Geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Nederland voor 2004-2007 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Advies van de Raad van 18 januari 2005 over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Nederland voor 2004-2007officiële Engelstalige titel
Council Opinion of 18 January 2005 on the updated Stability Programme of the Netherlands, 2004-2007Rechtsinstrument | Advies |
---|---|
Origineel voorstel | SEC(2005)11 |
Celex-nummer i | 32005A0401(05) |
Document | 18-01-2005 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 01-04-2005; PB C 79 p. 11-12 |
1.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 79/11 |
ADVIES VAN DE RAAD
van 18 januari 2005
over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Nederland voor 2004-2007
(2005/C 79/06)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), met name op artikel 5, lid 3,
Gelet op de aanbeveling van de Commissie,
Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,
BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:
Op 18 januari 2005 heeft de Raad het geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Nederland voor de periode 2004-2007 behandeld. Dit programma voldoet aan de gegevensvereisten van de herziene „gedragscode voor de inhoud en de vorm van de stabiliteits- en convergentieprogramma's”.
In het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, wordt ervan uitgegaan dat de reële BBP-groei zal aantrekken van 1,25 % in 2004 tot 1,5 % in 2005 en gemiddeld 2,5 % in het resterende deel van de programmaperiode. Dit scenario is grosso modo aannemelijk hoewel de veronderstelde groei in de laatste twee jaar van het programma boven de potentiële groei ligt. De inflatieprognoses van het programma lijken realistisch.
De Raad heeft op 2 juni 2004 besloten dat er in Nederland een buitensporig tekort bestond en aanbevolen deze buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2005 te corrigeren. Overeenkomstig deze aanbeveling bestaat de voornaamste doelstelling van de in het programma geschetste begrotingsstrategie erin om het begrotingstekort tegen 2005 onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het BBP te brengen. Hiertoe voorziet het programma in een consolidatie-inspanning, waarvan het zwaartepunt in 2004 en 2005 ligt. Bij de begrotingsstrategie wordt ook gebruik gemaakt van reële uitgavenplafonds om de uitgaven te beheersen en wordt ernaar gestreefd de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te garanderen. Tegelijkertijd zullen er aanzienlijke overheidsinvesteringen blijven plaatsvinden, waardoor het gemiddelde percentage van de overheidsinvesteringen in de programmaperiode iets meer dan 3 % van het BBP zal bedragen, tegenover een EU-gemiddelde van 2,4 % van het BBP in 2004. Vergeleken bij de vorige actualisering laat de huidige een minder gunstig begrotingstekort zien vanwege de minder gunstige macro-economische ontwikkelingen.
De risico's met betrekking tot de in het programma opgenomen begrotingsprognoses houden elkaar min of meer in evenwicht. De negatieve risico's die voortvloeien uit het macro-economische scenario en de budgettaire kosten van het sociale akkoord dat de regering en de sociale partners op 5 november 2004 hebben gesloten, worden grotendeels gecompenseerd door de positieve risico's van het effect van hogere olieprijzen op de inkomsten uit de verkoop van aardgas en de voorzichtige ramingen met betrekking tot de gevolgen van de opleving van de economische activiteit voor de belastingontvangsten. In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie toereikend te zijn om het tekort tegen 2005 tot onder de 3 % van het BBP terug te dringen, zonder evenwel een veiligheidsmarge te verschaffen die voldoende ruim is om te voorkomen dat het tekort in de loop van de volgende jaren bij normale macro-economische fluctuaties deze drempel overschrijdt. De begrotingsstrategie volstaat ook niet om in de loop van de programmaperiode een begrotingssituatie te bewerkstelligen die nagenoeg in evenwicht is, hetgeen de middellange termijndoelstelling is die volgens het stabiliteits- en groeipact moet worden nagestreefd.
De schuldquote zou in 2004 56,3 % van het BBP hebben bedragen en dus onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 60 % van het BBP zijn uitgekomen. In...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.