Besluit 2014/346 - Standpunt dat namens de EU op de 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie zal worden ingenomen in verband met de wijzigingen van de Code van het Verdrag betreffende maritieme arbeid - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
2014/346/EU: Besluit van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie op de 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie zal worden ingenomen in verband met de wijzigingen van de Code van het Verdrag betreffende maritieme arbeidofficiële Engelstalige titel
2014/346/EU: Council Decision of 26 May 2014 on the position to be adopted on behalf of the European Union at the 103rd session of the International Labour Conference concerning amendments to the Code of the Maritime Labour ConventionRechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2014/346 |
Origineel voorstel | COM(2014)161 |
Celex-nummer i | 32014D0346 |
Document | 26-05-2014 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 12-06-2014; PB L 172 p. 28-35 |
Inwerkingtreding | 28-05-2014; in werking datum kennisgeving |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Kennisgeving | 28-05-2014 |
12.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 172/28 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 26 mei 2014
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie op de 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie zal worden ingenomen in verband met de wijzigingen van de Code van het Verdrag betreffende maritieme arbeid
(2014/346/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 218, lid 9, in samenhang met artikel 153, lid 1, onder b), en artikel 153, lid 2, onder b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006, van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), hierna „het Verdrag” genoemd, stelt minimale arbeids- en leefomstandigheden vast voor alle zeevarenden op schepen die de vlag voeren van een land dat het Verdrag heeft bekrachtigd. |
(2) |
Het uit hoofde van het Verdrag ingestelde „Bijzonder Tripartiet Comité”, hierna „het Comité” genoemd, heeft tijdens zijn vergadering van 7 tot en met 11 april 2014 wijzigingen van de Code van het Verdrag hierna „wijzigingen” genoemd, aangenomen. De wijzigingen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie, die plaatsvindt van 28 mei tot en met 12 juni 2014. |
(3) |
De wijzigingen betreffen de aansprakelijkheid van reders in verband met schadevorderingen bij overlijden en letsel, en de achterlating van zeevarenden. |
(4) |
Gedeelten van de regels van het Verdrag en de wijzigingen vallen onder de bevoegdheid van de Unie en betreffen aangelegenheden waarvoor de Unie regels heeft vastgesteld. De wijzigingen zullen een wisselwerking hebben met het bestaande acquis, in het bijzonder op het gebied van sociaal beleid en vervoer. Meer specifiek zijn de meeste verdragsbepalingen geregeld in Richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het Verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van Richtlijn 1999/63/EG (1). De uitvoering van het Verdrag in de Unie wordt verder gewaarborgd door Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (2), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/38/EU van het Europees Parlement en de Raad (3), en Richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad (4) betreffende de vlaggenstaat en tot handhaving van de bijlage bij Richtlijn 2009/13/EG. |
(5) |
De tijdens de Internationale Arbeidsconferentie goedgekeurde wijzigingen van de Code van het Verdrag worden van kracht voor alle Leden, overeenkomstig en onder de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel XV van het Verdrag. Hieruit volgt dat de wijzigingen van de Code van het Verdrag betreffende maritieme arbeid een rechtshandeling vormen van een krachtens een internationale overeenkomst opgerichte instantie, die rechtsgevolgen heeft. |
(6) |
In het licht van het bovenstaande moet de Raad overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU het standpunt vaststellen dat namens de Unie moet worden ingenomen ten aanzien van aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen en waarvoor de Unie regels heeft aangenomen, en de lidstaten machtigen gezamenlijk op te treden in het belang van de Unie, die geen lid van de IAO is (5), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Het standpunt van de Unie op de 103e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie bestaat erin dat zij, ten aanzien van aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Unie vallen en waarvoor de Unie regels heeft aangenomen, de goedkeuring steunt van de wijzigingen van de Code van het Verdrag die het Comité tijdens...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.