Vragen en antwoorden: Internationale Dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 24 november 2017.

Wat doet de Commissie om seksuele intimidatie te bestrijden?

VERKLARING/17/4848

Wat doet de Commissie om seksuele intimidatie te bestrijden?

De Commissie heeft het jaar 2017 opgedragen aan de bestrijding van geweld tegen vrouwen in de hele EU en zij voert een bewustmakingscampagne op de sociale media waarin ze duidelijk stelling neemt tegen geweld tegen vrouwen.

De Commissie heeft 15 miljoen euro tot haar beschikking voor de financiering van concrete projecten rond preventie, bewustmaking en concrete maatregelen, zoals een goede opleiding voor alle professionals die slachtoffers helpen. Vrouwen moeten erop kunnen vertrouwen dat zij serieus genomen worden, want alleen dan zullen zij ook aangifte doen van intimidatie of seksueel geweld.

In mei 2017 heeft de Raad i besloten de Conventie van Istanbul van de Raad van Europa te ondertekenen, waarna de Commissie een voorstel heeft ingediend (zie verklaring). De Conventie van Istanbul is een juridisch bindend verdrag met als doel geweld tegen vrouwen en meisjes te voorkomen en te bestrijden, slachtoffers te beschermen en daders te bestraffen. De Commissie heeft een eerste belangrijke stap genomen waardoor de Europese Unie partij bij de Conventie op grond van het internationaal recht kan worden. De onderhandelingen over het sluitingsbesluit, waardoor de Conventie door de EU kan worden geratificeerd, lopen nog. Het Europees Parlement i dient zijn goedkeuring voor het sluiten van de overeenkomst te geven voordat de Raad het sluitingsbesluit kan goedkeuren.

Op andere gebieden is ook financiering beschikbaar. Erasmus+ steunt projecten en partnerschappen tussen onderwijsinstellingen die gericht zijn op de bestrijding van genderdiscriminatie in het algemeen, alsook van gendergerelateerd geweld in de sport, zoals het project VOICE.

Wat doet de Commissie intern om haar personeel te beschermen?

Binnen de Commissie geldt nultolerantie voor alle vormen van intimidatie. Onze interne regels schrijven voor dat al het personeel zich integer moet gedragen en dat alle vormen van intimidatie verboden zijn.

Sinds 2016 gelden er maatregelen om alle vormen van intimidatie binnen de Europese Commissie i te voorkomen. De onlangs goedgekeurde strategie voor diversiteit en inclusie versterkt deze maatregelen.

In het geval van ongepast gedrag zijn er strenge regels en procedures die mensen ertoe aanmoedigen dit gedrag te melden, via informele of formele kanalen.

Een team binnen de afdeling human resources bekijkt alle klachten en doet zo nodig onderzoek.

De recente gebeurtenissen in de wereld hebben ook in Europa geleid tot vragen over seksuele intimidatie, ook binnen de Europese instellingen. Doet de Commissie genoeg?

We willen het goede voorbeeld geven en zetten ons daarom in voor verdere verbetering van de situatie. We gaan onze interne regels herzien en de nieuwe jurisprudentie codificeren. In de loop van 2018 moet het nieuwe, aangepaste beleid tegen intimidatie klaar zijn.

Laat het duidelijk zijn: elk geval van intimidatie is er een te veel. De Commissie zal daarom doorgaan met haar preventieve maatregelen en het bevorderen van een respectvolle werkomgeving. Formele onderzoeken en sancties blijven van toepassing wanneer dat nodig is.

Hoe worden slachtoffers van geweld beschermd en gesteund?

In november 2015 is de richtlijn slachtofferrechten in werking getreden. Daarin staan bindende rechten van slachtoffers van misdrijven en de duidelijke verplichtingen van de EU-lidstaten om deze rechten in de praktijk te garanderen. Hierin wordt erkend dat slachtoffers van gendergerelateerd geweld en huiselijk geweld bijzonder kwetsbaar zijn. Slachtoffers hebben recht op bescherming en op toegang tot ondersteuning die aan hun behoeften voldoet. (zie IP/15/6095 en het factsheet).

Dankzij de EU-voorschriften inzake de erkenning van beschermingsbevelen genieten slachtoffers van huiselijk geweld ook extra bescherming wanneer zij naar een ander EU-land reizen. Deze voorschriften bestaan uit een richtlijn en een verordening.

Er bestaan ook regels voor de schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven. Op grond van de schadeloosstellingsrichtlijn kunnen de slachtoffers van opzettelijke en geweldmisdrijven in een ander EU-land ook schadeloos gesteld worden vanuit het land waar het misdrijf heeft plaatsgevonden.

Wat wordt er op EU-niveau gedaan om een einde te maken aan mensenhandel?

Het overgrote deel (80 %) van de geregistreerde slachtoffers van mensenhandel in de EU zijn vrouwen en meisjes. De EU erkent vrouwenhandel als een vorm van geweld tegen vrouwen en heeft uitgebreide juridische en beleidskaders om dit uit te roeien. De richtlijn voor de bestrijding van mensenhandel bevat bepalingen om slachtoffers te beschermen en te voorkomen dat er nog meer mensen slachtoffer worden. De EU-strategie voor de uitroeiing van mensenhandel 2012-2016 is een aanvulling op deze wetgeving en bevat een reeks maatregelen, o.a. met een nadruk op de genderdimensie van mensenhandel. Als onderdeel van deze strategie heeft de Commissie in maart 2016 een studie naar de genderdimensie van mensenhandel gepubliceerd. In datzelfde jaar heeft de Commissie een eerste verslag over de vorderingen in de strijd tegen mensenhandel uitgebracht, waarin ook gegevens over vrouwen en meisjes staan.

Binnenkort komt de Commissie met haar prioritaire acties tegen mensenhandel. Deze bouwen voort op de lopende werkzaamheden, evalueren de resultaten van de EU-strategie 2012-2016 en zorgen dat de inspanningen worden voortgezet, waaronder aandacht voor genderkwesties, afstemming met belanghebbenden en het verbreden van de kennis over dit onderwerp.

Welke gegevens worden verzameld om een beter inzicht in dit verschijnsel te krijgen?

Om efficiënt beleid te kunnen opstellen zijn nauwkeurige en vergelijkbare gegevens over gendergerelateerd geweld nodig.

Uit de eerste EU-brede enquête over de ervaringen van vrouwen met diverse vormen van geweld, uitgevoerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten i (FRA), is gebleken dat geweld tegen vrouwen in Europa nog steeds wijdverbreid is. Een op de drie vrouwen is in haar leven al eens het slachtoffer geworden van fysiek en/of seksueel geweld en 55 % van de vrouwen heeft te maken gehad met seksuele intimidatie.

Op grond van dit onderzoek van het FRA heeft de Europese Commissie een onderzoek in gang gezet dat geweld tegen vrouwen in de EU-landen in kaart moet brengen, gecoördineerd door Eurostat, in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek. Na een pilotfase in 2018 zal het onderzoek in 2019-2020 in heel Europa worden uitgevoerd. Eurostat verzamelt ook statistieken over het aantal gerapporteerde gevallen van moord, verkrachting en seksueel misbruik van zowel mannen als vrouwen. Uit de gegevens blijkt dat in veel EU-landen ruim de helft van de vrouwen die het slachtoffer zijn van moord, is omgebracht door een partner, gezins- of familielid.

Het Europees Instituut voor gendergelijkheid heeft een reeks methoden en indicatoren ontwikkeld om het risico van vrouwelijke genitale verminking in te schatten. Ook heeft het als onderdeel van zijn Gender Equality Index een manier ontwikkeld om het verschijnsel van gendergerelateerd geweld te meten.

De Europese Commissie heeft eveneens een studie over gendergerelateerd geweld in de sport gepubliceerd. Deze studie heeft het juridische en beleidskader in de EU-landen in kaart gebracht. Er worden diverse goede werkwijzen voor het bestrijden van gendergerelateerd geweld in de sport aangeduid. Ook bevat de studie aanbevelingen voor de Europese Commissie, de EU-landen en sportorganisaties voor toekomstige maatregelen, waaronder de aanbeveling dat sportbegeleiders die vroeger al in de fout gegaan zijn, moeten worden uitgesloten van alle functies in de sport in de Europese Unie.

Hoe pakt de EU gendergerelateerd geweld aan in haar asielbeleid?

In het kader van de lopende hervorming van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel heeft de Europese Commissie voorgesteld de bepalingen voor kwetsbare asielaanvragers aan te scherpen. Zo zouden de EU-landen sneller moeten nagaan of er sprake is van kwetsbaarheid en rekening moeten houden met de bijzondere behoeften van vrouwen die te maken hebben gehad met gendergerelateerd leed. Deze bepalingen moeten er ook voor zorgen dat asielzoekers medische zorg, traumabegeleiding en psychosociale hulp krijgen. Het voorstel voor de nieuwe verordening betreffende de asielprocedures bevat ook regels voor gendergevoelige internationale bescherming. Zo moeten vrouwen de kans krijgen apart te worden ondervraagd, dus niet in het bijzijn van hun echtgenoot of andere familieleden. Ze moeten zo mogelijk worden bijgestaan door vrouwelijke tolken en artsen, vooral als zij het slachtoffer van gendergerelateerd geweld kunnen zijn geweest.

Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) heeft bovendien diverse instrumenten ontwikkeld die ervoor moeten zorgen dat de wettelijke bepalingen voor genderkwesties daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Wat doet de EU om gendergelijkheid buiten de Europese Unie te bevorderen?

De Europese Unie stelt de mensenrechten van vrouwen en gelijkheid van mannen en vrouwen centraal in al haar buitenlands beleid. Ze doet er alles aan om de stem van vrouwen en meisjes hoorbaar te maken en om hun politieke, sociale en economische rechten in de wereld te doen gelden.

Het EU-genderactieplan 2016-2020, het Strategisch engagement voor gendergelijkheid 2016-2019 en de Mondiale strategie van de EU vormen samen het kader voor het optreden van de EU en de samenwerking met partnerlanden, internationale organisaties, het maatschappelijk middenveld en de particuliere sector. Het EU-genderactieplan 2016-2020 bevat de ambitieuze doelstelling om het genderperspectief tegen 2020 op te nemen in 85 % van alle nieuwe EU-initiatieven. De vooruitgang is niet te miskennen: 92 % van alle nieuwe initiatieven op het gebied van het buitenlands beleid van de EU en ongeveer 60 % van alle nieuwe initiatieven op het gebied internationale samenwerking en ontwikkeling zijn hoofdzakelijk of sterk gericht op het bevorderen van gendergelijkheid en/of het versterken van de positie van vrouwen. In 2016 heeft de Commissie 419 miljoen euro vrijgemaakt voor specifieke maatregelen voor gendergelijkheid en de positie van vrouwen.

Gendergelijkheid is een kernthema van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en is van cruciaal belang voor het verwezenlijken van alle duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen. De EU draagt ook bij tot dit belangrijke aspect van ontwikkeling door zich te richten op concrete acties tegen en ter preventie van geweld tegen vrouwen en meisjes, door de institutionele cultuur van de EU en haar lidstaten te veranderen en door partnerlanden te helpen om een gunstiger klimaat te scheppen voor de rechten van vrouwen en meisjes. De onlangs bereikte Europese consensus inzake ontwikkeling maakt deel uit van de algehele respons op de Agenda 2030. Hierin wordt herhaald dat de EU zich in al haar beleid en alle programma's zal inzetten voor het bevorderen van gendergelijkheid en de rechten en de positie van vrouwen en meisjes.

We zullen met name investeren in vrouwen en meisjes waar dan ook ter wereld wier rechten zijn geschonden doordat zij van onderwijs, werk en politiek zijn uitgesloten en te maken hebben met ongelijke rechten en wetten inzake erfenissen, burgerschap en/of grondbezit. In 2017 gaan we specifieke steun verlenen aan geweldsslachtoffers in de meest afgelegen en kwetsbare gebieden. Hiertoe heeft de EU samen met de VN het "Spotlight-initiatief" gelanceerd, met een budget van 500 miljoen euro, om alle vormen van geweld tegen vrouwen en meisjes uit te roeien.

De EU staat ook vooraan in de strijd voor gendergelijkheid en een sterkere positie van de vrouw in conflictsituaties, als onderdeel van de uitvoering van de agenda voor vrouwen, vrede en veiligheid. We nemen maatregelen om de Resolutie 1325 van de VN-Veiligheidsraad inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de zeven vervolgresoluties uit te voeren.

We werken nauw samen met de VN en alle belanghebbenden wereldwijd om vrouwen meer te betrekken bij de preventie van conflicten, na afloop daarvan (bijvoorbeeld bij vredesonderhandelingen) en bij inspanningen om alle vormen van geweld tegen vrouwen te bestrijden, inclusief gendergerelateerd geweld en seksueel geweld in conflictsituaties.

De EU werkt actief samen met haar partnerlanden in multilaterale fora om consequent de nadruk te leggen op de gelijkheid van mannen en vrouwen, met name tijdens de jaarlijkse sessies van de VN-commissie over de status van vrouwen en de driemaandelijkse bijeenkomsten van de VN-Mensenrechtenraad als de belangrijkste beleidsvormende VN-fora.

Wij brengen genderkwesties stelselmatig ter sprake in dialogen met partnerlanden over politiek en mensenrechten en in informele werkgroepen. In de nieuwe landenstrategieën voor mensenrechten en democratie 2016-2020 is gendergelijkheid een van de belangrijkste prioriteiten. Bovendien zet de EU politieke stappen, neemt zij politieke standpunten in en financiert zij acties om ongelijkheid en discriminatie van vrouwen en meisjes aan te pakken. Genderkwesties worden ook opgenomen in ons beleid en de programma's op het gebied van verkiezingswaarneming, overgangsjustitie, bescherming van de mensenrechten en het Internationaal Strafhof.

Wat doet de EU aan de bescherming van vrouwen bij humanitaire crises?

Conflicten en natuurrampen hebben verschillende gevolgen voor vrouwen, meisjes, jongens en mannen. De door de EU gefinancierde humanitaire projecten wereldwijd zijn aangepast aan de specifieke behoeften van al deze groepen. Al die projecten houden namelijk rekening met gendergelijkheid zodat de hulp terechtkomt bij degenen die er het meest behoefte aan hebben.

De aanpak van de Commissie ten aanzien van gender en gendergerelateerd geweld bij humanitaire hulp wordt beschreven in het document "Gender in Humanitarian Aid: Different Needs, Adapted Assistance". Deze aanpak is verder uitgewerkt in het document "Humanitarian Protection: Improving Protection Outcomes to Reduce Risks for People in Humanitarian Crises". De EU heeft een gender- en leeftijdsmarker ingevoerd, een instrument waarmee kan worden nagegaan in hoeverre in de humanitaire acties van de EU rekening wordt gehouden met gender en leeftijd.

De EU reageert met gerichte acties en capaciteitsopbouw op gendergerelateerd geweld in humanitaire crises. In 2016 heeft de EU steun verleend aan 62 humanitaire projecten rond gendergerelateerd geweld. Deze projecten ontvingen samen bijna 24,5 miljoen euro en bereiken 3,4 miljoen vrouwen, meisjes, jongens en mannen wereldwijd. Sinds 2014 heeft de EU jaarlijks ruim een miljard euro besteed aan projecten die bijdragen tot capaciteitsopbouw van het humanitaire systeem om genderzaken en gendergerelateerd geweld aan te pakken. De EU draagt actief bij tot de wereldwijde oproep tot actie ter bescherming tegen gendergerelateerd geweld.

Ook steunt zij de invoering van het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, de Verklaring en het Actieprogramma van Peking en het Actieprogramma van de internationale conferentie over bevolking en ontwikkeling.

Het is van essentieel belang dat de EU ook niet-gouvernementele partijen hierbij betrekt. We werken nauw samen met organisaties uit het maatschappelijk middenveld, met name vrouwenorganisaties, particuliere stichtingen, de particuliere sector en hun pleitbezorgers. Zo pakken we de onderliggende oorzaken van genderongelijkheid aan: gebrek aan toegang tot financiële en materiële middelen, ongelijke machtsverhoudingen, discriminatie, stigmatisering, genderstereotypen en geweld.

MEMO/17/4849

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail


1.

Relevante EU dossiers