VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD Veertiende verslag over herplaatsing en hervestiging - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 26.7.2017
COM(2017) 405 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD
Veertiende verslag over herplaatsing en hervestiging
1Inleiding
In dit veertiende verslag over herplaatsing en hervestiging worden de dringende maatregelen uiteengezet die nog moeten worden genomen om alle personen in Italië en Griekenland die voor herplaatsing in aanmerking komen, de komende maanden te herplaatsen, en om de doelstellingen op het gebied van hervestiging te verwezenlijken.
In juni 2017 werd opnieuw een recordaantal herplaatsingen verricht. Er werden meer dan 2 000 mensen herplaatst vanuit Griekenland en bijna 1 000 vanuit Italië. Het tempo van de herplaatsingen is in juli echter afgenomen (ca. 1 600 herplaatsingen vanuit Griekenland en ca. 600 vanuit Italië). Op 24 juli 2017 waren in totaal meer dan 24 600 mensen herplaatst (16 803 vanuit Griekenland en 7 873 vanuit Italië).
Bij het huidige tempo leidt herplaatsing niet tot voldoende verlichting van de toegenomen druk op Italië. Sinds het begin van het jaar hebben meer dan 93 000 migranten de Italiaanse kust bereikt. Dat is meer 6 % meer dan in dezelfde periode in 2016. Met het oog op deze noodsituatie heeft de Commissie een actieplan 1 ter ondersteuning van Italië gepresenteerd om de druk langs de centrale Middellandse Zeeroute te verminderen en solidariteit te bevorderen. Op de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 juli 2017 juichten de ministers dit actieplan toe. Zij werden het erover eens dat er vaart moest worden gezet achter het gemeenschappelijke werk inzake de uitvoering van een reeks prioritaire maatregelen en beloofden met name alles in het werk te stellen om te waarborgen dat iedereen in Italië die daarvoor in aanmerking komt, wordt herplaatst 2 .
In Italië bevindt zich nog steeds een aanzienlijk aantal migranten die voor herplaatsing in aanmerking komen. Van de nationaliteiten die in aanmerking komen voor herplaatsing vanuit Italië, vormen Eritreeërs de grootste groep. In 2017 is tot dusver een tamelijk bescheiden aantal Eritreeërs aangekomen. Evengoed zijn er sinds het begin van 2017 ruim 5 200 Eritreeërs aangekomen in Italië, bovenop de 20 700 die in 2016 zijn aangekomen. Aangezien het huidige herplaatsingstempo nog steeds onvoldoende is om iedereen die daarvoor in aanmerking komt, te herplaatsen, is het van cruciaal belang dat de lidstaten hun toezeggingen en wettelijke verplichtingen nakomen en aanzienlijk meer vaart zetten achter herplaatsing vanuit Italië.
Wat Griekenland betreft, moet nu in de eerste plaats het goede tempo dat in juni is bereikt, worden vastgehouden, opdat alle aanvragers die voor herplaatsing in aanmerking komen en zich momenteel in Griekenland bevinden, in september 2017 kunnen zijn overgebracht. Op 24 juli waren 27 295 personen geregistreerd voor herplaatsing en moesten nog minstens 4 800 personen worden herplaatst. De lidstaten zouden toezeggingen moeten blijven doen, voor snellere respons moeten zorgen en de overbrenging moeten bespoedigen om te waarborgen dat alle migranten die daarvoor in aanmerking komen, daadwerkelijk worden herplaatst.
De uitvoering van de conclusies van de Raad van juli 2015 inzake de hervestiging van 22 504 personen 3 gaat gestaag door, hoewel een aantal lidstaten dat ruime toezeggingen heeft gedaan, deze inmiddels is nagekomen en zijn inspanningen nu richt op hervestiging op grond van de verklaring EU-Turkije. De lidstaten die nog niet tot hervestiging zijn overgegaan of hun streefcijfer nog lang niet hebben gehaald, zouden hun inspanningen onmiddellijk moeten opvoeren.
2Herplaatsing
Sinds november 2016 bedraagt het aantal herplaatsingen meer dan 1 000 per maand en dit tempo neemt nog voortdurend toe. Het merendeel van de lidstaten verricht op regelmatige basis toezeggingen en herplaatsingen. Er zijn echter aanvullende inspanningen van alle lidstaten van herplaatsing nodig om iedereen in Italië en Griekenland die daarvoor in aanmerking komt, te herplaatsen.
Nu enkele lidstaten al geheel of nagenoeg geheel aan hun herplaatsingsverplichtingen hebben voldaan, is het voor de succesvolle tenuitvoerlegging van het herplaatsingsprogramma nodig dat een aantal lidstaten meer toezeggingen doet en dat alle lidstaten hun verplichtingen nakomen.
Hongarije en Polen zijn de enige lidstaten die nog niemand hebben herplaatst en Polen heeft sinds 16 december 2015 geen enkele plaats toegezegd. Verder heeft Tsjechië sinds mei 2016 geen toezeggingen meer gedaan en sinds augustus 2016 niemand meer herplaatst. Deze landen zouden onverwijld toezeggingen moeten gaan doen en met herplaatsing moeten starten.
Oostenrijk heeft nog niemand herplaatst, maar heeft in mei, juni en juli toegezegd 50 personen te zullen herplaatsen vanuit Italië. Het is de hoogste tijd dat de eerste toezegging ook snel tot daadwerkelijke herplaatsing leidt.
2.1 Griekenland: een significante versnelling van de overdrachten in juni, maar blijvende inspanningen nodig voor herplaatsing van iedereen die daarvoor in aanmerking komt
Zoals eerder gerapporteerd, heeft Griekenland de registratie (indiening van verzoeken om internationale bescherming) afgerond van iedereen die onder het preregistratieproces viel, met inbegrip van degenen die voor herplaatsing in aanmerking komen. Op 24 juli hadden in totaal 27 295 personen een verzoek in het kader van de herplaatsingsregeling ingediend; 16 803 personen zijn inmiddels herplaatst, terwijl 4 804 personen nog wachten op herplaatsing 4 . Het aantal voor herplaatsing geregistreerde personen zal naar verwachting stabiel blijven, hoewel tot 26 september 2017 nog meer herplaatsingskandidaten kunnen worden geregistreerd en er ook een aantal kandidaten van de herplaatsingsregeling zou kunnen worden uitgesloten. Met name zouden tussen de 1 500 en 2 000 personen die in eerste instantie naar de Dublinprocedure zijn doorverwezen, weer in de regeling voor herplaatsing kunnen worden opgenomen, wat inhoudt dat het totale aantal personen dat mogelijkerwijs nog moet worden herplaatst ongeveer 6 800 bedraagt. Het is dan ook cruciaal dat de lidstaten op maandelijkse basis toezeggingen blijven doen.
Het herplaatsingstempo: nodig de reactietijd te verkorten, de opvangcapaciteit uit te breiden en de planningsoefening doeltreffend uit te voeren
Zoals eerder is gemeld, heeft Malta zijn volledige toewijzing al herplaatst 5 . In deze verslagperiode heeft ook Letland zijn volledige toewijzing herplaatst (op één persoon na) en is Noorwegen zijn toezegging nagekomen. Nu de overdrachten voor herplaatsing voor juli en augustus uitgevoerd dan wel gepland zijn, zullen Finland, Litouwen en Luxemburg meer dan 80 % van hun toewijzing hebben herplaatst en zal Zweden, dat pas in juni is overgegaan tot herplaatsing, bijna 60 % van zijn toewijzing hebben herplaatst.
De Commissie is ingenomen met de aankondiging dat Spanje meer maandelijkse toezeggingen zal doen. Hoewel Oostenrijk heeft verklaard met herplaatsing vanuit Griekenland te willen beginnen, heeft het land nog geen formele toezegging gedaan.
Wat het hervestigingstempo betreft, werd in juni met 2 000 overdrachten tot dusver het hoogste maandcijfer gehaald. Dit was het resultaat van de gecoördineerde inspanningen die alle belanghebbenden leverden conform de overeengekomen planningdocumenten. Zo zette de Griekse asieldienst meer vaart achter de kennisgevingen, verzorgde de Hoge Commissaris van de Verenigde naties voor vluchtelingen (UNHCR) het vervoer vanuit verschillende delen van Griekenland naar Athene en het onderdak aldaar, ondersteunde het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) de samenstelling en follow-up van de dossiers, organiseerde de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) de medische controles, de informatiesessies voor vertrek en de vluchten, en stelden de lidstaten van herplaatsing zich flexibel op, met name bij uitstel om medische redenen.
Ondanks de met de lidstaten overeengekomen planning kon dit tempo echter niet worden vastgehouden en zullen in juli waarschijnlijk maar zo’n 1 600 mensen worden herplaatst. Dit is vooral het gevolg van:
·De trage respons van een aantal lidstaten van herplaatsing en de beperkte verwerkingscapaciteit: in bepaalde landen (met name Estland en Zwitserland) laat de beantwoording in sommige gevallen al meer dan drie maanden op zich wachten. Soms ontstaat een dergelijke vertraging doordat in de lidstaten van herplaatsing onvoldoende capaciteit is om bij verwerking van de herplaatsingsverzoeken gelijke tred te houden met de maandelijkse toezeggingen, met name wat betreft de controles door de nationale veiligheidsdiensten. In andere gevallen leidt de lange duur van de nationale procedures in de lidstaat van herplaatsing tot vertraging. Bepaalde landen die tegelijkertijd hervestigen en herplaatsen, zijn ook op de grenzen van hun verwerkingscapaciteit gestuit.
·Opvangcapaciteitsproblemen: hoewel Ierland, Finland en Portugal hun moeilijkheden proberen te verhelpen, slaagt van deze drie lidstaten alleen Finland erin het regelmatige tempo vast te houden waarin de overdrachten moeten worden verricht.
De moeilijkheden inzake herplaatsing zorgen voor toenemende druk op de opvangvoorzieningen op het Griekse vasteland: naast het grote aantal herplaatsingskandidaten telt het land ook gewone asielzoekers, onder wie degenen die van de eilanden zijn overgebracht om de gewone asielprocedure te doorlopen.
Voor de doeltreffende uitvoering van de herplaatsingsregeling moeten alle lidstaten zich constructief opstellen bij iedere stap van de betrokken procedure. De Commissie staat klaar om hierbij faciliterend op te treden.
Niet-begeleide minderjarigen: opnieuw goede vooruitgang geboekt
Op 21 juli waren er van de 581 niet-begeleide minderjarigen die voor herplaatsing in aanmerking komen, 390 daadwerkelijk herplaatst. Dezelfde lidstaten (België, Duitsland, Ierland, Nederland, Spanje) bieden nog steeds plaatsen aan voor deze categorie kwetsbare aanvragers en de Commissie juicht dit toe. Het is echter van cruciaal belang dat alle lidstaten herplaatsingsverzoeken voor deze bijzonder kwetsbare groep aanvaarden. De lidstaten worden aangemoedigd al naargelang de behoefte plaatsen te blijven toezeggen 6 voor de herplaatsing van geregistreerde van hun familie gescheiden minderjarigen.
Bij de beoordeling van de belangen van het kind wordt ten eerste bepaald of de minderjarige moet worden herplaatst en ten tweede naar welke lidstaat. De toepassing van al te strenge beleidsmaatregelen inzake het bewijs van het bestaan van familiebanden, zoals het geval is in Duitsland, zorgt voor overbelasting van de Griekse autoriteiten, terwijl een dergelijke vereiste niet eens in de Raadsbesluiten inzake herplaatsing is opgenomen.
Dringende actie is nodig op de volgende punten: ·Alle lidstaten zouden hun maandelijkse toezeggingen ten minste op het huidige niveau moeten voortzetten om ervoor te zorgen dat er voldoende plaatsen beschikbaar zijn om snel tot herplaatsing te kunnen overgaan, zodra is vastgesteld dat iemand daarvoor in aanmerking komt en is geregistreerd volgens de overeengekomen procedures en praktijken. ·In deze laatste uitvoeringsfase zouden alle lidstaten hun inspanningen verder moeten opvoeren om een vlotte voortgang te garanderen, vertragingen bij de overbrenging te voorkomen en eventuele logistieke knelpunten te verhelpen. ·Oostenrijk zou zijn aankondiging gestand moeten doen en onmiddellijk moeten overgaan tot toezeggingen en tot herplaatsing vanuit Griekenland. ·Landen waar definitieve antwoorden op zich laten wachten (met name Estland en Zwitserland) zouden de in het herplaatsingsprotocol overeengekomen uiterste termijnen in acht moeten nemen. Duitsland zou zich soepeler moeten opstellen wat betreft het bewijzen van familiebanden. ·Ierland en Portugal zouden dringend maatregelen moeten nemen om de opvangcapaciteit te vergroten, zodat het in alle lopende gevallen uiterlijk in september 2017 tot herplaatsing kan komen. |
2.2 Italië: meer inspanningen nodig van alle belanghebbenden om het hoofd te bieden aan de huidige migratiedruk
Hoewel in mei en juni telkens 1 000 herplaatsingen vanuit Italië werden verricht, nam dit aantal in juli weer af. Naar verwachting zullen in juli niet meer dan 600 aanvragers worden herplaatst. Gezien de algehele druk op de Italiaanse migratie-infrastructuur, moet de gunstige trend van de laatste maanden worden versterkt en moet het tempo van de herplaatsingen vanuit Italië verder versnellen. De Commissie heeft in het actieplan voor Italië maatregelen opgenomen die haars inziens met spoed moeten worden vastgesteld om de huidige herplaatsingsverplichtingen volledig na te komen.
Identificatie, registratie en centralisatie van aanvragers: nog meer vaart achter de recente vooruitgang nodig
Het is van het grootste belang dat Italië met spoed alle in aanmerking komende aanvragers die in 2016 en de eerste helft van 2017 zijn gearriveerd in Italië, identificeert en registreert. Hoewel Italië tot dusver zo’n 10 000 personen voor herplaatsing heeft geregistreerd (van wie er inmiddels 7 873 zijn herplaatst) en nog eens 2 500 personen op registratie wachten, hebben alleen in 2016 meer dan 20 700 Eritreeërs Italië bereikt en zijn er in 2017 tot dusver 5 200 Eritreeërs aangekomen.
Zoals vermeld in het actieplan, staat het EASO klaar om Italië te ondersteunen op het gebied van registratie en verwerking. Het EASO is hiervoor een sociale-mediacampagne gestart rond een nieuwe hotline met informatie over herplaatsing; dit nummer wordt inmiddels tot wel 200 keer per week gebeld. Om de voorlichtingscampagne tot een succes te maken, is het van belang dat Italië het EASO onverwijld van de nodige informatie voorziet met het oog op het verspreiden van folders en posters, de herplaatsingsregeling onder de aandacht brengt in de lokale prefetture/questure en in de opvangcentra, onder meer door ervoor te zorgen dat ook potentiële kandidaten die zich momenteel buiten het officiële opvangsysteem van Italië bevinden, snel worden geregistreerd en in de herplaatsingsregeling worden opgenomen. Voorts is het EASO bereid voor meer mobiele teams te zorgen om alle aanvragers te bereiken die in aanmerking zouden kunnen komen, maar nog niet zijn geregistreerd, teneinde hun deelname aan de hervestigingsregeling mogelijk te maken.
Om ervoor te zorgen dat nieuwkomers sneller worden geregistreerd met het oog op herplaatsing en de procedure doeltreffender te maken, is het ook van belang dat Italië aanvragers die in aanmerking komen op een paar specifiek aangewezen herplaatsingshubs bijeenbrengt. De Commissie is ingenomen met de stappen die hiertoe onlangs zijn genomen, zoals met name de overbrenging van in aanmerking komende aanvragers naar centra in Rome voor de laatste fasen van de herplaatsingsprocedure en de circolare van het ministerie van Binnenlandse Zaken waarin wordt opgeroepen de in aanmerking komende aanvragers in enkele centra samen te brengen. Deze maatregelen zouden nu volledig moeten worden uitgevoerd en verder moeten worden uitgebreid, zowel voor pas aangekomen aanvragers die in aanmerking komen als voor degenen die reeds over heel Italië zijn ondergebracht. Om deze inspanningen te ondersteunen, heeft de Commissie onlangs uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) 15,33 miljoen EUR aan noodhulp aan Italië toegekend ten behoeve van huisvesting, voedsel, gezondheidszorg en taalkundige en culturele bemiddeling in drie specifiek aangewezen herplaatsingshubs.
Het herplaatsingstempo: meer vooruitgang geboden
Na een positieve trend is het aantal toezeggingen in juni en juli afgenomen. Luxemburg en Frankrijk hebben al drie maanden geen toezeggingen meer gedaan ten gunste van Italië. De Commissie is echter ingenomen met de recente toezegging van Slovenië, die nu onverwijld tot daadwerkelijke herplaatsing moet leiden. Ook juicht de Commissie het toe dat Spanje heeft aangekondigd het maandelijkse aantal toezeggingen te zullen verhogen en dat Duitsland heeft laten weten meer vaart te zullen zetten achter de overbrenging. Zoals vermeld, zijn toezeggingen van wezenlijk belang: alleen als er voldoende plaatsen beschikbaar zijn, kan Italië snel reageren en voor vlotte herplaatsing zorgen wanneer er meer in aanmerking komende aanvragers arriveren. Dit zal ook helpen mogelijke irreguliere verplaatsingen van aanvragers te voorkomen.
Wil de regeling naar behoren werken, dan is het ook van wezenlijk belang dat de lidstaten zich houden aan de uiterste termijnen die zijn overeengekomen in het herplaatsingsprotocol. Dit geldt met name voor de beantwoordingstermijn van 10 dagen na de indiening van een herplaatsingsverzoek. In België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg lopen de vertragingen verder op; bepaalde herplaatsingsverzoeken zijn al sinds vorig jaar in behandeling. Bij twijfel over de nationaliteit van de aanvragers zouden de lidstaten nauw overleg moeten plegen met Italië. Bepaalde lidstaten houden nog steeds vast aan onnodig strikte voorkeuren, waaraan Italië vrijwel onmogelijk kan tegemoet kan komen (zo aanvaardt Frankrijk alleen gezinnen/alleenstaande vrouwen met kinderen met de Eritrese nationaliteit). Vooruitplanning ten aanzien van lidstaten die maandelijks een groot aantal plaatsen toezeggen, volgens het Zweedse model, zou bijdragen tot een sneller verloop van herplaatsing, zoals in het geval van Griekenland is gebleken. De lidstaten zouden zich soepel moeten opstellen waar het gaat om de logistiek rond overdrachten en het afspreken van vluchtdata.
De Commissie is ingenomen met de tussen Italië en Oostenrijk respectievelijk Litouwen tot stand gekomen bilaterale regelingen inzake aanvullende veiligheidsgesprekken. De Commissie gaat ervan uit dat Oostenrijk nu snel overgaat tot herplaatsing en is ingenomen met de herplaatsing van de eerste tien aanvragers naar Litouwen. De Commissie verwacht voorts dat naar aanleiding van de uitnodiging van Italië soortgelijke bilaterale regelingen zullen worden gesloten met Estland, Ierland en alle andere betrokken lidstaten, en dat de herplaatsing naar die lidstaten onmiddellijk van start zal gaan.
Herplaatsing van niet-begeleide minderjarigen is gestart, maar er zijn nog meer inspanningen nodig
Hoewel er in de verslagperiode slechts één niet-begeleide minderjarige is overgebracht, is er vooruitgang geboekt wat betreft de procedure voor de herplaatsing van deze categorie kwetsbare aanvragers. Eind juli is het in 10 nieuwe gevallen wachten op overbrenging en in 25 andere gevallen op goedkeuring, terwijl 38 verzoeken klaar zijn voor verzending. Enkele nieuwe gevallen worden thans onderzocht.
De actieve betrokkenheid van zowel centrale als lokale overheden was cruciaal voor deze vooruitgang. Zo heeft het Italiaanse ministerie van Justitie de rechtbanken een nota over de herplaatsings- en Dublinprocedures toegezonden. Nadere toelichting wordt naar verwachting binnenkort gepubliceerd. Daarnaast ondersteunt het ministerie van Werkgelegenheid het proces door informatie over in aanmerking komende minderjarigen beschikbaar te stellen in opvangcentra. Het team van de Commissie in Italië bevordert de coördinatie op centraal bestuursniveau, terwijl het EASO en de IOM eveneens een wezenlijke rol spelen door informatie en technische bijstand te verlenen.
Het op een na hoogste onderduikpercentage doet zich voor onder Eritrese niet-begeleide minderjarigen. Om alle in aanmerking komende niet-begeleide minderjarigen de mogelijkheid te bieden om door middel van herplaatsing veilig te worden overgebracht naar een andere lidstaat, zouden lokale overheden alle in aanmerking komende niet-begeleide minderjarigen naar een beperkter aantal specifiek aangewezen centra moeten doorverwijzen.
Tegelijkertijd is het van cruciaal belang dat de lidstaten verzoeken in verband met kwetsbare gevallen en niet-begeleide minderjarigen als prioriteit behandelen. Voorkeursbeleid dat niet strookt met het besluit van de Raad, zou moeten worden vermeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de vereiste van Duitsland dat niet-begeleide minderjarigen een band moeten hebben met de lidstaat van herplaatsing. Een afwijzing mag uitsluitend zijn gebaseerd op de criteria in de besluiten van de Raad.
Voor zover dit nog niet gebeurt, zouden de lidstaten informatie over hun opvang- en asielinfrastructuur voor te herplaatsen niet-begeleide minderjarigen moeten delen met de Italiaanse autoriteiten.
Dringende actie is nodig op de volgende punten: ·Italië zou in de eerste plaats vaart moeten zetten achter de registratie van personen die voor herplaatsing in aanmerking komen, de uitvoering van de informatiecampagne van het EASO moeten faciliteren en zich moeten blijven inzetten om de herplaatsingsprocedure te centraliseren. ·Alle lidstaten zouden nog meer toezeggingen moeten doen en dat op maandelijkse basis, de door Italië voorgestelde herplaatsingskandidaten sneller moeten aanvaarden, hun capaciteit voor de behandeling van verzoeken moeten vergroten, sneller moeten reageren op Italiaanse verzoeken, moeten afzien van onevenredig strikte voorkeuren en vereisten moeten vermijden die de overbrenging vertragen. Voorts zouden lidstaten met grote toewijzingen vooruit moeten plannen en zich soepel moeten opstellen wat betreft de logistiek rond overbrengingen. ·Luxemburg en Frankrijk zouden weer toezeggingen moeten doen. ·België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg zouden op nog hangende herplaatsingsverzoeken moeten reageren en de in het herplaatsingsprotocol vastgestelde uiterste termijnen in acht moeten nemen. ·De lidstaten zouden prioriteit moeten geven aan aanvragen voor kwetsbare aanvragers, zoals met name niet-begeleide minderjarigen, en in hun toezeggingen plaatsen voor hen beschikbaar moeten blijven stellen. |
3Hervestiging
Nu meerdere lidstaten met hoge quota al aan hun hervestigingsverplichtingen uit hoofde van de conclusies van 20 juli 2015 hebben voldaan of dit zeer binnenkort zullen doen, richten de meeste inspanningen zich nu op de uitvoering van de verklaring EU-Turkije van 18 maart 2016. Er wordt echter nog steeds vooruitgang geboekt met de uitvoering van de conclusies: meer dan drie vierde van de 22 504 hervestigingen die zijn overeengekomen, is al uitgevoerd. Sinds 9 juni 2017 zijn 760 personen hervestigd in het kader van de regeling. De meeste hervestigingen worden nu verricht vanuit Turkije, maar er wordt ook nog steeds hervestigd vanuit andere landen, zoals met name Jordanië en Libanon.
Op 24 juli 2017 waren 17 179 personen hervestigd in 22 landen (België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland). Zeven lidstaten (Duitsland, Estland, Finland, Ierland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) en drie geassocieerde landen (IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) hebben hun toezeggingen al gestand gedaan. Hoewel nu meer lidstaten hervestigen dan in eerdere jaren, hebben negen lidstaten nog niemand hervestigd in het kader van deze regeling 7 . Het is onwaarschijnlijk dat de lidstaten die ver achterliggen met de uitvoering, hun overige toezeggingen nog zullen nakomen.
De uitvoering van de conclusies van 20 juli 2015 omvat ook inspanningen van de lidstaten om Syriërs vanuit Turkije te hervestigen in het kader van de verklaring EU-Turkije. Sinds 4 april 2016 zijn er in het kader van het onderdeel hervestiging van deze verklaring 7 806 Syriërs vanuit Turkije hervestigd. Op grond van deze regeling zijn sinds de vorige verslagperiode 1 552 Syriërs hervestigd en het resterende aantal toezeggingen bedraagt nu 21 522. Tot dusver heeft hervestiging in het kader van de verklaring EU-Turkije plaatsgevonden naar België, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Spanje en Zweden. Bovendien heeft Noorwegen sinds 4 april 2016 vanuit Turkije 601 Syriërs hervestigd.
De lidstaten die hervestigen in het kader van de verklaring EU-Turkije bereiden verdere hervestigingsoperaties voor, met onder meer missies naar Turkije om kandidaten te bevragen. Naar aanleiding van aanbevelingen in eerdere verslagen heeft Bulgarije nu laten weten gereed te zijn om 40 Syriërs te hervestigen. De EU-delegatie in Ankara blijft de UNHCR erop wijzen dat het van belang is ook nieuwe kandidaten voor te stellen voor lidstaten die een beperkter aantal plaatsen hebben toegezegd.
Van de lidstaten die nog niemand hebben hervestigd vanuit Turkije 8 , heeft Malta in juli een selectiemissie aan Turkije uitgevoerd en heeft Cyprus de UNHCR er formeel van op de hoogte gebracht klaar te zijn voor de hervestiging van 5 personen in het kader van de verklaring EU-Turkije. Tsjechië heeft de dossiers die het vorige zomer van de UNHCR heeft ontvangen, teruggestuurd, aangezien het voorlopig niet van plan lijkt te zijn om hervestigingen vanuit Turkije te verrichten.
Parallel met de uitvoering van de huidige verbintenissen inzake hervestiging vanuit Turkije wordt met de deelnemende staten en Turkije onderhandeld over de operationele standaardprocedures voor de vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden. De procedures zouden zo snel mogelijk moeten worden overeengekomen.
Om te zorgen voor constante financiële ondersteuning door de EU, verzocht de Commissie de lidstaten op de achtste bijeenkomst van het forum hervestiging en herplaatsing op 4 juli om uiterlijk op 15 september 2017 nieuwe toezeggingen voor hervestiging voor het jaar 2018 te doen. Deze financieringsronde houdt verband met de reguliere toezeggingen op grond waarvan lidstaten in aanmerking komen voor EU-gelden ter ondersteuning van hun inspanningen op het gebied van hervestiging. Het betreft de voortzetting van een gecoördineerde EU-brede aanpak van hervestiging en loopt vooruit op de vaststelling van een Uniekader voor hervestiging. De hervestiging vanuit Turkije van Syriërs en andere onderdanen van derde landen die als gevolg van het conflict in Syrië zijn ontheemd, blijft de hoogste prioriteit genieten. Gelet op andere overwegingen, van humanitaire aard en inzake bescherming en migratiebeheer, wordt de lidstaten daarnaast verzocht om mensen die internationale bescherming behoeven, te hervestigen vanuit Libanon en Jordanië, alsook uit Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika.
Met het oog op het redden van mensenlevens, het verminderen van de migratiedruk op Libië en het voorzien in alternatieven voor irreguliere secundaire bewegingen naar de EU, is de lidstaten, conform het actieplan van 4 juli, met name verzocht om ten minste te focussen op beperkte hervestiging van de kwetsbaarste mensen uit Libië, Egypte, Niger, Ethiopië en Sudan. Voorlopig is voor hervestiging in 2018 in totaal 377,5 miljoen EUR gereserveerd, waarmee de hervestiging kan worden ondersteund van ten minste 37 750 mensen die internationale bescherming behoeven.
Aanbevelingen: ·De lidstaten die nog niemand hebben hervestigd in het kader van de lopende regelingen op EU-niveau (Bulgarije, Cyprus, Griekenland, Kroatië, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije), alsmede de lidstaten die geen vorderingen hebben gemeld en hun streefcijfers bij lange na nog niet hebben gehaald (Tsjechië en Denemarken), zouden onmiddellijk hun inspanningen om aan de verbintenissen uit hoofde van de conclusies van de Raad van 20 juli 2015 te voldoen, moeten opvoeren. ·De lidstaten wordt verzocht om de algehele inspanningen die zij de afgelopen twee jaar hebben geleverd, verder op te voeren en de Commissie uiterlijk op 15 september 2017 in kennis te stellen van ambitieuze toezeggingen voor hervestiging in 2018. |
4Volgende stappen
Zoals andermaal is verklaard door de Europese staatshoofden en regeringsleiders op de Europese Raad van 22 en 23 juni 2017, en meest recentelijk is onderstreept door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op hun informele bijeenkomst op 6 juli in Tallinn, blijft de volledige uitvoering van de noodherplaatsingsregeling prioriteit hebben, zeker gezien de actuele situatie in het centrale Middellandse Zeegebied.
Uitgaande van de huidige cijfers is het haalbaar om alle in aanmerking komende migranten die zich momenteel in Griekenland en Italië bevinden, tegen september 2017 te herplaatsen. Dat blijft ons gemeenschappelijke doel en alle lidstaten zouden daar op billijke en evenredige wijze aan moeten bijdragen. Dat het tempo van de herplaatsingen recentelijk toeneemt, duidt erop dat solidariteit werkt als alle lidstaten (met inbegrip van Griekenland en Italië), de EU-agentschappen en de andere belanghebbenden in het veld oprecht en nauw samenwerken om één doel te bereiken. Daartoe moeten de lidstaten dringend werk maken van de extra inspanningen en noodzakelijke maatregelen die worden beschreven in dit verslag. De Commissie zal de lidstaten blijven helpen deze grotere inspanningen te coördineren.
De besluiten van de Raad zijn van toepassing op alle in aanmerking komende aanvragers die vóór of ten laatste op 26 september 2017 op het Griekse of Italiaanse grondgebied aankomen. Als zij aan alle vereisten van de besluiten van de Raad voldoen, komen zij in aanmerking voor herplaatsing en zouden zij binnen een redelijke termijn naar een andere lidstaat moeten worden overgebracht. Het is van wezenlijk belang dat de lidstaten vaart zetten achter de herplaatsing vanuit zowel Italië als Griekenland, teneinde een achterstand in deze eindfase te vermijden, en dat zij voldoende toezeggingen blijven doen voor herplaatsing van alle in aanmerking komende aanvragers die de twee landen aanwezig zijn, met inbegrip van degenen die waarschijnlijk nog voor de streefdata van de Raadsbesluiten inzake herplaatsing aankomen. Na 26 september 2017 zouden Italië en Griekenland voor de resterende in aanmerking komende aanvragers herplaatsingsverzoeken moeten kunnen sturen naar de lidstaten waarvan de toewijzing nog niet volledig is benut. De Commissie zal financiële ondersteuning blijven verlenen overeenkomstig de besluiten van de Raad.
Zij rekent erop dat alle lidstaten zullen bijdragen aan de herplaatsing van alle in aanmerking komende aanvragers.
De Commissie heeft de lidstaten de afgelopen maanden dan ook meermaals aan hun wettelijke verplichtingen uit hoofde van de besluiten van de Raad herinnerd en de lidstaten die nog geen plaatsen hebben toegezegd en nog geen personen hebben herplaatst vanuit Griekenland en Italië, ertoe opgeroepen daar onverwijld verandering in te brengen. Ondanks de herhaalde oproepen hebben Hongarije en Polen helaas nog steeds niemand herplaatst en heeft Tsjechië slechts enkele herplaatsingen verricht en al een jaar geen toezeggingen meer gedaan. De Commissie heeft derhalve op 14 juni 2017 besloten een inbreukprocedure in te leiden tegen deze drie lidstaten. Nadat de Commissie hun antwoorden op de ingebrekestellingen had ontvangen en gezien het feit dat verandering uitbleef, heeft de Commissie op 26 juli 2017 besloten met redenen omklede adviezen vast te stellen.
Tegelijk zouden de lidstaten hun inspanningen moeten opvoeren wat de toezeggingen op het gebied van hervestiging betreft; dit geldt des te meer voor de lidstaten die nog niemand hebben hervestigd en voor de lidstaten die hun streefcijfer nog lang niet hebben bereikt.
Het is nu zaak dat alle belanghebbenden streven naar de volledige uitvoering van de noodregelingen inzake herplaatsing en hervestiging. Overeenkomstig de conclusies van de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van 6 juli moet het ook als een topprioriteit blijven gelden de werkzaamheden voort te zetten in verband met het pakket van wetgevingsvoorstellen voor de hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel – met inbegrip van de Dublinverordening – op basis van de beginselen van solidariteit en verantwoordelijkheid.
SEC(2017) 339, vastgesteld op 4 juli.
http://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-11130-2015-INIT/nl/pdf
Van de kandidaten voor herplaatsingen zijn er 2 622 door de lidstaten van herplaatsing geweigerd, naar de Dublinprocedure of de nationale Griekse procedure doorverwezen of, in een zeer beperkt aantal gevallen, overleden; 3 066 geregistreerde aanvragen werden uiteindelijk niet door de Griekse asieldienst aan de lidstaten voorgelegd, hoofdzakelijk omdat zij naar de Dublinprocedure waren doorverwezen, of omdat was vastgesteld dat de aanvragers om andere redenen niet in aanmerking kwamen, terwijl enkele aanvragen nog niet aan de lidstaten waren voorgelegd.
Dit omvat niet de specifieke toewijzing met betrekking tot de resterende 54 000 plaatsen.
Hoewel er in principe geen extra toezeggingen meer hoeven te worden gedaan, is het mogelijk dat er meer plaatsen nodig zullen zijn indien een aantal van de Dublinverzoeken voor niet-begeleide minderjarigen die bij andere lidstaten zijn ingediend, wordt geweigerd.
Ook Roemenië wordt tot deze lidstaten gerekend, hoewel dit land inmiddels is begonnen Syriërs vanuit Turkije te hervestigen in het kader van de verklaring EU-Turkije.
Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Griekenland, Hongarije, Ierland, Kroatië, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.