Voortdurende strijd tegen kansenongelijkheid in het onderwijs

Met dank overgenomen van M. (Mohammed) Mohandis i, gepubliceerd op dinsdag 20 september 2016, 15:34.

Twee kinderen met een gelijke intelligentie krijgen in Nederland niet dezelfde kansen omdat de één hoogopgeleide ouders heeft en de ander niet. De één krijgt een grotere woordenschat mee vanuit huis, krijgt bijles als het tegenzit en heeft ouders die actief lobbyen voor een hoger schooladvies. De ander heeft dat niet. De ongelijkheid in de samenleving dreigt zich op die manier in het onderwijs voort te zetten. Dat is onacceptabel. Gelijke kansen voor iedereen vergt een voortdurende strijd. Daarom maken wij in de nieuwe begroting 55 miljoen vrij voor gelijkere kansen.

Ieder kind verdient een gelijke kans om zichzelf te ontwikkelen, waar je wieg ook staat of wie je ouders ook zijn. Als voormalig mbo’er heb ik bijvoorbeeld nooit begrepen waarom minderjarige mbo’ers meer moeten betalen voor hun opleiding dan hun leeftijdsgenoten op de havo of het vwo. Dat moet echt veranderen. Ik ben dan ook blij dat het kabinet tien miljoen uittrekt voor om mbo’ers tegemoet te komen in hun schoolkosten en dat minderjarige MBO’ers vanaf volgend jaar ook recht krijgen op een Ov-studentenkaart. Voor honderdduizenden jongeren in Nederland houden we daarmee onderwijs toegankelijk.

Daarnaast wordt er extra geld uitgetrokken om achterstanden bij kinderen weg te werken. En er komt extra geld voor kinderen die hun eigen land hebben moeten ontvluchten en hier nu met onze kinderen naar school gaan. Dat is van groot belang, want vluchtelingenkinderen die sneller de taal spreken kunnen beter mee op school, maken makkelijker vriendjes en kunnen daardoor straks volwaardig meedoen in de samenleving. Dat is belangrijk voor de integratie en essentieel om ervoor te zorgen dat vluchtelingen kunnen gaan aarden in de Nederlandse samenleving.

En daarmee zijn we er nog niet. We moeten blijven strijden om het voor jongeren makkelijker te maken door te stromen naar een hoger onderwijstype. Elke gemotiveerde jongere die door wil leren moet die kans krijgen. Talent moet tellen, nooit je afkomst of de dikte van iemands portemonnee. Samen met al die leraren, scholen en hulpverleners die uiteindelijk het moeilijke werk zelf doen moeten we daarvoor blijven knokken. Zodat ieder zijn talent maximaal tot zijn of haar recht komt.