2014/887/EU: Besluit van de Raad van 4 december 2014 betreffende de goedkeuring namens de Europese Unie van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze

1.

Tekst

10.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 353/5

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 4 december 2014

betreffende de goedkeuring namens de Europese Unie van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze

(2014/887/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europese Unie beijvert zich om een gemeenschappelijke justitiële ruimte tot stand te brengen die is gebaseerd op het beginsel wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen.

 

(2)

Het op 30 juni 2005 onder auspiciën van de Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht gesloten Verdrag inzake bedingen van forumkeuze („het verdrag”) levert een waardevolle bijdrage aan de bevordering van de partijautonomie in internationale handelstransacties en aan een grotere voorspelbaarheid van gerechtelijke oplossingen in geval van dergelijke transacties. Het verdrag biedt de partijen met name de nodige rechtszekerheid dat hun forumkeuzebeding zal worden geëerbiedigd en dat een door de gekozen rechter gegeven beslissing in aanmerking zal komen voor erkenning en tenuitvoerlegging in internationale zaken.

 

(3)

Op grond van artikel 29 van het verdrag kunnen regionale organisaties voor economische integratie, zoals de Europese Unie, het verdrag ondertekenen, aanvaarden of goedkeuren of tot het verdrag toetreden. De Unie heeft het verdrag ondertekend op 1 april 2009, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een later tijdstip, overeenkomstig Besluit 2009/397/EG van de Raad (1).

 

(4)

Het verdrag heeft gevolgen voor de secundaire wetgeving van de Unie in verband met de op de keuze van partijen gebaseerde rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en de tenuitvoerlegging van de daaruit voortvloeiende rechterlijke beslissingen, in het bijzonder voor Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad (2), die met ingang van 10 januari 2015 moet worden vervangen door Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3).

 

(5)

Met de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1215/2012 heeft de Unie de weg vrijgemaakt voor de goedkeuring van het verdrag, namens de Unie, door voor samenhang te zorgen tussen de regels van de Unie inzake de forumkeuze in burgerlijke en handelszaken en de regels van het verdrag.

 

(6)

Bij de ondertekening van het verdrag heeft de Unie op basis van artikel 30 van het verdrag verklaard dat zij bevoegd is voor alle door dit verdrag beheerste aangelegenheden. Het verdrag is derhalve bindend voor de lidstaten krachtens de goedkeuring ervan door de Unie.

 

(7)

De Unie moet bij de goedkeuring van het verdrag voorts een verklaring krachtens artikel 21 afleggen waardoor verzekeringsovereenkomsten in het algemeen, behoudens bepaalde welomschreven uitzonderingen, van het toepassingsgebied van het verdrag worden uitgesloten. Een dergelijke verklaring heeft als doelstelling de beschermende bevoegdheidsregels te handhaven die de verzekeringnemer, de verzekerde of een begunstigde in verzekeringsaangelegenheden op grond van Verordening (EG) nr. 44/2001 ter beschikking staan. De uitsluiting moet beperkt blijven tot wat nodig is ter bescherming van de belangen van de zwakkere partijen bij verzekeringsovereenkomsten. Zij dient derhalve geen betrekking te hebben op herverzekeringsovereenkomsten en overeenkomsten betreffende grote risico's. De Unie dient tegelijkertijd in een unilaterale verklaring aan te geven dat zij in een latere fase, in het licht van de ervaring met de toepassing van het verdrag, opnieuw zal beoordelen of de verklaring krachtens artikel 21 gehandhaafd moet blijven.

 

(8)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EG) nr. 44/2001 en nemen dan ook deel aan de vaststelling en de toepassing van dit besluit.

 

(9)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit dat bijgevolg niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze („het verdrag”) wordt hierbij namens de Europese Unie goedgekeurd (4).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om namens de Europese Unie de in artikel 27, lid 4, van het verdrag bedoelde akte van goedkeuring neer te leggen.

De in de eerste alinea bedoelde neerlegging van de akte van goedkeuring vindt plaats binnen een maand te rekenen vanaf 5 juni 2015 (5).

Artikel 3

  • 1. 
    Bij het neerleggen van de in artikel 27, lid 4, van het verdrag bedoelde akte van goedkeuring legt de Unie overeenkomstig artikel 21 van het verdrag een verklaring betreffende verzekeringsovereenkomsten af.

De tekst van die verklaring is als bijlage I aan dit besluit gehecht.

  • 2. 
    Bij het neerleggen van de in artikel 27, lid 4, van het verdrag bedoelde akte van goedkeuring, legt de Unie een unilaterale verklaring af.

De tekst van die verklaring is als bijlage II aan dit besluit gehecht.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 4 december 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    ORLANDO
 

  • (1) 
    Besluit 2009/397/EG van de Raad van 26 februari 2009 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake bedingen van forumkeuze (PB L 133 van 29.5.2009, blz. 1).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
  • (5) 
    De datum waarop het verdrag voor de Unie in werking treedt, zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
 

BIJLAGE I

Verklaring van de Europese Unie bij de goedkeuring van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze („het verdrag”) overeenkomstig artikel 21 daarvan

Deze verklaring, die bepaalde typen verzekeringsovereenkomsten uitsluit van de werkingssfeer van het verdrag, heeft als doelstelling het beschermen van bepaalde verzekeringnemers, verzekerden en begunstigden die overeenkomstig het interne EU-recht bijzondere bescherming ontvangen.

 

1.

De Europese Unie verklaart, overeenkomstig artikel 21 van het verdrag, dat zij het verdrag niet op verzekeringsovereenkomsten zal toepassen, behalve als bepaald in lid 2 hieronder.

 

2.

De Europese Unie zal het verdrag in de volgende gevallen toepassen op verzekeringsovereenkomsten:

 

a)

indien het een herverzekeringsovereenkomst betreft;

 

b)

indien het forumkeuzebeding werd gesloten na het ontstaan van het geschil;

 

c)

indien, onverminderd artikel 1, lid 2, van het verdrag, het forumkeuzebeding werd gesloten tussen een verzekeringnemer en een verzekeraar die beiden op het tijdstip waarop de verzekeringsovereenkomst werd gesloten, hun woonplaats of hun gewone verblijfplaats in dezelfde verdragsluitende staat hadden, en het beding de rechterlijke instanties van die staat bevoegd maakt, zelfs als het schade veroorzakend feit zich in het buitenland heeft voorgedaan, op voorwaarde dat een dergelijk beding niet strijdig is met het recht van die staat;

 

d)

indien het forumkeuzebeding betrekking heeft op een verzekeringsovereenkomst die een of meer van de volgende risico's die als grote risico's worden beschouwd, dekt:

 

i)

elk verlies of schade, voortvloeiend uit gevaren die verband houden met het gebruik voor handelsdoeleinden, van of aan:

 

a)

zeeschepen, vaste installaties in de kustwateren of in volle zee, of schepen voor de vaart op rivieren, kanalen of meren;

 

b)

luchtvaartuigen;

 

c)

rollend spoorwegmaterieel;

 

ii)

elk verlies van of schade aan goederen in transit of andere bagage dan bagage van passagiers, ongeacht de vervoersvorm;

 

iii)

elke aansprakelijkheid, met uitzondering van die voor lichamelijk letsel van passagiers of verlies van of schade aan hun bagage, die voortvloeit uit het gebruik of de exploitatie van:

 

a)

schepen, installaties of vaartuigen als bedoeld in punt i), onder a);

 

b)

luchtvaartuigen, voor zover het recht van de verdragsluitende partij waar dergelijke luchtvaartuigen zijn geregistreerd, forumkeuzebedingen betreffende het verzekeren van dergelijke risico's niet verbiedt;

 

c)

rollend spoorwegmaterieel;

 

iv)

elke aansprakelijkheid, met uitzondering van die voor lichamelijk letsel aan passagiers dan wel verlies van of schade aan hun bagage, voor verlies of schade veroorzaakt door goederen in transit of bagage als bedoeld in punt ii);

 

v)

elk financieel verlies in verband met het gebruik of de exploitatie van de schepen, installaties, vaartuigen, luchtvaartuigen of het rollend spoorwegmaterieel overeenkomstig punt i), met name verlies van vracht of verlies van opbrengst van vervrachting;

 

vi)

elk risico of belang in verband met een van de in de punten i) tot en met v) genoemde risico's;

 

vii)

elk kredietrisico of borgtochtrisico waarbij de verzekeringnemer in het kader van een bedrijf of beroep een industriële of commerciële activiteit dan wel een vrij beroep uitoefent en het risico daarop betrekking heeft;

 

viii)

andere risico's waarbij de verzekeringsnemer een bedrijf exploiteert dat ten minste twee van de volgende limieten overschrijdt:

 

a)

een balanstotaal van 6,2 miljoen EUR;

 

b)

een netto-omzet van 12,8 miljoen EUR;

 

c)

een gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar van 250 personen.

 

BIJLAGE II

Unilaterale verklaring van de Europese Unie bij de goedkeuring van het Haags Verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze („het verdrag”)

De Europese Unie legt de volgende unilaterale verklaring af:

„De Europese Unie verklaart dat zij in een later stadium, in het licht van de ervaring met de toepassing van het verdrag, opnieuw kan beoordelen of haar verklaring krachtens artikel 21 van het verdrag gehandhaafd moet blijven.”

 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.