Schriftelijke vragen van de leden Amhaouch en Geurts

Met dank overgenomen van J.L. (Jaco) Geurts i, gepubliceerd op maandag 27 februari 2017.

Schriftelijke vragen van de leden Amhaouch en Geurts (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties betreffende voedsel- en landbouwbeleid voor Caraïbisch Nederland

  • 1. 
    Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Handelstekort Bonaire stijgt en daalt op Saba en Statia’? (1)
  • 2. 
    Onderkent u, dat het handelstekort onder meer veroorzaakt wordt door het feit, dat de eilanden niet zelfvoorzienend zijn als het om het aanbod van voedsel gaat, zodat veel voedsel moet worden geïmporteerd?
  • 3. 
    Onderkent u het probleem, dat de armoede onder de bevolking van de eilanden mede een gevolg is van hoge voedselprijzen?
  • 4. 
    Is er een landbouw- dan wel voedselbeleid voor Caribisch Nederland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u concreet aangeven wat dat beleid inhoudt, welke doelen zijn gesteld en welke middelen voor de uitvoering beschikbaar zijn?
  • 5. 
    Hoe draagt uw beleid bij aan “een voorzieningenniveau dat past binnen Nederland”?
  • 6. 
    Kunt u ter vergelijking van uw inspanningen op het gebied van landbouw- en voedselbeleid een overzicht geven van projecten, mensen en middelen op het gebied van natuurbescherming in Caribisch Nederland?
  • 7. 
    Biedt de status van ultraperifeer gebied (UPG) gelet op de ondersteuning vanuit de Europese Unie met de POSEI-programma’s ten behoeve van voedselzekerheid en landbouw een mogelijke oplossing voor de hoge voedselkosten in Caraïbisch Nederland?
  • 8. 
    Het uitgangspunt in 2008 was dat voorlopig in relatie met de Europese Unie de status van Landen en gebieden overzee gehandhaafd zou blijven, en dat de relatie tussen de Europese Unie en de BES eilanden opnieuw bekeken zou worden. Kunt u reflecteren op de mogelijke lasten van de invoering van de UPG-status, zoals het invoeren van het Europees Acquis met uitzonderingen als in de huidige ultraperifere gebieden van de Europese Unie, en de mogelijke lusten, zoals Europese financiële ondersteuning, op dit moment met zich meebrengen?
  • 9. 
    Bent u bereid om gezamenlijk met de bestuurders van de BES-eilanden de mogelijkheid van de UPG status of andere mogelijke oplossingen te bekijken?