GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting - Hoofdinhoud
Documentdatum | 13-06-2016 |
---|---|
Publicatiedatum | 14-06-2016 |
Kenmerk | 10189/16 |
Van | Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie
Brussel, 13 juni 2016 (OR. en)
10189/16
EF 187 ECOFIN 606 DELACT 114
BEGELEIDENDE NOTA
van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie
ingekomen: 10 juni 2016
aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
Nr. Comdoc.: C(2016) 3446 final
Betreft: GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 i van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting
Hierbij gaat voor de delegaties document C(2016) 3446 final.
Bijlage: C(2016) 3446 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 10.6.2016 C(2016) 3446 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 10.6.2016
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 i van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting
(Voor de EER relevante tekst)
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Verordening (EU) nr. 648/2012 i (EMIR) voorziet in de verplichte clearing van bepaalde otcderivaten. Krachtens de EMIR is de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) verplicht klassen van otc-derivaten voor te stellen die onder de clearingverplichting dienen te vallen, alsook de verschillende data met ingang waarvan de clearingverplichting in werking treedt voor de aangegeven verschillende categorieën tegenpartijen (waarvoor verschillende infaseringstermijnen kunnen worden vastgesteld).
Bovendien geldt de clearingverplichting ook voor otc-derivatencontracten die zijn gesloten tussen de eerste vergunningverlening aan een centrale tegenpartij (CTP) op grond van de EMIR en de latere datum waarop de clearingverplichting daadwerkelijk in werking treedt, tenzij de resterende looptijd van deze otc-derivatencontracten korter is dan de minimale resterende looptijden die in de technische reguleringsnormen moeten worden vastgelegd (de zogeheten frontloadingverplichting). Voor sommige otc-derivatencontracten of tegenpartijen is het bijgevolg mogelijk door de vaststelling van de minimale resterende looptijden frontloading uit te sluiten.
2. RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING
Nadat een publieksraadpleging over het ontwerp van gedelegeerde handeling is gehouden en nadat de Commissie op 6 augustus 2015 de gedelegeerde handeling betreffende de clearingverplichting voor renteswaps in G4-valuta's had vastgesteld, heeft de ESMA op 5 november 2015 het ontwerp van gedelegeerde handeling betreffende de clearingverplichting voor renteswaps in niet-G4 Europese valuta's (de gedelegeerde handeling betreffende renteswaps in nieuwe valuta's) aangenomen en dit ontwerp op 10 november 2015 aan de Commissie voorgelegd.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
In de gedelegeerde handeling worden de onder de clearingverplichting vallende klassen otcderivatencontracten in de vorm van renteswaps in verschillende niet-G4 Europese valuta's (SEK, PLN en NOK) en vier verschillende categorieën tegenpartijen waarvoor verschillende infaseringstermijnen gelden, vastgesteld:
voor tegenpartijen van categorie 1 1 , 6 maanden na de inwerkingtreding van de technische
reguleringsnorm.
voor tegenpartijen van categorie 2 2 , 12 maanden na de inwerkingtreding van de technische
reguleringsnorm.
1 Categorie 1 omvat clearingleden voor ten minste één van de klassen van otc-renteswaps die aan clearing
onderworpen zijn.
2 Categorie 2 omvat financiële tegenpartijen en alternatieve beleggingsfondsen (abi's) die geen
clearingleden zijn en die een hogere otc-derivatenactiviteit ontplooien (af te meten aan een kwantitatieve drempelwaarde).
voor tegenpartijen van categorie 3 3 , 18 maanden na de inwerkingtreding van de technische
reguleringsnorm.
voor tegenpartijen van categorie 4 4 , 3 jaar na de inwerkingtreding van de technische
reguleringsnorm.
Er wordt een drempelwaarde vastgesteld om een onderscheid te maken tussen tegenpartijen van categorie 2 en van categorie 3 op basis van het niveau van hun otc-derivatenactiviteit. Deze drempelwaarde moet worden berekend in de drie maanden na de bekendmaking in het Publicatieblad van de gedelegeerde handeling betreffende de clearingverplichting voor renteswaps in G4-valuta's, exclusief de maand van bekendmaking. Het is aangewezen om te refereren aan de berekeningsperiode gedefinieerd in de gedelegeerde handeling betreffende de clearingverplichting voor renteswaps in G4-valuta's aangezien de tijdstippen van vaststelling van de twee technische reguleringsnormen dicht genoeg bij elkaar liggen om een groot aantal tegenpartijen voor wie deze verordening geldt deze berekening slechts éénmaal zelf te laten uitvoeren door gebruik te maken van dezelfde referentieperiode die zij overeenkomstig de gedelegeerde handeling betreffende de clearingverplichting voor renteswaps in G4-valuta's hebben gebruikt, zodat hun administratieve lasten verminderen, terwijl dit ook een nuttige referentieperiode is voor tegenpartijen die momenteel geen renteswaps in G4-valuta's clearen en derhalve de berekening zullen moeten uitvoeren om de categorie te bepalen waartoe zij behoren. Voor fondsen moet de drempelwaarde worden berekend op fondsniveau wegens de gescheiden passiva van fondsen.
Bovendien wordt een verschillende infaseringstermijn vastgesteld voor intragroeptransacties tussen een in een lidstaat gevestigde tegenpartij en een andere in een derde land gevestigde tegenpartij die van dezelfde groep deel uitmaken en die aan bepaalde voorwaarden voldoen (3 jaar vanaf de inwerkingtreding van de gedelegeerde handeling of een eerdere datum kort nadat ten aanzien van het betrokken derde land een gelijkwaardigheidsbesluit is vastgesteld), teneinde de Commissie genoeg tijd te bieden om gelijkwaardigheidsbesluiten vast te stellen. In die periode mag geen frontloading plaatsvinden.
In de gedelegeerde handeling worden ook de minimale resterende looptijden voor de toepassing van de frontloadingverplichting vastgelegd, alsook de data waarop de frontloading een aanvang dient te nemen (twee maanden na de inwerkingtreding van de gedelegeerde handeling voor de categorieën 1 en 2).
3 Categorie 3 omvat financiële tegenpartijen en alternatieve beleggingsfondsen (abi's) die geen
clearingleden zijn en die een lagere otc-derivatenactiviteit ontplooien (af te meten aan een kwantitatieve drempelwaarde);
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE
van 10.6.2016
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 i van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 i van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli
2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters 5 , en met name
artikel 5, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) is in kennis gesteld van de klassen van over the counter rentederivaten (otc-rentederivaten) waarvoor bepaalde centrale tegenpartijen (CTP's) over een vergunning voor het clearen ervan beschikken. Voor elk van die klassen heeft ESMA de criteria beoordeeld die van essentieel belang zijn voor het onderwerpen ervan aan de clearingverplichting, zoals onder meer het niveau van standaardisering, de omvang en liquiditeit, en de beschikbaarheid van prijsinformatie. Uitgaande van de overkoepelende doelstelling om het systeemrisico te verminderen, heeft de ESMA volgens de procedure van Verordening (EU) nr. 648/2012 i de klassen van otcrentederivaten vastgesteld die onder de clearingverplichting moeten vallen.
(2) Otc-rentederivatencontracten kunnen een constante nominale waarde, een variabele nominale waarde of een voorwaardelijke nominale waarde hebben. Contracten met een constante nominale waarde hebben een nominale waarde die niet verandert tijdens de looptijd van het contract. Contracten met een variabele nominale waarde hebben een nominale waarde die op voorspelbare wijze verandert tijdens de looptijd van het contract. Contracten met een voorwaardelijke nominale waarde hebben een nominale waarde die op onvoorspelbare wijze verandert tijdens de looptijd van het contract. Voorwaardelijke nominale waarden maken het prijs- en risicobeheer van otcrentederivatencontracten, en dus ook het clearen ervan door CTP's, complexer. Dit kenmerk dient in aanmerking te worden genomen bij het definiëren van de klassen van otc-rentederivaten die onder de clearingverplichting moeten vallen.
(3) Bij het bepalen welke klassen van otc-derivatencontracten aan een clearingverplichting moeten worden onderworpen, dient rekening te worden gehouden
met het specifieke karakter van otc-derivatencontracten die worden aangegaan met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling. In dit verband zij opgemerkt dat de klassen van otc-rentederivaten die krachtens deze verordening onder de clearingverplichting vallen, geen contracten mogen omvatten die worden aangegaan met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoen.
(4) Verschillende tegenpartijen hebben verschillende perioden nodig om de nodige regelingen te treffen voor het clearen van de otc-rentederivaten die onder de clearingverplichting vallen. Teneinde een ordelijke en tijdige implementatie van deze verplichting te garanderen, moeten tegenpartijen worden ingedeeld in categorieën van voldoende vergelijkbare tegenpartijen die vanaf dezelfde datum aan de clearingverplichting worden onderworpen.
(5) Een eerste categorie dient te bestaan uit zowel financiële als niet-financiële tegenpartijen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening clearingleden zijn van ten minste één van de relevante CTP's en voor ten minste één van de klassen van otc-rentederivaten die onder de clearingverplichting vallen, omdat die tegenpartijen al ervaring met het clearen van otc-rentederivaten hebben en reeds de connecties met die CTP's tot stand hebben gebracht om ten minste één van deze klassen te clearen. Ook niet-financiële tegenpartijen die clearingleden zijn, dienen in deze eerste categorie te worden opgenomen omdat hun ervaring met en voorbereiding op centrale clearing vergelijkbaar is met die van de financiële tegenpartijen die in deze categorie zijn opgenomen.
(6) Een tweede categorie en een derde categorie dienen te bestaan uit niet tot de eerste categorie behorende financiële tegenpartijen die zijn gegroepeerd volgens het niveau van hun juridische en operationele capaciteit met betrekking tot otc-derivaten. Het niveau van de otc-derivatenactiviteit moet fungeren als uitgangspunt voor de differentiatie van de juridische en operationele capaciteit van financiële tegenpartijen. Voor het maken van een onderscheid tussen de tweede en de derde categorie dient er dan ook een kwantitatieve drempelwaarde te worden vastgesteld die is gebaseerd op het geaggregeerde gemiddelde aan het einde van de maand van de nominale waarde van niet-centraal geclearde derivaten. Die drempelwaarde moet worden vastgesteld op een passend niveau om kleinere marktdeelnemers te onderscheiden en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de tweede categorie op een significant risiconiveau betrekking heeft. De drempelwaarde moet ook worden afgestemd op de op internationaal niveau overeengekomen drempelwaarde voor de margevereisten voor niet-centraal geclearde derivaten teneinde de toezicht- en regelgevingsconvergentie te bevorderen en de nalevingskosten voor tegenpartijen te beperken. Hoewel de drempelwaarde doorgaans van toepassing is op groepsniveau gezien de potentiële gedeelde risico's binnen de groep, moet, net als in de bovenbedoelde internationale normen, de drempelwaarde voor beleggingsfondsen afzonderlijk op elk fonds worden toegepast aangezien de passiva van een fonds gewoonlijk niet worden beïnvloed door de passiva van andere fondsen of van hun beleggingsbeheerder. De drempelwaarde moet bijgevolg afzonderlijk op elk fonds worden toegepast mits, in geval van insolventie of faillissement van het fonds, elk beleggingsfonds een volledig gescheiden en afgeschermde pool van activa vormt die niet door andere beleggingsfondsen of door de beleggingsbeheerder zelf door zekerheden is gedekt, dan wel wordt gegarandeerd of ondersteund.
(7) Bepaalde alternatieve beleggingsfondsen ("abi's") vallen niet onder de definitie van financiële tegenpartijen in Verordening (EU) nr.648/2012 i, ook al hebben zij eenzelfde operationele capaciteit met betrekking tot otc-derivatencontracten als abi's die wel onder die definitie vallen. Als niet-financiële tegenpartijen geclassificeerde abi's dienen derhalve in dezelfde categorieën tegenpartijen te worden opgenomen als abi's die als financiële tegenpartijen zijn geclassificeerd.
(8) Een vierde categorie dient te bestaan uit niet-financiële tegenpartijen die niet in de andere categorieën zijn opgenomen omdat zij een beperktere ervaring met en operationele capaciteit met betrekking tot otc-derivaten en centrale clearing hebben dan de overige categorieën tegenpartijen.
(9) Bij de bepaling van de datum waarop de clearingverplichting voor tegenpartijen van de eerste categorie in werking treedt, moet rekening worden gehouden met het feit dat zij eventueel niet over de nodige bestaande connecties met CTP's kunnen beschikken voor alle klassen die onder de clearingverplichting vallen. Bovendien vormen de tot deze categorie behorende tegenpartijen het clearingtoegangspunt voor tegenpartijen die geen clearingleden zijn, waarbij wordt verwacht dat cliëntclearing en indirecte cliëntclearing als gevolg van de inwerkingtreding van de clearingverplichting aanzienlijk zullen toenemen. Tot slot neemt deze eerste categorie tegenpartijen een groot deel van het volume reeds geclearde otc-rentederivaten voor haar rekening en zal het volume van te clearen transacties aanzienlijk toenemen na de datum waarop de in deze verordening neergelegde clearingverplichting in werking treedt. Daarom moet voor tegenpartijen van de eerste categorie een redelijke termijn van zes maanden worden vastgesteld om zich op het clearen van extra klassen te kunnen voorbereiden, om de toename van cliëntclearing en indirecte cliëntclearing te kunnen opvangen en om zich aan de toenemende volumes van te clearen transacties te kunnen aanpassen.
(10) Bij de bepaling van de datum waarop de clearingverplichting voor tegenpartijen van de tweede en de derde categorie in werking treedt, moet rekening worden gehouden met het feit dat het merendeel onder hen toegang tot een CTP zal verwerven door een cliënt of een indirecte cliënt van een clearinglid te worden. Dit proces kan 12 à 18 maanden in beslag nemen, al naargelang de juridische en operationele capaciteit van de tegenpartijen en de stand van hun voorbereidingen wat het treffen van de voor het clearen van de contracten noodzakelijke regelingen met clearingleden betreft.
(11) Bij de bepaling van de datum waarop de clearingverplichting voor tegenpartijen van de vierde categorie in werking treedt, moet rekening worden gehouden met hun juridische en operationele capaciteit, alsook met het feit dat zij minder ervaring met otc-derivaten en centrale clearing hebben dan andere categorieën tegenpartijen.
(12) Voor otc-derivatencontracten tussen een in een derde land gevestigde tegenpartij en een andere in de Unie gevestigde tegenpartij die van dezelfde groep deel uitmaken, die op volledige basis in dezelfde consolidatie zijn opgenomen en die aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, risicometings- en risicocontroleprocedures zijn onderworpen, dient in een latere datum van toepassing van de clearingverplichting te worden voorzien. De uitgestelde toepassing moet garanderen dat die contracten niet onder de clearingverplichting vallen in de beperkte periode waarin er nog geen in artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 i bedoelde uitvoeringshandelingen bestaan die betrekking hebben op de in bijlage I bij deze verordening vermelde otcderivatencontracten en op het rechtsgebied waar de tegenpartij van het derde land is gevestigd. De bevoegde autoriteiten moeten in staat zijn vooraf te verifiëren of de tegenpartijen die dergelijke contracten sluiten, van dezelfde groep deel uitmaken en aan de andere in Verordening (EU) nr. 648/2012 i gestelde voorwaarden met betrekking tot intragroeptransacties voldoen.
(13) Anders dan bij otc-derivaten waarvan de tegenpartijen niet-financiële tegenpartijen zijn, schrijft Verordening (EU) nr. 648/2012 i bij otc-derivaten waarvan de tegenpartijen financiële tegenpartijen zijn, voor dat de clearingverplichting moet worden toegepast op contracten die zijn gesloten na de kennisgeving aan de ESMA aangaande de vergunningverlening aan een CTP voor het clearen van een bepaalde klasse van otc-derivaten, maar vóór de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt, mits de resterende looptijd van dergelijke contracten op de datum van inwerkingtreding van de verplichting zulks rechtvaardigt. De toepassing van de clearingverplichting op die contracten moet ten doel hebben een eenvormige en coherente toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 i te garanderen. Tevens moet bij het onderwerpen van een klasse van otc-derivatencontracten aan de clearingverplichting zowel financiële stabiliteit en een vermindering van het systeemrisico, als een gelijk speelveld voor marktdeelnemers worden nagestreefd. De minimale resterende looptijd dient derhalve op een zodanig niveau te worden vastgesteld dat de verwezenlijking van deze doelstellingen wordt gewaarborgd.
(14) Voordat overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 i vastgestelde technische reguleringsnormen in werking treden, kunnen tegenpartijen niet voorspellen of de door hen gesloten otc-derivatencontracten onder de clearingverplichting zullen vallen op de datum waarop die verplichting van kracht wordt. Deze onzekerheid heeft grote gevolgen voor het vermogen van marktdeelnemers om de correcte prijs van de door hen aangegane otcderivatencontracten te bepalen, omdat voor centraal geclearde contracten een andere zekerhedenregeling geldt dan voor niet-centraal geclearde contracten. Het verplicht stellen van forward-clearing van vóór de inwerkingtreding van deze verordening gesloten otc-derivatencontracten, ongeacht de resterende looptijd ervan op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt, kan het vermogen van de tegenpartijen beperken om hun marktrisico's afdoende af te dekken, en kan ofwel negatieve gevolgen hebben voor de marktwerking en de financiële stabiliteit, ofwel hen beletten hun gewone activiteiten uit te oefenen door deze contracten met andere passende middelen af te dekken.
(15) Bovendien mogen otc-derivatencontracten die na de vankrachtwording van deze verordening en vóór de inwerkingtreding van de clearingverplichting worden gesloten, niet onder de clearingverplichting vallen totdat de tegenpartijen bij deze contracten kunnen uitmaken tot welke categorie zij behoren en of zij voor een bepaald contract, inclusief hun intragroeptransacties, onder de clearingverplichting vallen, en voordat zij de nodige regelingen hebben kunnen treffen om bij de sluiting van deze contracten met de clearingverplichting rekening te houden. Om zowel de ordelijke werking en de stabiliteit van de markt te vrijwaren, als een gelijk speelveld tussen tegenpartijen te handhaven, verdient het daarom overweging die contracten niet aan de clearingverplichting te onderwerpen, ongeacht de resterende looptijd ervan.
(16) Otc-derivatencontracten die zijn gesloten na de kennisgeving aan de ESMA aangaande de vergunningverlening aan een CTP voor het clearen van een bepaalde klasse van otc-derivaten, maar vóór de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt, zouden niet onder de clearingverplichting mogen vallen wanneer zij niet significant relevant zijn voor het systeemrisico, dan wel wanneer het onderwerpen van die contracten aan de clearingverplichting de eenvormige en coherente toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 i anderszins in het gedrang zou kunnen brengen. Aan otc-rentederivatencontracten met langere looptijden verbonden tegenpartijkredietrisico blijft langer in de markt dan hetzelfde aan otc-rentederivaten met korte resterende looptijden verbonden risico. Het opleggen van de clearingverplichting voor contracten met korte resterende looptijden zou bijgevolg lasten voor tegenpartijen met zich brengen die niet in verhouding staan tot de omvang van het ingeperkte risico. Bovendien nemen otc-rentederivaten met korte resterende looptijden slechts een vrij gering deel van de totale markt en dus ook slechts een vrij gering deel van het totale aan deze markt verbonden systeemrisico voor hun rekening. De minimale resterende looptijden moeten derhalve op een zodanig niveau worden vastgesteld dat wordt voorkomen dat contracten met resterende looptijden van niet meer dan een paar maanden onder de clearingverplichting vallen.
(17) Tegenpartijen van de derde categorie nemen slechts een vrij beperkt deel van het totale systeemrisico voor hun rekening en hebben tevens een geringere juridische en operationele capaciteit wat otc-derivaten betreft dan tegenpartijen van de eerste en de tweede categorie. Essentiële elementen van de otc-derivatencontracten, inclusief de prijsbepaling van otc-rentederivaten die onder de clearingverplichting vallen en die zijn gesloten voordat die verplichting in werking treedt, zullen binnen een kort tijdsbestek moeten worden aangepast om daarin rekening te houden met de clearing die pas verscheidene maanden na de sluiting van het contract zal plaatsvinden. Voor dit proces van forward-clearing zijn belangrijke aanpassingen van het prijsbepalingsmodel vereist, alsook wijzigingen in de documentatie van deze otcderivatencontracten. Tegenpartijen van de derde categorie zijn veel minder in staat om forward-clearing in hun otc-derivatencontracten op te nemen. Het verplicht stellen van de clearing van otc-derivatencontracten die zijn gesloten voordat de clearingverplichting voor die tegenpartijen in werking treedt, kan bijgevolg hun vermogen beperken om hun risico's afdoende af te dekken, en kan ofwel negatieve gevolgen hebben voor de werking en de stabiliteit van de markt, ofwel hen beletten hun gewone activiteiten uit te oefenen indien zij niet tot afdekking kunnen blijven overgaan. Otc-derivatencontracten die door tegenpartijen van de derde categorie worden gesloten vóór de datum waarop de clearingverplichting van kracht wordt, mogen derhalve niet onder de clearingverplichting vallen.
(18) Daarnaast kunnen otc-derivatencontracten tussen tot dezelfde groep behorende tegenpartijen onder bepaalde voorwaarden van clearing worden vrijgesteld om te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de efficiëntie van risicobeheerprocessen binnen de groep, en aldus te vermijden dat de verwezenlijking van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012 i wordt ondermijnd. Intragroeptransacties die aan bepaalde voorwaarden voldoen en die worden gesloten vóór de datum waarop de clearingverplichting voor die transacties van kracht wordt, mogen derhalve niet onder de clearingverplichting vallen.
(19) Deze verordening is gebaseerd op ontwerpen van technische reguleringsnormen die de ESMA aan de Commissie heeft voorgelegd.
(20) De ESMA heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd, heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 i van het Europees Parlement en de Raad opgerichte
Stakeholdergroep effecten en markten 6 om advies verzocht en heeft het Europees
Comité voor systeemrisico's geraadpleegd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 – Aan de clearingverplichting onderworpen klassen van otc-derivaten
-
1.De in bijlage I vermelde klassen van over the counter derivaten (otc-derivaten) vallen onder de clearingverplichting.
-
2.De in bijlage I vermelde klassen van otc-derivaten omvatten geen contracten die worden aangegaan met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling, mits deze contracten aan alle volgende voorwaarden voldoen:
(a) zij worden alleen gebruikt voor de afdekking van rente- of valutamismatches van de pool ter dekking van de betrokken obligatie met zekerheidstelling;
(b) zij zijn overeenkomstig de nationale wetgeving betreffende gedekte obligaties in de pool ter dekking van de betrokken obligatie met zekerheidsstelling geregistreerd;
(c) zij worden niet beëindigd in geval van afwikkeling of insolventie van de emittent van de gedekte obligatie of van de pool ter dekking van de obligatie met zekerheidsstelling;
(d) de tegenpartij bij het otc-derivaat dat met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling is aangegaan, is ten minste van de zelfde rangorde als de houders van de gedekte obligaties, behalve wanneer de tegenpartij bij het otc-derivaat dat met emittenten van gedekte obligaties of met pools ter dekking van obligaties met zekerheidsstelling is aangegaan, de in gebreke blijvende of de getroffen partij is, dan wel van deze zelfde rangorde afziet;
(e) de gedekte obligatie voldoet aan de vereisten van artikel 129 van Verordening (EU) nr. 575/2013 i en is onderworpen aan een zekerheidsstellingsvereiste van ten minste 102 %.
6 Verordening (EU) nr. 1095/2010 i van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG i van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
Artikel 2 – Categorieën tegenpartijen
-
1.Voor de toepassing van de artikelen 3 en 4 worden de onder de clearingverplichting vallende tegenpartijen in de volgende categorieën ingedeeld:
(a) Categorie 1 omvat de tegenpartijen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening voor ten minste één van de in bijlage I bij deze verordening of in bijlage I van [Regulation (EU) …/… Please insert the reference of the Delegated Regulation establishing the clearing obligation for interest rate swaps denominated in EUR, GBP, JPY and USD]vermelde klassen van otcderivaten clearingleden in de zin van artikel 2, punt 14, van Verordening (EU) nr. 648/2012 i zijn van ten minste één van de CTP's die vóór die datum een vergunning hebben gekregen of zijn erkend om ten minste één van die klassen te clearen;
(b) Categorie 2 omvat de niet tot categorie 1 behorende tegenpartijen die deel uitmaken van een groep waarvan het geaggregeerde gemiddelde aan het einde van de maand van de uitstaande nominale brutowaarde van de niet-centraal geclearde derivaten voor [OP Please insert months; elk van de drie maanden die zijn opgenomen in artikel 2, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr..../... tot vaststelling van de clearingverplichting voor renteswaps in EUR, GBP, JPY en USD] hoger is dan 8 miljard EUR en die één van de volgende partijen zijn:
(i) financiële tegenpartijen;
(ii) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61 i/EU die niet-financiële tegenpartijen zijn;
(c) categorie 3 omvat de niet tot categorie 1 of categorie 2 behorende tegenpartijen die één van de volgende partijen zijn:
(i) financiële tegenpartijen;
(ii) alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61 i/EU die niet-financiële tegenpartijen zijn;
(d) categorie 4 omvat de niet-financiële tegenpartijen die niet tot categorie 1, categorie 2 of categorie 3 behoren.
-
2.Voor de berekening voor de groep van het in lid 1, onder b), bedoelde geaggregeerde gemiddelde aan het einde van de maand van de uitstaande nominale brutowaarde van de niet-centraal geclearde derivaten worden alle niet-centraal geclearde derivaten van de groep, met inbegrip van valutatermijncontracten, swaps en valutaswaps, in aanmerking genomen.
-
3.Bij tegenpartijen die alternatieve beleggingsfondsen zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61 i/EU, dan wel instellingen voor collectieve belegging in effecten zoals omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG i zijn, is de in lid 1, onder b), van dit artikel bedoelde drempelwaarde van 8 miljard EUR individueel op fondsniveau van toepassing.
Artikel 3 – Data vanaf wanneer de clearingverplichting in werking treedt
-
1.Voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben, treedt de clearingverplichting in werking op:
(a) [OP please insert date: 6 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor tegenpartijen van categorie 1;
(b) [OP please insert date: 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor tegenpartijen van categorie 2;
(c) [OP please insert date: 18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor tegenpartijen van categorie 3;
(d) [OP please insert date: 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] voor tegenpartijen van categorie 4.
Ingeval een contract wordt gesloten tussen twee tegenpartijen die tot verschillende categorieën tegenpartijen behoren, is de datum waarop de clearingverplichting voor dat contract in werking treedt, de laatst vallende datum.
-
2.In afwijking van lid 1, onder a), b) en c), treedt de clearingverplichting voor contracten die op een in bijlage I vermelde klasse van otc-derivaten betrekking hebben en die worden gesloten tussen andere tegenpartijen dan tegenpartijen van categorie 4 welke van dezelfde groep deel uit maken en waarbij de ene tegenpartij in een derde land en de andere tegenpartij in de Unie is gevestigd, in werking op:
(a) [OP please insert date: 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 i geen gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten; of
(b) de laatst vallende van de volgende data ingeval ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 i een gelijkwaardigheidsbesluit overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening is vastgesteld dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten:
(i) 60 dagen na de datum van inwerkingtreding van het ten aanzien van het betrokken derde land voor de toepassing van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 648/2012 i overeenkomstig artikel 13, lid 2, van genoemde verordening vastgesteld gelijkwaardigheidsbesluit dat betrekking heeft op de in de bijlage bij deze verordening genoemde otc-derivatencontracten;
(ii) de datum waarop de clearingverplichting overeenkomstig lid 1 in werking treedt.
Deze afwijking is alleen van toepassing indien de tegenpartijen aan de volgende voorwaarden voldoen:
(a) de in een derde land gevestigde tegenpartij is ofwel een financiële tegenpartij, ofwel een niet-financiële tegenpartij;
(b) de in de Unie gevestigde tegenpartij is:
(i) een financiële tegenpartij, een niet-financiële tegenpartij, een financiële holding, een financiële instelling of een aan passende prudentiële vereisten onderworpen onderneming die nevendiensten verricht, en de onder a) bedoelde tegenpartij is een financiële tegenpartij; of
(ii) een financiële tegenpartij, ofwel een niet-financiële tegenpartij en de onder
-
a)bedoelde tegenpartij is een niet-financiële tegenpartij;
(c) beide tegenpartijen zijn overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 i op volledige basis in dezelfde consolidatie opgenomen;
(d) beide tegenpartijen zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, risicometings- en risicocontroleprocedures;
(e) de in de Unie gevestigde tegenpartij heeft haar bevoegde autoriteit er schriftelijk van in kennis gesteld dat aan de onder a), b), c) en d) gestelde voorwaarden is voldaan en de bevoegde autoriteit heeft binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de kennisgeving bevestigd dat aan die voorwaarden is voldaan.
-
Artikel 4 – Minimale resterende looptijd
-
1.Voor financiële tegenpartijen van categorie 1 is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 i bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:
(a) 15 jaar voor contracten die zijn aangegaan of verlengd vóór [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 1 van bijlage I zijn vermeld;
(b) 3 jaar voor contracten die zijn aangegaan of verlengd vóór [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 2 van bijlage I zijn vermeld;
(c) 6 maanden voor contracten die zijn aangegaan of verlengd op of na [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van bijlage I zijn vermeld.
-
2.Voor financiële tegenpartijen van categorie 2 is de in artikel 4, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 i bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:
(a) 15 jaar voor contracten die zijn aangegaan of verlengd vóór [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 1 van bijlage I zijn vermeld;
(b) 3 jaar voor contracten die zijn aangegaan of verlengd vóór [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 2 van bijlage I zijn vermeld;
(c) 6 maanden voor contracten die zijn aangegaan of verlengd op of na [PB gelieve de datum in te voegen: 2 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening] die behoren tot de klassen die in tabel 1 of tabel 2 van bijlage I zijn vermeld.
-
3.Voor financiële tegenpartijen van categorie 3 en voor de in artikel 3, lid 2, van deze verordening bedoelde transacties tussen financiële tegenpartijen is de in artikel 4, lid 1, onder b), punt ii), van Verordening (EU) nr. 648/2012 i bedoelde minimale resterende looptijd op de datum waarop de clearingverplichting in werking treedt:
(a) 15 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 1 van bijlage I zijn vermeld;
(b) 3 jaar voor contracten die behoren tot de klassen die in tabel 2 van bijlage I zijn vermeld.
-
4.Ingeval een contract wordt gesloten tussen twee financiële tegenpartijen die tot verschillende categorieën behoren of tussen twee financiële tegenpartijen die bij in artikel 3, lid 2, bedoelde transacties zijn betrokken, is de voor de toepassing van dit artikel in aanmerking te nemen minimale resterende looptijd de toepasselijke langste resterende looptijd.
Artikel 5 – Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, op 10.6.2016
Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER
13 jun '16 |
BIJLAGE bij gedelegeerde verordening van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake de clearingverplichting COVER NOTE |
Secretary-General of the European Commission 10189/16 ADD 1 |