WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE - SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

1.

Kerngegevens

Document­datum 02-12-2016
Publicatie­datum 03-12-2016
Kenmerk 15120/16 ADD 8
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 2 december 2016 (OR. en)

15120/16

Interinstitutioneel dossier: ADD 8

2016/0382 (COD) i

ENER 417 CLIMA 168 CONSOM 298 TRANS 479 AGRI 650 IND 261 ENV 757 IA 130 CODEC 1802

BEGELEIDENDE NOTA

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 1 december 2016

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: SWD(2016) 419 final - PART 1/2

Betreft: WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE -

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

Hierbij gaat voor de delegaties document SWD(2016) 419 final - PART 1/2.

Bijlage: SWD(2016) 419 final - PART 1/2

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 419 final

PART 1/2

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

bij

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

{COM(2016) 767 final i} {SWD(2016) 416 final} {SWD(2016) 417 final} {SWD(2016) 418 final}

Samenvatting

Effectbeoordeling van een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG i van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen

  • A. 
    Behoefte aan actie

Wat is het probleem en waarom is het een probleem op EU-niveau?

Richtlijn 2009/28/EG i (de " richtlijn hernieuwbare energiebronnen (HEB)") voorziet in een Europees kader ter bevordering van hernieuwbare energie (HE), met nationale bindende streefcijfers voor het aandeel hernieuwbare energie in het bruto-eindverbruik van energie in elke lidstaat in 2020. In oktober 2014 heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over een bindend streefcijfer op EU-niveau van ten minste 27 % voor het aandeel in de EU verbruikte hernieuwbare energie in 2030, dat moet worden bereikt zonder nationale bindende streefcijfers. De combinatie van de langdurige effecten van het huidige beleid, het verbeterde kostenconcurrentievermogen in samenhang met de technologische vooruitgang, de initiatieven in het kader van het emissiehandelssysteem (ETS) en de niet-ETS-sectoren, de opzet van de elektriciteitsmarkt, de governance en de energie-efficiëntie zal naar verwachting een stijging van het aandeel hernieuwbare energie opleveren. Door het gebrek aan aanvullend EU-beleid is deze stijging echter niet kostenefficiënt en niet voldoende om het overeengekomen aandeel hernieuwbare energie op EU-niveau te bereiken.

Wat is het streefdoel?

In het kader van de strategie voor de energie-unie heeft de herziening van de richtlijn hernieuwbare energiebronnen vier hoofddoelstellingen: i) de gemiddelde temperatuurstijging wereldwijd helpen beperken tot niet meer dan 2 °C, met als doel de stijging te beperken tot 1,5 °C in overeenstemming met de verbintenis van de EU om de doelstellingen van de COP 21- overeenkomst van Parijs te verwezenlijken; ii) op kosteneffectieve wijze een aandeel van ten minste 27 % hernieuwbare energie in de EU bereiken tegen 2030; iii) de energiezekerheid van de EU-economie versterken door de invoerafhankelijkheid te verminderen; iv) de wereldleider op het gebied van hernieuwbare energie en een mondiale hub voor de ontwikkeling van geavanceerde en concurrerende technologieën voor hernieuwbare energie worden.

Wat is de meerwaarde van EU-maatregelen (subsidiariteit)?

Door specifieke tekortkomingen en belemmeringen van de markt is er beleid op EU-niveau nodig om ervoor te zorgen dat het bindende EU-streefcijfer van ten minste 27 % hernieuwbare energie gezamenlijk wordt gehaald door de lidstaten, en op de meest kosteneffectieve en minst verstorende manier. EU-actie biedt de investeerders zekerheid door middel van een EU-breed regelgevingskader, de consistente en kostenefficiënte toepassing van hernieuwbare energie in de hele EU en een efficiënte werking van de interne energiemarkt, waarbij rekening wordt gehouden met het potentieel van de lidstaten om verschillende vormen van hernieuwbare energie te produceren naargelang van de gekozen energiemix.

  • B. 
    Oplossingen

Welke opties dienen zich aan? Is er al dan niet een voorkeursoptie? Zo neen, waarom niet?

Er zijn wetgevende en niet-wetgevende beleidsopties in overweging genomen om de inzet van hernieuwbare energie te bevorderen. De effectbeoordeling omvat een gedetailleerde analyse van elke beleidsoptie met een geleidelijke aanpak, te beginnen met een basisscenario (optie 0) tot uitgebreidere EU-maatregelen. Er werd geen voorkeursoptie gekozen zodat de politieke beoordelingsvrijheid van de Commissie wordt behouden om een keuze te maken tussen opties op de volgende vijf gebieden: i) Opties voor meer hernieuwbare energie in de elektriciteitssector (HE-E)

Een gemeenschappelijk Europees kader voor steunregelingen: 1 uitsluitend gebruik van marktmechanismen; 2 verduidelijking van de regels door middel van een toolkit; 3 verplichte verschuiving naar investeringssteun.

Een meer gecoördineerde regionale aanpak: 1 verplichte regionale steun; 2 verplichte gedeeltelijke openstelling van steunregelingen voor grensoverschrijdende deelname.

Een op hernieuwbare energie gericht financieringsinstrument: 1 een financieringsinstrument op EU-niveau met brede criteria; 2 een financieringsinstrument op EU- niveau ter ondersteuning van HEB-projecten met hoger risico.

Administratieve vereenvoudiging: 1 versterkte bepalingen met "one-stop-shops", tijdschema's en vergemakkelijkte procedures voor repowering; 2 vergunningsprocedures met beperkte tijdsduur, door middel van automatische goedkeuring en eenvoudige kennisgeving voor kleine projecten. ii) Opties voor meer hernieuwbare energie in de sector verwarming en koeling (HE-V&K):

Brede integratie van hernieuwbare energie in de verwarming- en koelingsvoorziening: 1 invoering van HE-V&K-verplichtingen voor leveranciers van fossiele brandstoffen; 2 dezelfde verplichting voor alle brandstofleveranciers.

Het gebruik van hernieuwbare energie en afvalwarmte in stadsverwarming en -koeling vergemakkelijken: 1 delen van beste praktijken; 2 energieprestatiecertificaten en toegang tot lokale verwarming en koeling openstellen; 3 combinatie van de maatregelen van optie 2 en een aanvullend versterkt kader inzake consumentenrechten. iii) Opties voor meer hernieuwbare energie in de vervoerssector (HE-V):

Brede integratie van hernieuwbare energie in de vervoersector: 1 EU- incorporatieverplichting voor geavanceerde hernieuwbare brandstoffen; 2 EU- incorporatieverplichting voor alle hernieuwbare brandstoffen die worden verbruikt in het vervoer in combinatie met een uitfasering van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen (subopties: 2A een gedeeltelijke uitfasering van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen tegen 2030; 2B een volledige uitfasering van dergelijke biobrandstoffen tegen 2030; 2C een snellere uitfasering van biodiesel op basis van voedingsgewassen en hogere broeikasgasemissiereducties tegen 2030); 3 Voorgaande opties en een specifieke EU- incorporatieverplichting voor hernieuwbare brandstoffen die worden verbruikt in de lucht- en zeevaartsector. 4 verplichtingen betreffende de reductie van broeikasgasemissies (richtlijn brandstofkwaliteit) (subopties: 4B algemene verplichting betreffende de reductie van broeikasgasemissies op het gebied van brandstoffen en elektriciteit; 4C verplichting betreffende de reductie van broeikasgasemissies op het gebied van geavanceerde brandstoffen en elektriciteit; 4D verplichting betreffende de reductie van broeikasgasemissies op het gebied van geavanceerde brandstoffen, elektriciteit en conventionele brandstoffen). iv) Opties gericht op het mondig maken van consumenten wat betreft hernieuwbare energie en hen daarover in te lichten:

Consumenten in staat stellen hernieuwbare elektriciteit te produceren, te verbruiken en op te slaan: 1 EU-richtsnoeren betreffende het verbruik van zelfgeproduceerde energie; 2 burgers in staat stellen zelfgeproduceerde hernieuwbare elektriciteit te verbruiken en op te slaan; 3 verbruik van zelfgeproduceerde energie op afstand voor gemeenten.

Verstrekken van informatie voor hernieuwbare elektriciteit: 1 het systeem inzake garanties van oorsprong versterken; 2 combinatie van de maatregelen onder optie 1 en verplichte verstrekking van garanties van oorsprong invoeren; 3 combinatie van de maatregelen onder optie 2 en garanties van oorsprong uitbreiden tot alle bronnen van elektriciteitsproductie.

Traceren van hernieuwbare brandstoffen die worden gebruikt voor verwarming en koeling en vervoer: 1 uitbreiding van garanties van oorsprong tot gasvormige hernieuwbare brandstoffen; 2 uitbreiding van garanties van oorsprong tot vloeibare en gasvormige hernieuwbare brandstoffen; 3 ontwikkelen van een alternatief traceersysteem voor vloeibare en gasvormige hernieuwbare brandstoffen. v) Opties waarmee het bereiken van het streefcijfer van ten minste 27 % hernieuwbare energie in 2030 wordt gewaarborgd:

Nationale streefcijfers voor 2020: nationale streefcijfers voor 2020 als uitgangspunt ten opzichte van het basisscenario.

Traject: lineair versus niet-lineair.

Mechanismen om een amibitiekloof ten opzichte van het EU-streefcijfers voor hernieuwbare energie te vermijden: 1 de ambitie van de nationale plannen herzien; 2 een herzieningsclausule voorzien teneinde op een later tijdstip aanvullende uitvoeringsmechanismen op EU-niveau voor te stellen; 3 de ambitie van EU-brede maatregelen verhogen; 4 bindende nationale streefcijfers invoeren.

Een gebrek aan concrete resultaten voorkomen en corrigeren: 1 de nationale plannen herzien; 2 een herzieningsclausule voorzien teneinde op een later tijdstip aanvullende uitvoeringsmechanismen op EU-niveau voor te stellen; 3 de ambitie van EU-brede maatregelen verhogen; 4 bindende nationale streefcijfers invoeren.

Hoe reageren de verschillende belanghebbenden? Wie steunt welke optie?

Tussen 18 november 2015 en 10 februari 2016 werd een online openbare raadpleging gehouden. De raadpleging bevestigt dat de lidstaten, ngo’s, denktanks, investeerders en organisaties het grotendeels eens zijn over de noodzaak van een stabiel en betrouwbaar juridisch EU-kader voor hernieuwbare energie, het belang van het vaststellen van maatregelen inzake HE-E, HE-V&K en HE-V, verhoogde deelname van de consumenten aan de interne energiemarkt, het wegwerken van administratieve belemmeringen en het bereiken van het bindend EU-streefcijfer van ten minste 27 %. Alle belanghebbenden waren het over het algemeen eens dat de infrastructuurontwikkeling verbeterd moet worden, voornamelijk op het gebied van slimme netten en opslagsystemen.

De lidstaten hebben beklemtoond dat zij zich zullen blijven inzetten om broeikasgasemissies te verminderen, en dat het nodig is economische groei en de levensvatbaarheid van hernieuwbare energie te ontkoppelen. Sommige lidstaten hebben de rol van hernieuwbare energie ten aanzien van energiezekerheid en invoerafhankelijkheid onderstreept. De industrie heeft benadrukt dat er behoefte is aan een markt die geschikt is voor hernieuwbare energie door middel van marktintegratie en een versterkte langetermijnregeling betreffende de bescherming van investeringen, waarvoor een stabiel regelgevingskader nodig is om innovatie te stimuleren, economische levensvatbaarheid te waarborgen en het concurrentievermogen op EU-niveau te verhogen. Ngo’s hebben gewezen op het belang van meer rechten voor de burgers om decentralisatie te bevorderen, lokale gemeenschappen zelfstandiger te maken en het maatschappelijk draagvlak voor toekomstige initiatieven te verbreden.

  • C. 
    Effecten van de voorkeursoptie

Wat zijn de voordelen van de voorkeursoptie (indien er een voorkeur is, anders van de belangrijkste opties)?

Momenteel is het niet mogelijk de effecten volledig te kwantificeren, aangezien er geen voorkeursopties zijn gekozen. De bovenstaande opties 1 tot en met 4 strekken ertoe de onzekerheid bij investeerders aan te pakken, de kosteneffectiviteit te verbeteren, marktfalen tegen te gaan, het bestaande regelgevingskader te actualiseren en de participatie van de burger te verhogen.

De uitvoering van de belangrijkste maatregelen zal de EU helpen haar doelstellingen voor de vermindering van broeikasgasemissies te verwezenlijken (door bij te dragen aan de bijkomende broeikasgasemissiereductie van 5 % die nodig is ten aanzien van de prognoses in het kader van het referentiescenario). Daarnaast kunnen de maatregelen de factuur van de energie-invoer helpen verlagen (de cumulatieve effecten van de uitvoering van de streefcijfers voor 2030 zouden een verlaging van 221 miljard EUR opleveren in de periode 2021-2030) en leiden tot extra voordelen, zoals bijdragen tot een algemene verlaging van de kosten voor vervuiling en gezondheidsproblemen met 12,3 tot 19,5 miljard EUR per jaar.

Wat zijn de kosten van de voorkeursoptie (indien er een voorkeur is, anders van de belangrijkste opties)?

De belangrijkste opties die werden opgesteld kunnen sociale, economische en ecologische effecten hebben op zowel het niveau van de lidstaten als van de EU. Indien mogelijk zijn deze effecten gekwantificeerd.

Wat zijn de gevolgen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en het concurrentievermogen?

De effectbeoordeling bevat specifieke uitzonderingen voor kmo’s om ervoor te zorgen dat hun concurrentievermogen wordt bevorderd door de maatregelen voor het halen van het EU- streefcijfer voor 2030 inzake hernieuwbare energie (bv. administratieve vereenvoudiging, specifieke bepalingen inzake overheidssteun en bredere maatregelen met betrekking tot het verbruik van zelfgeproduceerde energie).

Zijn er significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheden?

Aan de lidstaten zal worden gevraagd bij te dragen tot de gezamenlijke inspanning om het overeengekomen EU-streefcijfer voor 2030 inzake hernieuwbare energie te halen door middel van een reeks maatregelen die mogelijk gevolgen hebben voor de nationale begrotingen en overheden.

  • D. 
    Follow-up

Wanneer wordt dit beleid geëvalueerd?

Sommige bepalingen van de richtlijn hernieuwbare energiebronnen lopen af in december 2020, met name wat nationale bindende streefcijfers betreft. De effectbeoordeling heeft tot doel de maatregelen die na 2020 zullen worden opgenomen in de richtlijn hernieuwbare energiebronnen te behandelen. Voor bepaalde opties is het nodig herzieningsclausules op te nemen in de herziene richtlijn hernieuwbare energiebronnen om ervoor te zorgen dat de verschuiving van nationale bindende streefcijfers naar een EU-streefcijfer voor 2030 naar behoren wordt gecontroleerd en uitgevoerd.


3.

Behandeld document

2 dec
'16
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking)
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
15120/16
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.