Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 Voor de EER relevante tekst - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
7.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 169/54 |
VERORDENING (EU) Nr. 557/2014 VAN DE RAAD
van 6 mei 2014
tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2
(Voor de EER relevante tekst)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 187 en artikel 188, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Publiek-private partnerschappen in de vorm van gezamenlijke technologie-initiatieven werden voor het eerste mogelijk gemaakt door Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1). |
(2) |
In Beschikking 2006/971/EG van de Raad (2) werden specifieke publiek-private partnerschappen aangeduid die moeten worden ondersteund, waaronder een publiek-privaat partnerschap met betrekking tot het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen tussen de Unie en de Europese federatie van de farmaceutische industrie en verenigingen („European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations” — „Efpia”). |
(3) |
De mededeling van de Commissie met als titel „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” (de „Europa 2020-strategie”), onderschreven door het Europees Parlement en de Raad, benadrukt dat gunstige voorwaarden voor investeringen in kennis en innovatie moeten worden ontwikkeld teneinde slimme, duurzame en inclusieve groei in de Unie te verwezenlijken. |
(4) |
Bij Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) werd Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) („Horizon 2020”) vastgesteld. Horizon 2020 beoogt een groter effect met betrekking tot onderzoek en innovatie te bewerkstelligen door financiering uit hoofde van Horizon 2020 en uit de private sector te combineren in publiek-private partnerschappen voor kerngebieden waarop onderzoek en innovatie die kunnen bijdragen tot de bredere concurrentiedoelstellingen van de Unie, het aantrekken van particuliere investeringen en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Deze partnerschappen dienen gebaseerd te zijn op een langetermijnbetrokkenheid, waarbij sprake is van een evenwichtige bijdrage door alle partners; ze moeten worden afgerekend op het behalen van hun doelstellingen en moeten worden afgestemd op de strategische doelstellingen van de Unie op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Het beheer en de werking van deze partnerschappen moeten open, transparant, effectief en efficiënt zijn, en moeten een brede reeks belanghebbenden die op hun specifieke gebieden actief zijn, de gelegenheid bieden deel te nemen. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1291/2013 kan de betrokkenheid van de Unie bij deze partnerschappen bestaan in financiële bijdragen aan gemeenschappelijke ondernemingen die op grond van artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie uit hoofde van Besluit nr. 1982/2006/EG zijn opgericht. |
(5) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 en Besluit 2013/743/EU van de Raad) (4) dienen de krachtens Besluit nr. 1982/2006/EG opgerichte gemeenschappelijke ondernemingen verdere ondersteuning te krijgen onder de voorwaarden omschreven in Besluit 2013/743/EU. |
(6) |
De gemeenschappelijke onderneming die uitvoering geeft aan het gezamenlijk technologie — initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (Innovative Medicine Initiative) (hierna „de Gemeenschappelijke Onderneming IMI”), die is opgericht bij Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad (5), heeft aangetoond dat middelen doeltreffend kunnen worden gemobiliseerd door een aantal partners uit de farmaceutische industrie, de academische wereld, kleine en middelgrote ondernemingen („kmo’s”; elders ook aangeduid als het midden- en kleinbedrijf of het mkb), patiëntenorganisaties en toezichthouders bij elkaar te brengen. |
(7) |
Voorts heeft de Gemeenschappelijke Onderneming IMI geleid tot een nauwere samenwerking tussen belanghebbenden op het gebied van medisch onderzoek en innovatie doordat hierdoor de expertise van andere partners toegankelijker is gemaakt en de samenwerking tussen de farmaceutische industrie en andere belanghebbenden in de Unie is geïntensiveerd dankzij de vaststelling van alomvattende onderzoeksagenda’s en een horizontale beleidscoördinatie. Geen enkel ander Europees of nationaal programma is er in geslaagd een zo intensieve samenwerking tussen bedrijven uit de farmaceutische sector mogelijk te maken als het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen („IMI”). In de tussentijdse evaluatie van de gemeenschappelijke onderneming IMI werd onderstreept dat de onderneming de verschillende belanghebbenden in staat stelt om van elkaar te leren en het wederzijds begrip tussen de belanghebbenden versterkt, hetgeen alle partijen tot voordeel strekt en in niet geringe mate heeft bijgedragen tot de overgang naar een open innovatiemodel voor biofarmaceutisch onderzoek. |
(8) |
Er moet onderzoek in verband met de toekomst van de geneeskunde worden verricht op gebieden waar de combinatie van doelstellingen met betrekking tot de maatschappij, de volksgezondheid en het concurrentievermogen van de biomedische industrie het noodzakelijk maakt dat middelen worden gebundeld en de samenwerking tussen de publieke en de private sector wordt gestimuleerd, met deelname van kmo’s. De reikwijdte van het initiatief moet worden uitgebreid om alle aspecten van onderzoek en innovatie op biowetenschappelijk gebied te dekken. Dat is belangrijk voor de volksgezondheid, zoals wordt aangegeven in het verslag van de Wereldgezondheidsorganisatie, met als titel „Priority Medicines for Europe and the World”, dat is geactualiseerd in 2013. Er moet derhalve naar worden gestreefd dat er meer partners, met inbegrip van middelgrote ondernemingen, uit verschillende sectoren, zoals biomedische beeldvorming, medische informatietechnologie, de diagnostische en/of diergezondheidssector, bij het initiatief worden betrokken. Bredere deelname kan bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe benaderingen en technologieën voor de preventie, diagnose en behandeling van ziekten die een groot effect hebben op de volksgezondheid. |
(9) |
Een nieuwe gemeenschappelijke onderneming moet worden opgericht om uitvoering te geven aan het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (hierna „de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2”) en moet de Gemeenschappelijke Onderneming IMI vervangen en opvolgen. De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet ernaar streven de capaciteit te versterken van kleinere actoren, zoals onderzoeksorganisaties, universiteiten en kmo’s, opdat zij kunnen deelnemen aan open innovatiemodellen, en moet de betrokkenheid van kmo’s bij haar activiteiten stimuleren, in overeenstemming met haar doelstellingen. |
(10) |
Bij de voortzetting van dit initiatief moeten ook de ervaringen in aanmerking worden genomen die zijn opgedaan met de werkzaamheden die in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI zijn uitgevoerd, alsmede de resultaten van de desbetreffende tussentijdse evaluatie en aanbevelingen van belanghebbenden en voor de uitvoering moeten een meer doelgerichte structuur en regels worden gebruikt die de efficiëntie verhogen en leiden tot vereenvoudigingen op operationeel gebied. Hiertoe moet in het kader van IMI 2 een financieel reglement worden aangenomen dat is afgestemd op de behoeften van de onderneming, overeenkomstig artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6). |
(11) |
De andere leden dan de Unie, van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 hebben schriftelijk ingestemd met het voortzetten van de onderzoeksactiviteiten op het gebied van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 binnen een structuur die beter past bij de aard van een publiek-privaat partnerschap. Het is passend dat de andere leden dan de Unie, uit de particuliere sector die aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 deelnemen, de in de bijlage bij deze verordening opgenomen statuten aanvaarden door middel van een schriftelijke instemming. |
(12) |
Opdat de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 verder kunnen worden ontwikkeld, dient het lidmaatschap ook open te staan voor andere juridische entiteiten. Voorts moet juridische entiteiten die belangstelling hebben voor het ondersteunen van de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, de mogelijkheid worden geboden om geassocieerde partners in de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 te worden. |
(13) |
Elke in aanmerking komende instelling moet kunnen deelnemer of coördinator van de geselecteerde projecten worden. |
(14) |
Opdat deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt moet de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 de deelnemers hoofdzakelijk financieel ondersteunen in de vorm van subsidies na open en vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen. |
(15) |
De deelnemers moeten volledig worden geïnformeerd over alle toepasselijke wettelijke en procedurele voorwaarden, daaronder begrepen de voorwaarden die zijn vastgelegd op grond van artikel 1, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7), met name wat betreft de subsidiabiliteit en het gebruik en de verspreiding van resultaten. Die voorwaarden moeten consistent en redelijk zijn, en moeten ervoor zorgen dat de deelnemers eerlijk en billijk worden behandeld wat betreft eigendom van, en toegang tot, de resultaten van de projecten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. |
(16) |
De bijdragen van de andere leden dan de Unie moeten verband houden met de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en, samen met de bijdragen van de geassocieerde partners voor hun specifieke onderzoeksgebied, met de medefinanciering die vereist is om acties op het gebied van onderzoek en innovatie uit te voeren die door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 worden ondersteund. |
(17) |
Deelname aan acties onder contract die worden gefinancierd door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moeten voldoen aan Verordening (EU) nr. 1290/2013. De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet er bovendien op toezien dat die regels consequent worden toegepast, op basis van de desbetreffende maatregelen die de Commissie heeft vastgesteld. |
(18) |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet ook gebruikmaken van de elektronische middelen die door de Commissie worden beheerd, teneinde openheid en transparantie te waarborgen en de deelname te vergemakkelijken. Derhalve moeten de oproepen tot het indienen van voorstellen die de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 doet, ook worden bekendgemaakt op het centraal deelnemersportaal en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020. Voorts moeten relevante gegevens over onder meer voorstellen, aanvragers, subsidies en deelnemers ter beschikking worden gesteld door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, opdat zij in de door de Commissie beheerde elektronische verslagleggings- en verspreidingssystemen kunnen worden opgenomen, in een gepast formaat en volgens de periodiciteit overeenkomstig de verslagleggingsverplichtingen van de Commissie. |
(19) |
De financiële bijdrage van de Unie moet worden beheerd overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer en de relevante regels voor indirect beheer zoals vastgesteld bij Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (8). |
(20) |
Ten behoeve van de vereenvoudiging dienen de administratieve lasten voor alle betrokken partijen te worden verminderd. Dubbele audits en onevenredige hoeveelheden documentatie en verslaglegging moeten worden vermeden. Audits bij ontvangers van financiering van de Unie uit hoofde van deze verordening moeten worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013. |
(21) |
De financiële belangen van de Unie en de overige leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moeten gedurende de gehele uitgavencyclus worden beschermd door middel van evenredige maatregelen, waaronder de preventie, de opsporing van en het onderzoek naar onregelmatigheden, de terugvordering van verloren gegane, ten onrechte betaalde of verkeerd bestede middelen en, indien nodig, financiële sancties in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. |
(22) |
De interne auditor van de Commissie oefent met betrekking tot de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dezelfde bevoegdheden uit als die welke hij uitoefent met betrekking tot de Commissie. |
(23) |
Gezien de specifieke aard en de huidige status van de gemeenschappelijke ondernemingen, en teneinde de continuïteit met het zevende kaderprogramma te garanderen, dienen de gemeenschappelijke ondernemingen het voorwerp te blijven van een afzonderlijke kwijtingsprocedure. In afwijking van artikel 60, lid 7, en artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 moet de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 derhalve aan het Europees Parlement worden toevertrouwd, op aanbeveling van de Raad. Derhalve mogen de verslagleggingsvereisten van artikel 60, lid 5, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 niet van toepassing zijn op de financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 maar moeten zij zoveel mogelijk in overeenstemming worden gebracht met die waarin is voorzien voor organen als bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. De controle van de rekeningen en van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen dient door de Rekenkamer te worden verricht. |
(24) |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dient op een open en transparante manier te functioneren door alle relevante informatie tijdig aan haar bevoegde organen ter beschikking te stellen en haar activiteiten, waaronder informatie- en verspreidingsactiviteiten, bij het bredere publiek te bevorderen. Het reglement van orde van de organen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet openbaar worden gemaakt. |
(25) |
Het wetenschappelijk gezondheidspanel was in het kader van Horizon 2020 ingesteld als een wetenschapsgedreven platform voor belanghebbenden, teneinde wetenschappelijke input te leveren, een samenhangende en gerichte wetenschappelijke analyse te verstrekken van knelpunten en kansen op het gebied van onderzoek en innovatie in verband met de maatschappelijke uitdaging inzake gezondheidszorg, demografische veranderingen en welzijn van Horizon 2020, bij te dragen tot het vaststellen van de onderzoeks- en innovatieprioriteiten ter zake, en een Uniebrede wetenschappelijke deelname aan zijn activiteiten te bevorderen. Het helpt, door middel van actieve samenwerking met belanghebbenden, bij het opbouwen van capaciteiten en bij het delen van kennis, en stimuleert intensievere samenwerking in de gehele Unie op dit gebied. De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dient derhalve waar passend met het wetenschappelijke panel voor gezondheid samen te werken en informatie uit te wisselen. |
(26) |
Horizon 2020 dient bij te dragen aan het dichten van de kloof binnen de Unie op het gebied van onderzoek en innovatie, door de synergie met de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) te bevorderen. Derhalve moet de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 streven naar een nauwe wisselwerking met de ESI-fondsen, die specifiek kunnen helpen om lokaal, regionaal en nationaal de onderzoeks- en innovatiecapaciteiten in het kader van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 te versterken en doordachte maatregelen op het gebied van specialisatie kunnen ondersteunen. |
(27) |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI was opgericht voor een periode die liep tot en met 31 december 2017. De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet verdere steun bieden aan het onderzoeksprogramma inzake innovatieve geneesmiddelen door uitvoering te geven aan de resterende acties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008, in overeenstemming met diezelfde verordening. De overgang van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI naar de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 moet worden afgestemd op en gesynchroniseerd met de overgang van het zevende kaderprogramma naar Horizon 2020 om ervoor te zorgen dat de voor onderzoek beschikbare financiering optimaal wordt besteed. In het belang van rechtszekerheid en duidelijkheid moet Verordening (EG) nr. 73/2008 derhalve worden ingetrokken en moeten overgangsbepalingen worden vastgesteld. |
(28) |
Gezien het doel van Horizon 2020, namelijk meer eenvoud en samenhang, moeten alle oproepen tot het indienen van voorstellen door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 de looptijd van Horizon 2020 in acht nemen. |
(29) |
Daar de doelstelling van deze verordening, met name de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 teneinde het industriële onderzoek en innovatie te versterken over de hele Unie, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege het voorkomen van duplicering, het behouden van de kritische massa en het waarborgen van een optimale benutting van de overheidsfinanciering, beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Oprichting
-
1.Voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen wordt een gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (de „Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2”) opgericht voor de periode tot en met 31 december 2024. Teneinde rekening te houden met de looptijd van Horizon 2020 moeten oproepen tot het indienen van voorstellen door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 uiterlijk op 31 december2020 geopend worden. In met redenen omklede gevallen kunnen oproepen tot het indienen van voorstellen worden geopend tot en met 31 december 2021.
-
2.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 vervangt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI die is opgericht bij Verordening (EG) nr. 73/2008, en volgt deze op.
-
3.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 vormt een orgaan waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap wordt toevertrouwd, als bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.
-
4.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 heeft rechtspersoonlijkheid. In elke lidstaat bezit zij de ruimste handelingsbevoegdheid die door de wetgeving van de betrokken lidstaat aan rechtspersonen wordt verleend. Zij kan met name roerend en onroerend goederen verwerven of vervreemden en in rechte optreden.
-
5.De zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bevindt zich in Brussel, België.
-
6.De statuten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zijn in de bijlage opgenomen.
Artikel 2
Doelstellingen
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 heeft de volgende doelstellingen:
a) |
ondersteuning bieden, overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1291/2013, voor de ontwikkeling en uitvoering van preconcurrentieel onderzoek en van innovatieactiviteiten die van strategisch belang zijn voor de concurrentiepositie en het industrieel leiderschap van de Unie, dan wel specifieke maatschappelijke problemen aanpakken, in het bijzonder zoals omschreven in de delen II en III van bijlage I bij Besluit 2013/743/EU van de Raad, en met name de uitdaging om de gezondheid en het welzijn van de Europese burgers te verbeteren; |
b) |
bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen, in het bijzonder teneinde:
|
Artikel 3
Financiële bijdrage van de Unie
-
1.De financiële bijdrage van de Unie, met inbegrip van EVA-kredieten, aan de administratiekosten en de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bedraagt maximum 1 638 000 000 EUR en is als volgt samengesteld:
a) |
een maximumbedrag van 1 425 000 000 EUR, dat correspondeert met de bijdrage van de Europese Federatie van verenigingen van Farmaceutische bedrijven (European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations — „Efpia”), of van haar samengestelde of gelieerde entiteiten; |
b) |
een maximumbedrag van 213 000 000 EUR, dat correspondeert met de aanvullende bijdragen van andere leden, geassocieerde partners, of van hun samenstellende entiteiten of gelieerde entiteiten. |
De bijdrage van de Unie wordt betaald uit de kredieten in de algemene begroting van de Unie gereserveerd voor het specifieke programma van Horizon 2020 tot uitvoering van Horizon 2020 overeenkomstig artikel 58, lid 1, onder c), iv), en de artikelen 60 en 61 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 voor organen als bedoeld in artikel 209 van die verordening.
-
2.De regelingen betreffende de financiële bijdrage van de Unie worden vastgelegd in een delegatieovereenkomst en jaarlijkse overeenkomsten betreffende de overdracht van middelen, die worden gesloten tussen de Commissie, namens de Unie, en de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
-
3.De in lid 2 van dit artikel bedoelde delegatieovereenkomst heeft betrekking op de aspecten vastgelegd in artikel 58, lid 3, en de artikelen 60 en 61 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, alsmede in artikel 40 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012, alsmede onder meer op de volgende zaken:
a) |
de voorwaarden voor de bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wat betreft de relevante prestatie-indicatoren als bedoeld in bijlage II bij Besluit 2013/743/EU; |
b) |
de voorwaarden voor de bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 in het licht van het toezicht als bedoeld in bijlage III bij Besluit 2013/743/EU; |
c) |
de specifieke prestatie-indicatoren voor het functioneren van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2; |
d) |
de regelingen betreffende het verstrekken van de benodigde gegevens om de Commissie in staat te stellen aan haar verplichtingen van informatieverspreiding en verslaglegging te voldoen, onder meer op het centraal deelnemersportaal en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020; |
e) |
bepalingen inzake de bekendmaking van oproepen tot het indienen van voorstellen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, tevens op het centraal deelnemersportaal en via andere door de Commissie beheerde elektronische verspreidingsmiddelen van Horizon 2020; |
f) |
het gebruik van en de veranderingen in personele middelen, met name aanwerving per functiegroep, rang en categorie, de procedure voor herclassificatie en eventuele wijzigingen van het aantal personeelsleden. |
Artikel 4
Bijdragen van andere leden dan de Unie en van geassocieerde partners
-
1.De Efpia draagt ten minste 1 425 000 000 EUR bij of draagt er zorg voor dat haar samenstellende of gelieerde entiteiten ten minste dat bedrag verstrekken. Andere leden dan de Unie of geassocieerde partners verstrekken de bijdragen of regelen dat hun samenstellende of gelieerde entiteiten bijdragen verstrekken overeenkomstig de bedragen waartoe zij zich verbonden hebben toen zij lid of geassocieerd partner werden.
-
2.De in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdrage bestaat uit de bijdragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zoals vastgelegd in artikel 13, lid 2, artikel 13, lid 3, onder b), en artikel 13, lid 3, onder c), van de opgenomen statuten. Bijdragen in natura welke bestaan uit kosten gemaakt in andere dan de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen, worden gemotiveerd en moeten relevant zijn voor de in artikel 2 van deze verordening bepaalde doelstellingen. Op het niveau van het IMI 2-programma zijn deze bijdragen niet hoger dan 30 % van de subsidiabele kosten die door andere leden dan de Unie en door de geassocieerde partners zijn gemaakt.
-
3.Andere leden dan de Unie en de geassocieerde partners brengen jaarlijks uiterlijk op 31 januari verslag uit aan de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 over de waarde van de in lid 2 bedoelde bijdragen verstrekt in elk van de voorafgaande begrotingsjaren. Ook de groep vertegenwoordigers van de staten wordt daarvan tijdig ingelicht.
-
4.Voor de raming van de in artikel 13, lid 3, onder b), van de statuten bedoelde bijdragen worden de kosten vastgesteld overeenkomstig de gebruikelijke kostenberekeningsmethoden van de betreffende entiteiten, overeenkomstig de boekhoudkundige normen die van toepassing zijn in het land waar de entiteit is gevestigd en overeenkomstig de van toepassing zijnde internationale boekhoudnormen en internationale normen voor financiële verslaglegging (IFRS). De kosten worden gecertificeerd door een door de betrokken entiteit aangewezen onafhankelijke externe auditor. De waarderingsmethode van de bijdragen kan door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 worden geverifieerd indien er enige onduidelijkheid is ontstaan uit de certificering. Indien er nog steeds onduidelijkheden zijn, kan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 een controle uitvoeren.
-
5.De Commissie kan overgaan tot het beëindigen, evenredig verlagen of schorsen van de financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dan wel tot het inleiden van de in artikel 21, lid 2, van de statuten bedoelde ontbindingsprocedure indien de betrokken leden en geassocieerde partners, hun samenstellende of gelieerde entiteiten de in lid 2 van dit artikel bedoelde bijdragen niet, slechts gedeeltelijk of te laat verstrekken.
Artikel 5
Financiële regeling
Onverminderd artikel 12 van deze verordening stelt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 haar specifieke financiële regels vast overeenkomstig artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie (9).
Artikel 6
Personeel
-
1.Het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie zoals vastgelegd in Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (10) (hierna het „Statuut” en de „Regeling (die van toepassing is op de andere personeelsleden)”) en de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de instellingen van de Unie met het doel dit Statuut en deze Regeling ten uitvoer te leggen, zijn van toepassing op het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
-
2.De raad van bestuur oefent met betrekking tot het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 de bevoegdheden tot aanstelling uit die krachtens het Statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag zijn toegekend en de bevoegdheden krachtens de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden zijn toegekend aan het tot het sluiten van arbeidscontracten bevoegde gezag (hierna „de bevoegdheden tot aanstelling”).
Overeenkomstig artikel 110 van het Statuut kan de raad van bestuur, op grond van artikel 2, lid 1, van het Statuut en van artikel 6 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, een besluit aannemen om de bevoegdheden tot aanstelling te delegeren aan de uitvoerend directeur en de voorwaarden vast te stellen waaronder die delegatie kan worden geschorst. De uitvoerend directeur kan deze bevoegdheden op zijn beurt subdelegeren.
Indien uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen, kan de raad van bestuur een besluit nemen om de delegatie van de bevoegdheden tot aanstelling aan de uitvoerend directeur en elke daaropvolgende door hem verleende subdelegatie van die bevoegdheden tijdelijk te schorsen. In dergelijke gevallen, oefent de raad van bestuur de bevoegdheden tot aanstelling zelf uit of worden deze gedelegeerd aan een van zijn leden of aan een ander personeelslid van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dan de uitvoerend directeur.
-
3.De raad van bestuur neemt overeenkomstig artikel 110 van het Statuut passende regels aan ter uitvoering van het Statuut en van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.
-
4.De personele middelen worden bepaald in de personeelsformatie van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, waarin het aantal tijdelijke aantal aanstellingen per functiegroep en per rang alsmede het aantal arbeidscontractanten wordt vermeld uitgedrukt in voltijdequivalenten, in overeenstemming met de jaarbegroting van de Gemeenschappelijke Onderneming.
-
5.Het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bestaat uit tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.
-
6.Alle personeelskosten komen ten laste van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
Artikel 7
Gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs
-
1.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 kan gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs inzetten die niet in dienst zijn van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. Het aantal gedetacheerde nationale deskundigen uitgedrukt in voltijdequivalenten wordt toegevoegd aan de in artikel 6, lid 4, bedoelde informatie over het personeel, in overeenstemming met de jaarbegroting.
-
2.De raad van bestuur neemt een besluit aan betreffende de regels voor detachering van nationale deskundigen bij de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en de inzet van stagiairs.
Artikel 8
Voorrechten en immuniteiten
Het Protocol nr. 7 inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is van toepassing op de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en haar personeel.
Artikel 9
Aansprakelijkheid van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2
-
1.De contractuele aansprakelijkheid van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wordt geregeld door de toepasselijke contractuele bepalingen en door het recht dat op de overeenkomst, het besluit of het contract in kwestie van toepassing is.
-
2.In geval van niet-contractuele aansprakelijkheid vergoedt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, overeenkomstig de algemene beginselen die de wetgevingen van de lidstaten gemeen hebben, alle schade die door haar personeel bij de uitoefening van zijn taken is veroorzaakt.
-
3.Alle betalingen door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 in verband met de aansprakelijkheid, bedoeld in de leden 1 of 2, en de daarmee verband houdende kosten en uitgaven worden beschouwd als uitgaven van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en worden gedekt door de middelen ervan.
-
4.Alleen de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 kan op haar verplichtingen worden aangesproken.
Artikel 10
Bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie en toepasselijk recht
-
1.Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen:
a) |
ingevolge alle arbitragebedingen in door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gesloten overeenkomsten of contracten of in haar besluiten; |
b) |
in geschillen over vergoeding van door het personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bij de uitoefening van zijn taken veroorzaakte schade; |
c) |
bij elk geschil tussen de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en haar personeel binnen de grenzen en onder de voorwaarden vastgelegd in het Statuut en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie. |
-
2.In alle aangelegenheden die niet bij deze verordening of bij andere rechtshandelingen van de Unie zijn geregeld, is het recht van toepassing van de staat waar de zetel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zich bevindt.
Artikel 11
Evaluatie
-
1.De Commissie voert vóór 30 juni 2017, met de hulp van onafhankelijke deskundigen, een tussentijdse evaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 uit. De Commissie stelt over die evaluatie een verslag op waarin de conclusies over die evaluatie en opmerkingen van de Commissie zijn opgenomen. Dit verslag wordt uiterlijk 31 december 2017 aan het Europees Parlement en de Raad meegedeeld. De resultaten van de tussentijdse evaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 worden meegenomen in de grondige beoordeling en in de tussentijdse evaluatie waarnaar in artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 wordt verwezen.
-
2.Op grond van de conclusies van de in lid 1 van dit artikel genoemde tussentijdse evaluatie kan de Commissie handelen in overeenstemming met artikel 4, lid 5, of andere passende maatregelen treffen.
-
3.Binnen zes maanden na de ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, maar niet later dan twee jaar na de inleiding van de in artikel 21 van de statuten bedoelde ontbindingsprocedure, verricht de Commissie een eindevaluatie van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. De resultaten van deze eindevaluatie worden bij het Europees Parlement en de Raad ingediend.
Artikel 12
Kwijting
In afwijking van artikel 60, lid 7, en artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012, wordt de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gegeven door het Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad en overeenkomstig de procedure waarin het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 voorziet.
Artikel 13
Audits achteraf
-
1.Audits achteraf van uitgaven aan acties onder contract wordt door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 uitgevoerd overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1291/2013 als onderdeel van de acties onder contract van Horizon 2020.
-
2.De Commissie kan zelf besluiten om de in lid 1 bedoelde audits uit te voeren bij de deelnemers die financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 hebben ontvangen. In dergelijke gevallen doet zij dat overeenkomstig de toepasselijke voorschriften, met name Verordeningen (EU, Euratom) nr. 966/2012, (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013.
Artikel 14
Bescherming van de financiële belangen van de leden
-
1.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 verleent de diensten van de Commissie en andere door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 of door de Commissie gemachtigde personen, alsmede de Rekenkamer, toegang tot haar terreinen en gebouwen alsmede tot alle informatie, met inbegrip van informatie in elektronische vorm, die nodig is voor het uitvoeren van hun audits.
-
2.Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (11) en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (12) onderzoeken, waaronder controles en verificaties ter plaatse, uitvoeren om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met uit hoofde van deze verordening gefinancierde overeenkomsten, besluiten of contracten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
-
3.Onverminderd het bepaalde in de leden 1 en 2 worden in overeenkomsten, besluiten en contracten die voortvloeien uit de uitvoering van deze verordening bepalingen opgenomen waardoor
a) |
de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en OLAF uitdrukkelijk gerechtigd zijn tot het overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden uitvoeren van deze audits en verificaties, in overeenstemming met het in de leden 1 en 2 omschreven doel, en |
b) |
de Commissie en de Rekenkamer uitdrukkelijk gerechtigd zijn tot het overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden uitvoeren van deze audits bij de ontvangers van financiering van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, in overeenstemming met het in de leden 1 en 2 omschreven doel. |
-
4.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 waakt er, door het uitvoeren of laten uitvoeren van de nodige interne en externe controles, over dat de financiële belangen van haar leden op adequate wijze worden beschermd.
-
5.De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 treedt toe tot het Interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (13). De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 neemt de nodige maatregelen om interne onderzoeken door het OLAF te vergemakkelijken.
Artikel 15
Vertrouwelijkheid
Onverminderd artikel 16 beschermt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gevoelige informatie waarvan openbaarmaking de belangen van haar leden of die van deelnemers aan de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zou kunnen schaden.
Artikel 16
Transparantie
-
1.Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (14) is van toepassing op de documenten in bezit van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
-
2.De raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 kan praktische regelingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vaststellen.
-
3.Onverminderd artikel 10 van deze verordening, kan tegen door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 uit hoofde van artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 genomen besluiten een klacht bij de ombudsman worden ingediend op grond van artikel 228 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Artikel 17
Regels voor deelname en verspreiding
Verordening (EU) nr. 1290/2013 is van toepassing op de door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gefinancierde acties. Overeenkomstig die verordening wordt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 aangemerkt als een financieringsorgaan en verleent zij financiële bijstand aan acties onder contract zoals vastgelegd in artikel 1 van de statuten.
Artikel 18
Ondersteuning door de gaststaat
Tussen de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en de staat waar haar zetel zich bevindt, kan een administratieve overeenkomst worden gesloten betreffende voorrechten, immuniteiten en andere ondersteuning die door de betreffende staat aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wordt verstrekt.
Artikel 19
Intrekkings- en overgangsbepalingen
-
1.Verordening (EG) nr. 73/2008 wordt ingetrokken.
-
2.Onverminderd lid 1 blijven acties die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008 zijn ondernomen en financiële verplichtingen in verband met deze acties evenwel aan die verordening onderworpen totdat de acties zijn voltooid.
Ook de acties die voortvloeien uit oproepen tot het indienen van voorstellen waarin is voorzien in krachtens Verordening (EG) nr. 73/2008 vastgestelde jaarlijkse uitvoeringsplannen worden beschouwd als acties die zijn gestart uit hoofde van die verordening.
De in artikel 11, lid 1, van deze verordening bedoelde tussentijdse evaluatie omvat een eindevaluatie van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008.
-
3.Deze verordening heeft geen gevolgen voor de rechten en verplichtingen van personeel dat op grond van Verordening (EG) nr. 73/2008 in dienst is genomen.
De in de eerste alinea bedoelde arbeidscontracten van personeel kunnen op grond van deze verordening worden verlengd overeenkomstig het Statuut en de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.
De uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008 benoemde uitvoerend directeur wordt met ingang van 27 juni 2014 voor het resterende deel van zijn ambtstermijn belast met de taken van de uitvoerend directeur waarin deze verordening voorziet. De overige contractvoorwaarden blijven ongewijzigd.
-
4.Tenzij de leden van de gemeenschappelijke onderneming IMI op grond van Verordening (EG) nr. 73/2008 anders zijn overeengekomen, worden alle rechten en verplichtingen, met inbegrip van activa, schulden of passiva van de leden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008, krachtens de onderhavige verordening overgedragen op de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
-
5.Alle ongebruikte kredieten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 73/2008 worden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2.
Artikel 20
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 mei 2014.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.STOURNARAS
-
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
-
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
-
Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
-
Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” (2014-2020) en tot intrekking van Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG, 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).
-
Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).
-
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie van 30 september 2013 tot vaststelling van de financiële modelregeling voor publiek-private partnerschapsorganen bedoeld in artikel 209 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 38 van 7.2.2014, blz. 2).
-
Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, alsmede van bijzondere maatregelen welke tijdelijk op de ambtenaren van de Commissie van toepassing zijn (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).
-
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
-
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
BIJLAGE
STATUTEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING VOOR HET INITIATIEF INZAKE INNOVATIEVE GENEESMIDDELEN 2
Artikel 1
Taken
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 voert de volgende taken uit:
a) |
het mobiliseren van de middelen van de publieke en private sector die nodig zijn om de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 te verwezenlijken; |
b) |
het regelmatig evalueren van en aanbrengen van de nodige aanpassingen in de strategische onderzoeksagenda van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 in het licht van de wetenschappelijke ontwikkelingen tijdens de uitvoering ervan; |
c) |
het tot stand brengen en ontwikkelen van nauwe samenwerking op lange termijn tussen de Unie, andere leden, geassocieerde partners en de andere belanghebbenden zoals andere bedrijfstakken, toezichthouders, patiëntenorganisaties, de academische wereld en klinische centra, evenals samenwerking tussen het bedrijfsleven en de academische wereld; |
d) |
het vergemakkelijken van de coördinatie met Europese, nationale en internationale activiteiten op dit gebied, en communiceren en interageren met de lidstaten en de met Horizon 2020 geassocieerde landen; |
e) |
het op doeltreffende wijze hoofdzakelijk via subsidies ondersteunen van preconcurrentieel onderzoek en innovatie op het gebied van de biowetenschappen; wanneer klinische proeven nodig zijn, wordt prioriteit gegeven aan de eerste en de tweede fase; in gemotiveerde gevallen worden de derde en de vierde fase gefinancierd, en wanneer wordt aangetoond dat bepaalde, niet-concurrentiële of preconcurrentiële medische behoeften onvervuld blijven; |
f) |
het vaststellen en uitvoeren, hoofdzakelijk via vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen, van het jaarlijkse werkplan voor de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2; |
g) |
het uitschrijven van vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen en uitvoeren van andere voor de financiering noodzakelijke procedures, evalueren van voorstellen, toekennen van subsidies aan projecten op basis van de toepasselijke voorschriften, binnen de grenzen van de beschikbare middelen; |
h) |
het publiceren van informatie over de projecten, met inbegrip van de deelnemende entiteiten en de hoogte van de financiële bijdrage per deelnemer van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2; |
i) |
het verrichten van werkzaamheden op het gebied van informatie, communicatie, exploitatie en verspreiding door toepassing van, mutatis mutandis, artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1291/2013, en onder meer de gedetailleerde informatie over de uitkomst van de oproepen tot het indienen van voorstellen beschikbaar en toegankelijk maken in een gemeenschappelijke elektronische Horizon 2020-databank; |
j) |
het onderhouden van contacten met een grote verscheidenheid van belanghebbenden, waaronder onderzoeksorganisaties en universiteiten; |
k) |
het voorzien in regelmatige communicatie, onder meer door ten minste eenmaal per jaar een bijeenkomst met belangengroepen en belanghebbenden te organiseren via het forum van belanghebbenden, ter waarborging van de openheid en transparantie van de onderzoeksactiviteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2; |
l) |
het uitvoeren van alle andere taken die noodzakelijk zijn om de in artikel 2 van deze verordening omschreven doelstellingen te verwezenlijken. |
Artikel 2
Leden en geassocieerde partners
1. |
De leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bestaan uit:
|
2. |
Mits zij aan de financiering als bedoeld in artikel 13 van deze statuten bijdraagt om de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 als beschreven in artikel 2 van deze verordening, te verwezenlijken en deze statuten aanvaardt, kan elke juridische entiteit die direct of indirect onderzoek en innovatie ondersteunt in een lidstaat of in een met Horizon 2020 geassocieerd land, zich kandidaat stellen voor het lidmaatschap van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. |
3. |
Onder samenstellende entiteiten van een lid wordt verstaan, de entiteiten die elk lid van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 vormen, overeenkomstig de statuten van dat lid, met uitzondering van de Unie. |
4. |
Mits zij deze statuten door middel van schriftelijke instemming aanvaardt, kan elke andere juridische entiteit dan de leden of entiteiten waaruit deze zijn samengesteld of die aan hen zijn verbonden, die de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 op het specifieke onderzoeksgebied ervan ondersteunt in een lidstaat of in een met Horizon 2020 geassocieerd land, zich kandidaat stellen om een geassocieerde partner te worden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. De schriftelijke instemming omschrijft nauwkeurig de reikwijdte van de associatie in termen van inhoud, werkzaamheden en duur. |
5. |
Geassocieerde partners dragen op dezelfde wijze andere leden dan de Unie bij in de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 overeenkomstig artikel 13 van deze statuten. De schriftelijke instemming omschrijft nauwkeurig de bijdrage van de geassocieerde partners aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, tot welke hoogte de Unie eveneens zal bijdragen, in overeenstemming met de artikelen 3 en 4 van deze verordening. |
Artikel 3
Wijziging van het lidmaatschap en de associatie
1. |
Verzoeken om lid of geassocieerde partner van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 te worden, moeten worden gericht aan de raad van bestuur. In het geval van een verzoek om lid te worden, wordt het verzoek vergezeld van een voorstel tot aanpassing van de samenstelling van de raad van bestuur. |
2. |
De raad van bestuur beoordeelt het verzoek, rekening houdend met de relevantie en de potentiële meerwaarde van de aanvrager voor het verwezenlijken van de doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en het neemt een besluit over de aanvraag. |
3. |
Elk lid of elke geassocieerde partner mag zijn lidmaatschap van of associatie met de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 beëindigen. De beëindiging wordt effectief en onherroepelijk zes maanden na kennisgeving aan de andere leden en geassocieerde partners. Vanaf dat tijdstip is het voormalige lid of de voormalige geassocieerde partner vrijgesteld van alle verplichtingen behoudens die welke vóór de beëindiging van het lidmaatschap of van de associatie door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zijn goedgekeurd of aangegaan. |
4. |
Lidmaatschap van of associatie met de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 kan niet worden overgedragen aan een derde partij, tenzij de raad van bestuur hier vooraf mee heeft ingestemd. |
5. |
Onmiddellijk na een wijziging van het lidmaatschap of van de associatie op grond van dit artikel maakt de Commissie op haar website een bijgewerkte lijst met de leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bekend, met vermelding van de datum van die wijziging. |
Artikel 4
Organen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2
1. |
De organen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 zijn:
|
2. |
Het wetenschappelijk comité, de groep vertegenwoordigers van de staten en het forum van belanghebbenden zijn adviesorganen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. |
Artikel 5
Samenstelling van de raad van bestuur
De raad van bestuur bestaat uit vijf vertegenwoordigers per lid.
Artikel 6
Werking van de raad van bestuur
1. |
Onverminderd lid 2 heeft elk lid een percentage van 100 stemmen dat overeenkomt met het percentage van zijn bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. De Unie heeft een aandeel van 50 % in de stemmen. De stemrechten van de Unie zijn ondeelbaar. Elk lid mag zijn stemmen verdelen over zijn vertegenwoordigers in de raad van bestuur. De leden stellen alles in het werk om een consensus te bereiken. Als er geen consensus kan worden bereikt, neemt de raad van bestuur besluiten met een meerderheid van ten minste 75 % van alle stemmen, met inbegrip van de stemmen van afwezigen. De voorzitter van de raad van bestuur wordt jaarlijks bij toerbeurt aangewezen door de Unie en de andere leden. |
2. |
De raad van bestuur belegt ten minste tweemaal per jaar een gewone vergadering. Op verzoek van een van de leden of van de voorzitter kan de raad van bestuur buitengewone vergaderingen bijeenroepen. De vergaderingen van de raad van bestuur worden door de voorzitter bijeengeroepen en worden in de regel gehouden waar de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 haar zetel heeft. De uitvoerend directeur neemt deel aan de beraadslagingen, maar heeft geen stemrecht. De raad van bestuur nodigt geassocieerde partners uit om aan de beraadslagingen van de raad van bestuur deel te nemen voor die agendapunten die hen aanbelangen. De geassocieerde Partners hebben geen stemrecht. De voorzitter van de groep vertegenwoordigers van de staten woont de vergaderingen van de raad van bestuur bij en neemt deel aan de beraadslagingen. Hij heeft geen stemrecht. De voorzitter van het wetenschappelijk comité is gerechtigd om, wanneer punten worden besproken die onder zijn bevoegdheid vallen, de vergaderingen van de raad van bestuur bij te wonen en deel te nemen aan de beraadslagingen, maar heeft geen stemrecht. De raad van bestuur kan in voorkomend geval andere personen uitnodigen om zijn vergaderingen als waarnemer bij te wonen, met name vertegenwoordigers van regionale overheden binnen de Unie. |
3. |
De vertegenwoordigers van de leden zijn niet persoonlijk aansprakelijk voor handelingen in hun hoedanigheid van vertegenwoordiger in de raad van bestuur. |
4. |
De raad van bestuur stelt zijn eigen reglement van orde vast. |
Artikel 7
Taken van de raad van bestuur
1. |
De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de strategische koers en de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en houdt toezicht op de uitvoering van haar activiteiten. |
2. |
De Commissie streeft, in het kader van haar rol in de raad van bestuur, naar coördinatie tussen de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en de relevante Horizon 2020-activiteiten teneinde synergiën te bevorderen bij de vaststelling van de prioriteiten van collaboratief onderzoek. |
3. |
De raad van bestuur voert met name de volgende taken uit:
|
Artikel 8
Benoeming, ontslag of verlenging van het ambtstermijn van de uitvoerend directeur
1. |
De uitvoerend directeur wordt na een open en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur aangesteld uit een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten. De Commissie draagt er zorg voor dat de andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 passend worden vertegenwoordigd in de selectieprocedure. Met name wordt gezorgd voor een passende vertegenwoordiging van de andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 in de voorselectiefase van de selectieprocedure. Daartoe wijzen de -andere leden dan de Unie in onderlinge overeenstemming een vertegenwoordiger en een waarnemer aan namens de raad van bestuur. |
2. |
De uitvoerend directeur is een personeelslid en wordt aangesteld als tijdelijk functionaris van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 overeenkomstig artikel 2, onder a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie. Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur. |
3. |
De ambtstermijn van de uitvoerend directeur bedraagt drie jaar. Tegen het einde van die termijn voert de Commissie, in voorkomend geval samen met de andere eden dan de Unie, een evaluatie uit van de prestaties van de uitvoerend directeur en van de toekomstige taken en uitdagingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. |
4. |
De raad van bestuur kan op een voorstel van de Commissie die rekening houdt met de in lid 3 bedoelde evaluatie, de ambtstermijn van de uitvoerend directeur eenmaal verlengen, voor een periode van ten hoogste vier jaar. |
5. |
Een uitvoerend directeur wiens ambtstermijn is verlengd, kan na afloop van de volledige termijn niet deelnemen aan een andere selectieprocedure voor hetzelfde ambt. |
6. |
De uitvoerend directeur kan alleen worden ontslagen na een besluit van de raad van bestuur op voorstel van de Commissie, met de betrokkenheid van de andere leden dan de Unie voor zover toepasselijk. |
Artikel 9
Taken van de uitvoerend directeur
1. |
De uitvoerend directeur is als hoogste uitvoerende functionaris belast met het dagelijks beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, overeenkomstig de besluiten van de raad van bestuur. |
2. |
De uitvoerend directeur is de wettelijke vertegenwoordiger van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. De uitvoerend directeur is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur. |
3. |
De uitvoerend directeur voert de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 uit. |
4. |
De uitvoerend directeur voert op onafhankelijke wijze met name de volgende taken uit:
|
5. |
De uitvoerend directeur richt een programmabureau op voor de uitvoering, onder zijn verantwoordelijkheid, van alle ondersteunende taken die voortvloeien uit deze verordening. Het programmabureau wordt samengesteld uit personeel van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en voert met name de volgende taken uit:
|
Artikel 10
Wetenschappelijk comité
1. |
Het wetenschappelijk comité bestaat uit maximaal 11 leden die voor twee jaar worden benoemd; hun mandaat is verlengbaar. Het kiest een voorzitter uit zijn leden voor de periode van twee jaar. Indien dat noodzakelijk is voor specifieke incidentele taken kunnen er aanvullende deskundigen worden aangewezen voor beperkte duur. Zij worden geselecteerd volgens dezelfde procedure als voor de vaste leden van het wetenschappelijk comité. |
2. |
Bij de ledensamenstelling van het wetenschappelijk comité wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van wereldwijd erkende deskundigen uit de academische wereld, de industrie en toezichthouders. Gezamenlijk beschikken de leden van het wetenschappelijk comité voor het technische domein over de nodige wetenschappelijke competentie en expertise om met betrekking tot de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 strategische aanbevelingen met een wetenschappelijke basis te kunnen verstrekken. |
3. |
De raad van bestuur stelt de specifieke criteria en het selectieproces vast voor de samenstelling van het wetenschappelijk comité en benoemt de leden ervan. De raad van bestuur neemt de potentiële kandidaten die de groep vertegenwoordigers van de staten voorstelt, in overweging. |
4. |
Het wetenschappelijk comité wordt belast met de volgende taken:
|
5. |
Het wetenschappelijk comité vergadert ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen worden bijeengeroepen door de voorzitter. |
6. |
Het wetenschappelijk comité kan, met instemming van de voorzitter, andere personen uitnodigen om zijn vergaderingen bij te wonen. |
7. |
Het wetenschappelijk comité stelt zijn eigen reglement van orde vast. |
Artikel 11
Groep vertegenwoordigers van de staten
1. |
De groep vertegenwoordigers van de staten bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en één van elk met Horizon 2020 geassocieerd land. De groep kiest een voorzitter uit haar midden. De groep vertegenwoordigers van de staten komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. De vergaderingen worden bijeengeroepen door de voorzitter. De voorzitter van de raad van bestuur en de uitvoerend directeur of hun vertegenwoordigers wonen de vergadering bij. |
2. |
De voorzitter van de groep vertegenwoordigers van de staten kan andere personen uitnodigen om de vergaderingen als waarnemer bij te wonen, met name vertegenwoordigers van regionale overheden binnen de Unie en van kmo-organisaties. |
3. |
De groep vertegenwoordigers van de staten wordt geraadpleegd en verstrekt met name informatiebeoordelingen en advies over de volgende zaken:
|
4. |
De groep vertegenwoordigers van de staten verschaft tevens informatie aan en treedt op als contactpunt met de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 in verband met de volgende zaken:
|
5. |
De groep vertegenwoordigers van de staten kan op eigen initiatief aanbevelingen of voorstellen tot de raad van bestuur richten betreffende technische, bestuurlijke en financiële zaken, alsmede betreffende jaarplannen, in het bijzonder wanneer die zaken van invloed zijn op nationale of regionale belangen. De raad van bestuur informeert de groep vertegenwoordigers van de staten zonder onnodige vertraging over het aan die aanbevelingen of voorstellen gegeven gevolg, of het motiveert waarom er geen gevolg aan is gegeven. |
6. |
De groep vertegenwoordigers van de staten ontvangt regelmatig informatie over onder meer de deelname aan door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gefinancierde acties onder contract, over de uitkomst van iedere uitnodiging tot het indienen van voorstellen en over de uitvoering van projecten, over de in artikel 4, lid 2, van deze verordening bedoelde motivering voor activiteiten, over de synergie met andere relevante programma’s van de Unie en over de uitvoering van de begroting van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. |
7. |
De groep vertegenwoordigers van de staten stelt haar eigen reglement van orde vast. |
Artikel 12
Forum van belanghebbenden
1. |
Het forum van belanghebbenden staat open voor alle publieke en private belanghebbenden, internationale belangengroepen uit de lidstaten, geassocieerde landen en andere landen. |
2. |
Het forum van belanghebbenden wordt geïnformeerd over de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en wordt uitgenodigd opmerkingen voor te leggen. |
3. |
De vergaderingen van de forum van belanghebbenden wordt bijeengeroepen door de uitvoerend directeur. |
Artikel 13
Financieringsbronnen
1. |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wordt gezamenlijk gefinancierd door de Unie, de andere leden dan de Unie en de geassocieerde partners of hun samenstellende of gelieerde entiteiten, door middel van in tranches betaalde financiële bijdragen en bijdragen die bestaan uit de door hen gemaakte kosten bij de tenuitvoerlegging die niet door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 worden vergoed. |
2. |
De administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 bedragen niet meer dan 85 200 000 EUR en worden bekostigd uit financiële bijdragen die op jaarbasis gelijkelijk worden verdeeld over de Unie en de andere leden dan de Unie. Indien een deel van de bijdrage voor administratieve kosten niet wordt gebruikt, kan dit ter beschikking worden gesteld om de operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 te betalen. |
3. |
De operationele kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 worden bekostigd uit de volgende bijdragen:
|
4. |
De middelen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 die in haar begroting worden opgevoerd, bestaan uit de volgende bijdragen:
Interesten op de door haar leden en geassocieerde partners aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 betaalde bijdragen worden beschouwd als haar inkomsten. |
5. |
Alle middelen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 en haar activiteiten worden gebruikt voor de in artikel 2 van deze verordening bepaalde doelstellingen. |
6. |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 is eigenaar van alle voor de vervulling van haar bepaalde doelstellingen door haar gegenereerde of aan haar overgedragen activa. |
7. |
Wanneer de inkomsten de uitgaven overschrijden, geeft dit, behalve bij ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, geen aanleiding tot betalingen aan de leden van de gemeenschappelijke onderneming. |
Artikel 14
Financiële vastleggingen
De financiële vastleggingen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 mogen het bedrag van de beschikbare of door haar leden of geassocieerde partners voor haar begroting vastgelegde financiële middelen niet overschrijden.
Artikel 15
Begrotingsjaar
Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.
Artikel 16
Operationele en financiële planning
1. |
De uitvoerend directeur legt de raad van bestuur ter goedkeuring een ontwerp voor het jaarlijkse werkplan voor, met inbegrip van een gedetailleerd plan voor de onderzoeks- en innovatieactiviteiten, de administratieve werkzaamheden en de bijbehorende ramingen van de uitgaven voor het komende jaar. In het ontwerpwerkplan wordt tevens de geraamde waarde van de overeenkomstig artikel 13, lid 3, onder b), van de statuten te leveren bijdragen vermeld. |
2. |
Het jaarlijks werkplan voor een bepaald jaar wordt uiterlijk aan het einde van het voorafgaande jaar aangenomen. Het jaarlijkse werkplan wordt openbaar gemaakt. |
3. |
De uitvoerend directeur stelt de ontwerpjaarbegroting voor het volgende jaar op en legt deze ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur. |
4. |
De jaarbegroting voor een bepaald jaar wordt uiterlijk aan het einde van het voorafgaande jaar aangenomen door de raad van bestuur. |
5. |
De jaarbegroting wordt aangepast op grond van de omvang van de financiële bijdrage van de Unie zoals vastgelegd in de begroting van de Unie. |
Artikel 17
Operationele en financiële verslaglegging
1. |
De uitvoerend directeur brengt jaarlijks verslag uit aan de raad van bestuur over de uitvoering van de taken van de uitvoerend directeur in overeenstemming met de financiële regels van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. De uitvoerend directeur dient binnen twee maanden na de sluiting van elk boekjaar ter goedkeuring een jaarlijks activiteitenverslag in bij de raad van bestuur over de vooruitgang die in het voorgaande kalenderjaar door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 is geboekt, met name in verhouding tot het jaarwerkplan voor dat jaar. Het jaarlijks activiteitenverslag bevat informatie over onder meer de volgende zaken:
|
2. |
Na goedkeuring door de raad van bestuur wordt het jaarlijkse activiteitenverslag openbaar gemaakt. |
3. |
Uiterlijk op 1 maart van het volgende begrotingsjaar dient de rekenplichtige van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 de voorlopige rekeningen in bij de rekenplichtige van de Commissie en bij de Rekenkamer. Uiterlijk op 31 maart van het volgende begrotingsjaar stuurt de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 het verslag over het begrotings- en financieel beheer toe aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer. Overeenkomstig artikel 148 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 maakt de rekenplichtige, na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, de definitieve rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 op en legt de uitvoerend directeur deze ter fine van advies aan de raad van bestuur voor. De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. Uiterlijk op 1 juli van het daaropvolgende begrotingsjaar zendt de uitvoerend directeur de definitieve rekeningen, samen met het advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer. De definitieve rekeningen worden uiterlijk op 15 november van het volgende begrotingsjaar bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. De uitvoerend directeur bezorgt aan de Rekenkamer een antwoord als reactie op de door haar in het kader van haar jaarverslag geformuleerde opmerkingen, en zulks uiterlijk 30 september. De uitvoerend directeur legt het antwoord tevens over aan de raad van bestuur. De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op verzoek alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het betrokken begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 165, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012. |
Artikel 18
Interne audit
De interne auditor van de Commissie oefent ten aanzien van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 dezelfde bevoegdheden uit als die welke hij met betrekking tot de Commissie uitoefent.
Artikel 19
Aansprakelijkheid van leden en verzekering
1. |
De financiële aansprakelijkheid van de leden voor de schulden van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 is beperkt tot de door hen reeds betaalde bijdrage aan de administratieve kosten. |
2. |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 sluit de nodige verzekeringen af en houdt deze aan. |
Artikel 20
Belangenconflicten
1. |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2, haar organen en haar personeel vermijden elk belangenconflict bij de uitvoering van hun activiteiten. |
2. |
De raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 stelt regels vast om belangconflicten in verband met de leden, de organen en het personeel van de gemeenschappelijke onderneming te voorkomen en te beheersen. Die regels omvatten bepalingen ter voorkoming van belangenconflicten betreffende de vertegenwoordigers van de leden die zitting hebben in de raad van bestuur. |
Artikel 21
Ontbinding
1. |
De Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wordt ontbonden aan het einde van de in artikel 1 van deze verordening vastgelegde periode. |
2. |
Naast hetgeen is bepaald in lid 1, wordt de ontbindingsprocedure automatisch ingeleid ingeval de Unie of alle andere leden zich uit de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 terug trekken. |
3. |
Voor de uitvoering van de procedure tot ontbinding van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 benoemt de raad van bestuur een of meer vereffenaars die handelen volgens de door de raad van bestuur verstrekte instructies. |
4. |
Wanneer de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 wordt ontbonden, worden haar activa gebruikt ter voldoening van haar verplichtingen en voor de uitgaven in verband met haar ontbinding. Een eventueel overschot wordt op het moment van de ontbinding verdeeld over de leden in verhouding tot hun financiële bijdragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2. Een eventueel overschot dat de Unie toevalt, wordt teruggeboekt naar de begroting van de Unie. |
5. |
Er wordt een ad-hoc procedure ingesteld om een passende afwikkeling te verzekeren van alle door de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 gesloten overeenkomsten of genomen besluiten, alsmede van alle aanbestedingscontracten waarvan de duur die van de Gemeenschappelijke Onderneming IMI 2 overschrijdt. |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.