Verbetering van besteding en beheer van middelen voor het EU-cohesiebeleid bij EU-lidstaten en regio's

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 24 maart 2015.

In de periode 2014-2020 zal in het kader van het cohesiebeleid (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds) meer dan 351 miljard euro ter beschikking worden gesteld aan de lidstaten, de regio’s en de steden van de EU. Voor veel landen is dat de belangrijkste bron van overheidsfinanciering. Het is absoluut noodzakelijk dat het geld goed wordt besteed en beheerd, aangezien tekortkomingen in de nationale, regionale en lokale administraties het succes van de programma’s in gevaar kunnen brengen.

Sommige middelen die in het kader van het cohesiebeleid voor de periode 2007-2013 waren toegewezen, zijn nog niet besteed. De Commissie wil de lidstaten helpen om geen kostbare investeringen te verliezen en ervoor te zorgen dat het geld correct wordt besteed aan de juiste projecten die ten goede komen aan de burger.

Daarom is in het cohesiebeleid van de EU voor de periode 2014-2020 een centrale rol weggelegd voor de versterking van de administratieve capaciteit ter verbetering van de wijze waarop de middelen worden besteed en beheerd. Voor commissaris voor Regionaal Beleid Corina Creţu i is dit een prioriteit.

Dat is de grondslag van een reeks nieuwe acties van commissaris voor Regionaal Beleid Corina Creţu en haar diensten in het directoraat-generaal Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling, met steun van het directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie.

Wat houdt deze benadering in?

Het initiatief voor betere uitvoering van het cohesiebeleid behelst een vierledige aanpak:

  • 1. 
    De "taskforce betere uitvoering" helpt nationale en regionale overheden met op maat gesneden actieteams om goed gebruik te maken van de resterende middelen uit de programmeringsperiode 2007-2013. De taskforce heeft de belangrijkste factoren die de uitvoering vertragen onderzocht, en is begonnen met het opstellen van gedetailleerde en alomvattende actieplannen voor elk programma dat gevaar loopt. De Commissie werkt nauw samen met de betrokken lidstaten om oplossingen te zoeken om vastleggingen uit hoofde van het meerjarig financieel kader 2007-2013 optimaal te benutten, zoals de Europese Raad in december 2014 heeft gevraagd.
  • 2. 
    De opbouw van administratieve capaciteit in de lidstaten en de regio’s voor de programma’s in de periode 2014-2020, via de tweede fase van de taskforce en een aantal maatregelen zoals het delen van vaardigheden, de uitwisseling van deskundigen, opleiding en technische bijstand.
  • 3. 
    Commissaris voor Regionaal Beleid Corina Creţu wil nagaan waarom er achterstand is bij regio’s met een laag niveau van economische ontwikkeling of regio’s waar het bbp reeds verschillende jaren achteruitgaat. Voor het cohesiebeleid, dat de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de regio’s van Europa wil verkleinen, is deze trend bijzonder zorgwekkend.
  • 4. 
    De Commissie heeft een groep van deskundigen opgericht om onafhankelijk te beoordelen in welke mate de lidstaten vereenvoudigingen doorvoeren en in kaart te brengen wat de verdere mogelijkheden zijn om de regels te vereenvoudigen. De groep zal aanbevelingen doen om het gebruik van de mogelijkheden voor vereenvoudiging bij de uitvoering van de fondsen voor begunstigden in de programmeringsperiode 2014-2020 te verbeteren. Een secundaire doelstelling is het voorstellen van verdere vereenvoudigen voor de periode na 2020. Deze actie hangt nauw samen met het initiatief van vicevoorzitter Kristalina Georgieva voor een resultaatgerichte EU-begroting.

Hoe is de taskforce betere uitvoering tot stand gekomen?

De oprichting van een speciale taskforce om de lidstaten en regio’s te helpen de middelen van het cohesiebeleid te besteden, was een van de eerste initiatieven die commissaris voor Regionaal Beleid Corina Creţu na haar aantreden heeft genomen. De taskforce heeft tot doel een aantal landen die moeilijkheden ondervinden bij de uitvoering van eerder geplande investeringen te helpen hun "absorptievermogen" te verbeteren en investeringskansen te grijpen door hun administratieve capaciteit te versterken.

Wie stelt de taskforce centraal?

De aandacht van de taskforce is momenteel toegespitst op een groep landen waarvan de absorptiepercentages onder het EU-gemiddelde liggen. Die situatie zou kunnen leiden tot de annulering en het verlies van middelen die zijn toegekend of gepland zijn.

De acht betrokken landen zijn Bulgarije, Hongarije, Italië, Kroatië, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.

Wat doet de taskforce?

Het eerste wat de taskforce heeft gedaan, is de balans opmaken en de situatie onderzoeken door middel van een gestructureerde en uniforme aanpak in de betrokken lidstaten. Dit omvatte het opsporen van de knelpunten en zwakten in de uitvoering voor elke prioritaire as van het betrokken programma. In sommige landen zijn er problemen en vertragingen om grote infrastructuurprojecten te realiseren, met name op het gebied van milieu en vervoer. Andere hebben een algemeen zwakke administratieve capaciteit, en lijden onder meer structurele en governancekwesties.

De taskforce moet voor elke betrokken lidstaat actieplannen opstellen of plannen herzien waar die reeds bestaan. Dit zal zorgen voor een uitwisseling van ervaringen en de verspreiding van goede praktijken tussen de deelnemers. In voorkomend geval bundelt het directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie zijn krachten met het directoraat-generaal Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling om ervoor te zorgen dat ook passende maatregelen worden genomen op het gebied van het Europees Sociaal Fonds.

Gaat het hier over "naming-and-shaming"?

Helemaal niet. Het doel is goede praktijken te bevorderen en een helpende hand te bieden.Ook de administratieve capaciteitsopbouw kan worden verbeterd, met name om de uitvoering in de periode 2014-2020 te verbeteren en lessen te trekken uit het verleden. Dit is de tweede opdracht van de taskforce op middellange termijn. De lidstaten worden aangemoedigd hun begroting voor technische bijstand in het kader van het cohesiebeleid op een meer efficiënte en doelgerichte manier te gebruiken om hun administratieve capaciteit voor de uitvoering van de fondsen te vergroten.

Waarom is administratieve capaciteit belangrijk?

Het cohesiebeleid werkt volgens het beginsel van "gedeeld beheer" — gedeeld tussen de Commissie en de lokale en nationale instellingen die in de lidstaten de fondsen beheren.

Het nieuwe cohesiebeleid voor de periode 2014-2020 legt de nadruk op administratieve capaciteitsopbouw, zodat de lidstaten zich ten volle kunnen aanpassen aan de nieuwe vereisten voor het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen, om hun investeringsprogramma’s doeltreffend uit te voeren en de best mogelijke resultaten te realiseren.

De administratieve capaciteit voor het besteden van de fondsen en het beheren van de door de EU gecofinancierde programma’s en projecten is een cruciale factor voor het succes van het cohesiebeleid van de EU. Wanneer de overheidsdiensten die de middelen beheren (beheersautoriteiten, intermediaire instanties, certificeringsautoriteiten, auditautoriteiten) zwak zijn, worden zij geconfronteerd met belemmeringen en uitdagingen. Het eindresultaat is dat investeringen niet de verwachte voordelen opleveren voor de burgers in de steden en regio’s van Europa. Dit is niet alleen een kwestie van ethiek en regels — een inefficiënte administratie kost ook meer.

Hoe versterkt u de administratieve capaciteit voor een betere uitvoering van de fondsen?

Versterking van de administratieve capaciteit betekent het opzetten van de juiste structuren, menselijke middelen, systemen en instrumenten. Met andere woorden, ervoor zorgen dat de verantwoordelijkheden en taken duidelijk zijn toegewezen; dat het personeel goed is opgeleid; en dat voor het beheer van de middelen de juiste mensen worden aangeworven. Zij moeten ook beschikken over de juiste instrumenten — IT-systemen, handboeken, regels — voor het beheer van de Europese structuur- en investeringsfondsen. Als de systemen en instrumenten voorhanden zijn, zijn de organisaties minder kwetsbaar. Een ander belangrijk element is de governance. Dat betekent dat managers verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, dat er waarborgen zijn tegen corruptie en belangenconflicten en dat transparantie wordt bevorderd.

En meer concreet?

De Europese Commissie is begonnen met een reeks opleidingen om de nieuwe programmeringsperiode voor te bereiden. Die opleidingen zijn bestemd voor nationale en regionale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds. Zij hebben in de eerste plaats betrekking op de programmering en de tenuitvoerlegging, maar er wordt ook ingegaan op vraagstukken van financieel beheer en controle.

Het directoraat-generaal Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling draagt ook bij tot de versterking van de administratieve capaciteit van nationale en regionale overheden door gebruik te maken van analytische/diagnostische hulpmiddelen, richtsnoeren, en op maat gesneden ondersteunende mechanismen, zoals de uitwisseling van goede praktijken en ervaringen, of door het faciliteren van peer-to-peernetwerken. De nadruk ligt daarbij op het verlenen van bijstand om de investeringen van de EU beter te beheren.

De Commissie heeft onlangs twee nieuwe initiatieven genomen: het TAIEX-REGIO PEER 2 PEER exchange system (opgestart op 24 maart) en de Integriteitspacten:

PEER 2 PEER is bestemd voor de 24 000 ambtenaren die werken voor instellingen die de financiering en projecten in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds beheren. Het reageert rechtstreeks op specifieke verzoeken van in de onlinedatabase geregistreerde autoriteiten en zal steun verlenen in de vorm van deskundigenmissies, studiebezoeken en specifieke workshops. Ambtenaren die bereid zijn hun kennis te delen, kunnen zich laten registreren in de databank van deskundigen.

  • De Integriteitspacten zijn door de ngo Transparency International ontwikkeld om regeringen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld te helpen het vertrouwen en de transparantie met betrekking tot overheidsopdrachten te verbeteren. De Commissie wil nu integriteitspacten invoeren voor verschillende door de EU medegefinancierde projecten van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

Een integriteitspact voor fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt een juridisch bindende overeenkomst tussen de beheersautoriteit en ondernemingen die inschrijven op overheidsopdrachten, volgens welke zij een transparante en doelmatige aanbestedingsprocedure zullen volgen. Met het oog op meer verantwoording zullen de integriteitspacten een monitoringsysteem omvatten dat wordt geleid door een daarvoor geselecteerde maatschappelijke organisatie.

De oproep tot het indienen van blijken van belangstelling om mede leiding te geven aan dit instrument in projecten in de lidstaten met medefinanciering door het cohesiebeleid zal in mei 2015 worden bekendgemaakt. Autoriteiten en begunstigden worden aangemoedigd gebruik te maken van dit initiatief.

Kunnen lidstaten en regio’s op andere manieren investeren in efficiënte overheidsdiensten?

Behalve van technische bijstand zouden de daarvoor in aanmerking komende lidstaten ook gebruik moeten maken van maatregelen ter ondersteuning van bredere institutionele capaciteitsopbouw. Door het Europees Sociaal Fonds en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ondersteunde investeringen in institutionele capaciteitsopbouw en doelmatig openbaar bestuur (thematische doelstelling 11) hebben een bredere langetermijndoelstelling. De nadruk ligt op echte hervormingen en systemische verandering om de prestaties van overheidsdiensten te verbeteren, ongeacht hun rol bij het beheer van middelen van de EU.

In de periode 2014-2020 zullen de Europese structuur- en investeringsfondsen steun blijven verlenen voor de opbouw van institutionele capaciteit en voor institutionele hervormingen. Het doel van die steun is het creëren van instellingen die stabiel en voorspelbaar zijn en flexibel genoeg om te reageren op maatschappelijke uitdagingen, die openstaan voor een dialoog met de burger, die nieuwe oplossingen kunnen vinden en betere diensten verlenen. Zij beoogt meer efficiënte organisatorische processen, modern beheer, en gemotiveerde en goed opgeleide ambtenaren.

De ondersteuning van administratieve hervormingen als onderdeel van de thematische doelstelling institutionele capaciteitsopbouw in de programmeringsperiode 2014-2020 is gekoppeld aan de respectieve landenspecifieke aanbevelingen, de daarmee verband houdende werkdocumenten van de diensten van de Commissie, in voorkomend geval de economische aanpassingsprogramma’s, en de nationale hervormingsprogramma’s.

Is er in de volgende programmeringsperiode geld beschikbaar voor deze inspanning?

Ja. In de begroting voor het nieuwe cohesiebeleid voor de periode 2014-2020 is circa 4,8 miljard euro geprogrammeerd om de opbouw van institutionele capaciteit en hervormingen te ondersteunen. De middelen zullen ook worden gebruikt om door middel van technische bijstand de capaciteit te versterken van de instellingen die rechtstreeks bij de uitvoering betrokken zijn.

Hoe helpt u fraude en corruptie te bestrijden?

0,2 % van alle gerapporteerde fouten bij het beheer van het cohesiebeleid zijn het gevolg van fraude. De Commissie heeft een nultolerantie voor fraude en corruptie en verwacht van de lidstaten en regio’s hetzelfde. De financiële steun moet worden gebruikt voor de ondersteuning van het concurrentievermogen, de verbetering van de productiviteit en het scheppen van nieuwe banen. Bij het onderzoek van partnerschapsovereenkomsten en operationele programma’s verlangt de Commissie een duidelijk engagement van de lidstaten om maatregelen te nemen ter voorkoming van fraude, en zij ziet daar nauwlettend op toe.

In december 2013 heeft de Commissie samen met Transparency International een internationale conferentie georganiseerd, gevolgd door een reeks nationale seminars over de bestrijding van fraude in de Europese structuur- en investeringsfondsen. De voornaamste doelstelling daarvan was om ambtenaren praktische instrumenten ter beschikking te stellen waarmee misbruik van middelen kan worden voorkomen.

Een van de concrete resultaten van deze seminars was de toepassing van het systeem van de door Transparency International ontwikkelde integriteitspacten op door het cohesiebeleid gesteunde projecten.

De Commissie heeft ook een nieuw IT-instrument ontwikkeld dat de naam ARACHNE draagt, en moedigt de lidstaten aan om daarvan gebruik te maken. Dit instrument combineert monitoringgegevens van de Europese structuur- en investeringsfondsen met externe gegevensbanken en helpt de beheersautoriteiten bij het opsporen van projecten met een hoger risico die grondiger toezicht vergen.

Meer informatie:

PEER 2 PEER

European Commission and Transparency International join forces for better spending of EU investments

Op de InfoRegio-website: Improving how funds are invested and managed

Op de ESF-website: Betere overheidsdiensten

MEMO/15/4654

 

Voor het publiek: