Column Hart van Holland week 7 2015

Met dank overgenomen van T. (Tamara) van Ark i, gepubliceerd op dinsdag 10 februari 2015.

Een steen in de vijver

Afgelopen vrijdag was ik weer even op het gemeentehuis om een kop koffie te drinken en bij te praten. Ik blijf het bijzonder en leuk vinden om er te zijn. Bijna zes jaar is het mijn tweede "thuis" geweest, want een wethouderschap is ook in uren best intensief. Na bijna viereneenhalf jaar zijn er veel nieuwe gezichten, maar gelukkig ook nog vertrouwde. Een kop koffie kan altijd en onderwerpen om te bespreken zijn er ook genoeg. Naast de persoonlijke belevenissen, spreken we bij over de decentralisaties en de verkeerssituatie. Ik vertel waar we in Den Haag mee bezig zijn en krijg feedback op onze besluitvorming. Tegelijkertijd krijg ik een kijkje in de keuken van de praktijk van nieuwe wetgeving. Een van de vragen die ik heel vaak krijg over het verschil tussen mijn werk als wethouder en het werk in de Tweede Kamer, gaat over de tastbaarheid van wat je doet. En dat is inderdaad een verschil. In de bijna zes jaar als bestuurder op het gemeentehuis, heb ik heel veel besluitvorming van begin tot eind mee mogen maken. Gebouwen worden gesloopt, nieuwe panden verrijzen en dat kan je ook echt fysiek voor je ogen zien gebeuren. Als ik er langsfiets of wandel, kijk ik nog steeds met heel veel plezier naar speeltuin de IJsselkids. Een project van lange adem dat dankzij heel veel vrijwilligers, maar ook de inzet van medewerkers op het gemeentehuis, heeft geleid tot de prachtige speeltuin bij Kleinpolder in Nieuwerkerk. In Den Haag draait het om wetten en onderhandelingen. Soms is het belangrijker om iets wat niet goed gaat, tégen houden en er gaat soms heel veel tijd overheen voordat je tastbare resultaten in de samenleving ziet. En dan nog gaan vaak anderen invullen en uitvoeren wat jij aan wetgeving hebt behandeld. Absolute controle is er zeker niet (en da's misschien maar goed ook;-))

Maar soms kun je toch ook heel concreet iets doen. Bijvoorbeeld voor mensen die bellen of mailen dat zij er niet door komen bij een overheidsorganisatie. Ik zeg altijd dat ik niet van een nee een ja kan maken (ik zou ook niet zo'n toverstokje willen hebben, gelijke behandeling van gelijke gevallen is in onze samenleving een groot goed), maar als je er niet door komt bij een overheidsinstantie, dan mag je zeker bij je volksvertegenwoordiger aan de bel trekken. En soms heb je een werkbezoek dat eruit springt. Drie jaar geleden bijvoorbeeld ging ik op verzoek van een Groningse collega op bezoek bij Gronings verzorgingshuis De Hoven. De directeur daar, mevrouw Nijlunsing, wilde het ánders gaan doen. Onnodige regels in de zorg overboord. Wat de bewoners wilden moest centraal staan. Weg met de magnetronmaaltijden die de Inspectie had goedgekeurd en in plaats daarvan, zelfgemaakte maaltijden. Dan is het vlees officieel te vet, maar mensen genieten wel. Weg met de verplichte jaarlijkse meetweek, omdat bewoners van bijna honderd dat niet wilden (en mág je, als je honderd bent!). Ze wilde officieel experimenteren met zorg zonder regels en daar met bewoners en medewerkers, maar ook met wetenschappelijk onderzoek, mee aan de slag. Het was een enorme strijd om dat te kunnen doen, we hebben er in meerdere debatten en ook buiten debatten steeds voor gepleit, maar deze moedige directeur geeft nu met steeds groter succes vorm aan haar concept van "anarchistische zorg". En ach, anarchistisch? Wel als je van regels houdt, maar de bewoners lopen er mee weg. Ze zegt dat er misschien wel iets meer valincidenten zijn, maar dat komt omdat de mensen hier ook veel meer wandelen. En ze vraagt zich af of dat dan erg is.. Nu, een paar jaar later, krijgt ze volop aandacht en lof. Terecht. Ze stond er al mee in de Telegraaf, in de Groene Amsterdammer en in diverse vakbladen. Ze gooide een steen in de vijver en ik ben er echt trots op dat ik haar een klein beetje heb kunnen helpen. Want ook in Den Haag kun je niet alleen van achter je bureau werken. Net als in de gemeente gaat het om de mensen. Die maken het verschil.