken te maken over toegang tot het rampgebied en de repatriëring van stoffelijke overschotten. Nederlandse experts zijn onder begeleiding van de OVSE in het rampgebied geweest en keren morgen terug.

Consulaire aspecten

Wat betreft de consulaire aspecten werd onmiddellijk na de ramp het Crisis Telefoon Team (CTT) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken operationeel met het nummer 070-3487770 om de gegevens van de slachtoffers in kaart te brengen en de nabestaanden zo goed mogelijk te woord te staan en te informeren. Voor het verkrijgen van een volledige passagierslijst is Malaysia Airlines actief vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteund om de noodzakelijke zorgvuldigheid te garanderen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken onderhoudt tevens contact met de ambassades in Nederland van landen die slachtoffers te betreuren hebben. Het telefoonnummer is nog steeds beschikbaar.

Nabestaandenzorg

Aan de hand van de passagierslijst van Malaysia Airlines en informatie die door nabestaanden werd doorgegeven, heeft de overheid een lijst opgesteld voor de Nationale Politie. Met deze lijst zijn, zoals bij de vliegramp in Tripoli, zogenaamde familierechercheurs van de politie de nabestaanden gaan benaderen met als doel een vast contactpersoon per vermiste persoon of familie af te spreken en het verzamelen van referentiemateriaal voor het identificatieproces. Het volledig krijgen van de passagierslijst inclusief contactpersonen voor de familierechercheurs kostte tijd, omwille van de noodzakelijke zorgvuldigheid. Door de omvang van de plotselinge ramp kon niet worden vermeden, dat - ondanks de maximale inzet van velen - sommige nabestaanden in de directe beginfase van het opstarten van de nabestaandenzorg onvolkomenheden hebben ervaren. Daarop zijn direct verbeteracties ondernomen.

De nabestaanden van de slachtoffers worden door de ingezette familierechercheurs bijgestaan. Zij informeren de nabestaanden geregeld over relevante nieuwe ontwikkelingen en bieden bijstand waar dat kan. Maandag 21 juli jl. heeft in Nieuwegein een besloten nabestaandenbijeenkomst plaatsgevonden waar naast vertegenwoordigers van de regering ook medewerkers van Slachtofferhulp Nederland bij aanwezig waren. Slachtofferhulp Nederland staat klaar om de nabestaanden nu en op de langere termijn psychosociale bijstand en hulp bij bijvoorbeeld vraagstukken van financiële aard of schadevraagstukken te bieden. Voor woensdag 23 juli, de dag dat de eerste lichamen van slachtoffers op Nederlands grondgebied terugkeerden, heeft de Minister-President een dag van nationale rouw afgekondigd. Nabestaanden zijn vooraf ingelicht over de plechtigheid en uitgenodigd daarbij aanwezig te zijn. Ook in de dagen daarna zijn zij, indien zij dat op prijs stellen, welkom bij de aankomst van de overige lichamen. Bij elke aankomst zullen het kabinet en het parlement vertegenwoordigd zijn. Verder worden voorbereidingen getroffen om op een later tijdstip een nationale herdenking te houden.

Identificatie / forensische onderzoek

Ten behoeve van de identificatie worden de stoffelijke resten van de slachtoffers in Hilversum vergeleken met het referentiemateriaal dat door de familierechercheurs is verzameld. De identificatie vindt plaats door het Landelijk Team Forensisch Opsporing waarin alle benodigde specialisten op het gebied van forensische opsporing samenwerken. Dit proces kan snel afgerond zijn, maar kan in het uiterste geval ook enkele maanden in beslag nemen. Zodra identificatie heeft plaatsgevonden van een slachtoffer, worden de betreffende nabestaanden direct ingelicht. Er vindt nauwe coördinatie plaats met relevante autoriteiten van alle betrokken landen, zodat ook de identificatie van de niet-Nederlandse slachtoffers zo spoedig mogelijk kan plaatsvinden. De politie krijgt vanuit Australië, Duitsland en België bijstand.

Door Defensie uitgevoerde activiteiten

Het Ministerie van Defensie heeft na het bekend worden van de ramp met de MH17 diverse middelen ingezet. Twee Hercules-transportvliegtuigen hebben sinds 18 juli vanaf de vliegbasis Eindhoven vluchten uitgevoerd naar Kiev en Kharkiv. Hierbij zijn hulpmiddelen vervoerd ten behoeve van de onderzoeken die forensische experts en andere deskundigen uitvoeren. Ook heeft Defensie zorggedragen voor begeleiding van de Nederlandse onderzoekers. Vanaf 23 juli vervoeren de Hercules-vliegtuigen de stoffelijke overschotten die zijn geborgen van Kharkiv naar Nederland. Hiervoor is ook een Australisch C-17 vliegtuig ingezet.

Onderzoek naar toedracht (technisch onderzoek)

Naast de blijvende eerste prioriteiten van repatriëring en identificatie van slachtoffers is het van belang dat internationaal en onafhankelijk onderzoek naar de toedracht van deze ramp snel wordt uitgevoerd. Dit is essentieel om helderheid over de feiten te krijgen. Het is belangrijk dat het feitenonderzoek zorgvuldig gebeurt door een internationaal onderzoeksteam.

Op verzoek van ICAO en Oekraïne zal Nederland het technische onderzoek naar de toedracht van het ongeval leiden. Behalve Nederland en Oekraïne zullen ook experts uit andere landen bij dit onderzoek worden betrokken. Van Nederlandse zijde is het onderzoek in handen gelegd van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft sinds dinsdagavond formeel de leiding over het onderzoek naar de vliegtuigcrash overgenomen van Oekraïne, waarin ook Oekraïne, Maleisië, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Australië, Polen, België, Frankrijk, Filippijnen, Eurocontrol, ICAO en EASA participeren. De twee recorders («zwarte dozen») uit het vliegtuig zijn inmiddels aangekomen in het Verenigd Koninkrijk en worden momenteel door een internationaal team van specialisten uitgelezen en geanalyseerd. In Oekraïne is het onderzoek in volle gang. Hoewel de onderzoekers nog geen veilige toegang tot de crashsite hebben, wordt zowel in Kiev als in Nederland gewerkt aan het verzamelen en het analyseren van gegevens uit diverse bronnen.

Strafrechtelijk onderzoek (en vervolging)

Parallel aan het technisch onderzoek is er ook strafrechtelijk onderzoek in gang gezet. Als wordt vastgesteld dat MH17 niet door een ongeluk is neergestort, dan mogen de daders en medeplichtigen hun gerechte straf niet ontlopen. Dat zijn wij de slachtoffers en hun nabestaanden verplicht. Het Nederlandse onderzoek houdt op dit moment in dat alles in het werk wordt gesteld om de toedracht vast te stellen. Juist in deze fase is het veiligstellen van bewijsmateriaal cruciaal. Het Nederlandse Openbaar Ministerie heeft het voortouw genomen in goede internationale samenwerking met andere getroffen landen. Deze samenwerking ziet allereerst op het vergaren en delen van informatie. De vraag welke landen vervolging zullen instellen en voor welke feiten, zal gaandeweg het onderzoek worden bezien en uitgewerkt.

In het kader van het strafrechtelijk onderzoek vindt op 28 juli een overleg plaats bij Eurojust in Den Haag. Daarvoor zijn deelnemers uitgenodigd uit alle landen die slachtoffers van de vliegramp te betreuren hebben. Ook Oekraïne is uitgenodigd voor het overleg. Het doel van de bijeenkomst is om te komen tot een zo intensief mogelijke samenwerking tussen alle betrokken landen.

Internationale contacten en inspanningen

Sinds de crash is door de Minister-President en de Minister van Buitenlandse Zaken veelvuldig op het hoogste niveau contact geweest met internationale partners, onder andere met Oekraïne, Rusland, de VS, Duitsland, Frankrijk, het VK, Australië, Maleisië, de VN en de EU. Mede dankzij actieve Nederlandse inbreng nam de OVSE al op 18 juli jl. een sterke verklaring aan. Nederland blijft ook de komende periode veelvuldig en op hoog niveau contact houden met de relevante internationale spelers.

De Minister van Buitenlandse Zaken is op vrijdag 18 juli jl. met Nederlandse experts meegereisd om met Oekraïense autoriteiten en internationale (hulp)organisaties te overleggen. Hierbij is de noodzaak van een voortvarende aanpak van de bergingsoperatie, onderzoek naar de toedracht en eventuele vervolging van de schuldigen benadrukt en door alle gesprekspartners onderkend.

Op 20 en 21 juli bezocht de Minister van Buitenlandse Zaken New York. De Minister sprak met zijn Australische ambtgenoot, de VS Permanent Vertegenwoordiger en hoge VN-functionarissen. Vervolgens woonde de Minister een bijeenkomst van de VN-Veiligheidsraad over Oekraïne bij, waar hij namens Nederland een beroep deed op de VNVR-leden om een door Australië voorgestelde resolutie aan te nemen. Veiligheidsraads-resolutie nr. 2166 werd in deze Veiligheidsraadbijeenkomst aangenomen, met als belangrijkste elementen: onbeperkte en veilige toegang geven tot de rampplek, steun aan onafhankelijk internationaal onderzoek en belang van de berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor het neerhalen van het vliegtuig.

Op 23 juli vond, aansluitend op de RBZ van 22 juli, een bijeenkomst van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en ASEAN landen plaats, waarbij Europese en Aziatische Ministers eensgezind het belang van berging, toegang, onderzoek en vervolging/berechting benadrukten. De Minister van Buitenlandse Zaken is vandaag samen met zijn Australische ambtsgenoot afgereisd naar Oekraïne om daar met de Oekraïense autoriteiten verdere afspraken te bekrachtigen omtrent de overdracht van het onderzoek naar de toedracht van de ramp.

Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli

De Raad sprak lang en intensief over het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines. HV Ashton en EU-Ministers toonden zich geschokt en diep bedroefd over het tragische verlies van zoveel onschuldige levens. De Ministers betuigden hun medeleven aan de bevolking en regeringen van alle betrokken landen en in het bijzonder aan de familieleden van de slachtoffers. Het leed geen twijfel dat wat op 17 juli jl. in Oost-Oekraïne was gebeurd, onacceptabel was en een waterscheidingsmoment vormde in de relatie met Rusland. De woede en frustratie in Nederland over deze tragedie en het bemoeilijken van een adequate afwikkeling sindsdien, werden door alle aanwezigen gedeeld.

De Raad sprak unaniem steun uit voor de prioriteiten zoals ingebracht door het kabinet: repatriëring van slachtoffers; onafhankelijk onderzoek; en berechting van de schuldigen. De Raad deed een dringende oproep aan de separatisten om volledige, onmiddellijke, veilige en zekere toegang tot het rampgebied en omgeving te garanderen zodat de identificatie van slachtoffers kan plaatsvinden en stoffelijke overschotten en bezittingen van de overledenen kunnen worden geborgen en op snelle, professionele en waardige wijze naar huis kunnen worden gebracht. De Raad verwachtte van alle betrokkenen in het gebied dat zij de rampplek ongeschonden laten en stoffelijke overschotten, wrakstukken of persoonlijke eigendommen niet beroeren, verplaatsen of vernietigen.

De Raad steunde de oproep van de VN-Veiligheidsraad en de OVSE voor een volledig, transparant en onafhankelijk internationaal onderzoek, met deelname van onder meer technische en forensische experts uit Oekraïne, Maleisië en Nederland. Alle relevante materialen die zijn onttrokken aan het gebied dienen onverwijld en zonder interferentie beschikbaar te worden gesteld aan het internationale onderzoek. De Raad benadrukte dat de direct en indirect verantwoordelijken voor het neerhalen van het vliegtuig verantwoordelijk moeten worden gesteld en moeten worden berecht. Alle landen en partijen dienen hieraan volledige medewerking te verlenen.

De Raad riep Rusland dringend op actief zijn invloed op de illegaal gewapende groepen aan te wenden om al deze belangrijke stappen mogelijk te maken. Daarnaast dringt de Raad er bij Rusland op aan om zijn troepen aan de grens terug te trekken en de toenemende stroom van wapens en militanten over de grens te stoppen met het oog op een snelle en zichtbare de-escalatie.

De Raad besloot tot versnelde voorbereiding van verdere gerichte sancties als uitwerking van de Europese Raad van 16 juli 2014. Er wordt onmiddellijk besloten over het op de sanctielijst plaatsen van entiteiten en personen onder de door de ER verruimde sanctiecriteria. Daarnaast worden deze criteria verder verruimd zodat sancties kunnen worden opgelegd aan personen en entiteiten die actieve materiële of financiële steun verlenen aan, of profiteren van Russische beleidsverantwoordelijken voor de annexatie van de Krim of destabilisatie van Oost-Oekraïne en worden namen toegevoegd aan de sanctielijst. Tevens werd besloten additionele maatregelen te nemen om handel met en investering in de Krim en Sevastopol te beperken. Deze maatregelen dienen voor eind juli te zijn genomen.

De EU-Ministers benadrukten dat zij klaarstaan om onverwijld een pakket van verdere, significante restrictieve maatregelen door te voeren als volledige en onmiddellijke samenwerking op bovengenoemde eisen uitblijft. Om die reden verzocht de Raad de Commissie en EDEO om het voorbereidend werk voor bredere economische sancties af te ronden en concrete, actiegerichte voorstellen te presenteren op het gebied van onder andere toegang tot kapitaalmarkten, defensie en dual-use-goederen, en gevoelige technologieën, waaronder in de energiesector. Hierover wordt vandaag gesproken. Tot slot zal de Raad de mogelijke aanmerking van gewapende militanten in Oost-Oekraïne en elders, die het verlies van levens van vele onschuldige mensen hebben veroorzaakt, als terroristische groeperingen nader overwegen.

De Raad herhaalde zijn steun voor een vreedzame oplossing en de uitvoering van het vredesplan van president Poroshenko. De Raad benadrukte tevens het belang van een oprecht en duurzaam staakt-het-vuren van alle partijen. De Raad riep op tot een spoedige ontmoeting van de Trilaterale Contact Group met vertegenwoordigers van de separatistische groepen en herbevestigde het belang van effectief grensbeheer, waaronder door OVSE waarnemers, en de spoedige vrijlating van alle gijzelaars. De Raad prees en steunde de inspanningen van de OVSE, als essentiële facilitator in het conflict. De Raad besloot tot formele oprichting van de EU Advisory Mission for Civilian Security Sector Reform Ukraine (EUAM Ukraine). Op 15 juli jl. is in Kiev het kwartiermakers-team voor de missie aangetreden. Dit team bereidt de start van de voltallige missie in september voor. Nederland levert twee personeelsleden aan dit kwartiermakers-team van 23 personen.

Ten slotte

Nederland zal de ramp met vlucht MH17 nooit vergeten. De identificatie van de slachtoffers, zorg voor nabestaanden, voortgaande bergingswerkzaamheden en onderzoeken naar oorzaken en schuldigen hebben nu en in de toekomst de hoogste prioriteit voor de regering.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.