Richtlijn 2014/63 - Wijziging van Richtlijn 2001/110/EG inzake honing

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze richtlijn is op 3 juni 2014 gepubliceerd, is op 23 juni 2014 in werking getreden en moest uiterlijk op 24 juni 2015 zijn omgezet in nationale regelgeving.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Richtlijn 2014/63/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing

officiële Engelstalige titel

Directive2014/63/EU of the European Parliament and of the Council of 15 May 2014 amending Council Directive 2001/110/EC relating to honey
 
Rechtsinstrument Richtlijn
Wetgevingsnummer Richtlijn 2014/63
Origineel voorstel COM(2012)530 NLEN
Celex-nummer i 32014L0063

3.

Key dates

Document 15-05-2014
Bekendmaking in Publicatieblad 03-06-2014; PB L 164 p. 1-5
Inwerkingtreding 23-06-2014; in werking datum publicatie +20 zie art 4
Einde geldigheid 31-12-9999
Omzetting 24-06-2015; ten laatste zie art. 2.2

4.

Wettekst

3.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 164/1

 

RICHTLIJN 2014/63/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 mei 2014

tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In Richtlijn 2001/110/EG van de Raad (3) wordt honing gedefinieerd als de natuurlijke zoete stof die door de bijensoort Apis mellifera („bijen”) wordt bereid. Honing bestaat hoofdzakelijk uit diverse suikers, met name fructose en glucose, en andere stoffen zoals organische zuren, enzymen en vaste deeltjes ten gevolge van het vergaren van de honing. Richtlijn 2001/110/EG beperkt de interventie van de mens die de samenstelling van honing zou kunnen wijzigen, en vrijwaart zo het natuurlijke karakter van honing. Richtlijn 2001/110/EG verbiedt met name de toevoeging van levensmiddeleningrediënten, waaronder levensmiddelenadditieven aan honing, alsook het toevoegen van andere stoffen dan honing. Tevens verbiedt die richtlijn het onttrekken aan de honing van enig bestanddeel dat specifiek is voor honing, met inbegrip van pollen, behalve wanneer dit onvermijdelijk is bij de verwijdering van vreemde stoffen. Deze voorschriften zijn in overeenstemming met de norm van de Codex Alimentarius voor honing (Codex Stan 12-1981).

 

(2)

Pollen behoren tot de kenmerken van de samenstelling van honing zoals vastgelegd in Richtlijn 2001/110/EG. Beschikbaar bewijsmateriaal, met inbegrip van empirische en wetenschappelijke gegevens, bevestigt dat bijen de oorsprong vormen van de aanwezigheid van pollen in honing. Pollenkorrels vallen in de nectar die door bijen wordt verzameld. De in de bijenkast verzamelde nectar die pollenkorrels bevat, wordt door bijen omgezet in honing. Volgens de beschikbare gegevens kunnen bijkomende pollen in honing afkomstig zijn van pollen op het haar van de bijen, van pollen in de lucht in de bijenkast en van pollen die bijen hebben opgeslagen in cellen en die vrijkomen wanneer die cellen per ongeluk worden geopend door de exploitant van een levensmiddelenbedrijf wanneer deze de honing oogst. Pollen komen dus door toedoen van de bijen in de bijenkast terecht en komen op natuurlijke wijze in honing voor, ongeacht of de exploitant van een levensmiddelenbedrijf die honing oogst of niet. Bovendien is het door exploitanten van een levensmiddelenbedrijf opzettelijk toevoegen van pollen aan honing verboden door Richtlijn 2001/110/EG.

 

(3)

In Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4) wordt een „ingrediënt” gedefinieerd als elke stof die bij de vervaardiging of de bereiding van een levensmiddel wordt gebruikt en nog in het eindproduct aanwezig is, zelfs in een veranderde vorm. Deze definitie impliceert een opzettelijk gebruik van een stof bij de vervaardiging of de bereiding van levensmiddelen. Rekening houdend met het natuurlijke karakter van honing, en in het bijzonder de natuurlijke oorsprong van de aanwezigheid van bestanddelen die specifiek zijn voor honing, mogen pollen, als natuurlijk bestanddeel dat specifiek is voor honing, niet worden beschouwd als een „ingrediënt” van honing in de zin van Verordening (EU) nr. 1169/2011.

 

(4)

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de toepassing van Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (5) op honing die genetisch gemodificeerde pollen bevat, aangezien dergelijke honing een levensmiddel is dat vervaardigd is met genetisch gemodificeerde organismen in de zin van die verordening....


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.