Als Malmström meent wat ze zegt, moet ze stoppen met TTIP

Met dank overgenomen van A.M.C. (Anne-Marie) Mineur i, gepubliceerd op zaterdag 7 mei 2016.

Eurocommissaris Malmström gaat niet toegeven aan de wensen van de Amerikanen om onze standaarden te verlagen, en evenmin gaat ze accepteren dat er producten op onze markt komen die niet aan onze standaarden voldoen. Die uitspraken deed Malmström naar aanleiding van de TTIP-leaks van afgelopen maandag. Als dat waar is, dan kan de Eurocommissaris de onderhandelingen maar beter stoppen. Maar het is de vraag of Malmström niet nog een andere agenda heeft.

Om internationale handel te stimuleren moet je handelsbelemmeringen weghalen. Dat kan op drie manieren. Allereerst kun je importtarieven verlagen. Tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten waren die al niet hoog, en de afspraken die er nu bij komen, passen op een A4’tje.

De tweede handelsbelemmering is van het soort dat de eigen producent bevoordeelt, of dat expliciet beperkingen opwerpt voor buitenlandse producenten. De enorme landbouwsubsidies die onze Europese boeren jaarlijks ontvangen (€55 miljard in 2014, dat wil zeggen 40% van de totale EU-begroting) is een voorbeeld van het eerste. De Amerikaanse Jones Act die al sinds 1920 alle economische bedrijvigheid rondom scheepvaart exclusief voorbehoudt aan Amerikaanse bedrijven en werknemers, is een voorbeeld van het laatste. De kans dat er aan dit soort instituten wat gaat veranderen, is minimaal.

Waar dit handelsverdrag eigenlijk over gaat, zijn de handelsbelemmeringen die eigenlijk geen handelsbelemmeringen zijn, maar verschillen in regelgeving. Die verschillen zijn fundamenteel. De Amerikaanse manier om producten toe te laten wordt gestuurd door het aansprakelijkheidsbeginsel: elk product mag worden verkocht, tot een rechter bepaalt dat het schadelijk is. In Europa geldt het voorzorgsbeginsel, waardoor alleen producten die aantoonbaar veilig zijn worden toegelaten op de markt. Gevolg is dat er grote verschillen zijn op het gebied van bijvoorbeeld cosmetica: de VS hebben een lijst van 11 producten die verboden zijn, in de Europese Unie zijn dat er 1377.

Eurocommissaris Malmström stelt dat ze niet gaat morrelen aan de Europese standaard: “geen enkel Europees handelsverdrag zal ooit ons beschermingsniveau voor consumenten, voedselveiligheid of het milieu verlagen.” Dat is mag de insteek zijn van de Europeanen in de onderhandelingen, maar het is niet de inzet van de Amerikaanse handelspartners. Uit de gelekte tekst, maar ook uit een brief van de Amerikaanse senaat van vorige week, blijkt dat de Amerikanen vinden dat het voorzorgsbeginsel per se van tafel moet. Als Malmström dat onbespreekbaar vindt, dan kan ze de onderhandelingen maar beter afbreken. Toch is er geen enkel signaal dat Malmström dat zelfs maar overweegt.

Gezien de teksten die nu openbaar zijn geworden, maar ook gezien de grote aandacht die de Europese Commissie besteedt aan het weghalen van regels in het REFIT-programma, lijkt er wat anders aan de hand te zijn. Het lijkt erop dat de Commissie het TTIP-verdrag — maar evenzeer het CETA-verdrag met Canada — op een andere manier wil gebruiken dan alleen om handelsbeperkingen weg te halen. Wanneer Malmström niet bereid is om de Europese verworvenheden op het gebied van consumentenbescherming, voedselveiligheid en milieumaatregelen aan te tasten, dan zal ze moeten kiezen voor wederzijdse erkenning. Een andere keuze is er niet. Elk product dat toegelaten wordt op de Amerikaanse markt, moet dan ook worden toegelaten op de Europese markt.

De aardappelzetmeelcoöperatie Avebe in Ter Apel maakt zich daar terecht zorgen over: het moet dan concurreren met Amerikaanse producenten die niet alleen een enorm schaalvoordeel hebben, maar die ook nog eens gebruik mogen maken van genetisch gemanipuleerde gewassen die ze bovendien met goedkoop schaliegas kunnen bewerken. Tegen die concurrentie kan Avebé onmogelijk op, en het is maar de vraag of de op één na grootste werkgever van Groningen die positie nog lang zal kunnen behouden. Veeboer en Europarlementariër voor de VVD Jan Huitema heeft al aangedrongen op het opleggen van dezelfde dierenwelzijnseisen voor Amerikaans vee, om te voorkomen dat ook zijn sector wordt weggeconcurreerd door Amerikaanse hormoonkoeien. Geeft de Europese Unie echter geen gehoor aan die wens, dan zal niet alleen deze sector, maar ook al die andere die te maken krijgen met dezelfde Amerikaanse concurrentievervalsing, op termijn zelf aandringen op het verlagen van de Europese standaarden. Zo krijgt de Europese Commissie zijn REFIT op een presenteerblaadje aangeboden.

TTIP en CETA zijn in hun aard geen verdragen die bedoeld zijn om handelsbarrières weg te halen. Het zijn verdragen die bedoeld zijn om onze Europese standaarden te ondermijnen. Consumenten, werknemers, dieren en milieu worden hiervan het slachtoffer. De winnaars zijn de multinationals, die overigens ook de initiatiefnemers waren voor dit type verdragen. Er is niets op tegen om handel te bevorderen. Maar niet ten koste van alles, en zeker niet ten koste van alles wat we in Europa bereikt hebben. Als Malmström zich daarvoor werkelijk hard wil maken, dan moet ze stoppen met de onderhandelingen. Zo niet, dan moeten wij haar daartoe dwingen. Ik roep iedereen daarom op om te tekenen voor een TTIP-referendum op www.ttip-referendum.nl.

Deze opinie verscheen eerder op Joop.nl.