WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstellen voor een Richtlijn van de Raad betreffende een geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting en een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB)

1.

Kerngegevens

Document­datum 26-10-2016
Publicatie­datum 28-10-2016
Kenmerk 13730/16 ADD 3
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 26 oktober 2016 (OR. en)

13730/16

Interinstitutioneel dossier: ADD 3

2016/0337 (CNS) i

FISC 170 IA 99

VOORSTEL

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 26 oktober 2016

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: SWD(2016) 342 final

Betreft: WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstellen voor een Richtlijn van de Raad betreffende een geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting en een

gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB)

Hierbij gaat voor de delegaties document SWD(2016) 342 final.

Bijlage: SWD(2016) 342 final EUROPESE COMMISSIE

Straatsburg, 25.10.2016 SWD(2016) 342 final

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

bij

Voorstellen voor een Richtlijn van de Raad

betreffende een geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting en

een

gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting

(CCCTB)

{COM(2016) 683 final i}

{SWD(2016) 341 final}

Samenvatting

Effectbeoordeling betreffende een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB)

  • A. 
    Behoefte aan actie

Waarom? Wat is het probleem? Maximaal 11 regels

Momenteel creëren 28 verschillende vennootschapsbelastingsystemen in de EU kansen voor agressieve fiscale planning, wat een negatieve invloed heeft op de belastingmoraal en fiscale rechtvaardigheid. Deze fiscale lappendeken resulteert ook in hoge compliancekosten en belemmert investeringen. De meeste nationale belastingsystemen bevoordelen vreemd vermogen boven eigen vermogen, wat de schuldniveaus vergroot en de veerkracht van de economie beïnvloedt. Bovendien onderinvesteren vennootschappen in de EU in vergelijking met andere grote economieën in onderzoek en ontwikkeling.

Deze problemen worden aangejaagd door de internationalisering van vennootschappen en in toenemende mate mobiele winsten. Tegelijkertijd worden heffingsgrondslagen op nationaal niveau vastgesteld. Dit creëert voor de lidstaten prikkels om eenzijdig hun heffingsgrondslagen te beschermen en mobiele winsten aan te trekken. Met eenzijdige maatregelen kunnen de belangrijkste problemen niet worden aangepakt Zij verhogen de complexiteit, belemmeren verder de ontwikkeling van de eengemaakte markt en voegen obstakels toe voor investeringen en groei.

Vennootschappen ondervinden hier op allerlei manieren de invloed van. Met name vennootschappen die grensoverschrijdend actief zijn, lijden onder hoge compliancekosten, terwijl vennootschappen die aan agressieve fiscale planning doen, profiteren ten koste van andere vennootschappen en burgers.

Wat moet met dit initiatief worden bereikt? Maximaal 8 regels

Een belangrijk doel is het rechtvaardiger maken van het belastingsysteem door bepaalde diepere oorzaken van de ontwijking van vennootschapsbelasting aan te pakken. Een en ander moet i) grensoverschrijdende fiscale planning significant verminderen, ii) een gelijker speelveld tussen nationale en multinationale vennootschappen creëren, iii) ervoor zorgen dat vennootschappen een rechtvaardig deel van de belastinglast betalen, en iv) de algemene moraal van de belastingbetaler verbeteren. Tegelijkertijd beoogt het initiatief groei en investeringen te stimuleren door i) het vereenvoudigen van het complexe vennootschapsbelastingsysteem in de EU om de compliancekosten en de administratieve werklast te verminderen; ii) het opheffen van risico's voor dubbele belasting en andere bestaande discriminaties en beperkingen; iii) het verminderen van door belasting veroorzaakte verstoringen van investerings- en financieringsbeslissingen; en iv) het creëren van prikkels om te investeren in de EU, onder meer door ondersteuning van O&O en innovatie.

Wat is de meerwaarde van maatregelen op EU-niveau? Maximaal 7 regels

De EU-meerwaarde is verdere verbetering van de kapitaalmobiliteit binnen de Unie door verlaging van compliancekosten en grensoverschrijdende fiscale obstakels. Tegelijkertijd zorgen EU-maatregelen ervoor dat bij de activiteiten van multinationale vennootschappen in de EU een rechtvaardig belastingniveau niet wordt ontweken. Een gemeenschappelijke aanpak van een vennootschapsbelastingrondslag in de EU draagt bij tot het herstel van de link tussen belastingheffing en waardecreatie.

  • B. 
    Oplossingen

Welke wetgevende en niet-wetgevende beleidsmaatregelen zijn overwogen? Heeft een bepaalde optie de voorkeur? Waarom? Maximaal 14 regels

De belangrijkste optie die is bekeken is een voorstel voor een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. Een zeer belangrijke keuze die moet worden gemaakt heeft betrekking op het toepassingsgebied van een dergelijke heffingsgrondslag, dit wil zeggen op wie hij van toepassing zou zijn. De voornaamste opties die zijn bekeken zijn om de CCCTB verplicht te stellen voor alle vennootschappen of alleen voor een subset van vennootschappen. Diverse opties zijn bekeken om een oplossing te zoeken voor de beleidsvoorkeur voor vreemd vermogen die veroorzaakt wordt door de huidige belastingsystemen. Twee principiële maatregelen zijn beschikbaar: toestaan van aftrekbaarheid van financiering met eigen en met vreemd vermogen of niet toestaan van beide. In verband met O&O-prikkels hebben de centrale opties betrekking op een belastingaftrek voor uitgaven voor O&O-investeringen in uiteenlopende mate van generositeit.

Het taxeren van de verschillende opties heeft tot een voorkeursoptie geleid: een verplichte CCCTB voor grote vennootschappen, met een 'aftrek voor groei en investeringen' en met een aftrek voor O&O-uitgaven. Met de aftrek voor groei en investeringen kunnen financieringskosten voor vreemd en eigen vermogen worden afgetrokken binnen grenzen, om misbruiken en fiscale planning te vermijden. De aftrek voor O&O-uitgaven is zo opgezet dat ten minste de bestaande fiscale prikkels voor O&O worden bewaard. Uit de analyse blijkt dat de CCCTB duidelijke voordelen heeft boven het alternatief om geen maatregelen te nemen.

Wie steunt welke optie? Maximaal 7 regels

Een revitalisering van de CCCTB had een breed draagvlak bij alle stakeholdergroepen. Het draagvlak was het grootst bij niet-gouvernementele organisaties, particulieren en andere respondenten op de raadpleging, maar ook onder vennootschappen, met name kleine en middelgrote vennootschappen. Niet-gouvernementele organisaties, kleine en middelgrote vennootschappen en particulieren zijn er eveneens een groot voorstander van om de CCCTB (gedeeltelijk) verplicht te stellen; grote vennootschappen zijn daartegen gekant. Anderzijds was een duidelijke meerderheid van alle stakeholders er voorstander van om een opt-in voor de CCCTB te creëren. Bij grote en kleine vennootschappen was er ook een zeer groot draagvlak voor een gunstige behandeling van O&O en het voorstel om een oplossing te zoeken voor de fiscale bevoordeling van vreemd boven eigen vermogen met een belastingaftrek voor eigen vermogen in het kader van de revitalisering.

  • C. 
    Effecten van de voorkeursoptie

Wat zijn de (eventuele) voordelen van de voorkeursoptie( anders die van de belangrijkste opties)? Maximaal 12 regels

Implementatie van de voorkeursoptie zal naar verwachting leiden tot rechtvaardigere belastingsystemen en een gelijk speelveld door de prikkels voor agressieve fiscale planning in de EU feitelijk op te heffen. Daardoor zou er gemakkelijker voor kunnen worden gezorgd dat vennootschappen een rechtvaardig deel van de belastinglast betalen en zou de belastingmoraal verbeteren. Voorts zouden obstakels voor grensoverschrijdende belastingen in de EU feitelijk worden geëlimineerd. De financieringsbeslissingen van vennootschappen worden minder verstoord met een belastingaftrek voor groei en investeringen, die financiering met eigen en vreemd vermogen op gelijke voet stelt. De fiscale O&O-prikkels worden niet alleen behouden, maar ook versterkt en gestroomlijnd.

De verwachte economische voordelen van het voorstel zijn positief. De CCCTB met een aftrek voor groei en investeringen zou leiden tot een toename van de investeringen en de werkgelegenheid van maximaal 3,4 % respectievelijk 0,6 %. Alles bijeen genomen zou de groei met maximaal 1,2 % stijgen. De compliancekosten zullen naar verwachting dalen (10 % in compliancetijd en 2,5 % in compliancekosten). De kosten voor de oprichting van een dochtervennootschap zouden met maximaal 67 % dalen, waardoor het voor vennootschappen (waaronder kleine en middelgrote vennootschappen) gemakkelijker zou worden om naar het buitenland te gaan.

Er worden geen relevante milieueffecten verwacht van de voorkeursoptie. Sociale effecten zullen eveneens beperkt zijn.

Wat zijn de kosten van de eventuele voorkeursoptie (anders de belangrijkste opties)? Maximaal 12

regels

De kosten van het voorstel op het stuk van nationale belastinginkomsten hangen af van de manier waarop de lidstaten hun belastingtarieven aanpassen aan de nieuwe heffingsgrondslag, van de omvang van de aftrek voor groei en investeringen en van de O&O-prikkels. De compliancekosten en administratieve kosten van de voorkeursoptie houden voornamelijk verband met de overgang van de bestaande fiscale vennootschapsregimes naar een CCCTB. Die kosten worden echter slechts één keer gemaakt. Er zijn geen kwantitatieve gegevens beschikbaar over de kosten voor de belastingautoriteiten van beheer van een bepaalde belasting of de invoering van een nieuwe belasting. De reden is dat de meeste belastingdiensten (en de overeenkomstige IT-systemen) functioneel, en niet meer volgens type belasting zijn georganiseerd.

Wat zijn de gevolgen voor vennootschappen, het mkb en micro-vennootschappen? Maximaal 8 regels

Voor grote vennootschappen die onder het verplichte onderdeel vallen zal de gemeenschappelijke heffingsgrondslag verplicht zijn. Dit is een belangrijke verandering voor de vennootschappen en creëert een gelijker speelveld binnen de EU. Voor alle andere vennootschappen zal de CCCTB de mogelijkheid bieden van een opt-in. Voor die vennootschappen is er dan ook geen onmiddellijke impact als zij verkiezen het nationale systeem te blijven gebruiken. Indien vennootschappen besluiten de CCCTB toe te passen, gaan zij ervan uit dat het systeem bijvoorbeeld op het stuk van lagere compliancekosten en betere efficiëntie voordelen biedt. Het effect is dus positief.

Zijn er significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheidsdiensten? Maximaal 4 regels Er zijn twee rechtstreekse gevolgen voor de belastinginkomsten. In de eerste plaats wijzigt de CCCTB de regels voor de berekening van de heffingsgrondslag ten opzichte van nationale systemen, waardoor deze voor de meeste lidstaten verlaagt. Ten tweede wordt de heffingsgrondslag van een multinationale groep aan de lidstaten toegerekend volgens een verdeelsleutel die de economische activiteit meet op basis van arbeid, kapitaalgoederenvoorraad en omzet. Het is echter moeilijk precies te voorspellen wat er uiteindelijk zal veranderen omdat het inkomsteneffect ook afhangt van de manier waarop de lidstaten de belastingtarieven zullen aanpassen ingevolge de nieuwe heffingsgrondslag en van het gedragsmatige antwoord van de vennootschappen.

Alles bijeen genomen zal door de parallelle toepassing van de nationale belastingstelsels en de CCCTB de werklast van de belastingdiensten verhogen omdat twee, zij het nauw verwante, belastingen moeten worden beheerd. Multinationale vennootschappen zullen echter slechts één belastingaangifte indienen in de EU, waardoor de werklast van de belastingdiensten zal verminderen. Ook zal er veel minder documentatie over transfer pricing moeten worden beheerd.

Zijn er nog andere significante gevolgen? Maximaal 6 regels

De CCCTB zal de EU aantrekkelijker maken voor investeringen. Beleggers zullen zich bij investeringen in de EU niet hoeven bezig te houden met het analyseren en beoordelen van verschillen en bepalingen van 28 belastingstelsels, waardoor de compliancekosten en administratieve kosten zullen dalen. Ook zal de heffingsgrondslag met de prikkels voor O&O en een aftrek voor groei en investeringen het concurrentievermogen van de EU vergroten aangezien investeringen winstgevender zullen zijn en de economie veerkrachtiger.

  • D. 
    Follow-up

Wanneer wordt dit beleid geëvalueerd? Maximaal 4 regels

Het beleid wordt geëvalueerd drie à vijf jaar na de implementatie ervan. Een dergelijke termijn lijkt redelijk, omdat de vennootschappen en belastingdiensten tijd nodig hebben om zich aan te passen en de relevante gegevens te verstrekken.


3.

Behandeld document

26 okt
'16
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD betreffende een gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
13730/16
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.