BIJLAGE bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne markt voor elektriciteit

1.

Kerngegevens

Document­datum 02-12-2016
Publicatie­datum 03-12-2016
Kenmerk 15135/16 ADD 1
Van Secretary-General of the European Commission, signed by Mr Jordi AYET PUIGARNAU, Director
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Raad van de Europese Unie

Brussel, 2 december 2016 (OR. en)

15135/16

Interinstitutioneel dossier: ADD 1

2016/0379 (COD) i

ENER 418 ENV 758 CLIMA 169 COMPET 637 CONSOM 301 FISC 221 IA 131 CODEC 1809

VOORSTEL

van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

ingekomen: 1 december 2016

aan: de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Nr. Comdoc.: COM(2016) 861 final i - ANNEX 1

Betreft: BIJLAGE bij het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interne markt voor elektriciteit

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 861 final i - ANNEX 1.

Bijlage: COM(2016) 861 final i - ANNEX 1

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 23.2.2017 COM(2016) 861 final i

ANNEX 1

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende de interne markt voor elektriciteit

{SWD(2016) 410 final} {SWD(2016) 411 final} {SWD(2016) 412 final} {SWD(2016) 413 final}  714/2009

BIJLAGE I

RICHTSNOEREN VOOR CONGESTIEBEHEER EN TOEWIJZING VAN BESCHIKBARE OVERDRACHTCAPACITEIT VAN INTERCONNECTIES TUSSEN NATIONALE SYSTEMEN

  • 1. 
    Algemene bepalingen

1.1. Transmissiesysteembeheerders moeten alle commerciële transacties trachten te aanvaarden, inclusief transacties die grensoverschrijdende handel omvatten.

1.2. Wanneer er geen congestie is, wordt de toegang tot de interconnectie niet beperkt. Waar dit gewoonlijk het geval is, is er geen behoefte aan een permanente algemene toewijzingsprocedure voor toegang tot een grensoverschrijdende transmissiedienst.

1.3. Wanneer de geplande commerciële transacties niet verenigbaar zijn met de veilige exploitatie van het netwerk, moeten de transmissiesysteembeheerders de congestie verlichten overeenkomstig de voorschriften voor veilige exploitatie van het netwerk en tegelijkertijd de daarmee gepaard gaande kosten op een economisch doeltreffend niveau trachten te houden. Redispatching of compensatiehandel moeten worden overwogen wanneer minder dure maatregelen niet kunnen worden toegepast.

1.4. In geval van structurele congestie passen de transmissiesysteembeheerders onmiddellijk de vooraf vastgestelde en overeengekomen methoden en afspraken voor congestiebeheer toe. De congestiebeheermethoden moeten ervoor zorgen dat de fysieke elektriciteitsstromen die gepaard gaan met alle toegewezen transmissiecapaciteit voldoen aan de veiligheidsnormen van het netwerk.

1.5. De voor het congestiebeheer aangenomen methoden en afspraken moeten doeltreffende economische signalen geven aan de marktspelers en transmissiesysteembeheerders, de mededinging bevorderen en geschikt zijn om regionaal en gemeenschapsbreed te worden toegepast.

1.6. Bij congestiebeheer wordt geen onderscheid gemaakt op basis van de transactie. Een specifiek verzoek voor een transmissiedienst wordt enkel afgewezen wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • a) 
    de extra fysieke elektriciteitsstromen die voortvloeien uit de aanvaarding van dit verzoek hebben tot gevolg dat de veilige exploitatie van het elektriciteitssysteem niet langer kan worden gegarandeerd, en
  • b) 
    het met dat verzoek gemoeide bedrag aan geld in de congestiebeheerprocedure is lager dan alle andere voor aanvaarding bedoelde verzoeken om dezelfde dienst en voorwaarden.

1.7. Bij het definiëren van passende netwerkgebieden waarop en waartussen congestiebeheer van toepassing is, moeten de transmissiesysteembeheerders zich laten leiden door de beginselen van rendabiliteit en minimalisering van de negatieve gevolgen voor de interne markt voor elektriciteit. Met name mogen transmissiesysteembeheerders de interconnectiecapaciteit niet beperken om congestie binnen hun eigen controlegebied op te

lossen, behalve om de hierboven vermelde redenen en redenen van operationele veiligheid 1 .

Indien een dergelijke situatie zich voordoet, moeten de transmissiesysteembeheerders ze beschrijven en alle systeemgebruikers hiervan op transparante wijze in kennis stellen. Een dergelijke situatie wordt alleen getolereerd zolang geen oplossing op lange termijn is gevonden. De methoden en projecten waarmee zo’n oplossing kan worden bereikt worden door de transmissiesysteembeheerders beschreven en op transparante wijze aan de systeemgebruikers gepresenteerd.

1.8. Wanneer het netwerk in het controlegebied in evenwicht wordt gebracht via operationele maatregelen in het netwerk en via redispatching, moet de transmissiesysteembeheerder rekening houden met het effect van deze maatregelen op naburige controlegebieden.

1.9. Uiterlijk op 1 januari 2008 moeten op gecoördineerde wijze en onder veilige exploitatieomstandigheden mechanismen voor het intradagelijks beheer van congestie van de interconnectiecapaciteit worden opgesteld teneinde zoveel mogelijk handelsopportuniteiten te scheppen en een grensoverschrijdend evenwicht tot stand te brengen.

1.10. De nationale regulerende instanties zullen regelmatig de methoden voor congestiebeheer evalueren, waarbij zij met name aandacht zullen besteden aan de naleving van de beginselen en regels die in deze verordening en deze richtsnoeren zijn vastgelegd en aan de voorwaarden die de regulerende instanties zelf hebben vastgesteld op basis van die beginselen en regels. In het kader van een dergelijke evaluatie moeten alle marktspelers worden geraadpleegd en moeten gerichte studies worden uitgevoerd.

  • 2. 
    Methoden voor congestiebeheer

2.1. Methoden voor congestiebeheer moeten op de markt gebaseerd zijn zodat een efficiënte grensoverschrijdende handel wordt gefaciliteerd. Daarom zal capaciteit alleen worden toegewezen door expliciete (capaciteit) of impliciete (capaciteit en energie) veilingen. Beide methoden mogen worden gebruikt voor een en dezelfde interconnectie. Met betrekking tot intradaghandel is continuhandel mogelijk.

2.2. Afhankelijk van de concurrentievoorwaarden moeten de mechanismen voor congestiebeheer zowel lange- als kortetermijntoewijzing van transmissiecapaciteit mogelijk maken.

2.3. Bij elke procedure voor capaciteitstoewijzing wordt een voorgeschreven gedeelte van de beschikbare interconnectiecapaciteit toegewezen, alsook de resterende capaciteit die niet eerder is toegewezen en alle capaciteit die is vrijgegeven door de begunstigden van eerdere toewijzingen.

2.4. Transmissiesysteembeheerders maken de door hen op de markt aangeboden transmissiecapaciteit zo zeker mogelijk, rekening houdend met de rechten en plichten van de betrokken transmissiesysteembeheerders en de marktspelers, teneinde daadwerkelijke en

1 Met „operationele veiligheid” wordt bedoeld: „het transmissiesysteem wordt binnen de

overeengekomen veiligheidsgrenzen gehouden”.

doeltreffende mededinging te vergemakkelijken. Een redelijk deel van deze capaciteit mag als minder zeker op de markt worden gebracht, maar de marktspelers worden te allen tijde op de hoogte gebracht van de precieze voorwaarden voor het transport via grensoverschrijdende lijnen.

2.5. De toegangsrechten voor toewijzingen op lange en middellange termijn moeten vaste transmissiecapaciteitsrechten zijn. Voor deze toegangsrechten gelden de beginselen „use-itor-lose-it” of „use-it-or-sell-it” op het ogenblik van de nominering.

2.6. De transmissiesysteembeheerders stellen een passende structuur vast voor de toewijzing van capaciteit tussen verschillende tijdsbestekken. Hierin kan een optie zijn opgenomen om een minimumpercentage aan interconnectiecapaciteit te reserveren voor dagelijkse of „intraday”-toewijzing. Deze toewijzingsstructuur moet worden beoordeeld door de respectieve regulerende instanties. Bij het opstellen van hun voorstellen houden de transmissiesysteembeheerders rekening met:

  • a) 
    de kenmerken van de markten;
  • b) 
    de exploitatieomstandigheden, zoals de gevolgen van de vereffening van vaste programma’s;
  • c) 
    het niveau van harmonisering van de percentages en tijdsbestekken die zijn goedgekeurd voor de verschillende geldende mechanismen voor de toewijzing van capaciteit.

2.7. Bij de toewijzing van capaciteit wordt geen onderscheid gemaakt tussen marktspelers die gebruikmaken van hun recht om bilaterale leveringscontracten te sluiten en zij die een bod te doen op een energiebeurs. De capaciteit wordt toegewezen aan het hoogste bod, ongeacht of het een impliciet of expliciet bod binnen een gegeven tijdsbestek is.

2.8. In gebieden waar de financiële termijnmarkten voor elektriciteit goed ontwikkeld zijn en hun doeltreffendheid hebben bewezen, mag alle interconnectiecapaciteit via impliciete veilingen worden toegewezen.

2.9. Het is niet toegestaan reserveringsprijzen vast te stellen in het kader van methoden voor capaciteitstoewijzing; bij artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1228/03 i of artikel 17 van deze verordening wordt hierop een uitzondering gemaakt voor nieuwe interconnectoren.

2.10. In beginsel mogen alle potentiële marktspelers zonder beperking deelnemen aan het toewijzingsproces. Om te vermijden dat problemen in verband met het mogelijk gebruik van een dominante positie door marktspelers ontstaan of verergeren, mogen de bevoegde regulerings- en/of mededingingsinstanties om redenen van marktdominantie algemene of ten aanzien van een bepaald bedrijf geldende beperkingen opleggen.

2.11. Voor elk tijdsbestek vindt er door de marktspelers vaste nominatie plaats van hun capaciteitsgebruik bij de transmissiesysteembeheerders binnen een vastgestelde uiterste termijn. Deze uiterste termijn wordt zodanig vastgesteld dat de transmissiesysteembeheerders in staat zijn ongebruikte capaciteit opnieuw toe te wijzen voor gebruik in het volgende relevante tijdsbestek, zelfs binnen een en dezelfde dag.

2.12. Capaciteit mag vrij worden verhandeld op secundaire basis mits de transmissiesysteembeheerder lang genoeg van tevoren hiervan in kennis wordt gesteld. Wanneer een transmissiesysteembeheerder een secundaire handel (transactie) weigert, moet hij dit op duidelijke en transparante wijze meedelen en uitleggen aan alle marktspelers, en moet hij de regulerende instantie daarvan in kennis stellen.

2.13. De financiële gevolgen van het niet naleven van verplichtingen in verband met de toewijzing van capaciteit komen ten laste van degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Wanneer marktspelers niet gebruikmaken van de capaciteit waartoe ze zich verbonden hebben of, in het geval van expliciet geveilde capaciteit, deze niet verhandelen op secundaire basis of tijdig teruggeven, verliezen ze de rechten op die capaciteit en zijn ze een op de kosten gebaseerde vergoeding verschuldigd. Deze op de kosten gebaseerde vergoedingen voor het niet gebruiken van capaciteit dienen gerechtvaardigd en proportioneel te zijn. Evenzo dient een transmissiesysteembeheerder, wanneer hij zijn verplichting niet nakomt, de marktspeler te vergoeden voor het verlies van de capaciteitsrechten. Met andere verliezen die het gevolg zijn van het verlies van capaciteitsrechten wordt geen rekening gehouden. De belangrijkste concepten en methoden voor het vaststellen van de aansprakelijkheid voor het niet naleven van de verplichtingen worden van tevoren uiteengezet voor wat de financiële gevolgen betreft, en dienen te worden beoordeeld door de betrokken nationale regulerende instantie(s).

  • 3. 
    Coördinatie

3.1. De betrokken transmissiesysteembeheerders coördineren en implementeren de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan de hand van gemeenschappelijke toewijzingsprocedures. Wanneer verwacht wordt dat de handel tussen twee landen (transmissiesysteembeheerders) een aanzienlijke invloed zal hebben op de fysieke stroom van elektriciteit in een derde land (transmissiesysteembeheerder), coördineren de betrokken transmissiesysteembeheerders hun congestiebeheermethoden via een gemeenschappelijke congestiebeheerprocedure. De nationale regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders zien erop toe dat geen congestiebeheerprocedures unilateraal wordt opgezet die aanzienlijke gevolgen heeft voor de fysieke elektriciteitsstromen in andere netwerken.

3.2. Uiterlijk op 1 januari 2007 moet tussen landen in de volgende gebieden een gemeenschappelijke gecoördineerde congestiebeheermethode en -procedure voor toewijzing van capaciteit aan de markt worden toegepast, en dit minstens voor de jaar-, maand- en „dayahead”-toewijzing:

  • a) 
    Noord-Europa (Denemarken, Zweden, Finland, Duitsland en Polen);
  • b) 
    Noordwest-Europa (Benelux, Duitsland en Frankrijk);
  • c) 
    Italië (d.w.z. Italië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en Griekenland);
  • d) 
    Centraal Oost-Europa (Duitsland, Polen, Tsjechische republiek, Slowakije, Hongarije, Oostenrijk en Slovenië);
  • e) 
    Zuidwest-Europa (Spanje, Portugal en Frankrijk);
  • f) 
    Verenigd Koninkrijk, Ierland en Frankrijk;
  • g) 
    de Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen).

In geval van een interconnectie waarbij tot meerdere gebieden behorende landen betrokken zijn mogen andere congestiebeheermethoden worden gebruikt ter verzekering van verenigbaarheid met de methoden die worden toegepast in de andere gebieden waartoe genoemde landen behoren. In dat geval stellen de betreffende transmissiesysteembeheerders de methode voor die ter beoordeling aan de betreffende regulerende instanties zal worden voorgelegd.

3.3. De in punt 2.8. bedoelde gebieden mogen alle interconnectiecapaciteit via „day-ahead”- toewijzing toewijzen.

3.4. In de zeven bovenvermelde gebieden worden verenigbare congestiebeheerprocedures vastgesteld om een volledig geïntegreerde interne markt voor elektriciteit tot stand te brengen. De marktspelers mogen niet worden geconfronteerd met onverenigbare regionale systemen.

3.5. Ter bevordering van eerlijke en doeltreffende mededinging en grensoverschrijdende handel, dient de in punt 3.2 beschreven coördinatie tussen de transmissiesysteembeheerders binnen de gebieden alle stappen te bestrijken, gaande van capaciteitsberekening en optimalisering van toewijzing tot veilige exploitatie van het netwerk, en worden de verantwoordelijkheden duidelijk verdeeld. Deze coördinatie heeft met name betrekking op:

  • a) 
    het gebruik van een gemeenschappelijk transmissiemodel dat doeltreffend omspringt met fysieke loop-flows en rekening houdt met de verschillen tussen fysieke en commerciële stromen;
  • b) 
    de toewijzing en nominering van capaciteit om doeltreffend om te springen met onderling afhankelijke fysieke loop-flows;
  • c) 
    het gelijktrekken van de verplichtingen van capaciteithouders om informatie te verstrekken over het geplande gebruik van de capaciteit, d.w.z. de nominering van capaciteit (voor expliciete veilingen);
  • d) 
    identieke tijdsbestekken en sluitingstijden;
  • e) 
    identieke structuren voor de toewijzing van capaciteit tussen verschillende tijdsbestekken (bv. één dag, 3 uren, één week enz.) en in termen van verkochte capaciteitsblokken (hoeveelheid elektriciteit in MW, MWh enz.);
  • f) 
    consequentheid wat het kader voor contracten met marktspelers betreft;
  • g) 
    de verificatie van de stromen om te voldoen aan de eisen inzake netwerkbeveiliging voor operationele planning en realtime-exploitatie;
  • h) 
    de verrekening en de uitvoering van maatregelen inzake congestiebeheer.

3.6. De coördinatie omvat ook de uitwisseling van informatie tussen transmissiesysteembeheerders. De kenmerken, het tijdstip en de frequentie van de informatieuitwisseling moet verenigbaar zijn met de activiteiten van punt 3.5 en met de werking van de elektriciteitsmarkten. Deze informatie-uitwisseling stelt de transmissiesysteembeheerders met name in staat de algemene situatie van het netwerk zo goed mogelijk te voorspellen, zodat ze de stromen in hun netwerk en de beschikbare interconnectiecapaciteiten kunnen beoordelen. Een transmissiesysteembeheerder die informatie verzamelt in naam van andere transmissiesysteembeheerders moet de resultaten van deze gegevensverzameling teruggeven aan de deelnemende transmissiesysteembeheerder.

  • 4. 
    Tijdschema voor marktoperaties

4.1. De toewijzing van de beschikbare transmissiecapaciteit dient voldoende lang van tevoren plaats te vinden. Vóór elke toewijzing maken de betrokken transmissiesysteembeheerders samen de toe te wijzen capaciteit bekend, indien nodig rekening houdend met de capaciteit die vrijkomt uit zekere transmissierechten en, voor zover relevant, de daarmee gepaard gaande vereffende nomineringen; ook het tijdsbestek waarbinnen beperkte of geen capaciteit beschikbaar zal zijn (bijvoorbeeld wegens onderhoud) wordt bekendgemaakt.

4.2. De nominering van transmissierechten dient, met volle aandacht voor de netwerkveiligheid, lang genoeg van tevoren plaats te vinden, en wel vóór de „day-ahead”- sessies van alle relevante georganiseerde markten en vóór de bekendmaking van de capaciteit die zal worden toegewezen op basis van het „day-ahead”- of het „intra-day”- toewijzingsmechanisme. Om doeltreffend gebruik te maken van de interconnectie worden nomineringen van transmissierechten in de omgekeerde richting vereffend.

4.3. Opeenvolgende „intra-day”-toewijzingen van beschikbare transmissiecapaciteit voor dag D vinden plaats op de dagen D – 1 en D, na bekendmaking van de geraamde of werkelijke „day-ahead”-productieschema’s.

4.4. Bij het voorbereiden van de „day-ahead”-netwerkexploitatie wisselen de transmissiesysteembeheerders informatie uit met naburige transmissiesysteembeheerders, zoals de topologie van de gridvoorspelling, de beschikbaarheid en voorspelde productie van opwekkingseenheden, en „load-flows”, teneinde het gebruik van het algemene netwerk te optimaliseren via operationele maatregelen die beantwoorden aan de regels voor veilige exploitatie van het netwerk.

  • 5. 
    Transparantie

5.1. Transmissiesysteembeheerders publiceren alle relevante gegevens met betrekking tot de beschikbaarheid van het netwerk, de netwerktoegang en het netwerkgebruik, inclusief een verslag waarin wordt nagegaan waar en waarom er sprake is van congestie, welke methoden worden toegepast om de congestie te beheren en welke plannen er bestaan voor congestiebeheer in de toekomst.

5.2. Transmissiesysteembeheerders publiceren een algemene beschrijving van de congestiebeheermethoden die in diverse omstandigheden worden toegepast om zoveel mogelijk capaciteit ter beschikking te stellen van de markt, alsook een algemeen systeem voor de berekening van de interconnectiecapaciteit voor de verschillende tijdsbestekken, gebaseerd op de werkelijke elektrische en fysieke toestand van het netwerk. Een dergelijk systeem moet door de regulerende instanties van de lidstaten worden beoordeeld.

5.3. De toegepaste procedures voor congestiebeheer en capaciteitstoewijzing, de tijdstippen en procedures voor het aanvragen van capaciteit, een beschrijving van de aangeboden producten en de rechten en plichten van transmissiesysteembeheerders en van de partijen die de capaciteit verkrijgen, inclusief de aansprakelijkheid bij niet naleving van deze plichten, moeten nauwkeurig door de transmissiesysteembeheerders worden beschreven en op transparante wijze aan alle potentiële netwerkgebruikers meegedeeld.

5.4. De operationele normen en de normen voor de veiligheid van de planning vormen een integrerend onderdeel van de informatie die de transmissiesysteembeheerders moeten publiceren in een openbaar document. Ook dit document wordt ter beoordeling aan de nationale regulerende instanties voorgelegd.

5.10. Transmissiesysteembeheerders wisselen regelmatig een reeks voldoende accurate gegevens over het netwerk en de „load-flow” uit teneinde elke transmissiesysteembeheerder in staat te stellen in zijn gebied „load-flow” berekeningen uit te voeren. Op verzoek wordt dezelfde reeks gegevens ook ter beschikking van de regulerende instanties en van de Commissie gesteld. De regulerende instanties en de Commissie behandelen deze gegevens vertrouwelijk en zien erop toe dat alle consultants die op basis van deze gegevens analytisch werk voor hen uitvoeren, ze eveneens vertrouwelijk behandelen.

  • 6. 
    Het gebruik van inkomsten uit congestie

6.1. Aan een vooraf gespecificeerd tijdsbestek gekoppelde congestiebeheerprocedures leveren alleen inkomsten op wanneer er voor dat tijdsbestek congestie ontstaat, behalve in het geval van nieuwe interconnectoren, die een vrijstelling krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1228/03 i of artikel 17 van deze verordening genieten. De procedure voor de verdeling van deze inkomsten wordt ter beoordeling aan de regulerende instanties voorgelegd; deze procedure mag het toewijzingsproces niet beïnvloeden ten gunste van een partij die capaciteit of energie aanvraagt en mag stimulansen voor de beperking van congestie niet ontmoedigen.

6.2. De nationale regulerende instanties moeten transparantie aan de dag leggen met betrekking tot het gebruik van de inkomsten uit de toewijzing van interconnectiecapaciteit.

6.3. De inkomsten uit congestie worden onder de betrokken transmissiesysteembeheerders verdeeld overeenkomstig criteria die zijn overeengekomen tussen de betrokken transmissiesysteembeheerders en beoordeeld door de respectievelijke regulerende instanties.

6.4. De transmissiesysteembeheerders stellen van tevoren duidelijk vast hoe ze eventueel verkregen inkomsten uit congestie zullen gebruiken en brengen verslag uit over het werkelijke gebruik van deze inkomsten. De regulerende instanties gaan na of dit gebruik in overeenstemming is met deze verordening en deze richtsnoeren en of alle congestieinkomsten uit de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan een of meer van de drie in artikel 16, lid 6, van de verordening beschreven doelstellingen werden besteed.

6.5. Jaarlijks en uiterlijk op 31 juli van elk jaar publiceren de regulerende instanties een verslag waarin wordt uiteengezet hoeveel inkomsten tot en met 30 juni van dat jaar zijn gemaakt, hoe die inkomsten zijn gebruikt, of dat gebruik in overeenstemming is met deze verordening en deze richtsnoeren en of alle inkomsten uit congestie aan een of meer van de drie bovenvermelde doelstellingen zijn besteed.

6.6. Wanneer inkomsten uit congestie worden aangewend voor investeringen voor het behoud of de uitbreiding van interconnectiecapaciteit, moeten ze bij voorkeur worden gebruikt voor specifieke vooraf vastgestelde projecten die bijdragen tot de verlichting van de bestaande congestie en die binnen een redelijke termijn ten uitvoer kunnen worden gelegd, met name met betrekking tot de vergunningsprocedure.

 nieuw

FUNCTIES VAN REGIONALE OPERATIONELE CENTRA

  • 1. 
    Gecoördineerde capaciteitsberekening

1.1. De regionale operationele centra voeren een gecoördineerde berekening van de zoneoverschrijdende capaciteit uit.

1.2. De uitvoering van de gecoördineerde capaciteitsberekening vindt tijdig voor elk markttijdsbestek plaats en tijdens het intradaytijdsbestek zo vaak als nodig is.

1.3. De uitvoering van de gecoördineerde capaciteitsberekening vindt plaats op basis van een gemeenschappelijk systeemmodel overeenkomstig punt 2 en op basis van een gecoördineerde capaciteitsberekeningsmethodologie die door de transmissiesysteembeheerders van de desbetreffende systeembeheersregio is ontwikkeld.

1.4. Met de gecoördineerde capaciteitsberekening wordt gezorgd voor een efficiënt congestiebeheer in overeenstemming met de in deze verordening vastgestelde beginselen inzake congestiebeheer.

  • 2. 
    Gecoördineerde veiligheidsanalyses

2.1. De regionale operationele centra voeren gecoördineerde veiligheidsanalyses uit die zijn gericht op het waarborgen van een veilig systeembeheer.

2.2. De veiligheidsanalyses worden voor alle operationele planningstijdsbestekken uitgevoerd met gebruikmaking van de gemeenschappelijk systeemmodellen.

2.3. De regionale operationele centra stellen de resultaten van de gecoördineerde veiligheidsanalyses ten minste ter beschikking aan de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio.

2.4. Als een regionaal operationeel centrum op basis van een gecoördineerde veiligheidsanalyse een mogelijke beperking constateert, treft het corrigerende maatregelen gericht op maximale economische efficiëntie.

  • 3. 
    Totstandbrenging van gemeenschappelijk systeemmodellen

3.1. De regionale operationele centra brengen door middel van efficiënte processen een gemeenschappelijk systeemmodel voor elk operationeel planningstijdbestek tot stand.

3.2. De transmissiesysteembeheerders wijzen één regionaal operationeel centrum aan dat het gemeenschappelijk systeemmodel voor alle regio's opstelt.

3.3. De gemeenschappelijk systeemmodellen omvatten relevante gegevens voor efficiënte operationele planning en capaciteitsberekening in alle operationele planningstijdbestekken.

3.4. De gemeenschappelijk systeemmodellen worden aan alle regionale operationele centra, de transmissiesysteembeheerders, het ENTSB voor elektriciteit en op verzoek aan het Agentschap ter beschikking gesteld.

  • 4. 
    Beoordeling van de samenhang van de beschermingsplannen en herstelplannen van de transmissiesysteembeheerders

4.1. Alle transmissiesysteembeheerders bereiken overeenstemming over een drempel waarboven de gevolgen van acties van een of meer transmissiesysteembeheerders in de nood-, black-out- of hersteltoestand als significant worden beschouwd voor andere transmissiesysteembeheerders die synchroon of niet-synchroon zijn gekoppeld.

4.2. Met gebruikmaking van de overeenkomstig punt 4.1 vastgestelde drempel biedt elk regionaal operationeel centrum ondersteuning aan de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio bij de beoordeling van de samenhang van de systeembeschermingsplannen en de herstelplannen van de desbetreffende transmissiesysteembeheerders.

4.3. In het kader van de ondersteuning die zij aan de transmissiesysteembeheerders bieden, voeren de regionale operationele centra de volgende taken uit:

(a) constateren van potentiële onverenigbaarheden;

(b) voorstellen van mitigatiemaatregelen.

4.4. De transmissiesysteembeheerders houden rekening met de voorgestelde mitigatiemaatregelen.

  • 5. 
    Coördinatie en optimalisering van regionaal herstel

5.1. De regionale operationele centra beschikken over de bijna-realtime toezicht- en gegevensverzamelingssystemen voor de observatie in het kader van de toepassing van de overeenkomstig punt 4.1 vastgestelde drempel.

5.2. Elk regionaal operationeel centrum biedt assistentie aan de aangewezen frequentieleiders en de resynchronisatieleiders, waarbij wordt gestreefd naar verbetering van de efficiëntie en doeltreffendheid van het systeemherstel. De transmissiesysteembeheerders hebben het recht om assistentie te vragen van de regionale operationele centra indien hun systeem zich in een black-out- of

hersteltoestand bevindt.

  • 6. 
    Analyses en verslaglegging na afloop van de exploitatie en verstoringen

6.1. De regionale operationele centra onderzoeken elk incident boven de overeenkomstig punt 4.1 vastgestelde drempel en stellen daarover een verslag op. De regulerende instanties van de systeembeheersregio en het Agentschap worden op hun verzoek bij het onderzoek betrokken. Het verslag omvat aanbevelingen die zijn gericht op het voorkomen van soortgelijke incidenten in de toekomst.

6.2. Het verslag wordt ter beschikking gesteld van alle transmissiesysteembeheerders, de regulerende instanties, de Commissie en het Agentschap. Het Agentschap kan aanbevelingen doen die zijn gericht op het voorkomen van soortgelijke incidenten in de toekomst.

  • 7. 
    Regionale omvangsbepaling van reservecapaciteit

7.1. De regionale operationele centra bepalen de eisen inzake reservecapaciteit voor de systeembeheersregio. De bepaling van de eisen inzake reservecapaciteit:

(a) heeft als algemeen doel het op de meest kosteneffectieve wijze handhaven van de operationele veiligheid;

(b) wordt verricht met betrekking tot het day-ahead- en/of intradaytijdsbestek;

(c) bepaalt de totale hoeveelheid vereiste reservecapaciteit voor de systeembeheersregio;

(d) omvat de vaststelling van de minimumeisen inzake reservecapaciteit voor elk type reservecapaciteit;

(e) houdt rekening met mogelijke substitutie tussen verschillende types reservecapaciteit teneinde de aankoopkosten te minimaliseren;

(f) omvat in voorkomend geval de nodige eisen inzake de geografische verspreiding van vereiste reservecapaciteit.

  • 8. 
    Vergemakkelijking van de regionale aankoop van balanceringscapaciteit

8.1. De regionale operationele centra ondersteunen de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio bij het bepalen van de hoeveelheid balanceringscapaciteit die moet worden aangekocht. De bepaling van de hoeveelheid balanceringscapaciteit:

(a) wordt verricht met betrekking tot het day-ahead- en/of intradaytijdsbestek;

(b) houdt rekening met mogelijke substitutie tussen verschillende types reservecapaciteit teneinde de aankoopkosten te minimaliseren;

(c) houdt rekening met de volumes vereiste reservecapaciteit die naar verwachting worden geleverd door de balancering van energiebiedingen die niet op basis van een overeenkomst inzake balanceringscapaciteit worden gedaan.

8.2. De regionale operationele centra ondersteunen de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio bij de aankoop van de vereiste hoeveelheid balanceringscapaciteit die overeenkomstig punt 8.1. is bepaald. De aankoop van balanceringscapaciteit:

(a) wordt verricht met betrekking tot het day-ahead- en/of intradaytijdsbestek;

(b) houdt rekening met mogelijke substitutie tussen verschillende types reservecapaciteit teneinde de aankoopkosten te minimaliseren.

  • 9. 
    Regionale prognoses inzake systeemtoereikendheid en voorbereiding van risicoverminderende maatregelen

9.1. De regionale operationele centra verrichten regionale toereikendheidsbeoordelingen voor het week-ahead tot intradaytijdsbestek.

9.2. De regionale operationele centra baseren de toereikendheidsbeoordelingen op de door de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio verstrekte informatie met als doel situaties op te sporen waarin een gebrek aan toereikendheid wordt verwacht in een regelzone of op regionaal niveau. De regionale operationele centra houden rekening met mogelijke zoneoverschrijdende uitwisselingen en limieten inzake de operationele veiligheid in alle operationele planningstijdsbestekken.

9.3. Bij het verrichten van een regionale beoordeling van de opwekkingstoereikendheid zorgt elk regionaal operationeel centrum voor coördinatie met de andere regionale operationele centra met betrekking tot:

(a) het verifiëren van de onderliggende aannames en prognoses;

(b) het opsporen van mogelijke regio-overschrijdende situaties waarin de toereikendheid niet is gewaarborgd.

9.4. Elk regionaal operationeel centrum verstrekt de resultaten van de regionale beoordelingen van de toereikendheid van de opwekking en de maatregelen die het voorstelt teneinde risico's op een gebrek aan toereikendheid te verminderen aan de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio en aan de andere regionale operationele centra.

  • 10. 
    Regionale niet-beschikbaarheidscoördinatie

10.1. Elk regionaal operationeel centrum verricht beschikbaarheidscoördinatie, waarbij de beschikbaarheidsstatus van de relevante activa wordt gecontroleerd en de beschikbaarheidsplannen ervan worden gecoördineerd, teneinde de operationele veiligheid van het transmissiesysteem te waarborgen en tegelijkertijd de capaciteit van de interconnectoren en/of de transmissiesystemen die van invloed zijn op zoneoverschrijdende stromen te maximaliseren.

10.2. Elk regionaal operationeel centrum houdt een centrale lijst van relevante netelementen, elektriciteitsproductie-eenheden en verbruikersinstallaties van de systeembeheersregio bij en stelt deze ter beschikking aan de ENTSO-E OPDE.

10.3. Elk regionaal operationeel centrum voert in verband met de beschikbaarheidscoördinatie in de systeembeheersregio de volgende activiteiten uit:

(a) beoordelen van de verenigbaarheid van de beschikbaarheidsplanning met gebruikmaking van alle year-ahead beschikbaarheidsplannen van de transmissiesysteembeheerders;

(b) verstrekken aan de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio van een lijst van geconstateerde onverenigbaarheden wat betreft de planning alsmede de oplossingen die

het voorstelt om deze onverenigbaarheden weg te nemen.

  • 11. 
    Optimalisering van vergoedingsmechanismen tussen transmissiesysteembeheerders

11.1. De regionale operationele centra ondersteunen de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio bij het beheer van de financiële stromen in verband met de vereffening tussen transmissiesysteembeheerders waarbij meer dan twee transmissiesysteembeheerders zijn betrokken, zoals redispatchingkosten, inkomsten uit congestie, onbedoelde afwijkingen of reserveaankoopkosten.

  • 12. 
    Training en certificering

12.1. De regionale operationele centra organiseren training- en certificeringsprogramma's en voeren deze uit, waarbij zij zich richten op regionaal systeembeheer voor het personeel dat in de plannings- en regelkamers van de transmissiesysteembeheerders van de systeembeheersregio werkt.

12.2. De trainingsprogramma's omvatten alle relevante bestanddelen van het systeembeheer, met inbegrip van scenario's inzake regionale crises.

  • 13. 
    Identificeren van regionale crisissituaties en voorbereiden van risicobeperkende scenario's ter herziening van de door de lidstaten vastgestelde risicoparaatheidsplannen

13.1. Indien het ENTSB voor elektriciteit deze functie delegeert, identificeren de regionale operationele centra regionale crisisscenario's overeenkomstig de in artikel 6, lid 1, van de [verordening betreffende de risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i] vastgestelde criteria.

13.2. De regionale operationele centra bereiden een jaarlijkse crisissimulatie voor en voeren deze uit in samenwerking met de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met artikel 12, lid 3, van de [verordening betreffende de risicoparaatheid als voorgesteld bij COM(2016) 862 i].


3.

Behandeld document

2 dec
'16
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de interne markt voor elektriciteit (herschikking)
PROPOSAL
Secretary-General of the European Commission
15135/16
 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.