Uitvoeringsverordening 2014/869 - Nieuwe spoorvervoersdiensten voor passagiers

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze uitvoeringsverordening was geldig van 1 september 2014 tot 11 december 2020.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 869/2014 van de Commissie van 11 augustus 2014 inzake nieuwe spoorvervoersdiensten voor passagiers Voor de EER relevante tekst

officiële Engelstalige titel

Commission Implementing Regulation (EU) No 869/2014 of 11 August 2014 on new rail passenger services Text with EEA relevance
 
Rechtsinstrument Uitvoeringsverordening
Wetgevingsnummer Uitvoeringsverordening 2014/869
Celex-nummer i 32014R0869

3.

Key dates

Document 11-08-2014
Bekendmaking in Publicatieblad 12-08-2014; PB L 239 p. 1-10
Inwerkingtreding 01-09-2014; in werking datum publicatie +20 zie art 20
16-06-2015; Toepassing zie art 20
Einde geldigheid 11-12-2020; opgeheven door 32018R1795

4.

Wettekst

12.8.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 239/1

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) nr. 869/2014 VAN DE COMMISSIE

van 11 augustus 2014

inzake nieuwe spoorvervoersdiensten voor passagiers

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (1), en met name artikel 10, lid 4, en artikel 11, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2012/34/EU hebben de lidstaten hun markt voor het internationaal passagiersvervoer per spoor opengesteld voor spoorwegondernemingen waaraan op grond van diezelfde richtlijn een vergunning is verleend. Spoorwegondernemingen die internationale treinen exploiteren, mogen op alle stations op het internationale traject reizigers laten in- en uitstappen, ook voor trajecten tussen twee stations in dezelfde lidstaat.

 

(2)

De invoering van deze nieuwe open en internationale passagiersvervoersdiensten met tussenstops mag echter niet leiden tot de openstelling van de markt voor binnenlandse passagiersvervoersdiensten, maar moet uitsluitend gericht zijn op stops die de internationale dienst ondersteunen. De nieuwe diensten moeten hoofdzakelijk zijn bedoeld om passagiers te vervoeren op een internationaal traject. Op verzoek van bevoegde instanties of belanghebbende spoorwegondernemingen dient de toezichthoudende instantie als bedoeld in afdeling 4 van hoofdstuk IV van Richtlijn 2012/34/EU het hoofddoel van de voorgestelde nieuwe dienst te bepalen.

 

(3)

De openstelling van het internationaal passagiersvervoer per spoor kan gevolgen hebben voor de organisatie en financiering van passagiersvervoersdiensten per spoor die worden geëxploiteerd op basis van openbaredienstcontracten die zijn gegund overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad (2). Op grond van artikel 11 van Richtlijn 2012/34/EU mogen de lidstaten het recht op toegang tot de markt beperken wanneer de uitoefening van dat recht het economisch evenwicht van de openbaredienstcontracten in gevaar zou brengen. Op verzoek van de bevoegde instanties, de infrastructuurbeheerder of de spoorwegonderneming die het openbaredienstcontract uitvoert, dient de toezichthoudende instantie te bepalen of een voorgestelde nieuwe internationale dienst het economisch evenwicht van een openbaredienstcontract in gevaar zou brengen.

 

(4)

Om te vermijden dat een reeds gestarte nieuwe spoorvervoersdienst voor passagiers wordt onderbroken en die nieuwe dienst rechtszekerheid te bieden over zijn exploitatiemogelijkheden, moet de termijn waarbinnen kan worden gevraagd om het hoofddoel van de dienst of het economisch evenwicht te onderzoeken, worden beperkt en worden gekoppeld aan het tijdstip waarop de aanvrager bekendmaakt dat hij een nieuwe internationale spoorvervoersdienst wenst in te voeren. Om dezelfde reden moet de termijn waarover de toezichthoudende instantie beschikt om haar onderzoek te voeren worden beperkt.

 

(5)

Bij een verzoek tot onderzoek van het hoofddoel moet alle informatie worden gevoegd waaruit blijkt dat het vervoeren van passagiers tussen stations in verschillende lidstaten niet het hoofddoel van de voorgestelde nieuwe dienst is. Om aan die eis te voldoen, moeten instanties die een dergelijk onderzoek vragen, gebruik kunnen maken van door de toezichthoudende instanties ter beschikking gestelde standaardformulieren.

 

(6)

De toezichthoudende instantie dient het hoofddoel van een voorgestelde dienst op middellange termijn te bepalen aan de hand van zowel een kwalitatieve als kwantitatieve analyse, veeleer dan op basis van de kenmerken van die dienst op één bepaald ogenblik. De beoordelingscriteria moeten worden...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

 

5.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

6.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

7.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.