Gedelegeerde verordening 2013/837 - Wijziging van bijlage III van Verordening 528/2012 met betrekking tot de informatievereisten voor toelating van biociden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze gedelegeerde verordening is op 3 september 2013 gepubliceerd en is op 23 september 2013 in werking getreden.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 837/2013 van de Commissie van 25 juni 2013 tot wijziging van bijlage III van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de informatievereisten voor toelating van biociden Voor de EER relevante tekst

officiële Engelstalige titel

Commission Delegated Regulation (EU) No 837/2013 of 25 June 2013 amending Annex III to Regulation (EU) No 528/2012 of the European Parliament and of the Council as regards the information requirements for authorisation of biocidal products Text with EEA relevance
 
Rechtsinstrument Gedelegeerde verordening
Wetgevingsnummer Gedelegeerde verordening 2013/837
Celex-nummer i 32013R0837

3.

Key dates

Document 25-06-2013
Bekendmaking in Publicatieblad 03-09-2013; PB L 234 p. 1-2
Inwerkingtreding 23-09-2013; in werking datum publicatie + 20 zie art 2
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

3.9.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 234/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 837/2013 VAN DE COMMISSIE

van 25 juni 2013

tot wijziging van bijlage III van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de informatievereisten voor toelating van biociden

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 85,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Een biocide kan overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 worden toegelaten indien de werkzame stoffen in het product overeenkomstig artikel 9 van die verordening zijn goedgekeurd.

 

(2)

Een biocide kan worden toegelaten zelfs wanneer een of meer van de werkzame stoffen op een andere locatie zijn geproduceerd of volgens een ander procedé, en met behulp van andere grondstoffen dan die van de voor toelating beoordeelde stof overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 528/2012.

 

(3)

In dergelijke gevallen, moet, om ervoor te zorgen dat de werkzame stof in een biocide geen gevaarlijkere eigenschappen bezit dan de voor toelating beoordeelde stof, de technische gelijkwaardigheid worden vastgesteld in overeenstemming met artikel 54 van Verordening (EU) nr. 528/2012.

 

(4)

Het bewijs van technische gelijkwaardigheid dient derhalve te worden opgenomen in de informatievereisten voor toelating van biociden als vermeld in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 528/2012,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Verordening (EU) nr. 528/2012 wordt als volgt gewijzigd:

 

(1)

De volgende vermelding wordt als 2.5 in de tabel in titel 1 toegevoegd:

 

"2.5

Wanneer de biocide een werkzame stof bevat die is geproduceerd in een andere locatie of volgens een ander procedé of uit andere grondstoffen dan die van de werkzame stof die beoordeeld werd met het oog op goedkeuring overeenkomstig artikel 9 van deze verordening, moet het bewijs worden verstrekt dat de technische gelijkwaardigheid overeenkomstig artikel 54 van deze verordening is vastgesteld of na een vóór 1 september 2013 begonnen beoordeling is vastgesteld door een bevoegde autoriteit die is aangewezen in overeenstemming met artikel 26 van Richtlijn 98/8/EG."

 

(2)

De volgende vermelding wordt als 2.5 in de tabel in titel 2 toegevoegd:

 

"2.5

Wanneer de biocide een werkzame stof bevat die is geproduceerd in een andere locatie of volgens een ander procedé of uit andere grondstoffen dan die van de werkzame stof die is beoordeeld overeenkomstig artikel 9 van deze verordening, moet het bewijs worden verstrekt dat de technische gelijkwaardigheid overeenkomstig artikel 54 van deze verordening is vastgesteld of na een vóór 1 september 2013 begonnen beoordeling is vastgesteld door een bevoegde autoriteit die is aangewezen in overeenstemming met artikel 26 van Richtlijn 98/8/EG".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten

Gedaan te Brussel, 25 juni 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

 

5.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.