Een leuke kerstbonus voor de lobbyisten

Met dank overgenomen van A.M.C. (Anne-Marie) Mineur i, gepubliceerd op zondag 13 december 2015, column.

SP-Europarlementariër Anne-Marie Mineur is aanwezig bij de klimaattop in Parijs. Voor oneworld.nl houdt zij een blog bij over de eerste stappen richting een klimaatakkoord en de invloed van het bedrijfsleven op de onderhandelingen. Haar blogs verschijnen ook op de SP-site.

Hoe de tegenstanders van een klimaatakkoord een opvallend groot podium krijgen

De bobo’s zijn weer vertrokken van de klimaattop, nu kan het echte werk beginnen. Vorige week hielden de wereldleiders vlammende speeches die de voorpagina’s haalden. Achter de schermen werkten ambtenaren dag en nacht aan een nieuw voorstel voor een onderhandelingstekst. Die tekst leest als een soort menukaart: de ingrediënten zijn in huis, nu moeten er keuzes gemaakt worden.

Opmerkelijk is dat de organisatie nogal selectief is in wie zij toelaat tot het selecte gezelschap dat mag rondlopen op de klimaatconferentie. Bij de ingang van de conferentielocatie liep ik al meteen tegen een groot bord aan waarop de sponsoren bedankt worden. Logische namen zijn die van de Franse spoorwegen en de Franse Post, meer verwondering wekt het dat ook de grote tegenstanders van een klimaatakkoord dit evenement mede-financieren.

Renault-Nissan staat op de parkeerplaats met elektrische auto’s. Een mooi plaatje, maar de voorman van Renault-Nissan is tevens het gezicht van de autolobbyorganisatie ACEA, die pleit voor lagere Europese uitstootdoelen voor auto’s. Engie is eigenaar van 30 kolencentrales, en Suez lobbyt met overtuiging voor meer schaliegas. Toch wordt de rode loper voor deze bedrijven uitgelegd. Niet alleen zitten ze op de voorste rang, ze zitten ook aan tafel met VN-kopstukken als Bang Ki Moon en Christina Figueres.

Vanwege de aanslagen in Parijs is de bewaking tot het uiterste opgeschroefd. De conferentie is dan ook een bijzonder interessant doelwit. De wereldleiders mogen dan naar huis zijn, er zijn net weer verse milieuministers ingevlogen om de echte beslissingen te nemen. Dat de organisatie de drukte een beetje wil beperken en daarom een maximum van 35 demonstranten heeft ingesteld, is nog wel te begrijpen. Dat de politie vooraf de spandoeken wil zien, is minder gemakkelijk uit te leggen. En dat er mensen worden opgepakt en weggedragen enkel omdat ze hun mening verkondigden op één van de vele bijeenkomsten, kan geen enkel verband hebben met de veiligheidssituatie.

Als de onderhandelaars enkel gepamperd worden door de tegenstanders van een stevig klimaatakkoord, terwijl de voorstanders worden buitengehouden om redenen die niet goed uit te leggen zijn, dan moet je je afvragen hoe evenwichtig de deal zal worden. De komende dagen zal ik in beeld brengen hoe de verschillende belangen op de COP21 vertegenwoordigd worden.

'Het klopt niet dat bedrijven zoveel ruimte krijgen op een klimaattop'

Iedereen wil wel spreken met de delegatie van het Europees Parlement. Gisterochtend om 9 uur, nog voor de delegatie zijn eigen officiële kick-off had, stond er al een vertegenwoordiging van het bedrijfsleven op de stoep, aangevoerd door de voorzitter van Cefic, de Europese chemielobby. Hun verhaal is duidelijk: de belangrijkste factor om het bedrijfsleven mee te krijgen in de strijd tegen klimaatverandering zijn simpelweg de kosten.

Hun verhaal staat in scherp contrast met de tien maatschappelijke organisaties die later op de ochtend aanschuiven. Greenpeace, Oxfam en WWF zijn de bekendste. Zij hebben het over mensenrechten, de bescherming van de meest kwetsbaren, sociale rechten, klimaatfinanciering, om maar een paar punten te noemen. Toch kan dat bonte verhaal nauwelijks verteld worden. Als ik vraag hoe goed ze in staat worden gesteld om mee te praten op deze conferentie, reageren ze allemaal even schamper. “We krijgen niet de gelegenheid meer om aan het eind van de plenaire vergadering te spreken”, zegt Kat Watts van Carbon Market Watch. “Zelfs als de voorzitter het goed vindt, houdt het UNFCCC-secretariaat ons weg. We mogen niet eens foldertjes uitdelen, of factsheets. Dat wordt over de jaren steeds erger.” De Nederlandse ambtenaar van het Europees Parlement, die al vele malen meeging naar klimaatconferenties, bevestigt het beeld: er zijn veel minder NGO’s.

Dat is geen reden voor VN-voorzitter Ban Ki-moon en VN-klimaatchef Christina Figueres om dan ook minder tijd in te ruimen voor het bedrijfsleven. Tijdens de lunch organiseren grote VN-agentschappen als UN Environment Programme, UNFCCC en de UN Global Impact een onderonsje voor ruim 100 ceo’s van bedrijven als Total en Suez. ‘Caring for Climate’ heet het initiatief, onderdeel van de Lima naar Parijs Actieagenda (LPAA). Het idee erachter snijdt hout: staten kunnen het gevecht tegen klimaatverandering niet alleen voeren, en hoe meer draagvlak ze elders in de samenleving creëren, hoe beter.

In de praktijk is het vooral een greenwash-operatie, en biedt het vervuilende bedrijven de gelegenheid om ‘oplossingen’ te verkondigen die effectief klimaatbeleid niet verder helpen. Zo pleit de olie-industrie voor een overstap naar ‘natuurlijk’ gas. Aardgas zoals wij dat kennen heeft inderdaad minder CO2-uitstoot dan olie, maar schaliegas heeft dat allerminst, en toch wordt dat ook bedoeld. Bovendien blijft aardgas een fossiele brandstof, en de inzet zou nu juist moeten zijn om werk te maken van echte schone alternatieven.

We moeten duidelijk zijn: het aantal bedrijven dat serieus werk maakt van minder uitstoot groeit, en dat is toe te juichen. Maar dat de VN zelf, op een klimaattop nota bene, een podium biedt aan de meest vervuilende bedrijven, dat klopt niet. Zeker naast de verhalen van de NGOs, voor wie de toegang juist steeds moeilijker wordt gemaakt.

één grote poppenkast

Het concept-klimaatakkoord is bekendgemaakt, en het valt niet mee. De echte knopen zijn nog niet doorgehakt, en nu zijn verdorie opnieuw de lucht- en scheepvaart uit het verdrag gehaald. Ook de afspraken om de kosten voor de aanpassing aan de nieuwe klimaatdoelen te delen, staan weer op de helling.

De onderhandelaars die de delegatie van het Europese Parlement bijpraten, verzekeren ons dat zij er alles aan zullen doen om het verdrag te redden. Maar willen ze dat eigenlijk wel? Een zwak verdrag is in het belang van de investeerders, en dat is precies wat de geheime opdracht is van de onderhandelaars. Althans, dat blijkt uit een gelekt stuk waar de Britse NGO War on Want de hand op wist te leggen.

Het gelekte stuk zou een instructie zijn aan de delegatie die namens de EU onderhandelt. Daarin wordt hen op het hart gedrukt dat de klimaatconferentie “geen middel moet worden voor willekeurige of niet te rechtvaardigen onderscheid, of een verkapte inperking van internationale handel”. Het is ook niet de bedoeling dat de onderhandelaars nieuwe klimaattechnieken vrij gaan geven aan de wereld, want dat zou de financiële prikkel voor innovatie maar verzwakken.

Met andere woorden: de internationale handel mag vooral geen schade lijden door dit nieuwe klimaatakkoord.

Tevergeefs heb ik de onderhandelaars gevraagd of dit daadwerkelijk is opgenomen in hun mandaat. De positie van het Parlement is ook nog lang niet wat ik zou willen, maar die is wel een stuk ambitieuzer en kritischer dan dit. Er staat in elk geval helemaal niet in dat handel voorrang moet krijgen boven alles. De leden van het Europese Parlement dringen juist aan op een sterk en bindend verdrag.

We maakten ons al grote zorgen over vrijhandelsverdragen zoals TTIP, en de massale transportkosten die daar het gevolg van zullen zijn. VNO-NCW dringt er ook nog eens op aan om schaliegas en teerzandolie onderdeel van TTIP te maken, en dat maakt die zorgen bepaald niet kleiner. Maar als de uitspraken van de Europese bevolking nu zonder pardon van tafel worden geveegd met een geheim memo dat daar regelrecht tegenin gaat, dan hebben we een heel ander probleem. Dan hebben de grote investeerders wel een heel strakke greep op onze democratie.

“De dienst wordt hier uitgemaakt door de landen waarbij het belang van het bedrijfsleven voorop staat”, zei de voorzitter van de delegatie van de inheemse volkeren waar ik vanmiddag kennis mee maakte. “Voor de rest is het één grote poppenkast.” Ik kan haar alleen maar gelijk geven.

Lucht- en scheepvaart ontspringen weer de dans

We mogen niets vertellen over de ontmoeting met de vertegenwoordigers van de scheepvaartsector, hij is in camera, zoals dat heet: achter gesloten deuren en dus heel geheim. De toon van het gesprek is dan ook opvallend openhartig. Maar veel nieuws wordt er eigenlijk niet verteld.

Samen zijn de lucht- en scheepvaartindustrie verantwoordelijk voor zo’n 8 procent van de totale CO2-uitstoot, waarbij luchtvaart de grootste helft voor zijn rekening neemt. De enorme olietankers die de hele wereld over gaan zijn natuurlijk de belangrijkste boosdoeners, maar ook de koffiebonen en het veevoer die massaal onze kant op worden verscheept, dragen bij. Deze sectoren gaan ook bepaald niet kleiner worden — integendeel, er wordt forse groei voorspeld. Hoe beter het gaat in opkomende economieën zoals China en India, hoe meer de mensen daar zelf ook wel eens op vakantie willen in het buitenland. Ook vrijhandelsverdragen zoals TTIP (met de Verenigde Staten) en CETA (met Canada) zijn bedoeld om nog veel meer grondstoffen en producten de Atlantische Oceaan over te sturen.

Dat deze sectoren dus als eerste aan de beurt zijn om bij te dragen aan een oplossing van het klimaatprobleem, ligt erg voor de hand. Toch hebben deze reuzen het nu al voor de derde keer voor elkaar om uit de verdragstekst te verdwijnen en zo strenge, bindende regels geheel te ontlopen. “Ik begrijp best dat het moeilijk is,” zegt Donald Pols, de directeur van Milieudefensie die ik tegen het lijf loop bij het Nederlandse paviljoen, “het is al lastig genoeg om een compromis te vinden tussen landen, laat staan om het op internationaal niveau te regelen. Maar het moet wel gebeuren.” Er is enorme vraag naar transport en de technische oplossingen zijn wel zo’n beetje uitgeput. Dan kom je al gauw op de hoge tickettax voor businessclass-reizigers waar Thomas Piketty voor pleit. Geen aantrekkelijk vooruitzicht voor de luchtvaartindustrie.

Daar hebben de onderhandelaars nu al voor de derde keer aan toegegeven. De enige reden die ik daarvoor kan bedenken is dat anders de belangen van de industrie geschaad worden. Het verhaal dat de scheepvaartreuzen ons vertellen bevat dan ook geen verrassingen. De reactie van de delegatie van het Europees Parlement is al evenmin verrassend. En zelfs Eurocommissaris Cañete roept publiekelijk dat scheep- en luchtvaart echt in de resolutie moeten - zonder enig effect.

Ik ben er niet gerust op dat ook de scheep- en luchtvaart vrijwillig hun steentje zullen gaan bijdragen. De lobby heeft achter de schermen al lang zijn werk gedaan. Daar maakt zo’n hoogst geheim gesprekje met de delegatie van het Europees Parlement echt geen verschil in.

Er stroomt olie door de aderen van Cañete

Eurocommissaris Miguel Arias Cañete is een joviale man. Hij maakt grapjes, slaat je op de schouders en wekt de indruk dat hij zich net zo opwindt over klimaatverandering als wij allemaal. We doen dit samen, is de boodschap, en hij is er voor ons. Maar aan zijn woorden moeten we niet te veel waarde hechten, als we kijken naar zijn daden.

De Europese Commissie heeft onder leiding van Jean-Claude Juncker beloofd om alle afspraken van de Eurocommissarissen op de website te zetten. Lobbywaakhond Corporate Europe Observatory (CEO) heeft de agenda’s van het eerste jaar van de energie-commissarissen Miguel Cañete en Maroš Šefčovič doorgenomen. De cijfers zijn niet mals. Van de 927 afspraken waren er 72 procent met het bedrijfsleven, ruim de helft met de energiesector. De eurocommissarissen spraken samen met een schamele vier duurzame energiebedrijven.

We waren ook gewaarschuwd — in elk geval voor Cañete. Cañete is een voormalig oliebaron. Dat kwam naar buiten toen hij aantrad als Eurocommissaris. Zijn aandelen in de oliebedrijven van zijn schoonfamilie heeft hij verkocht. Maar aangezien zijn zwager hem heeft opgevolgd als bestuursvoorzitter, is de schijn van belangenverstrengeling nog niet weg. Er stroomt nog steeds olie door de aderen van Cañete. Maroš Šefčovič was aangenomen om Cañete in de gaten te houden, maar Šefčovič doet net zo hard mee.

En afgezien van zijn joviale toon is aan weinig te merken dat Cañete zijn leven gebeterd heeft. Goed, hij pleit er hardop voor om de lucht- en scheepvaart in het klimaatverdrag te krijgen — een vurige wens van het Europees Parlement. Maar omdat de Europese Unie eigenlijk de enige is die die wens heeft, kan hij dat zonder veel gevaar doen. Over het naleven van de plannen die de landen hebben ingediend, heeft echter niemand hem horen pleiten. Cañete neemt genoegen met een eerste check in 2021. In zes jaar kan er veel gebeuren, en er kan ook veel mis gaan. Ook vindt hij het niet nodig om te pleiten voor een aanpak zonder fossiele brandstoffen. Als het maar klimaatneutraal kan, is dat wel genoeg.

De grootste truc waar Cañete mee kwam, is de zogeheten high ambition coalition, een coalitie die zou bestaan uit ruim 100 landen waaronder de EU en de VS, met grote klimaatambities. Eén van de oprichters, de Marshall-eilanden, verklapte echter dat de coalitie maar uit 15 landen bestaat. Erger was dat juist de VS en de EU achter gesloten deuren tegen de mooie ambities van de coalitie pleitten. De wens om maximaal 1,5°C temperatuurstijging toe te staan, en bovendien te zorgen voor een hulpfonds voor landen die permanente schade ondervinden van de klimaatverandering, mocht eigenlijk wel van tafel.

Het is niet mogelijk om een individuele commissaris naar huis te sturen. En misschien is het ook om die reden dat niemand de moeite neemt om het te proberen. Maar voor het aanzien van de Europese politiek, voor de democratie en voor een ambitieus klimaatakkoord is Cañete een ramp.

Een leuke kerstbonus voor de lobbyisten

It ain’t over till the fat lady sings”, zeggen de Amerikanen, en dat geldt ook voor de klimaatconferentie. Vanmiddag presenteerde Laurent Fabius met veel bombarie de definitieve versie van het akkoord, op tijd om de toon te zetten in de wereldpers. Maar de plenaire vergadering waarin de landen hun reacties kunnen geven, laat nog op zich wachten. Half twaalf, was het eerste bericht, toen werd het kwart voor vier, en inmiddels loopt het tegen zessen. De Amerikanen liggen toch nog dwars op het gebied van de CO2, hoor ik in de wandelgangen.

De gigantische conferentielocatie voelt ondertussen als de plek waar gisteren een feest geweest is: de garderobe en het hotelbemiddelingsbureau zijn niet meer bemand en de meeste restaurantjes zijn leeg en verlaten. Het gevoel van een mierenhoop tref je alleen nog bij de plenaire zaal. We moeten Fabius nageven: hij heeft wel wat voor elkaar gekregen, en het gevoel van ontlading is niet helemaal vreemd. Met de beloften die de landen in aanloop naar de conferentie gedaan hebben, is er al een grote betrokkenheid gecreëerd. De bovengrens van 1,5°C staat expliciet in het verdrag, ook al is het dan pas op de lange termijn. En de rechten van de inheemse volkeren zijn genoemd, ook al is het dan in de preambule — de plek in een akkoord waarin je alle deelnemers bedankt en je uitspreekt voor wereldvrede. Hoe veel rechten ze hieraan kunnen ontlenen, is maar zeer de vraag.

Maar er blijft ook nog wel het nodige te wensen. Scheep- en luchtvaart staan niet in het verdrag. Er zijn geen afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheid en compensatie voor de kosten van klimaatrampen van ontwikkelde landen aan ontwikkelingslanden. Ook het feit dat de resultaten van het akkoord pas in 2023 geëvalueerd gaan worden, is onacceptabel. Echte grenzen worden er niet getrokken, en het gebruik van fossiele brandstoffen kan gewoon doorgaan. Al met al is er gewoon nog te veel ruimte voor het bedrijfsleven om door te gaan op de gebruikelijke weg, zolang ze maar compenseren. De lobbyisten zullen een aardige kerstbonus tegemoet kunnen zien. Er is dus nog genoeg werk aan de winkel, voor klimaatclubs, mensenrechtenorganisaties en lobbywaakhonden.

En hoewel ik teleurgesteld ben dat het momentum van deze conferentie niet aangegrepen is voor een echte omslag in ons denken, zie ik wel lichtpuntjes. Allereerst zijn er aanknopingspunten voor een vervolg. De 1,5°C staat in het verdrag, en dat betekent dat de marginale discussie die we in Nederland hadden dat klimaatverandering niet zou bestaan, een gepasseerd station is. Ook de rechten van de inheemse bevolking zijn in elk geval genoemd. Zowel de landen zelf als ook de VN op een volgende COP-conferentie kunnen hierop voortborduren. De grote aandacht die deze conferentie heeft getrokken maakt klimaatverandering bovendien steeds meer een onderwerp van ons allemaal. Dat blijkt ook wel uit de grote opkomst bij de klimaatdemonstratie, zaterdagmiddag in Parijs — 20.000 mensen. Steeds meer mensen zijn zich bewust aan het worden van de noodzaak tot verandering.

We hebben nog een jaar. Dan begint de COP22.

Deze columns verschenen eerder op www.oneworld.nl