Geactualiseerde convergentieprogramma van Letland, 2005-2008

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Dit advies is op 7 maart 2006 gepubliceerd.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Advies van de Raad van 14 februari 2006 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Letland, 2005-2008

officiële Engelstalige titel

Council opinion of 14 February 2006 on the updated convergence programme of Latvia, 2005-2008
 
Rechtsinstrument Advies
Origineel voorstel SEC(2006)110 NLEN
Celex-nummer i 32006A0307(11)

3.

Key dates

Document 14-02-2006
Bekendmaking in Publicatieblad 07-03-2006; PB C 55 p. 41-44
Einde geldigheid 31-12-9999

4.

Wettekst

7.3.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 55/41

 

ADVIES VAN DE RAAD

van 14 februari 2006

over het geactualiseerde convergentieprogramma van Letland, 2005-2008

(2006/C 55/11)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

 

1)

Op 14 februari 2006 heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Letland voor de periode 2005-2008 behandeld.

 

2)

Tijdens de afgelopen tien jaar beliep de gemiddelde jaarlijkse reële BBP-groei in Letland meer dan 6 %. Dit groeiverloop werd gekenmerkt door sterke productiviteitsstijgingen en meer recentelijk ook door een groei van de werkgelegenheid. Als gevolg van de grote externe onevenwichtigheden is Letland echter afhankelijk van de instroom van kapitaal, waardoor de buitenlandse schuldquote is toegenomen. Sinds medio 2003 is er sprake van een aantrekkende inflatie (die hoger blijft dan 6 %), waardoor het externe concurrentievermogen van de economie wordt uitgehold en de groei in het gedrang kan komen. Volgens het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, zal de reële BBP-groei vertragen van 8,4 % in 2005 tot gemiddeld 7,2 % tijdens de rest van de programmaperiode. Afgaande op de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario van plausibele groeihypothesen uit te gaan. De programmaprognoses voor de inflatie en het tekort op de lopende rekening lijken ietwat aan de lage kant.

 

3)

Het programma volgt in grote lijnen de in de nieuwe gedragscode aangegeven modelstructuur voor stabiliteits- en convergentieprogramma's (2).

 

4)

In de voorliggende actualisering wordt het overheidstekort voor 2005 op 1,5 % van het BBP geschat bij een BBP-groei van 8,4 %. Dit komt neer op een iets lager tekort en een veel gunstiger groeiverloop dan in het vorige programma werd aangenomen (daarin werd uitgegaan van een tekort van 1,6 % van het BBP en een groei van 6,7 %). In de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie werd het tekort op 1,2 % van het BBP geraamd bij een BBP-groei van 9,1 %. Uit recente gegevens over de uitvoering van de overheidsbegroting op kasbasis blijkt echter dat het feitelijke resultaat nog gunstiger zal uitvallen dan in de actualisering en in de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie werd voorspeld.

 

5)

In het op 8 maart 2005 door de Raad uitgebrachte advies over de vorige actualisering werden geen beleidsindicaties gegeven. Wel werd gesteld dat de beoordeling van het consolidatietraject en van de passende begrotingssituatie afhankelijk was van een gunstige ontwikkeling van het saldo op de lopende rekening, van de druk die de vraag op de economie uitoefent, en van de terugdringing van de inflatie van haar toenmalige recente hoogtepunt.

 

6)

In het geactualiseerde programma wordt gemikt op een bescheiden reductie van het overheidstekort. De actualisering gaat uit van een overheidstekort van 1,5 % in 2005, 1,5 % in 2006, 1,4 % in 2007 en 1,3 % in 2008, het laatste jaar. Aangenomen wordt dat het primaire saldo tijdens dezelfde periode met 0,1 procentpunt zal afnemen. Verwacht wordt dat zowel de ontvangsten- als de uitgavenquote tijdens de programmaperiode zal toenemen (met respectievelijk 2,1 en 1,9 procentpunt). De overheidsinvesteringen en de niet verder uitgesplitste „overige uitgaven” vertonen de sterkste stijging (respectievelijk van 2,3 % van het BBP in 2005 tot 3,3 % van het BBP in 2008 en van 12,3 % van het BBP in 2005 tot 13,8 % van het BBP in 2008), terwijl...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.