Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2018/251 van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018

1.

Tekst

28.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 57/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2018/251

van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (1),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (2),

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (3),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (4),

Gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, goedgekeurd door de Commissie op 29 juni 2017,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, vastgesteld door de Raad op 4 september 2017 en toegezonden aan het Europees Parlement op 13 september 2017,

Gezien de nota van wijzigingen nr. 1/2018 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, ingediend door de Commissie op 16 oktober 2017,

Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2017 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018,

Gezien de door het Europees Parlement op 25 oktober 2017 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,

Gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 25 oktober 2017 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,

Gezien de brief van 30 oktober 2017 aan de voorzitter van de Raad waarmee het bemiddelingscomité bijeen wordt geroepen,

Gezien het feit dat het bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door de Raad op 30 november 2017,

Gezien de goedkeuring van het gemeenschappelijk ontwerp door het Parlement op 30 november 2017,

Gezien de artikelen 90 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 30 november 2017.

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI
 

 

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

22

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

164

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

165

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Europees parlement

172

 

— Staat van ontvangsten

173

 

— Staat van uitgaven

188

 

— Personeel

249

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

250

 

— Staat van ontvangsten

251

 

— Staat van uitgaven

268

 

— Personeel

313

 

Afdeling III: Commissie

314

 

— Staat van ontvangsten

315

 

— Staat van uitgaven

1970

 

— Personeel

1980

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

2029

 

— Staat van ontvangsten

2030

 

— Staat van uitgaven

2042

 

— Personeel

2077

 

Afdeling V: Rekenkamer

2078

 

— Staat van ontvangsten

2079

 

— Staat van uitgaven

2092

 

— Personeel

2123

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2125

 

— Staat van ontvangsten

2126

 

— Staat van uitgaven

2138

 

— Personeel

2175

 

Afdeling VII: Europees Comité van de Regio's

2176

 

— Staat van ontvangsten

2177

 

— Staat van uitgaven

2190

 

— Personeel

2224

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2225

 

— Staat van ontvangsten

2226

 

— Staat van uitgaven

2242

 

— Personeel

2271

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2272

 

— Staat van ontvangsten

2273

 

— Staat van uitgaven

2286

 

— Personeel

2319

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2320

 

— Staat van ontvangsten

2321

 

— Staat van uitgaven

2338

 

— Personeel

2382

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

 
  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting

12

 
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

22

 

— Titel 1:

Eigen middelen

23

 

— Titel 3:

Overschotten, saldi en aanpassingen

47

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

65

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen

79

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

93

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en geldboeten

142

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

149

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

162

 
  • C. 
    Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

164

 
  • D. 
    Onroerendgoedbezit

165

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

 

Afdeling I: Europees Parlement

172

 

— Staat van ontvangsten

173

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

174

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

177

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

184

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

186

 

— Staat van uitgaven

188

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

190

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

212

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

225

 

— Titel 4:

Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling

240

 

— Titel 5:

Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen en van het Comite van onafhankelijke vooraanstaande personen

244

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

246

 

— Personeel

249

 

Afdeling II: Europese Raad en Raad

250

 

— Staat van ontvangsten

251

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de unie

252

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

255

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

261

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en boeten

264

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

266

 

— Staat van uitgaven

268

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

269

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven

293

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

311

 

— Personeel

313

 

Afdeling III: Commissie

314

 

— Ontvangsten

315

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

316

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

321

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de Unie

330

 

— Titel 7:

Achterstandsrente en boeten

378

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

385

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

392

 

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2018 EN 2017) EN VAN DE UITVOERING (2016)

394

 

— Titel XX:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

399

 

— Titel 01:

Economische en financiële zaken

416

 

— Titel 02:

Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

455

 

— Titel 03:

Concurrentie

534

 

— Titel 04:

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

539

 

— Titel 05:

Landbouw en plattelandsontwikkeling

619

 

— Titel 06:

Mobiliteit en vervoer

703

 

— Titel 07:

Milieu

763

 

— Titel 08:

Onderzoek en innovatie

806

 

— Titel 09:

Communicatienetwerken, inhoud en technologie

862

 

— Titel 10:

Eigen onderzoek

936

 

— Titel 11:

Maritieme zaken en visserij

965

 

— Titel 12:

Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

1007

 

— Titel 13:

Regionaal beleid en stadsontwikkeling

1022

 

— Titel 14:

Belastingen en Douane-unie

1099

 

— Titel 15:

Onderwijs en cultuur

1112

 

— Titel 16:

Communicatie

1177

 

— Titel 17:

Gezondheid en voedselveiligheid

1197

 

— Titel 18:

Migratie en binnenlandse zaken

1247

 

— Titel 19:

Instrumenten voor het buitenlands beleid

1308

 

— Titel 20:

Handel

1342

 

— Titel 21:

Internationale samenwerking en ontwikkeling

1354

 

— Titel 22:

Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen

1440

 

— Titel 23:

Humanitaire hulp en civiele bescherming

1487

 

— Titel 24:

Fraudebestrijding

1512

 

— Titel 25:

Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

1519

 

— Titel 26:

Administratie van de Commissie

1530

 

— Titel 27:

Begroting

1584

 

— Titel 28:

Audit

1593

 

— Titel 29:

Statistiek

1597

 

— Titel 30:

Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven

1605

 

— Titel 31:

Talendiensten

1618

 

— Titel 32:

Energie

1629

 

— Titel 33:

Justitie en consumentenzaken

1675

 

— Titel 34:

Klimaatactie

1711

 

— Titel 40:

Reserves

1727

Bijlagen

 

— Europese Economische Ruimte

1736

 

— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaten van de westelijke balkan en bepaalde partnerlanden

1755

 

— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie)

1758

 

— Informatie over de financiële instrumenten overeenkomstig artikel 49, lid 1, onder e), van het financieel reglement

1794

 

— Publicatiebureau

1872

 

— Ontvangsten

1873

 

— Uitgaven

1878

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

1891

 

— Ontvangsten

1892

 

— Uitgaven

1897

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

1911

 

— Ontvangsten

1912

 

— Uitgaven

1917

 

— Bureau voor beheer en afwikkeling van de individuele rechten

1932

 

— Ontvangsten

1933

 

— Uitgaven

1938

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel

1948

 

— Ontvangsten

1949

 

— Uitgaven

1954

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg

1964

 

— Ontvangsten

1965

 

— Uitgaven

1970

 

— Personeel

1980

 

Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

2029

 

— Staat van ontvangsten

2030

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie

2031

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2034

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2040

 

— Staat van uitgaven

2042

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2043

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2060

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

2073

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2075

 

— Personeel

2077

 

Afdeling V: Rekenkamer

2078

 

— Staat van ontvangsten

2079

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de unie

2080

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2083

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2090

 

— Staat van uitgaven

2092

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2093

 

— Titel 2:

Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2108

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2121

 

— Personeel

2123

 

Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

2125

 

— Staat van ontvangsten

2126

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2127

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2130

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2136

 

— Staat van uitgaven

2138

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2139

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2157

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2173

 

— Personeel

2175

 

Afdeling VII: Europees Comité van de Regio's

2176

 

— Staat van ontvangsten

2177

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2178

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2181

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2188

 

— Staat van uitgaven

2190

 

— Titel 1:

Aan de instelling verbonden personen

2191

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

2207

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2222

 

— Personeel

2224

 

Afdeling VIII: Europese Ombudsman

2225

 

— Staat van ontvangsten

2226

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

2227

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2231

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

2238

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2240

 

— Staat van uitgaven

2242

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2243

 

— Titel 2:

Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven

2256

 

— Titel 3:

Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

2263

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2269

 

— Personeel

2271

 

Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2272

 

— Staat van ontvangsten

2273

 

— Titel 4:

Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie

2274

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2277

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2284

 

— Staat van uitgaven

2286

 

— Titel 1:

Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

2287

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling

2300

 

— Titel 3:

Europees Comité voor gegevensbescherming

2305

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2317

 

— Personeel

2319

 

Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

2320

 

— Staat van ontvangsten

2321

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de unie

2322

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

2325

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de unie

2332

 

— Titel 7:

Intrest voor betalingsachterstand

2334

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

2336

 

— Staat van uitgaven

2338

 

— Titel 1:

Personeel op de hoofdzetel

2339

 

— Titel 2:

Gebouwen, materieel en operationele uitgaven op de hoofdzetel

2353

 

— Titel 3:

Delegaties

2371

 

— Titel 10:

Overige uitgaven

2380

 

— Personeel

2382

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

INLEIDING

De algemene begroting van de Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.

Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.

 

Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen.

 

Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed.

 

Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan.

 

Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording.

 

Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd.

 

Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is.

 

De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

 

De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven.

Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).

De toegestane uitgaven in deze begroting belopen in totaal 160 113 520 011 EUR aan vastleggingskredieten en 144 680 980 690 EUR aan betalingskredieten, hetgeen neerkomt op een verschil van respectievelijk + 0,18 % en + 14,13 % ten opzicht van de begroting 2017.

De begrotingsontvangsten bedragen in totaal 144 680 980 690 EUR. Het uniforme afroepingspercentage van de btw-middelen bedraagt 0,30 % (behalve voor Duitsland, Nederland en Zweden waarvoor het voor de periode 2014-2020 is vastgesteld op 0,15 %) en dat van de middelen van het bruto nationaal inkomen (bni) 0,6524 %. De begroting 2018 wordt voor 15,79 % gefinancierd met traditionele eigen middelen, voor 11,92 % met btw-middelen en voor 71,01 % met bni-middelen. De diverse ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geraamd op 1 848 645 936 EUR.

De eigen middelen die vereist zijn om de begroting 2018 te financieren, vertegenwoordigen 0,91 % van het totale bni.

Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2018 stap voor stap worden gevolgd.

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2018 moeten worden gedekt overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2018

Begroting 2017 (1)

Verschil (in %)

1.

Slimme en inclusieve groei

66 624 486 101

49 393 819 321

+34,88

2.

Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

56 083 793 633

54 120 940 747

+3,63

3.

Veiligheid en burgerschap

2 980 707 175

3 224 307 287

–7,56

4.

Europa als wereldspeler

8 906 075 154

9 055 843 969

–1,65

5.

Administratie

9 666 318 627

9 394 599 816

+2,89

6.

Compensatie

p.m.

p.m.

Speciale instrumenten

419 600 000

1 581 200 013

–73,46

Totaal uitgaven  (2)

144 680 980 690

126 770 711 153

+14,13

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2018

Begroting 2017 (3)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 848 645 936

4 882 392 898

–62,14

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

p.m.

6 404 529 791

Terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Nettosaldo van btw- en bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1, 3 2 en 3 3)

p.m.

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

1 848 645 936

11 286 922 689

–83,62

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

22 844 000 000

20 507 300 000

+11,39

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

17 249 560 050

16 620 148 350

+3,79

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

102 738 774 704

78 356 340 114

+31,12

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2014/335/EU, Euratom te dekken kredieten (4)

142 832 334 754

115 483 788 464

+23,68

Totaal ontvangsten  (5)

144 680 980 690

126 770 711 153

+14,13

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (6)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 875 386 000

4 450 833 000

50

2 225 416 500

1 875 386 000

 

Bulgarije

238 743 000

503 702 000

50

251 851 000

238 743 000

 

Tsjechië

732 794 000

1 792 468 000

50

896 234 000

732 794 000

 

Denemarken

1 140 616 000

3 048 528 000

50

1 524 264 000

1 140 616 000

 

Duitsland

13 953 667 000

33 995 907 000

50

16 997 953 500

13 953 667 000

 

Estland

119 112 000

230 792 000

50

115 396 000

115 396 000

Estland

Ierland

860 539 000

2 431 496 000

50

1 215 748 000

860 539 000

 

Griekenland

740 156 000

1 882 276 000

50

941 138 000

740 156 000

 

Spanje

5 294 283 000

12 003 612 000

50

6 001 806 000

5 294 283 000

 

Frankrijk

10 445 711 000

23 880 801 000

50

11 940 400 500

10 445 711 000

 

Kroatië

299 825 000

483 272 000

50

241 636 000

241 636 000

Kroatië

Italië

6 653 984 000

17 500 853 000

50

8 750 426 500

6 653 984 000

 

Cyprus

125 263 000

185 558 000

50

92 779 000

92 779 000

Cyprus

Letland

113 835 000

279 697 000

50

139 848 500

113 835 000

 

Litouwen

175 208 000

411 930 000

50

205 965 000

175 208 000

 

Luxemburg

282 492 000

394 697 000

50

197 348 500

197 348 500

Luxemburg

Hongarije

525 608 000

1 239 469 000

50

619 734 500

525 608 000

 

Malta

71 317 000

104 602 000

50

52 301 000

52 301 000

Malta

Nederland

3 133 325 000

7 354 650 000

50

3 677 325 000

3 133 325 000

 

Oostenrijk

1 730 418 000

3 720 154 000

50

1 860 077 000

1 730 418 000

 

Polen

1 992 720 000

4 681 410 000

50

2 340 705 000

1 992 720 000

 

Portugal

964 881 000

1 933 791 000

50

966 895 500

964 881 000

 

Roemenië

686 064 000

1 874 072 000

50

937 036 000

686 064 000

 

Slovenië

200 037 000

429 322 000

50

214 661 000

200 037 000

 

Slowakije

300 056 000

865 923 000

50

432 961 500

300 056 000

 

Finland

962 168 000

2 268 419 000

50

1 134 209 500

962 168 000

 

Zweden

2 144 162 000

5 044 851 000

50

2 522 425 500

2 144 162 000

 

Verenigd Koninkrijk

11 550 289 000

24 483 615 000

50

12 241 807 500

11 550 289 000

 

Totaal

67 312 659 000

157 476 700 000

 

78 738 350 000

67 114 110 500

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 875 386 000

0,30

562 615 800

Bulgarije

238 743 000

0,30

71 622 900

Tsjechië

732 794 000

0,30

219 838 200

Denemarken

1 140 616 000

0,30

342 184 800

Duitsland

13 953 667 000

0,15

2 093 050 050

Estland

115 396 000

0,30

34 618 800

Ierland

860 539 000

0,30

258 161 700

Griekenland

740 156 000

0,30

222 046 800

Spanje

5 294 283 000

0,30

1 588 284 900

Frankrijk

10 445 711 000

0,30

3 133 713 300

Kroatië

241 636 000

0,30

72 490 800

Italië

6 653 984 000

0,30

1 996 195 200

Cyprus

92 779 000

0,30

27 833 700

Letland

113 835 000

0,30

34 150 500

Litouwen

175 208 000

0,30

52 562 400

Luxemburg

197 348 500

0,30

59 204 550

Hongarije

525 608 000

0,30

157 682 400

Malta

52 301 000

0,30

15 690 300

Nederland

3 133 325 000

0,15

469 998 750

Oostenrijk

1 730 418 000

0,30

519 125 400

Polen

1 992 720 000

0,30

597 816 000

Portugal

964 881 000

0,30

289 464 300

Roemenië

686 064 000

0,30

205 819 200

Slovenië

200 037 000

0,30

60 011 100

Slowakije

300 056 000

0,30

90 016 800

Finland

962 168 000

0,30

288 650 400

Zweden

2 144 162 000

0,15

321 624 300

Verenigd Koninkrijk

11 550 289 000

0,30

3 465 086 700

Totaal

67 114 110 500

 

17 249 560 050

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

4 450 833 000

 

2 903 751 024

Bulgarije

503 702 000

 

328 618 305

Tsjechië

1 792 468 000

 

1 169 417 228

Denemarken

3 048 528 000

 

1 988 878 554

Duitsland

33 995 907 000

 

22 179 140 343

Estland

230 792 000

 

150 570 131

Ierland

2 431 496 000

 

1 586 323 054

Griekenland

1 882 276 000

 

1 228 008 524

Spanje

12 003 612 000

 

7 831 230 835

Frankrijk

23 880 801 000

 

15 579 982 522

Kroatië

483 272 000

 

315 289 647

Italië

17 500 853 000

 

11 417 664 921

Cyprus

185 558 000

 

121 059 189

Letland

279 697 000

0,6524062  (7)

182 476 056

Litouwen

411 930 000

 

268 745 684

Luxemburg

394 697 000

 

257 502 768

Hongarije

1 239 469 000

 

808 637 255

Malta

104 602 000

 

68 242 993

Nederland

7 354 650 000

 

4 798 219 225

Oostenrijk

3 720 154 000

 

2 427 051 517

Polen

4 681 410 000

 

3 054 180 887

Portugal

1 933 791 000

 

1 261 617 229

Roemenië

1 874 072 000

 

1 222 656 183

Slovenië

429 322 000

 

280 092 333

Slowakije

865 923 000

 

564 933 530

Finland

2 268 419 000

 

1 479 930 609

Zweden

5 044 851 000

 

3 291 292 047

Verenigd Koninkrijk

24 483 615 000

 

15 973 262 111

Totaal

157 476 700 000

 

102 738 774 704

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Denemarken, Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Aandelen in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,83

31 084 353

31 084 353

Bulgarije

 

0,32

3 517 825

3 517 825

Tsjechië

 

1,14

12 518 490

12 518 490

Denemarken

  • – 
    141 559 436

1,94

21 290 739

  • – 
    120 268 697

Duitsland

 

21,59

237 425 396

237 425 396

Estland

 

0,15

1 611 838

1 611 838

Ierland

 

1,54

16 981 424

16 981 424

Griekenland

 

1,20

13 145 704

13 145 704

Spanje

 

7,62

83 832 514

83 832 514

Frankrijk

 

15,16

166 782 096

166 782 096

Kroatië

 

0,31

3 375 143

3 375 143

Italië

 

11,11

122 224 918

122 224 918

Cyprus

 

0,12

1 295 926

1 295 926

Letland

 

0,18

1 953 387

1 953 387

Litouwen

 

0,26

2 876 895

2 876 895

Luxemburg

 

0,25

2 756 540

2 756 540

Hongarije

 

0,79

8 656 378

8 656 378

Malta

 

0,07

730 534

730 534

Nederland

  • – 
    756 798 522

4,67

51 364 437

  • – 
    705 434 085

Oostenrijk

 

2,36

25 981 335

25 981 335

Polen

 

2,97

32 694 690

32 694 690

Portugal

 

1,23

13 505 482

13 505 482

Roemenië

 

1,19

13 088 408

13 088 408

Slovenië

 

0,27

2 998 359

2 998 359

Slowakije

 

0,55

6 047 555

6 047 555

Finland

 

1,44

15 842 504

15 842 504

Zweden

  • – 
    201 449 966

3,20

35 232 940

  • – 
    166 217 026

Verenigd Koninkrijk

 

15,55

170 992 114

170 992 114

Totaal

–1 099 807 924

100,00

1 099 807 924

0

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2017 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2014/335/EU, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (8) (%)

Bedrag

1.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

17,1194

 

2.

Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,4429

 

3.

  • (1) 
    – (2)

9,6765

 

4.

Totale toegerekende uitgaven

 

118 550 222 885

5.

Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (9)

 

25 135 292 635

6.

Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

 

93 414 930 250

7.

Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

 

5 965 942 623

8.

Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (10)

 

1 019 406 910

9.

Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

 

4 946 535 713

10.

Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (11)

 

–45 769 948

11.

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

 

4 992 305 660

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 992 305 660  EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,83

3,35

5,37

 

1,52

4,86

242 848 053

Bulgarije

0,32

0,38

0,61

 

0,17

0,55

27 483 181

Tsjechië

1,14

1,35

2,16

 

0,61

1,96

97 801 325

Denemarken

1,94

2,29

3,68

 

1,04

3,33

166 334 951

Duitsland

21,59

25,56

0,00

–19,17

0,00

6,39

319 035 307

Estland

0,15

0,17

0,28

 

0,08

0,25

12 592 561

Ierland

1,54

1,83

2,93

 

0,83

2,66

132 668 215

Griekenland

1,20

1,42

2,27

 

0,64

2,06

102 701 463

Spanje

7,62

9,03

14,48

 

4,09

13,12

654 945 669

Frankrijk

15,16

17,96

28,81

 

8,14

26,10

1 302 993 398

Kroatië

0,31

0,36

0,58

 

0,16

0,53

26 368 472

Italië

11,11

13,16

21,12

 

5,97

19,13

954 888 235

Cyprus

0,12

0,14

0,22

 

0,06

0,20

10 124 487

Letland

0,18

0,21

0,34

 

0,10

0,31

15 260 935

Litouwen

0,26

0,31

0,50

 

0,14

0,45

22 475 882

Luxemburg

0,25

0,30

0,48

 

0,13

0,43

21 535 609

Hongarije

0,79

0,93

1,50

 

0,42

1,35

67 628 382

Malta

0,07

0,08

0,13

 

0,04

0,11

5 707 334

Nederland

4,67

5,53

0,00

–4,15

0,00

1,38

69 019 868

Oostenrijk

2,36

2,80

0,00

–2,10

0,00

0,70

34 911 864

Polen

2,97

3,52

5,65

 

1,60

5,12

255 428 883

Portugal

1,23

1,45

2,33

 

0,66

2,11

105 512 244

Roemenië

1,19

1,41

2,26

 

0,64

2,05

102 253 833

Slovenië

0,27

0,32

0,52

 

0,15

0,47

23 424 831

Slowakije

0,55

0,65

1,04

 

0,30

0,95

47 246 822

Finland

1,44

1,71

2,74

 

0,77

2,48

123 770 345

Zweden

3,20

3,79

0,00

–2,84

0,00

0,95

47 343 511

Verenigd Koninkrijk

15,55

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,26

28,26

100,00

4 992 305 660

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering (12) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

 

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Totale eigen middelen (13)

Nettobijdragen van de suikersector (80 %)

Nettodouanerechten (80 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (80 %)

Inningskosten (20 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van Denemarken, Nederland, Oostenrijk en Zweden

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) + (3) + (9)

België

p.m.

2 473 200 000

2 473 200 000

618 300 000

562 615 800

2 903 751 024

31 084 353

242 848 053

3 740 299 230

3,12

6 213 499 230

Bulgarije

p.m.

88 100 000

88 100 000

22 025 000

71 622 900

328 618 305

3 517 825

27 483 181

431 242 211

0,36

519 342 211

Tsjechië

p.m.

287 500 000

287 500 000

71 875 000

219 838 200

1 169 417 228

12 518 490

97 801 325

1 499 575 243

1,25

1 787 075 243

Denemarken

p.m.

377 700 000

377 700 000

94 425 000

342 184 800

1 988 878 554

  • – 
    120 268 697

166 334 951

2 377 129 608

1,98

2 754 829 608

Duitsland

p.m.

4 731 600 000

4 731 600 000

1 182 900 000

2 093 050 050

22 179 140 343

237 425 396

319 035 307

24 828 651 096

20,69

29 560 251 096

Estland

p.m.

32 900 000

32 900 000

8 225 000

34 618 800

150 570 131

1 611 838

12 592 561

199 393 330

0,17

232 293 330

Ierland

p.m.

305 400 000

305 400 000

76 350 000

258 161 700

1 586 323 054

16 981 424

132 668 215

1 994 134 393

1,66

2 299 534 393

Griekenland

p.m.

177 100 000

177 100 000

44 275 000

222 046 800

1 228 008 524

13 145 704

102 701 463

1 565 902 491

1,31

1 743 002 491

Spanje

p.m.

1 712 500 000

1 712 500 000

428 125 000

1 588 284 900

7 831 230 835

83 832 514

654 945 669

10 158 293 918

8,47

11 870 793 918

Frankrijk

p.m.

1 749 800 000

1 749 800 000

437 450 000

3 133 713 300

15 579 982 522

166 782 096

1 302 993 398

20 183 471 316

16,82

21 933 271 316

Kroatië

p.m.

52 600 000

52 600 000

13 150 000

72 490 800

315 289 647

3 375 143

26 368 472

417 524 062

0,35

470 124 062

Italië

p.m.

2 095 900 000

2 095 900 000

523 975 000

1 996 195 200

11 417 664 921

122 224 918

954 888 235

14 490 973 274

12,08

16 586 873 274

Cyprus

p.m.

21 900 000

21 900 000

5 475 000

27 833 700

121 059 189

1 295 926

10 124 487

160 313 302

0,13

182 213 302

Letland

p.m.

48 000 000

48 000 000

12 000 000

34 150 500

182 476 056

1 953 387

15 260 935

233 840 878

0,19

281 840 878

Litouwen

p.m.

87 400 000

87 400 000

21 850 000

52 562 400

268 745 684

2 876 895

22 475 882

346 660 861

0,29

434 060 861

Luxemburg

p.m.

22 000 000

22 000 000

5 500 000

59 204 550

257 502 768

2 756 540

21 535 609

340 999 467

0,28

362 999 467

Hongarije

p.m.

157 000 000

157 000 000

39 250 000

157 682 400

808 637 255

8 656 378

67 628 382

1 042 604 415

0,87

1 199 604 415

Malta

p.m.

13 200 000

13 200 000

3 300 000

15 690 300

68 242 993

730 534

5 707 334

90 371 161

0,08

103 571 161

Nederland

p.m.

2 746 600 000

2 746 600 000

686 650 000

469 998 750

4 798 219 225

  • – 
    705 434 085

69 019 868

4 631 803 758

3,86

7 378 403 758

Oostenrijk

p.m.

221 100 000

221 100 000

55 275 000

519 125 400

2 427 051 517

25 981 335

34 911 864

3 007 070 116

2,51

3 228 170 116

Polen

p.m.

705 200 000

705 200 000

176 300 000

597 816 000

3 054 180 887

32 694 690

255 428 883

3 940 120 460

3,28

4 645 320 460

Portugal

p.m.

154 700 000

154 700 000

38 675 000

289 464 300

1 261 617 229

13 505 482

105 512 244

1 670 099 255

1,39

1 824 799 255

Roemenië

p.m.

162 200 000

162 200 000

40 550 000

205 819 200

1 222 656 183

13 088 408

102 253 833

1 543 817 624

1,29

1 706 017 624

Slovenië

p.m.

77 400 000

77 400 000

19 350 000

60 011 100

280 092 333

2 998 359

23 424 831

366 526 623

0,31

443 926 623

Slowakije

p.m.

105 300 000

105 300 000

26 325 000

90 016 800

564 933 530

6 047 555

47 246 822

708 244 707

0,59

813 544 707

Finland

p.m.

154 100 000

154 100 000

38 525 000

288 650 400

1 479 930 609

15 842 504

123 770 345

1 908 193 858

1,59

2 062 293 858

Zweden

p.m.

548 000 000

548 000 000

137 000 000

321 624 300

3 291 292 047

  • – 
    166 217 026

47 343 511

3 494 042 832

2,91

4 042 042 832

Verenigd Koninkrijk

p.m.

3 535 600 000

3 535 600 000

883 900 000

3 465 086 700

15 973 262 111

170 992 114

–4 992 305 660

14 617 035 265

12,18

18 152 635 265

Totaal

p.m.

22 844 000 000

22 844 000 000

5 711 000 000

17 249 560 050

102 738 774 704

0

0

119 988 334 754

100,00

142 832 334 754

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
 

Titel

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

1

EIGEN MIDDELEN

142 832 334 754

115 483 788 464

132 165 834 976,64

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

6 404 529 791

1 357 560 665,03

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 547 408 825

1 490 262 072

1 451 857 463,91

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

45 050 050

70 200 866

579 194 066,40

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

110 000 000

60 000 000

5 928 273 253,25

7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

115 000 000

3 230 000 000

3 175 480 154,09

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

6 186 061

6 928 960

41 334 476,24

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

25 001 000

25 001 000

17 230 760,67

 

TOTAAL-GENERAAL

144 680 980 690

126 770 711 153

144 716 765 816,23

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

p.m.

p.m.

159 996,95

 

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 7

Productieheffing

p.m.

133 300 000

131 566 944,18

 

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 9

Overschotheffing

p.m.

p.m.

902 874,98

 
 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

p.m.

133 300 000

132 629 816,11

 
 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

22 844 000 000

20 374 000 000

19 961 488 403,71

87,38

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

22 844 000 000

20 374 000 000

19 961 488 403,71

87,38

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

17 249 560 050

16 620 148 350

15 934 722 190,43

92,38

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

17 249 560 050

16 620 148 350

15 934 722 190,43

92,38

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

102 738 774 704

78 356 340 114

95 578 437 497,43

93,03

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

102 738 774 704

78 356 340 114

95 578 437 497,43

93,03

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0 ,—

0 ,—

580 337 025,32

 
 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

0 ,—

0 ,—

580 337 025,32

 
 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

0 ,—

0 ,—

–21 779 956,36

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

0 ,—

0 ,—

–21 779 956,36

 
 

Titel 1 — Totaal

142 832 334 754

115 483 788 464

132 165 834 976,64

92,53

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

 

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 3 —

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

 

HOOFDSTUK 1 5 —

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

HOOFDSTUK 1 1 —   BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM)

1 1 0

Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

159 996,95

Toelichting

In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. Heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 tot verkoopseizoen 2016/2017 zijn opgevoerd onder artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als een „productieheffing”.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1360/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen in de sector suiker voor de verkoopseizoenen 2001/2002, 2002/2003, 2003/2004, 2004/2005 en 2005/2006, de coëfficiënt voor de berekening van de aanvullende heffing voor de verkoopseizoenen 2001/2002 en 2004/2005 en de bedragen die de suikerfabrikanten aan de suikerbietenverkopers moeten betalen vanwege het verschil tussen de maximumheffing en de te innen heffing voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2005/2006 (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 2).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

123 212,35

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

36 784,60

Totaal van artikel 1 1 0

p.m.

p.m.

159 996,95

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit de laatste bijdragen voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.

Voorts worden hier de resterende bedragen geboekt die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.

Onder dit artikel worden ook de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van de verordeningen van de Commissie houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met hun toetreding.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 1

p.m.

p.m.

0 ,—

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.

De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 3

p.m.

p.m.

0 ,—

1 1 7

Productieheffing

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

133 300 000

131 566 944,18

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit de productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren overeenkomstig artikel 128 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Wegens de beëindiging van de suikerquotaregeling in het verkoopseizoen 2016/2017 op 30 september 2017 hebben de lidstaten de productieheffing voor het laatst in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2017 geïnd en aangegeven. De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 16.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), en met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 128.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

7 000 000

7 041 840,90

Bulgarije

p.m.

400 000

428 150,00

Tsjechië

p.m.

3 600 000

3 592 216,20

Denemarken

p.m.

3 600 000

3 575 568,39

Duitsland

p.m.

28 100 000

28 114 434,34

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

1 500 000

1 523 539,00

Spanje

p.m.

5 000 000

5 043 698,70

Frankrijk

p.m.

33 000 000

32 995 499,80

Kroatië

p.m.

1 900 000

1 857 819,79

Italië

p.m.

5 000 000

4 226 873,25

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

900 000

866 419,00

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

2 200 000

2 236 523,80

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

7 700 000

7 726 925,00

Oostenrijk

p.m.

3 400 000

3 369 862,60

Polen

p.m.

13 700 000

13 318 501,37

Portugal

p.m.

200 000

60 000,00

Roemenië

p.m.

1 000 000

1 118 033,57

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

1 400 000

1 405 120,75

Finland

p.m.

800 000

777 590,00

Zweden

p.m.

2 800 000

2 822 324,28

Verenigd Koninkrijk

p.m.

10 100 000

9 466 003,44

Totaal van artikel 1 1 7

p.m.

133 300 000

131 566 944,18

1 1 8

Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.

Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 8

p.m.

p.m.

0 ,—

1 1 9

Overschotheffing

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

902 874,98

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt van de heffing die door de lidstaten wordt opgelegd en aangerekend aan de desbetreffende suikerproducerende ondernemingen, die op hun grondgebied zijn gevestigd.

Wegens de beëindiging van de suikerquotaregeling in het verkoopseizoen 2016/2017 op 30 september 2017, zouden de eventuele onder deze post vallende ontvangsten enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), en met name artikel 15.

Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), en met name artikel 64.

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671), en met name artikel 142.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

17 543,10

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

1 391,01

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

734 740,00

Estland

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

148 480,00

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

720,87

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 1 1 9

p.m.

p.m.

902 874,98

HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 2 0

Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

22 844 000 000

20 374 000 000

19 961 488 403,71

Toelichting

De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

2 473 200 000

2 180 792 231

2 063 738 913,95

Bulgarije

88 100 000

74 252 985

71 521 308,63

Tsjechië

287 500 000

253 894 259

247 455 408,57

Denemarken

377 700 000

333 053 412

332 675 343,18

Duitsland

4 731 600 000

4 214 682 435

4 120 598 172,66

Estland

32 900 000

29 059 618

27 314 845,00

Ierland

305 400 000

277 104 213

285 105 546,72

Griekenland

177 100 000

156 903 067

156 860 412,38

Spanje

1 712 500 000

1 521 384 214

1 506 996 371,24

Frankrijk

1 749 800 000

1 599 033 778

1 603 376 603,69

Kroatië

52 600 000

45 759 463

44 799 546,12

Italië

2 095 900 000

1 910 669 874

1 784 161 050,98

Cyprus

21 900 000

20 285 123

21 086 051,66

Letland

48 000 000

40 664 595

34 680 953,66

Litouwen

87 400 000

76 989 117

76 673 897,94

Luxemburg

22 000 000

19 530 328

19 544 194,69

Hongarije

157 000 000

140 108 872

140 078 934,24

Malta

13 200 000

11 888 025

12 054 155,28

Nederland

2 746 600 000

2 433 176 899

2 366 016 279,14

Oostenrijk

221 100 000

204 077 771

210 647 744,61

Polen

705 200 000

608 648 035

577 973 007,56

Portugal

154 700 000

138 316 233

138 344 643,65

Roemenië

162 200 000

148 034 222

162 099 774,38

Slovenië

77 400 000

67 648 526

65 778 810,36

Slowakije

105 300 000

95 670 300

97 703 809,71

Finland

154 100 000

140 486 269

132 243 895,58

Zweden

548 000 000

497 410 082

510 379 272,44

Verenigd Koninkrijk

3 535 600 000

3 134 476 054

3 151 579 455,69

Totaal van artikel 1 2 0

22 844 000 000

20 374 000 000

19 961 488 403,71

HOOFDSTUK 1 3 —   EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 3 0

Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

17 249 560 050

16 620 148 350

15 934 722 190,43

Toelichting

Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld volgens de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat. Voor de periode 2014-2020 alleen wordt het afroepingspercentage voor de eigen middelen uit btw voor Duitsland, Nederland en Zweden vastgesteld op 0,15 %.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder b), en artikel 2, lid 4.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

562 615 800

545 106 000

516 597 300,00

Bulgarije

71 622 900

69 507 900

62 357 400,01

Tsjechië

219 838 200

208 775 100

203 983 307,68

Denemarken

342 184 800

328 630 800

307 240 768,53

Duitsland

2 093 050 050

2 016 873 750

1 947 663 300,00

Estland

34 618 800

32 566 200

30 842 400,00

Ierland

258 161 700

246 984 000

242 726 400,00

Griekenland

222 046 800

218 107 200

227 779 200,00

Spanje

1 588 284 900

1 533 648 300

1 416 915 600,00

Frankrijk

3 133 713 300

3 050 158 800

2 913 773 100,00

Kroatië

72 490 800

69 450 450

66 498 629,49

Italië

1 996 195 200

1 948 907 400

1 826 488 800,00

Cyprus

27 833 700

26 864 250

25 881 300,00

Letland

34 150 500

31 988 700

29 487 300,00

Litouwen

52 562 400

49 670 100

45 314 700,00

Luxemburg

59 204 550

55 902 450

52 522 800,00

Hongarije

157 682 400

145 071 000

131 852 909,16

Malta

15 690 300

14 764 650

13 695 900,00

Nederland

469 998 750

456 466 950

418 055 850,00

Oostenrijk

519 125 400

504 234 000

467 034 600,00

Polen

597 816 000

538 340 100

536 828 417,46

Portugal

289 464 300

280 601 400

261 332 700,00

Roemenië

205 819 200

191 307 900

166 385 363,82

Slovenië

60 011 100

57 555 900

53 565 000,00

Slowakije

90 016 800

86 551 200

79 902 900,00

Finland

288 650 400

282 305 100

274 607 100,00

Zweden

321 624 300

312 822 150

300 456 995,43

Verenigd Koninkrijk

3 465 086 700

3 316 986 600

3 314 932 148,85

Totaal van artikel 1 3 0

17 249 560 050

16 620 148 350

15 934 722 190,43

HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2014/335/EU, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

102 738 774 704

78 356 340 114

95 578 437 497,43

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt is 0,6524 %.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

2 903 751 024

2 224 321 322

2 733 775 413,00

Bulgarije

328 618 305

249 118 218

281 365 594,01

Tsjechië

1 169 417 228

881 874 642

1 019 894 258,52

Denemarken

1 988 878 554

1 518 165 862

1 811 511 737,42

Duitsland

22 179 140 343

16 999 731 324

20 646 938 325,00

Estland

150 570 131

112 083 039

134 108 593,00

Ierland

1 586 323 054

1 194 766 843

1 256 583 955,00

Griekenland

1 228 008 524

938 172 223

1 135 260 631,00

Spanje

7 831 230 835

5 977 648 307

7 219 986 146,00

Frankrijk

15 579 982 522

11 998 557 213

14 650 391 312,00

Kroatië

315 289 647

239 027 503

285 928 890,52

Italië

11 417 664 921

8 803 510 192

10 763 324 824,00

Cyprus

121 059 189

92 458 646

111 290 286,00

Letland

182 476 056

136 560 225

166 921 883,00

Litouwen

268 745 684

202 582 498

242 644 067,00

Luxemburg

257 502 768

192 399 373

225 849 452,00

Hongarije

808 637 255

603 113 075

700 999 642,84

Malta

68 242 993

50 815 472

58 892 738,00

Nederland

4 798 219 225

3 680 290 875

4 534 954 332,00

Oostenrijk

2 427 051 517

1 861 854 725

2 232 878 182,00

Polen

3 054 180 887

2 182 970 864

2 671 049 968,23

Portugal

1 261 617 229

965 745 390

1 172 210 977,00

Roemenië

1 222 656 183

903 195 963

1 067 128 121,00

Slovenië

280 092 333

211 201 371

252 657 754,00

Slowakije

564 933 530

424 902 964

500 601 819,00

Finland

1 479 930 609

1 139 597 795

1 372 422 809,00

Zweden

3 291 292 047

2 523 910 154

3 077 412 604,64

Verenigd Koninkrijk

15 973 262 111

12 047 764 036

15 251 453 182,25

Totaal van artikel 1 4 0

102 738 774 704

78 356 340 114

95 578 437 497,43

HOOFDSTUK 1 5 —   CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

1 5 0

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

0 ,—

0 ,—

580 337 025,32

Toelichting

Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

242 848 053

240 885 677

300 419 482,00

Bulgarije

27 483 181

26 978 571

30 919 769,99

Tsjechië

97 801 325

95 503 724

112 093 645,75

Denemarken

166 334 951

164 411 683

199 157 831,04

Duitsland

319 035 307

316 145 831

388 574 256,00

Estland

12 592 561

12 138 174

14 737 434,00

Ierland

132 668 215

129 388 779

138 088 264,00

Griekenland

102 701 463

101 600 542

124 755 826,00

Spanje

654 945 669

647 356 946

793 417 224,00

Frankrijk

1 302 993 398

1 299 398 854

1 609 957 772,00

Kroatië

26 368 472

25 885 784

31 421 075,58

Italië

954 888 235

953 387 216

1 182 801 065,00

Cyprus

10 124 487

10 012 925

12 229 889,00

Letland

15 260 935

14 788 961

18 343 345,00

Litouwen

22 475 882

21 938 927

26 664 592,00

Luxemburg

21 535 609

20 836 132

24 819 001,00

Hongarije

67 628 382

65 314 890

77 131 068,87

Malta

5 707 334

5 503 126

6 471 829,00

Nederland

69 019 868

68 442 765

85 347 594,00

Oostenrijk

34 911 864

34 625 113

42 022 646,00

Polen

255 428 883

236 407 577

292 902 821,67

Portugal

105 512 244

104 586 612

128 816 366,00

Roemenië

102 253 833

97 812 744

117 063 518,63

Slovenië

23 424 831

22 872 318

27 765 014,00

Slowakije

47 246 822

46 015 401

55 012 032,00

Finland

123 770 345

123 414 177

150 818 003,00

Zweden

47 343 511

46 937 429

57 775 719,98

Verenigd Koninkrijk

–4 992 305 660

–4 932 590 878

–5 469 190 060,19

Totaal van artikel 1 5 0

0

0

580 337 025,32

HOOFDSTUK 1 6 —   AAN BEPAALDE LIDSTATEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

1 6 0

Aan bepaalde lidstaten toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2014/335/EU, Euratom

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

0 ,—

0 ,—

–21 779 956,36

Toelichting

Onder dit artikel worden verminderingen van de jaarlijkse bni-bijdragen van bepaalde lidstaten geboekt bedoeld in Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 bis, lid 6.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 2, lid 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

31 084 353

31 242 775

31 449 227,00

Bulgarije

3 517 825

3 499 110

3 236 817,00

Tsjechië

12 518 490

12 386 794

11 741 636,01

Denemarken

  • – 
    120 268 697
  • – 
    120 336 182
  • – 
    122 103 800,45

Duitsland

237 425 396

238 777 900

237 521 435,00

Estland

1 611 838

1 574 316

1 542 779,00

Ierland

16 981 424

16 781 672

14 455 684,00

Griekenland

13 145 704

13 177 549

13 059 986,00

Spanje

83 832 514

83 961 933

83 058 391,00

Frankrijk

166 782 096

168 531 504

168 537 432,00

Kroatië

3 375 143

3 357 376

3 287 579,38

Italië

122 224 918

123 653 935

123 820 797,00

Cyprus

1 295 926

1 298 672

1 280 278,00

Letland

1 953 387

1 918 122

1 920 262,00

Litouwen

2 876 895

2 845 470

2 791 366,00

Luxemburg

2 756 540

2 702 438

2 598 162,00

Hongarije

8 656 378

8 471 315

8 118 089,60

Malta

730 534

713 753

677 499,00

Nederland

  • – 
    705 434 085
  • – 
    705 644 524
  • – 
    709 333 867,00

Oostenrijk

25 981 335

26 151 576

14 730 040,00

Polen

32 694 690

30 661 967

30 368 895,30

Portugal

13 505 482

13 564 841

13 485 062,00

Roemenië

13 088 408

12 686 273

12 155 125,08

Slovenië

2 998 359

2 966 530

2 906 563,00

Slowakije

6 047 555

5 968 179

5 758 900,00

Finland

15 842 504

16 006 769

15 788 289,00

Zweden

  • – 
    166 217 026
  • – 
    166 142 726
  • – 
    159 919 159,25

Verenigd Koninkrijk

170 992 114

169 222 663

165 286 575,97

Totaal van artikel 1 6 0

0

0

–21 779 956,36

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

6 404 529 791

1 349 116 813,74

 

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

p.m.

6 404 529 791

1 349 116 813,74

 
 

HOOFDSTUK 3 1

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

p.m.

–39 623 759,37

 
 

Artikel 3 1 0 — Totaal

p.m.

p.m.

–39 623 759,37

 
 

HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–39 623 759,37

 
 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 2 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Verrekening van aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

p.m.

p.m.

6 378 878,24

 
 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 378 878,24

 
 

HOOFDSTUK 3 5

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

0 ,—

  • – 
    126 858,28
 
 

Artikel 3 5 0 — Totaal

p.m.

0 ,—

  • – 
    126 858,28
 
 

HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

p.m.

0 ,—

  • – 
    126 858,28
 
 

HOOFDSTUK 3 6

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

45 910 286,39

 
 

Artikel 3 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

45 910 286,39

 
 

HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

45 910 286,39

 
 

HOOFDSTUK 3 7

3 7 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van eigenmiddelenbesluiten

p.m.

p.m.

–4 094 695,69

 
 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

–4 094 695,69

 
 

Titel 3 — Totaal

p.m.

6 404 529 791

1 357 560 665,03

 

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

HOOFDSTUK 3 1 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 2 —

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

 

HOOFDSTUK 3 3 —

VERREKENING VAN AANPASSINGEN VAN DE BTW- EN DE BNI-MIDDELEN VAN VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN

 

HOOFDSTUK 3 4 —

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

 

HOOFDSTUK 3 5 —

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 6 —

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

 

HOOFDSTUK 3 7 —

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN EIGENMIDDELENBESLUITEN

HOOFDSTUK 3 0 —   OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

6 404 529 791

1 349 116 813,74

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 18.

Verordening (EU, Euratom) nr. 608/2014 van de Raad van 26 mei 2014 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 29).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39).

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 7.

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 7, lid 2.

HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

3 1 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 1 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

–39 623 759,37

Toelichting

Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

9 382 163,10

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

–49 234 541,85

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

160 251,10

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

68 368,28

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van post 3 1 0 3

p.m.

p.m.

–39 623 759,37

HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10 TER VAN VERORDENING (EU, EURATOM) NR. 609/2014

3 2 0

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

3 2 0 3

Resultaat van de toepassing van artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de twaalf betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10 ter van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bepaalde saldo.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van post 3 2 0 3

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 3 3 —   VERREKENING VAN AANPASSINGEN VAN DE BTW- EN DE BNI-MIDDELEN VAN VOORGAANDE BEGROTINGSJAREN

3 3 0

Verrekening van aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Resultaat van de berekening voor de aanpassingen van de btw- en de bni-middelen van voorgaande begrotingsjaren.

Deze berekening is het resultaat van de vermenigvuldiging van de totale bedragen van de aanpassingen bedoeld in artikel 10 ter, leden 1 tot en met 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad, met uitzondering van specifieke aanpassingen overeenkomstig artikel 10 ter, lid 2, onder b) en c), van die verordening, met het aandeel dat het bni van die lidstaat vertegenwoordigt in het bni van alle lidstaten, zoals van toepassing op 15 januari op de geldende begroting voor het jaar dat volgt op dat waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

De Commissie deelt de lidstaten de uit deze berekening voortvloeiende bedragen mee vóór 1 februari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de gegevens voor de aanpassingen zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105).

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 10 ter, lid 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

0 ,—

Bulgarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Tsjechië

p.m.

p.m.

0 ,—

Denemarken

p.m.

p.m.

0 ,—

Duitsland

p.m.

p.m.

0 ,—

Estland

p.m.

p.m.

0 ,—

Ierland

p.m.

p.m.

0 ,—

Griekenland

p.m.

p.m.

0 ,—

Spanje

p.m.

p.m.

0 ,—

Frankrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Kroatië

p.m.

p.m.

0 ,—

Italië

p.m.

p.m.

0 ,—

Cyprus

p.m.

p.m.

0 ,—

Letland

p.m.

p.m.

0 ,—

Litouwen

p.m.

p.m.

0 ,—

Luxemburg

p.m.

p.m.

0 ,—

Hongarije

p.m.

p.m.

0 ,—

Malta

p.m.

p.m.

0 ,—

Nederland

p.m.

p.m.

0 ,—

Oostenrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Polen

p.m.

p.m.

0 ,—

Portugal

p.m.

p.m.

0 ,—

Roemenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slovenië

p.m.

p.m.

0 ,—

Slowakije

p.m.

p.m.

0 ,—

Finland

p.m.

p.m.

0 ,—

Zweden

p.m.

p.m.

0 ,—

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

0 ,—

Totaal van artikel 3 3 0

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 3 4 —   AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

3 4 0

Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

6 378 878,24

Toelichting

Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.

Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kan boeken.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 11.

Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

3 325 546,87

Bulgarije

p.m.

p.m.

359 505,19

Tsjechië

p.m.

p.m.

1 274 640,46

Denemarken

p.m.

p.m.

–7 727 917,80

Duitsland

p.m.

p.m.

25 108 543,18

Estland

p.m.

p.m.

160 671,31

Ierland

p.m.

p.m.

–5 604 985,77

Griekenland

p.m.

p.m.

1 428 243,40

Spanje

p.m.

p.m.

8 707 658,92

Frankrijk

p.m.

p.m.

17 988 097,72

Kroatië

p.m.

p.m.

359 996,95

Italië

p.m.

p.m.

13 231 950,00

Cyprus

p.m.

p.m.

142 378,77

Letland

p.m.

p.m.

196 778,41

Litouwen

p.m.

p.m.

290 217,76

Luxemburg

p.m.

p.m.

270 053,86

Hongarije

p.m.

p.m.

842 792,86

Malta

p.m.

p.m.

70 407,62

Nederland

p.m.

p.m.

5 460 855,80

Oostenrijk

p.m.

p.m.

2 742 454,15

Polen

p.m.

p.m.

3 167 110,78

Portugal

p.m.

p.m.

1 419 826,23

Roemenië

p.m.

p.m.

1 254 141,69

Slovenië

p.m.

p.m.

305 294,12

Slowakije

p.m.

p.m.

627 057,99

Finland

p.m.

p.m.

1 708 755,90

Zweden

p.m.

p.m.

3 548 941,14

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

–74 280 139,27

Totaal van artikel 3 4 0

p.m.

p.m.

6 378 878,24

HOOFDSTUK 3 5 —   RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 5 0

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 5 0 4

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

0 ,—

  • – 
    126 858,28

Toelichting

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.

De cijfers voor 2017 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2013.

De cijfers voor 2016 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2012.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), en met name de artikelen 4 en 5.

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

3 427 431

12 108 628,00

Bulgarije

p.m.

1 515 290

1 275 199,00

Tsjechië

p.m.

2 998 256

3 213 857,05

Denemarken

p.m.

6 889 492

4 701 620,16

Duitsland

p.m.

8 754 255

7 934 870,00

Estland

p.m.

368 634

568 776,00

Ierland

p.m.

5 640 096

5 094 409,00

Griekenland

p.m.

2 191 253

1 773 357,00

Spanje

p.m.

  • – 
    651 779

7 537 051,00

Frankrijk

p.m.

18 525 521

38 002 662,00

Kroatië

p.m.

824 776

383 293,11

Italië

p.m.

25 072 902

19 830 215,00

Cyprus

p.m.

228 695

241 390,00

Letland

p.m.

81 908

102 780,35

Litouwen

p.m.

1 117 632

646 364,00

Luxemburg

p.m.

2 999 679

1 741 166,00

Hongarije

p.m.

1 214 768

2 086 250,60

Malta

p.m.

320 388

101 561,00

Nederland

p.m.

1 151 037

4 101 900,00

Oostenrijk

p.m.

418 805

1 068 284,00

Polen

p.m.

2 257 310

6 717 065,04

Portugal

p.m.

1 399 728

3 441 569,00

Roemenië

p.m.

2 993 513

2 289 874,67

Slovenië

p.m.

916 682

554 253,00

Slowakije

p.m.

2 214 808

1 502 129,00

Finland

p.m.

4 965 839

4 198 567,00

Zweden

p.m.

565 841

911 530,58

Verenigd Koninkrijk

p.m.

–98 402 760

  • – 
    132 255 479,84

Totaal van post 3 5 0 4

p.m.

0

  • – 
    126 858,28

HOOFDSTUK 3 6 —   RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

3 6 0

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

3 6 0 4

Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

45 910 286,39

Toelichting

Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.

De cijfers voor 2016 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2014.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name de artikelen 4 en 5.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

13 297 611,00

Bulgarije

p.m.

p.m.

2 322 802,00

Tsjechië

p.m.

p.m.

6 484 430,61

Denemarken

p.m.

p.m.

10 289 054,81

Duitsland

p.m.

p.m.

19 889 796,00

Estland

p.m.

p.m.

870 740,00

Ierland

p.m.

p.m.

13 998 232,00

Griekenland

p.m.

p.m.

5 098 964,00

Spanje

p.m.

p.m.

34 026 198,00

Frankrijk

p.m.

p.m.

77 369 366,00

Kroatië

p.m.

p.m.

2 762 869,75

Italië

p.m.

p.m.

59 231 069,00

Cyprus

p.m.

p.m.

851 288,00

Letland

p.m.

p.m.

1 033 546,00

Litouwen

p.m.

p.m.

869 479,00

Luxemburg

p.m.

p.m.

3 575 795,00

Hongarije

p.m.

p.m.

3 912 813,02

Malta

p.m.

p.m.

643 682,00

Nederland

p.m.

p.m.

4 823 050,00

Oostenrijk

p.m.

p.m.

2 127 855,00

Polen

p.m.

p.m.

18 898 687,07

Portugal

p.m.

p.m.

6 712 478,00

Roemenië

p.m.

p.m.

8 292 210,60

Slovenië

p.m.

p.m.

1 770 672,00

Slowakije

p.m.

p.m.

3 026 145,00

Finland

p.m.

p.m.

9 102 902,00

Zweden

p.m.

p.m.

3 367 883,34

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

  • – 
    268 739 332,81

Totaal van post 3 6 0 4

p.m.

p.m.

45 910 286,39

HOOFDSTUK 3 7 —   AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN EIGENMIDDELENBESLUITEN

3 7 0

Aanpassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging van eigenmiddelenbesluiten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

–4 094 695,69

Toelichting

Resultaat van de berekening voor de tenuitvoerlegging met terugwerkende kracht van het eigenmiddelenbesluit 2014/335/EU, Euratom.

Rechtsgronden

Besluit 2014/335/EU, Euratom van de Raad van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 105), en met name artikel 11.

 

Lidstaat

Begroting 2018

Begroting 2017

Resultaat 2016

België

p.m.

p.m.

380 157 383,00

Bulgarije

p.m.

p.m.

12 976 885,00

Tsjechië

p.m.

p.m.

123 489 882,24

Denemarken

p.m.

p.m.

  • – 
    148 089 780,00

Duitsland

p.m.

p.m.

–1 996 696 973,00

Estland

p.m.

p.m.

7 533 435,00

Ierland

p.m.

p.m.

170 564 976,00

Griekenland

p.m.

p.m.

60 999 683,00

Spanje

p.m.

p.m.

444 555 900,00

Frankrijk

p.m.

p.m.

1 063 986 397,00

Kroatië

p.m.

p.m.

13 385 944,35

Italië

p.m.

p.m.

887 769 484,00

Cyprus

p.m.

p.m.

9 862 666,00

Letland

p.m.

p.m.

6 740 740,00

Litouwen

p.m.

p.m.

12 047 755,00

Luxemburg

p.m.

p.m.

4 601 725,00

Hongarije

p.m.

p.m.

44 449 215,89

Malta

p.m.

p.m.

2 539 423,00

Nederland

p.m.

p.m.

–1 798 837 531,00

Oostenrijk

p.m.

p.m.

180 218 679,00

Polen

p.m.

p.m.

149 062 665,63

Portugal

p.m.

p.m.

77 069 484,00

Roemenië

p.m.

p.m.

32 439 679,16

Slovenië

p.m.

p.m.

22 119 731,00

Slowakije

p.m.

p.m.

33 257 802,00

Finland

p.m.

p.m.

132 868 521,00

Zweden

p.m.

p.m.

  • – 
    606 454 696,38

Verenigd Koninkrijk

p.m.

p.m.

673 286 228,42

Totaal van artikel 3 7 0

p.m.

p.m.

–4 094 695,69

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

811 732 484

771 386 385

746 015 667,95

91,90

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

83 983,77

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

91 680 394

85 949 434

83 989 089,60

91,61

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

903 412 878

857 335 819

830 088 741,32

91,88

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

467 789 059

451 191 279

441 782 084,74

94,44

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

135 112 882

141 960 601

139 503 802,84

103,25

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

110 000

110 000

140 780,70

127,98

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

603 011 941

593 261 880

581 426 668,28

96,42

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

98,43

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

98,43

 

Titel 4 — Totaal

1 547 408 825

1 490 262 072

1 451 857 463,91

93,83

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

811 732 484

771 386 385

746 015 667,95

Toelichting

Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.

 

Parlement

 

76 861 414

Raad

 

26 645 000

Commissie:

 

544 109 144

— Administratie

(435 759 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(20 016 979 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(18 033 572 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 561 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(777 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(3 110 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(902 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(1 335 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(3 897 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(337 632 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(109 395 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

(75 684 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(297 723 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(353 996 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(271 069 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(1 544 529 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel ex-Artemis & Eniac)

(163 039 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(288 894 )

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(921 498 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(789 138 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(4 920 197 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(1 649 272 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(1 498 477 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 335 173 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(629 982 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(3 896 063 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 504 959 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

(372 004 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(2 004 707 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(783 072 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(763 218 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(117 687 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(163 169 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(856 910 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy — F4E)

(2 343 424 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 083 208 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

(5 329 516 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(564 497 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(1 723 665 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(98 228 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(917 538 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(495 115 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(3 444 039 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(110 848 )

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(261 639 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(1 059 506 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO ex-HBIM)

(4 672 104 )

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(812 557 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(1 411 464 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(193 323 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(956 126 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(266 872 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(2 308 512 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(69 936 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(247 377 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(1 399 194 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 301 418 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

29 190 000

Europese Rekenkamer

 

11 334 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 312 917

Europees Comité van de Regio's

 

4 073 564

Europese Ombudsman

 

641 445

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

705 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

24 450 000

Europese Investeringsbank

 

47 690 000

Europese Centrale Bank

 

36 000 000

Europees Investeringsfonds

 

4 720 000

 

Totaal

811 732 484

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, en met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

83 983,77

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie:

 

p.m.

— Administratie

(p.m.)

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(p.m.)

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(p.m.)

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(p.m.)

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(p.m.)

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(p.m.)

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(p.m.)

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(p.m.)

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(p.m.)

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(p.m.)

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(p.m.)

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(p.m.)

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(p.m.)

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(p.m.)

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(p.m.)

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(p.m.)

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO ex-HBIM)

(p.m.)

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(p.m.)

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(p.m.)

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, en met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

91 680 394

85 949 434

83 989 089,60

Toelichting

Onder dit artikel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

 

Parlement

 

11 551 312

Raad

 

3 565 000

Commissie:

 

60 888 266

— Administratie

(38 409 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(4 192 940 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(3 352 367 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(704 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(151 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(574 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(167 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(248 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(831 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(86 356 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(23 155 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(22 013 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(64 537 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(78 368 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(43 977 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(264 587 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel ex-Artemis & Eniac)

(39 692 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(68 726 )

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(187 090 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(172 769 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(1 222 692 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(257 876 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(504 520 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(241 689 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(170 234 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(750 158 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(239 038 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(97 694 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(468 040 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(144 211 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(221 949 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(37 004 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(54 128 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(186 976 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(558 918 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(321 899 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

(784 035 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(156 335 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(310 131 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(238 417 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(195 345 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(113 281 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(813 441 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(34 052 )

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(63 943 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(244 781 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO ex-HBIM)

(1 115 137 )

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(147 205 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(218 425 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(45 704 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(166 258 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(58 042 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(374 988 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(11 846 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(56 752 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(295 994 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(286 551 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

7 417 000

Europese Rekenkamer

 

2 000 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

1 048 002

Europees Comité van de Regio's

 

811 250

Europese Ombudsman

 

80 564

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

123 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

4 196 000

 

Totaal

91 680 394

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, en met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Besluit 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

Besluit 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

467 789 059

451 191 279

441 782 084,74

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

 

Parlement

 

66 291 673

Raad

 

22 810 000

Commissie:

 

320 611 896

— Administratie

(192 400 000 )

 

— Onderzoek en technologische ontwikkeling

(21 391 090 )

 

— Onderzoek (acties onder contract)

(16 754 199 )

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

(3 279 000 )

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

(912 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

(5 498 000 )

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

(1 507 000 )

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

(2 555 000 )

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

(4 551 000 )

 

— Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

(547 469 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

(137 976 )

 

— Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

(146 248 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (CSJU)

(312 320 )

 

— Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

(391 712 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en levensmiddelen (Chafea ex-EAHC)

(353 002 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

(2 322 917 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel ex-Artemis & Eniac)

(204 606 )

 

— Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

(431 565 )

 

— Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

(1 092 570 )

 

— Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

(1 341 814 )

 

— Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

(6 005 983 )

 

— Europese Bankautoriteit (EBA)

(1 321 425 )

 

— Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

(2 832 434 )

 

— Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

(1 597 193 )

 

— Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

(868 713 )

 

— Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

(4 108 067 )

 

— Europees Milieuagentschap (EEA)

(1 350 362 )

 

— Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

(506 499 )

 

— Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

(2 777 875 )

 

— Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

(771 732 )

 

— Europees GNSS-Agentschap (GSA)

(1 190 253 )

 

— Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

(224 271 )

 

— Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

(358 766 )

 

— Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

(965 206 )

 

— Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

(3 070 394 )

 

— Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

(1 659 757 )

 

— Europees Geneesmiddelenbureau (EEA)

(4 849 544 )

 

— Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

(769 953 )

 

— Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

(2 522 179 )

 

— Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

(113 555 )

 

— Europese Stichting voor opleiding (ETF)

(977 277 )

 

— Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

(678 243 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

(4 588 265 )

 

— Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking en opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

(249 540 )

 

— Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

(420 919 )

 

— Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

(1 255 884 )

 

— Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO ex-HBIM)

(6 225 888 )

 

— Europees orgaan voor justitiële samenwerking (Eurojust)

(1 256 562 )

 

— Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme ex-EACI)

(2 236 814 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

(222 116 )

 

— Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA ex-TEN-T EA)

(1 330 516 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

(316 245 )

 

— Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

(3 624 030 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming Europese spoorwegen (Shift2Rail)

(104 054 )

 

— Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

(274 041 )

 

— Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

(1 301 965 )

 

— Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

(1 555 888 )

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

18 898 000

Europese Rekenkamer

 

7 835 000

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

5 567 163

Europees Comité van de Regio's

 

4 346 485

Europese Ombudsman

 

568 842

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

606 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

20 254 000

 

Totaal

467 789 059

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

135 112 882

141 960 601

139 503 802,84

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.

 

Europees Parlement

 

9 200 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

125 912 882

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

135 112 882

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

110 000

110 000

140 780,70

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.

 

Europees Parlement

 

10 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

100 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

110 000

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 2 0

Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

 

Commissie

 

40 984 006

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 2 1

Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Rechtsgronden

Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, en met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

233 347,32

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

248 477,63

 

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 003 880,82

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 485 705,77

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

82 700,30

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 568 406,07

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

355 336,67

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

21 940 574,30

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 824 024,93

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

26 764 599,23

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

27 119 935,90

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

50 050

200 866

418 909,02

836,98

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

25 000 000

37 644 922,58

 

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

40 000 000

40 000 000

6 514 023,32

16,29

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

52 901 263,24

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

40 050 050

65 200 866

97 479 118,16

243,39

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

85 697 278,42

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 198 932,68

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

92 896 211,10

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

32 852 083,87

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

28 774 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

137 828 061,16

 

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

185 923 296,01

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

356 632 215,04

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

692 678,16

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

300 977,50

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

993 655,66

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

5 000 000

2 504 524,47

50,09

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

5 000 000

2 504 524,47

50,09

 

Titel 5 — Totaal

45 050 050

70 200 866

579 194 066,40

1 285,67

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

233 347,32

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

248 477,63

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 0 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 003 880,82

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

82 700,30

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

355 336,67

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

21 940 574,30

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

4 824 024,93

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

50 050

200 866

418 909,02

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, gestort op of geïnd van de rekeningen van de instellingen.

 

Europees Parlement

 

50 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

50

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

50 050

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

37 644 922,58

Toelichting

Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

5 2 2

Rente op betaalde voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

40 000 000

40 000 000

6 514 023,32

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien wordt de rente hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement of teruggevorderd.

In de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

 

Commissie

 

40 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

52 901 263,24

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma's beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma's aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

85 697 278,42

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

7 198 932,68

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

32 852 083,87

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

28 774 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

137 828 061,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 7 4

Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

185 923 296,01

Toelichting

Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.

 

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

692 678,16

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

300 977,50

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 000 000

5 000 000

2 504 524,47

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

5 000 000

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 2

Europese Overeenkomst voor fusieontwikkeling (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

0 ,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

291 302 748,97

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

291 302 748,97

 

6 0 2

Andere programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

57 781 507,49

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

57 781 507,49

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan programma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

238 065 676,34

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

246 489,60

 

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

38 269 817,52

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

276 581 983,46

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

625 666 239,92

 
 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

35 732 929,25

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

35 732 929,25

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 845,93

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

46 067 434,95

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

420 116 068,08

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

607 450,06

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

466 790 953,09

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 356,64

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

3 356,64

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

502 533 084,91

 
 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

21 815,79

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 798 787,42

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

249 647,78

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

77 886 596,21

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

87 956 847,20

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

87 956 847,20

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

393 490 071 ,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 178 788,84

 

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

396 714,84

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

19 789 217,14

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

21 364 720,82

 

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

95 169 370 ,—

 

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma's voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

679 449 344,05

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 475 721,93

 

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

688 925 065,98

 

6 3 4

Bijdragen van de EU-trustfondsen

6 3 4 0

Bijdragen van de EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

15 011 561,40

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

15 011 561,40

 

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 6 3 5 — Totaal

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 213 960 789,20

 
 

HOOFDSTUK 6 4

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (Ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

     

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (Terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 4 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

25 000 000

     

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

25 000 000

     
 

Artikel 6 4 2 — Totaal

50 000 000

     
 

HOOFDSTUK 6 4 — TOTAAL

50 000 000

p.m.

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

p.m.

p.m.

12 003 509,60

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

35 407 317,64

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

47 410 827,24

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en –terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

582 274 072,88

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

3 492 703,59

5,82

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

585 766 776,47

976,28

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

585 766 776,47

976,28

 

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 593 690 104,14

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

118 371 446,59

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

815 080 221,22

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

2 527 141 771,95

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

329 084 729,99

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 752 186,37

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

337 836 916,36

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 864 978 688,31

 
 

Titel 6 — Totaal

110 000 000

60 000 000

5 928 273 253,25

5 389,34

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 4 —

BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en artikel 32 05 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 2

Europese Overeenkomst voor fusieontwikkeling (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten, voortvloeiende uit de multilaterale Europese Overeenkomst voor fusieontwikkeling (EFDA) tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied, die eind 2013 zijn afgelopen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en post 32 05 50 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

291 302 748,97

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij onderzoeksprogramma's van de Unie te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50, 32 05 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 (eigen werkzaamheden) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De associatie van Zwitserland met onderdelen van het kaderprogramma Horizon 2020, met het Euratom-programma 2014-2020 en met de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor 2014-2020 („Fusion for Energy”) liep tot en met 31 december 2016.

Ingevolge de ratificatie van het Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname van de Republiek Kroatië als overeenkomstsluitende partij na de toetreding tot de Europese Unie (PB L 31 van 4.2.2017, blz. 3) door de Zwitserse Bondsraad op 16 december 2016, blijft met ingang van 1 januari 2017 de overeenkomst over de associatie van Zwitserland met Horizon 2020 van toepassing en wordt deze uitgebreid ter dekking van Horizon 2020 in zijn geheel, het Euratom-programma 2014-2018 en de door Fusion for Energy uitgevoerde activiteiten.

Rechtsgronden

De Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en Oekraïne (PB L 49 van 19.2.1998, blz. 3) ondertekend op 14 juni 1994, trad in werking op 1 maart 1998 en blijft van toepassing voor de onderdelen die niet gedekt worden door de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds.

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een Protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en de Zwitserse Bondsstaat, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma's (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Unie ende Republiek Tunesië inzake over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”. (Overeenkomst nog niet ondertekend.

Besluit C(2016) 1360 van de Commissie van 9 maart 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en ondertekening van een overeenkomst over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 2119 van de Commissie van 14 april 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en ondertekening van een overeenkomst over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” (Overeenkomst ondertekend op 19 mei 2016 die na de goedkeuring door de Armeense wetgevende autoriteiten in werking zal treden).

Besluit C(2016) 3119 van de Commissie van 27 mei 2016 betreffende de goedkeuring van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Oekraïne ten einde Oekraïne te associëren met het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018).

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder afdeling III „Commissie”.

6 0 2

Andere programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

57 781 507,49

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan programma's van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

238 065 676,34

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse programma's van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van de Republiek Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit (EU) 2017/1388 van de Raad van 17 juli 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma's (PB L 195 van 27.7.2017, blz. 1).

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma's zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

246 489,60

Toelichting

Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 01, 14 02 51, 14 03 01 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), en met name artikel 5.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), en met name artikel 5.

6 0 3 3

Deelneming van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

38 269 817,52

Toelichting

Deze post is bedoeld om eventuele bijdragen van derde landen of organen aan activiteiten van de Unie te ontvangen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 732 929,25

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2016 zullen in 2018 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2018 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 27 400 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen van het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

5 845,93

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Commissie

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het EU-Solidariteitsfonds, ISPA, IPA, EVF, FEAD, EFMZV en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

46 067 434,95

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

420 116 068,08

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van de vooruitbetalingen in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), en met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

607 450,06

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), en met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

3 356,64

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

21 815,79

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

9 798 787,42

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale organen (derde partijen) waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

249 647,78

Toelichting

Besluit 2013/743/EU van de Raad bepaalt dat het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek overdracht van kennis en technologie moet bevorderen en aanvullende middelen moet genereren, o.a. door de exploitatie van de intellectuele eigendom.

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Artikelen 182 en 183 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 12 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

77 886 596,21

Toelichting

Ontvangsten van andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere Unie-instellingen of diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

393 490 071 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 1

Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 178 788,84

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van die overeenkomst.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Raad

 

p.m.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

396 714,84

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden geboekt bij de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), en met name artikel 9 van die overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2011/351/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting van een Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 37).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

19 789 217,14

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot opvoering van aanvullende kredieten onder artikel 18 03 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), en met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Besluit 2014/185/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 102 van 5.4.2014, blz. 1).

Besluit 2014/194/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Republiek IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 106 van 9.4.2014, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit 2014/301/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit 2014/344/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Besluit (EU) 2016/350 van de Raad van 25 februari 2016 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 61).

Besluit (EU) 2017/1249 van de Raad van 16 juni 2017 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 179 van 12.7.2017, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/657 van de Raad van 3 april 2017 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 94 van 7.4.2017, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, van de Commissie van 6 april 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 (COM(2016) 731 final).

6 3 2

Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

95 169 370 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) (COM(2011) 837 final).

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma's voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

679 449 344,05

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

9 475 721,93

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van de EU-trustfondsen

6 3 4 0

Bijdragen van de EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

15 011 561,40

Toelichting

Op deze post worden de beheersvergoedingen geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het EU-trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), en met name artikel 259.

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan het EFDO.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 4 —   BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (Ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Ontvangsten, waaronder dividenden, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002, Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (Terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Nieuwe post (voorheen post 6 3 4 1)

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor dezelfde financieringsinstrumenten, onverminderd lid 9 van artikel 140 van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Deze post wordt ook gebruikt voor het boeken van terugbetalingen die het gevolg zijn van een vermindering van de Uniebijdrage aan het instrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002, Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Ontvangsten, waaronder dividenden, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden in de begroting opgevoerd na aftrek van beheerskosten en vergoedingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002, Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden niet als interne bestemmingsontvangsten beschouwd, indien zulks in een basisbesluit is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002, Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiodes voor het jaar 2000

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

12 003 509,60

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL — afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds (CF) in verband met de programmeringsperiode voor het jaar 2000.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), en met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 407 317,64

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) — afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciale toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard), voor de programmeringsperiode 2000-2006, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO), gefinancierd uit het EOGFL — afdeling Garantie.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Visserijfonds (EVF) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) in verband met de programmeringsperiode 2007-2013.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds (CF), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) in verband met de programmeringsperiode 2014-2020.

De op dit artikel opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en –terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

582 274 072,88

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

p.m.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

60 000 000

60 000 000

3 492 703,59

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

 

Europees Parlement

 

p.m.

Commissie

 

60 000 000

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

60 000 000

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 593 690 104,14

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van deze verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De op deze post geboekte ontvangsten zijn geraamd op 1 343 900 000 EUR, inclusief 610 000 000 EUR die naar verwachting van 2017 naar 2018 wordt overgedragen overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2018 is rekening gehouden met een bedrag van 400 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en met het resterende bedrag van 943 900 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

118 371 446,59

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgeschaft.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 132 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2018 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

815 080 221,22

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk III, deel III van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van de afdeling III „Commissie”.

De superheffing voor melk werd voor het laatst geïnd en aangegeven door de lidstaten in het kader van de algemene begroting van de Unie voor 2016 naar aanleiding van de afschaffing van de melkquotaregeling in het kalenderjaar 2015. Alle op deze post geboekte ontvangsten zouden alleen worden benut voor mogelijke regularisaties van sommige dossiers, waarvoor geen voorafgaande ramingen mogelijk waren en zouden worden gebruikt voor de financieringsbehoeften voor maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

329 084 729,99

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Elfpo gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2018 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

8 752 186,37

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling (Elfpo) overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2018 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente met betrekking tot door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

5 000 000

5 000 000

24 228 921,70

484,58

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

1 144 194,77

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

5 000 000

5 000 000

25 373 116,47

507,46

7 0 1

Achterstandsrente met betrekking tot geldboeten en dwangsommen

10 000 000

15 000 000

52 134 205,13

521,34

7 0 2

Rente op deposito's in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

15 000 000

20 000 000

77 507 321,60

516,72

 

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

100 000 000

3 210 000 000

2 961 185 957,47

2 961,19

7 1 1

Aan een lidstaat opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

p.m.

p.m.

136 784 800 ,—

 

7 1 2

Geldboeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Unie

p.m.

p.m.

   

7 1 3

Geldboeten in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 9

Andere geldboeten en dwangsommen

7 1 9 0

Andere geldboeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

7 1 9 1

Andere geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

2 075,02

 
 

Artikel 7 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

2 075,02

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

3 210 000 000

3 097 972 832,49

3 097,97

 

Titel 7 — Totaal

115 000 000

3 230 000 000

3 175 480 154,09

2 761,29

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN EN DWANGSOMMEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN GELDBOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente met betrekking tot door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 000 000

5 000 000

24 228 921,70

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente. Indien het rentebedrag lager is dan 500 EUR wordt echter niet tot inning overgegaan.

Voor de btw-middelen en de bni-middelen moet alleen rente worden betaald aangaande vertragingen bij de boeking van in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde bedragen.

Voor de lidstaten van de economische en monetaire unie is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten.

Voor de lidstaten die niet aan de economische en monetaire unie deelnemen, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de centrale bank niet beschikbaar is, is de rentevoet gelijk aan de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

De totale stijging mag niet meer dan 16 procentpunten bedragen. De verhoogde rente geldt voor de gehele periode van de vertraging.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

5 000 000

 

Totaal

5 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), en met name artikel 12.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 144 194,77

Toelichting

Op deze post wordt achterstandsrente geboekt op vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

p.m.

Rechtsgronden

Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), en met name artikel 2, lid 5.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), en met name artikel 83.

7 0 1

Achterstandsrente met betrekking tot geldboeten en dwangsommen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

10 000 000

15 000 000

52 134 205,13

Toelichting

Onder dit artikel wordt de uitstaande rente geboekt op bijzondere bankrekeningen voor geldboeten en achterstandsrente in verband met geldboeten en dwangsommen, met inbegrip van door lidstaten te betalen dwangsommen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), en met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), en met name artikel 83.

7 0 2

Rente op deposito's in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel wordt de rente geboekt op deposito's in het kader van de economische governance van de Unie.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), en met name artikel 16.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden alle andere mogelijke rente-inkomsten geboekt die betrekking hebben op betalingsachterstand en die niet onder hoofdstuk 7 0 zijn opgenomen en die alleen in uitzonderlijke omstandigheden verschuldigd zijn, waardoor de oprichting van een specifiek begrotingsonderdeel niet gerechtvaardigd is.

 

Raad

 

p.m.

Commissie

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Total

p.m.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN EN DWANGSOMMEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

100 000 000

3 210 000 000

2 961 185 957,47

Toelichting

De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De geldboeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uiterlijk op de uiterste datum voor betaling moet de onderneming hetzij een voorlopige betaling ter beschikking stellen van de Commissie, hetzij een financiële garantie verstrekken die zowel de hoofdsom van de schuld als de rente of toeslagen dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), en met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1

Aan een lidstaat opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

136 784 800 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 260, lid 2.

7 1 2

Geldboeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Unie

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de mogelijke geldboeten geboekt die het gevolg zijn van door de Commissie getroffen maatregelen bij vaststelling van onregelmatigheden in het kader van de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

7 1 3

Geldboeten in het kader van de economische governance van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de geldboeten geboekt in het kader van de economische governance van de Unie.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), en met name artikel 16.

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 8).

7 1 9

Andere geldboeten en dwangsommen

7 1 9 0

Andere geldboeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 7 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

7 1 9 1

Andere geldboeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 075,02

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van artikel 7 1 0.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

35 170 433,24

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

35 170 433,24

 
 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

99,64

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

99,64

 

Titel 8 — Totaal

6 186 061

6 928 960

41 334 476,24

668,19

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

Besluit van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit C(2013) 3496 van de Commissie van 24 juni 2013 tot toekenning van een Euratom-lening ter ondersteuning van het programma van Oekraïne voor de verbetering van de veiligheid van kernreactoren.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 02 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 170 433,24

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op dit artikel worden de kapitaalaflossingen en de renteopbrengst geboekt van leningen en risicodragend kapitaal uit de kredieten in artikels 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van ontvangsten van afdeling III „Commissie” onder de concrete actie investeringspartners van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrondslag, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

8 2 8

Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 03 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III „Commissie” wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Viëtnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 07 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

25 001 000

25 001 000

17 230 760,67

68,92

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

25 001 000

25 001 000

17 230 760,67

68,92

 

Titel 9 — Totaal

25 001 000

25 001 000

17 230 760,67

68,92

 

TOTAAL-GENERAAL

144 680 980 690

126 770 711 153

144 716 765 816,23

100,02

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 001 000

25 001 000

17 230 760,67

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

 

Europees Parlement

 

1 000

Raad

 

p.m.

Commissie

 

25 000 000

Hof van Justitie van de Europese Unie

 

p.m.

Europese Rekenkamer

 

p.m.

Europees Economisch en Sociaal Comité

 

p.m.

Europees Comité van de Regio's

 

p.m.

Europese Ombudsman

 

p.m.

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

p.m.

Europese Dienst voor extern optreden

 

p.m.

 

Totaal

25 001 000

  • C. 
    PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN

Toegestane ambten

 

Instellingen

2018

2017 (14)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Europees Parlement

5 406

1 277

5 467

1 276

Europese Raad en Raad

2 996

35

2 991

36

Commissie:

23 250

421

23 335

421

Administratie

18 363

376

18 411

375

Onderzoek en technologische ontwikkeling

3 229

 

3 285

 

Bureau voor publicaties van de Europese Unie

570

 

595

 

Europees Bureau voor fraudebestrijding

298

44

304

45

Europees Bureau voor personeelsselectie

108

1

108

1

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

160

 

165

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

396

 

339

 

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

126

 

128

 

Hof van Justitie van de Europese Unie

1 539

524

1 541

522

Rekenkamer

708

145

712

141

Europees Economisch en Sociaal Comité

629

39

626

39

Comité van de Regio's

435

56

435

54

Europese Ombudsman

45

20

46

19

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

64

 

56

 

Europese Dienst voor extern optreden

1 594

1

1 610

1

Totaal

36 666

2 518

36 819

2 509

Toegestane ambten

 

Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

2018

2017 (15)

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Gedecentraliseerde organen

104

5 599

110

5 410

Europese gemeenschappelijke ondernemingen

51

271

52

270

Europees Instituut voor innovatie en technologie

 

44

 

41

Uitvoerende agentschappen

 

614

 

590

Totaal

155

6 528

162

6 311

  • D. 
    ONROERENDGOEDBEZIT
 

Instelling

Huurpanden

Onroerendgoedbezit (16)

Kredieten 2018 (17)

Kredieten 2017 (17)

Afdeling I

Europees Parlement

35 948 000

37 169 000

999 060 547

Afdeling II

Europese Raad en Raad

1 109 000

1 982 000

520 063 760

Afdeling III

Commissie:

   

1 480 205 748,39

 

— Zetels (Brussel en Luxemburg)

249 305 501

250 846 000

1 264 014 496,43

 

— Bureaus in de Unie

13 328 800

12 295 000

29 948 619,65

 

— Kantoren van het directoraat „Audits en analyses inzake gezondheid en voedsel” in Grange

2 285 000

2 285 000

14 676 312,03

 

— Delegaties van de Unie (18)

21 673 000

21 931 000

 

— Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (19)

1 368 529

1 376 014

171 566 320,28

 

— Bureau voor publicaties van de Europese Unie

9 115 000

6 727 000

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

5 201 000

5 109 000

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

2 864 000

2 852 000

 

— Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

3 713 000

3 661 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

5 863 000

5 760 000

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

1 827 000

1 827 000

Afdeling IV

Hof van Justitie van de Europese Unie

43 986 000

41 843 000

327 497 482,91  (20)

Afdeling V

Rekenkamer

175 000

175 000

73 926 466,50

Afdeling VI

Europees Economisch en Sociaal Comité

15 631 525

14 218 674

103 358 303

Afdeling VII

Comité van de Regio's

10 590 198

10 444 683

67 549 229

Afdeling VIII

Europese Ombudsman

1 050 000

1 000 000

Afdeling IX

Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

1 413 273

926 000

Afdeling X

Europese Dienst voor extern optreden

   

317 954 680,54  (21)

 

— hoofdzetel (Brussel)

18 524 000

18 372 000

 
 

— delegaties van de Unie

92 639 000  (22)

84 055 736  (22)

 
 

Totaal

536 609 826

524 855 107

3 889 616 217,34

 

Instelling

Plaats

Jaar van verwerving

Nettoboekwaarde (23)

Subtotalen

Totalen

Europees Parlement

Brussel

   

669 613 486

 

Grond

 

172 277 743

 
 

Paul-Henri Spaak

1993

19 185 116

 
 

Altiero Spinelli

1995

161 137 703

 
 

Willy Brandt

2007

63 420 810

 
 

József Antall

2008

92 274 964

 
 

Atrium

1999

18 462 295

 
 

Atrium II

2004

5 246 140

 
 

Montoyer 75

2006

15 161 692

 
 

Trier

2011

11 416 641

 
 

Eastman

2008

13 511 603

 
 

Cathedrale

2005

1 401 352

 
 

Wayenberg (Marie Haps)

2003

4 225 288

 
 

Remard

2010

9 950 167

 
 

Montoyer 70

2012

7 410 000

 
 

Wilfried Martens

2016

74 531 972

 
 

Straatsburg

Louise Weiss

1998

147 217 349

241 560 538

 

Churchill, de Madariaga, Pflimlin

2006

87 653 189

 
 

Václav Havel

2012

6 690 000

 
 

Luxemburg

Konrad Adenauer

2003

28 790 668

30 114 706

 

KAD Z

2010

1 324 038

 
 

Jean Monnet House (Bazoches)

1982

 

2 881 665

 

Bureaus in de Unie

Lissabon

1986

167 260

54 890 152

 

Athene

1991

1 908 697

 
 

Kopenhagen

2005

2 851 204

 
 

's-Gravenhage

2006

3 877 659

 
 

Valletta

2006

1 851 066

 
 

Nicosia

2006

2 326 307

 
 

Wenen

2008

21 174 200

 
 

Londen

2008

9 748 155

 
 

Boedapest

2010

2 927 304

 
 

Sofia

2013

8 058 300

 

Europese Raad en Raad

Brussel

   

520 063 760

 

Grond

 

73 297 651

 
 

Justus Lipsius

1995

63 967 765

 
 

Crèche

2006

8 265 715

 
 

Lex

2007

119 868 073

 
 

Europa

2016

254 664 556

 

Commissie

Brussel

   

1 169 071 591,97

 

Overijse

1997

568 652,00

 
 

Overijse

2015

9 515 753,00

 
 

Loi 130

1987

51 649 644,00

 
 

Breydel

1989

7 298 833,00

 
 

Haren

1993

4 840 176,36

 
 

Clovis

1995

6 674 876,50

 
 

Sint-Michielswarande 1

1997

14 289 019,67

 
 

Belliard 232 (24)

1997

15 056 713,75

 
 

Demot 24 (24)

1997

25 044 244,43

 
 

Breydel II

1997

29 107 111,79

 
 

Beaulieu 29/31/33

1998

25 737 249,33

 
 

Charlemagne

1997

84 750 756,75

 
 

Demot 28 (24)

1999

20 540 567,93

 
 

Jozef II 99 (24)

1998

14 169 644,39

 
 

Loi 86

1998

27 679 151,72

 
 

Luxemburg 46 (25)

1999

29 729 441,49

 
 

Montoyer 59 (24)

1998

14 434 665,29

 
 

Froissart 101 (24)

2000

15 864 575,92

 
 

VM 18 (24)

2000

13 720 653,39

 
 

Jozef II 70 (24)

2000

31 442 580,30

 
 

Loi 41 (24)

2000

51 016 100,18

 
 

SC 11 (24)

2000

16 864 848,22

 
 

Jozef II 30 (26)

2000

26 133 115,94

 
 

Jozef II 54 (24)

2001

31 630 208,30

 
 

Jozef II 79 (24)

2002

30 983 624,11

 
 

VM 2 (24)

2001

30 778 826,25

 
 

Palmerston

2002

5 499 456,15

 
 

SPA 3 (24)

2003

22 398 743,79

 
 

Berlaymont (24)

2004

304 517 003,29

 
 

CCAB (24)

2005

38 987 967,91

 
 

BU-25

2006

41 847 799,16

 
 

Cornet-Leman

2006

17 392 514,04

 
 

Madou

2006

93 407 468,15

 
 

WALI

2009

15 184 752,93

 
 

Houtweg

2014

314 852,54

 
 

Luxemburg

   

94 942 904,46

 

Euroforum (24)

2004

64 920 570,00

 
 

Foyer européen

2009

6 315 666,67

 
 

CPE V

2012

23 706 667,79

 
 

Bureaus in de Unie

   

29 948 619,65

 

Lissabon

1986

 
   

1993

84 316,14

 
 

Marseille

1991

3 677,10

 
   

1993

 
 

Milaan

1986

 
 

Kopenhagen

2005

2 835 370,83

 
 

Valletta

2007

1 912 726,18

 
 

Nicosia (Byron)

2006

2 326 306,81

 
 

's-Gravenhage

2006

3 770 385,01

 
 

Londen

2010

14 622 372,48

 
 

Boedapest

2010

4 393 465,10

 
 

Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

   

171 566 320,28

 

Ispra

 

90 964 001,89

 
 

Geel

 

32 604 516,87

 
 

Karlsruhe

 

38 666 565,30

 
 

Petten

 

9 331 236,22

 
 

Kantoren van het directoraat „Audits en analyses inzake gezondheid en voedsel” in Grange

   

14 676 312,03

 

Grange (Ierland) (27)

2002

14 676 312,03

 
 

Totaal Commissie

   

1 480 205 748,39

Hof van Justitie van de Europese Unie

Luxemburg

   

327 497 482,91

 

(Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C”

1994

7 368 456,75

 
 

Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de twee Torens en de Galerij)

2008

320 129 026,16

 

Rekenkamer

Luxemburg

   

73 926 466,50

 

Grond

1990

776 631,00

 
 

Luxemburg (K1)

1990

7 554 036,67

 
 

Luxemburg (K2)

2004

12 998 045,51

 
 

Luxemburg (K3)

2009

52 597 753,32

 

Europees Economisch en Sociaal Comité (24)

Brussel

   

103 358 303

 

Montoyer 92-102

2001

25 123 760

 
 

Belliard 99-101

2001

60 604 776

 
 

Belliard 68-72

2004

7 265 126

 
 

Trier 74

2005

6 519 205

 
 

Belliard 93

2005

3 845 436

 

Comité van de Regio's (24)

Brussel

   

67 549 229

 

Montoyer

2001

13 357 801

 
 

Belliard 101-103

2001

29 796 838

 
 

Belliard 68

2004

10 814 719

 
 

Trier 74

2004

9 747 653

 
 

Belliard 93

2005

3 832 218

 

Europese Dienst voor extern optreden

Dienst voor extern optreden

Hoofdzetel Brussel (28)

Delegaties van de Unie

2012

208 116 143,92

317 954 680,54  (29)

 

Tirana (Albanië)

2015

1 568 392,80

 
 

Buenos Aires (Argentinië)

1992

300 594,73

 
 

Canberra (Australië)

1983

 
   

1990

 
 

Cotonou (Benin)

1992

105 965,14

 
 

Gaborone (Botswana)

1982

50 866,95

 
   

1985

14 594,35

 
   

1986

5 912,85

 
   

1987

12 572,25

 
 

Brasilia (Brazilië)

1994

218 136,78

 
 

Ouagadougou (Burkina Faso)

1984

19 248,47

 
   

1997

637 820,64

 
 

Bujumbura (Burundi)

1982

36 584,40

 
   

1986

111 426,72

 
 

Phnom Pen (Cambodja)

2005

466 319,81

 
 

Ottawa (Canada)

1977

64 132,79

 
 

Praia (Kaapverdië)

1981

14 091,34

 
 

Praia (Kaapverdië)

2015

1 137 361,95

 
 

Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek)

1983

65 707,89

 
 

Ndjamena (Tsjaad)

1991

11 965,76

 
   

2009

361 840,50

 
 

Peking (China)

1995

1 902 194,88

 
 

Moroni (Comoren)

1988

18 232,81

 
 

Brazzaville (Congo)

1994

90 198,76

 
 

San José (Costa Rica)

1995

132 602,56

 
 

Abidjan (Ivoorkust)

1993

103 234,13

 
   

1994

57 174,83

 
 

Parijs (Frankrijk)

1990

1 236 105,57

 
 

Libreville (Gabon)

1996

194 334,98

 
 

Banjul (Gambia)

1989

22 778,48

 
 

Bissau (Guinee-Bissau)

1995

188 941,92

 
 

Port-au-Prince (Haïti)

2012

1 399 504,20

 
   

2014

5 338 865,77

 
 

Tokio (Japan)

2006

34 008 178,59

 
   

2011

43 117 859,38

 
 

Nairobi (Kenia)

2005

515 225,69

 
 

Maseru (Lesotho)

1985

30 467,06

 
   

1985

 
   

1990

33 605,58

 
   

2006

173 186,66

 
 

Lilongwe (Malawi)

1982

42 053,03

 
   

1988

 
   

1988

12 969,50

 
 

Mexico-stad (Mexico)

1995

1 018 838,21

 
 

Rabat (Marokko)

1987

62 541,23

 
 

Port Louis (Mauritius)

1988

18 232,81

 
 

Maputo (Mozambique)

2008

667 433,83

 
   

2008

2 634 880,47

 
 

Windhoek (Namibië)

1992

28 773,04

 
   

1992

32 962,55

 
   

1992

52 707,15

 
   

1993

64 919,42

 
 

Niamey (Niger)

1997

70 366,48

 
 

Abuja (Nigeria)

1992

207 993,09

 
   

2005

2 947 552,11

 
   

2012

3 304 383,33

 
 

Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)

1982

48 274,53

 
 

Kigali (Rwanda)

1980

112 548,18

 
   

1982

71 627,45

 
 

Dakar (Senegal)

1984

325 145,55

 
 

Honiara (Salomonseilanden)

1990

16 968,28

 
 

Pretoria (Zuid-Afrika)

1994

184 410,95

 
   

1994

153 601,18

 
   

1996

384 327,41

 
 

Mbabane (Swaziland)

1987

26 994,00

 
   

1988

13 497,00

 
 

Dar es Salaam (Tanzania)

2002

2 146 104,52

 
 

Kampala (Uganda)

1986

28 096,41

 
   

1986

 
   

1996

30 549,95

 
 

New York (Verenigde Staten van Amerika)

1987

253 001,13

 
 

Washington (Verenigde Staten van Amerika)

1997

859 937,62

 
 

Lusaka (Zambia)

1982

43 366,60

 
 

Harare (Zimbabwe)

1990

73 859,06

 
   

1994

133 392,58

 

Totaal-generaal

     

3 889 616 217,34

AFDELING I

EUROPEES PARLEMENT

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

1 950 687 373

Eigen inkomsten

  • – 
    163 965 399

Te ontvangen bijdrage

1 786 721 974

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

76 861 414

74 105 828

71 635 418 ,—

93,20

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

13 616 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

11 551 312

11 006 056

10 602 055 ,—

91,78

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

88 412 726

85 111 884

82 251 089 ,—

93,03

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

66 291 673

64 712 299

61 138 636 ,—

92,23

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

9 200 000

9 200 000

7 294 722 ,—

79,29

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

10 000

10 000

22 096 ,—

220,96

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

75 501 673

73 922 299

68 455 454 ,—

90,67

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 4 — Totaal

163 914 399

159 034 183

150 706 543 ,—

91,94

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

76 861 414

74 105 828

71 635 418 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

13 616 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

11 551 312

11 006 056

10 602 055 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

66 291 673

64 712 299

61 138 636 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

9 200 000

9 200 000

7 294 722 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

10 000

10 000

22 096 ,—

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 2 1

Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

589 ,—

 

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

188 858 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

189 447 ,—

 

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

189 447 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 859 618 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

129 706 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

2 989 324 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 989 324 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

50 000

200 000

23 473 ,—

46,95

 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50 000

200 000

23 473 ,—

46,95

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 958 708 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

583 648 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

5 542 356 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 874 703 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 298 878 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

7 173 581 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

217 498 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

217 498 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

50 000

200 000

16 135 679 ,—

32 271,36

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

VERHUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

589 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

188 858 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 0 1

Verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   VERHUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 859 618 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

129 706 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

50 000

200 000

23 473 ,—

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

4 958 708 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten van derden afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

583 648 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

3 874 703 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

3 298 878 ,—

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

217 498 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

14 477 581 ,—

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

14 477 581 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

14 477 581 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

14 477 581 ,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

14 477 581 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

1 000

1 000

2 061 711 ,—

206 171,10

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

1 000

1 000

2 061 711 ,—

206 171,10

 

Titel 9 — Totaal

1 000

1 000

2 061 711 ,—

206 171,10

 

TOTAAL-GENERAAL

163 965 399

159 235 183

183 381 514 ,—

111,84

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

1 000

1 000

2 061 711 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

211 876 000

210 660 500

203 367 218,93

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

667 614 000

650 213 700

625 820 199,74

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

145 978 333

137 040 500

125 551 150,81

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

18 648 150

17 539 500

14 441 489,62

 

Titel 1 — Totaal

1 044 116 483

1 015 454 200

969 180 059,10

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

227 352 000

255 137 000

251 599 696,59

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

179 543 500

170 034 500

154 150 447,36

Reserves (10 0)

 

p.m.

 
 

179 543 500

170 034 500

154 150 447,36

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

7 103 000

5 719 000

4 421 416,81

 

Titel 2 — Totaal

413 998 500

430 890 500

410 171 560,76

Reserves (10 0)

 

p.m.

 
 

413 998 500

430 890 500

410 171 560,76

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

36 693 000

32 827 000

33 038 897,66

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

131 498 390

108 238 000

106 676 345,04

 

Titel 3 — Totaal

168 191 390

141 065 000

139 715 242,70

4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

4 0

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

114 770 000

112 905 000

109 952 171 ,—

4 2

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

208 171 000

207 991 000

194 405 138,69

4 4

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

440 000

420 000

420 000 ,—

 

Titel 4 — Totaal

323 381 000

321 316 000

304 777 309,69

5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

1 000 000

864 300

0 ,—

10 3

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

p.m.

p.m.

0 ,—

10 4

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

p.m.

p.m.

0 ,—

10 5

VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

p.m.

p.m.

0 ,—

10 6

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

p.m.

p.m.

0 ,—

10 8

RESERVE VOOR EMAS

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

1 000 000

864 300

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

1 950 687 373

1 909 590 000

1 823 844 172,25

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

77 125 000

75 846 000

73 871 418,64

95,78

1 0 0 4

Normale reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

68 500 000

69 200 000

66 290 000 ,—

96,77

1 0 0 5

Overige reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

6 200 000

6 000 000

6 150 000 ,—

99,19

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

40 213 000

39 886 000

38 937 488 ,—

96,83

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

185 000

181 500

176 892,22

95,62

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

192 223 000

191 113 500

185 425 798,86

96,46

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

2 923 000

3 097 000

1 978 805,22

67,70

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

       

Niet-gesplitste kredieten

805 000

775 000

593 638,06

73,74

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

3 728 000

3 872 000

2 572 443,28

69,00

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

960 000

939 000

1 725 886,26

179,78

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

11 540 000

11 450 000

10 521 344,41

91,17

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

310 000

303 000

300 813,90

97,04

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

       

Niet-gesplitste kredieten

2 315 000

2 313 000

2 170 644,40

93,76

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

287,82

 
 

Artikel 1 0 3 — Totaal

14 165 000

14 066 000

12 993 090,53

91,73

1 0 5

Talen- en computercursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

670 000

650 000 ,—

81,25

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

211 876 000

210 660 500

203 367 218,93

95,98

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

662 850 000

645 973 700

621 577 766,68

93,77

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

134 000

135 000

60 000 ,—

44,78

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

3 430 000

2 950 000

3 425 000 ,—

99,85

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

666 414 000

649 058 700

625 062 766,68

93,79

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

1 200 000

1 155 000

757 433,06

63,12

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

1 200 000

1 155 000

757 433,06

63,12

 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

667 614 000

650 213 700

625 820 199,74

93,74

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties

       

Niet-gesplitste kredieten

48 941 000

44 392 000

41 021 126,59

83,82

1 4 0 1

Andere personeelsleden — Beveiliging

       

Niet-gesplitste kredieten

24 139 600

25 233 000

21 980 312,57

91,05

1 4 0 2

Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal

       

Niet-gesplitste kredieten

6 202 300

6 169 000

   

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

7 197 900

6 806 500

7 033 669,67

97,72

1 4 0 5

Uitgaven voor tolkendiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

50 801 533

46 244 000

48 598 750 ,—

95,66

1 4 0 6

Waarnemers

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 4 0 — Totaal

137 282 333

128 844 500

118 633 858,83

86,42

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 696 000

8 196 000

6 917 291,98

79,55

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

145 978 333

137 040 500

125 551 150,81

86,01

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

253 650

214 000

273 500 ,—

107,83

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

6 210 000

5 515 000

5 535 265,36

89,13

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

6 463 650

5 729 000

5 808 765,36

89,87

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

743 000

768 000

418 323,17

56,30

1 6 3 1

Mobiliteit

       

Niet-gesplitste kredieten

730 000

700 000

448 687,52

61,46

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

227 000

230 000

238 000 ,—

104,85

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

1 700 000

1 698 000

1 105 010,69

65,00

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 275 000

1 095 269,68

87,62

1 6 5 2

Exploitatie van restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

1 310 000

1 380 000

615 000 ,—

46,95

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

       

Niet-gesplitste kredieten

7 478 900

7 162 500

5 517 443,89

73,77

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

445 600

295 000

300 000 ,—

67,32

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

10 484 500

10 112 500

7 527 713,57

71,80

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

18 648 150

17 539 500

14 441 489,62

77,44

 

Titel 1 — Totaal

1 044 116 483

1 015 454 200

969 180 059,10

92,82

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen en vergoedingen

1 0 0 0

Bezoldigingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

77 125 000

75 846 000

73 871 418,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.

1 0 0 4

Normale reiskosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

68 500 000

69 200 000

66 290 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.

1 0 0 5

Overige reiskosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 200 000

6 000 000

6 150 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten, de kosten van reizen in het land van verkiezing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.

1 0 0 6

Algemene kostenvergoeding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 213 000

39 886 000

38 937 488 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 170 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.

1 0 0 7

Ambtsvergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

185 000

181 500

176 892,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

Besluit van het Bureau van 17 juni 2009.

1 0 1

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

1 0 1 0

Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 923 000

3 097 000

1 978 805,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.

Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij een officiële reis, als gevolg van ernstige ziekte, ongeval of onvoorziene omstandigheden waardoor voortzetting van de reis onmogelijk is. De bijstand omvat het organiseren van de repatriëring en het voor rekening nemen van de aan de repatriëring verbonden kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.

Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen tegen ziekten.

Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.

1 0 1 2

Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

805 000

775 000

593 638,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

960 000

939 000

1 725 886,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.

1 0 3

Pensioenen

1 0 3 0

Ouderdomspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 540 000

11 450 000

10 521 344,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage III bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 1

Invaliditeitspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

310 000

303 000

300 813,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage II bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 2

Overlevingspensioenen (KVL)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 315 000

2 313 000

2 170 644,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 75 en bijlage I bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 3 3

Vrijwillige pensioenregeling van de leden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

287,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76 en bijlage VII bij de KVL-regeling (regeling kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement).

1 0 5

Talen- en computercursussen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

800 000

670 000

650 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en computercursussen voor de leden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.

Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

662 850 000

645 973 700

621 577 766,68

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 350 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

134 000

135 000

60 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de rechtsgronden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 430 000

2 950 000

3 425 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van hun kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 200 000

1 155 000

757 433,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen:

 

aan ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

aan ambtenaren die op verlof geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instelling;

 

aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen van fracties, die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop (met uitzondering van de personen die vallen onder artikel 42 quater van het Statuut, die geen recht hebben op de aanpassingscoëfficiënt).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 42 quater en 50, alsmede bijlage IV, en artikel 48 bis van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van de Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden — Secretariaat-generaal en fracties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

48 941 000

44 392 000

41 021 126,59

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven, met uitzondering van de uitgaven voor de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat met beveiliging belast is en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling en de uitgaven voor de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan:

 

de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met inbegrip van arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, voor het grootste deel voor het communautaire stelsel, en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

het inschakelen van uitzendkrachten;

 

facturen ingediend door PMO ter dekking van de kosten voor personeel aangenomen om de administratieve dossiers van personeelsleden van het Europees Parlement te verwerken (met name werkloosheidstoelagen en pensioenrechten).

Een deel van dit krediet dient om personen met een handicap aan te werven als arbeidscontractanten, overeenkomstig het Besluit van het Bureau van 7 en 9 juli 2008.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 400 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV, titel V en titel VI).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 1

Andere personeelsleden — Beveiliging

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

24 139 600

25 233 000

21 980 312,57

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven voor de andere personeelsleden die werkzaam zijn in het directoraat-generaal dat verantwoordelijk is voor de beveiliging en die taken uitvoeren die verband houden met de beveiliging van personen en goederen, de informatiebeveiliging alsook met de risicobeoordeling:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

het inschakelen van tijdelijke krachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 2

Andere personeelsleden — Chauffeurs in het secretariaat-generaal

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 202 300

6 169 000

 

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de volgende uitgaven in verband met de andere personeelsleden die in het secretariaat-generaal de taken van chauffeur uitvoeren of die zorgen voor de coördinatie ervan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten en arbeidscontractanten voor hulptaken, met inbegrip van de toelagen en vergoedingen alsook de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

het inschakelen van tijdelijke krachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie (titel IV).

Algemene uitvoeringsbepalingen inzake vergelijkende onderzoeken en selectieprocedures, aanwerving en inschaling van ambtenaren en andere personeelsleden van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 17 oktober 2014).

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 197 900

6 806 500

7 033 669,67

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van de selectie, de aanwerving en het onthaal van de stagiairs;

 

emolumenten voor stagiairs (beurzen), met inbegrip van enerzijds eventuele kostwinnerstoelagen en anderzijds de kosten van een bijkomende arbeidsongeschiktheidsuitkering (tot 50 % van de beurs);

 

aan stagiairs uitbetaalde vergoedingen;

 

reiskosten voor stagiairs;

 

de kosten van ziektekosten- en ongevallenverzekeringen voor stagiairs;

 

de subsidie voor huishoudelijke uitgaven of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten in verband met door het Stagecomité georganiseerde evenementen, beperkt tot 2 000 EUR per jaar;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement, met inbegrip van vergoedingen en reiskosten;

 

de kosten van ongevallenverzekeringen voor gedetacheerde deskundigen;

 

de vergoeding van studiebezoeken;

 

de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (besluit van het Bureau van 7 maart 2005).

Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (besluit van het Bureau van 4 mei 2009).

Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2013).

1 4 0 5

Uitgaven voor tolkendiensten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 801 533

46 244 000

48 598 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vergoedingen en hiermee gelijkgestelde toelagen, sociale bijdragen en andere kosten van de contractuele conferentietolken die door het Europees Parlement worden aangeworven voor vergaderingen die het Europees Parlement voor zichzelf of andere instellingen of organen organiseert, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd;

 

de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden van het Europees Parlement kunnen worden geleverd;

 

de kosten in verband met de voor het Parlement verrichte diensten van tolken die werkzaam zijn bij andere regionale, nationale of internationale instellingen;

 

de kosten in verband met vertolkingsactiviteiten, in het bijzonder de voorbereiding op vergaderingen en de opleiding en selectie van tolken;

 

de aan de Commissie betaalde kosten voor het beheer van de betalingen aan de conferentietolken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 500 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en de financiële regeling voor de als hulpfunctionaris aangestelde conferentietolken (en de uitvoeringsbepalingen daarvan), vastgesteld op 28 juli 1999, zoals geannoteerd op 13 oktober 2004 en zoals herzien op 31 juli 2008.

1 4 0 6

Waarnemers

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 13 van het Reglement van orde van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

1 4 2

Externe vertalingsdiensten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 696 000

8 196 000

6 917 291,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, tekstredactie, typewerkzaamheden, codering en technische assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

253 650

214 000

273 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 210 000

5 515 000

5 535 265,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

743 000

768 000

418 323,17

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden;

 

andere institutionele of interinstitutionele maatregelen van sociale aard, gericht op de integratie van ambtenaren en ander personeel;

 

de financiering van redelijke maatregelen voor het bieden van ondersteuning aan of uitgaven voor medisch of sociaal onderzoek voor ambtenaren, ander personeel en stagiairs met een handicap of ambtenaren en ander personeel met een handicap tijdens de aanwervingsprocedure en stagiairs met een handicap tijdens de selectieprocedure, uit hoofde van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren, in het bijzonder individuele ondersteuning op de arbeidsplaats of tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 1 quinquies, artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 1

Mobiliteit

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

730 000

700 000

448 687,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

227 000

230 000

238 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 250 000

1 275 000

1 095 269,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Exploitatie van restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 310 000

1 380 000

615 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 800 000 EUR.

1 6 5 4

Voorzieningen voor kinderopvang

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 478 900

7 162 500

5 517 443,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de uitgaven voor organisatie en voor dienstverlening voor de interne voorzieningen voor kinderopvang, alsook voor de externe voorzieningen voor kinderopvang waarmee een contract is afgesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 250 000 EUR.

1 6 5 5

Bijdrage van het Europees Parlement voor geaccrediteerde type II-Europese scholen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

445 600

295 000

300 000 ,—

Toelichting

Tenuitvoerlegging van Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de raad van bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie van 14 oktober 2009, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie van 8 december 2010 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de raad van bestuur van de Europese scholen of de terugbetaling van de door de Commissie namens het Europees Parlement betaalde bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de raad van bestuur van de Europese scholen. Het dekt de kosten voor in een type II-Europese school ingeschreven kinderen van personeelsleden van het Europees Parlement die vallen onder het Personeelsstatuut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

35 948 000

37 169 000

32 913 005,98

91,56

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

13 000 000

p.m.

53 500 000 ,—

411,54

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

17 888 000

32 970 000

17 788 806,93

99,45

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

60 820 000

84 550 000

60 652 105,72

99,72

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

5 196 000

5 114 000

2 768 631,32

53,28

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

132 852 000

159 803 000

167 622 549,95

126,17

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

57 450 000

59 440 000

51 216 628,33

89,15

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

15 800 000

16 690 000

15 852 979,24

100,34

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

18 670 000

18 420 000

16 231 922,34

86,94

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 580 000

784 000

675 616,73

26,19

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

94 500 000

95 334 000

83 977 146,64

88,86

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

227 352 000

255 137 000

251 599 696,59

110,67

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

       

Niet-gesplitste kredieten

26 112 000

24 920 000

25 283 869,50

96,83

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

19 355 000

18 382 000

17 647 112,94

91,18

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

       

Niet-gesplitste kredieten

13 866 500

13 588 000

12 181 472,58

87,85

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

23 865 500

23 139 400

19 340 522,94

81,04

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

20 615 000

22 023 500

20 450 327,81

99,20

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

       

Niet-gesplitste kredieten

33 868 000

28 086 500

23 512 236,53

69,42

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

137 682 000

130 139 400

118 415 542,30

86,01

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

5 680 000

6 005 000

2 113 970,90

37,22

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

32 453 500

29 356 100

27 969 260,66

86,18

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 728 000

4 534 000

5 651 673,50

151,60

Reserves (10 0)

 

p.m.

   
 

3 728 000

4 534 000

5 651 673,50

 
 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

179 543 500

170 034 500

154 150 447,36

85,86

Reserves (10 0)

 

p.m.

   
 

179 543 500

170 034 500

154 150 447,36

 
 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 449 500

1 440 500

1 370 433,69

94,55

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

40 000

25 001 ,—

41,67

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 010 000

1 110 000

520 518,18

51,54

2 3 6

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

271 000

271 000

193 486,81

71,40

2 3 7

Verhuizingen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 490 000

1 434 000

1 167 643,97

46,89

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 560 000

1 161 000

1 039 958,96

66,66

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

262 500

262 500

104 374,20

39,76

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

7 103 000

5 719 000

4 421 416,81

62,25

 

Titel 2 — Totaal

413 998 500

430 890 500

410 171 560,76

99,08

Reserves (10 0)

 

p.m.

   
 

413 998 500

430 890 500

410 171 560,76

 

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.

Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 948 000

37 169 000

32 913 005,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.

Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

13 000 000

p.m.

53 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 888 000

32 970 000

17 788 806,93

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen (werkzaamheden, honoraria voor studies, eerste inrichting en uitrusting noodzakelijk voor ingebruikneming en alle hieraan gerelateerde kosten).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 820 000

84 550 000

60 652 105,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 600 000 EUR.

Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

2 0 0 8

Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 196 000

5 114 000

2 768 631,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:

 

het beheer en de behandeling van afval;

 

verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving enz.;

 

de technische bibliotheek;

 

assistentie bij het beheer (building helpdesk);

 

het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;

 

de overige uitgaven.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

57 450 000

59 440 000

51 216 628,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 800 000

16 690 000

15 852 979,24

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

18 670 000

18 420 000

16 231 922,34

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 104 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 580 000

784 000

675 616,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 112 000

24 920 000

25 283 869,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten die nodig zijn voor de goede werking van de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen in het bijzonder de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, het materiaal voor de afdelingen en het beheer van het netwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.

2 1 0 1

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met de infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 355 000

18 382 000

17 647 112,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer en het onderhoud van de infrastructuur in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen met name de infrastructuur in verband met de netwerken, de bekabeling, de telecommunicatie, de individuele uitrustingen en de stemsystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 67 000 EUR.

2 1 0 2

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten in verband met algemene ondersteuning van gebruikers

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

13 866 500

13 588 000

12 181 472,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot de bijstand en algemene ondersteuning van gebruikers in verband met de informatica- en telecommunicatiesystemen van het Europees Parlement. Deze uitgaven betreffen de ondersteunende diensten voor de leden en andere gebruikers, met name voor administratieve, wetgevende en communicatie-applicaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 0 3

Informatica en telecommunicatie — Terugkerende operationele activiteiten met betrekking tot het beheer van ICT-applicaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

23 865 500

23 139 400

19 340 522,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software en de daarmee verband houdende werkzaamheden, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor de terugkerende activiteiten met betrekking tot het beheer van de ict-applicaties van de instelling. Deze uitgaven betreffen met name de applicaties voor de leden, de communicatieapplicaties, alsook de administratieve en de wetgevingsapplicaties.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor de ICT-apparatuur die gezamenlijk gefinancierd wordt in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied, als gevolg van de besluiten van het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 32 000 EUR.

2 1 0 4

Informatica en telecommunicatie — Infrastructuurinvesteringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 615 000

22 023 500

20 450 327,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot de informatica- en telecommunicatie-infrastructuur van het Europees Parlement. De investeringen betreffen met name de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, de netwerken, de bekabeling, alsook de videoconferentiesystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.

2 1 0 5

Informatica en telecommunicatie — Projectinvesteringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

33 868 000

28 086 500

23 512 236,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop van de hardware en software, alsook ter dekking van de kosten van de service- en adviesbedrijven voor bijstand en voor investeringen met betrekking tot bestaande of nieuwe ICT-projecten. De investeringen betreffen met name toepassingen voor de leden, toepassingen op wetgevings-, administratief, financieel en communicatiegebied, alsook toepassingen met betrekking tot het beheer van de informatie- en communicatietechnologieën.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 680 000

6 005 000

2 113 970,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

32 453 500

29 356 100

27 969 260,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, beveiliging (inclusief software), kantines, gebouwen, opleiding van personeel, sportcentra van de instelling enz.;

 

apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen, alsmede de kosten van technische assistentie (consulting) voor dossiers waarvoor externe expertise nodig is.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 235 000 EUR.

2 1 6

Vervoer van leden, andere personen en goederen

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 1 6

3 728 000

4 534 000

5 651 673,50

Reserves (10 0)

 

p.m.

 

Totaal

3 728 000

4 534 000

5 651 673,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende typen, zoals hybride auto's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 449 500

1 440 500

1 370 433,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

40 000

25 001 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 010 000

1 110 000

520 518,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;

 

de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de Juridische Dienst;

 

de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;

 

de uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen;

 

het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van hoofdstuk 11 van titel III van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 6

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

271 000

271 000

193 486,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.

Het dient tevens ter financiering van postdiensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

2 3 7

Verhuizingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 490 000

1 434 000

1 167 643,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 560 000

1 161 000

1 039 958,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs, receptionisten, magazijnbedienden, verhuizers, alsmede voor het personeel van de diensten bezoekers en studiebijeenkomsten, van het Parlamentarium, de medische dienst, de veiligheidsdienst, de dienst onderhoud gebouwen en diverse technische diensten;

 

diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, met inbegrip van de aan PMO betaalde beheerkosten verbonden aan de statutaire pensioenen van voormalige leden, de kosten in verband met de veiligheidscheck van externe personeelsleden die in de ruimten of de systemen van het Europees Parlement werken, alsook de aankoop van goederen en diensten waarin niet specifiek wordt voorzien door een andere post;

 

diverse aankopen in verband met Eco-Management and Audit Scheme (EMAS) (voorlichtingscampagnes enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 9

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

262 500

262 500

104 374,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voortvloeiend uit EMAS-activiteiten gericht op het verbeteren van de milieuprestaties van het Europees Parlement, met inbegrip van voorlichting over die activiteiten, en uit de compensatieregeling voor CO2-emissies van het Europees Parlement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

29 673 000

25 370 000

26 050 083,46

87,79

3 0 2

Onthaal en representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 045 000

1 015 000

908 552,04

86,94

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 230 000

1 712 000

2 295 000 ,—

186,59

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen, conferenties en delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

2 515 000

2 570 000

1 745 262,16

69,39

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

       

Niet-gesplitste kredieten

2 230 000

2 160 000

2 040 000 ,—

91,48

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

5 975 000

6 442 000

6 080 262,16

101,76

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

36 693 000

32 827 000

33 038 897,66

90,04

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van expertise

       

Niet-gesplitste kredieten

8 200 350

9 211 500

6 461 534,48

78,80

3 2 1

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek en de historische archieven

       

Niet-gesplitste kredieten

7 603 800

8 314 000

7 273 588,77

95,66

3 2 2

Documentatie

       

Niet-gesplitste kredieten

2 231 500

2 044 000

1 953 971,90

87,56

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 230 000

1 175 000

667 638,48

54,28

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

830 000

4 500 000

4 771 838,68

574,92

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

4 307 640

3 650 000

3 948 122,74

91,65

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

25 410 000

10 580 000

16 286 376,98

64,09

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

8 400 000

5 742 500

5 748 049,54

68,43

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

       

Niet-gesplitste kredieten

32 491 000

30 845 000

29 213 247,67

89,91

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

       

Niet-gesplitste kredieten

3 649 100

4 466 000

4 958 082,37

135,87

3 2 4 6

Video- en multimediacommunicatie van het Europees Parlement

       

Niet-gesplitste kredieten

4 420 000

4 600 000

4 508 377,59

102,00

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000 000

7 470 000

4 923 830,38

82,06

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

17 920 000

14 490 000

15 019 157,40

83,81

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

       

Niet-gesplitste kredieten

205 000

250 000

111 423,44

54,35

 

Artikel 3 2 4 — Totaal

103 632 740

86 593 500

89 488 506,79

86,35

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

       

Niet-gesplitste kredieten

7 800 000

900 000

831 104,62

10,66

3 2 6

Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

131 498 390

108 238 000

106 676 345,04

81,12

 

Titel 3 — Totaal

168 191 390

141 065 000

139 715 242,70

83,07

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

29 673 000

25 370 000

26 050 083,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen, stagiairs en personeel van andere Europese of internationale instellingen dat door de instelling is uitgenodigd, tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De gedekte uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van kosten van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.

Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies als gevolg van dienstreizen en verplaatsingen van het personeel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 240 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal en representatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 045 000

1 015 000

908 552,04

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden in verband met de beoordeling van wetenschappelijke keuzen (Scientific and Technological Options Assessment (STOA)), alsook van de uitgaven voor representatie van de leden van de instelling;

 

de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;

 

de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;

 

de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;

 

diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten enz.;

 

reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;

 

kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen;

 

kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 0 4

Diverse uitgaven voor vergaderingen

3 0 4 0

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 230 000

1 712 000

2 295 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van het Europees Parlement of de in zijn gebouwen georganiseerde interinstitutionele vergaderingen worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 4 2

Vergaderingen, congressen, conferenties en delegaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 515 000

2 570 000

1 745 262,16

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van andere kosten dan die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 1 0 en artikel 3 0 0, in verband met:

 

het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend, van representatiekosten;

 

het organiseren van de interparlementaire delegaties, ad-hocdelegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, parlementaire delegaties naar de Wereldhandelsorganisatie (WTO), alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité;

 

het organiseren van de delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest, alsook van de organen van genoemde vergaderingen;

 

het organiseren van de Parlementaire Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan. Deze uitgaven omvatten de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;

 

de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie);

 

de terugbetaling aan de Commissie, op basis van een dienstenovereenkomst tussen het Europees Parlement en de Commissie, van het aandeel van het Europees Parlement in de kosten van het produceren van de laissez-passers van de EU (apparatuur, personeel en voorraden), overeenkomstig het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (artikel 6), artikel 23 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, artikelen 11 en 81 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie en Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez-passers (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 0 4 9

Werkingskosten van het reisbureau

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 230 000

2 160 000

2 040 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van expertise

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 200 350

9 211 500

6 461 534,48

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels of hoorzittingen met deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement, de parlementaire commissies en delegaties en de administratie;

 

verwerving of huur van gespecialiseerde informatiebronnen, zoals gespecialiseerde databanken, gerelateerde literatuur en technische ondersteuning, om in voorkomend geval de bovengenoemde expertiseovereenkomsten aan te vullen;

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties, studie- en werkgroepen en workshops;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 64 000 EUR.

3 2 1

Uitgaven voor de onderzoeksdienst voor de leden, met inbegrip van de bibliotheek en de historische archieven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 603 800

8 314 000

7 273 588,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de activiteiten van het directoraat-generaal Parlementaire Onderzoeksdiensten (DG EPRS), met name:

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise en ondersteuning voor de onderzoeksactiviteiten van het Europees Parlement (met inbegrip van artikelen, studies, workshops, seminars, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties), indien nodig in het kader van een partnerschap met andere instellingen, internationale organisaties, onderzoeksafdelingen en bibliotheken van nationale parlementen, thinktanks, onderzoeksinstanties en ander gekwalificeerde deskundigen;

 

de verwerving van gespecialiseerde expertise op het gebied van impactbeoordeling/evaluatie ex-ante en ex-post, van de Europese meerwaarde en van de evaluatie van wetenschappelijke en technische opties (Scientific and Technological Options Assessment, STOA);

 

de verwerving of huur van boeken, tijdschriften, kranten, databanken, producten van persagentschappen en elke andere informatiedrager voor de bibliotheek, in diverse vormen, inclusief kosten als gevolg van de auteursrechten, kwaliteitsbeheerssysteem, materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren en andere relevante diensten;

 

de kosten van de externe archiveringsdiensten (organisatie, selectie, beschrijving, omzetting op verschillende informatiedragers en in papierloze vorm, verwerving van primaire archiefbronnen);

 

de verwerving, de installatie, de exploitatie en het onderhoud van speciale bibliotheek- en archiveringsdocumentatie en speciaal mediatheekmateriaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of -systemen, alsmede materiaal in verband met het inbinden en conserveren;

 

de kosten van de verspreiding van de resultaten van het interne of externe parlementaire onderzoek en van andere relevante producten ten gunste van de instelling en het grote publiek (met name door middel van publicatie op internet, interne databanken, brochures en publicaties);

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en auteurs die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan de presentaties, seminars, workshops of andere, soortgelijke activiteiten die door DG EPRS worden georganiseerd;

 

de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen;

 

de verplichtingen van het Europees Parlement op grond van internationale en/of interinstitutionele samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de bijdrage van het Parlement aan de dekking van de kosten als gevolg van het beheer van de historische archieven van de Unie overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit goedgekeurd door het Bureau van 28 november 2001 over de regeling inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, laatstelijk gewijzigd op 22 juni 2011 (PB C 216 van 22.7.2011, blz. 19).

Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over de regels betreffende de archieven van het Europees Parlement, zoals geconsolideerd op 3 mei 2004.

Besluit van het Bureau van 10 maart 2014 over de regeling inzake de verwerking van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement.

3 2 2

Documentatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 231 500

2 044 000

1 953 971,90

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 2 3

Ondersteuning van de democratie en versterking van de capaciteit van de parlementen van derde landen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 230 000

1 175 000

667 638,48

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten als gevolg van de programma's inzake informatie-uitwisseling en samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen van de pretoetredingslanden, met name de Westelijke Balkan en Turkije;

 

de uitgaven voor het bevorderen van de (niet onder het vorige streepje bedoelde) betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. De activiteiten in kwestie hebben als doel de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, met name in de (zuidelijke en oostelijke) Europese buurlanden;

 

de uitgaven voor de bevordering van activiteiten ter ondersteuning van bemiddeling en van programma's ten gunste van jonge politieke leiders uit de Europese Unie en de Europese buurlanden in brede zin: Maghreb, Oost-Europa en Rusland, Israëlisch-Palestijnse dialoog en andere prioritaire landen volgens de besluiten van de coördinatiegroep democratieondersteuning en verkiezingen;

 

de kosten van de organisatie van de Sacharovprijs (met name het geldbedrag van de prijs, de kosten in verband met de verplaatsing en het onthaal van de laureaat of laureaten en andere finalisten, de werkingskosten van het Sacharovnetwerk en de dienstreizen van de leden van dit netwerk) en van de activiteiten ter bevordering van de mensenrechten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg, alsook bezoeken aan lidstaten en derde landen. Dit krediet dient ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 12 december 2011 tot oprichting van het directoraat Democratieondersteuning binnen het directoraat-generaal Extern Beleid van de Unie.

3 2 4

Productie en verspreiding

3 2 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

830 000

4 500 000

4 771 838,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

3 2 4 1

Digitale en traditionele publicaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 307 640

3 650 000

3 948 122,74

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;

 

de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 2 4 2

Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 410 000

10 580 000

16 286 376,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL) en de ontwikkeling van instrumenten of middelen om de toegang ertoe voor het publiek door middel van mobiele apparatuur te verruimen of te vergemakkelijken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

3 2 4 3

Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 400 000

5 742 500

5 748 049,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium — het bezoekerscentrum van het Europees Parlement in Brussel —, alsmede van installaties, tentoonstellingen en materiaal dat is aangepast of gekopieerd voor afzonderlijk gebruik buiten Brussel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

3 2 4 4

Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

32 491 000

30 845 000

29 213 247,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP) en de kosten van het functioneren van het Euroscola-, het Euromed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma. Het Euromed-Scola- en het Euronest-Scolaprogramma vinden ieder jaar beurtelings plaats in de gebouwen van het Europees Parlement in Straatsburg of Brussel, behalve tijdens verkiezingsjaren.

Dit krediet wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.

Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal 110 bezoekers.

Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 16 december 2002 betreffende de regeling voor de ontvangst van bezoekersgroepen en voor het Euroscola, Euromed-Scola- en Euronest-Scola-programma, geconsolideerd op 3 mei 2004, als laatstelijk gewijzigd op 24 oktober 2016.

3 2 4 5

Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 649 100

4 466 000

4 958 082,37

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of internationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;

 

de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;

 

ondersteunende maatregelen en instrumenten voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken of vertalers, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en de bevordering van het beroep van tolk of vertaler, met inbegrip van een subsidieprogramma voor universiteiten, scholen en andere instellingen die zich met tolken- en vertaalstudies bezighouden waarbij gebruik wordt gemaakt van virtuele communicatie, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking;

 

kosten in verband met de organisatie van colloquia en seminars met betrekking tot informatie- en communicatietechnologieën.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten, en de kosten voor de uitnodiging van journalisten bij deze werkzaamheden.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

3 2 4 6

Video- en multimediacommunicatie van het Europees Parlement

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 420 000

4 600 000

4 508 377,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de productie, distributie en huisvesting door het Europees Parlement van clips voor het web en ander uitzendklaar multimediamateriaal, in overeenstemming met de communicatiestrategie van de instelling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 2 4 7

Huis van de Europese geschiedenis

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 000 000

7 470 000

4 923 830,38

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de aanschaf van boeken, tijdschriften en andere publicaties die verband houden met de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het dient ook ter dekking van de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van het Huis van de Europese geschiedenis.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

3 2 4 8

Audiovisuele voorlichting

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 920 000

14 490 000

15 019 157,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma's, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma's, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

 

de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Parlement;

 

het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).

Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).

3 2 4 9

Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

205 000

250 000

111 423,44

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);

 

de financiering van samenwerkingsprogramma's en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van het Europees parlement en nationale parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.

Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. de kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD).

Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001).

3 2 5

Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 800 000

900 000

831 104,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement in de lidstaten:

 

communicatie en voorlichting (voorlichting en openbare evenementen; internet — productie, reclame, advies; seminars; audiovisuele producties);

 

algemene uitgaven en diverse incidentele uitgaven (kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, opslag, standaardpromotiemateriaal, databanken, abonnementen op persdiensten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

3 2 6

Europees wetenschaps- en mediaknooppunt

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

800 000

p.m.

 

Toelichting

Om een effectieve dialoog tussen leden van het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en journalisten te bevorderen — met name met betrekking tot huidige wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en vraagstukken — kan het Europees Parlement baat hebben bij een specifieke en betrouwbare structuur ter ondersteuning van discussie, opleiding en verspreiding van kennis op dit gebied. Hiertoe werd een „Europees wetenschaps- en mediaknooppunt” opgericht, en de werking ervan staat onder toezicht van het STOA-panel van het Europees Parlement.

De kredieten onder dit artikel, die dienen ter ondersteuning van de activiteiten op het raakvlak tussen het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en de media, moeten de kosten van het Europese wetenschaps- en mediaknooppunt dekken, met name om netwerkvorming, opleiding en kennisverspreiding te bevorderen, bijvoorbeeld door:

 

netwerken op het raakvlak tussen het Europees Parlement, de wetenschappelijke wereld en de media op te zetten en te onderhouden;

 

seminars, conferenties en opleidingscursussen over actuele wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en vraagstukken, en over de aard en de doeltreffendheid van wetenschapsjournalistiek te organiseren;

 

deskundige informatie en analyses van deskundigen uit de academische wereld, de media en andere bronnen op het gebied van wetenschap en technologie te benutten ten behoeve van beleidsmakers en burgers;

 

onderzoek van het Europees Parlement en ander relevant materiaal op het gebied van wetenschap en technologie op grotere schaal beschikbaar te stellen met schriftelijke, audiovisuele en andere middelen;

 

technieken en methodologieën te ontwikkelen om betrouwbare bronnen op het gebied van wetenschap en technologie beter te kunnen identificeren en verspreiden;

 

de installatie, modernisering en/of het gebruik van geavanceerde technische apparatuur en mediafaciliteiten te ondersteunen om een dergelijke dialoog in de hand te werken;

 

nauwere samenwerking en banden in het algemeen tussen het Europees Parlement, relevante media en universiteiten en onderzoekscentra op dit gebied te ontwikkelen, onder meer door de rol en het werk van het knooppunt in de media te promoten alsook de toegankelijkheid ervan voor de burgers te bevorderen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Paragraaf 30 van de resolutie van het Europees Parlement van 29 april 2015 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2016 (PB C 346 van 21.9.2016, blz. 188).

Paragraaf 54 van de resolutie van het Europees Parlement van 14 april 2016 over de raming van de inkomsten en uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2017 (Aangenomen teksten, P8_TA(2016) 132).

TITEL 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

       

Niet-gesplitste kredieten

63 000 000

62 000 000

61 000 000 ,—

96,83

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

       

Niet-gesplitste kredieten

32 447 000

31 905 000

30 575 015 ,—

94,23

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

19 323 000

19 000 000

18 377 156 ,—

95,11

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

114 770 000

112 905 000

109 952 171 ,—

95,80

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 2

Assistentie aan de leden

       

Niet-gesplitste kredieten

208 171 000

207 991 000

194 405 138,69

93,39

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

208 171 000

207 991 000

194 405 138,69

93,39

 

HOOFDSTUK 4 4

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

       

Niet-gesplitste kredieten

220 000

210 000

210 000 ,—

95,45

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

       

Niet-gesplitste kredieten

220 000

210 000

210 000 ,—

95,45

 

HOOFDSTUK 4 4 — TOTAAL

440 000

420 000

420 000 ,—

95,45

 

Titel 4 — Totaal

323 381 000

321 316 000

304 777 309,69

94,25

HOOFDSTUK 4 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

 

HOOFDSTUK 4 2 —

ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

 

HOOFDSTUK 4 4 —

VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

HOOFDSTUK 4 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

4 0 0

Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten van de fracties en de niet-fractiegebonden leden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

63 000 000

62 000 000

61 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

 

secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;

 

de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van het Bureau van 30 juni 2003 betreffende de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 400, als laatstelijk gewijzigd op 27 april 2015.

4 0 2

Financiering van de Europese politieke partijen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

32 447 000

31 905 000

30 575 015 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau. Goed bestuur en grondig toezicht op het gebruik van middelen moeten worden gewaarborgd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).

4 0 3

Financiering van Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 323 000

19 000 000

18 377 156 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau. Goed bestuur en grondig toezicht op het gebruik van middelen moeten worden gewaarborgd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 2 —   ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

4 2 2

Assistentie aan de leden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

208 171 000

207 991 000

194 405 138,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor personeel en dienstverleners die belast zijn met de parlementaire assistentie aan de leden, alsook de kosten verbonden aan derdebetalenden.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van dienstreizen en opleiding (externe cursussen) van geaccrediteerde parlementaire medewerkers.

Het dient tevens ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire assistentie, alsook de kosten voor de ondersteunende diensten voor het beheer van de parlementaire assistentie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 775 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.

Besluit van het Bureau van 14 april 2014 betreffende de maatregelen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 4 —   VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

4 4 0

Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

220 000

210 000

210 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

4 4 2

Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

220 000

210 000

210 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

TITEL 5

AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITE VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

HOOFDSTUK 5 0 —   UITGAVEN VAN DE AUTORITEIT VOOR EUROPESE POLITIEKE PARTIJEN EN EUROPESE POLITIEKE STICHTINGEN EN VAN HET COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE VOORAANSTAANDE PERSONEN

5 0 0

Operationele uitgaven voor de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen om het volledig en onafhankelijk functioneren daarvan te waarborgen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 6, leden 1 en 7.

5 0 1

Uitgaven in verband met het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het secretariaat en de financiering van het Comité van onafhankelijke vooraanstaande personen

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1141/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende het statuut en de financiering van Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 1), met name artikel 11, lid 2.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

1 000 000

864 300

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

1 000 000

864 300

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 10 3

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 4 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

1 000 000

864 300

0 ,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

1 950 687 373

1 909 590 000

1 823 844 172,25

93,50

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 3 —

RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

HOOFDSTUK 10 4 —

RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

HOOFDSTUK 10 5 —

VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

 

HOOFDSTUK 10 6 —

RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

HOOFDSTUK 10 8 —

RESERVE VOOR EMAS

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 000 000

864 300

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

HOOFDSTUK 10 3 —   RESERVE VOOR DE UITBREIDING

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.

HOOFDSTUK 10 4 —   RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.

HOOFDSTUK 10 5 —   VOORZIENINGEN VOOR ONROEREND GOED

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.

HOOFDSTUK 10 6 —   RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.

HOOFDSTUK 10 8 —   RESERVE VOOR EMAS

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.

PERSONEEL

Afdeling I — Europees Parlement

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Overige

Fracties

Overige

Fracties

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

13

1

7

13

1

7

AD 15

54

1

5

54

1

5

AD 14

213

2

7

36

214

2

7

36

AD 13

430

8

2

38

439

8

2

38

AD 12

327

13

60

294

13

60

AD 11

157

8

29

154

7

29

AD 10

253

8

30

213

7

25

AD 9

337

6

40

149

6

32

AD 8

341

8

38

446

7

40

AD 7

250

3

68

311

2

65

AD 6

161

9

50

181

8

46

AD 5

105

4

70

143

5

88

Subtotaal AD

2 641

10

70

471

2 611

10

66

471

AST 11

102

10

37

120

10

37

AST 10

80

19

35

82

20

35

AST 9

509

4

42

570

4

42

AST 8

314

10

39

288

6

39

AST 7

304

3

49

321

2

47

AST 6

310

4

74

304

6

73

AST 5

430

15

81

376

19

70

AST 4

313

4

85

354

3

90

AST 3

177

13

86

216

15

84

AST 2

21

56

38

53

AST 1

80

2

94

Subtotaal AST

2 560

10

72

664

2 671

10

75

664

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

70

50

AST/SC 1

134

134

Subtotaal AST/SC

204

184

Totaal

5 406  (30)

20  (31)

142  (32)

1 135

5 467  (30)

20  (31)

141  (32)

1 135

Totaal-generaal

6 683

6 743

AFDELING II

EUROPESE RAAD EN RAAD

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

572 894 377

Eigen inkomsten

–53 020 000

Te ontvangen bijdrage

519 874 377

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

26 645 000

26 381 000

23 763 814 ,—

89,19

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van leden van de instelling, ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

3 565 000

3 530 000

4 593 738 ,—

128,86

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

30 210 000

29 911 000

28 357 552 ,—

93,87

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

22 810 000

22 584 000

23 485 529 ,—

102,96

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

1 220 078 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

22 810 000

22 584 000

24 705 607 ,—

108,31

 

Titel 4 — Totaal

53 020 000

52 495 000

53 063 159 ,—

100,08

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

26 645 000

26 381 000

23 763 814 ,—

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van leden van de instelling, ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

3 565 000

3 530 000

4 593 738 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

22 810 000

22 584 000

23 485 529 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 220 078 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

16 629 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

16 629 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

16 629 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

p.m.

p.m.

1 240 386 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 240 386 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

2 664 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 664 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

965 419 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

158 304 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 123 723 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

17 448 493 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 678 282 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

19 126 775 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

703 283 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

703 283 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

22 213 460 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

16 629 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 240 386 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 664 ,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

965 419 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

158 304 ,—

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

17 448 493 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 678 282 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

703 283 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 178 789 ,—

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 178 789 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 178 789 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

1 178 789 ,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

6 3 1 1

Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 178 789 ,—

Toelichting

Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

904 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

904 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

904 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

53 020 000

52 495 000

76 456 312 ,—

144,20

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

904 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

1 346 000

1 322 000

971 453 ,—

1 1

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

328 800 000

315 446 000

294 763 750 ,—

1 2

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

13 040 000

14 149 000

12 364 849 ,—

1 3

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

9 973 000

9 407 000

8 556 633 ,—

 

Titel 1 — Totaal

353 159 000

340 324 000

316 656 685 ,—

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

56 360 377

57 789 000

73 241 358 ,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

47 873 000

48 449 000

43 713 062 ,—

2 2

OPERATIONELE UITGAVEN

114 002 000

113 014 000

85 323 021 ,—

 

Titel 2 — Totaal

218 235 377

219 252 000

202 277 441 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

1 500 000

2 000 000

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

1 500 000

2 000 000

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

572 894 377

561 576 000

518 934 126 ,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

       

Niet-gesplitste kredieten

342 000

335 000

319 196 ,—

93,33

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

70 000

68 000

64 896 ,—

92,71

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

8 531 ,—

85,31

1 0 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

14 000

14 000

12 461 ,—

89,01

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

675 000

675 000

429 818 ,—

63,68

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

     
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

1 161 000

1 102 000

834 902 ,—

71,91

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Tijdelijke toelage

       

Niet-gesplitste kredieten

185 000

170 000

136 551 ,—

73,81

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

185 000

170 000

136 551 ,—

73,81

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

50 000

0 ,—

 
 

Artikel 1 0 2 — Totaal

p.m.

50 000

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

1 346 000

1 322 000

971 453 ,—

72,17

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

246 398 000

236 814 000

223 030 383 ,—

90,52

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 920 000

1 850 000

1 322 671 ,—

68,89

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

62 300 000

59 571 000

57 356 078 ,—

92,06

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

10 100 000

9 452 000

9 339 564 ,—

92,47

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

       

Niet-gesplitste kredieten

52 000

50 000

142 502 ,—

274,04

1 1 0 5

Overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

1 450 000

1 500 000

1 110 425 ,—

76,58

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 400 000

2 600 000

1 904 300 ,—

79,35

1 1 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 128 000

     
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

327 748 000

311 837 000

294 205 923 ,—

89,77

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

       

Niet-gesplitste kredieten

362 000

171 000

54 169 ,—

14,96

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

       

Niet-gesplitste kredieten

690 000

665 000

503 658 ,—

72,99

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

1 052 000

836 000

557 827 ,—

53,03

1 1 2

Voorziening

1 1 2 0

Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

2 767 000

0 ,—

 

1 1 2 1

Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

6 000

0 ,—

 
 

Artikel 1 1 2 — Totaal

p.m.

2 773 000

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

328 800 000

315 446 000

294 763 750 ,—

89,65

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

10 565 000

9 706 000

9 283 499 ,—

87,87

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

993 000

973 000

743 968 ,—

74,92

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

680 000

670 000

583 054 ,—

85,74

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

498 000

2 498 000

1 678 745 ,—

337,10

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

75 583 ,—

37,79

1 2 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

104 000

     
 

Artikel 1 2 0 — Totaal

13 040 000

14 047 000

12 364 849 ,—

94,82

1 2 2

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

102 000

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

13 040 000

14 149 000

12 364 849 ,—

94,82

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

192 000

181 000

172 215 ,—

89,70

1 3 0 1

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

2 028 000

1 992 000

1 955 930 ,—

96,45

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 220 000

2 173 000

2 128 145 ,—

95,86

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

0 ,—

0

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

117 000

117 000

116 650 ,—

99,70

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

210 000

167 512 ,—

79,77

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

66 000

66 000

65 600 ,—

99,39

 

Artikel 1 3 1 — Totaal

423 000

423 000

349 762 ,—

82,69

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

505 000

498 000

404 075 ,—

80,01

1 3 2 1

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 895 000

2 683 000

2 366 000 ,—

81,73

 

Artikel 1 3 2 — Totaal

3 400 000

3 181 000

2 770 075 ,—

81,47

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

3 130 000

2 980 000

2 579 923 ,—

82,43

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

650 000

728 728 ,—

91,09

 

Artikel 1 3 3 — Totaal

3 930 000

3 630 000

3 308 651 ,—

84,19

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

9 973 000

9 407 000

8 556 633 ,—

85,80

 

Titel 1 — Totaal

353 159 000

340 324 000

316 656 685 ,—

89,66

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salaris en andere rechten

1 0 0 0

Basissalaris

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

342 000

335 000

319 196 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 1

Aan het ambt verbonden rechten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

70 000

68 000

64 896 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de voorzitter van de Europese Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 2

Rechten in verband met de persoonlijke situatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000

10 000

8 531 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 000

14 000

12 461 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 4

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

675 000

675 000

429 818 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad;

 

representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling;

 

tijdelijke uitgaven in verband met de voorbereiding op het aantreden of aftreden van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 6

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de voorzitter van de Europese Raad in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 0 1

Beëindiging van de dienst

1 0 1 0

Tijdelijke toelage

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

185 000

170 000

136 551 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke toelage van de voorzitter van de Europese Raad;

 

de overlevingspensioenen (overlevende echtgenoten en wezen) van de voormalige voorzitter van de Europese Raad;

 

de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Voorziening

1 0 2 0

Voorziening voor gewijzigde rechten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

50 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 1 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.

Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 5,0 % toegepast om rekening te houden met de onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten.

1 1 0

Salaris en andere rechten

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

246 398 000

236 814 000

223 030 383 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 920 000

1 850 000

1 322 671 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal/de voorzitter van de Europese Raad).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

62 300 000

59 571 000

57 356 078 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 100 000

9 452 000

9 339 564 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

52 000

50 000

142 502 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 5

Overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 450 000

1 500 000

1 110 425 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 6

Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 400 000

2 600 000

1 904 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 128 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 1

Beëindiging van de dienst

1 1 1 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

362 000

171 000

54 169 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 1 1

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).

1 1 1 2

Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

690 000

665 000

503 658 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

 

de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten of de wezen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

 

de bedragen die voortvloeien uit de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 1 2

Voorziening

1 1 2 0

Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

2 767 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

1 1 2 1

Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

6 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 2 —   ANDERE PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 2 0

Andere personeelsleden en externe dienstverlening

1 2 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 565 000

9 706 000

9 283 499 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

993 000

973 000

743 968 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2003/479/EG (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

Besluit (EU) 2015/1027 van de Raad van 23 juni 2015 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd en tot intrekking van Besluit 2007/829/ (PB L 163 van 30.6.2015, blz. 40).

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

680 000

670 000

583 054 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

498 000

2 498 000

1 678 745 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg;

 

veiligheidsmachtigingen in verband met personeel;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

200 000

75 583 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen. Dit krediet dient tevens ter dekking van de ontwikkelingsprojecten van de Raad op vertaalgebied.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 7

Jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

104 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de bezoldigingen van de andere personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 2

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

102 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele actualiseringen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende rubrieken van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Diverse uitgaven voor aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

192 000

181 000

172 215 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen;

 

de kosten in verband met de werkzaamheden van jury's, en met name de kosten van gespecialiseerde toetsen ter evaluatie van de bekwaamheid van de kandidaten; in gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken;

 

de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten;

 

andere kosten in verband met aanwerving en mobiliteit, zoals adviesdiensten en publicatie van vacatures.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 028 000

1 992 000

1 955 930 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 3 1

Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

1 3 1 0

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

30 000

30 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geschat op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 3 1 1

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

117 000

117 000

116 650 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 1 2

Aanvullende steun voor gehandicapten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

210 000

210 000

167 512 ,—

Toelichting

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 1 3

Overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

66 000

66 000

65 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 3 2 0

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

505 000

498 000

404 075 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad;

 

operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur;

 

uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek);

 

uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst;

 

uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

1 3 2 1

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

1 3 2 2

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 895 000

2 683 000

2 366 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen;

 

de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 957 000 EUR.

1 3 3

Dienstreizen

1 3 3 1

Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 130 000

2 980 000

2 579 923 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van het personeel van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 3 2

Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

800 000

650 000

728 728 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van leden van het kabinet en andere personeelsleden verbonden aan de voorzitter van de Europese Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 3 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Raad aan door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie namens de Raad, op basis van de met de Commissie ondertekende dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de Raad die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie van 8 december 2010 (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 109 000

1 982 000

17 759 045 ,—

1 601,36

2 0 0 1

Erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

11 005 000 ,—

 

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

8 855 377

10 618 000

7 338 868 ,—

82,87

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 547 000

2 830 000

904 859 ,—

35,53

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

690 000

711 000

519 100 ,—

75,23

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

13 201 377

16 141 000

37 526 872 ,—

284,26

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

19 080 000

19 057 000

15 356 378 ,—

80,48

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

4 766 000

4 974 000

3 706 814 ,—

77,78

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

18 493 000

16 815 000

15 925 700 ,—

86,12

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

270 000

191 000

319 141 ,—

118,20

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

550 000

611 000

406 453 ,—

73,90

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

43 159 000

41 648 000

35 714 486 ,—

82,75

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

56 360 377

57 789 000

73 241 358 ,—

129,95

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

10 716 000

12 262 000

13 500 520 ,—

125,98

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

21 798 000

21 850 000

18 355 019 ,—

84,21

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

7 196 000

7 156 000

5 213 407 ,—

72,45

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 590 000

1 532 000

1 649 691 ,—

103,75

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

41 300 000

42 800 000

38 718 637 ,—

93,75

2 1 1

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

733 000

942 000

666 719 ,—

90,96

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

2 494 000

2 650 000

2 636 755 ,—

105,72

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

312 000

78 000

229 427 ,—

73,53

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

1 538 000

931 000

620 714 ,—

40,36

 

Artikel 2 1 2 — Totaal

4 344 000

3 659 000

3 486 896 ,—

80,27

2 1 3

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

1 496 000

1 048 000

840 810 ,—

56,20

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

47 873 000

48 449 000

43 713 062 ,—

91,31

 

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

17 802 000

17 802 000

16 609 174 ,—

93,30

2 2 0 1

Diverse reiskosten

       

Niet-gesplitste kredieten

470 000

470 000

390 943 ,—

83,18

2 2 0 2

Kosten van vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

79 316 000

79 816 000

57 587 693 ,—

72,61

2 2 0 3

Representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

175 000

150 000

157 763 ,—

90,15

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 040 000

4 174 000

2 943 355 ,—

72,86

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

260 000

190 000

75 834 ,—

29,17

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

102 063 000

102 602 000

77 764 762 ,—

76,19

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

3 770 000

2 000 000

1 652 329 ,—

43,83

2 2 1 1

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

1 777 000

3 500 000

2 243 250 ,—

126,24

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

220 000

250 000

206 002 ,—

93,64

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 385 000

2 535 000

2 378 741 ,—

54,25

 

Artikel 2 2 1 — Totaal

10 152 000

8 285 000

6 480 322 ,—

63,83

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

358 000

408 000

380 999 ,—

106,42

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

80 000

51 000 ,—

85,00

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

45 000

11 500 ,—

19,17

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

18 000

80 000

24 372 ,—

135,40

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

5 515 ,—

55,15

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 000 000

1 250 000

541 903 ,—

54,19

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

281 000

254 000

62 648 ,—

22,29

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

1 787 000

2 127 000

1 077 937 ,—

60,32

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

114 002 000

113 014 000

85 323 021 ,—

74,84

 

Titel 2 — Totaal

218 235 377

219 252 000

202 277 441 ,—

92,69

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 109 000

1 982 000

17 759 045 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:

 

dienstruimten te Brussel;

 

dienstruimten te Luxemburg (Kirchberg).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.

2 0 0 1

Erfpacht

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

11 005 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 855 377

10 618 000

7 338 868 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:

 

inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 4

Beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 547 000

2 830 000

904 859 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 5

Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

690 000

711 000

519 100 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 080 000

19 057 000

15 356 378 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaken van kantoorruimten;

 

diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties);

 

onderhoud van tuinen en planten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 766 000

4 974 000

3 706 814 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

18 493 000

16 815 000

15 925 700 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

270 000

191 000

319 141 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

550 000

611 000

406 453 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzerings- en informatieborden, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aanschaf van hardware en software

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 716 000

12 262 000

13 500 520 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

21 798 000

21 850 000

18 355 019 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 196 000

7 156 000

5 213 407 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 590 000

1 532 000

1 649 691 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

733 000

942 000

666 719 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd;

 

de huur van meubilair;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Technisch materieel en technische installaties

2 1 2 0

Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 494 000

2 650 000

2 636 755 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, de veiligheid, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 1

Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

312 000

78 000

229 427 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2 2

Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 538 000

931 000

620 714 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 3

Vervoer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 496 000

1 048 000

840 810 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark;

 

de huur van auto's;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.);

 

de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het Secretariaat-Generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Vergaderingen en conferenties

2 2 0 0

Reiskosten van de delegaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 802 000

17 802 000

16 609 174 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten overeenkomstig Besluit nr. 30/2013 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 30/2013 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de lidstaten.

2 2 0 1

Diverse reiskosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

470 000

470 000

390 943 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

2 2 0 2

Kosten van vertolking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

79 316 000

79 816 000

57 587 693 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vertolkingskosten overeenkomstig Besluiten nr. 111/2007 en nr. 3/17 van de secretaris-generaal van de Raad.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

Besluit nr. 3/17 van de secretaris-generaal van de Raad betreffende het regelgevings- en begrotingskader voor de financiering van vertolking wanneer die niet door SCIC wordt verstrekt.

2 2 0 3

Representatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

175 000

150 000

157 763 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling op het gebied van representatie en diverse uitgaven met uitzondering van de catering.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 4

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 040 000

4 174 000

2 943 355 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot de verbintenissen van de instelling op het gebied van catering (bijv. maaltijden, dranken, snacks), met inbegrip van goederen en diensten die verband kunnen houden met de cateringovereenkomsten (bijv. wasserijdiensten, aankoop van tafellinnen en kleine aankopen).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 5

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

260 000

190 000

75 834 ,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 770 000

2 000 000

1 652 329 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

 

toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

 

verbetering van informatie- en kennisbeheer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 1

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 777 000

3 500 000

2 243 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

220 000

250 000

206 002 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 385 000

2 535 000

2 378 741 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.);

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten;

 

de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

358 000

408 000

380 999 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

80 000

51 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

45 000

11 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

18 000

80 000

24 372 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000

10 000

5 515 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 000 000

1 250 000

541 903 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van de rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat, worden vastgesteld;

 

door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen,

 

de kosten voor effectbeoordelingen die noodzakelijk zijn voor het wetgevingsproces en die worden uitbesteed aan externe dienstverleners.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

281 000

254 000

62 648 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3;

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21 van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

1 500 000

2 000 000

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

1 500 000

2 000 000

0 ,—

0

 

Titel 10 — Totaal

1 500 000

2 000 000

0 ,—

0

 

TOTAAL-GENERAAL

572 894 377

561 576 000

518 934 126 ,—

90,58

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 500 000

2 000 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling II — Europese Raad en Raad

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Voorzitter van de Europese Raad

Overige

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

8

1

8

1

AD 15

33  (33)

1

33  (33)

1

AD 14

127  (34)

2

1

127  (34)

2

1

AD 13

133

3

128

3

AD 12

180

2

172

2

1

AD 11

84

1

1

80

1

1

AD 10

125

5

105

5

AD 9

203

1

173

1

AD 8

190

200

AD 7

144

1

148

1

AD 6

136

3

145

3

AD 5

72

92

Subtotaal AD

1 435

20

2

1 411

20

3

AST 11

34

30

AST 10

32

28

AST 9

166

2

147

2

AST 8

179

1

184

1

AST 7

134

160

AST 6

159

3

161

3

AST 5

253

3

235

3

AST 4

226

1

236

1

AST 3

167

2

178

2

AST 2

18

1

57

1

AST 1

12

8

Subtotaal AST

1 380

13

1 424

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

15

15

AST/SC 2

25

15

AST/SC 1

140

125

Subtotaal AST/SC

180

155

Totaal

2 996

33

2

2 991

33

3

Totaal-generaal

3 031

3 027

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

632 519 144

600 439 327

583 011 183,72

92,17

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

70 140,77

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

60 888 266

57 405 978

56 700 581,94

93,12

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

693 407 410

657 845 305

639 781 906,43

92,27

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

320 611 896

308 270 359

302 457 302,60

94,34

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

125 912 882

132 760 601

129 256 312,80

102,66

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

100 000

100 000

112 100,91

112,10

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

446 624 778

441 130 960

431 825 716,31

96,69

 

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

98,43

 

HOOFDSTUK 4 2 — TOTAAL

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

98,43

 

Titel 4 — Totaal

1 181 016 194

1 138 640 638

1 111 949 677,05

94,15

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

632 519 144

600 439 327

583 011 183,72

Toelichting

Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

De geraamde ontvangsten omvatten ook de bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

70 140,77

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

60 888 266

57 405 978

56 700 581,94

Toelichting

Onder dit artikel wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

320 611 896

308 270 359

302 457 302,60

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

125 912 882

132 760 601

129 256 312,80

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

100 000

100 000

112 100,91

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 —   OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

40 984 006

39 664 373

40 342 054,31

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

57 204,24

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 661 ,—

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

800 454,53

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

868 319,77

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

40 995,30

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

909 315,07

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

355 336,67

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

14 081 131,55

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 372 911 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

16 454 042,55

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

16 809 379,22

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

337 758,48

 

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

25 000 000

37 644 922,58

 

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

40 000 000

40 000 000

6 514 023,32

16,29

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

52 901 263,24

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

40 000 000

65 000 000

97 397 967,62

243,49

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

51 825 514,76

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 535 042,59

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

53 360 557,35

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

6 686 727,41

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

131 791 097,48

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

138 477 824,89

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 437,88

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 437,88

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

5 000 000

5 000 000

2 287 368,36

45,75

 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

5 000 000

5 000 000

2 287 368,36

45,75

 

Titel 5 — Totaal

45 000 000

70 000 000

309 244 850,39

687,21

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

57 204,24

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

10 661 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

800 454,53

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

40 995,30

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

355 336,67

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

14 081 131,55

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 372 911 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

337 758,48

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instellingen.

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

37 644 922,58

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

40 000 000

40 000 000

6 514 023,32

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

De rente op uit de begroting betaalde voorfinanciering is niet verschuldigd aan de Unie tenzij anders is bepaald in de delegatieovereenkomsten, met uitzondering van die overeenkomsten die zijn gesloten met derde landen of de door hen aangewezen organen. In gevallen waarin dat is voorzien, wordt de rente ofwel hergebruikt voor de corresponderende actie, ofwel in mindering gebracht op het bedrag van betalingsverzoeken overeenkomstig artikel 23, lid 1, eerste alinea, onder c), van het Financieel Reglement ofwel teruggevorderd.

In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 8, lid 4, en artikel 21, lid 3, onder d).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

52 901 263,24

Toelichting

Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma's beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma's van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

51 825 514,76

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 535 042,59

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

6 686 727,41

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

131 791 097,48

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 437,88

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 000 000

5 000 000

2 287 368,36

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 2

European Fusion Development Agreement (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

0 ,—

 

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

291 302 748,97

 

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 0 1 — Totaal

p.m.

p.m.

291 302 748,97

 

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

57 781 507,49

 
 

Artikel 6 0 2 — Totaal

p.m.

p.m.

57 781 507,49

 

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

238 065 676,34

 

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

246 489,60

 

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

38 269 817,52

 
 

Artikel 6 0 3 — Totaal

p.m.

p.m.

276 581 983,46

 
 

HOOFDSTUK 6 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

625 666 239,92

 
 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

35 732 929,25

 

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

35 732 929,25

 

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 845,93

 

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

46 067 434,95

 

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

420 116 068,08

 

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

607 450,06

 
 

Artikel 6 1 5 — Totaal

p.m.

p.m.

466 790 953,09

 

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 7 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 356,64

 
 

Artikel 6 1 8 — Totaal

p.m.

p.m.

3 356,64

 

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

502 533 084,91

 
 

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

21 815,79

 

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 798 787,42

 

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

249 647,78

 

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

77 886 596,21

 
 

Artikel 6 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

87 956 847,20

 

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

87 956 847,20

 
 

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

393 490 071 ,—

 

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

396 714,84

 

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

19 789 217,14

 
 

Artikel 6 3 1 — Totaal

p.m.

p.m.

20 185 931,98

 

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

95 169 370 ,—

 

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma's voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

679 449 344,05

 

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 475 721,93

 

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 3 3 — Totaal

p.m.

p.m.

688 925 065,98

 

6 3 4

Bijdragen van EU-trustfondsen — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

15 011 561,40

 
 

Artikel 6 3 4 — Totaal

p.m.

p.m.

15 011 561,40

 

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 6 3 5 — Totaal

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 6 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 212 782 000,36

 
 

HOOFDSTUK 6 4

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

     

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 4 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder specifieke bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

25 000 000

     

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

25 000 000

     
 

Artikel 6 4 2 — Totaal

50 000 000

     
 

HOOFDSTUK 6 4 — TOTAAL

50 000 000

p.m.

0 ,—

0

 

HOOFDSTUK 6 5

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

p.m.

p.m.

12 003 509,60

 

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

35 407 317,64

 

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

47 410 827,24

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

567 796 492,88

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

60 000 000

60 000 000

3 492 703,59

5,82

 

Artikel 6 6 0 — Totaal

60 000 000

60 000 000

571 289 196,47

952,15

 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

60 000 000

60 000 000

571 289 196,47

952,15

 

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 593 690 104,14

 

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

118 371 446,59

 

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

815 080 221,22

 
 

Artikel 6 7 0 — Totaal

p.m.

p.m.

2 527 141 771,95

 

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

329 084 729,99

 

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 752 186,37

 
 

Artikel 6 7 1 — Totaal

p.m.

p.m.

337 836 916,36

 
 

HOOFDSTUK 6 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 864 978 688,31

 
 

Titel 6 — Totaal

110 000 000

60 000 000

5 912 616 884,41

5 375,11

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 4 —

BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

HOOFDSTUK 6 0 —   BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 08 03 50 en 32 05 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 2

European Fusion Development Agreement (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 associaties op fusiegebied die eind 2013 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 03 50 en onder post 32 05 50 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

291 302 748,97

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma's te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 08 03 50, 08 04 50, 09 04 50, 15 03 50, 32 04 50, 32 05 50 (werkzaamheden onder contract), 10 02 50 en 10 03 50 (eigen werkzaamheden) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De associatie van Zwitserland met onderdelen van het kaderprogramma Horizon 2020, met het Euratom-programma 2014-2018 en met de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie voor 2014-2020 („Fusion for Energy”) liep naar verwachting tot en met 31 december 2016.

Ingevolge de ratificatie van het Protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, met het oog op de deelname van de Republiek Kroatië als overeenkomstsluitende partij na de toetreding tot de Europese Unie (PB L 31 van 4.2.2017, blz. 3) door de Zwitserse Bondsraad op 16 december 2016 blijft met ingang van 1 januari 2017 de overeenkomst over de associatie van Zwitserland met Horizon 2020 van toepassing en wordt deze uitgebreid ter dekking van Horizon 2020 in zijn geheel, het Euratom-programma 2014-2018 en de door Fusion for Energy uitgevoerde activiteiten.

Rechtsgronden

De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten en Oekraïne (PB L 49 van 19.02.1998, blz. 3) ondertekend op 14 juni 1994, trad in werking op 1 maart 1998 en blijft van toepassing voor de onderdelen die niet gedekt worden door de voorlopige toepassing van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds.

Besluit 2008/372/EG van de Raad van 12 februari 2008 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de staat Israël, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël over de algemene beginselen van de deelname van de staat Israël aan communautaire programma’s (PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39).

Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

Besluit 2012/777/EU van de Raad van 10 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol bij de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Armenië aan EU-programma’s (PB L 340 van 13.12.2012, blz. 26).

Besluit C(2014) 2089 van de Commissie van 2 april 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Staat Israël over de deelname van Israël aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

Besluit C(2014) 4290 van de Commissie van 30 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de deelname van Moldavië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit 2014/691/EU van de Raad van 29 september 2014 tot wijziging van Besluit 2014/668/EU van de Raad inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven), en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (PB L 289 van 3.10.2014, blz. 1).

Besluit 2014/953/EU van de Raad van 4 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 1).

Besluit 2014/954/Euratom van de Raad van 4 december 2014 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten. (PB L 370 van 30.12.2014, blz. 19).

Besluit C(2014) 9320 van de Commissie van 5 december 2014 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van een Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van Zwitserland aan de door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten.

Besluit (EU) 2015/209 van de Raad van 10 november 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 35 van 11.2.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2015/575 van de Raad van 17 december 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Tunesië aan EU-programma's (PB L 96 van 11.4.2015, blz. 1).

Besluit C(2015) 1355 van de Commissie van 3 maart 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne over de deelname van Oekraïne aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020).

Besluit (EU) 2015/1795 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Faeröer, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2015/1796 van de Raad van 1 oktober 2015 betreffende de sluiting van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie en het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ter aanvulling van Horizon 2020, en teneinde een regeling uit te werken voor de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan door Fusion for Energy uitgevoerde ITER-activiteiten (PB L 263 van 8.10.2015, blz. 8).

Besluit C(2015) 8195 van de Commissie van 25 november 2015 betreffende de goedkeuring en ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Tunesië over de deelname van de Republiek Tunesië aan het programma van de Unie Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (Overeenkomst nog niet getekend).

Besluit C(2016)1360 van de Commissie van 9 maart 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en de ondertekening van een overeenkomst over de deelname van Georgië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit C(2016) 2119 van de Commissie van 14 april 2016 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, en de ondertekening van een overeenkomst over de deelname van de Republiek Armenië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” (Overeenkomst ondertekend op 19 mei 2016; wordt van kracht na goedkeuring door de Armeense wetgevende autoriteiten).

Beschikking C(2016) 3119 van de Commissie van 27 mei 2016 betreffende de sluiting van een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Oekraïne voor de associatie van Oekraïne met het programma voor onderzoek en opleiding van Euratom (2014-2018).

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 02 04 50, 05 09 50, 06 03 50, 08 02 50, 09 04 50, 15 03 50 en 32 04 50 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten in deze afdeling.

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

57 781 507,49

Toelichting

Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp en noodhulp.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten in deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

238 065 676,34

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten die tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Besluit C(2014) 3502 van de Commissie van 2 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Turkije over de deelname van Turkije aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Besluit C(2014) 3711 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Albanië over de deelname van Albanië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Besluit C(2014) 3693 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina over de deelname van Bosnië en Herzegovina aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Besluit C(2014) 3710 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië over de deelname van Servië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Besluit C(2014) 3707 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Protocol 8 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 108 van 29.4.2010, blz. 1).

Besluit C(2014) 3705 van de Commissie van 10 juni 2014 betreffende de goedkeuring en ondertekening van een Overeenkomst tussen de Europese Unie en Montenegro over de deelname van Montenegro aan het programma van de Unie „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)”.

Besluit van de Raad (EU) 2017/1388 van 17 juli 2017 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en Kosovo inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kosovo aan EU-programma’s (PB L 195 van 27.7.2017, blz. 1).

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de Unieprogramma's opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

246 489,60

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen van derde landen op basis van internationale samenwerkingsovereenkomsten geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 02 01, 14 02 51, 14 03 01 en 14 03 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

6 0 3 3

Deelname van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

38 269 817,52

Toelichting

Op deze post worden de bijdragen geboekt van derde landen en instanties aan activiteiten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 732 929,25

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2016 zullen in 2018 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2018 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 27 400 000 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

5 845,93

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 4

Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het ISPA, het IPA, het EVF, het FEAD, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

46 067 434,95

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds, het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

420 116 068,08

Toelichting

Op deze post worden de terugbetalingen geboekt van voorschotten in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF)), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

De op deze post geboekte bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de bijdrage van de fondsen aan de betrokken activiteit niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

607 450,06

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 03 01 en 32 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 21 02 05 01 en 21 02 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

3 356,64

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 21 06 01, 21 06 02, 21 06 51 en 22 02 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

HOOFDSTUK 6 2 —   ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

21 815,79

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

9 798 787,42

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en andere instellingen (derden) waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met een derde.

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

249 647,78

Toelichting

Besluit 2013/743/EU schrijft het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor kennis- en technologieoverdracht te ondersteunen en extra middelen te genereren door onder meer de exploitatie van intellectuele eigendom.

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 182 en 183.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

77 886 596,21

Toelichting

Ontvangsten van andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort, die worden opgevoerd bij de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 02 51, 10 02 52, 10 03 01, 10 03 51, 10 03 52 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere Unie-instellingen of andere diensten van de Commissie.

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherming gevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

393 490 071 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling, de instelling, werking en gebruik van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomsten met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

396 714,84

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 07, 18 02 08, 18 02 09 en 18 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2011/351/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting van een Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 37).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1.)

Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

19 789 217,14

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij artikel 18 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1).

Besluit 2012/193/EU van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtsmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en tot intrekking van het Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 september 1998 tot oprichting van een Permanente Schengenbeoordelings- en Toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Besluit 2014/185/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 102 van 5.4.2014, blz. 1).

Besluit 2014/194/EU van de Raad van 11 februari 2014 inzake de ondertekening, namens de Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Republiek IJsland aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 106 van 9.4.2014, blz. 2.

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Besluit nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Besluit 2014/301/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 33).

Besluit 2014/344/EU van de Raad van 19 mei 2014 inzake de sluiting van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Koninkrijk Noorwegen aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 170 van 11.6.2014, blz. 49).

Besluit (EU) 2016/350 van de Raad van 25 februari 2016 inzake de sluiting van de regeling tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 65 van 11.3.2016, blz. 61).

Besluit (EU) 2017/657 van de Raad van 3 april 2017 inzake de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende aanvullende regels met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 94 van 7.4.2017, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/1249 van de Raad van 16 juni 2017 inzake de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen betreffende extra voorschriften met betrekking tot het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid voor de periode 2014-2020 (PB L 179 van 12.7.2017, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 16 november 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 (COM(2016) 731 final).

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

95 169 370 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

Besluit 2013/759/EU van de Raad van 12 december 2013 betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 335 van 14.12.2013, blz. 48).

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2011 — Opstelling van het meerjarig financieel kader betreffende de financiering van de EU-samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de landen en gebieden overzee voor de periode 2014-2020 (Elfde Europees Ontwikkelingsfonds) — COM(2011) 837 final.

6 3 3

Bijdragen voor bepaalde programma's voor externe hulp — Bestemmingsontvangsten

6 3 3 0

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

679 449 344,05

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

9 475 721,93

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen, voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 4

Bijdragen van EU-trustfondsen — Bestemmingsontvangsten

6 3 4 0

Bijdragen van EU-trustfondsen voor de beheerskosten van de Commissie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

15 011 561,40

Toelichting

Op deze post worden de beheersprovisies geboekt die de Commissie tot maximaal 5 % van de in het EU-trustfonds samengebrachte bedragen mag inhouden bij wijze van vergoeding voor haar beheerskosten voor de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruikt.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement worden deze beheersvergoedingen voor de duur van het EU-trustfonds gelijkgesteld met bestemmingsontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 187, lid 7.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 259.

6 3 5

Bijdrage van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) — Bestemmingsontvangsten

6 3 5 0

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van het Europees Ontwikkelingsfonds aan het EFDO-garantiefonds.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 1

Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO-garantiefonds.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 2 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 2

Bijdragen van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van derde landen, inclusief hun overheidsagentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het EFDO-garantiefonds.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

6 3 5 3

Bijdragen van internationale organisaties aan het EFDO — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan het EFDO-garantiefonds.

Overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 4 —   BIJDRAGEN VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN

6 4 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Bestemmingsontvangsten

6 4 1 0

Bijdragen van financiële instrumenten (ontvangsten) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Ontvangsten, waaronder dividend, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, EU nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 1 1

Bijdragen van financiële instrumenten (terugbetalingen) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Nieuwe post (oude post 6341)

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, vormen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement interne bestemmingsontvangsten en worden gebruikt voor hetzelfde financieringsinstrument, onverminderd artikel 140, lid 9, van dezelfde verordening, gedurende een termijn die niet langer duurt dan de termijn voor de vastlegging van kredieten plus twee jaar, tenzij in een basisbesluit anders is bepaald.

Deze post wordt ook gebruikt voor het boeken van terugbetalingen als gevolg van een vermindering van de Uniebijdrage aan het instrument.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, EU nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 2

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten zonder specifieke bestemming

6 4 2 0

Bijdragen van financiële instrumenten — Ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Ontvangsten, waaronder dividend, vermogenswinst, garantieprovisies en rente op leningen en op bedragen op trustrekeningen die worden terugbetaald aan de Commissie of aan trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, moeten in de begroting worden opgevoerd na aftrek van beheerskosten en provisies.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, EU nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

6 4 2 1

Bijdragen van financiële instrumenten — Terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Jaarlijkse terugbetalingen, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, die worden terugbetaald aan de Commissie of aan de trustrekeningen die zijn geopend voor financiële instrumenten en zijn toe te schrijven aan steun uit de algemene begroting van de Unie uit hoofde van een financieringsinstrument, worden niet als interne bestemmingsontvangsten beschouwd, indien zulks in een basisbesluit is bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 140, lid 6.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2012/2002, (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, EU nr. 1304/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1308/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014, (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit nr. 541/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 605 final).

HOOFDSTUK 6 5 —   FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 1

Financiële correcties in verband met de programmeringsperioden vóór 2000

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

12 003 509,60

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL, afdeling Oriëntatie), het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Cohesiefonds voor de programmeringsperioden vóór 2000.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 4256/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25).

Verordening (EEG) nr. 2080/93 van de Raad van 20 juli 1993 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het EOGFL, afdeling Oriëntatie (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

6 5 2

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 407 317,64

Toelichting

Op dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) afdeling Oriëntatie, het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV), het Cohesiefonds (CF) en het speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) in verband met de programmeringsperiode 2000-2006 en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling (OIPO) dat wordt gefinancierd met middelen uit de afdeling Garantie van het EOGFL.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie van 29 juli 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 27/2004 van de Commissie van 5 januari 2004 houdende overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad met betrekking tot de financiering door het EOGFL, afdeling Garantie, van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling in Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 36).

Verordening (EG) nr. 141/2004 van de Commissie van 28 januari 2004 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad ten aanzien van de overgangsmaatregelen voor plattelandsontwikkeling die gelden voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 3

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2007-2013 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Visserijfonds (EVF) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA I) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Overeenkomstig artikel 152, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 doet deze verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van de betrokken projecten tot de afsluiting daarvan, of van de steun die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordening (EG) nr. 1083/2006 of andere wetgeving die op 31 december 2013 op die steunverlening van toepassing is.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

6 5 4

Financiële correcties in verband met de programmeringsperiode 2014-2020 — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de financiële correcties geboekt in verband met het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Cohesiefonds, het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) voor de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de onder dit artikel opgenomen bedragen aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

567 796 492,88

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

60 000 000

60 000 000

3 492 703,59

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

HOOFDSTUK 6 7 —   ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 593 690 104,14

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Deze post omvat correcties vanwege de niet-naleving van betalingstermijnen overeenkomstig artikel 40 van die verordening.

Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie), die op 30 september 2012 is afgelopen.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement (Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002). Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De op deze post geboekte ontvangsten zijn geraamd op 1 343 900 000 EUR, inclusief 610 000 000 EUR die naar verwachting van 2017 naar 2018 wordt overgedragen overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement. Bij de opstelling van de begroting 2018 is rekening gehouden met een bedrag van 400 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 (post 05 02 08 03) en met het resterende bedrag van 943 900 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

118 371 446,59

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, deposito's of waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (afdeling Garantie) in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in het kader van rubriek 2 van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 overeenkomstig de artikelen 54 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, die per 30 september 2012 is afgelopen.

Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 55, van Verordening (EG) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006 en de artikelen 43 en 55 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 132 000 000 EUR. Bij de opstelling van de begroting 2018 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

815 080 221,22

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt in verband met de overschotheffing van het melkquotastelsel, die worden geïnd of teruggevorderd overeenkomstig titel 1, deel II, hoofdstuk III, deel III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, met name artikel 78.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Wegens de beëindiging van de melkquotaregeling in het kalenderjaar 2015 hebben de lidstaten de heffing voor melkproducenten voor het laatst in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2016 geïnd en aangegeven. De eventuele onder deze post vallende ontvangsten kunnen enkel betrekking hebben op een eventuele regularisatie van sommige dossiers, waarvoor vooraf geen ramingen mogelijk zijn; de bedragen zullen worden gebruikt voor de financiering van maatregelen in het kader van artikel 05 03 01 (post 05 03 01 10).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

329 084 729,99

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten en conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Elfpo gefinancierde uitgaven, overeenkomstig de artikelen 51 en 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2018 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

8 752 186,37

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven in het kader van plattelandsontwikkeling gefinancierd door het Elfpo overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze bedragen beschouwd als bestemmingsontvangsten in de zin van de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement. Alle op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor alle begrotingsposten van het Elfpo.

Bij de opstelling van de begroting 2018 werd geen specifiek bedrag voor de artikelen 05 04 05 en 05 04 60 voorzien.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

5 000 000

5 000 000

24 228 921,70

484,58

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

1 142 720,28

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

5 000 000

5 000 000

25 371 641,98

507,43

7 0 1

Rente op boeten en dwangsommen

10 000 000

15 000 000

52 134 205,13

521,34

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

15 000 000

20 000 000

77 505 847,11

516,71

 

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

100 000 000

3 210 000 000

2 961 185 957,47

2 961,19

7 1 1

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

p.m.

136 784 800 ,—

 

7 1 2

Boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Unie

p.m.

p.m.

   

7 1 3

Geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

7 1 9

Overige boeten en dwangsommen

7 1 9 0

Overige boeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

   

7 1 9 1

Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

2 075,02

 
 

Artikel 7 1 9 — Totaal

p.m.

p.m.

2 075,02

 
 

HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

100 000 000

3 210 000 000

3 097 972 832,49

3 097,97

 

Titel 7 — Totaal

115 000 000

3 230 000 000

3 175 478 679,60

2 761,29

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN EN SANCTIES

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Achterstandsrente op door de lidstaten ter beschikking gestelde eigen middelen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 000 000

5 000 000

24 228 921,70

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente. Indien het rentebedrag lager is dan 500 EUR wordt echter niet tot inning overgegaan.

Voor de btw-middelen en de bni-middelen moet alleen rente worden betaald aangaande vertragingen bij de boeking van in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 bedoelde bedragen.

Voor de lidstaten van de economische en monetaire unie is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

Voor de lidstaten die niet aan de economische en monetaire unie deelnemen, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de centrale bank niet beschikbaar is, is de rentevoet gelijk aan de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, of 0 procent als dit hoger is, vermeerderd met 2,5 procentpunten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd.

De totale stijging mag niet meer dan 16 procentpunten bedragen. De verhoogde rente geldt voor de gehele periode van de vertraging.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39), met name artikel 12.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 142 720,28

Toelichting

Op deze post wordt ontvangen achterstandsrente op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.

Rechtsgronden

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol 32.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 1

Rente op boeten en dwangsommen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

10 000 000

15 000 000

52 134 205,13

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de achterstandsrente in verband met geldboeten en dwangsommen, met inbegrip van aan de lidstaten opgelegde dwangsommen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

7 0 2

Rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel wordt de rente op deposito’s in het kader van het economisch bestuur van de Unie geboekt.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van alle andere mogelijke rente wegens betalingsachterstand, die niet in hoofdstuk 70 is opgenomen en alleen in uitzonderlijke omstandigheden verschuldigd is, en waarvoor de invoering van een specifieke begrotingslijn niet gerechtvaardigd is.

HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN EN SANCTIES

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties in verband met de uitvoering van de mededingingsregels

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

100 000 000

3 210 000 000

2 961 185 957,47

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De onderneming moet de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling ofwel een voorlopige betaling, ofwel een financiële garantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

7 1 1

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

136 784 800 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen geboekt wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen.

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

7 1 2

Boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Unie

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden eventuele dwangsommen geboekt die verschuldigd zijn wanneer de Commissie onregelmatigheden vaststelt en maatregelen neemt met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209).

7 1 3

Geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden geldboeten in het kader van het economisch bestuur van de Unie opgenomen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 8).

7 1 9

Overige boeten en dwangsommen

7 1 9 0

Overige boeten en dwangsommen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

7 1 9 1

Overige boeten en dwangsommen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 075,02

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van artikel 7 1 0.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

35 170 433,24

 

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

35 170 433,24

 
 

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

p.m.

p.m.

   
 

HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

99,64

 

HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

99,64

 

Titel 8 — Totaal

6 186 061

6 928 960

41 334 476,24

668,19

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 04 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 02 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 02 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

35 170 433,24

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 22 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven van deze afdeling in het kader van European Union Investment Partners zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot invoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij de artikelen 21 02 51 en 22 04 51 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 2 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 3 —   ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij artikel 01 03 05van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 3 6

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van artikel 01 03 07 van de staat van uitgaven van deze afdeling voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 8 5 —   OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

6 186 061

6 928 960

6 164 043 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze participatie uitgekeerde dividenden.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelname van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

25 000 000

25 000 000

15 159 820,43

60,64

 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

25 000 000

25 000 000

15 159 820,43

60,64

 

Titel 9 — Totaal

25 000 000

25 000 000

15 159 820,43

60,64

 

TOTAAL-GENERAAL

1 482 202 255

4 530 569 598

10 565 784 388,12

712,84

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

25 000 000

25 000 000

15 159 820,43

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2018 EN 2017) EN VAN DE UITVOERING (2016)

 

Titel

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

2 208 268 036

2 153 674 136

3 361 394 801

3 115 247 301

2 533 752 168,83

1 528 863 242,24

Reserves (40 02 40, 40 02 41)

130 185 000

25 000 000

       
 

2 338 453 036

2 178 674 136

3 361 394 801

3 115 247 301

2 533 752 168,83

1 528 863 242,24

02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

2 356 185 710

2 062 361 812

2 437 745 834

2 244 099 566

2 391 075 116,62

1 900 907 499,71

03

CONCURRENTIE

109 841 980

109 841 980

108 427 562

108 427 562

104 906 256,61

104 906 256,61

04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

14 504 772 962

12 207 667 532

14 315 326 529

9 577 065 124

13 368 571 854,85

8 876 250 556,03

Reserves (40 02 41)

11 102 000

8 327 000

       
 

14 515 874 962

12 215 994 532

14 315 326 529

9 577 065 124

13 368 571 854,85

8 876 250 556,03

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 159 838 271

55 462 985 694

57 518 919 539

53 315 507 435

63 449 875 939,42

57 207 636 212,57

Reserves (40 02 41)

1 800 000

1 350 000

       
 

58 161 638 271

55 464 335 694

57 518 919 539

53 315 507 435

63 449 875 939,42

57 207 636 212,57

06

MOBILITEIT EN VERVOER

4 007 575 953

2 267 065 045

3 767 437 307

1 800 796 328

4 266 370 508,96

2 237 898 321,60

07

MILIEU

498 283 862

350 533 612

472 338 520

388 088 137

458 052 493,65

392 581 658,73

Reserves (40 02 41)

1 000 000

750 000

       
 

499 283 862

351 283 612

472 338 520

388 088 137

458 052 493,65

392 581 658,73

08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

6 890 257 765

6 472 483 396

6 361 155 986

6 061 771 730

6 556 660 583,76

5 916 274 024,33

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

2 132 573 932

2 259 062 678

1 924 096 778

2 092 389 358

1 846 451 370,54

2 385 196 199,18

10

EIGEN ONDERZOEK

403 727 789

397 336 829

401 736 330

401 569 370

510 349 456,47

502 104 199,10

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

1 084 735 790

659 590 725

1 090 123 127

752 664 410

1 071 057 883,30

588 743 232,60

Reserves (40 02 41)

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

   
 

1 131 300 790

702 893 428

1 093 766 127

757 112 410

1 071 057 883,30

588 743 232,60

12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

94 563 454

94 367 704

85 913 287

88 425 287

86 836 498,56

84 556 112,31

Reserves (40 02 41)

   

4 856 000

3 267 000

   
 

94 563 454

94 367 704

90 769 287

91 692 287

86 836 498,56

84 556 112,31

13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

39 812 082 371

34 132 507 452

39 779 339 821

21 952 379 022

36 139 347 701,51

29 123 665 734,57

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

   

23 625 000

12 375 000

   
 

39 812 082 371

34 132 507 452

39 802 964 821

21 964 754 022

36 139 347 701,51

29 123 665 734,57

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

175 802 112

168 303 344

178 361 995

161 007 995

171 126 384,10

161 810 912,67

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

3 806 105 904

3 502 751 391

3 364 357 284

3 144 529 354

3 246 977 755,51

3 356 271 691,31

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

42 785 652

33 226 000

       
 

3 848 891 556

3 535 977 391

3 364 357 284

3 144 529 354

3 246 977 755,51

3 356 271 691,31

16

COMMUNICATIE

213 021 691

211 969 691

211 571 438

210 059 438

210 687 751,16

201 896 272,84

17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

599 104 264

562 925 962

564 194 603

541 211 603

573 425 119,32

551 146 907,60

18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

2 637 400 839

2 257 961 158

3 409 209 756

2 529 702 082

3 495 247 556,88

2 388 278 032,58

Reserves (40 02 41)

   

40 000 000

     
 

2 637 400 839

2 257 961 158

3 449 209 756

2 529 702 082

3 495 247 556,88

2 388 278 032,58

19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

816 917 462

705 331 155

738 187 747

699 292 859

688 843 846,58

617 829 761,37

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

23 750 000

8 673 000

       
 

840 667 462

714 004 155

738 187 747

699 292 859

688 843 846,58

617 829 761,37

20

HANDEL

115 924 575

114 524 575

113 201 323

111 701 323

109 431 020,14

107 780 562,11

21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

3 486 428 453

3 248 829 555

3 702 842 929

3 339 435 538

3 348 603 489,46

3 511 968 863,90

Reserves (40 02 41)

6 250 000

         
 

3 492 678 453

3 248 829 555

3 702 842 929

3 339 435 538

3 348 603 489,46

3 511 968 863,90

22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

3 891 105 748

3 680 713 958

4 508 080 400

3 182 965 335

4 904 244 864,39

3 334 734 517,72

Reserves (40 02 41)

70 000 000

35 000 000

       
 

3 961 105 748

3 715 713 958

4 508 080 400

3 182 965 335

4 904 244 864,39

3 334 734 517,72

23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

1 189 000 497

1 195 508 750

1 052 651 277

1 254 755 387

2 230 504 867,98

2 002 562 750,81

Reserves (40 02 41)

2 000 000

1 500 000

       
 

1 191 000 497

1 197 008 750

1 052 651 277

1 254 755 387

2 230 504 867,98

2 002 562 750,81

24

FRAUDEBESTRIJDING

82 294 500

79 884 041

82 246 700

80 192 081

78 208 850,25

78 536 468,10

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

244 565 633

244 015 633

232 305 442

232 055 442

216 031 931,16

216 031 931,16

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 126 245 771

1 128 233 771

1 065 512 732

1 063 133 732

1 104 610 848,65

1 108 457 409,03

Reserves (40 01 40)

5 915 694

5 915 694

4 644 253

4 644 253

   
 

1 132 161 465

1 134 149 465

1 070 156 985

1 067 777 985

1 104 610 848,65

1 108 457 409,03

27

BEGROTING

78 630 924

78 630 924

76 142 758

76 142 758

64 040 410,06

64 040 410,06

28

AUDIT

19 359 668

19 359 668

19 227 094

19 227 094

19 136 476,54

19 136 476,54

29

STATISTIEK

144 068 650

130 593 650

143 533 663

127 573 663

145 264 648,83

134 198 210,41

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 899 409 800

1 899 409 800

1 796 802 000

1 796 802 000

1 684 492 659,39

1 684 492 659,39

31

TALENDIENSTEN

398 802 462

398 802 462

407 877 123

407 877 123

437 381 657,05

437 381 657,05

32

ENERGIE

1 640 012 879

1 579 046 002

1 618 915 213

1 293 269 975

1 423 035 928,49

1 602 200 158,03

33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

257 557 182

224 742 182

270 997 258

238 117 353

259 254 368,83

230 631 944,47

34

KLIMAATACTIE

155 158 150

96 805 400

146 724 470

102 431 675

138 052 271,55

68 506 389,13

Reserves (40 02 41)

500 000

375 000

       
 

155 658 150

97 180 400

146 724 470

102 431 675

138 052 271,55

68 506 389,13

40

RESERVES

516 902 000

344 600 000

506 724 000

315 000 000

0 ,—

0 ,—

 

Totaal

156 098 380 385

140 665 841 064

155 910 390 879

122 849 648 693

157 331 910 539,40

132 727 477 235,86

Waarvan reserves (40 01 40, 40 02 40, 40 02 41)

341 853 346

163 419 397

76 768 253

24 734 253

   

TITEL XX

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

2 058 238 200

2 011 496 000

1 977 369 674,92

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 214 800

12 072 000

11 147 568,89

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

20 647 600

18 170 000

0 ,—

 

Subtotaal

 

2 090 100 600

2 041 738 000

1 988 517 243,81

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

113 090 400

111 637 000

106 365 073,63

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

7 539 800

7 430 000

7 141 384,29

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

1 083 000

967 000

0 ,—

 

Subtotaal

 

121 713 200

120 034 000

113 506 457,92

 

Artikel XX 01 01 — Subtotaal

 

2 211 813 800

2 161 772 000

2 102 023 701,73

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

69 531 600

68 270 000

76 027 135,67

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

20 998 600

22 460 000

19 754 182,52

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

39 377 800

38 533 000

30 493 165,76

 

Subtotaal

 

129 908 000

129 263 000

126 274 483,95

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

9 642 000

9 131 000

9 559 655,93

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 971 000

1 868 000

1 763 000 ,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

370 000

351 000

396 893 ,—

 

Subtotaal

 

11 983 000

11 350 000

11 719 548,93

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

56 969 000

57 319 000

59 065 294,79

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

23 490 000

25 490 000

20 011 845,14

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

10 515 000

12 015 000

9 543 097,14

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

4 590 000

6 090 000

5 033 013,61

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

35 082 000

28 937 000

36 725 571,84

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

12 600 000

13 100 000

13 924 195,61

 

Subtotaal

 

143 246 000

142 951 000

144 303 018,13

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 700 000

5 652 000

5 946 995 ,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

485 000

485 000

698 497,57

 

Subtotaal

 

6 185 000

6 137 000

6 645 492,57

 

Artikel XX 01 02 — Subtotaal

 

291 322 000

289 701 000

288 942 543,58

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

67 287 000

64 283 000

77 688 666,38

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

67 824 000

63 210 000

73 787 694,44

 

Subtotaal

 

135 111 000

127 493 000

151 476 360,82

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

28 515 000

28 503 000

26 847 000 ,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

667 000

827 000

500 100 ,—

 

Subtotaal

 

29 182 000

29 330 000

27 347 100 ,—

 

Artikel XX 01 03 — Subtotaal

 

164 293 000

156 823 000

178 823 460,82

 

HOOFDSTUK XX 01 — TOTAAL

 

2 667 428 800

2 608 296 000

2 569 789 706,13

HOOFDSTUK XX 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen in dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

2 058 238 200

2 011 496 000

1 977 369 674,92

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

11 214 800

12 072 000

11 147 568,89

XX 01 01 01 03

Aanpassing van de salarissen

5,2

20 647 600

18 170 000

0 ,—

 

Post XX 01 01 01 — Totaal

 

2 090 100 600

2 041 738 000

1 988 517 243,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

 

de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 51 623 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Commissie die werkzaam zijn in de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5,2

113 090 400

111 637 000

106 365 073,63

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5,2

7 539 800

7 430 000

7 141 384,29

XX 01 01 02 03

Kredieten ter dekking van een aanpassing van de salarissen

5,2

1 083 000

967 000

0 ,—

 

Post XX 01 01 02 — Totaal

 

121 713 200

120 034 000

113 506 457,92

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5,2

69 531 600

68 270 000

76 027 135,67

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5,2

20 998 600

22 460 000

19 754 182,52

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5,2

39 377 800

38 533 000

30 493 165,76

 

Post XX 01 02 01 — Totaal

 

129 908 000

129 263 000

126 274 483,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

 

uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

 

personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

 

uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 169 020 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 6 271 644 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5,2

9 642 000

9 131 000

9 559 655,93

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5,2

1 971 000

1 868 000

1 763 000 ,—

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5,2

370 000

351 000

396 893 ,—

 

Post XX 01 02 02 — Totaal

 

11 983 000

11 350 000

11 719 548,93

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

 

de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5,2

56 969 000

57 319 000

59 065 294,79

XX 01 02 11 02

Uitgaven voor conferenties, vergaderingen en deskundigengroepen

5,2

23 490 000

25 490 000

20 011 845,14

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5,2

10 515 000

12 015 000

9 543 097,14

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5,2

4 590 000

6 090 000

5 033 013,61

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5,2

35 082 000

28 937 000

36 725 571,84

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5,2

12 600 000

13 100 000

13 924 195,61

 

Post XX 01 02 11 — Totaal

 

143 246 000

142 951 000

144 303 018,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

Dienstreizen:

 

vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten). Indien mogelijk maakt de Commissie gebruik van luchtvaartmaatschappijen die collectieve arbeidsovereenkomsten hebben gesloten en de ter zake geldende IAO-verdragen naleven.

Representatiekosten:

 

kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

Vergaderingen van deskundigen:

 

vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Conferenties:

 

uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van de resolutie van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

 

uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma's gefinancierde acties beheren of controleren;

 

uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

 

uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

 

inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

 

de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Vergaderingen van comités:

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Studies en raadplegingen:

 

uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

Informatie- en beheerssystemen:

 

ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen;

 

aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

 

studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

 

verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

 

technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

Bijscholing en managementopleidingen:

 

uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties,

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia,

 

de financiering van didactisch materiaal.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-lidstaten in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 725 000 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 10 589 970 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5,2

5 700 000

5 652 000

5 946 995 ,—

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5,2

485 000

485 000

698 497,57

 

Post XX 01 02 12 — Totaal

 

6 185 000

6 137 000

6 645 492,57

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

 

de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding,

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer,

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal),

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden,

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties,

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

XX 01 03 01 03

Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

67 287 000

64 283 000

77 688 666,38

XX 01 03 01 04

Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

67 824 000

63 210 000

73 787 694,44

 

Post XX 01 03 01 — Totaal

 

135 111 000

127 493 000

151 476 360,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons;

 

informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners;

 

aankoop, huur of leasing van in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken, en voor de verwerving van elektronische informatiedragers, uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en van de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

 

uitgaven in verband met het Data Centre:

 

aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Data Centre, alsmede helpdesks,

 

onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

 

het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Data Centre benodigde programmatuur.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de posten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 11 001 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5,2

28 515 000

28 503 000

26 847 000 ,—

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5,2

667 000

827 000

500 100 ,—

 

Post XX 01 03 02 — Totaal

 

29 182 000

29 330 000

27 347 100 ,—

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen voor ambtenaren die buiten de Unie zijn tewerkgesteld: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren binnen de Unie worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

aankoop, onderhoud en reparatie van apparatuur zoals generatoren en airconditioning voor huisvesting van ambtenaren;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

82 734 214

82 734 214

81 979 051

81 979 051

83 497 326,15

83 497 326,15

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

12 555 100

13 153 200

12 547 500

14 000 000

15 776 104,58

11 514 289,32

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

179 886 722

179 886 722

561 368 250

561 368 250

257 453 613 ,—

262 252 987,28

Reserves (40 02 40)

25 000 000

25 000 000

       
 

204 886 722

204 886 722

561 368 250

561 368 250

257 453 613 ,—

262 252 987,28

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

1 933 092 000

1 877 900 000

2 705 500 000

2 457 900 000

2 177 025 125,10

1 171 598 639,49

Reserves (40 02 41)

105 185 000

         
 

2 038 277 000

1 877 900 000

2 705 500 000

2 457 900 000

2 177 025 125,10

1 171 598 639,49

 

Titel 01 — Totaal

2 208 268 036

2 153 674 136

3 361 394 801

3 115 247 301

2 533 752 168,83

1 528 863 242,24

Reserves (40 02 40, 40 02 41)

130 185 000

25 000 000

       
 

2 338 453 036

2 178 674 136

3 361 394 801

3 115 247 301

2 533 752 168,83

1 528 863 242,24

HOOFDSTUK 01 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

5,2

68 650 802

67 718 579

67 268 606,74

97,99

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 577 871

3 989 271

4 210 223,66

117,67

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 627 727

5 642 625

6 378 007,84

113,33

 

Artikel 01 01 02 — Subtotaal

 

9 205 598

9 631 896

10 588 231,50

115,02

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

5,2

4 437 814

4 228 576

5 172 956,17

116,57

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

5,2

440 000

400 000

467 531,74

106,26

 

Artikel 01 01 03 — Subtotaal

 

4 877 814

4 628 576

5 640 487,91

115,64

 

Hoofdstuk 01 01 — Totaal

 

82 734 214

81 979 051

83 497 326,15

100,92

01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

68 650 802

67 718 579

67 268 606,74

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 577 871

3 989 271

4 210 223,66

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 627 727

5 642 625

6 378 007,84

01 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven in het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en specifieke uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 437 814

4 228 576

5 172 956,17

01 01 03 04

Uitgaven in verband met specifieke behoeften op het gebied van elektronica, telecommunicatie en informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

440 000

400 000

467 531,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 02 —   ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

1,1

11 500 000

11 500 000

11 500 000

12 000 000

11 746 750,71

10 024 560,16

87,17

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

1,1

1 055 100

953 200

1 047 500

1 000 000

1 029 353,87

715 252,16

75,04

01 02 05

De aan het Europees Stabiliteitsmechanisme over te dragen opbrengst van het versterkt begrotingstoezicht

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

     

01 02 51

Voltooiing van Pericles

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

1,2

p.m.

700 000

p.m.

1 000 000

3 000 000 ,—

774 477 ,—

110,64

 

Artikel 01 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

700 000

p.m.

1 000 000

3 000 000 ,—

774 477 ,—

110,64

 

Hoofdstuk 01 02 — Totaal

 

12 555 100

13 153 200

12 547 500

14 000 000

15 776 104,58

11 514 289,32

87,54

01 02 01

Coördinatie van en toezicht op en communicatie over de Economische en Monetaire Unie inclusief de euro

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 500 000

11 500 000

11 500 000

12 000 000

11 746 750,71

10 024 560,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het geharmoniseerde programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie in de lidstaten en kandidaat-lidstaten. Het programma is in november 1961 bij een besluit van de Commissie in werking gesteld en is middels opeenvolgende besluiten van de Raad en de Commissie gewijzigd. Het is laatstelijk goedgekeurd bij Besluit C(97) 2241 van de Commissie van 15 juli 1997 en op 12 juli 2006 gepresenteerd in Mededeling COM(2006) 379 final van de Commissie (PB C 245 van 12.10.2006, blz. 5).

Het dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

 

het begrotingsbeleid, inclusief het monitoren van begrotingssituaties;

 

de beoordeling van de omzetting en de toepassing door de lidstaten van het nieuwe Uniekader voor begrotingsbeheer, dat erop gericht is de werking van de Economische en Monetaire Unie (EMU) te ondersteunen;

 

monitoring van de economie, macro- en micro-economische analyse van de combinatie van maatregelen en coördinatie van het economisch beleid,

 

de externe aspecten van de EMU;

 

de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

 

de monitoring van structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU en in de Unie;

 

de coördinatie met de financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de leen- en uitleenoperaties waarbij lidstaten betrokken zijn;

 

het mechanisme voor financiële ondersteuning van de betalingsbalans van de lidstaten en het Europees financieel stabilisatiemechanisme;

 

de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

 

verdieping en uitbreiding van de EMU,

 

de aankoop van apparatuur, de ontwikkeling en het onderhoud van software voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij en de bijbehorende opleiding.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de Uniebeleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, en ter voorziening in de bij belangrijke belanghebbenden en burgers bestaande behoeften aan informatie over de EMU.

Deze actie wordt gezien als een effectief instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met specifieke nationale en regionale kenmerken, in voorkomend geval, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Ook zal nadruk worden gelegd op het voorbereiden van burgers op de invoering van de euro in de lidstaten die dit van plan zijn.

Daartoe behoren:

 

de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, sociale media, tentoonstellingen, stands, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, prijsvragen voor het ontwerp van de muntstukken, jumelageprogramma's, opleiding enz.), en in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie te ontplooien soortgelijke activiteiten op nationaal en regionaal niveau;

 

partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de EMU willen opzetten;

 

samenwerken en netwerken met lidstaten in de passende fora;

 

voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

De voorlichtingsstrategie van de Commissie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en met het Europees Parlement uitgevoerd.

De Commissie stippelt een strategie en een jaarlijks werkprogramma uit op basis van de uitgangspunten die in haar mededeling van 11 augustus 2014 (COM(2004) 552 final) zijn aangegeven, en brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

Dit krediet dient ook ter dekking of ter tijdelijke prefinanciering van de kosten die de Unie heeft gemaakt bij het tot stand brengen en uitvoeren van operaties in verband met de leen- en uitleenoperaties voor macrofinanciële bijstand, Euratom, de betalingsbalans en het Europees financieel stabilisatiemechanisme.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2003/861/EG van de Raad van 8 december 2003 betreffende de analyse van valse euromunten en de samenwerking ter zake (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees technisch en wetenschappelijk centrum (ETWC) en tot coördinatie van de technische maatregelen ter bescherming van de euromunten tegen namaak (PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73).

Besluit van de Commissie C(2015) 6968 final van 19 oktober 2015 tot oprichting van de Deskundigengroep vervalsing euromunten met betrekking tot het beleid van de Commissie en de regelgeving betreffende de bescherming van euromunten tegen valsemunterij (PB C 347 van 20.10.2015, blz. 4).

01 02 02

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

01 02 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 moet het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, worden beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) is van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 122, lid 2.

01 02 04

Bescherming van eurobankbiljetten en -munten tegen valsemunterij en daarmee verband houdende fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 055 100

953 200

1 047 500

1 000 000

1 029 353,87

715 252,16

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 331/2014 opgesomde acties met het oog op uitwisseling van informatie, samenwerking en wederzijdse bijstand waardoor een geharmoniseerd kader ter bescherming van de euro wordt geschapen. Zo wordt ook bijgedragen tot bewustmaking van de burgers van de Unie en daarmee tot de bescherming van de euro.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 331/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles 2020”) en tot intrekking van de Besluiten 2001/923/EG, 2001/924/EG, 2006/75/EG, 2006/76/EG, 2006/849/EG en 2006/850/EG van de Raad (PB L 103 van 5.4.2014, blz. 1), met name artikel 4.

Verordening (EU) 2015/768 van de Raad van 11 mei 2015 waarbij de toepassing van Verordening (EU) nr. 331/2014 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (het programma „Pericles 2020”) wordt uitgebreid tot niet-deelnemende lidstaten (PB L 121 van 14.5.2015, blz. 1), met name artikel 1.

01 02 05

De aan het Europees Stabiliteitsmechanisme over te dragen opbrengst van het versterkt begrotingstoezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit artikel slaat op de toewijzing aan het Europees stabiliteitsmechanisme van de op grond van de artikelen 6 en 8 van Verordening (EU) nr. 1173/2011 geïnde geldboeten, overeenkomstig met name artikel 10. Alle in artikel 7 1 3 van de staat van ontvangsten opgenomen ontvangsten uit geldboeten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van kredieten.

Het in de Verordening (EU) nr. 1173/2011 vervatte systeem van sancties zorgt voor een betere handhaving van het preventieve en het corrigerende deel van het stabiliteits- en groeipact in de eurozone.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1).

01 02 51

Voltooiing van Pericles

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van het actieprogramma Pericles inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50).

Besluit 2001/924/EG van de Raad van 17 december 2001 houdende uitbreiding van de werking van het besluit tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 55).

Besluit 2006/75/EG van de Raad van 30 januari 2006 tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 40).

Besluit 2006/76/EG van de Raad van 30 januari 2006 waarbij de toepassing van Besluit 2006/75/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 42).

Besluit 2006/849/EG van de Raad van 20 november 2006 tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (PB L 330 van 28.11.2006, blz. 28).

Besluit 2006/850/EG van de Raad van 20 november 2006 waarbij de toepassing van Besluit 2006/849/EG tot wijziging en uitbreiding van de werking van Besluit 2001/923/EG tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) wordt uitgebreid tot de niet-deelnemende lidstaten (PB L 330 van 28.11.2006, blz. 30).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank — Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij (COM(98) 474 final).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 november 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank „Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij” (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39).

01 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 02 77 01

Voorbereidende actie — Capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw ter ondersteuning van de uitvoering van economische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

700 000

p.m.

1 000 000

3 000 000 ,—

774 477 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Met deze voorbereidende actie wordt beoogd de steunverlening aan de lidstaten te financieren voor de implementatie van belangrijke hervormingen op het gebied van budgettaire verantwoordelijkheid, groeibevorderend openbaar bestuur en concurrentievermogen.

Deze steun zal gericht zijn op het vergroten van de capaciteit van de lidstaten om hervormingen door te voeren en hun openbare instellingen te versterken. Hij dient met name te worden toegespitst op budgettaire, structurele en institutionele hervormingen die in het kader van de periodieke cyclus van macro-economisch toezicht van de Unie, van een economisch aanpassingsprogramma, van de uitoefening van versterkt toezicht, of van postprogrammatoezicht als prioriteiten zijn aangemerkt. De steun zal op verzoek van de betrokken lidstaat door de Commissie worden toegekend en staat open voor alle lidstaten.

Het krediet mag worden gebruikt ter dekking van de uitvoering van programma's voor technische bijstand en projecten, zowel door nationale en internationale overheidsorganisaties met veel deskundigheid op het gebied van capaciteitsontwikkeling en institutionele opbouw, als door actoren uit de particuliere sector. Het mag ook worden aangewend ter dekking van uitgaven die verband houden met de voorbereidende fasen van dergelijke programma's en projecten (programmering, identificatie en formulering), alsook met monitoring, evaluatie, audit en controle tijdens en na de uitvoering. Het mag ook worden gebruikt ter dekking van de kosten van technische bijstand op korte termijn, van jumelageregelingen tussen overheidsinstanties en van uitgaven voor de ondersteuning van dergelijke activiteiten (opleiding, vergaderingen, seminars en studies).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 03 —   INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

4

0 ,—

0 ,—

 

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 01 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

4

42 086 000

42 086 000

45 828 000

45 828 000

331 821 ,—

5 131 195,28

12,19

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds voor extern optreden

4

137 800 722

137 800 722

240 540 250

240 540 250

257 121 792 ,—

257 121 792 ,—

186,59

01 03 07

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

     

01 03 08

Voorziening van het EFDO-garantiefonds

4

p.m.

p.m.

275 000 000

275 000 000

     

Reserves (40 02 40)

 

25 000 000

25 000 000

         
   

25 000 000

25 000 000

275 000 000

275 000 000

     
 

Hoofdstuk 01 03 — Totaal

 

179 886 722

179 886 722

561 368 250

561 368 250

257 453 613 ,—

262 252 987,28

145,79

Reserves (40 02 40)

 

25 000 000

25 000 000

         
   

204 886 722

204 886 722

561 368 250

561 368 250

257 453 613 ,—

262 252 987,28

 

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Het geplaatste eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 29 674 000 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 02

Macrofinanciële bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

42 086 000

42 086 000

45 828 000

45 828 000

331 821 ,—

5 131 195,28

Toelichting

Macrofinanciële bijstand (MFB) is een vorm van financiële steun die door de Unie wordt toegekend aan partnerlanden die een betalingsbalanscrisis doormaken. MFB is bestemd voor landen die geografisch, economisch en politiek dicht bij de Unie liggen. Daartoe behoren kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten, landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen en, in sommige omstandigheden, andere derde landen. In principe is MFB alleen beschikbaar voor landen die van een programma van het Internationaal Monetair Fonds profiteren.

MFB is uitzonderlijk en wordt per geval ingezet om landen te helpen bij het aanpakken van ernstige betalingsbalansmoeilijkheden. Het doel ervan is de externe financiële situatie weer houdbaar te maken en daarbij economische aanpassingen en structurele hervormingen aan te moedigen.

Hoewel MFB de vorm kan aannemen van leningen of subsidies op middellange/lange termijn of een combinatie daarvan, dient dit artikel alleen ter dekking van het subsidie-element van MFB-operaties.

Kredieten uit hoofde van dit artikel zullen ook worden gebruikt ter dekking van kosten die zijn gemaakt in verband met MFB-operaties, met name: i) kosten die zijn gemaakt om operationele beoordelingen in de begunstigde landen te verrichten om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over het functioneren van de administratieve procedures en financiële circuits, ii) kosten in verband met de toepassing van de richtsnoeren voor „Betere regelgeving”, met name voor ex-postevaluaties van MFB-operaties, en iii) kosten ter dekking van comitologievereisten.

De Commissie zal de begrotingsautoriteit regelmatig op de hoogte brengen van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en zal eenmaal per jaar uitvoerig verslag uitbrengen van de tenuitvoerlegging van MFB.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van donderdag 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

01 03 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro en tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz.1).

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

01 03 04

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en veiligheid van kerncentrales in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld in artikel 01 04 03.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook artikel 01 04 03.

01 03 05

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen en garanties van leningen voor activiteiten in derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, met een verlenging tot het nieuwe besluit in werking is getreden.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 juli 2014 te Luxemburg en op 25 juli 2014 te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties onder de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het maximumplafond van de financieringsverrichtingen van de EIB onder de Uniegarantie, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 30 000 000 000 EUR, opgesplitst over een basisplafond van 27 000 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 3 000 000 000 EUR. Het Europees Parlement en de Raad beslissen volgens de gewone wetgevingsprocedure over de gehele of gedeeltelijke activering van het facultatief mandaat. De Uniegarantie dekt de financieringsverrichtingen van de EIB ondertekend voor een periode die begint op 25 juli 2014 en eindigt op 31 december 2020, met een verlenging van zes maanden indien het Europees Parlement en de Raad geen nieuw besluit aangenomen hebben, volgens welke een Uniegarantie van de EIB wordt verleend voor verliezen op haar financieringsverrichtingen buiten de Unie voor een periode tot eind 2020.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135, 8.5.2014, p. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 14 september 2016, tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

01 03 06

Voorziening van het Garantiefonds voor extern optreden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

137 800 722

240 540 250

257 121 792 ,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds voor extern optreden volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de tussentijdse evaluatie van het externe mandaat van de EIB.

Uit hoofde van artikel 6 4 1 of 8 1 0 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel, in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement en artikel 10 van Besluit nr. 466/2014/EU.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 14 september 2016, tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 tot instelling van een Garantiefonds (COM(2016) 582 final).

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 14 september 2016, tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

01 03 07

Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven met betrekking tot de gegarandeerde instrumenten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dit geval is artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39) van toepassing.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

01 03 08

Voorziening van het EFDO-garantiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

01 03 08

p.m.

275 000 000

 

Reserves (40 02 40)

25 000 000

   

Totaal

25 000 000

275 000 000

 

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het EFDO-garantiefonds in overeenstemming met de rechtsgrondslag en met de daarin vastgestelde procedures.

Uit hoofde van artikel 6 3 5 van de staat van ontvangsten ontvangen bestemmingsontvangsten kunnen aanleiding geven tot extra kredieten uit hoofde van dit artikel in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 04 —   FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

44 500 000

44 500 000

40 987 457,28

40 987 457,28

 

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 01 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

44 500 000

44 500 000

40 987 457,28

40 987 457,28

 

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

01 04 05

Voorziening van het EFSI-garantiefonds

1,1

1 905 092 000

1 800 000 000

2 641 000 000

2 300 000 000

2 110 238 000 ,—

1 018 037 889,04

56,56

Reserves (40 02 41)

 

105 185 000

           
   

2 010 277 000

1 800 000 000

2 641 000 000

2 300 000 000

2 110 238 000 ,—

1 018 037 889,04

 

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

1,1

20 000 000

20 000 000

20 000 000

16 800 000

19 999 667,82

8 603 693,17

43,02

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

1,1

8 000 000

8 000 000

p.m.

p.m.

5 000 000 ,—

5 000 000 ,—

62,50

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

1,1

p.m.

49 900 000

p.m.

96 000 000

0 ,—

98 649 600 ,—

197,69

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

800 000 ,—

320 000 ,—

 
 

Artikel 01 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

800 000 ,—

320 000 ,—

 
 

Hoofdstuk 01 04 — Totaal

 

1 933 092 000

1 877 900 000

2 705 500 000

2 457 900 000

2 177 025 125,10

1 171 598 639,49

62,39

Reserves (40 02 41)

 

105 185 000

           
   

2 038 277 000

1 877 900 000

2 705 500 000

2 457 900 000

2 177 025 125,10

1 171 598 639,49

 

01 04 01

Europees Investeringsfonds

01 04 01 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

44 500 000

44 500 000

40 987 457,28

40 987 457,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht. Het is opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Momenteel is bij Besluit 94/375/EG bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 01 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

Besluit nr. 562/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de deelneming van de Europese Unie in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 156 van 24.5.2014, blz. 1).

01 04 02

Nucleaire veiligheid — Samenwerking met de Europese Investeringsbank

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank (EIB). De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor de dekking of tijdelijke voorfinanciering van de kosten die de Unie maakt in het kader van de sluiting en uitvoering van transacties voor het aangaan en verstrekken van Euratom-leningen.

Alle ontvangsten die zijn opgenomen in post 5 5 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

01 04 03

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

01 04 04

Garantie voor het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Op dit artikel zullen alleen kredieten worden geboekt wanneer de Europese Investeringsbank op de EFSI-garantie een beroep doet dat de beschikbare middelen van het garantiefonds overschrijdt en dat in overeenstemming is met Verordening (EU) 2015/1017, met de overeenkomst die de Bank daartoe met de Commissie heeft gesloten en met de daarin vastgestelde procedures.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

01 04 05

Voorziening van het EFSI-garantiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04 05

1 905 092 000

1 800 000 000

2 641 000 000

2 300 000 000

2 110 238 000 ,—

1 018 037 889,04

Reserves (40 02 41)

105 185 000

         

Totaal

2 010 277 000

1 800 000 000

2 641 000 000

2 300 000 000

2 110 238 000 ,—

1 018 037 889,04

Toelichting

Dit krediet dient om de nodige financiële middelen ter beschikking te stellen voor stortingen in het EFSI-garantiefonds overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1017 en de daarin vastgestelde procedures. De voorziening heeft met name ten doel een correcte uitvoering van de begroting te waarborgen wanneer een beroep op de EFSI-garantie wordt gedaan.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Besluit C(2016) 165 van de Commissie van 21 januari 2016 tot goedkeuring van de richtsnoeren voor het beheer van activa van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen.

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

01 04 06

Europees investeringsadvieshub (EIAH) en Europees investeringsprojectenportaal (EIPP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

20 000 000

20 000 000

16 800 000

19 999 667,82

8 603 693,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

financiële steun aan de Europese Investeringsbank voor het opzetten en activeren van het EIAH in overeenstemming met artikel 14 van Verordening (EU) 2015/1017, door onder meer ondersteunend advies aan projectontwikkelaars te verlenen, zoals onder meer technisch advies over het gebruik en de vormgeving van financiële instrumenten, en

 

kosten in verband met het opzetten en ontwikkelen, beheren, ondersteunen, onderhouden en hosten van het EIPP, alsmede kosten voor profilering en communicatie overeenkomstig de relevante artikelen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1214 van de Commissie van 22 juli 2015 tot oprichting van het Europees investeringsprojectenportaal met bijbehorende technische specificaties (PB L 196 van 24.7.2015, blz. 23).

Eventuele ontvangsten uit vergoedingen opgenomen in post 6 6 0 0 die in verband met het EIPP aan particuliere projectontwikkelaars worden aangerekend, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

Mededeling van de Commissie van 1 juni 2016 aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Europa investeert weer — Balans van het investeringsplan voor Europa en volgende stappen (COM(2016) 359 final).

Mededeling van de Commissie van 29 november 2016 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het investeringsplan voor Europa: evaluaties bevestigen dat het plan moet worden versterkt (COM(2016) 764 final).

01 04 07

Vergoedingen verschuldigd aan het Europees Investeringsfonds wegens grotere bijstand in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 000 000

8 000 000

p.m.

p.m.

5 000 000 ,—

5 000 000 ,—

Toelichting

Het Europees Investeringsfonds (EIF) voert het kmo-onderdeel uit van het Europees Fonds voor strategische investeringen, dat de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen en midcaps met vreemd en eigen vermogen ondersteunt. Het EIF heeft recht op beheersvergoedingen voor de implementatie van het kmo-onderdeel. Zoals in Verordening (EU) 2015/1017 is bepaald, zullen aan het EIF verschuldigde vergoedingen in de eerste plaats worden gefinancierd met opbrengsten uit de middelen van het EFSI-garantiefonds en het Europees Fonds voor strategische investeringen. Voor zover deze inkomsten niet toereikend zijn om de EIF-vergoedingen te dekken, zal de algemene begroting van de Unie worden aangesproken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 26 november 2014 aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank — Een investeringsplan voor Europa (COM(2014) 903 final).

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

49 900 000

p.m.

96 000 000

0 ,—

98 649 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten en terugbetalingen gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, zullen in de algemene begroting van de Unie worden teruggestort of worden overgeheveld naar de opvolgende financiële instrumenten die vallen onder de vermogensinstrumenten voor onderzoek en innovatie van de Unie in het kader van Horizon 2020, dan wel de eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van Cosme, al naargelang het geval, in overeenstemming met het Financieel Reglement en de Verordeningen (EU) nr. 1287/2013 en (EU) nr. 1290/2013.

Rechtsgronden

Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

01 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

01 04 77 02

Proefproject — Beheer van staatseigendom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

800 000 ,—

320 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 02

INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

133 842 680

133 842 680

138 439 538

138 439 538

143 731 590,23

143 731 590,23

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

349 120 000

198 923 451

343 600 000

269 121 432

330 922 848,59

134 735 955,66

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

77 965 021

73 590 836

123 330 500

117 039 500

109 326 958,10

106 783 656,42

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

331 469 484

304 666 320

306 055 360

313 803 660

276 028 524,56

342 341 451,36

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

836 197 525

746 338 525

921 488 436

711 523 436

931 566 816,14

584 633 098,05

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

627 591 000

605 000 000

604 832 000

694 172 000

599 498 379 ,—

588 681 747,99

 

Titel 02 — Totaal

2 356 185 710

2 062 361 812

2 437 745 834

2 244 099 566

2 391 075 116,62

1 900 907 499,71

HOOFDSTUK 02 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT, INDUSTRIE, ONDERNEMERSCHAP EN MIDDEN- EN KLEINBEDRIJF”

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

84 934 866

89 338 192

93 600 658,08

110,20

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 740 536

7 341 175

6 763 995,52

100,35

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

5 030 730

5 059 144

4 934 863 ,—

98,09

 

Artikel 02 01 02 — Subtotaal

 

11 771 266

12 400 319

11 698 858,52

99,38

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

5,2

5 490 470

5 578 578

7 197 578,81

131,09

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

3 500 000

3 440 000

3 109 344,40

88,84

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

1,1

160 000

160 000

158 843,46

99,28

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

1,1

3 000 000

2 500 000

3 809 285,67

126,98

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

1,1

2 600 000

2 600 000

2 664 299,29

102,47

 

Artikel 02 01 04 — Subtotaal

 

9 260 000

8 700 000

9 741 772,82

105,20

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

8 326 928

7 855 592

8 149 910 ,—

97,87

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

2 670 464

2 605 344

2 871 630 ,—

107,53

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

1 900 000

2 937 950

3 465 787 ,—

182,41

 

Artikel 02 01 05 — Subtotaal

 

12 897 392

13 398 886

14 487 327 ,—

112,33

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

1,1

9 488 686

9 023 563

7 005 395 ,—

73,83

 

Artikel 02 01 06 — Subtotaal

 

9 488 686

9 023 563

7 005 395 ,—

73,83

 

Hoofdstuk 02 01 — Totaal

 

133 842 680

138 439 538

143 731 590,23

107,39

02 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

84 934 866

89 338 192

93 600 658,08

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 740 536

7 341 175

6 763 995,52

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 030 730

5 059 144

4 934 863 ,—

02 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 490 470

5 578 578

7 197 578,81

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 500 000

3 440 000

3 109 344,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 02.

02 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

160 000

160 000

158 843,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 02.

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000 000

2 500 000

3 809 285,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 05.

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 600 000

2 600 000

2 664 299,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 06.

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf”

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 326 928

7 855 592

8 149 910 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 670 464

2 605 344

2 871 630 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 900 000

2 937 950

3 465 787 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en representatiekosten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 02 04.

02 01 06

Uitvoerende agentschappen

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 488 686

9 023 563

7 005 395 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Uitvoeringsbesluit van de Commissie 2013/771/EU van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit van de Commissie C(2013) 9414 van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het vlak van energie, milieu, klimaatactie, concurrentievermogen en kmo's, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 02 02 —   PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

PROGRAMMA VOOR HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN ONDERNEMINGEN EN VOOR KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (COSME)

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

1,1

126 566 000

69 717 000

119 820 000

140 000 000

113 609 618,08

57 217 895,74

82,07

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

1,1

214 554 000

120 850 000

217 030 000

120 000 000

209 313 851,53

67 550 195,42

55,90

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

700 000

152 886,64

5 954 112,03

 

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

71 489,99

 

02 02 77 08

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

485 000

0 ,—

989 272,39

 

02 02 77 09

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

270 000

0 ,—

460 652,61

 

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1,1

p.m.

100 000

p.m.

490 000

0 ,—

487 191,89

487,19

02 02 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

280 287,97

 

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

1,1

p.m.

81 000

p.m.

270 000

0 ,—

119 583,90

147,63

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

1 060 000

1 199 541,34

954 044,73

 

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

1,1

p.m.

225 000

p.m.

225 000

0 ,—

149 818 ,—

66,59

02 02 77 20

Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

346 432

0 ,—

0 ,—

 

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

1,1

p.m.

450 000

1 500 000

1 000 000

0 ,—

0 ,—

0

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

1,1

p.m.

247 330

p.m.

p.m.

494 660 ,—

247 330 ,—

100,00

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

1,1

p.m.

426 146

1 000 000

500 000

452 291 ,—

226 145 ,—

53,07

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

1,1

p.m.

1 102 000

1 000 000

1 000 000

2 200 000 ,—

0 ,—

0

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

1,1

p.m.

500 000

p.m.

1 150 000

2 500 000 ,—

0 ,—

0

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

1,1

p.m.

224 975

p.m.

p.m.

500 000 ,—

27 935,99

12,42

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

500 000 ,—

0 ,—

 

02 02 77 29

Voorbereidende actie — De Europese Toerismehoofdstad

1,1

p.m.

1 000 000

2 500 000

1 250 000

     

02 02 77 30

Proefproject — Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking (Aleco)

1,1

p.m.

p.m.

750 000

375 000

     

02 02 77 31

Voorbereidende actie — Europese cultuur: Europa's schatten promoten

1,1

1 100 000

550 000

         

02 02 77 32

Voorbereidende actie — World Bridge Tourism

1,1

1 800 000

900 000

         

02 02 77 33

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

1,1

1 300 000

650 000

         

02 02 77 34

Proefproject — Versterking van de internationaliseringscapaciteit door Europese netwerken van kmo's

1,1

1 500 000

750 000

         

02 02 77 35

Voorbereidende actie — Versnelling van de industriële modernisering door de steun voor pan-Europese demonstratiefaciliteiten te verbeteren — Het voorbeeld van 3D-printen

1,1

800 000

400 000

         

02 02 77 36

Voorbereidende actie — Cir©Lean: faciliterend netwerk voor kmo's in de Unie om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten

1,1

1 500 000

750 000

         
 

Artikel 02 02 77 — Subtotaal

 

8 000 000

8 356 451

6 750 000

8 421 432

7 846 492,34

4 013 752,47

48,03

 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

349 120 000

198 923 451

343 600 000

269 121 432

330 922 848,59

134 735 955,66

67,73

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

126 566 000

69 717 000

119 820 000

140 000 000

113 609 618,08

57 217 895,74

Toelichting

Dit krediet dient om het concurrentievermogen van de ondernemingen, met name de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), te versterken, een ondernemingscultuur aan te moedigen en de oprichting en groei van kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen.

Met name zullen de volgende maatregelen worden genomen:

 

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

 

markttoepassingsprojecten;

 

analyse, ontwikkeling en coördinatie van het beleid met de deelnemende landen;

 

beleidsmaatregelen om ondernemerschap te stimuleren;

 

delen en verspreiden van informatie, bewustmaking en adviesverlening om het concurrentievermogen van kmo's te vergroten en hen te helpen om op de eengemaakte markt en daarbuiten actief te zijn;

 

ondersteuning van gezamenlijke acties van ondernemingen door lidstaten of regio's, evenals andere maatregelen van het Cosme-programma.

De Unie zal initiatieven zoals het Enterprise Europe Network en de acties ter bevordering van de ondernemingsgeest ondersteunen. Zij zal ook steun verlenen aan projecten in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van technieken, producten of praktijken (bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe bedrijfsconcepten voor consumptiegoederen) die van belang zijn voor de Unie en die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de verwerving van een marktaandeel te vergemakkelijken.

De projecten zullen eveneens tot doel hebben de raamvoorwaarden te verbeteren, onder meer door middel van capaciteitsopbouw in clusters en andere bedrijfsnetwerken, met name met het oog op de internationalisatie van het mkb om te garanderen dat de bedrijven in de Unie onder meer in de toeristische sector concurrerend en duurzaam zijn, door coherentie en consistentie bij de implementatie en gefundeerde beleidsvorming op het niveau van de Unie te ondersteunen. Daarnaast komen er ook projecten die de tenuitvoerlegging van de strategie voor de eengemaakte markt en het startersinitiatief ondersteunen. Ook de financiering van ondersteunende acties die rechtstreeks verband houden met de realisatie van deze doelstellingen wordt overwogen: bijeenkomsten (inclusief workshops), studies, voorlichting en publicaties, en deelname aan studiegroepen.

Wat gendergelijkheid betreft, zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan projecten ter bevordering van de positie van vrouwelijke ondernemers, teneinde hen te helpen op gender gebaseerde obstakels te overwinnen en teneinde in de hele Unie tot een gelijke vertegenwoordiging van mannelijke en vrouwelijke ondernemers te komen.

Bijzondere nadruk zal worden gelegd op duurzame toeristische activiteiten met als eerste prioriteit zachte mobiliteit, fietsnetwerken, ecotoerisme en natuurbescherming. Toegankelijkheid voor iedereen, in het bijzonder voor mensen met beperkte mobiliteit en kansarmen, is in dit verband eveneens van groot belang.

De Unie coördineert, bevordert en ondersteunt acties ten behoeve van duurzaam toerisme, onder meer met betrekking tot:

 

het waarborgen van duurzaam toerisme op lange termijn door de bescherming van natuurlijk, cultureel, historisch en industrieel erfgoed;

 

de coördinatie en ondersteuning van de toegankelijkheid van toeristische informatie en dienstverlening voor kansarme burgers die in armoede leven, alsmede voor personen met beperkte mobiliteit;

 

de grensoverschrijdende coördinatie van Europese fietsnetwerken, samen met informatie en dienstverlening met betrekking tot trein- en busvervoer over lange afstanden.

De actie Erasmus voor jonge ondernemers beoogt het ondernemerschap in Europa te stimuleren, kennis en goede praktijken uit te wisselen, alsook zeer nuttige netwerken en partnerschappen te creëren.

Gelet op de huidige moeilijke economische situatie is het absoluut noodzakelijk om de Europese bedrijven, met name jonge innovatieve starters en vrouwelijke ondernemers, te ondersteunen en om het ondernemerschap te bevorderen door voldoende middelen toe te wijzen aan programma's zoals het Programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme). In het bijzonder is het belangrijk de meest innoverende en moderne sectoren te ondersteunen, bijvoorbeeld de sharing economy en de digitale economie. Het is belangrijk dat de Unie jonge ondernemers die in deze sectoren actief zijn, ondersteunt en dat zij instrumenten ontwikkelt en ten uitvoer legt om ervoor te zorgen dat innoverende start-ups kunnen concurreren op mondiale schaal, met bedrijven uit derde landen.

Met name het programma Erasmus voor jonge ondernemers is zeer succesvol en doeltreffend gebleken en heeft op een efficiënte manier bijgedragen tot de bestrijding van de werkloosheid en de ondersteuning van gezonde start-ups in heel Europa. Met het oog op het relatief geringe aantal vrouwelijke ondernemers moet speciale aandacht worden besteed aan het betrekken van jonge vrouwelijke ondernemers bij het programma, teneinde hen aan te moedigen hun loopbaan als ondernemer voort te zetten en ervaring op te doen m.b.t. hoe zij het hoofd kunnen bieden aan de genderspecifieke obstakels waarmee zij mogelijk worden geconfronteerd.

De financiële middelen voor het programma Erasmus voor jonge ondernemers moeten worden verhoogd om met name de volgende redenen:

 

het programma draagt bij aan de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen;

 

het programma kent veel succes en heeft een toenemend aantal deelnemers over de afgelopen jaren, een aantal dat naar verwacht verder zal toenemen;

 

het programma pakt het jeugdwerkloosheidsprobleem doeltreffend aan door werkloze jongeren te helpen als zelfstandige van start te laten gaan en bestaande kmo's te helpen banen te scheppen in het kader van de uitbreiding en/of internationalisering van hun activiteiten;

 

het aantal aanvragen overtreft ruimschoots de capaciteit van de Commissie om daar met de huidig beschikbare middelen aan te voldoen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting vormt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder a), b) en c).

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

214 554 000

120 850 000

217 030 000

120 000 000

209 313 851,53

67 550 195,42

Toelichting

Dit krediet moet worden gebruikt om de toegang van kmo's, waaronder bedrijven van vrouwelijke ondernemers, tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld te verbeteren in hun start-up-, groei- en overdrachtsfase.

Een leninggarantiefaciliteit (LGF) zal tegengaranties, directe garanties en andere risicodelingsregelingen bieden voor a) schuldfinanciering, die de specifieke moeilijkheden moet verminderen waarmee levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen worden geconfronteerd om toegang te krijgen tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hogere risico of van onvoldoende beschikbaar onderpand, en voor b) effectisering van kmo-schuldfinancieringsportefeuilles.

Een eigenvermogensfaciliteit voor groei (equity facility for growth — EFG) moet investeringen mogelijk maken in durfkapitaalfondsen die investeren in kleine en middelgrote ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name in die welke grensoverschrijdend werken. De mogelijkheid moet bestaan om te investeren in fondsen voor de allereerste beginfase, in combinatie met de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020. In gevallen van gezamenlijke investeringen in meerfasefondsen zullen investeringen pro rata uit de EFG van Cosme en de eigenvermogensfaciliteit voor RDI in het kader van Horizon 2020 worden geboden. Steun van de EFG wordt verleend rechtstreeks door het Europees Investeringsfonds (EIF) of andere met de tenuitvoerlegging namens de Commissie belaste organisaties, of door paraplufondsen of investeringsmechanismen die grensoverschrijdend investeren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33), en met name artikel 3, lid 1 onder d).

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

700 000

152 886,64

5 954 112,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 02 77 03

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

71 489,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 08

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

485 000

0 ,—

989 272,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 09

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

270 000

0 ,—

460 652,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

490 000

0 ,—

487 191,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

280 287,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 16

Proefproject — De toekomst van industriële productie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 17

Proefproject — Overdracht van bedrijven aan werknemers en coöperatief model: waarborgen van de duurzaamheid van kmo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

81 000

p.m.

270 000

0 ,—

119 583,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 18

Proefproject — Vrouwelijke business angels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 060 000

1 199 541,34

954 044,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 19

Proefproject — Ontvangst van toeristen uit de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

p.m.

225 000

0 ,—

149 818 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 20

Proefproject — Naar regionale economische convergentie in de EU (TREC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

346 432

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 21

Voorbereidende actie — Transnationaal Europees toeristisch product op het gebied van cultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

1 500 000

1 000 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

02 02 77 23

Proefproject — Youth on the SPOT — Special partnerschap voor toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

247 330

p.m.

p.m.

494 660 ,—

247 330 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 24

Proefproject — Bestemming Europa als merk — Promotie van Europa in de toeristische sector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

426 146

1 000 000

500 000

452 291 ,—

226 145 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 25

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 102 000

1 000 000

1 000 000

2 200 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 26

Proefproject — Initiatief voor startende ondernemingen in de deeleconomie — Financiering voor de toekomst van Europees ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

1 150 000

2 500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 27

Proefproject — Verlaging van de jeugdwerkloosheid en oprichting van coöperaties om de arbeidskansen in de EU te vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

224 975

p.m.

p.m.

500 000 ,—

27 935,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 28

Proefproject — Kmo-instrument ter versterking van de participatie van vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

02 02 77 29

Voorbereidende actie — De Europese Toerismehoofdstad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

2 500 000

1 250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het toerisme vormt de op twee na grootste sector in Europa. In de Unie zijn de reissector en de toeristische sector samen goed voor bijna 25 miljoen (directe en indirecte) banen, en bezoekers genereren jaarlijks 351 miljard EUR. De toeristische sector genereert 9,7 % van het totale bbp van de EU-28, een cijfer dat naar verwachting tegen zal stijgen tot 10,4 % in 2025.

Vorig jaar kwamen meer dan 455 miljoen toeristen naar de Unie. Toerisme behoort tot het dagelijkse leven van de burgers en tot de Europese waarden. Met het oog op de diverse crises van de afgelopen maanden en in tijden van toenemende terrorismedreiging is er meer behoefte aan toerisme als sector die de vrede bevordert.

Voor de duurzame ontwikkeling en de bescherming van deze economisch zeer belangrijke sector is meer samenwerking nodig tussen de Europese instellingen en de regeringen van de lidstaten, alsook maximale betrokkenheid van de burgers.

Er bestaan al twee programma's, namelijk de Culturele Hoofdstad van Europa en de Europese Sporthoofdstad. Uit de evaluaties van de het programma Culturele Hoofdsteden van Europa en de openbare raadpleging over de toekomst daarvan na 2019 is gebleken dat dit is uitgegroeid tot een van de meest ambitieuze en door de Europese burgers meest gewaardeerde culturele initiatieven in Europa. In het merendeel van de steden heeft het programma economische groei tot stand gebracht. In 2013 ontving Marseille (Frankrijk) bijna 11 miljoen toeristen en was in Pécs (Hongarije) het aantal geboekte hotelkamers met 27 % gestegen. Bovenal heeft het programma gemeenschappen gecreëerd en hebben de meeste van de steden nieuwe grondslagen voor hun ontwikkelingsplannen gevonden. Ook in de regio's rond deze steden hebben deze resultaten groei gecreëerd.

Het is van belang deze waarden hoog in het vaandel te houden en ze zo wijd mogelijk te verspreiden. Daartoe kan de titel „Europese Toerismehoofdstad” een uitstekend instrument zijn. De doelstellingen van dergelijk programma zouden kunnen zijn: het rijke toeristische aanbod van de Europese landen promoten; de burgers een sterker gevoel geven dat ze waarden in verband met lokaal toerisme delen; een sterkere ontwikkeling dankzij toerisme in steden, in hun omgeving en in hun regio's; het imago van de steden die deze titel krijgen, versterken, en in ruimere zin hun regio's meer zichtbaarheid geven.

Voor steden waaraan de titel is toegekend, is het ook belangrijk te streven naar meer sociale inclusie en gelijke kansen en al het mogelijke te doen om alle maatschappelijke geledingen, met bijzondere aandacht voor jongeren, randroepen en kansarme groepen, zo veel mogelijk te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van het programma rond toerisme.

De toekenning van de titel moet gebaseerd zijn op een specifiek ontworpen programma rond toerisme, dat een sterke Europese dimensie moet hebben. Dit programma voor de ontwikkeling van het toerisme moet deel uitmaken van een langetermijnstrategie met een duurzame invloed op de lokale economische, culturele en sociale ontwikkeling.

Omdat toerisme een sterke regionale dimensie heeft, is het belangrijk om tegelijk met de titel „Europese Toerismehoofdstad” de mogelijkheid te hebben om steden en regio's te belonen die op het gebied van toerisme een uniek en innovatief resultaat hebben geboekt.

Met het oog hierop zou de „Europese Toerismeprijs” door een panel van onafhankelijke deskundigen kunnen worden toegekend in verschillende categorieën (bv. duurzaam toerisme, digitaal toerisme, gezondheidstoerisme) die door het Europees Parlement, de Europese Commissie en het Comité van de Regio's worden vastgesteld. Daarbij kan het netwerk van belanghebbenden dat het toerismemanifest voor groei en banen heeft gecreëerd, ondersteund door maatschappelijke organisaties, een uitstekende partner zijn.

Het algemene doel van de voorbereidende actie is:

 

toerisme op lokaal niveau een eigen profiel bezorgen en de banden tussen de steden en hun regio's aanhalen;

 

binnen het bestaande institutionele kader de „Europese Toerismehoofdstad” instellen, in combinatie met de reeds goed werkende methoden van de Culturele Hoofdstad en de Sporthoofdstad; gemeenschappelijke waarden vinden, de mogelijkheden van synergieën benutten en overlapping vermijden;

 

de aantrekkelijkheid van steden en regio's vergroten die tot economische groei en banencreatie kan leiden.

De operationele doelstellingen zijn:

 

maximaal drie prijzen voor „Europese Toerismehoofdstad” per jaar;

 

vaststelling van de voorwaarden en categorieën voor de „Europese Toerismeprijs”;

 

de lidstaten vanaf het begin op vrijwillige basis betrekken, en een structurele dialoog met de Raad aangaan;

 

instelling van het professionele orgaan, het voorbereidende comité, de jury, de tenders in samenwerking met het Europees Parlement, de Commissie en het Comité van de Regio's;

 

aangezien de regio's de belangrijkste begunstigden van de Uniefinanciering zijn, de mogelijkheid onderzoeken van een financiële bijdrage tot de duurzaamheid van het programma;

 

een jaarlijks kosteneffectiviteitsplan opstellen wat het aantal titels en prijzen betreft.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 30

Proefproject — Actief leiderschap op ondernemerschapsniveau en kansen voor samenwerking (Aleco)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is een mobiliteitsregeling voor jonge Europese ondernemers met een maximale duur van één tot zes maanden in speciaal geselecteerde derde landen van ontvangst. Het doel is Aleco integrerend onderdeel uit te doen maken van Erasmus voor jonge ondernemers (EYE) door de geografische reikwijdte ervan en de blootstelling aan succesvolle ondernemerschapsmodellen te vergroten. Het proefproject zal gebruik maken van de bestaande EYE-infrastructuur, inclusief het ondersteuningsbureau, bemiddelende organisaties en IT-instrumenten.

Er zullen naar verwachting maximaal 200 jonge ondernemers uit de lidstaten aan het project deelnemen. Kandidaten moeten een aanvraag indienen, waarna de doelgroep wordt gekozen op basis van ondernemerschapsprofielen en een beoordeling. Subsidiabiliteitscriteria: 1. Het presenteren van uitvoerbare businessplannen en de bindende toezegging een onderneming te zullen beginnen. 2. Het gedurende de drie voorafgaande jaren alleen of met een partner opgestart hebben van een bedrijf. 3. Deelname aan de EYE-uitwisseling en aantoonbare vooruitgang in hun bedrijf.

Tot de landen van ontvangst kunnen behoren de VS, Israël, Canada, Singapore, Japan, China en Zuid-Korea.

Het voorstel wordt gesteund door Eurochambers, het Europees Jeugdforum, Junior Achievement, Knowledge 4 Innovation en Europese Democratische Studenten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 31

Voorbereidende actie — Europese cultuur: Europa's schatten promoten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 100 000

550 000

       

Toelichting

Inspelend op het Europees Jaar van het cultureel erfgoed 2018 heeft deze actie tot doel de diversiteit en rijkdom van het Europese erfgoed en culturele evenementen (Unesco-werelderfgoedlocaties, muziek- en culinaire festivals, folklore en spiritualiteit) onder de aandacht te brengen en te promoten als reden voor een bezoek aan Europa, het continent van cultuur en creativiteit.

De in het kader van deze voorbereidende actie uit te voeren activiteiten kunnen worden gekoppeld aan het thema „Europese cultuur — Europa’s schatten promoten”, in het kader waarvan individuele landen, regio’s of macroregio’s hun erfgoed en cultuurgoederen aan een breed internationaal publiek kunnen tonen.

De voorbereidende actie bouwt voort op het proefproject Bestemming Europa als merk, maar er wordt voorgesteld om de werkingssfeer uit te breiden en het budget te verhogen. De actie omvat ook het promoten van minder bekende, maar evenzeer interessante plaatsen en toeristische attracties, met als uiteindelijke doel de waaier aan Europese bestemmingen te diversifiëren, nieuwe toeristische producten te creëren en minder ontwikkelde regio’s te ondersteunen.

De portaalsite VisitEurope.com, die met Uniesteun is ontwikkeld, kan een geschikt platform bieden voor de promotie- en marketingactiviteiten. Daarnaast kan de applicatie „360° European Wonders”, die de Commissie eerder in 2017 heeft uitgebracht, worden geïntegreerd in de promotie- en marketingstrategie.

Ten slotte is de actie erop gericht mensen bewust te maken van een verantwoorde en duurzame ontwikkeling van het cultureel erfgoed en de bescherming van hulpbronnen voor toekomstige generaties.

De voornaamste doelstellingen en acties zijn:

 

Europa’s leidende positie als toeristische bestemming in de wereld behouden door het Europese culturele erfgoed te promoten;

 

(online- en offline)promotie- en marketingkanalen ontwikkelen en ondersteunen waarmee het toeristische aanbod van bestemmingen zo ruim mogelijk bekend kan worden gemaakt;

 

de waaier aan Europese bestemmingen diversifiëren door minder zichtbare, secundaire bestemmingen (zogenoemde „verborgen parels”) te promoten als nieuwe toeristische producten;

 

een aantal goed ontwikkelde en toegankelijke alternatieve toeristische bestemmingen onderzoeken en in kaart brengen die potentieel zeer aantrekkelijk zijn, zowel in Europa als op overzeese markten;

 

samen met diverse stakeholders in de EU-lidstaten meer zichtbaarheid geven aan plekken met cultuurerfgoed;

 

steun verlenen aan bedrijven in de sector, met name kmo's in de horeca en de vervoerssector, om toeristische producten en reispakketten te ontwikkelen waarin deze alternatieve bestemmingen zijn opgenomen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 32

Voorbereidende actie — World Bridge Tourism

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 800 000

900 000

       

Toelichting

Het proefproject „World Bridge Tourism” werd opgestart in het kader van de begroting 2015. Het voornaamste doel van dit project was dat Europa van het wereldwijde toerisme kan profiteren dankzij het toenemende bbp van de toeristische sector. Dit zal leiden tot aanzienlijke economische groei en de schepping van duurzame werkgelegenheidsperspectieven.

De voorbereidende actie is toegespitst op China omdat dat de snelst groeiende markt van uitgaand toerisme ter wereld is. Zoals vermeld in het proefproject, zal de geneigdheid van Chinese toeristen om naar het buitenland te reizen naar verwachting de komende decennia toenemen. Buiten Azië en de Pacifische regio is Europa de belangrijkste bestemming voor Chinese reizigers. Aangezien Europa hoog op het wensenlijstje van Chinese toeristen staat, moet worden bekeken hoe de ontvangst van Chinese toeristen in de lidstaten verbeterd kan worden. Er is hierbij behoefte aan wederzijds begrip en permanente opleiding van personeel in de toeristische sector in heel Europa.

De voorbereidende actie is erop gericht de stromen van Chinese bezoekers te vergroten door de handel tussen Europese toeristische bedrijven en Chinese kopers te vergemakkelijken.

2018 is uitgeroepen tot het Toerismejaar EU-China en tijdens de voorbereidingsperiode daarvan speelt het project World Bridge Tourism een cruciale rol.

De voornaamste doelstellingen en acties zijn:

 

de beste praktijken bijeenbrengen en de resultaten van het proefproject analyseren;

 

de voorlichtingscampagne onder touroperators en reisbureaus voortzetten;

 

actief deelnemen aan het Toerismejaar EU-China 2018;

 

de reikwijdte van het project uitbreiden en het Chinese cultuurinstituut (Confucius-instituut) en andere belanghebbenden die de burgers kunnen bereiken, erbij betrekken;

 

meer gebruik maken van sociale netwerken en bijzondere aandacht schenken aan digitalisering, en de aanpassing van toeristische producten en diensten aan de behoeften van Chinese toeristen stimuleren, onder meer door marketingtools (websites en flyers in het Chinees), en deze onder de aandacht brengen op Chinese sociale netwerken (zoals Weibo).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 33

Proefproject — Opbouw van ondernemingscapaciteit voor jonge migranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

650 000

       

Toelichting

Kennis en vaardigheden zijn niet alleen noodzakelijk voor het persoonlijk welzijn van elke burger, maar ook voor duurzame ontwikkeling en economische groei. Daarom is het van belang perspectieven te bieden aan — met name jonge — mensen uit landen die in een economische en sociale crisis verkeren, zodat zij de kans krijgen om meerwaarde te creëren, niet alleen voor zichzelf maar ook in het algemeen belang.

Het is dan ook van belang dat jonge migranten en vluchtelingen toegang krijgen tot kennis en hun vaardigheden kunnen ontwikkelen die zij kunnen benutten als zij terugkeren naar hun land.

Op die manier kunnen zij niet alleen een degelijk bestaan opbouwen, maar kunnen zij eventueel ook ondernemer worden, hun eigen bedrijf opzetten en werkgelegenheid scheppen.

De kern van dit initiatief is gericht op begeleidingsprogramma's van diverse organisaties, zoals burgerbescherming en collectieve diensten, en van bedrijven (met inbegrip van plaatselijke leveranciers). Een ten dele uit duale opleiding bestaand systeem zou de begunstigden helpen vast te stellen wat de specifieke behoeften van de organisaties en bedrijven ter plaatse zijn.

De juridische situatie met betrekking tot de wachttijd voordat met een economische activiteit mag worden begonnen, verschilt fors van lidstaat tot lidstaat. Om deze voorbereidende actie tot een succes te maken, zal het dus noodzakelijk zijn de huidige nationale rechtskaders onder de loep te nemen en beste praktijken vast te stellen die gestimuleerd zouden kunnen worden om de procedures te versnellen, zodat jonge migranten zo spoedig mogelijk na aankomst de voorgestelde programma's kunnen benutten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 34

Proefproject — Versterking van de internationaliseringscapaciteit door Europese netwerken van kmo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Het versterken van de internationaliseringscapaciteit van kmo's is cruciaal voor het concurrentievermogen in Europa. Kmo's maken 99 % uit van de ondernemingen in de Unie, en de meerderheid daarvan heeft het erg moeilijk om een internationaliseringsstrategie in te voeren, vooral ten opzichte van derde markten, omdat zij tegen sterke — en soms oneerlijke — concurrentie aanlopen. De laatste drie jaar heeft slechts 29 % van de micro-ondernemingen, 43 % van de kleine en 59 % van de middelgrote ondernemingen naar een andere lidstaat geëxporteerd. Vele kmo's hebben niet de nodige vaardigheden om betrekkingen met multinationals te onderhouden, om deel te nemen aan internationale beurzen of om infrastructuur voor onlinehandel op te zetten.

Dit kan verholpen worden door kmo's aan te moedigen om de krachten te bundelen en samen te werken aan specifieke internationaliseringsprojecten. De laatste jaren hebben ervaringen aangetoond dat samenwerkingen tussen kmo's kunnen zorgen voor een verbetering van hun internationalisering. De toegevoegde waarde van samenwerking is ook door de Commissie erkend (bijvoorbeeld in de SBA-herziening). De Commissie heeft op basis van nationale beste praktijken het concept „zakelijke netwerken” ingevoerd: het betreft „vormen van samenwerking tussen bedrijven, waardoor ondernemingen, ook in verschillende regio's of landen, kunnen samenwerken op basis van gemeenschappelijke ontwikkelingsdoelstellingen die in een samenwerkingsovereenkomst/-contract vastgelegd zijn. De ondernemingen besluiten om hun krachten te bundelen, informatie te delen en synergieën te creëren om hun innoveringscapaciteit en concurrentievermogen op de nationale en internationale markten te versterken, met behoud van hun autonomie en zonder een afzonderlijke juridische entiteit te moeten oprichten. Dit samenwerkingsmodel is geschikt voor zakelijke activiteiten van alle soorten en in alle sectoren.”

Internationalisering is cruciaal voor de groei en het concurrentievermogen van Europa. Aangezien kmo's, meestal vanwege hun beperkte grootte, moeilijkheden ondervinden om internationaal te gaan opereren, niet alleen in derde markten maar ook in de Europese eengemaakte markt, moet het stimuleren van samenwerking en het aanmoedigen van kmo's om hun krachten te bundelen teneinde als een beter gestructureerde onderneming maar met behoud van hun autonomie te kunnen opereren, verder worden getest en ontwikkeld. In haar mededeling „Kleine ondernemingen in een grote wereld — Een nieuw partnerschap om kmo's te helpen kansen wereldwijd te benutten” (2011) wees de Commissie op het belang van de bevordering van clusters en netwerken voor de internationalisering van kmo's. Het „Enterprise Europe Network” speelt een cruciale rol voor de bevordering van de internationalisering van kmo's door behoeften op elkaar af te stemmen en de kosten te verminderen.

In dit verband kan op Unieniveau een test worden gelanceerd om te onderzoeken in welke mate het samenbrengen van kmo's uit verschillende lidstaten, teneinde hun krachten te bundelen en een samenwerking te beginnen, een effect heeft op de versterking van de internationaliseringscapaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen en de uitbreiding van hun aanwezigheid op markten in derde landen. De test kan met name de volgende doelstellingen omvatten: 1) onderzoeken in welke mate het samenbrengen van kleine en middelgrote ondernemingen een toegevoegde waarde heeft voor internationalisering; 2) een cultuur van samenwerking en netwerken onder kmo’s bevorderen; 3) dit samenwerkings-/netwerkmodel verspreiden als een beste praktijk en als een concrete manier voor kmo's om toegang te vinden tot nieuwe markten in derde landen, door aan te tonen dat kmo's sterk verbeterde internationale prestaties kunnen neerzetten als zij samenwerken aan gezamenlijke internationaliseringsplannen.

De netwerken moeten zijn samengesteld uit ten minste drie kmo's uit drie verschillende lidstaten. De aanvragers moeten een voorstel indienen om een internationaliseringsstrategie uit te werken, met een gedetailleerde beschrijving van het doel van de samenwerking en van de strategische doelstellingen. De test moet de kosten voor de opstartfase van de internationaliseringsactiviteiten van de kmo-netwerken dekken, onder meer:

 

de identificatie van de internationale markten waarop de leden van het kmo-netwerk willen opereren en hun product willen introduceren;

 

het delen van kennis en informatie over markten en klanten;

 

de ontwikkeling van gecoördineerde promotie-, marketing- en verkoopstrategieën (met inbegrip van gemeenschappelijke strategieën voor digitale marketing en infrastructuur voor onlinehandel);

 

de selectie van marketing- en distributiekanalen;

 

de oprichting van een gezamenlijk merk;

 

het identificeren van beurzen, tentoonstellingen en nationale en internationale zakelijke evenementen voor de promotie en commercialisering van de kmo-producten;

 

de ontwikkeling van bijstand na verkoop, die voldoet aan hoge normen, en de versterking van de aanwezigheid op internationale markten;

 

de verbetering van de productkwaliteit, met name door de uitwisseling van goede praktijken en knowhow tussen de kmo's van het netwerk;

 

het delen van kosten voor advies.

Overige activiteiten

Met een begroting van 1 500 000 EUR kan het proefproject dertig kmo-netwerken ondersteunen bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijk actieplan voor internationalisering. Elk netwerk ontvangt tussen 30 000 en 50 000 EUR aan financiële steun. Het minimum is drie kmo's per netwerk. Het project kan minstens negentig Europese kmo's bereiken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 35

Voorbereidende actie — Versnelling van de industriële modernisering door de steun voor pan-Europese demonstratiefaciliteiten te verbeteren — Het voorbeeld van 3D-printen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

400 000

       

Toelichting

Industriële modernisering is van cruciaal belang voor de verbetering van het concurrentievermogen van de Unie en vormt dan ook een hoeksteen van haar beleid. Niet alleen de ontwikkeling van technologieën, maar ook het vermogen van industriële bedrijven om zich nieuwe technologieën eigen te maken en deze met succes toe te passen, is in dit verband cruciaal, maar stelt veel bedrijven tegelijkertijd nog altijd voor een grote uitdaging.

Er kunnen verschillende fasen worden onderscheiden in het proces van de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat marktfalen zich voordoet in de demonstratiefase (TRL 6-8) van het innovatieproces: tussen toegepast onderzoek, het testen van prototypes en invoering op de markt. Het testen en valideren van prototypen in een industriële omgeving en het certificeren van nieuwe toepassingen blijven zeer duur en hoogst onzeker. In veel gevallen voorkomt dit (of leidt dit op zijn minst tot aanzienlijke vertraging in) de invoering op de markt van veelbelovende innovaties uit onderzoek en industrie, met inbegrip van producten die eerder door de Unie waren gefinancierd. Aan de ene kant beschikken industriële bedrijven heel vaak niet over alle nodige apparatuur en vaardigheden voor het uitvoeren van verdere prototypeactiviteiten, validatietests, certificeringsprocedures, kostenvergelijkingen of andere activiteiten na het testen van prototypes, die nodig zijn voorafgaand aan de volledige productie en de lancering op de markt. Deze activiteiten worden doorgaans ingedeeld bij de zogeheten „eenmalige kosten” en maken deel uit van de welbekende „vallei des doods”. Aan de andere kant heeft slechts een klein aantal regio’s alle capaciteiten voor productdemonstraties op hun grondgebied om bedrijven te helpen het volledige spectrum van activiteiten na de prototypefase te verrichten in een specifiek technologiedomein.

Er is een sterke behoefte en een goede reden om een interregionale innovatiestructuur op te zetten, met pan-Europese gedeelde demonstratiefaciliteiten („industry commons”) die toegankelijk zijn voor de industrie en waarmee de invoering van nieuwe technologieën in en door industriële bedrijven kan worden bespoedigd. Gedeelde demonstratiefaciliteiten kunnen worden opgezet door de complementaire faciliteiten die reeds bestaan in de regio’s aan elkaar te koppelen en te moderniseren, of door nieuwe gedeelde faciliteiten aan te leggen als dat nodig is.

In het verleden en bij lopende activiteiten in het kader van de proefprojecten van het Vanguard-initiatief (VI) (www.s3vanguardinitiative.eu) hebben verschillende regio's ondervonden dat het opzetten van „gedeelde demonstratiefaciliteiten” gewoonlijk een niet-rendabele component heeft. Dit financieringstekort ontstaat tijdens het opzetten van de gedeelde faciliteiten en bij het betalen van de eerste bedrijfskosten. Zodra dit financieringstekort is aangevuld, kunnen industriële demonstratieactiviteiten plaatsvinden. Indien deze succesvol zijn, kunnen bedrijven hun productie opvoeren, inkomsten genereren op de markt en zodoende zorgen voor groei en werkgelegenheid. Om vaart te zetten achter de invoering van technologie en industriële modernisering, is er dus behoefte aan krachtiger overheidsingrijpen om het potentieel voor innovatie en groei te ontsluiten. Op dit moment is er geen geschikt regio-overschrijdend, pan-Europees instrument om de broodnodige investeringen in innovatie-infrastructuur te ondersteunen.

In dit verband is deze voorbereidende actie bedoeld als aanvulling op en verdere uitbreiding van de activiteiten die momenteel plaatsvinden in het kader van het Vanguard-initiatief en het „Thematisch platform voor slimme specialisatie voor industriële modernisering” (TSSP IM). Terwijl het TSSP IM en de bijbehorende interregionale partnerschappen, net als het Vanguard-initiatief, essentieel zijn om de interregionale samenwerking met het oog op de invoering van nieuwe technologie te onderzoeken en op poten te zetten, zal met deze actie ondersteuning worden geboden voor de ontwikkeling van investeringen, operationele activiteiten en diensten, en zullen kosten worden vergoed voor de coördinatie van gedeelde demonstratiefaciliteiten ten dienste van een klantenbasis van industriële bedrijven in heel Europa.

Deze voorbereidende actie zal met name belangrijk zijn om input te leveren voor het (opnieuw) vormgeven van diverse Uniebeleidsmaatregelen, op het vlak van innovatie (KP9), investeringen (EFSI) en het cohesiebeleid. De actie zal de mogelijkheden en beperkingen van bestaande fondsen en financieringsinstrumenten in kaart brengen om uiteindelijk de ingebruikname van technologieën die nieuwe markten creëren en de bevordering van vervolginvesteringen door de particuliere sector te stimuleren, onder andere door middel van nauwe(re) samenwerking met brancheorganisaties, waarmee beleidsmakers van nuttige input worden voorzien.

Deze voorbereidende actie zal zich voornamelijk concentreren op het specifieke VI-proefproject van (gedeelde demonstratiefaciliteiten voor) „hoogwaardige productie door middel van 3D-printen” (3DP). Het 3DP-proefproject is een van de meest geavanceerde projecten maar ziet zich geconfronteerd met de grote uitdaging om investeringen aan te trekken in een aantal van zijn industriële toepassingen. 3D-printen wordt ook wel beschouwd als een ontwrichtende technologie met aanzienlijke gevolgen voor een breed scala van sectoren.

Specifiek zal de voorbereidende actie gericht zijn op de volgende activiteiten:

 
 

1)

het opzetten van een operationeel platform van met elkaar verbonden demonstratiefaciliteiten tussen regio’s door bijvoorbeeld:

 

demonstratiefaciliteiten als virtuele ondersteuningsplatforms met elkaar te verbinden;

 

toezicht te houden op de levering van knowhow, apparatuur en diensten die worden aangeboden aan de industrie met een ruime sectorale dekking;

 

indien nodig het netwerk van onderling verbonden faciliteiten uit te breiden voor een betere industriële en/of geografische dekking;

 

een netwerk op te zetten van geaccrediteerde dienstverleners in heel Europa (voor ondersteuning, opleiding, certificering enz. van de demonstratiefaciliteiten binnen één netwerk);

 
 

2)

het aantrekken van industriële demonstratieprojecten via het platform door bijvoorbeeld:

 

contact te onderhouden met de voornaamste belanghebbenden;

 

het platform onder de aandacht te brengen en kansen te identificeren;

 

3DP-demo's verder te ontwikkelen en demo's te gebruiken waarmee nieuwe waardeketens ontstaan;

 

een overzicht te maken van de specifieke kosten voor coördinatie en de behoeften voor ondersteuning van investeringen;

 

te communiceren en samen te werken met een breder publiek, waarbij tevens gebruik wordt gemaakt van het TSSP IM;

 

te werken aan synergieën tussen het relevante proefproject en daarmee verband houdende initiatieven;

 

specifieke kennis op te doen over financieringskwesties in verband met de specifieke investeringsbehoeften;

 
 

3)

het opstellen van een overzicht van de specifieke voorstellen voor veranderingen op de verschillende Uniebeleidsterreinen, in overleg met de Commissie.

Voor een goede uitvoering en evaluatie is een tijdsbestek van drie jaar (2018-2020) nodig, met een jaarlijkse bijwerking van de routekaart, waarbij een strategische raad betrokken is waarin ook leden van het Europees Parlement vertegenwoordigd zullen zijn.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 02 77 36

Voorbereidende actie — Cir©Lean: faciliterend netwerk voor kmo's in de Unie om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel een faciliterend netwerk voor kmo's op te zetten om zakelijke mogelijkheden op het gebied van de circulaire economie te benutten. De actie zal een nieuw milieuvriendelijk industrietype bevorderen, waarbij waardeloos materiaal tot iets waardevols wordt omgevormd door alle materialen, met inbegrip van zijstromen en afval, volledig te gebruiken.

De grootste chemicaliënverwerkende industrieën, bedrijven en daaraan gekoppelde toeleveringsketens in verschillende delen van Europa (met name Finland, Frankrijk, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) proberen nieuwe bedrijven te creëren uit zijstromen en afval. Zijstromen kunnen worden gerecupereerd en worden gebruikt als grondstoffen voor nieuwe industrieën. Door de grondstoffen in de Unie te verfijnen, wordt de meeste meerwaarde gecreëerd op de interne markt, wat in het voordeel is van de Europese economieën. Dit zal zorgen voor meer banen en is goed voor het milieu.

Cir©Lean heeft als doelgroep op export gerichte kmo's die industriële diensten leveren, en die de nodige bereidheid, mogelijkheden en een internationaal perspectief hebben. Cir©Lean zal stelselmatig en op lange termijn een faciliterend netwerk voor kmo's in de Unie opbouwen, door grens-, sector- en industrieoverschrijdende kennis te gebruiken en innovatieve zakelijke modellen voor de circulaire economie te ontwikkelen. De actie zal kmo's helpen om manieren te vinden om de waarde van de (momenteel nog niet geïdentificeerde) afval en reststoffen te vergroten en deze stoffen om te zetten tot waardevolle producten die op zowel de binnenlandse als de internationale markt verkocht kunnen worden. De actie zal de industriële symbiose vergroten door de mate waarin rest- en stortafval verwerkt worden, te verbeteren en zal nieuwe bedrijven op het gebied van restafval genereren.

Er zullen nieuwe zakelijke modellen gecreëerd worden door middel van grens-, sector- en industrieoverschrijdende zakelijke workshops over open innovatie waarin de expertise van kmo's, primaire industrieën, bedrijfsontwikkelaars, docenten, onderzoekers, overheden en financiers bijeengebracht wordt. Het instrument voor de beoordeling van duurzaamheid dat in Finland ontwikkeld werd zal hierbij toegepast worden. De workshops zullen bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe kennis voor alle deelnemers en zullen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe commerciële producten en diensten die de nationale grenzen overschrijden.

Ongeveer twintig kmo's zullen deelnemen aan de voorbereidende actie Cir©Lean. Als een mijlpaal voor de actie zullen honderd kmo's deelnemen aan professionele ontwikkelingsactiviteiten en zullen zij als onderdeel van de actie nieuwe contacten kunnen leggen grensoverschrijdend kunnen samenwerken. Wanneer de actie voltooid is, zal de export toenemen, evenals het aantal kmo's met nieuwe bedrijfsmodellen. Dit alles zal leiden tot nieuwe duurzame contacten en partnerschappen op lange termijn, waardoor permanente samenwerkingsstructuren opgezet kunnen worden.

Cir©Lean zal leiden tot de opzet van een faciliterend netwerk voor kmo's op het gebied van de circulaire economie, dat ook na afloop van de voorbereidende actie zal blijven bestaan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 03 —   INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE MARKT VOOR GOEDEREN EN DIENSTEN

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

1,1

23 526 000

22 000 000

27 159 000

20 500 000

23 375 595,25

20 085 890,20

91,30

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

1,1

18 562 000

17 000 000

18 562 000

18 600 000

17 608 033,58

18 150 692,34

106,77

02 03 02 02

Steun aan organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

1,1

4 080 000

3 500 000

3 970 000

4 000 000

4 148 698,17

3 390 476,50

96,87

 

Artikel 02 03 02 — Subtotaal

 

22 642 000

20 500 000

22 532 000

22 600 000

21 756 731,75

21 541 168,84

105,08

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

1,1

25 722 021

25 722 021

69 489 500

69 489 500

60 544 763 ,—

60 544 763 ,—

235,38

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

1,1

3 675 000

3 700 000

3 650 000

3 700 000

3 649 868,10

3 713 931,74

100,38

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 03

Proefproject — Internemarktforum

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

716 717,64

 

02 03 77 04

Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

1,1

p.m.

318 815

p.m.

500 000

0 ,—

181 185 ,—

56,83

02 03 77 05

Proefproject — Dynamische ontwikkeling van grensoverschrijdende e-commerce door efficiënte oplossingen voor pakketbezorging

1,1

p.m.

150 000

500 000

250 000

     

02 03 77 07

Proefproject — Onafhankelijke real-driving emissions (RDE)-tests op de weg om brede informatie en transparantie te waarborgen ten behoeve van beter markttoezicht

1,1

1 600 000

800 000

         

02 03 77 08

Proefproject — Beoordeling van mogelijke verschillen in kwaliteit van op de interne markt verkochte producten

1,1

800 000

400 000

         
 

Artikel 02 03 77 — Subtotaal

 

2 400 000

1 668 815

500 000

750 000

0 ,—

897 902,64

53,80

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

77 965 021

73 590 836

123 330 500

117 039 500

109 326 958,10

106 783 656,42

145,10

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 526 000

22 000 000

27 159 000

20 500 000

23 375 595,25

20 085 890,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt:

 

maatregelen om de interne markt doeltreffender te laten functioneren en om burgers en het bedrijfsleven toegang te bieden tot alle rechten en mogelijkheden die ontstaan als gevolg van de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen en hen daar ten volle van te laten profiteren; maatregelen voor het toezicht op en de evaluatie van de manier waarop burgers en het bedrijfsleven van deze rechten en mogelijkheden gebruikmaken, teneinde vast te stellen of er eventueel sprake is van belemmeringen die hen ervan weerhouden ten volle van hun rechten te profiteren en in voorkomend geval gunstige voorwaarden te scheppen voor het wegnemen van dergelijke belemmeringen;

 

harmonisatie van normen en onderhoud en ontwikkeling van een informatiesysteem voor technische normen en voorschriften; onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten, de EVA-staten en Turkije kennisgeving is gedaan en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

 

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties; subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor Technische Goedkeuring (EOTA) en van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

 

toepassing van de wetgeving van de Unie op medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en mengsels, auto's en veiligheid, speelgoed, wettelijke metrologie, voorverpakking en kwaliteit van het milieu, spuitbussen, en voorlichting en publiciteit om de wetgeving van de Unie meer onder de aandacht te brengen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en een evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel wat betreft de infrastructuren als het markttoezicht, en Verordening (EG) nr. 764/2008 wat betreft procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht, en uitvoering van het corresponderende deel van de strategie voor de eengemaakte markt (mededeling van de Commissie van 28 oktober 2015 (COM(2015) 550 final));

 

de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie en maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie, alsook in voorkomend geval, het opzetten van onderzoeken en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen met betrekking tot de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

 

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1907/2006, in het bijzonder die welke voortvloeien uit de Refit-evaluatie van REACH uit 2017 en het verslag uit 2013 over de evaluatie van REACH (verslag van de Commissie van 5 februari 2013 (COM(2013) 49 final));

 

uitvoering van en toezicht op de bepalingen op het gebied van overheidsopdrachten, in het bijzonder met betrekking tot de omzetting van de Richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU;

 

maatregelen in verband met de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2014/60/EU;

 

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openbaarheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

 

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

 

een deel van dit krediet zal worden aangewend om een gelijke mate van tenuitvoerlegging en handhaving van de Uniewetgeving door de nationale instanties te bereiken, teneinde concurrentieverstoringen te bestrijden en bij te dragen aan een gelijk speelveld;

 

verbetering van internemarktinstrumenten die consumenten en bedrijven meer besef geven van de internemarktregels en hen in staat stellen hun rechten te handhaven, en die een betere samenwerking tussen de betrokken nationale autoriteiten mogelijk maken;

 

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van het vrije verkeer van diensten, met name het grensoverschrijdende verkeer, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom, met name de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een Unieoctrooi;

 

analyse van de effecten van het wegnemen van belemmeringen voor de interne markt voor diensten en van de effecten van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten; coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten met betrekking tot internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; alsook analyse van de praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

 

acties in verband met de uitvoering van het EU-actieplan voor de circulaire economie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of van maatregelen die onder dit artikel vallen, zoals het onderhouden, actualiseren en ontwikkelen van IT-systemen die met technische verordeningen verband houden of in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne markt, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 34, 35 en 36 (PB C 326 van 26.10.2012).

Richtlijn 75/107/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake flessen, gebruikt als tapmaat (PB L 42 van 15.2.1975, blz. 14).

Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols (PB L 147 van 9.6.1975, blz. 40).

Richtlijn 76/211/EEG van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde producten in voorverpakkingen (PB L 46 van 21.2.1976, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PB L 78 van 26.3.1977, blz. 17).

Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden, en tot intrekking van Richtlijn 71/354/EEG (PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 89/105/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de doorzichtigheid van maatregelen ter regeling van de prijsstelling van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en de opneming daarvan in de nationale stelsels van gezondheidszorg (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 8).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Richtlijn 91/671/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton (PB L 373 van 31.12.1991, blz. 26).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

Richtlijn 98/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven (PB L 77 van 14.3.1998, blz. 36).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PB L 135 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 2003/102/EG en Richtlijn 2005/66/EG (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 32).

Richtlijn 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende niet-automatische weegwerktuigen (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 6).

Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 661/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende typegoedkeuringsvoorschriften voor de algemene veiligheid van motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en daarvoor bestemde systemen, onderdelen en technische eenheden (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

Richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 27).

Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 107).

Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 149).

Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 540/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende het geluidsniveau van motorvoertuigen en vervangende geluidsdempingssystemen, en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van Richtlijn 70/157/EEG (PB L 158 van 27.5.2014, blz. 131).

Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 159 van 28.5.2014, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

Richtlijnen en verordeningen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, explosieven, pyrotechnische artikelen, kabelbaaninstallaties enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 692/2008 van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 406/2010 van de Commissie van 26 april 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof (PB L 122 van 18.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/983 van de Commissie van 24 juni 2015 betreffende de procedure voor de afgifte van de Europese beroepskaart en de toepassing van het waarschuwingsmechanisme overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 159 van 25.6.2015, blz. 27).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 27 januari 2016, inzake de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (COM(2016) 31 final).

02 03 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

02 03 02 01

Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 562 000

17 000 000

18 562 000

18 600 000

17 608 033,58

18 150 692,34

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor Normalisatie (CEN) en Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

 

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

 

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

 

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

 

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

 

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

 

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

 

de secretariaten van de technische comités;

 

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

 

onderzoek van de overeenstemming van ontwerpnormen met de betrokken mandaten;

 

samenwerkings- en bijstandsprogramma's voor derde landen;

 

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

 

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

 

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

 

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.). Bij het voorbereiden van de normen moeten genderspecifieke kenmerken in aanmerking worden genomen.

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te leggen in overleg met de voornaamste betrokkenen: het bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, in voorkomend geval met inbegrip van vrouwenorganisaties, het midden- en kleinbedrijf, de nationale en Europese normalisatie-instellingen, de uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

Met het oog op interoperabiliteit zijn specifieke bepalingen op het gebied van technische ICT-specificaties bij openbare aanbesteding opgenomen in Verordening (EU) nr. 1025/2012.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 02 02

Steun aan organisaties die kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 080 000

3 500 000

3 970 000

4 000 000

4 148 698,17

3 390 476,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+). In Verordening (EU) nr. 1025/2012 zijn de door specifieke programma's gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samengebracht.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 722 021

25 722 021

69 489 500

69 489 500

60 544 763 ,—

60 544 763 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

In 2018 zullen de „Ontvangsten uit vergoedingen en rechten” van het Agentschap en het overschot dat van het voorgaande jaar werd overgedragen, niet volstaan om de verwachte uitgaven te dekken. Bijgevolg is een evenwichtssubsidie van de Commissie nodig. De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 25 722 021 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 675 000

3 700 000

3 650 000

3 700 000

3 649 868,10

3 713 931,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor beheer, opleiding, verdere ontwikkeling en informatie in verband met door het Solvit-netwerk verstrekte diensten, het webportaal Uw Europa en om de instrumenten te creëren die nodig zijn om een nauwere samenwerking tussen beide mogelijk te maken;

 

de uitgaven voor het managen van het dienstencontract voor het beheer van Uw Europa — Advies, feedbackrapportage en de kosten van bewustmakingsactiviteiten;

 

de verwachte uitgaven voor het informatiesysteem voor de interne markt (IMI);

 

bewustmakingsactiviteiten voor alle instrumenten voor het bestuur van de eengemaakte markt, waaronder het Scorebord van de interne markt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 03 77 03

Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

716 717,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 04

Proefproject — Steunmaatregelen voor de traditionele detailhandel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

318 815

p.m.

500 000

0 ,—

181 185 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 05

Proefproject — Dynamische ontwikkeling van grensoverschrijdende e-commerce door efficiënte oplossingen voor pakketbezorging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Doel van het proefproject is met de hulp van deskundigen de best practices op het gebied van grensoverschrijdende pakjesdiensten te verzamelen, te publiceren en te communiceren, op basis van succesvolle toepassing door alle marktgebruikers, teneinde alle lidstaten te helpen hetzelfde niveau van efficiëntie te bereiken en verschillen weg te werken. Tegelijk kan ook worden nagegaan op welke gebieden verdere maatregelen kunnen worden genomen om de consumententevredenheid nog te verhogen.

Het project zou vier fasen kunnen omvatten: 1) een allesomvattende beoordeling van de behoeften van de gebruikers van e-commercegerelateerde (grensoverschrijdende) pakketbezorgingsdiensten; 2) een beoordeling van de mate waarin de bestaande praktijk van de pakketbezorgingssector aan die behoeften tegemoetkomt; 3) de vaststelling van good practices van bedrijven op dit gebied, en 4) een analyse van lacunes, d.w.z. gebieden waarop meer innovatie en betere dienstverlening nodig zijn om aan de bestaande en opkomende behoeften van de consument tegemoet te komen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2015 over de toepassing van de richtlijn postdiensten (Richtlijn 97/67/EG als gewijzigd bij de Richtlijnen 2002/39/EG en 2008/6/EG) — COM(2015) 568 final.

Zoals vicevoorzitter Andrus Ansip, bevoegd voor de strategie voor een digitale eengemaakte markt, heeft verklaard, zal de Commissie:

 

1.

maatregelen nemen om het toezicht door de regelgever te verbeteren en tegelijk innovatie te ondersteunen en voor een gelijk speelveld tussen bedrijven te zorgen;

 

2.

de kwestie van de transparantie van de prijzen (onder meer van kleine leveringen) aanpakken. Deze maatregel moet vooral de consumenten en kleine bedrijven ten goede komen. Na twee jaar zal een uitgebreide beoordeling van situatie worden gemaakt om na te gaan of er verdere maatregelen nodig zijn.

Artikel van de Commissie (DG GROWTH) van 22 december 2015, getiteld „Cheaper cross-border parcel delivery to boost e-commerce in the EU”.

Studie van WIK-Consult in opdracht van de Commissie (DG Interne Markt en Diensten), Bad Honnef, augustus 2014.

02 03 77 07

Proefproject — Onafhankelijke real-driving emissions (RDE)-tests op de weg om brede informatie en transparantie te waarborgen ten behoeve van beter markttoezicht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 600 000

800 000

       

Toelichting

Overeenkomstig punt 40 van de aanbeveling van het Europees Parlement van 4 april 2017 aan de Raad en de Commissie naar aanleiding van het onderzoek naar emissiemetingen in de automobielsector (P8_TA(2017)0100) is dit proefproject bedoeld ter financiering van maatregelen betreffende controles van de conformiteit tijdens het gebruik via tests door derde partijen met betrekking tot de omzetting van Verordening (EG) nr. 715/2007.

In het verleden voorzagen ter zake gekwalificeerde derde partijen de autoriteiten op Unie- en nationaal niveau van betrouwbare informatie over het emissiegedrag van voertuigen. Dergelijke informatie was zelden beschikbaar via de verantwoordelijke autoriteiten. Er moet financiering beschikbaar worden gesteld om hen in staat te stellen betrouwbare gegevens over emissietests-op-de-weg van personenvoertuigen te leveren die onafhankelijk zijn van de gegevens verstrekt door fabrikanten en regelgevende autoriteiten, teneinde de transparantie te vergroten en het markttoezicht te verbeteren. Om hun onafhankelijkheid te waarborgen, mogen derde partijen geen voertuigemissietests of vergelijkbare diensten (studies, metingen enz.) uitvoeren of in het verleden hebben uitgevoerd voor belanghebbenden in de sector.

De derde partijen valideren de testprocedures onder verwijzing naar de bepalingen van Verordening (EG) nr. 715/2007, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en de eerste drie RDE-pakketten (Verordeningen (EU) 2016/427, (EU) 2016/646 en (EU) 2017/1151 van de Commissie), en de richtsnoeren in de mededeling van de Commissie van 26 januari 2017. Zij publiceren de resultaten van hun metingen om de ontwikkeling van best-practiceprocedures en het verstrekken van bredere informatie ten behoeve van de verantwoordelijke autoriteiten en het publiek te ondersteunen. De derde partijen meten niet alleen uitlaatgassen en de uitstoot van deeltjes van personenvoertuigen.

Op deze wijze dragen onafhankelijke derde partijen bij tot een beter beeld van de wijze waarop uitlaatgasnormen in de praktijk werken en tot een antwoord op de vraag in hoeverre de Uniedoelstellingen voor luchtkwaliteit en klimaatbeleid bereikt worden. Ook dragen zij bij aan een beter begrip van strategieën ter vermindering van uitlaatgassen waar het gaat om acceleratie, hoge snelheden, omgevingstemperatuur en andere criteria. De specifieke testprocedure dient op transparante wijze te worden gedocumenteerd en moet rekening houden met de huidige regelgeving inzake RDE en de meest recente onderzoeksresultaten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 03 77 08

Proefproject — Beoordeling van mogelijke verschillen in kwaliteit van op de interne markt verkochte producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

400 000

       

Toelichting

Het proefproject bestaat uit een reeks marktonderzoeken in verschillende categorieën consumentenproducten in diverse lidstaten.

Het doel van dit proefproject is het vergelijken van de kwaliteitskenmerken van op de interne markt verkochte producten van een en hetzelfde merk, met dezelfde verpakking en onder gebruik van andere marketingteksten.

Het moet aantonen hoe de kwaliteit van producten van hetzelfde merk van lidstaat tot lidstaat verschilt. Het onderzoek zou ook een vergelijkende analyse van de etikettering en de consumenteninformatie op deze producten moeten omvatten.

Het proefproject moet zich richten op zowel levensmiddelen als non-foodproducten. In de eerste fase worden alleen levensmiddelen onderzocht.

Indien het proefproject de komende jaren wordt voortgezet, kunnen ook non-foodproducten worden bekeken.

Wat levensmiddelen betreft, moet elk van de te onderzoeken productgroepen — zoals ingedeeld door Eurostat — vertegenwoordigd zijn door een passend aantal producten. Wat non-foodproducten aangaat, dienen eveneens verschillende productgroepen te zijn vertegenwoordigd. Hierbij kan het gaan om schoonmaakmiddelen, cosmetica, persoonlijke verzorgingsmiddelen, babyproducten en andere.

De producten moeten zo worden gekozen dat de consument redelijkerwijze kan aannemen dat het om dezelfde goederen gaat, met name wat betreft de etikettering, de merknaam en het gebruik van andere marketingteksten.

Het gecoördineerde onderzoek dient in ten minste de helft van de lidstaten plaats te vinden. Lidstaten met een verschillende bevolkingsomvang, een verschillend niveau van geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen en een verschillende geografische locatie moeten evenredig vertegenwoordigd zijn. De definitieve doelstelling van het onderzoek, met inbegrip van de keuze van lidstaten en productcategorieën, dient te worden vastgesteld door een taskforce inzake uiteenlopende kwaliteit van producten, bestaand uit vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van lidstaten, consumentenorganisaties, de betrokken sectoren, de Europese Commissie en leden van de commissie Interne markt en consumentenbescherming van het Europees Parlement.

Alle geteste producten dienen de volgende beoordeling te ondergaan:

 

fysisch-chemische test,

 

sensorische test,

 

conformiteit met vermelding op het etiket,

 

prijsvergelijking,

 

vergelijking gewicht/volume.

Aan het einde van het proefproject publiceert de Commissie een verslag waarmee het Europees Parlement en de consumenten in alle lidstaten in kennis worden gesteld van de resultaten van het gecoördineerd onderzoek. Dit verslag moet worden vertaald in de talen van de lidstaten waar het onderzoek is uitgevoerd, en gepubliceerd en gedistribueerd onder de belanghebbenden en belangstellende partijen. Om de consument bewust te maken van dit onderwerp, dient het verslag ook in die lidstaten publiek te worden gemaakt, met actieve medewerking van de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement, de vertegenwoordigingen van de Commissie en de leden van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ONDERNEMINGEN

02 04 02

Industrieel leiderschap

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

1,1

184 528 490

155 310 916

167 107 065

160 933 101

153 594 372,57

147 247 010,06

94,81

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

43 178 448

33 405 537

35 426 341

46 810 000

37 550 000 ,—

24 039 093,25

71,96

 

Artikel 02 04 02 — Subtotaal

 

227 706 938

188 716 453

202 533 406

207 743 101

191 144 372,57

171 286 103,31

90,76

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

63 762 546

80 820 296

77 021 954

50 025 559

71 900 773 ,—

60 187 866,81

74,47

 

Artikel 02 04 03 — Subtotaal

 

63 762 546

80 820 296

77 021 954

50 025 559

71 900 773 ,—

60 187 866,81

74,47

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 427 333,49

2 161 761,36

 

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

119 966,27

 
 

Artikel 02 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 427 333,49

2 281 727,63

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

1,1

p.m.

4 624 000

p.m.

27 300 000

49 484,63

83 004 458,46

1 795,08

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

10 973,96

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

1,1

p.m.

1 755 571

p.m.

17 460 000

6 560,87

24 794 044,01

1 412,31

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01

Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

278 973,90

 

02 04 77 02

Proefproject — GVDB-onderzoek

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

525 000

500 000 ,—

497 303,28

 

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

1,1

40 000 000

28 000 000

25 000 000

10 000 000

     

02 04 77 04

Proefproject — Ruimtevaarttechnologieën

1,1

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

     
 

Artikel 02 04 77 — Subtotaal

 

40 000 000

28 750 000

26 500 000

11 275 000

500 000 ,—

776 277,18

2,70

 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

331 469 484

304 666 320

306 055 360

313 803 660

276 028 524,56

342 341 451,36

112,37

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020, en voor de voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's) en het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese Onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie te ondersteunen, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer en betere personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De gelijkheid van mannen en vrouwen is een rode draad doorheen Horizon 2020 met de bedoeling onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen te corrigeren en in het inhoudelijke aspect van onderzoek en innovatie een genderdimensie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in wetenschap en onderzoek op alle niveaus en onder meer in de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor communautaire actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Aanvullende kredieten zullen onder post 02 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 02 01 05 worden opgevoerd.

02 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 moet Europa aantrekkelijker maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, en de ontwikkeling te versnellen van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Europese bedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

184 528 490

155 310 916

167 107 065

160 933 101

153 594 372,57

147 247 010,06

Toelichting

Oude post 02 04 02 01 (ten dele)

Dit krediet heeft tot doel een concurrerende en innovatieve ruimtevaartindustrie en onderzoeksgemeenschap te bevorderen om ruimte-infrastructuur te ontwikkelen en te exploiteren teneinde aan toekomstige behoeften van het EU-beleid en de maatschappij te kunnen voldoen. De grote lijnen van de activiteiten zijn: bevorderen van het Europees concurrentievermogen en van de onafhankelijkheid en innovatie van de Europese ruimtevaartsector, bevorderen van nieuwe ontwikkelingen in de ruimtevaarttechnologieën, bevorderen van de exploitatie van ruimtevaartgegevens en bevorderen van Europees onderzoek ter ondersteuning van internationale ruimtevaartpartnerschappen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder a), vi).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet moet de te beperkte toegang op de markt tot risicofinanciering voor onderzoek en innovatie helpen verbeteren. De eigenvermogensfaciliteit beoogt met name investeringen in risicokapitaalfondsen die aanloopinvesteringen doen. Het zal het mogelijk maken eigen vermogen te investeren in onder meer startkapitaalfondsen, grensoverschrijdende startkapitaalfondsen, medefinancieringsfaciliteiten van „business angels” en risicokapitaalfondsen gericht op de eerste bedrijfsstadia. De eigenvermogensfaciliteit zal vraaggestuurd zijn en gebruikmaken van een portefeuillemethode, waarbij risicokapitaalfondsen en andere vergelijkbare intermediairs de bedrijven selecteren waarin zal worden geïnvesteerd. Er dient speciale aandacht te worden besteed aan het aanmoedigen van vrouwelijke ondernemers om deel te nemen aan dergelijke programma's.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 178 448

33 405 537

35 426 341

46 810 000

37 550 000 ,—

24 039 093,25

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

financiering te verstrekken voor het in het kader van het Cosme-programma ingestelde Enterprise Europe Network voor zijn versterkte diensten in verband met Horizon 2020. De in dit begrotingsonderdeel verstrekte steun is beperkt tot diensten die het vermogen van kmo's (en in het bijzonder begunstigden van het kmo-instrument) om innovatie te beheren, vergroten;

 

de uitvoering en aanvulling van de specifieke maatregelen voor kmo's in Horizon 2020 ondersteunen, met name om de effectiviteit en de efficiëntie van de aan kmo's verstrekte innovatiediensten te verbeteren. Bij die activiteiten kan het gaan om bewustmaking, het verstrekken en verspreiden van informatie, opleiding en mobiliteitsactiviteiten, netwerking en uitwisseling van beste praktijken, de ontwikkeling van regelingen en diensten van hoge kwaliteit met een hoge toegevoegde waarde van de Unie voor kmo's die innovatie (zoals het beheer van intellectuele eigendom en innovatie, en kennisoverdracht) ondersteunen, alsook kmo's bijstaan om contacten te leggen met onderzoeks- en innovatiepartners in de hele Unie;

 

maatregelen invoeren die vrouwelijke ondernemers aanmoedigen om deel te nemen aan de digitale en innoverende economie, de ICT- en de STEM-sector, en die netwerken van vrouwelijke ondernemers ondersteunen;

 

marktgedreven innovatie ondersteunen om de innovatiecapaciteit van bedrijven te vergroten door de raamvoorwaarden voor innovatie te verbeteren en de specifieke belemmeringen die de groei van innovatieve bedrijven in de weg staan, uit de weg te ruimen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 stemt rechtstreeks overeen met de beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen die in de Europa 2020-strategie zijn vastgesteld. Bij het uitvoeren van die activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

63 762 546

80 820 296

77 021 954

50 025 559

71 900 773 ,—

60 187 866,81

Toelichting

Oude post 02 04 03 01 (ten dele)

Dit krediet heeft tot doel de grondstoffenvoorziening te helpen garanderen om tegemoet te komen aan de behoeften van de Uniesamenleving binnen de duurzame grenzen van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De activiteiten zullen gericht zijn op een verbetering van de kennisbasis over grondstoffen en de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor de kosteneffectieve en milieuvriendelijke exploratie, winning, verwerking, recycling en terugwinning van grondstoffen en voor hun vervanging door economisch aantrekkelijke alternatieven.

Ook het uit de weg ruimen van belemmeringen voor de ontwikkeling van de circulaire economie zoals de terugwinning van grondstoffen uit verschillende afvalstromen, zal worden ondersteund.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), en met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

02 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

02 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 427 333,49

2 161 761,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

119 966,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 624 000

p.m.

27 300 000

49 484,63

83 004 458,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

10 973,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met kaderprogramma’s voor onderzoek van vóór 2003.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 755 571

p.m.

17 460 000

6 560,87

24 794 044,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

02 04 77 01

Proefproject — Ontwerp, implementatie en uitvoering van een technische structuur in de hele Unie ter beoordeling van mogelijkheid van de 112 PSAP's om op veilige en betrouwbare wijze GNSS-locatie- en andere gegevens over te brengen van 112 noodapps naar Europese PSAP's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

278 973,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 04 77 02

Proefproject — GVDB-onderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

525 000

500 000 ,—

497 303,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 000 000

28 000 000

25 000 000

10 000 000

   

Toelichting

Europa wordt vandaag geconfronteerd met een steeds verslechterende veiligheidssituatie met nieuwe en bestaande bedreigingen; de financiële crisis zet de nationale defensiebegrotingen constant onder druk, en sinds 2006 is het bedrag dat in Europa aan O&O op het gebied van defensie wordt uitgegeven met 30 % gedaald. In deze context verwachten de lidstaten en de publieke opinie een grotere betrokkenheid van de Unie bij veiligheid en defensie.

Het belangrijkste doel van de voorbereidende actie is het opzetten en testen van mechanismen voor de uitvoering van door de Unie gefinancierd defensieonderzoek, waaronder een mechanisme voor samenwerking met het Europees Defensieagentschap, teneinde verschillende activiteiten inzake defensieonderzoek, -technologie en -ontwikkeling voor te bereiden, te organiseren en uit te voeren. Het uiteindelijke doel van deze activiteiten bestaat erin het concurrentievermogen van en de innovatie in de Europese defensie-industrie te verbeteren en groei en het scheppen van banen te stimuleren. Dit moet tijdig leiden tot zichtbare resultaten, zodat de juiste beslissingen kunnen worden genomen met het oog op de bespreking van een eventueel onderzoeksprogramma voor defensie binnen het volgende meerjarig financieel kader.

Het onderzoeks- en technologieprogramma van de voorbereidende actie zal worden uitgevoerd in de vorm van jaarlijkse werkprogramma's, hoofdzakelijk via oproepen tot het indienen van voorstellen voor onderzoeksprojecten en inkoop. Taken die verband houden met de uitvoering van de werkprogramma's, zullen aan het Europees Defensieagentschap worden gedelegeerd. De voorbereidende actie zal alle kosten dekken die nodig zijn voor het voorbereiden en testen van mechanismen voor de uitvoering van door de Unie gefinancierd defensieonderzoek, waaronder uitgaven in verband met informatieverstrekking en publicaties, verspreiding, technische en administratieve bijstand, advies, studies en deskundigengroepen.

In 2018 zouden uit dit krediet aanvullende technologiemodules worden gefinancierd bij een uit het krediet voor 2017 gefinancierd grootschalig demonstratieproject, dat tijdig een zeer concreet resultaat moet opleveren: een eerste experimentele ontwikkeling van nieuwe, innovatieve defensietechnologie. Dit demonstratieproject zou moeten worden aangevuld met een aantal onderzoeksprojecten, onder meer inzake kritieke defensietechnologieën en toekomstige baanbrekende technologieën, en ondersteunende activiteiten ter verbetering van bijvoorbeeld normalisatie en interoperabiliteit. De precieze omvang van de onderwerpen zal onder meer na overleg met de lidstaten en belanghebbenden uit de O&O-sector op defensiegebied en met de hulp van deskundigen worden bepaald.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derde landen en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 24 juli 2013„Naar een meer competitieve en efficiënte defensie- en veiligheidssector” — COM(2013) 542 final.

02 04 77 04

Proefproject — Ruimtevaarttechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Oude post 02 03 77 06

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het proefproject over ruimtevaarttechnologieën zal vooral gericht zijn op het testen van partnerschapsregelingen met het bedrijfsleven om de prioriteiten voor het concurrentievermogen vast te stellen. Hiermee kan de weg worden geëffend voor een publiek-privaat partnerschap (een gezamenlijk technologie-initiatief of iets soortgelijks) in ruimtetechnologieën en een daarmee samenhangend stappenplan op basis van een gestructureerde dialoog met het bedrijfsleven.

Het proefproject zal zich richten op twee thema's die niet aan bod komen in de bestaande programma's: innovatieve materialen voor ruimtevaartapparatuur en een schonere ruimte door afval uit de baan rond de aarde te verwijderen.

Het specifieke domein van materialen voor ruimtevaartapparatuur is cruciaal voor de Europese ruimtevaartsector die momenteel op bepaalde essentiële gebieden voor materialen in een afhankelijke positie verkeert. Teneinde de afhankelijkheid van toelevering van materialen te verminderen en te komen tot een duurzame, concurrerende, met REACH verenigbare ruimtevaartsector, kunnen er twee belangrijke onderwerpen worden aangepakt met de ontwikkeling van innovatieve materialen voor ruimtevaartapparatuur: gediversifieerde toelevering voor cruciale ruimtevaartapparatuur en onafhankelijkheid van materialen en processen. Op de markt voor op koolstof gebaseerde grondstoffen is er onvoldoende aanbod waarvan de ruimtevaartsector als kleinere afnemer de meeste schade ondervindt. De toeleveringskanalen voor samengestelde grondstoffen zijn nog steeds sterk geconcentreerd in de VS en Japan. Om niet meer afhankelijk te zijn van materialen en processen, dienen voor cruciale materialen en processen waarbij afhankelijkheid of Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1) een rol speelt, Europese bronnen te worden bevorderd.

Innovatieve materialen voor ruimtevaartapparatuur zouden ook een oplossing zijn voor het opruimen van satellieten in een baan rond de aarde door de ontwikkeling van passende technologie waardoor satellieten aan het einde van hun missie worden verwijderd.

De baan rond de aarde moet in goede staat zijn om bemande en onbemande ruimtevaartoperaties in de toekomst mogelijk te maken. De Unie moet een begin maken met de nodige acties om de groei van het ruimteschroot te beperken.

De drie belangrijkste aandachtspunten voor technologische ontwikkeling zijn in dit kader:

 

1)

oplossingen om aan het eind van de levensduur afval uit de baan rond de aarde te verwijderen (voortstuwing);

 

2)

traject en gecontroleerde terugkeer (ontwerp en modellering);

 

3)

ontwerpen met het oog op afbreekbaarheid (gecontroleerd uiteenvallen bij terugkeer). De totstandkoming van een langetermijnregeling voor de verwijdering van afval uit de baan rond de aarde met behulp van een proefproject kan ook aanzienlijk bijdragen aan het milieu.

Het doel is om door middel van innovatie tot duurzame vervangingsoplossingen voor materialen te komen, en voor het bedrijfsleven is het cruciaal om oplossingen te vinden voor ruimteschroot.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 05 —   EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA'S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

1,1

621 709 000

530 000 000

614 965 000

495 000 000

624 915 111 ,—

491 193 064,52

92,68

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

1,1

183 150 000

180 000 000

280 000 000

150 000 000

277 565 378,14

39 766 973 ,—

22,09

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

1,1

31 338 525

31 338 525

26 523 436

26 523 436

29 086 327 ,—

29 086 327 ,—

92,81

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1,1

p.m.

5 000 000

p.m.

40 000 000

0 ,—

24 586 733,53

491,73

 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

836 197 525

746 338 525

921 488 436

711 523 436

931 566 816,14

584 633 098,05

78,33

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

621 709 000

530 000 000

614 965 000

495 000 000

624 915 111 ,—

491 193 064,52

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op financiering van activiteiten in verband met:

 

de voltooiing van de stationeringsfase van het Galileo-programma, die bestaat in de bouw, de installatie en de bescherming van alle ruimte- en grondinfrastructuren alsmede de voorbereidende activiteiten voor de exploitatiefase, waaronder activiteiten die verband houden met de voorbereiding van dienstverlening;

 

de exploitatiefase van het Galileo-programma, die bestaat in het beheer, het onderhoud, de permanente verbetering, de ontwikkeling en de bescherming van de ruimte- en grondinfrastructuren, de ontwikkeling van toekomstige generaties van het systeem en de ontwikkeling van de door het systeem verstrekte diensten, certificering en normalisatieoperaties, verstrekking en marketing van de door het systeem verleende diensten en alle andere activiteiten die nodig zijn om te garanderen dat het programma vlot loopt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1), en met name artikel 2, lid 4.

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

183 150 000

180 000 000

280 000 000

150 000 000

277 565 378,14

39 766 973 ,—

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma's wordt toegekend met het oog op de financiering van activiteiten die verband houden met de exploitatie van het Egnos-systeem, met inbegrip van alle elementen waarmee de betrouwbaarheid van het systeem en de exploitatie ervan wordt aangetoond.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van lidstaten voor specifieke elementen van de programma's kunnen bij de in dit artikel opgevoerde kredieten worden gevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 1), en met name artikel 2, lid 5.

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 338 525

31 338 525

26 523 436

26 523 436

29 086 327 ,—

29 086 327 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt op post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 31 538 000 EUR. Een bedrag van 199 475 EUR afkomstig van de reserve van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 31 338 525 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1285/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de uitvoering en exploitatie van de Europese satellietnavigatiesystemen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad en Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 1).

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

p.m.

40 000 000

0 ,—

24 586 733,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 06 —   EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 06

EUROPEES PROGRAMMA VOOR AARDOBSERVATIE

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

1,1

129 364 000

131 000 000

118 306 000

129 796 000

110 094 153,70

101 810 013,08

77,72

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

1,1

498 227 000

474 000 000

486 526 000

564 376 000

489 404 225,30

486 135 087,91

102,56

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

736 647 ,—

 
 

Hoofdstuk 02 06 — Totaal

 

627 591 000

605 000 000

604 832 000

694 172 000

599 498 379 ,—

588 681 747,99

97,30

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

129 364 000

131 000 000

118 306 000

129 796 000

110 094 153,70

101 810 013,08

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

operationele Copernicus-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

 

bij te dragen tot het garanderen van de vereiste toegang tot gegevens van de observatie-infrastructuur om Copernicus-diensten te exploiteren;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

Met dit krediet zullen met name het opzetten, de instelling en de werking van de zes in Verordening (EU) nr. 377/2014 vermelde diensten en de gerelateerde activiteiten worden gefinancierd.

Met dit krediet kunnen eveneens dienstoverschrijdende activiteiten worden gefinancierd, alsook het op elkaar aansluiten en coördineren van activiteiten, in-situ coördinatie, acceptatie door de gebruikers, opleiding en communicatie.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en artikel 183,lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bovendien kunnen met dit krediet met het oog op de ondersteuning van het concurrentievermogen en de groei ook gegevensverspreiding en de begeleiding van start-ups worden gefinancierd door middel van ondersteuning van sterkere en innovatievere IT-structuren in Europa.

Copernicus-diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op het niveau van de Unie, en op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten voor het Copernicus-programma overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt. Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

498 227 000

474 000 000

486 526 000

564 376 000

489 404 225,30

486 135 087,91

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

de Unie van een autonome aardobservatiecapaciteit te voorzien door ruimte-infrastructuur te financieren en de Europese industrie in dat opzicht te stimuleren, met name bij de bouw en de lancering van satellieten;

 

bij te dragen tot de beschikbaarheid van de observatiecapaciteit die nodig is om de Copernicus-diensten operationeel te maken, met name door de operationele diensten van het grondsegment van de ruimte-infrastructuur;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van een Europese ruimte-infrastructuur is zeer belangrijk voor de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie en vereist consequent overheidsoptreden om de inspanningen van de sector te ondersteunen.

Met dit krediet zullen de ontwikkeling, de bouw en de werking van satellieten worden gefinancierd. De gegevens en informatie die dankzij de ruimte-infrastructuur werden verkregen, vallen onder het beleid inzake gratis, volledige en open toegang tot gegevens, waardoor deze beschikbaarder zullen zijn en de downstreammarkt zullen stimuleren.

Ter aanvulling van de gegevens die de gebruikers nodig hebben, kan met dit krediet ook de aankoop van gegevens van derde partijen en de toegang tot bijdragende missies van lidstaten worden gefinancierd, alsook het speciale verspreidingsplatform (belangrijkste grondsegment), dat prioritair zal dienen voor de in het kader van artikel 02 06 01 gefinancierde operationele diensten.

De begrotingsmiddelen zullen ofwel direct door de diensten van de Commissie worden beheerd, dan wel indirect via delegatieovereenkomsten met agentschappen van de Unie en internationale organisaties, of elke entiteit die daar overeenkomstig artikel 58 van het Financieel Reglement voor in aanmerking komt.

Wanneer de Commissie de begroting rechtstreeks beheert, kan zij het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) met wetenschappelijke en technische ondersteuningstaken belasten. De financiering van deze taken kan overeenkomstig artikel 183, lid 2, onder c), en artikel 183, lid 6, van het Financieel Reglement in de begroting van het JRC voor onderzoek door derden worden opgenomen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de in de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 44).

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

736 647 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die overeenkomstig het Financieel Reglement op deze post dienen te worden geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

TITEL 03

CONCURRENTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

109 841 980

108 427 562

104 906 256,61

 

Titel 03 — Totaal

109 841 980

108 427 562

104 906 256,61

HOOFDSTUK 03 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

90 792 443

89 910 140

86 077 243,96

94,81

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 226 762

5 184 921

4 813 058,87

92,08

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 953 652

7 718 209

7 396 531,57

93,00

 

Artikel 03 01 02 — Subtotaal

 

13 180 414

12 903 130

12 209 590,44

92,63

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

5,2

5 869 123

5 614 292

6 619 422,21

112,78

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 03 01 — Totaal

 

109 841 980

108 427 562

104 906 256,61

95,51

03 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

90 792 443

89 910 140

86 077 243,96

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 226 762

5 184 921

4 813 058,87

03 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 953 652

7 718 209

7 396 531,57

03 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 869 123

5 614 292

6 619 422,21

03 01 07

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten vaststellen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.

Rechtsgronden

Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

 

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

 

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 9).

TITEL 04

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

99 455 899

99 455 899

103 133 045

103 133 045

99 348 858,25

99 348 858,25

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS (ESF)

13 585 939 213

11 437 470 919

13 399 726 072

8 741 741 079

12 449 216 012,72

8 136 185 759,15

Reserves (40 02 41)

11 102 000

8 327 000

       
 

13 597 041 213

11 445 797 919

13 399 726 072

8 741 741 079

12 449 216 012,72

8 136 185 759,15

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

262 903 197

239 740 714

266 640 500

216 191 000

257 605 048,31

252 713 025,48

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EGF)

p.m.

25 000 000

p.m.

25 000 000

27 638 171 ,—

27 638 171 ,—

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

p.m.

5 000 000

p.m.

50 000 000

0 ,—

82 299 999,44

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN (FEAD)

556 474 653

401 000 000

545 826 912

441 000 000

534 763 764,57

278 064 742,71

 

Titel 04 — Totaal

14 504 772 962

12 207 667 532

14 315 326 529

9 577 065 124

13 368 571 854,85

8 876 250 556,03

Reserves (40 02 41)

11 102 000

8 327 000

       
 

14 515 874 962

12 215 994 532

14 315 326 529

9 577 065 124

13 368 571 854,85

8 876 250 556,03

HOOFDSTUK 04 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE”

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

69 588 014

69 663 198

69 038 811,79

99,21

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 910 457

5 180 803

4 410 979,38

89,83

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

4 859 029

5 009 039

4 688 277,53

96,49

 

Artikel 04 01 02 — Subtotaal

 

9 769 486

10 189 842

9 099 256,91

93,14

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

5,2

4 498 399

4 350 005

5 308 811,66

118,02

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

1,2

11 800 000

14 500 000

11 528 040,19

97,70

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

1,1

3 400 000

4 000 000

3 721 281,71

109,45

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

4

p.m.

p.m.

0 ,—

 

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

p.m.

p.m.

272 655,99

 

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

1,2

400 000

430 000

380 000 ,—

95,00

 

Artikel 04 01 04 — Subtotaal

 

15 600 000

18 930 000

15 901 977,89

101,94

 

Hoofdstuk 04 01 — Totaal

 

99 455 899

103 133 045

99 348 858,25

99,89

04 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke medewerkers voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

69 588 014

69 663 198

69 038 811,79

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 910 457

5 180 803

4 410 979,38

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 859 029

5 009 039

4 688 277,53

04 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 498 399

4 350 005

5 308 811,66

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor activiteiten en programma's op het beleidsterrein „Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie”

04 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Sociaal Fonds en niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 800 000

14 500 000

11 528 040,19

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van door het Europees Sociaal Fonds (ESF) gefinancierde technische bijstandsmaatregelen in het kader van de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Bij de technische bijstand kan het gaan om financiering van maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit deze post wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 400 000

4 000 000

3 721 281,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, comités, vergaderingen van deskundigen, waaronder vergaderingen en andere uitgaven in verband met de werkzaamheden van het Europees platform ter verbetering van de samenwerking bij de bestrijding van zwartwerk, conferenties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage Europese Economische Ruimte van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 03.

04 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het pretoetredingsinstrument — Werkgelegenheid, sociaal beleid en ontwikkeling van menselijke hulpbronnen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het pretoetredingsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 04 05.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 05.

04 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

272 655,99

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt tot een plafond van 0,5 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), zoals aangegeven in Verordening (EU) nr. 1309/2013. Het krediet kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, informatie- en communicatieactiviteiten alsook boekhoudkundige controle en evaluatiewerkzaamheden die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het EFG.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 04 04.

04 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

400 000

430 000

380 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de van technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Het krediet voor technische bijstand kan worden gebruikt om maatregelen te financieren op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische bijstand, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn, en om activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening te financieren.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, dienstreizen en vertalingen);

 

de voorbereiding van, het toezicht op, de gegevensverzameling voor en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD);

 

contracten voor dienstverleners en studies.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 02 —   EUROPEES SOCIAAL FONDS (ESF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS (ESF)

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 849 787,58

 

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

577 099,61

 

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 357 823,55

 

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

127 669,45

 

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

1,2

p.m.

690 000 000

p.m.

510 000 000

0 ,—

2 447 673 863,34

354,74

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

1,2

p.m.

210 000 000

p.m.

190 000 000

0 ,—

935 890 936,03

445,66

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

1 065 719,58

 

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

7 575 750 550

5 773 000 000

7 346 787 700

4 312 197 693

6 902 446 258 ,—

2 828 072 399,14

48,99

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

1 944 596 298

1 305 000 000

1 907 753 625

960 818 915

1 630 370 904 ,—

459 505 340,41

35,21

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 700 562 470

2 847 000 000

3 629 184 747

2 156 657 392

3 474 867 783 ,—

1 097 477 335,51

38,55

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

1,2

15 029 895

10 000 000

16 000 000

11 000 000

14 083 709,64

8 168 422,35

81,68

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

2 470 919

p.m.

567 079

7 331 290 ,—

2 819 877,30

114,12

 

Artikel 04 02 63 — Subtotaal

 

15 029 895

12 470 919

16 000 000

11 567 079

21 414 999,64

10 988 299,65

88,11

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

1,2

350 000 000

600 000 000

500 000 000

600 000 000

420 116 068,08

346 599 485,30

57,77

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

1,2

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

11 102 000

8 327 000

         
   

11 102 000

8 327 000

         
 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

13 585 939 213

11 437 470 919

13 399 726 072

8 741 741 079

12 449 216 012,72

8 136 185 759,15

71,14

Reserves (40 02 41)

 

11 102 000

8 327 000

         
   

13 597 041 213

11 445 797 919

13 399 726 072

8 741 741 079

12 449 216 012,72

8 136 185 759,15

 

Toelichting

In artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voorzien dat de verwezenlijking van de in artikel 174 aangegeven doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang ondersteund moet worden door het optreden van de Unie via de structuurfondsen, waaronder het ESF. De taken, prioritaire doelstellingen en organisatie van de structuurfondsen worden bepaald overeenkomstig artikel 177 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffende criteria voor financiële correcties door de Commissie zijn specifieke regels vastgelegd voor financiële correcties in verband met het ESF.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

In artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zijn specifieke regels voor terugbetaling van voorfinanciering vastgelegd die van toepassing zijn op het ESF.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 inzake het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

6 849 787,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

Referentiebesluiten

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

577 099,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 357 823,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

127 669,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

04 02 09

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van vorige communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (kmo-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve acties en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innovatieve acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van :

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen en dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

 

beurzen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Innovatieve acties en technische bijstand (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van ESF-vastleggingen van vorige programmeringsperioden voor innovatieve acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, evaluatie, controle en beheer, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Convergentie (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

690 000 000

p.m.

510 000 000

0 ,—

2 447 673 863,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de convergentiedoelstelling van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio's te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 als gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 18

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Peace (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor het Peace-programma in het kader van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013.

Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland werd erkend, werd voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 19

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

210 000 000

p.m.

190 000 000

0 ,—

935 890 936,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen voor programma's in het kader van de doelstelling inzake regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het ESF in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Het doel van dit krediet is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio's met een ontwikkelingsachterstand voordoen, in verband met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de vergrijzing van de bevolking.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 20

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

1 065 719,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 voor technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

 

uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 60

Europees Sociaal Fonds — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 575 750 550

5 773 000 000

7 346 787 700

4 312 197 693

6 902 446 258 ,—

2 828 072 399,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces voor deze economisch en sociaal achteropgeraakte regio's vereist aanhoudende inspanningen op de lange termijn. Deze categorie regio's omvat regio's met een bbp per inwoner van minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de EU.

Het bevorderen van de gelijkheid van vrouwen en mannen, zowel horizontaal als door specifieke acties, moet deel uitmaken van de steun uit hoofde van het ESF, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder c).

04 02 61

Europees Sociaal Fonds — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 944 596 298

1 305 000 000

1 907 753 625

960 818 915

1 630 370 904 ,—

459 505 340,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de programmeringsperiode 2014-2020 in een nieuwe categorie regio's, de „overgangsregio's”, die in de plaats komen van het systeem van in- en uitfaseren in de periode 2007-2013. Deze categorie omvat alle regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de EU-27.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het ESF, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder b).

04 02 62

Europees Sociaal Fonds — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 700 562 470

2 847 000 000

3 629 184 747

2 156 657 392

3 474 867 783 ,—

1 097 477 335,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het ESF in het kader van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” in de meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Hoewel steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om te kunnen reageren op belangrijke uitdagingen waarmee alle lidstaten geconfronteerd worden, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en de sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie heeft betrekking op de regio's met een bbp per inwoner van meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Specifieke acties op het gebied van gendermainstreaming en gendergelijkheid moeten deel uitmaken van de steun uit hoofde van het ESF, om de inzetbaarheid en participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan non-discriminatie op de arbeidsmarkt, bestrijding van de vervrouwelijking van armoede, toegang tot onderwijs en betaalbare kinderopvang.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), met name artikel 4, lid 3, onder a).

04 02 63

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

04 02 63 01

Europees Sociaal Fonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 029 895

10 000 000

16 000 000

11 000 000

14 083 709,64

8 168 422,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening. Het kan met name worden gebruikt om de kosten van activiteiten met partnerorganisaties en belanghebbenden in de lidstaten (zoals opleidingen, vergaderingen of conferenties) te dekken.

Dit krediet is ook bedoeld voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Dit krediet dient ook ter financiering van onder andere:

 

instrumenten voor elektronische projectaanvraag en verslaglegging en gestandaardiseerde documentatie en procedures voor het beheer en de uitvoering van de operationele programma’s;

 

intercollegiale toetsing van de prestaties van elke lidstaat op het gebied van financieel management en kwaliteit;

 

standaarddocumentatie voor openbare aanbestedingen;

 

een gemeenschappelijk systeem van resultaat- en impactindicatoren;

 

een handboek met beproefde praktijken om het absorptieproces te optimaliseren en het foutenpercentage te verlagen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

04 02 63 02

Europees Sociaal Fonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 470 919

p.m.

567 079

7 331 290 ,—

2 819 877,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Dit krediet dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in die lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

04 02 64

Werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000 000

600 000 000

500 000 000

600 000 000

420 116 068,08

346 599 485,30

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor aanvullende steun voor maatregelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid die gefinancierd worden door het ESF. Het vertegenwoordigt de specifieke toewijzing voor het werkgelegenheidsinitiatief voor jongeren in het kader van de doelstelling „investeren in groei en werkgelegenheid” in regio's waar de jeugdwerkloosheid in 2012 meer dan 25 % bedroeg, of voor lidstaten waar het werkloosheidspercentage onder jongeren in 2012 is gestegen met meer dan 30% („in aanmerking komende regio's”). De aanvullende 3 000 000 000 EUR voor dit onderdeel voor de periode 2014-2020 is bedoeld om matchingfinanciering te bieden voor steunverlening van het ESF in dergelijke regio's. Dit krediet dient ter financiering van het scheppen van volwaardige werkgelegenheid.

Bij het bevorderen van gendergelijkheid moet speciale aandacht worden besteed aan de situatie van jonge vrouwen die met genderspecifieke obstakels kunnen worden geconfronteerd, opdat zij kunnen profiteren van hoogwaardige werkgelegenheid, vervolgopleidingen, leerlingplaatsen of stages.

Dit krediet dient onder andere ter ondersteuning van het opzetten van onderwijsstructuren waarin niet-formeel onderwijs, taalcursussen, democratisch bewustzijn en beroepsopleiding worden gecombineerd in de regio's met de hoogste jeugdwerkloosheid, zowel door overheidsinstanties als door niet-gouvernementele organisaties.

Marges die beschikbaar blijven onder de maxima van het meerjarig financieel kader (MFK) voor vastleggingskredieten voor de jaren 2014-2017 vormen een overkoepelende MFK-marge voor vastleggingen, die beschikbaar worden gesteld boven de maxima die in de bijlage zijn vastgesteld voor de jaren 2016 tot en met 2020 voor beleidsdoelstellingen met betrekking tot groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren, zoals bepaald in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 over de Tussentijdse evaluatie/herziening van het meerjarig financieel kader 2014-2020 — Een resultaatgerichte EU-begroting (COM(2016) 603).

Voorstel voor een Verordening van de Raad, ingediend door de Commissie op 14 september 2016, houdende wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (COM(2016) 604).

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02 65

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

11 102 000

8 327 000

       

Totaal

11 102 000

8 327 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het ESF tot het Europees Solidariteitskorps overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1304/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1081/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad, ingediend door de Commissie op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

HOOFDSTUK 04 03 —   WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03

WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

1,1

450 000

275 000

450 000

300 000

452 800 ,—

276 523,96

100,55

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

1,1

8 929 000

6 175 000

8 822 000

6 365 000

7 932 770,46

5 835 671,68

94,50

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

1,1

4 290 000

3 450 000

4 018 500

2 660 000

4 117 824 ,—

2 777 718,60

80,51

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

1,1

19 767 000

18 200 000

19 263 200

17 800 000

19 539 486,67

17 282 436,69

94,96

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

1,1

7 106 000

4 500 000

7 313 000

5 372 000

7 382 351,74

4 878 755,80

108,42

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

1,1

15 038 000

12 400 000

16 206 000

12 400 000

15 240 899,54

9 343 436,62

75,35

 

Artikel 04 03 01 — Subtotaal

 

55 580 000

45 000 000

56 072 700

44 897 000

54 666 132,41

40 394 543,35

89,77

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

1,1

77 589 483

55 000 000

65 000 000

41 167 000

71 560 079 ,—

52 980 160,21

96,33

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

1,1

23 734 000

20 700 000

23 578 000

17 753 000

22 998 208,32

19 100 370,94

92,27

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

1,1

26 989 000

36 380 000

43 465 800

27 500 000

27 765 384 ,—

49 123 351,34

135,03

 

Artikel 04 03 02 — Subtotaal

 

128 312 483

112 080 000

132 043 800

86 420 000

122 323 671,32

121 203 882,49

108,14

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

1,1

20 370 512

20 370 512

20 364 000

20 364 000

20 371 000 ,—

20 371 000 ,—

100,00

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

1,1

14 883 668

14 883 668

14 514 000

14 514 000

15 067 699 ,—

14 462 775 ,—

97,17

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

1,1

17 100 237

17 100 237

17 375 000

17 375 000

18 634 634,59

17 434 000 ,—

101,95

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

4

20 056 297

20 056 297

19 771 000

19 771 000

20 144 193,47

20 144 193,47

100,44

04 03 51

Voltooiing van Progress

1,1

p.m.

3 000 000

p.m.

5 000 000

547,53

6 384 608,21

212,82

04 03 52

Voltooiing van Eures

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

 

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

1 700 000

0 ,—

7 900 000 ,—

 

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

299 799 ,—

 

04 03 77 06

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

73 275,49

 

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

925,81

925,81

 

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

319 953,67

 

04 03 77 15

Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 287 763,91

 

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

1,1

p.m.

350 000

p.m.

500 000

700 000 ,—

454 550 ,—

129,87

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1,1

p.m.

750 000

p.m.

750 000

0 ,—

0 ,—

0

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

0 ,—

400 000 ,—

 

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de Unie voor werklozen ouder dan 35 jaar

1,1

5 000 000

4 000 000

2 500 000

1 500 000

2 996 244,18

1 198 497,67

29,96

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

1,1

p.m.

350 000

p.m.

350 000

700 000 ,—

0 ,—

0

04 03 77 25

Voorbereidende actie — Kindergarantie / Vaststelling van een Europese kindergarantie en de financiering daarvan

1,1

900 000

450 000

2 000 000

1 000 000

     

04 03 77 26

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

1,1

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 500 000

2 000 000 ,—

383 257,41

38,33

04 03 77 27

Proefproject — Bevordering van coöperaties van huishoudelijk personeel en dienstencheques

1,1

700 000

350 000

         
 

Artikel 04 03 77 — Subtotaal

 

6 600 000

7 250 000

6 500 000

5 850 000

6 397 169,99

4 418 022,96

60,94

 

Hoofdstuk 04 03 — Totaal

 

262 903 197

239 740 714

266 640 500

216 191 000

257 605 048,31

252 713 025,48

105,41

04 03 01

Prerogatieven en specifieke bevoegdheden

04 03 01 01

Vooroverleg met vakorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

275 000

450 000

300 000

452 800 ,—

276 523,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analysen, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met de monitoring van de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 929 000

6 175 000

8 822 000

6 365 000

7 932 770,46

5 835 671,68

Toelichting

De doelstelling van deze actie is het bevorderen van de geografische en beroepsmobiliteit (met inbegrip van de coördinatie van socialezekerheidsstelsels) van werknemers in Europa teneinde de belemmeringen voor vrij verkeer voor werknemers weg te nemen en van een arbeidsmarkt op Europees niveau een realiteit te maken.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de Uniewetgeving, door het financieren van een netwerk van deskundigen inzake vrij verkeer van werknemers en sociale zekerheid dat regelmatig verslag uitbrengt over de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de lidstaten en op Unieniveau, en de belangrijkste trends in wetgeving van de lidstaten analyseert ten aanzien van het vrije verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van acties ter ondersteuning van de governance van rechtshandelingen van de Unie door vergaderingen van de comités, bewustmakingsacties en tenuitvoerlegging, en andere specifieke technische bijstand en de ontwikkeling van de EESSI (Electronic Exchange of Social Security Information) en de tenuitvoerlegging daarvan.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van werknemers, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

 

analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

het garanderen van eerlijke mobiliteit door het opzetten van aanvullende informatiecentra,

 

steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch Comité en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

 

steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven;

 

de financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid en werkgelegenheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het op genderbewuste wijze analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer van werknemers en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van de regelingen voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010;

 

ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake het vrij verkeer van werknemers en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

ondersteuning van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de verordening tot vaststelling van de wijze van toepassing van die Verordening (EG) nr. 987/2009). Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem, het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en de opleiding.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende minimumvereisten voor de vergroting van de mobiliteit van werknemers tussen de lidstaten door het verbeteren van de verwerving en het behoud van aanvullende pensioenrechten (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te vergemakkelijken (PB L 128 van 30.4.2014, blz. 8).

04 03 01 04

Analyse en studies betreffende de sociale situatie, demografie en gezin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 290 000

3 450 000

4 018 500

2 660 000

4 117 824 ,—

2 777 718,60

Toelichting

Het doel van deze activiteit is het bevorderen van betere beleidsreacties in de lidstaten op demografische en sociale uitdagingen door middel van het produceren en verspreiden van vergelijkende informatie in de context van de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie, en door het identificeren van toekomstige prioriteiten voor sociaal beleid, met inbegrip van genderspecifieke maatregelen.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties ter bevordering van de ontwikkeling van vergelijkende analyse en de uitwisseling van gezichtspunten en ervaringen op alle relevante niveaus (regionaal, nationaal, Unie en internationaal) met betrekking tot de sociale en demografische situatie, de sociaal-economische trends in de Unie evenals de genderloonkloof en de discriminatie van vrouwen op de werkplek. Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van de acties ter ondersteuning van een Waarnemingscentrum voor de sociale situatie, de samenwerking op het gebied van relevante activiteiten in de lidstaten en met internationale organisaties, en het beheer van een groep voor technische ondersteuning voor de Europese Alliantie voor het gezin.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet is bedoeld ter dekking van met name uitgaven voor verslagen van de Commissie, (waaronder een jaarlijks verslag over de sociale situatie en een tweejaarlijks verslag over demografische veranderingen en de gevolgen daarvan overeenkomstig artikel 159 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)), alsmede verslagen van de Commissie over problemen betreffende de sociale situatie (die kunnen worden verlangd door het Europees Parlement uit hoofde van artikel 161 VWEU).

Dit krediet is eveneens bedoeld ter dekking van uitgaven voor analysen ten behoeve van de in het VWEU bedoelde verslagen, alsmede voor de verspreiding van kennis betreffende belangrijke sociale en demografische uitdagingen. Met name kunnen de volgende activiteiten worden nagestreefd, waarbij voldoende rekening moet worden gehouden met het genderaspect:

 

de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden of migranten en de situatie van mantelzorgers;

 

de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma's van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economisch beleid en andere beleidsmaatregelen en -programma's op Unie- en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen;

 

analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends;

 

analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving;

 

vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel;

 

de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen;

 

de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of de vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties;

 

de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen;

 

bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen;

 

aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

04 03 01 05

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 767 000

18 200 000

19 263 200

17 800 000

19 539 486,67

17 282 436,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, voortvloeiend uit maatregelen van de Unie in het kader van de tenuitvoerlegging van de sociale dimensie van de Unie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de sociale agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Er zal speciale aandacht worden besteed aan opleidingsactiviteiten inzake uitdagingen op het werk op het gebied van gender.

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

ondersteuning van de werkprogramma's van de twee vakbondsinstellingen ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers' Questions), die zijn opgericht ter bevordering van capaciteitsopbouw door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau om de participatie van werknemersvertegenwoordigers bij het besluitvormingsproces te versterken;

 

voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de sociale dimensie;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen.

Sterke en kundige sociale partners zijn nodig voor een betere herstart en het beter functioneren van de sociale dialoog, om het herstel en de versterking van het concurrentievermogen en de eerlijkheid van de sociale markteconomie te ondersteunen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens het artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de desbetreffende bijzondere richtlijnen.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

04 03 01 06

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 106 000

4 500 000

7 313 000

5 372 000

7 382 351,74

4 878 755,80

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties, met name :

 

acties voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, om de tenuitvoerlegging te bevorderen van Richtlijn 2009/38/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap, Richtlijn 98/59/EG inzake collectief ontslag en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen;

 

maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte trainingen voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking;

 

maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in Europese ondernemingsraden en in kmo's, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en meer samen te werken op het gebied van de naleving van het Unierecht betreffende de inspraak van werknemers;

 

maatregelen ter bevordering van de actieve betrokkenheid van werknemers in ondernemingen en ter beoordeling van de bevindingen van de geschiktheidscontrole en de gevolgen ervan voor Uniehandelingen op het gebied van voorlichting en raadpleging van werknemers;

 

innovatieve acties met betrekking tot de rol van werknemers, met het oog op ondersteuning van het anticiperen op verandering en de preventie en oplossing van geschillen in de context van herstructureringen, fusies, overnames en verplaatsingen bij ondernemingen en groepen van ondernemingen op Unieschaal;

 

maatregelen ter stimulering van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van de betrokkenheid van werknemers bij het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie;

 

transnationale uitwisseling van informatie en goede praktijken in aangelegenheden die van belang zijn voor het sociale overleg op bedrijfsniveau.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).

Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties had tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.

Dit krediet diende ter dekking, op het niveau van de Unie, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties strookten, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende EU-conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet diende daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties.

Rechtsgronden

Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).

04 03 01 08

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 038 000

12 400 000

16 206 000

12 400 000

15 240 899,54

9 343 436,62

Toelichting

De doelstelling van deze activiteit is de rol van het sociale overleg te versterken en de vaststelling van overeenkomsten en andere gezamenlijke acties tussen de sociale partners op Unieniveau te bevorderen. De gefinancierde acties dienen de organisaties van sociale partners te helpen de horizontale uitdagingen aan te gaan waarmee de Europese werkgelegenheid en het sociale beleid zoals vervat in de Europa 2020-strategie worden geconfronteerd, alsmede om in de context van initiatieven van de Unie de gevolgen van de economische crisis aan te pakken en bij te dragen aan de verbetering en verspreiding van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen.

Dit krediet strekt er met name toe de volgende activiteiten te omvatten:

 

studies, raadplegingen, vergaderingen van deskundigen, onderhandelingen, voorlichting, publicaties en andere activiteiten die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van bovengenoemde doelstelling of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

acties van de sociale partners met het oog op de bevordering van het sociale overleg (met inbegrip van competenties van de sociale partners) op sectoraal en intersectoraal niveau;

 

acties ter bevordering van kennis inzake de institutionele en praktische aspecten van arbeidsverhoudingen in de EU en verspreiding van de resultaten;

 

maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten worden betrokken met het specifieke oogmerk het sociale overleg op het niveau van de Unie te bevorderen. De bedoeling is tevens de gelijke participatie van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen;

 

acties ter ondersteuning van maatregelen inzake arbeidsverhoudingen die met name gericht zijn op de ontwikkeling van deskundigheid en de uitwisseling van voor de ganse Unie relevante informatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 02

Programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI)

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

77 589 483

55 000 000

65 000 000

41 167 000

71 560 079 ,—

52 980 160,21

Toelichting

De algemene doelstelling van het programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI in termen van het bevorderen van een hoog werkgelegenheidsniveau, het garanderen van adequate sociale bescherming, het bestrijden van sociale uitsluiting en armoede, het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verwezenlijken, zijn de specifieke doelstellingen van de Progress-pijler:

 

hoogwaardige vergelijkbare analytische kennis ontwikkelen en verspreiden om ervoor te zorgen dat het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk zijn gebaseerd op betrouwbare gegevens en zijn afgestemd op de behoeften, uitdagingen en omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en de andere deelnemende landen;

 

doeltreffende en inclusieve informatie-uitwisseling, van elkaar leren en dialoog over het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk op Europees, nationaal en internationaal niveau bevorderen om de lidstaten en de andere deelnemende landen te helpen bij de ontwikkeling van hun beleid en de uitvoering van de wetgeving van de Unie;

 

beleidsmakers financiële steun bieden om hervormingen van het sociaal en arbeidsmarktbeleid te bevorderen, de capaciteit van de belangrijkste actoren voor het ontwikkelen en uitvoeren van sociale experimenten vergroten, en de relevante kennis en deskundigheid toegankelijk maken;

 

Europese en nationale organisaties financiële steun bieden om de uitvoering van het werkgelegenheids- en sociaal beleid en de wetgeving inzake arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk te ontwikkelen, te stimuleren en te ondersteunen;

 

de bewustwording vergroten, goede werkwijzen uitwisselen, informatie verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden, gendergelijkheid, de veiligheid en de gezondheid op het werk, het combineren van werk en gezinsleven en de vergrijzende samenleving bevorderen;

 

stimuleren van het scheppen van nieuwe banen, bevordering van jeugdwerkgelegenheid en bestrijding van armoede door sociale convergentie te versterken, met behulp van het sociaal keurmerk.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 734 000

20 700 000

23 578 000

17 753 000

22 998 208,32

19 100 370,94

Toelichting

De algemene doelstelling van het EaSI is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, met name de geografische mobiliteit van werknemers te bevorderen en arbeidskansen te vergroten door arbeidsmarkten van de Unie te ontwikkelen die open en voor iedereen toegankelijk zijn, zijn de specifieke doelstellingen van de Eures-pijler:

 

ervoor zorgen dat aanvragen om en aanbiedingen van werk en alle gerelateerde informatie transparant zijn voor werkzoekenden en werkgevers; dit wordt bereikt door deze uit te wisselen en te verspreiden op transnationaal, interregionaal en grensoverschrijdend niveau door middel van standaard-interoperabiliteitsformulieren;

 

ervoor helpen zorgen dat vacatures en mobiliteitsopties op Europees niveau gelijktijdig met nationale vacatures en werkaanvragen worden aangekondigd en niet alleen nadat plaatselijke of nationale mogelijkheden zijn uitgeput;

 

diensten voor de aanwerving en plaatsing van werknemers ontwikkelen door het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk op Unie-niveau; dit heeft betrekking op alle fasen van de bemiddeling, van de voorbereiding voor de werving tot steun na plaatsing, met inbegrip van opties voor de ontwikkeling van de talenkennis, met als doel werkzoekenden te helpen succesvol te integreren op de arbeidsmarkt; deze diensten omvatten gerichte mobiliteitsregelingen om vacatures te vervullen waar de arbeidsmarkt tekortkomingen vertoont en/of om bepaalde groepen werknemers zoals jongeren te helpen.

 

hulp bieden voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners in grensregio's worden georganiseerd;

 

initiële scholing en bijscholing van de Eures-adviseurs in de lidstaten;

 

contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

 

bevordering van de bekendheid van Eures bij ondernemingen en het publiek;

 

ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

 

maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van werkgerelateerde sociale zekerheid.

Dit programma moet ook de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan, zoals dat al begonnen is met de voorbereidende actie „Je eerste Eures-baan”, dat een vervolg heeft gekregen in het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Bedrijven, met name kmo's, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.

Doelgroepen:

 

jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

 

alle wettelijk gevestigde bedrijven, met name kmo's, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

Banen die voor subsidie uit hoofde van dit onderdeel van het programma in aanmerking komen, zullen stageplaatsen voor jongeren, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen omvatten. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

 

ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

 

de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Daarnaast kan steun worden verleend voor acties in verband met de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke bepalingen van EaSI, zoals monitoring, evaluatie, verspreiding van resultaten en communicatie. Artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 beschrijft de soorten activiteiten die gefinancierd kunnen worden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 989 000

36 380 000

43 465 800

27 500 000

27 765 384 ,—

49 123 351,34

Toelichting

De algemene doelstelling van EaSI is bij te dragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en de gerelateerde kerndoelen inzake werkgelegenheid, onderwijs en de bestrijding van armoede, door financiële ondersteuning te verlenen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie.

EaSI is opgebouwd rond de volgende drie complementaire pijlers: Progress, Eures, en Microfinanciering en sociaal ondernemerschap.

Teneinde de algemene doelstellingen van het EaSI te verwezenlijken, met name de werkgelegenheid en sociale integratie te bevorderen door het verbeteren van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen en door het verbeteren van de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen, zijn de specifieke doelstellingen van de pijler Microfinanciering en sociaal ondernemerschap:

 

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen, waaronder vrouwen die een loopbaan als ondernemer willen starten, die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden; en ook voor bestaande micro-ondernemingen, met name die waar dergelijke personen in dienst zijn;

 

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

 

de ontwikkeling van sociale ondernemingen ondersteunen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten uit hoofde van artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaling van kapitaal, vrijgegeven garanties, en terugbetaling van de hoofdsom van leningen, die aan de Commissie worden terugbetaald en worden opgevoerd in post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding zijn tot verstrekking van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Een deel van de kredieten is bestemd voor het verlenen van ondersteuning van en technische bijstand aan ontvangers van microfinanciering.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

04 03 11

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 370 512

20 370 512

20 364 000

20 364 000

20 371 000 ,—

20 371 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Eurofound stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 20 371 000 EUR. Een bedrag van 488 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 370 512 EUR.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van studies betreffende werkomstandigheden en arbeidsverhoudingen ter ondersteuning van beleidsmaatregelen voor meer en betere banen, duurzamer werk en een sterkere sociale dialoog in Europa.

Een ander deel van dit krediet dient ter dekking van studies en toekomstgericht onderzoek betreffende arbeidsmarkten, met name het opvolgen van en anticiperen op structurele veranderingen, de impact ervan op de werkgelegenheid en het beheer van de gevolgen.

Het krediet dient ook ter dekking van onderzoek en het verzamelen van informatie over de levensomstandigheden en -kwaliteit, met bijzondere aandacht voor sociaal beleid en de rol van openbare diensten bij het verbeteren van de levenskwaliteit. Onderzoek naar het combineren van werk en privéleven en onzeker werk, met inbegrip van de uitsplitsing naar geslacht, moet ook door het krediet worden gedekt.

Ten slotte zal dit krediet ook worden gebruikt voor de analyse van de impact van de digitalisering op elk van de bovengenoemde gebieden alsook voor studies die bijdragen aan beleidsmaatregelen gericht op opwaartse convergentie in de Unie.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 883 668

14 883 668

14 514 000

14 514 000

15 067 699 ,—

14 462 775 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven voor het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de genderaspecten op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 14 973 000 EUR. Een bedrag van 89 332 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 883 668 EUR.

Dit krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, met name:

 

anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor de kmo's;

 

de werking van de Europese waarnemingspost voor risico's op basis van voorbeelden van goede praktijken in ondernemingen of specifieke sectoren;

 

de voorbereiding en de verstrekking van passende instrumenten waarmee kleinere ondernemingen de gezondheid en de veiligheid op het werk kunnen beheren;

 

de werking van het netwerk, bestaande uit de belangrijkste samenstellende elementen van de nationale informatienetwerken, waaronder de organisaties van de nationale sociale partners, overeenkomstig de nationale wetgeving en/of gebruiken, alsook de nationale steunpunten;

 

de organisatie van uitwisseling van ervaringen, informatie en goede praktijkvoorbeelden, onder meer in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie en andere internationale organisaties;

 

de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

 

de organisatie en het beheer van de Europese campagnes voor gezondheid op de werkplek en van de Europese week over Gezondheid en Veiligheid, waarbij de nadruk wordt gelegd op specifieke risico's en behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 03 13

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 100 237

17 100 237

17 375 000

17 375 000

18 634 634,59

17 434 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Centrum, alsook van beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma.

Het Centrum stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 17 434 000 EUR. Een bedrag van 333 763 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 100 237 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

04 03 14

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 056 297

20 056 297

19 771 000

19 771 000

20 144 193,47

20 144 193,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dient eveneens ter dekking van de steun voor partnerlanden in het Middellandse Zeegebied voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

De Stichting stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 20 144 000 EUR. Een bedrag van 87 703 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 056 297 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

04 03 51

Voltooiing van Progress

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 000 000

p.m.

5 000 000

547,53

6 384 608,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in het kader van het communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma's van de Unie, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 03 52

Voltooiing van Eures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oud artikel 04 03 04.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 700 000

0 ,—

7 900 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen 04 04 07, 04 04 12 en 04 04 15.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

04 03 77 02

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

299 799 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 06

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 07

Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

73 275,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 08

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

925,81

925,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 09

Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 13

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 14

Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

319 953,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 15

Proefproject — Haalbaarheid en toegevoegde waarde van een Europese regeling voor werkloosheidsuitkeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 287 763,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 17

Proefproject — Socialezekerheidskaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

500 000

700 000 ,—

454 550 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 18

Voorbereidende actie — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

p.m.

750 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 19

Voorbereidende actie — Steun voor de actieve integratie van kansarme migranten in Europa door het ontwikkelen en testen van lokale centra voor sociale en economische integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

0 ,—

400 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 21

Proefproject — Unietoepassing en dienst voor gebarentaal in realtime

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 23

Voorbereidende actie — Reactivate — Programma voor mobiliteit binnen de Unie voor werklozen ouder dan 35 jaar

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

4 000 000

2 500 000

1 500 000

2 996 244,18

1 198 497,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De arbeidsmobiliteit in de Unie is laag, ook al wordt dit over het algemeen niet zo ervaren. Binnen en tussen landen heerst hoge werkloosheid en lage arbeidsmobiliteit. Tegelijkertijd bestaat er in sommige landen en regio's een tekort aan vaardigheden en arbeidskrachten. Goed functionerende arbeidsmarkten zijn belangrijk om schokken te kunnen opvangen, middelen zo goed mogelijk in te kunnen zetten en mogelijke tekorten aan arbeidskrachten als gevolg van veroudering te kunnen aanpakken. Mobiliteit binnen de Unie kan in principe bijdragen aan het verhelpen van een gebrek aan arbeidskrachten en het wegwerken van onevenwichtigheden. De mobiliteit van werknemers in de leeftijdsgroep van ouder dan 35 jaar wordt ernstig belemmerd. Daarom moet speciaal op deze groep toegesneden financiële en/of andere steun worden getest.

Reactivate is een mobiliteitsprogramma voor stages en werken op proef voor volwassenen in een andere lidstaat, voor een periode van 6 tot 12 maanden. Het is gericht op werklozen, ook langdurig werklozen, in de leeftijdsgroep van ouder dan 35 jaar. Deze leeftijdsgroep vertegenwoordigt over het algemeen een bevolkingsgroep met hoge vaardigheden dankzij een lange werkervaring, waar dit programma op inspeelt.

Gezien het hoge aantal langdurig werklozen is Reactivate gericht op het leveren van specifiek op deze groep gerichte steun. Ook dient Reactivate voor het testen van maatregelen om werkgevers op dit vlak te activeren en financiële en/of andere steun te bieden aan werkgevers, om hen te stimuleren tot het aanbieden van werkmogelijkheden aan werklozen uit andere lidstaten.

Reactivate is opgezet als uitbreiding van het succesvolle programma „Je eerste Eures-baan”, met gelijksoortige mogelijkheden voor werklozen (met name langdurig) ouder dan 35 jaar. Dit project kan voortbouwen op „Je eerste Eures-baan” als deugdelijk platform voor het organiseren van verhuizingen.

Reactivate biedt werklozen, ook langdurig werklozen, in deze leeftijdsgroep een uitgelezen kans om uiteenlopende kennis en ervaring op te doen, nieuwe talen te leren en inzicht te krijgen in de Europese interne markt. Al deze voordelen bevorderen een sterkere Europese identiteit en verscheidenheid, waarbij de arbeidsmobiliteit wordt vergroot en de werkgelegenheid wordt gestimuleerd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 24

Proefproject — Hoogwaardige werkgelegenheid voor intreders op de arbeidsmarkt via ondernemerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

350 000

700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 25

Voorbereidende actie — Kindergarantie / Vaststelling van een Europese kindergarantie en de financiering daarvan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

450 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van de voorbereidende actie.

Ongelijkheden worden gezien als een oorzaak van macro-economische destabilisatie en lagere groei. In dat verband kunnen Europese en nationale acties ter vermindering van ongelijkheden waar kinderen mee te maken hebben gezien worden als langetermijnbeleid gericht op macro-economische stabilisatie en groei. Het creëren van kansen kan de economie versterken en de levensomstandigheden verbeteren.

De bestrijding van armoede en sociale uitsluiting is een van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, waarbij ernaar wordt gestreefd het aantal mensen dat in armoede leeft of dreigt te leven en het slachtoffer is van sociale uitsluiting of dreigt te worden met minstens 20 miljoen mensen te verlagen. Tussen 2008 en 2014 is echter het aantal mensen dat kans loopt op armoede of sociale uitsluiting in de EU27 gestegen van 116 tot 121 miljoen, waardoor elke vierde inwoner van de EU27 nu kans loopt op armoede of sociale uitsluiting. Binnen deze groep is de armoede onder kinderen bijzonder alarmerend. In 2014 liepen 26 miljoen kinderen in de Unie kans op armoede en leden meer dan negen miljoen kinderen ernstige materiële ontberingen. Als er geen maatregelen worden genomen om deze situatie te veranderen, lopen ze een groter risico om vast te lopen in het onderwijs (Europa 2020-doelstelling inzake onderwijs) en ondervinden ze meer problemen bij het betreden van de arbeidsmarkt (Europa 2020-doelstelling inzake werkgelegenheid). De kindergarantie is een geïntegreerde benadering voor de aanpak van armoede onder kinderen, gericht op volledige uitvoering van de aanbeveling van de Commissie „Investeren in kinderen”, om te waarborgen dat elk kind in Europa dat kans loopt op armoede (waaronder vluchtelingen) toegang heeft tot gratis gezondheidszorg, onderwijs en kinderopvang, behoorlijke huisvesting en toereikende voeding. Door Europese en nationale acties op deze vijf gebieden kan ervoor worden gezorgd dat de levensomstandigheden, kansen en langetermijnperspectieven voor miljoenen kinderen in Europa aanzienlijk verbeteren. De kindergarantie is een belangrijke horizontale beleidsmaatregel en moet worden gezien als investering in de stabiliteit en de welvaart van de Unie, die nodig is om het groeipotentieel van de Unie te behouden.

Om de kindergarantie als succesvol instrument voor de bestrijding van kinderarmoede te kunnen laten functioneren, moet financiële steun van de Unie worden toegewezen om een gecoördineerde inspanning in samenwerking met de lidstaten te waarborgen, gericht op gezamenlijke doelstellingen met bindende indicatoren. De voorbereidende actie dient voor het definiëren van het uitvoeringskader van de kindergarantie, door middel van:

 

1.

het vaststellen van vergelijkende meetbare criteria voor de toekenning van middelen overeenkomstig de aanbeveling van de Commissie „Investeren in kinderen”;

 

2.

het evalueren van bestaande nationale en Unie-acties voor de aanpak van multidimensionale aspecten van kinderarmoede, en het in kaart brengen van beste praktijken;

 

3.

het formuleren van de typologie van te financieren programma's;

 

4.

het vaststellen van financieringsregelingen voor het fonds, en

 

5.

het vaststellen van beheersmechanismen, waaronder monitoring en evaluatie.

Dit zal worden bereikt door middel van onafhankelijk onderzoek, overleg met partners, zoals overheidsinstellingen, ngo's, de academische wereld, de particuliere sector en het Europees netwerk van kinderombudsmannen en technische workshops.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 26

Proefproject — Een Europees kader voor mobiliteit van leerlingen: Europees burgerschap en Europese vaardigheden bevorderen door middel van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 500 000

2 000 000 ,—

383 257,41

Toelichting

Oude post 15 02 77 12

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

04 03 77 27

Proefproject — Bevordering van coöperaties van huishoudelijk personeel en dienstencheques

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

In de sector van persoonlijke en huishoudelijke diensten, een sector met veel potentieel voor het scheppen van banen, zijn er, bijvoorbeeld in Frankrijk en België, goede ervaringen met het systeem van dienstencheques. Het leeuwendeel van de werknemers in deze sector zijn vrouwen, 60 % zijn echter migranten en velen zijn grensarbeiders. Daarom zijn er grote lacunes en beperkte of gefragmenteerde toegang tot informatie over de rechten en plichten van werknemers in deze sector. In lidstaten als Frankrijk en België is een specifiek sociaal-fiscaal kader ontwikkeld met het oog op de regularisering van de werkzaamheden van de sector en het aanpakken van zwartwerk. Om het aantal lidstaten met een beleid ten aanzien van de sector van persoonlijke en huishoudelijke diensten te verhogen en ter ondersteuning van waardig werk in de sector zal het proefproject twee hoofddoelstellingen hebben: 1) de lidstaten helpen bij de ontwikkeling, of eerst het uittesten in sommige gemeenten, van een dienstenchequesysteem, en 2) een effectieve sociale dialoog in de sector in voeren.

Dit proefproject zal advies, technische bijstand en een reeks van op maat gemaakte begeleidende activiteiten bieden alsook aanbevelingen aan lidstaten die de sector van persoonlijke en huishoudelijke diensten willen ontwikkelen, en het zal de uitwisseling ondersteunen van goede praktijken tussen de voornaamste belanghebbenden, nationale openbare besturen (gemeenten/lokale overheden tijdens testfasen) en organisaties van huishoudelijk personeel, verzorgenden en werkgevers.

Met betrekking tot de sociale dialoog en behoorlijke arbeidsomstandigheden zal het project beogen de professionalisering van deze banen alsook de verspreiding van informatie over de rechten en plichten van werknemers en werkgevers en de invoering en ontwikkeling van een effectieve sociale dialoog te vergemakkelijken.

Dit proefproject zal ondersteund moeten worden door de voornaamste Europese belanghebbenden in de sector van persoonlijke en huishoudelijke diensten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 04 —   EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EGF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 04

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EGF)

04 04 01

EFG— Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

9

p.m.

25 000 000

p.m.

25 000 000

27 638 171 ,—

27 638 171 ,—

110,55

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 04 04 — Totaal

 

p.m.

25 000 000

p.m.

25 000 000

27 638 171 ,—

27 638 171 ,—

110,55

04 04 01

EFG— Ter ondersteuning van werknemers en zelfstandigen die door de globalisering werkloos zijn geworden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

25 000 000

p.m.

25 000 000

27 638 171 ,—

27 638 171 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG teneinde de Unie de mogelijkheid te bieden solidariteit te betonen met en steun te verlenen aan werknemers en zelfstandigen die werkloos zijn geworden als gevolg van door de globalisering veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, als gevolg van het voortduren van de wereldwijde financiële en economische crisis, een bij Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26) ingevoerd criterium, of als gevolg van een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, alsook om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame terugkeer op de arbeidsmarkt.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het ESF; dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan. Acties en maatregelen die door het EFG worden gesteund, moeten tot doel hebben zo veel mogelijk deelnemers zo snel mogelijk duurzaam werk te laten vinden vóór de inleverdatum van het eindverslag.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

04 04 51

Voltooiing van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het EFG, om de Unie in staat te stellen in de tijd beperkte en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Het dient ter dekking van alle aanvragen die tot en met 31 december 2013 werden ingediend. Voor aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2011 werden ingediend, kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het ESF. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — WERKGELEGENHEID, SOCIAAL BELEID EN ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJK POTENTIEEL

04 05 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (35), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 04 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

4

p.m.

5 000 000

p.m.

50 000 000

0 ,—

82 299 999,44

1 646,00

 

Hoofdstuk 04 05 — Totaal

 

p.m.

5 000 000

p.m.

50 000 000

0 ,—

82 299 999,44

1 646,00

04 05 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (36), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

04 05 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet in de Westelijke Balkan gebruikt worden voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 02

Steun voor IJsland

04 05 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 03

Steun voor Turkije

04 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet worden gebruikt voor de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

04 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

04 05 51

Voltooiing van acties (van voor 2014) — Instrument voor pretoetredingssteun — Ontwikkeling van het menselijk potentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

p.m.

50 000 000

0 ,—

82 299 999,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen van vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij punt 7 van bijlage III, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grotere projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1085/2006 en waarvan de uitvoering nog niet voltooid is op die datum, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd onder Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr.°1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 04 06 —   FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN (FEAD)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

FONDS VOOR EUROPESE HULP AAN DE MEEST BEHOEFTIGEN (FEAD)

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

1,2

555 274 653

400 000 000

544 386 912

440 000 000

533 712 658 ,—

277 364 821,41

69,34

04 06 02

Operationele technische bijstand

1,2

1 200 000

1 000 000

1 440 000

1 000 000

1 051 106,57

699 921,30

69,99

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

556 474 653

401 000 000

545 826 912

441 000 000

534 763 764,57

278 064 742,71

69,34

Toelichting

Artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie geeft de doelstelling van de Unie van economische, sociale en territoriale samenhang aan, en artikel 175 zet de rol van de structuurfondsen bij de verwezenlijking van deze doelstelling uiteen en voorziet in de mogelijkheid van vaststelling van specifieke maatregelen buiten de structuurfondsen om.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd met de geldende wettelijke bepalingen zijn gedaan.

De artikelen 56 en 57 van Verordening (EU) nr. 223/2014 betreffende de criteria voor financiële correcties door de Commissie voorzien in specifieke regels voor op het FEAD toe te passen financiële correcties.

Ontvangsten uit op die basis verrichte financiële correcties worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling van voorfinancieringen betreffende een bepaalde interventie.

Artikel 44 van de FEAD-verordening voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die op het FEAD van toepassing zijn.

Terugbetaalde voorfinancieringsbedragen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgenomen in post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

In artikel 19 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 zijn de voorwaarden vastgesteld voor de herziening van het meerjarig financieel kader om de toegewezen bedragen die in 2014 niet zijn gebruikt over te dragen naar daaropvolgende jaren, boven de vastgestelde uitgavenmaxima, indien na 1 januari 2014 nieuwe regels of programma's worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 175.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

04 06 01

Bevordering van sociale samenhang en verlichting van de ergste vormen van armoede in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

555 274 653

400 000 000

544 386 912

440 000 000

533 712 658 ,—

277 364 821,41

Toelichting

Het FEAD vervangt de regeling voor de voedselverstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie, die eind 2013 afliep.

Met het oog op de continuïteit tussen de twee programma's zullen de uitgaven in aanmerking komen voor steun uit een operationeel programma van het FEAD indien deze door een begunstigde zijn gedaan en tussen 1 december 2013 en 31 december 2023 werden betaald.

Het FEAD bevordert de sociale samenhang, versterkt de sociale inclusie en draagt daarmee uiteindelijk bij aan de uitbanning van de armoede in de Unie doordat het een bijdrage levert aan de verwezenlijking van de doelstelling van de Europa 2020-strategie om ten minste 20 miljoen minder mensen bloot te stellen aan het risico op armoede en sociale uitsluiting, en vormt een aanvulling op de structuurfondsen. Aangezien vrouwen meer kans lopen op armoede of sociale uitsluiting dan mannen, volgt het FEAD een genderbewuste aanpak, door de maatregelen af te stemmen op de verschillende groepen die aan het risico op armoede en sociale uitsluiting zijn blootgesteld, met inbegrip van vrouwen en ouderen. Het FEAD draagt bij tot de verwezenlijking van het specifieke doel van verlichting en uitroeiing van de ergste vormen van armoede door het verstrekken van niet-financiële bijstand aan de meest behoeftigen: voedselhulp en/of fundamentele materiële bijstand en sociale-inclusieactiviteiten die gericht zijn op de sociale integratie van de meest behoeftigen.

Dit doel en de resultaten van de uitvoering van het FEAD worden kwalitatief en kwantitatief beoordeeld.

Het FEAD wordt gebruikt ter aanvulling, en niet ter vervanging of afzwakking, van nationale beleidsmaatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale re-integratie, die de verantwoordelijkheid van de lidstaten blijven.

Voor vastlegging in de begroting voor de periode 2014-2020 is voor het FEAD een bedrag van 3 395 684 880 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2011, beschikbaar.

Armoede is een probleem met vele dimensies en de aanpak ervan moet een van onze hoofddoelen worden. Er moet in alle strategieën grotere nadruk worden gelegd op armoede, aangezien armoede een complex probleem is met vele oorzaken. Het heeft niet alleen uitwerking in het heden, maar ook verstrekkende gevolgen voor de toekomst. Mensen die in armoede leven, met name kinderen, lopen een groter risico later in hun leven te mislukken en van de maatschappij te worden uitgesloten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

04 06 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

1 000 000

1 440 000

1 000 000

1 051 106,57

699 921,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische bijstand als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 223/2014.

Technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, audit, informatieverstrekking, controle en evaluatie die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 223/2014 nodig zijn alsook activiteiten overeenkomstig artikel 10 van die verordening.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van:

 

de kosten van activiteiten met partnerorganisaties en belanghebbenden in de lidstaten (zoals opleidingen, vergaderingen, conferenties, netwerk van deskundigen, werkgroepen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor de levering van diensten en studies;

 

subsidies;

 

audit-, controle- en evaluatieactiviteiten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (PB L 72 van 12.3.2014, blz. 1).

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

132 308 006

132 308 006

134 431 385

134 431 385

133 340 495,83

133 340 495,83

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

2 358 100 000

2 302 896 000

2 806 800 000

2 766 337 000

3 184 276 029,66

3 163 929 739,03

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

40 668 700 000

40 668 700 000

39 661 700 000

39 661 700 000

40 984 131 447,04

40 984 131 447,04

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

14 367 669 509

11 843 037 093

14 354 048 697

10 421 022 443

18 679 199 008,51

12 365 257 730,76

Reserves (40 02 41)

1 800 000

1 350 000

       
 

14 369 469 509

11 844 387 093

14 354 048 697

10 421 022 443

18 679 199 008,51

12 365 257 730,76

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

190 000 000

138 400 000

199 000 000

89 970 000

112 000 000 ,—

339 242 762,15

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

7 368 000

7 368 000

8 285 849

8 285 849

4 403 541,71

4 403 541,71

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

160 230 000

160 979 183

85 279 139

83 900 515

111 452 448,91

111 452 448,91

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

39 706 899

54 412 168

47 810 940

40 944 954

31 077 996,97

30 200 549,86

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

235 755 857

154 885 244

221 563 529

108 915 289

209 994 970,79

75 677 497,28

 

Titel 05 — Totaal

58 159 838 271

55 462 985 694

57 518 919 539

53 315 507 435

63 449 875 939,42

57 207 636 212,57

Reserves (40 02 41)

1 800 000

1 350 000

       
 

58 161 638 271

55 464 335 694

57 518 919 539

53 315 507 435

63 449 875 939,42

57 207 636 212,57

HOOFDSTUK 05 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

97 704 383

100 777 140

102 894 402,73

105,31

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 156 935

3 419 215

3 548 911,27

112,42

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

6 480 752

6 490 597

6 316 543,56

97,47

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

9 637 687

9 909 812

9 865 454,83

102,36

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5,2

6 315 934

6 292 864

7 912 231,27

125,27

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

8 000 000

6 782 000

5 362 011,83

67,03

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun in het landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid (IPA)

4

449 650

459 960

281 065,24

62,51

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

2

4 689 000

4 910 000

3 246 016,77

69,23

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

13 138 650

12 151 960

8 889 093,84

67,66

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

1 589 136

1 535 400

1 434 999,34

90,30

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

442 216

433 545

435 791 ,—

98,55

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

400 000

830 664

350 146,82

87,54

 

Artikel 05 01 05 — Subtotaal

 

2 431 352

2 799 609

2 220 937,16

91,35

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

2

3 080 000

2 500 000

1 558 376 ,—

50,60

 

Artikel 05 01 06 — Subtotaal

 

3 080 000

2 500 000

1 558 376 ,—

50,60

 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

132 308 006

134 431 385

133 340 495,83

100,78

Toelichting

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

97 704 383

100 777 140

102 894 402,73

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 156 935

3 419 215

3 548 911,27

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 480 752

6 490 597

6 316 543,56

05 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 315 934

6 292 864

7 912 231,27

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

05 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 000 000

6 782 000

5 362 011,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 6, onder a), d), e) en f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Hieronder vallen uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004. Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen in de context van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen).

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

05 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor pretoetredingssteun in het landbouw- en plattelandsontwikkelingsbeleid (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

449 650

459 960

281 065,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand (waarbij het niet om overheidstaken gaat) die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatiesystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken en andere uitgaven voor publicatieactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die direct aan de doelstellingen van het programma zijn gekoppeld;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 05 05.

05 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 689 000

4 910 000

3 246 016,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand als bedoeld in artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie en inspectie die nodig zijn voor de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dit krediet kan met name worden aangewend voor de financiering van:

 

verspreiding van informatie, met inbegrip van samenwerking en uitwisselingen op Unie-niveau en netwerkvorming tussen de betrokken partijen;

 

verstrekking van informatie, met inbegrip van studies en evaluaties;

 

uitgaven voor IT en telecommunicatie;

 

uitgaven voor de bescherming van de belangen van de Unie (wettigheid en regelmatigheid, fraude, sancties en terugvorderingsmaatregelen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat extern personeel.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

05 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 589 136

1 535 400

1 434 999,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

442 216

433 545

435 791 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

400 000

830 664

350 146,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

05 01 06

Uitvoerende agentschappen

05 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het programma ter bevordering van de afzet van landbouwproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 080 000

2 500 000

1 558 376 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die met ingang van 1 december 2015 deel uitmaken van het afzetbevorderingsprogramma.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Uitvoeringsbesluit 2014/927/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU teneinde het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding” om te vormen tot het „Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding” (PB L 363 van 18.12.2014, blz. 183).

Besluit C(2014) 9594 van de Commissie van 19 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9505 wat betreft het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding met het oog op het uitvoeren van taken in verband met de tenuitvoerlegging van voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen en opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid krachtens Besluit C(2014) 1269, met name wat betreft de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie.

HOOFDSTUK 05 02 —   VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 02

VERBETERING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE LANDBOUWSECTOR DOOR INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 01 99

Overige maatregelen voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 02 99

Overige maatregelen voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I van het VWEU genoemde producten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 99

Overige maatregelen voor voedselprogramma’s

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    968,04
  • – 
    968,04
 
 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    968,04
  • – 
    968,04
 

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 05 99

Overige maatregelen voor suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    100 000 ,—
  • – 
    100 000 ,—
 

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

2

46 000 000

46 000 000

46 000 000

46 000 000

46 026 264,14

46 026 264,14

100,06

05 02 06 99

Overige maatregelen voor olijfolie

2

100 000

100 000

300 000

300 000

62 849,69

62 849,69

62,85

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

46 100 000

46 100 000

46 300 000

46 300 000

45 989 113,83

45 989 113,83

99,76

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

2

p.m.

p.m.

6 100 000

6 100 000

6 134 000 ,—

6 134 000 ,—

 

05 02 07 99

Overige maatregelen voor vezelgewassen

2

100 000

100 000

100 000

100 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

100 000

100 000

6 200 000

6 200 000

6 134 000 ,—

6 134 000 ,—

6 134,00

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

2

472 000 000

472 000 000

455 000 000

455 000 000

862 483 263,71

862 483 263,71

182,73

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

2

10 000 000

10 000 000

22 000 000

22 000 000

71 373 084,53

71 373 084,53

713,73

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

2

10 000 000

10 000 000

130 000 000

130 000 000

109 915 855,51

109 915 855,51

1 099,16

05 02 08 99

Overige maatregelen voor groenten en fruit

2

39 800 000

39 800 000

54 500 000

54 500 000

128 952 215,11

128 952 215,11

324,00

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

531 800 000

531 800 000

661 500 000

661 500 000

1 172 724 418,86

1 172 724 418,86

220,52

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

2

1 057 000 000

1 057 000 000

1 075 000 000

1 075 000 000

1 027 566 919,35

1 027 566 919,35

97,22

05 02 09 99

Overige maatregelen voor de wijnbouwsector

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

  • – 
    435 981,13
  • – 
    435 981,13

–43,60

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 058 000 000

1 058 000 000

1 076 000 000

1 076 000 000

1 027 130 938,22

1 027 130 938,22

97,08

05 02 10

Afzetbevordering

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

2

83 000 000

83 000 000

83 000 000

83 000 000

62 587 884,01

62 587 884,01

75,41

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

88 600 000

27 396 000

52 500 000

12 037 000

18 480 225 ,—

4 133 934,37

15,09

05 02 10 99

Overige maatregelen voor afzetbevordering

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

171 600 000

110 396 000

135 500 000

95 037 000

81 068 109,01

66 721 818,38

60,44

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

2

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 277 000 ,—

2 277 000 ,—

99,00

05 02 11 04

Programma's van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

2

231 000 000

231 000 000

237 000 000

237 000 000

239 632 322,93

239 632 322,93

103,74

05 02 11 99

Overige maatregelen voor overige plantaardige producten/overige maatregelen

2

100 000

100 000

100 000

100 000

98 440,65

98 440,65

98,44

 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

233 400 000

233 400 000

239 400 000

239 400 000

242 007 763,58

242 007 763,58

103,69

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,01

0,01

 

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

2

12 000 000

12 000 000

19 000 000

19 000 000

9 125 953,25

9 125 953,25

76,05

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

2

p.m.

p.m.

9 000 000

9 000 000

9 067 447,10

9 067 447,10

 

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 12 08

Schoolmelk

2

22 000 000

22 000 000

75 000 000

75 000 000

64 436 426,78

64 436 426,78

292,89

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

2

p.m.

6 000 000

p.m.

p.m.

30 000 000 ,—

24 000 000 ,—

400,00

05 02 12 99

Overige maatregelen voor melk en zuivelproducten

2

100 000

100 000

504 700 000

504 700 000

323 947 831,52

323 947 831,52

323 947,83

 

Artikel 05 02 12 — Subtotaal

 

34 100 000

40 100 000

607 700 000

607 700 000

436 577 658,66

430 577 658,66

1 073,76

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

560 013,80

560 013,80

 

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 765,60

4 765,60

 

05 02 13 99

Overige maatregelen voor rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

29 641 616,57

29 641 616,57

 
 

Artikel 05 02 13 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 206 395,97

30 206 395,97

 

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 14 99

Overige maatregelen voor schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 836 787,35

1 836 787,35

 
 

Artikel 05 02 14 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 836 787,35

1 836 787,35

 

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 816 729,22

30 816 729,22

 

05 02 15 04

Restituties voor eieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 454,55

30 454,55

 

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

2

35 000 000

35 000 000

34 000 000

34 000 000

34 533 998,75

34 533 998,75

98,67

05 02 15 99

Overige maatregelen voor varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

2

60 000 000

60 000 000

p.m.

p.m.

75 220 629,70

75 220 629,70

125,37

 

Artikel 05 02 15 — Subtotaal

 

95 000 000

95 000 000

34 000 000

34 000 000

140 601 812,22

140 601 812,22

148,00

05 02 18

Schoolregelingen

2

188 000 000

188 000 000

200 000

200 000

     
 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

2 358 100 000

2 302 896 000

2 806 800 000

2 766 337 000

3 184 276 029,66

3 163 929 739,03

137,39

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de begrotingskredieten voor dit hoofdstuk is voor artikel 05 02 08, en met name voor post 05 02 08 03, rekening gehouden met een bedrag van 400 000 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 12).

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van granen overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 01 99

Overige maatregelen voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende bedragen en andere uitgaven in verband met interventiemaatregelen voor granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Verordening (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 13 en 14 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, voor de openbare opslag van rijst overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 02 99

Overige maatregelen voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven uit hoofde van andere interventiemaatregelen voor rijst op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage I van het VWEU genoemde producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde gedistilleerde dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EU) nr. 510/2014, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, magere melk, boter en eieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 99

Overige maatregelen voor voedselprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

  • – 
    968,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de EU-markt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie.

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, alsook van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake productierestituties voor industriële suiker overeenkomstig artikel 129 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, en van resterende uitgaven voor restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 05 08

Particuliere opslag van suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van suiker overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 05 99

Overige maatregelen voor suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor suiker op grond van Verordeningen (EG) nr. 1234/2007, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen, met inbegrip van correcties daarop, die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1260/2001, (EG) nr. 318/2006 en (EG) nr. 320/2006 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001, en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikel 219 en artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Particuliere opslag van olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

  • – 
    100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van olijfolie overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

46 000 000

46 000 000

46 026 264,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor steun aan organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig de artikelen 29 tot en met 31 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 06 99

Overige maatregelen voor olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

300 000

62 849,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven in verband met olijfolie op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013, alsmede van andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening nr. 136/66/EEG en de Verordeningen (EG) nr. 865/2004 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 06. Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 02

Particuliere opslag van vlasvezels

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van vlasvezels overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

6 100 000

6 134 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitstaande saldi in verband met bepaalde regelingen overeenkomstig artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

05 02 07 99

Overige maatregelen voor vezelgewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen, waaronder resterende uitgaven voor steun voor de verwerking van vlasvezels en hennepvezels, die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

472 000 000

455 000 000

862 483 263,71

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering, overeenkomstig de artikelen 32 tot en met 38 en de artikelen 152 tot en met 160 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, van het voor rekening van de Unie vallende gedeelte van de uitgaven voor de actiefondsen van telersverenigingen.

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000 000

22 000 000

71 373 084,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000 000

130 000 000

109 915 855,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling tot en met schooljaar 2016/2017 op grond van de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 08 99

Overige maatregelen voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

39 800 000

54 500 000

128 952 215,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor groenten en fruit op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede van andere resterende uitgaven voor maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 399/94, (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 08.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 08

Nationale steunprogramma's voor de wijnsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 057 000 000

1 075 000 000

1 027 566 919,35

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor steunprogramma's voor de wijnsector overeenkomstig de artikelen 39 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 09 99

Overige maatregelen voor de wijnbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 000 000

1 000 000

  • – 
    435 981,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 882/87, (EG) nr. 1493/1999, (EG) nr. 479/2008, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 09.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 en 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

05 02 10

Afzetbevordering

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1144/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties betreffende landbouwproducten uitgevoerd op de interne markt en in derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 56).

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

83 000 000

83 000 000

62 587 884,01

Toelichting

Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014.

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

88 600 000

27 396 000

52 500 000

12 037 000

18 480 225 ,—

4 133 934,37

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 voor de uitvoering van de afzetbevorderingsprogramma’s nodig is, zoals voorbereiding, monitoring, evaluatie, controle en beheer.

05 02 10 99

Overige maatregelen voor afzetbevordering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van overige maatregelen op grond van de Verordeningen (EG) nr. 3/2008 en (EU) nr. 1144/2014 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 300 000

2 300 000

2 277 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de artikelen 58, 59 en 60 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

05 02 11 04

Programma's van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (Posei) (met uitzondering van rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

231 000 000

237 000 000

239 632 322,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan overeenkomstig Verordeningen (EU) nr. 228/2013 en (EU) nr. 229/2013, alsmede de resterende uitgaven die voortvloeien uit de uitvoering van de regelgeving inzake Posei en eilanden van de Egeïsche Zee op grond van de Verordeningen (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 02 11 99

Overige maatregelen voor overige plantaardige producten/overige maatregelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

98 440,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle andere resterende bedragen en andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2075/92, (EG) nr. 1786/2003, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1308/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 219, artikel 220, lid 1, onder b), en artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0,01

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 02

Opslagmaatregelen voor mageremelkpoeder

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 000 000

19 000 000

9 125 953,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 04

Opslagmaatregelen voor boter en room

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

9 000 000

9 067 447,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van boter en room overeenkomstig de artikelen 8, 9, 11 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 06

Particuliere opslag van bepaalde kaassoorten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de particuliere opslag van bepaalde kaassoorten overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 12 08

Schoolmelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

22 000 000

75 000 000

64 436 426,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de in artikelen 26 tot en met 28 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde steun van de Unie voor de verstrekking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen tot en met schooljaar 2016/2017, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

05 02 12 09

Zuivelproducten zoals dringende reactie op humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 000 000

p.m.

p.m.

30 000 000 ,—

24 000 000 ,—

Toelichting

In het kader van de noodmaatregelen om het marktevenwicht in de zuivelsector van de Unie te herstellen, dienen deze kredieten ter dekking van nog uitstaande betalingen in verband met de verdeling van zuivelproducten uit de Unie als onderdeel van de humanitaire hulp die de Unie aan derde landen verleent overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1257/96, met name de artikelen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

05 02 12 99

Overige maatregelen voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

504 700 000

323 947 831,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van de Verordeningen (EG) nr. 2330/98, (EG) nr. 1234/2007 en (EU) nr. 1233/2009, alsmede van andere uitgaven voor de sector op grond van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

05 02 13

Rund- en kalfsvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

560 013,80

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rund- en kalfsvlees op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 02

Opslagmaatregelen voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor steun voor de particuliere opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

Het dient eveneens ter dekking van technische, financierings- en andere kosten, met name ter financiering van de waardevermindering van voorraden, die worden gemaakt voor de openbare opslag van rund- en kalfsvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 16, 19 en 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 2 en 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

4 765,60

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor levende dieren op grond van de artikelen 196 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 13 99

Overige maatregelen voor rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

29 641 616,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 1254/1999 en (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 13.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitstaande betalingen ingevolge de toepassing van Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 263 van 18.10.2000, blz. 34).

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Particuliere opslag van schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de particuliere opslag van schapen- en geitenvlees overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 10 en de artikelen 17 tot en met 21 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 14 99

Overige maatregelen voor schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

1 836 787,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordeningen (EG) nr. 2529/2001 en (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 14.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor varkensvlees die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 02

Particuliere opslag van varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

30 816 729,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de particuliere opslag van varkensvlees overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 04

Restituties voor eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor eieren die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

30 454,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uitvoerrestituties voor slachtpluimvee die worden toegekend op grond van de artikelen 196 tot en met 199 en de artikelen 201 tot en met 204 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1370/2013.

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 000 000

34 000 000

34 533 998,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van nationale programma's voor de bijenteeltsector, overeenkomstig de artikelen 55 tot en met 57 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 15 99

Overige maatregelen voor varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000 000

p.m.

75 220 629,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet worden gedekt door de kredieten voor andere posten van artikel 05 02 15.

Het omvat met name uitgaven voor uitzonderlijke maatregelen die worden uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 219 tot en met 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

05 02 18

Schoolregelingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

188 000 000

200 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor de steunregeling voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 25 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikelen 5 en 6 van Verordening (EU) nr. 1370/2013, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan producten van lokale en/of nationale herkomst.

HOOFDSTUK 05 03 —   RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

05 03

RECHTSTREEKSE BETALINGEN OM BIJ TE DRAGEN TOT DE LANDBOUWINKOMENS, DE VARIABILITEIT DAARVAN TE BEPERKEN EN AAN MILIEU- EN KLIMAATDOELSTELLINGEN TE VOLDOEN

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling (BTR)

2

19 000 000

45 000 000

43 415 839,61

228,50

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

2

4 162 000 000

4 101 000 000

4 032 384 138,30

96,89

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

2

1 666 000 000

1 609 000 000

1 237 072 840,62

74,25

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

2

16 326 100 000

15 296 000 000

17 857 575 117,98

109,38

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

2

11 739 000 000

11 696 000 000

11 716 398 919,17

99,81

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

2

5 000 000

3 000 000

2 794 447,32

55,89

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

2

391 000 000

441 000 000

317 040 646,08

81,08

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

2

1 000 000

800 000

–2 590 666,37

  • – 
    259,07
 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

34 309 100 000

33 191 800 000

35 204 091 282,71

102,61

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

2

242 000 000

246 000 000

243 860 903,65

100,77

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Gekoppelde rechtstreekse betalingen

2

2 000 000

6 000 000

5 439 735,57

271,99

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

2

420 000 000

411 000 000

410 729 109,57

97,79

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

2

17 000 000

17 000 000

16 059 011,72

94,46

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

2

3 993 000 000

3 988 000 000

3 800 556 914,57

95,18

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

2

1 224 000 000

1 347 000 000

907 708 038,16

74,16

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

2

2 000 000

4 300 000

324 149,31

16,21

 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

5 900 000 000

6 019 300 000

5 384 677 862,55

91,27

05 03 03

Extra steunbedragen

2

100 000

100 000

5 539,14

5,54

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

2

p.m.

p.m.

395 356 762,64

 

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

2

459 500 000

450 500 000

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

40 668 700 000

39 661 700 000

40 984 131 447,04

100,78

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

Bij de vaststelling van de kredieten voor dit hoofdstuk is rekening gehouden met een bedrag van 1 075 900 000 EUR afkomstig van de onderdelen 6 7 0 1, 6 7 0 2 en 6 7 0 3 van de algemene staat van ontvangsten voor artikel 05 03 01, en met name voor post 05 03 01 10.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 671/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat de toepassing van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers voor 2013 betreft (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse betalingen

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling (BTR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 000 000

45 000 000

43 415 839,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in het kader van de bedrijfstoeslagregeling als bedoeld in titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 162 000 000

4 101 000 000

4 032 384 138,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel III, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Toetredingsakten van 2003 en 2005.

Rechtsgronden

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33), met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte”(PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203).

05 03 01 07

Herverdelingsbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 666 000 000

1 609 000 000

1 237 072 840,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven in het kader van de herverdelingsbetaling in het kalenderjaar 2014 als bedoeld in de artikelen 72 bis en 125 bis van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 01 10

Basisbetalingsregeling (BBR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

16 326 100 000

15 296 000 000

17 857 575 117,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de basisbetalingsregeling als bedoeld in titel III, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 11

Betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 739 000 000

11 696 000 000

11 716 398 919,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken als bedoeld in titel III, hoofdstuk 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 12

Betaling voor landbouwers in gebieden met natuurlijke beperkingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 000 000

3 000 000

2 794 447,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen als bedoeld in titel III, hoofdstuk 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 13

Betaling voor jonge landbouwers

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

391 000 000

441 000 000

317 040 646,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de betaling voor jonge landbouwers als bedoeld in titel III, hoofdstuk 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 01 99

Andere (ontkoppelde rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 000 000

800 000

–2 590 666,37

Toelichting

Oude posten 05 03 01 03, 05 03 01 04, 05 03 01 05, 05 03 01 06 en 05 03 01 99

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten onder artikel 05 03 01 en ter dekking van correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de maxima die zijn vastgesteld in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 en in de artikelen 6 en 7 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

05 03 02

Andere rechtstreekse betalingen

05 03 02 40

Gewasspecifieke betaling voor katoen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

242 000 000

246 000 000

243 860 903,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013, alsmede van resterende uitgaven voor de gewasspecifieke betaling voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009) — Gekoppelde rechtstreekse betalingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000 000

6 000 000

5 439 735,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde gekoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), i), ii), iii) en iv), en in lid 1, onder b) en e), bedoelde steun.

05 03 02 50

Posei — Steunprogramma’s van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

420 000 000

411 000 000

410 729 109,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van rechtstreekse betalingen in verband met programma's die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie in de ultraperifere gebieden van de Unie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 228/2013, alsmede van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

05 03 02 52

Posei — Kleinere eilanden van de Egeïsche Zee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 000 000

17 000 000

16 059 011,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun die voortvloeien uit de uitvoering van Verordening (EU) nr. 229/2013 en van resterende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93 en (EG) nr. 1405/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).

05 03 02 60

Vrijwillige regeling voor gekoppelde steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 993 000 000

3 988 000 000

3 800 556 914,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor vrijwillige gekoppelde steun als bedoeld in titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 61

Regeling voor kleine landbouwbedrijven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 224 000 000

1 347 000 000

907 708 038,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling voor kleine landbouwbedrijven als bedoeld in titel V van Verordening (EU) nr. 1307/2013.

05 03 02 99

Andere (rechtstreekse betalingen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000 000

4 300 000

324 149,31

Toelichting

Oude posten 05 03 02 06, 05 03 02 07, 05 03 02 13, 05 03 02 14, 05 03 02 28 en 05 03 02 99

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere rechtstreekse betalingen die niet kunnen worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het is eveneens bedoeld ter dekking van correcties die uit de niet-naleving van de in de artikelen 8 en 40 van Verordening (EG) nr. 73/2009 vastgestelde maxima voortvloeien en niet aan een bepaald begrotingsonderdeel onder artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend. Dit krediet kan met name dienen voor de financiering van resterende uitgaven in verband met:

 

de toeslag op de areaalbetaling zoals bedoeld in titel IV, hoofdstuk 8, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun per hectare voor de instandhouding van de teelt van kekers, linzen en wikke overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 13, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de overgangsregeling voor gedroogde voedergewassen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de toeslag voor durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de seizoencorrectiepremie voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

het extensiveringsbedrag voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de extra betalingen aan rundvleesproducenten overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de extra betalingen in de sector schapen en geiten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de melkpremie aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de aanvullende premies aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de compenserende steun voor bananen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 404/93;

 

de overgangsbetaling voor suikerbietentelers overeenkomstig hoofdstuk 10 sexies van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2799/98;

 

de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde areaalsteun voor krenten en rozijnen;

 

de areaalsteun aan producenten van energiegewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 5, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de areaalsteun voor granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, kuilgras en braaklegging overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de toeslag op de areaalbetaling voor producenten van durumtarwe in traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de productiesteun voor zaaizaad overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de speciale premies voor rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de slachtpremies voor runderkalveren overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de slachtpremies voor volwassen runderen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de productiesteun aan producenten van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de areaalsteun voor rijst overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de steun voor olijfgaarden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun aan producenten van ruwe tabak overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de areaalsteun voor hop overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun voor producenten van eiwithoudende gewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de areaalsteun aan producenten van noten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de overgangsbetalingen aan landbouwers die tomaten produceren overeenkomstig artikel 54, lid 1, en artikel 128, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en de steun in verband met de overgangsbetaling voor zacht fruit overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 verleende rechtstreekse steun en de in die gebieden vóór 2006 verleende rechtstreekse steun;

 

de betalingen voor specifieke soorten landbouw en kwaliteitsproductie overeenkomstig artikel 72, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

het extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009;

 

de overgangsbetalingen aan landbouwers die één of meer groente- en fruitproducten, andere dan tomaten, produceren, overeenkomstig artikel 54, lid 2, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

 

de zoogkoeienpremie overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de aanvullende nationale zoogkoeienpremie overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de schapen- en geitenpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de specifieke steun per ooi of vrouwelijke geit aan producenten van schapen- of geitenvlees in probleem- of berggebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de steun voor zijderupsen overeenkomstig artikel 111 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 03 03

Extra steunbedragen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

5 539,14

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 09

Terugbetaling van rechtstreekse betalingen aan landbouwers uit kredieten die zijn overgedragen in verband met financiële discipline

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

395 356 762,64

Toelichting

Dit artikel voorziet niet in nieuwe kredieten maar dient voor de bedragen die overeenkomstig artikel 169, lid 3, van het Financieel Reglement kunnen worden overgedragen voor terugbetalingen in verband met de verlaging van rechtstreekse betalingen naar aanleiding van financiëledisciplinemaatregelen in het vorige jaar. Overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de lidstaten de eindontvangers vergoeden die in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen, het voorwerp uitmaken van financiëledisciplinemaatregelen overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4.

05 03 10

Reserve voor crisissituaties in de landbouwsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

459 500 000

450 500 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet van dit reserveartikel dient ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of -distributie treffen.

De reserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03) toe te passen aan de hand van de mechanismen voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve overeenkomstig de desbetreffende wetgevingshandeling moet worden aangesproken, legt zij aan het Europees Parlement en de Raad een voorstel over om, ter financiering van de nodig geachte maatregel, middelen uit de reserve over te schrijven naar de desbetreffende begrotingsonderdelen. Voorstellen van de Commissie tot overschrijving van middelen waarmee de reserve wordt aangesproken, moeten worden voorafgegaan door een onderzoek van de mogelijkheden tot herschikking van kredieten. Aan het einde van het begrotingsjaar wordt elk bedrag van de reserve dat niet voor crisismaatregelen beschikbaar is gesteld, overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 terugbetaald aan de eindontvangers van de rechtstreekse betalingen. Alle terugbetalingen worden in het kader van artikel 05 03 09 gedaan uit de van het vorige begrotingsjaar overgedragen kredieten.

Overschrijvingen om de reserve aan te spreken en middelen uit de reserve naar de rechtstreekse betalingen over te hevelen, worden gedaan overeenkomstig het Financieel Reglement.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 04 —   PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 048 601,05

–1 048 601,05

 
 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–1 048 601,05

–1 048 601,05

 

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

p.m.

p.m.

500 000 000

1 218 266,83

4 495 770 024,93

 

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

500 000 000

1 218 266,83

4 495 770 024,93

 

05 04 51

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie — Programmeringsperioden vóór 2000

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 52

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe lidstaten gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 437 217,61

47 847 565,26

 

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

2

14 346 899 509

11 822 000 000

14 337 026 697

9 902 000 000

18 649 599 495 ,—

7 809 874 919,55

66,06

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

2

20 770 000

21 037 093

17 022 000

19 022 443

21 992 630,12

12 813 822,07

60,91

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 04 60 04

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

2

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

1 800 000

1 350 000

         
   

1 800 000

1 350 000

         
 

Artikel 05 04 60 — Subtotaal

 

14 367 669 509

11 843 037 093

14 354 048 697

9 921 022 443

18 671 592 125,12

7 822 688 741,62

66,05

Reserves (40 02 41)

 

1 800 000

1 350 000

         
   

14 369 469 509

11 844 387 093

14 354 048 697

9 921 022 443

18 671 592 125,12

7 822 688 741,62

 
 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

14 367 669 509

11 843 037 093

14 354 048 697

10 421 022 443

18 679 199 008,51

12 365 257 730,76

104,41

Reserves (40 02 41)

 

1 800 000

1 350 000

         
   

14 369 469 509

11 844 387 093

14 354 048 697

10 421 022 443

18 679 199 008,51

12 365 257 730,76

 

05 04 01

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

–1 048 601,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden ingevoerd als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

Het dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elk begrotingsonderdeel van dit artikel.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 03

Voltooiing van andere maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

Dit krediet wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1467/94 (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 04 05

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 335/2013 van de Commissie van 12 april 2013 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 105 van 13.4.2013, blz. 1).

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000 000

1 218 266,83

4 495 770 024,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die voortvloeien uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen inzake technische ondersteuningsmaatregelen als bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

05 04 51

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie — Programmeringsperioden vóór 2000

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen ten laste van de verplichtingen die het EOGFL-Oriëntatie voor de programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor de vroegere doelstellingen 1, 6, 5a en 5b en de communautaire initiatieven.

Dit krediet dient ook voor de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere, hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement kunnen deze ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3) (Peace I-programma).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, aan het Europees Parlement, aan het Europees Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (COM(1997) 642 def.).

05 04 52

Voltooiing van plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, en het overgangsinstrument voor plattelandsontwikkeling voor de nieuwe lidstaten gefinancierd uit het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 437 217,61

47 847 565,26

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen ten laste van de verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor uit het EOGFL-Oriëntatie gefinancierde bijstand voor doelstelling 1, het communautaire initiatief Leader+ en het speciale programma voor vrede en verzoening.

Het dient ook voor de financiering uit het EOGFL-Oriëntatie van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Overeenkomstig de artikelen 21 en 177 van het Financieel Reglement kunnen deze ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33), met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 60

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Elfpo (2014-2020)

Toelichting

Ontvangsten in verband met de programma's 2014-2020 die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit artikel overeenkomstig de artikelen 21 en 77 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende bepaalde overgangsbepalingen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft middelen en de verdeling ervan met betrekking tot 2014, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1307/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassing ervan in 2014 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 865).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

05 04 60 01

Bevordering van de duurzame ontwikkeling van het platteland en van een territoriaal en ecologisch evenwichtigere, klimaatvriendelijkere en innovatievere landbouwsector van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 346 899 509

11 822 000 000

14 337 026 697

9 902 000 000

18 649 599 495 ,—

7 809 874 919,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2014-2020.

De maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen.

05 04 60 02

Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 770 000

21 037 093

17 022 000

19 022 443

21 992 630,12

12 813 822,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen op initiatief van de Commissie als bedoeld in de artikelen 51 tot en met 54 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Dit omvat het Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling en het EIP-Netwerk (Europees partnerschap voor innovatie).

05 04 60 03

Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 dient het ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

05 04 60 04

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04 60 04

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

1 800 000

1 350 000

       

Totaal

1 800 000

1 350 000

       

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage uit het Elfpo aan het Europees Solidariteitskorps in overeenstemming met de algemene en specifieke doelstellingen ervan.

HOOFDSTUK 05 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 05 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

4

p.m.

p.m.

p.m.

25 320 000

0 ,—

339 242 762,15

 

05 05 03

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (37), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

59 000 000

31 200 000

51 000 000

12 900 000

43 000 000 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 05 05 03 — Subtotaal

 

59 000 000

31 200 000

51 000 000

12 900 000

43 000 000 ,—

0 ,—

0

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

131 000 000

107 200 000

148 000 000

51 750 000

69 000 000 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 05 05 04 — Subtotaal

 

131 000 000

107 200 000

148 000 000

51 750 000

69 000 000 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 05 05 — Totaal

 

190 000 000

138 400 000

199 000 000

89 970 000

112 000 000 ,—

339 242 762,15

245,12

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen (vóór 2014)

Toelichting

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun op het gebied van plattelandsontwikkeling (Instrument for Pre-accession Assistance for Rural Development — IPARD) — Voltooiing van het programma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

25 320 000

0 ,—

339 242 762,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 03

Steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (38), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

05 05 03 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) worden met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

59 000 000

31 200 000

51 000 000

12 900 000

43 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Elfpo.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

05 05 04

Steun aan Turkije

05 05 04 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

05 05 04 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

131 000 000

107 200 000

148 000 000

51 750 000

69 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doestellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling om slimme, duurzame en inclusieve groei tot stand te brengen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Elfpo.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

HOOFDSTUK 05 06 —   INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

4

7 228 000

7 228 000

8 105 849

8 105 849

4 403 541,71

4 403 541,71

60,92

05 06 02

Internationale landbouworganisaties

4

140 000

140 000

180 000

180 000

     
 

Hoofdstuk 05 06 — Totaal

 

7 368 000

7 368 000

8 285 849

8 285 849

4 403 541,71

4 403 541,71

59,77

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 228 000

7 228 000

8 105 849

8 105 849

4 403 541,71

4 403 541,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

Rechtsgronden

Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 46).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 54, lid 2, onder d).

Besluit 2014/664/EU van de Raad van 15 september 2014 over het namens de Europese Unie in de Ledenraad van de Internationale Olijfolieraad in te nemen standpunt betreffende de verlenging van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 275 van 17.9.2014, blz. 6).

Besluit van de Raad tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Suikerraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst 1992, genomen tijdens de 3381e zitting van de Raad van 20 april 2015. Dit besluit voorziet in de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst voor een periode van 2 jaar vanaf 1 januari 2016.

Besluit van de Raad tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995, genomen tijdens de 3381e zitting van de Raad van 20 april 2015. Dit besluit voorziet in de verlenging van het Graanhandelsverdrag voor een periode van 2 jaar vanaf 1 juli 2015.

Informatie met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag, 1995. De Internationale Graanraad heeft tijdens zijn 41e zitting (Londen, 8 juni 2015) besloten het Graanhandelsverdrag (1995) met twee jaar te verlengen tot en met 30 juni 2017 (PB L 234 van 8.9.2015, blz. 5).

Informatie met betrekking tot de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992. De Internationale Suikerraad heeft tijdens zijn 47e zitting (Antigua, Guatemala, 25 juni 2015) besloten de Internationale Suikerovereenkomst (1992) met twee jaar te verlengen tot en met 31 december 2017 (PB L 234 van 8.9.2015, blz. 6).

Besluit (EU) 2016/1892 van de Raad van 10 oktober 2016 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst van 2015 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 293 van 28.10.2016, blz. 2).

05 06 02

Internationale landbouworganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

140 000

140 000

180 000

180 000

   

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 07 —   AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 07

AUDIT VAN UIT HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) GEFINANCIERDE LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

9 130 000

9 879 183

11 279 139

9 900 515

9 128 777,96

9 128 777,96

92,40

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

2

21 400 000

21 400 000

20 000 000

20 000 000

31 459 336,66

31 459 336,66

147,01

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

2

5 200 000

5 200 000

25 000 000

25 000 000

18 495 644,14

18 495 644,14

355,69

 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 

35 730 000

36 479 183

56 279 139

54 900 515

59 083 758,76

59 083 758,76

161,97

05 07 02

Regeling van geschillen

2

124 500 000

124 500 000

29 000 000

29 000 000

52 368 690,15

52 368 690,15

42,06

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 

160 230 000

160 979 183

85 279 139

83 900 515

111 452 448,91

111 452 448,91

69,23

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke post van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen en posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 130 000

9 879 183

11 279 139

9 900 515

9 128 777,96

9 128 777,96

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles, de beoordeling van de kwaliteit van het systeem voor de identificatie van de landbouwpercelen (LPIS) en de ondersteuning van de daaruit voortvloeiende technische diensten overeenkomstig artikel 6, onder a) en b), en artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 07 01 06

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake boekhoudkundige vereffening betreffende voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

21 400 000

20 000 000

31 459 336,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van de goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen in verband met het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 01 07

Ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen) en het ELGF gedeclareerde uitgaven voor financiële correcties ten gunste van lidstaten naar aanleiding van besluiten inzake conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 200 000

25 000 000

18 495 644,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluitenresultaten overeenkomstig artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van conformiteitsgoedkeuringsbesluiten betreffende het Fonds voor de suikerherstructurering die ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 07 02

Regeling van geschillen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

124 500 000

29 000 000

52 368 690,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van uitgaven die door een beslissing van een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, met name als schadevergoeding en rente.

Het is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

HOOFDSTUK 05 08 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

2

14 900 087

14 109 446

18 000 830

17 811 386

15 076 490 ,—

11 607 354,98

82,27

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

2

p.m.

10 610 458

250 000

1 436 500

0 ,—

3 423 744,10

32,27

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

2

2 806 812

7 602 379

16 090 110

7 330 573

4 277 279,94

3 330 588,21

43,81

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

2

14 560 000

14 560 000

8 000 000

8 000 000

7 931 738,92

7 931 738,92

54,48

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

2

4 140 000

4 140 000

5 270 000

5 270 000

2 092 488,11

2 092 488,11

50,54

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 06

Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

330 872,80

 

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

2

p.m.

384 800

p.m.

384 800

0 ,—

744 230 ,—

193,41

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

2

p.m.

605 085

p.m.

201 695

0 ,—

201 695 ,—

33,33

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

2

p.m.

120 000

p.m.

120 000

400 000 ,—

0 ,—

0

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

2

p.m.

90 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

0

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

2

p.m.

450 000

200 000

210 000

700 000 ,—

0 ,—

0

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO's)

2

p.m.

90 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

0

05 08 77 16

Voorbereidende actie — Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw

2

3 300 000

1 650 000

         
 

Artikel 05 08 77 — Subtotaal

 

3 300 000

3 389 885

200 000

1 096 495

1 700 000 ,—

1 276 797,80

37,66

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

537 837,74

 
 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

39 706 899

54 412 168

47 810 940

40 944 954

31 077 996,97

30 200 549,86

55,50

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 174 van het Financieel Reglement.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 900 087

14 109 446

18 000 830

17 811 386

15 076 490 ,—

11 607 354,98

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 610 458

250 000

1 436 500

0 ,—

3 423 744,10

Toelichting

Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14).

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 806 812

7 602 379

16 090 110

7 330 573

4 277 279,94

3 330 588,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor diensten in verband met maatregelen die nodig zijn voor de analyse, het beheer en de monitoring van agrarische hulpbronnen en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid overeenkomstig artikel 6, onder c), en artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1306/2013, alsmede voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke kader voor toezicht en evaluatie overeenkomstig artikel 6, onder a), en artikel 110 van Verordening (EU) nr. 1306/2013;

 

uitstaande verplichtingen op grond van Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad van 21 januari 2008 betreffende door de Commissie in de periode 2008-2013 te nemen maatregelen op basis van teledetectietoepassingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 25 van 30.1.2008, blz. 1).

05 08 06

Verbetering van het bewustzijn bij het publiek over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 560 000

8 000 000

7 931 738,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van voorlichtingsmaatregelen om het gemeenschappelijk landbouwbeleid te verduidelijken, uit te voeren en te ontwikkelen en om het publiek bewust te maken van de inhoud en de doelstellingen van dit beleid, als bedoeld in artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Deze maatregelen kunnen de vorm aannemen van jaarlijkse werkprogramma's of andere specifieke maatregelen die door derden worden voorgesteld of activiteiten die op initiatief van de Commissie worden uitgevoerd.

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 140 000

5 270 000

2 092 488,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 6, onder a), d), e) en f), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

Dit krediet omvat eveneens de uitgaven voor het opzetten van een databank met analyseresultaten over de wijnbouwproducten waarin wordt voorzien bij artikel 89, lid 5, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

05 08 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

05 08 77 06

Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

330 872,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 09

Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

384 800

p.m.

384 800

0 ,—

744 230 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 10

Proefproject — Agropol: ontwikkeling van een Europese grensoverschrijdende modelregio voor de agro-industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

605 085

p.m.

201 695

0 ,—

201 695 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 12

Proefproject — Slimme ecosociale dorpen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

120 000

p.m.

120 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 13

Proefproject — Verbetering van criteria en strategieën inzake crisispreventie en -beheersing in de landbouwsector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 14

Proefproject — Herstructurering van de honingbijketen en Varroa-resistentieteelt en -selectieprogramma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

200 000

210 000

700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 15

Proefproject — Analyse van beste manieren voor de oprichting, het functioneren en de ondersteuning van producentenorganisaties (PO's)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000

p.m.

90 000

300 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 77 16

Voorbereidende actie — Slimme plattelandsgebieden in de 21e eeuw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 300 000

1 650 000

       

Toelichting

De actie heeft tot doel een aanvulling te vormen op het eerdere proefproject inzake slimme dorpen (Slimme ecosociale dorpen — 2016) en aan te sluiten bij overwegingen die voortvloeien uit dat proefproject alsook andere opgedane ervaringen en kennis van acties en initiatieven in het kader van de EU-actie voor slimme dorpen. Deze voorbereidende actie zal zorgen voor de nodige instrumenten en financiële middelen om plannen op te stellen voor slimme dorpen en de totstandbrenging ervan onder reële omstandigheden te ondersteunen.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel succesvolle praktijken en ICT/online-methoden toe te passen, zoals het opzetten van digitale hubs in maximaal tien actieve dorpen en andere goede voorbeelden in de gehele Unie. Dit idee hangt nauw samen met de digitale eengemaakte markt, digitale platforms, verbanden tussen stad en platteland, de deeleconomie, de bio-economie (innovatie, precisielandbouw, milieubeheer, hernieuwbare energie, toeleveringsketen, diensten, plaatselijke levensmiddelen), en de verbetering van levenskwaliteit, onderwijs en werkgelegenheid, waarbij rekening wordt gehouden met de rol van vrouwen en jongeren.

Deze actie zal het vermogen versterken om landbouwmachines, met inbegrip van toestellen voor precisielandbouw, te delen en uit te wisselen om de opbrengst van schaarse goederen te maximaliseren. Deze doelstellingen sluiten volledig aan bij de verklaring van Cork 2.0, waarin wordt erkend dat het belangrijk is dat landbouwbedrijven toegang krijgen tot gepaste technologieën om economische, sociale en milieuvoordelen te bewerkstelligen.

De actie is gericht op de ontwikkeling van groei en werkgelegenheid in plattelandsgebieden door middel van de volgende specifieke maatregelen:

 

selectie van dorpen in de Unie met gemeenschappelijke kenmerken: infrastructuur, diverse hulpbronnen, diensten, toegang tot markten, en

 

oplossingen bieden op het gebied van:

 

de digitale eengemaakte markt;

 

verbanden tussen stad en platteland;

 

bio-economie en circulaire economie (innovatie, precisielandbouw, milieubeheer, lokale hernieuwbare energie, toeleveringsketen, diensten, plaatselijke levensmiddelen);

 

deeleconomie (nieuwe mobiliteitsoplossingen voor het platteland zoals autodelen en carpooling; nieuwe modellen op toeristisch gebied; delen en uitwisselen van landbouwmachines en diensten enz.);

 

technologie (het internet van de dingen, verzamelen van big data, drones, elektrische voertuigen, de volgende generatie mobiele breedbandverbindingen enz.);

 

sociale aspecten (thuiszorg en ambulante zorg in plaats van opname in een ziekenhuis);

 

nieuwe voltijd- en deeltijdbanen in de genoemde sectoren.

De actie zal op film en met behulp van andere media worden gedocumenteerd om de voortgang te laten zien. Het zal de regelgevende en wetgevende obstakels op lokaal, nationaal en Unieniveau identificeren die een belemmering vormen voor de invoering van nieuwe bedrijfsmodellen en de toegang tot middelen uit verschillende financieringsbronnen van de Unie. Een belangrijk resultaat zal bestaan uit voorstellen voor regelgevingswijzigingen om de toepassing van deze nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken en tegelijkertijd de rechten van alle betrokken belanghebbenden te beschermen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

05 08 80

Deelname van de Unie aan de wereldtentoonstelling van 2015 „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven” in Milaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

537 837,74

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de deelname van de Unie aan de universele expo „Voedsel voor de planeet — Energie voor het leven”, die in 2015 plaatsvond in Milaan.

Het dient ter dekking van de basiskosten voor de participatie van de Unie in het Italiaanse paviljoen (huur van de ruimte, opbouw en decoratie van de stand, exploitatiekosten) en voor de voorbereidende en eerste fasen van een elementair wetenschappelijk programma voor de EXPO 2015, waaronder de verzameling van basisgegevens voor beleidsondersteuning. De kosten voor het organiseren van evenementen en tentoonstellingen (bijvoorbeeld de vergoeding van kosten voor deskundigen, tentoonstellingsmateriaal enz.) worden gedekt door kredieten van de desbetreffende specifieke programma's naargelang van het betrokken beleidsgebied.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 09 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 09

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE MET BETREKKING TOT LANDBOUW

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

1,1

235 755 857

154 885 244

221 563 529

108 915 289

204 850 799,15

74 012 085,17

47,79

 

Artikel 05 09 03 — Subtotaal

 

235 755 857

154 885 244

221 563 529

108 915 289

204 850 799,15

74 012 085,17

47,79

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 144 171,64

1 665 412,11

 
 

Artikel 05 09 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 144 171,64

1 665 412,11

 
 

Hoofdstuk 05 09 — Totaal

 

235 755 857

154 885 244

221 563 529

108 915 289

209 994 970,79

75 677 497,28

48,86

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen aan de totstandkoming van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op EOR, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

In Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie behandeld teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen weg te nemen en de genderdimensie in de inhoud van onderzoek en innovatie te integreren. In het bijzonder wordt er rekening mee gehouden dat de inspanningen moeten worden opgevoerd om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, met inbegrip van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van EOR, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig de Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 05 09 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 05 01 05 worden opgevoerd.

05 09 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

235 755 857

154 885 244

221 563 529

108 915 289

204 850 799,15

74 012 085,17

Toelichting

Oude post 05 09 03 01 (ten dele)

Deze activiteit is gericht op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast ligt de nadruk op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd worden er inspanningen gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, worden bevorderd.

Dit krediet zal worden gebruikt voor onderzoek en innovatie in verband met landbouw, om een toereikende voorziening te garanderen van veilige en kwalitatief hoogwaardige levensmiddelen en andere producten op biologische basis; onderzoeksprojecten met rechtstreekse participatie van primaire producenten krijgen prioriteit, om de praktische toepasbaarheid van de resultaten zo groot mogelijk te maken.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

05 09 50

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

05 09 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 144 171,64

1 665 412,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

TITEL 06

MOBILITEIT EN VERVOER

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

72 739 448

72 739 448

72 528 558

72 528 558

71 210 953,95

71 210 953,95

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

3 690 577 433

1 931 021 498

3 447 030 702

1 476 262 853

3 982 515 229,46

1 906 153 444,78

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

244 259 072

263 304 099

247 878 047

252 004 917

212 644 325,55

260 533 922,87

 

Titel 06 — Totaal

4 007 575 953

2 267 065 045

3 767 437 307

1 800 796 328

4 266 370 508,96

2 237 898 321,60

HOOFDSTUK 06 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

36 316 977

36 147 079

36 289 654,82

99,92

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 209 844

2 404 640

2 878 613,21

130,26

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 046 187

2 032 932

2 235 810 ,—

109,27

 

Artikel 06 01 02 — Subtotaal

 

4 256 031

4 437 572

5 114 423,21

120,17

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5,2

2 347 649

2 257 145

2 789 907,48

118,84

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

1,1

2 000 000

2 000 000

2 134 274,12

106,71

 

Artikel 06 01 04 — Subtotaal

 

2 000 000

2 000 000

2 134 274,12

106,71

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

4 754 946

4 776 024

4 897 784,17

103,00

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

2 429 242

2 370 000

2 379 671,35

97,96

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

1,1

608 000

608 000

517 518,80

85,12

 

Artikel 06 01 05 — Subtotaal

 

7 792 188

7 754 024

7 794 974,32

100,04

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

1,1

14 272 055

14 832 226

12 934 248 ,—

90,63

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

1,2

5 754 548

5 100 512

4 153 472 ,—

72,18

 

Artikel 06 01 06 — Subtotaal

 

20 026 603

19 932 738

17 087 720 ,—

85,33

 

Hoofdstuk 06 01 — Totaal

 

72 739 448

72 528 558

71 210 953,95

97,90

06 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

36 316 977

36 147 079

36 289 654,82

06 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 209 844

2 404 640

2 878 613,21

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 046 187

2 032 932

2 235 810 ,—

06 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 347 649

2 257 145

2 789 907,48

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Vervoer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000 000

2 000 000

2 134 274,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de acties ter ondersteuning van het programma die in artikel 2, onder 7), en artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129) worden omschreven als begeleidende maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van het CEF-programma en de richtsnoeren voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T). Deze uitgaven omvatten studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken, ter ondersteuning van acties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van de CEF.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 01.

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 754 946

4 776 024

4 897 784,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen (ook in delegaties van de Unie) die op in de goedgekeurde personeelsformatie beschikbare posten uitvoering geven aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 429 242

2 370 000

2 379 671,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel (ook in delegaties van de Unie) dat uitvoering geeft aan programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

608 000

608 000

517 518,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het beheer van programma's inzake onderzoek en innovatie (Horizon 2020) in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van overige administratieve uitgaven door personeel in de delegaties van de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en ter dekking van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 06 03.

06 01 06

Uitvoerende agentschappen

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 272 055

14 832 226

12 934 248 ,—

Toelichting

Dit krediet vormt het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven die voortvloeien uit de deelname van dit Agentschap aan het beheer van het programma inzake de Connecting Europe Facility en gaat naar de afronding van de projecten die zijn gefinancierd in het kader van het programma voor het trans-Europees vervoersnet (TEN-T) voor de perioden 2000-2006 en 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-lidstaten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot de uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

06 01 06 03

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 754 548

5 100 512

4 153 472 ,—

Toelichting

Dit krediet vertegenwoordigt de subsidie ter dekking van de door het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken gemaakte administratieve huishoudelijke en personeelsuitgaven voor de deelname van dit Agentschap aan het beheer van de middelen uit het Cohesiefonds voor het programma inzake de Connecting Europe Facility.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 inzake het delegeren van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma's voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten, als gewijzigd bij Besluit C(2008) 5538 van 7 oktober 2008.

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 06 02 —   EUROPEES VERVOERSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 02

EUROPEES VERVOERSBELEID

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

1,1

1 405 640 764

790 274 000

1 174 293 698

428 362 267

746 045 128,91

269 132 613,41

34,06

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

1,1

68 544 512

37 367 000

59 776 865

43 209 743

85 279 802 ,—

11 461 323,12

30,67

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

1,1

407 171 625

291 720 000

410 321 493

83 988 294

576 208 801,41

340 675 875,19

116,78

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

1,2

1 649 386 632

620 000 000

1 588 194 081

377 581 583

2 372 380 457 ,—

773 467 447,79

124,75

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

1,1

p.m.

25 000 000

62 109 000

50 000 000

66 354 000 ,—

37 500 000 ,—

150,00

 

Artikel 06 02 01 — Subtotaal

 

3 530 743 533

1 764 361 000

3 294 695 137

983 141 887

3 846 268 189,32

1 432 237 259,51

81,18

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

1,1

36 915 000

36 915 000

34 184 000

34 184 000

37 330 992 ,—

37 330 992 ,—

101,13

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

1,1

54 220 716

54 220 716

48 597 565

42 650 882

32 594 924,98

32 594 924,98

60,12

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

1,1

24 675 000

26 783 282

22 800 000

20 245 132

22 196 160 ,—

18 589 824,54

69,41

 

Artikel 06 02 03 — Subtotaal

 

78 895 716

81 003 998

71 397 565

62 896 014

54 791 084,98

51 184 749,52

63,19

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

1,1

27 757 184

27 757 184

29 643 000

29 643 000

27 395 879 ,—

27 395 879 ,—

98,70

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

1,1

10 821 000

11 409 000

11 821 000

13 052 654

11 789 990,08

19 692 863,98

172,61

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

1,1

1 795 000

1 492 816

1 950 000

1 077 798

1 564 145,08

1 819 591,11

121,89

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

340 000 000

0 ,—

314 241 947 ,—

 

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

1,1

p.m.

2 680 000

p.m.

8 135 000

0 ,—

15 503 157,48

578,48

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

4 504 500,46

 

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 132 198,72

 

06 02 77 03

Voorbereidende actie — Schepen op lng (vloeibaar aardgas)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

518 525 ,—

 

06 02 77 06

Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

133 896 ,—

 

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

1,1

p.m.

650 000

p.m.

650 000

0 ,—

0 ,—

0

06 02 77 08

Proefproject — GNSS-monitoring voor zware voertuigen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

245 000

349 949 ,—

0 ,—

 

06 02 77 09

Proefproject — De Europese vervoerssector aantrekkelijk maken voor toekomstige generaties

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

500 000 ,—

0 ,—

 

06 02 77 10

Voorbereidende actie — Smart Port City

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

1,1

p.m.

120 000

p.m.

280 000

400 000 ,—

0 ,—

0

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

500 000 ,—

250 000 ,—

 

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

1,1

p.m.

37 500

p.m.

87 500

125 000 ,—

0 ,—

0

06 02 77 14

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

1,1

p.m.

1 100 000

p.m.

500 000

1 500 000 ,—

207 885 ,—

18,90

06 02 77 15

Proefproject — Bewustmaking over alternatieven voor de particuliere auto

1,1

800 000

645 000

490 000

245 000

     

06 02 77 16

Proefproject — Duurzame gedeelde mobiliteit in connectie met het openbaar vervoer in Europese plattelandsgebieden (ontwikkeling van het concept „slimme vervoersgebieden op het platteland” („smart rural transport areas” — SMARTA's))

1,1

1 000 000

800 000

600 000

300 000

     

06 02 77 17

Proefproject — Luchtruimarchitectuur van het gemeenschappelijk Europees luchtruim

1,1

600 000

700 000

800 000

400 000

     

06 02 77 18

Proefproject — Toegankelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit in kaart brengen

1,1

p.m.

300 000

600 000

300 000

     

06 02 77 19

Proefproject — Beveiligde parkeerterreinen voor vrachtwagens

1,1

p.m.

425 000

850 000

425 000

     

06 02 77 20

Proefproject — Menselijk gedrag in verband met zelfrijdende auto’s

1,1

350 000

175 000

         

06 02 77 21

Proefproject — Pan-Europese bewustmakingscampagne rond verkeersveiligheid

1,1

600 000

300 000

         

06 02 77 22

Proefproject — OREL — Europees systeem voor het terugdringen van fraude met kilometertellers: versnelde invoering van technische controles in de Unie

1,1

300 000

150 000

         
 

Artikel 06 02 77 — Subtotaal

 

3 650 000

5 402 500

3 340 000

4 132 500

3 374 949 ,—

2 242 504,72

41,51

 

Hoofdstuk 06 02 — Totaal

 

3 690 577 433

1 931 021 498

3 447 030 702

1 476 262 853

3 982 515 229,46

1 906 153 444,78

98,71

06 02 01

Connecting Europe Facility (CEF)

06 02 01 01

Het wegwerken van knelpunten, de interoperabiliteit van de spoorwegen verbeteren, het aanleggen van ontbrekende schakels en het verbeteren van grensoverschrijdende tracés.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 405 640 764

790 274 000

1 174 293 698

428 362 267

746 045 128,91

269 132 613,41

Toelichting

De doelstelling „Knelpunten wegwerken en ontbrekende verbindingen aanleggen” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement, oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan met betrekking tot vervoersprojecten voor het kernnetwerk en vervoerscorridors van de Unie, als omschreven in de bijlage bij de CEF en de TEN-T-richtsnoeren. De verwezenlijking van deze doelstelling zal naar verwachting worden gemeten aan de hand van het aantal nieuwe en verbeterde grensoverschrijdende verbindingen en weggewerkte knelpunten die CEF-steun hebben genoten.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van de routes van het trans-Europese EuroVelo-fietsnetwerk.

Bijzondere steun gaat naar het herstel van regionale grensoverschrijdende spoorwegverbindingen die afgeschaft of afgebroken zijn (ontbrekende verbindingen die in aanmerking komen voor CEF-financiering).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 02

Zorgen voor duurzame en efficiënte vervoersystemen op lange termijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 544 512

37 367 000

59 776 865

43 209 743

85 279 802 ,—

11 461 323,12

Toelichting

De doelstelling „Zorgen voor duurzaam en efficiënt vervoer op lange termijn” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1316/2013. Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

In de periode 2014-2020 wordt via de Connecting Europe Facility voorzien in een follow-up van het Marco Polo-programma in het kader van de herziene TEN-T-richtsnoeren. Overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) zal in dit verband een nieuwe benadering worden ingevoerd om vrachtvervoersdiensten in de Unie te ondersteunen. Het is belangrijk het gebruik van de vervoersinfrastructuur te optimaliseren door een verschuiving van het vrachtvervoer naar duurzamere vervoerswijzen, waaronder de binnenvaart, en in te zetten op efficiëntere multimodale diensten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 03

De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

407 171 625

291 720 000

410 321 493

83 988 294

576 208 801,41

340 675 875,19

Toelichting

De doelstelling „De integratie en interconnectie van vervoerwijzen optimaliseren en de interoperabiliteit, veiligheid en beveiliging van het vervoer verbeteren” verwijst naar artikel 4, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Met het oog op het halen van deze doelstelling zullen oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan in het kader van de meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's die financieringsbesluiten zijn in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

De verwezenlijking van deze doelstelling zal worden gemeten aan de hand van het aantal binnenhavens, zeehavens en luchthavens die verbonden zijn met het spoorwegnetwerk, door het aantal verbeterde multimodale logistieke platforms, het aantal verbeterde verbindingen door maritieme snelwegen en het aantal bevoorradingspunten voor alternatieve energiebronnen op het kernnetwerk.

In het kader van deze doelstelling worden verdere stappen genomen naar de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de uitrol van Onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SESAR).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 2, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 04

Connecting Europe Facility (CEF) — Toewijzing in het kader van het Cohesiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 649 386 632

620 000 000

1 588 194 081

377 581 583

2 372 380 457 ,—

773 467 447,79

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun uit het Cohesiefonds die op grond van de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid” wordt verleend voor transportinfrastructuur in het kader van CEF overeenkomstig artikel 84, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1316/2013 dient een bedrag van 11 305 500 000 EUR in lopende prijzen te worden overgedragen uit het Cohesiefonds om overeenkomstig die Verordening uitsluitend te worden besteed in de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds.

Overeenkomstig artikel 11 zullen voor de verwezenlijking van deze doelstelling in het kader van de meerjarige en jaarlijkse werkprogramma's oproepen tot het indienen van voorstellen worden gedaan die uitsluitend open staan voor de lidstaten die in aanmerking komen voor financiering uit het Cohesiefonds. Die meerjarige en/of jaarlijkse werkprogramma's zijn financieringsbesluiten in de zin van artikel 84 van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig artikel 2, punt 7), en artikel 5, lid 2, dient tot 1 % van de financiële middelen te worden toegewezen aan acties ter ondersteuning van het programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name:

 

artikel 5, lid 1, onder a), inzake de overdracht van 11 305 500 000 EUR van het Cohesiefonds naar CEF,

 

artikel 11 inzake de specifieke oproepen voor fondsen die zijn overgedragen uit het Cohesiefonds,

 

artikel 2, punt 7), en artikel 5, lid 2, inzake de acties ter ondersteuning van het programma, met als doel de tenuitvoerlegging van CEF te ondersteunen.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 01 05

Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

25 000 000

62 109 000

50 000 000

66 354 000 ,—

37 500 000 ,—

Toelichting

De doelstelling „het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten” is gericht op de uitvoering van de projecten van gemeenschappelijk belang aan de hand van de financiële instrumenten, op basis van voorafgaande beoordelingen, zoals vereist op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1). Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 wordt tussen 10 % en 20 % van de CEF-middelen voor vervoer uitgetrokken voor innovatieve financieringsinstrumenten, zoals het instrument inzake projectobligaties, het leninggarantie-instrument en andere instrumenten, zoals joint ventures en aandeleninstrumenten, teneinde publieke en private financiële middelen te bundelen om investeringen in infrastructuur in Europa te versnellen. Het doel van de financiële instrumenten is de toegang tot particuliere financiering vergemakkelijken en aldus de financiering van de TEN-T-projecten die in het kader van de TEN-T-richtsnoeren en Verordening (EU) nr. 1316/2013 in aanmerking komen voor steun mogelijk te maken of te versnellen. De financiële instrumenten moeten fungeren als kaders voor „vreemd vermogen” of „eigen vermogen” en moeten worden ingezet om specifieke gevallen van gebrekkige marktwerking aan te pakken en adequate financieringsoplossingen te bieden. Deze instrumenten moeten ten uitvoer worden gelegd hetzij in het kader van rechtstreeks beheer door de met de uitvoering belaste entiteiten in de zin van het Financieel Reglement, hetzij gezamenlijk met deze uitvoeringsentiteiten. De met de uitvoering belaste entiteiten moeten geaccrediteerd zijn zodat zij ten aanzien van de Commissie de nodige garanties bieden met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie overeenkomstig de eisen van het Financieel Reglement van de Unie.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, m.i.v. terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 14.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 915 000

36 915 000

34 184 000

34 184 000

37 330 992 ,—

37 330 992 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie 2018 bedraagt in totaal EUR 36 915 000.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 628/2013 van de Commissie van 28 juni 2013 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor de uitvoering van normaliseringsinspecties en het toezicht op de toepassing van de regels van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie (PB L 179 van 29.6.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 319/2014 van de Commissie van 27 maart 2014 inzake de vergoedingen en rechten die worden geheven door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 593/2007 (PB L 93 van 28.3.2014, blz. 58).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2015) 613 final), door de Commissie ingediend op 7 december 2015.

06 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 220 716

54 220 716

48 597 565

42 650 882

32 594 924,98

32 594 924,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 03 02).

Het Agentschap stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 de invoering van maatregelen tegen verontreiniging bedraagt in totaal EUR 79 686 415. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van EUR 790 699 is een bedrag van EUR 78 895 716 toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/1625 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 77).

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 675 000

26 783 282

22 800 000

20 245 132

22 196 160 ,—

18 589 824,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen tegen verontreiniging zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad.

Overeenkomstig het besluit van het Europees Parlement en de Raad wordt het Agentschap ook belast met de bestrijding van door offshore-installaties voor olie- en gaswinning veroorzaakte mariene verontreiniging.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 911/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 over meerjarenfinanciering voor acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen en olie- en gasinstallaties veroorzaakte verontreiniging van de zee (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 115).

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 757 184

27 757 184

29 643 000

29 643 000

27 395 879 ,—

27 395 879 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 28 135 398 EUR. Een bedrag van 378 214 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 27 757 184 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44).

Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).

06 02 05

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten, met inbegrip van communicatieactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 821 000

11 409 000

11 821 000

13 052 654

11 789 990,08

19 692 863,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het halen van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor informatie en communicatie, conferenties en evenementen om activiteiten in de vervoerssector te promoten, sociale-media-activiteiten, audiovisuele producten, de ontwikkeling van website- en andere IT-tools, consultancy, digitale en gedrukte publicaties die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het vervoersbeleid, m.i.v. de sociale dimensie van dat beleid, en tot de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie en tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie voor de verschillende vervoerswijzen (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en vervoersectoren (veiligheid, de interne vervoersmarkt en de uitvoeringsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, multimodaliteit, logistiek, de rechten en bescherming van passagiers van de verschillende vervoerswijzen, gebruik van alternatieve brandstoffen bij alle vervoerswijzen, de aanschaf van schone voertuigen en stedelijke mobiliteit, maatschappelijke en genderaspecten, m.i.v. werkgelegenheidscijfers, alsmede voor alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen hebben tot doel het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, m.i.v. een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en -sectoren, specifieke opleiding, de vaststelling van voorschriften inzake vervoersveiligheid, de vereenvoudiging van administratieve procedures, het gebruik van ICT, bijdragen aan het standaardiseringsproces en het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, m.i.v. de ontwikkeling en de bouw van de bij het VWEU bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en -bescherming voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties over de inhoud van die regelgeving ten behoeve van zowel de vervoerssector als de reizigers.

Vervoer over zee en logistiek

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van de strategie van de Unie inzake zeevervoer overeenkomstig de in het witboek over de toekomst van het vervoer geformuleerde doelstellingen.

Het omvat analyses van economische en technologische ontwikkelingen, ondersteuning van internationale onderhandelingen, de ontwikkeling en interpretatie van cabotageregels, het volgen van klachten- en inbreukprocedures, de ontwikkeling en uitvoering van acties ter promotie en bevordering van een concurrerende en efficiënte korte vaart, de herziening van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1), administratieve vereenvoudiging, het gebruik van ICT in de logistieke sector en het vervoer over water en ten slotte ondersteuning van duurzame ontwikkeling in de scheepvaart.

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van een strategie van de Unie voor goederenlogistiek, waaronder de digitale agenda's voor vervoer en logistiek, met een kader en acties voor interoperabele multimodale-vervoersinformatie- en managementsystemen en de daaraan gekoppelde standaardiseringsaspecten, een (Europees) eenloketsysteem voor multimodaal vervoer, één enkel vervoersdocument en een multimodale aansprakelijkheidsregeling.

Dit krediet dient ook ter dekking van de ontwikkeling van een referentiekader voor het berekenen van de koolstofvoetafdruk, -certificering en -reductie, het streven naar een modal shift, m.i.v. de uitstaande acties van het vroegere Marco Polo-programma, snelwegen op zee, multimodaal en gecombineerd vervoer, de digitalisering van het vervoer en de logistieke sector en de ondersteuning van de standaardisering en harmonisering van uitrusting.

Maritieme veiligheid

Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de Uniewetgeving op het gebied van maritieme veiligheid, de bescherming van het mariene milieu en de verbetering van de kwalificaties en arbeidsomstandigheden van zeevarenden.

Passagiersrechten

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de monitoring, evaluatie, herziening en bewustmaking betreffende de Uniewetgeving inzake passagiersrechten.

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 moet de Commissie bijkomende maatregelen uitwerken om de handhaving van die verordening doeltreffender te maken. Ook de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1107/2006 en Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1) moet worden gewaarborgd.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om de correcte toepassing en handhaving daarvan in de lidstaten te waarborgen, mede in het licht van de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de toepassing van de verordening.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1177/2010 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

De tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 181/2011 vergt specifieke uitvoeringsmaatregelen om te waarborgen dat de verordening in de lidstaten correct wordt toegepast en gehandhaafd en dat de lidstaten hun verslagleggingsverplichtingen ten aanzien van de Commissie nakomen.

Een belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging zijn de gerichte acties die de Commissie in bepaalde of alle lidstaten uitvoert om de passagiersrechten beter bekend te maken. Bijna één derde van de burgers van de Unie verklaarde bij de aankoop van een vervoerbewijs (31 %) op de hoogte te zijn van hun rechten en plichten, terwijl 59 % daar niet van op de hoogte is (Eurobarometer 2014 inzake passagiersrechten).

Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de consumentenwetgeving van de Unie alleen maar doen stijgen.

Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De consumenten van de Unie en de luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

Verkeersveiligheid

In haar Mededeling van 20 juli 2010, „Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte — Strategische beleidsoriëntaties inzake de verkeersveiligheid voor de periode 2011-2020” (COM(2010) 389 definitief) heeft de Commissie zeven doelstellingen geformuleerd: verbetering van de scholing en opleiding van weggebruikers, een versterkte handhaving van het verkeersreglement, veiliger wegeninfrastructuur, veiliger voertuigen, gebruik van moderne technologieën, verbetering van de noodinterventie- en revalidatiediensten en bescherming van kwetsbare weggebruikers. Er wordt verder gewerkt aan het voorstel van de Commissie, aan de regelmatige herziening van de Uniewetgeving inzake het rijbewijs, aan de herziening van de regels inzake de kwalificatie en opleiding van beroepschauffeurs, aan de follow-up van de Richtlijnen 2014/45/EU, 2014/46/EU en 2014/47/EU, alsmede aan de strategie op het gebied van ernstig verkeersletsel. Het werk van de Commissie op het vlak van verkeersveiligheid omvat tevens het beheer van het Europees Handvest voor de verkeersveiligheid, het beheer van de voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, het bijhouden van een Europese databank inzake ongevallen in het wegverkeer (CARE), de follow-up van de richtlijnen over het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur en tunnels, en bepaalde aspecten inzake de veiligheid van zwakke weggebruikers. Met het oog op de uitvoering van de beleidsoriëntaties 2011-2020 is er bovendien behoefte aan specifieke uitvoeringsmaatregelen voor de uitwisseling van goede praktijken, verkeersveiligheidscampagnes, oproepen tot het indienen van voorstellen en het Europees Studiecentrum voor de verkeersveiligheid; alsmede voor de evaluaties van de opties om de werkzaamheden op het gebied van verkeersveiligheid in de Unie in de toekomst doeltreffender en efficiënter te maken.

Dit krediet dient ook ter dekking van uitgaven voor communicatieactiviteiten en publieke evenementen zoals de jaarlijkse Europese Dag van de verkeersveiligheid en soortgelijke initiatieven voor bewustmaking en interactie met de burger.

Het is tevens bedoeld om tot doeltreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten te komen op het gebied van handhaving ten aanzien van verkeersveiligheidsgerelateerde overtredingen.

Vervoer over land

De voornaamste activiteiten op het gebied van vervoer over land behelzen de tenuitvoerlegging en herziening van bestaand beleid, het versterken van de sectorale samenwerking en de planning van nieuwe initiatieven. Dit omvat onder meer activiteiten op het gebied van tolheffing, markttoegang, sociale regelgeving (m.i.v. de handhaving daarvan), technische voorschriften, veiligheidsvoorschriften en internationale aspecten (betrekkingen met derde landen en internationale organisaties in verband met vervoer over land). Al deze activiteiten vereisen een nauwe samenwerking met de belanghebbenden.

Spoorwegmarkt

De volledige tenuitvoerlegging van Richtlijn 2012/34/EU en Verordening (EU) nr. 913/2010 zijn belangrijke prioriteiten om de concurrentiepositie van het spoor te versterken. De regelgeving beoogt de opening van de spoorvervoersmarkten en het bevorderen van de interoperabiliteit en de veiligheid van spoorwegdiensten om de ontwikkeling van een geïntegreerd spoorwegsysteem aan te moedigen en uiteindelijk één Europese spoorwegruimte tot stand te brengen. Bovendien zetten de diensten van de Commissie in op een sterkere internationale samenwerking inzake spoorbeleid.

Het aanmoedigen van sectorale samenwerking is essentieel voor de effectieve toepassing van de Uniespoorwegwetgeving. Richtlijn 2012/34/EU voorziet in de oprichting van het Europees netwerk van toezichthoudende instanties voor het spoor (ENRRB) en van het Europees netwerk van infrastructuurbeheerders (Platform of Rail Infrastructure Managers in Europe, PRIME). Er zijn informele samenwerkingsverbanden opgezet waar spoorwegondernemingen of ministeries (directoraten spoorvervoer) op Unie-niveau ervaringen kunnen uitwisselen. Ook de samenwerking met derde landen (de Golfstaten, Iran, Japan, China, Brazilië, enz.) is belangrijk om de spoorwegindustrie van de Unie wereldwijd te promoten.

In dit verband dient dit krediet ter dekking van de initiatieven en werkzaamheden van samenwerkingsplatforms die bijdragen tot de tijdige verwezenlijking van de Europese spoorwegruimte, de toekomstige ontwikkeling daarvan en internationale samenwerking.

Havens en binnenvaart

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling, monitoring, evaluatie en herziening (effectbeoordeling) van de wetgeving en het EU-beleid inzake de havens en binnenvaart.

Gemeenschappelijk Europees luchtruim

De volledige tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is essentieel om de veiligheidsprestaties van de luchtnavigatiediensten te verbeteren, hun kostenefficiëntie te verhogen, de vertragingen in de luchtvaart terug te dringen en de milieuprestaties te verbeteren en is derhalve een prioriteit voor de Europese luchtvaart.

De tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en het project voor onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (SESAR), de technologische pijler daarvan met bijstand van de gemeenschappelijke onderneming SESAR, de uitrolbeheerder voor SESAR en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) in de Unie zijn eveneens als prioriteiten opgenomen in de luchtvaartstrategie van de Unie voor 2015.

In het kader van dit artikel wordt werk gemaakt van de tenuitvoerlegging van de prestatieregeling van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, met de steun van het prestatiebeoordelingsorgaan (PRB), het EASA en Eurocontrol.

Het bevorderen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en de initiatieven die bijdragen tot de tijdige invoering daarvan, onder meer via overleg met en raadpleging van belanghebbenden (raadgevend orgaan voor de sector, coördinatieplatform van de nationale toezichthoudende instanties en de Europese groep inzake de menselijke dimensie), alsook de toekomstige ontwikkeling daarvan, zijn in die context voor de Commissie eveneens belangrijke activiteiten die in het kader van dit artikel worden voortgezet.

Luchtvaartveiligheid, milieu en samenwerking met de ICAO

Het gebruik van verschillende wetgevende instrumenten is belangrijk om de veiligheid van de Europese luchtvaart en een ecologisch duurzame groei te waarborgen en de Unieburgers te beschermen wanneer zij buiten de Unie reizen.

De Commissie kan op grond van de artikelen 3 tot en met 5 van Verordening (EG) nr. 2111/2005 een volledig exploitatieverbod of gedeeltelijke beperkingen opleggen aan luchtvaartmaatschappijen die vanuit derde landen naar de Unie vliegen. In dit kader en overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 473/2006 kunnen de Commissie, het EASA (Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart) en deskundigen van de lidstaten beoordelingsmissies uitvoeren om ter plaatse veiligheidstekortkomingen van luchtvaartmaatschappijen en hun toezichthoudende autoriteiten op te sporen. De kosten van beoordelingsbezoeken ter plaatse door nationale deskundigen moeten door de Unie worden terugbetaald.

Er is een duidelijke behoefte aan meer positieve en preventieve acties als aanvulling op deze missies en aan technische samenwerking ex post om landen waaraan een verbod of beperking is opgelegd te helpen om de geconstateerde tekortkomingen weg te werken. Bovendien streven de Commissie en het EASA ernaar de strengste normen inzake luchtvaartveiligheid wereldwijd te bevorderen.

In dit verband bieden de grootschalige projecten van de Unie voor samenwerking op het gebied van burgerluchtvaart die door andere directoraten-generaal worden beheerd (NEAR, DEVCO en FPI), die alleen op langetermijnbasis kunnen worden uitgevoerd, geen onmiddellijk antwoord op de behoeften op korte termijn.

Het doel van dit initiatief bestaat er derhalve in de bestaande instrumenten aan te vullen met een flexibel instrument voor de uitvoering van preventieve en ondersteunende ad-hocacties ten behoeve van nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op luchtvaartmaatschappijen waaraan de Unie een exploitatieverbod in de Unie heeft opgelegd. De geplande acties zijn kleinschalige en kortlopende activiteiten.

Aangezien het in 2009 tussen EASA en DG MOVE gesloten kaderovereenkomst voor diensten zijn effectiviteit en efficiency voor de verlening van technische bijstand heeft aangetoond, is voor de periode 2013-2016 een nieuwe overeenkomst gesloten met het EASA en wordt voor de periode 2017-2020 een nieuwe kaderovereenkomst voorbereid.

Bovendien voorziet Verordening (EU) nr. 996/2010 in de oprichting van een Europees netwerk van instanties voor veiligheidsonderzoek in de burgerluchtvaart (Encasia). Encasia dient acties op te zetten om de kwaliteit van door instanties voor veiligheidsonderzoek uitgevoerde onderzoeken verder te verbeteren en de preventie van ongevallen in de Unie te versterken. Op grond van die verordening wordt de Commissie betrokken bij de werkzaamheden van Encasia en dient zij Encasia de nodige steun te verlenen.

Het Memorandum van samenwerking tussen de Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) bestrijkt ten slotte een aantal luchtvaartaspecten waarvoor zowel de Commissie als de ICAO verantwoordelijk zijn (bv. veiligheid, milieu, luchtverkeersbeheer en luchtvaartveiligheid). Deze versterkte samenwerking zal de onmisbare deelname en bijdrage waarborgen aan ICAO-initiatieven op verschillende belangrijke gebieden van het luchtvaartbeleid waar op mondiaal niveau rond wordt gewerkt. Dit omvat het initiatief om de veiligheid van de internationale luchtvaart op wereldschaal te versterken of de ontwikkeling en uitvoering van wereldwijd aanvaardbare maatregelen in verband met de milieu-impact van de luchtvaart. Het doel is ervoor te zorgen dat de ICAO meer rekening houdt met de Uniebelangen (onder meer van industriële aard, bv. met betrekking tot de vaststelling van wereldwijde technische normen). De overeenkomst zal de ICAO ertoe aanzetten de toenemende rol die regionale organisaties in de huidige en toekomstige ontwikkeling van de internationale luchtvaart spelen, te aanvaarden, te ondersteunen en te versterken.

Duurzame en intelligente vervoersystemen, onder meer in steden

Dit krediet dient ter ondersteuning van beleids- en strategieontwikkeling en -implementatie, alsmede voor de tenuitvoerlegging van richtlijnen en daarmee verbonden gedelegeerde en uitvoeringshandelingen.

Sociale vraagstukken

Dit krediet is bestemd voor de behandeling van horizontale sociale vraagstukken Om het risico op een tekort aan arbeidskrachten te verkleinen, wordt steun verleend voor acties om werken in de vervoerssector te promoten, rekening houdend met de gevolgen van automatisering (een derde van de werknemers in de vervoerssector is ouder dan 50). Er wordt ook steun verleend voor acties om het genderevenwicht in de sector te verbeteren (de vervoerssector telt slechts 22 % vrouwelijke werknemers en zelfs minder dan 3 % vrouwen in technische functies).

Mobiliteit van jongeren

Dit krediet is bestemd voor de uitvoering van acties in verband met de mobiliteit van jongeren. Het doel is hun kennis van en begrip voor andere culturen in de Unie te bevorderen en hen aan te sporen tot multimodaal en duurzaam reizen. Daartoe zal de Commissie onder meer inzetten op het promoten van reisformules, portaalsites en campagnes.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2829/77 van de Raad van 12 december 1977 met betrekking tot de inwerkingtreding van de Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR) (PB L 334 van 24.12.1977, blz. 11), met name artikel 22 bis van de overeenkomst.

Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4057/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 14).

Verordening (EEG) nr. 4058/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende een gecoördineerd optreden ter vrijwaring van de vrije toegang tot lading in het vervoer over zee (PB L 378 van 31.12.1986, blz. 21).

Verordening (EEG) nr. 3577/92 van de Raad van 7 december 1992 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer binnen de lidstaten (cabotage in het zeevervoer) (PB L 364 van 12.12.1992, blz. 7).

Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen lidstaten (PB L 368 van 17.12.1992, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van slots op communautaire luchthavens (PB L 14 van 22.1.1993, blz. 1).

Beschikking 93/704/EG van de Raad van 30 november 1993 betreffende de oprichting van een communautaire gegevensbank inzake ongevallen in het wegverkeer (PB L 329 van 30.12.1993, blz. 63).

Richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 249 van 17.10.1995, blz. 35).

Richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van de voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 31).

Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).

Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PB L 302 van 26.11.1996, blz. 28).

Richtlijn 96/75/EG van de Raad van 19 november 1996 houdende voorschriften inzake bevrachting en prijsvorming in de sector nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren in de Gemeenschap (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 889/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 2).

Verordening (EG) Nr. 718/1999 van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het beleid ten aanzien van de capaciteit van de communautaire binnenvaartvloot met het oog op de bevordering van het vervoer over de binnenwateren (PB L 90 van 2.4.1999, blz. 1).

Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 57).

Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42).

Richtlijn 2000/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juni 2000 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Gemeenschap deelnemen aan het verkeer (PB L 203 van 10.8.2000, blz. 1), met name artikel 7.

Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35).

Richtlijn 2002/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 maart 2002 betreffende de vaststelling van regels en procedures met betrekking tot de invoering van geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in de Gemeenschap (PB L 85 van 28.3.2002, blz. 40).

Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10), met name artikel 26.

Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 91), met name artikel 45 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg.

Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad van 9 oktober 1997 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen (PB L 285 van 17.10.1997, blz. 1).

Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor roropassagiersschepen (PB L 123 van 17.5.2003, blz. 22), met name artikel 10.

Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2003 inzake de melding van voorvallen in de burgerluchtvaart (PB L 167 van 4.7.2003, blz. 26).

Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtvaartnavigatiedienstenverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20).

Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en vliegtuigexploitanten (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 124).

Richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PB L 167 van 30.4.2004, blz. 39).

Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 152).

Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15).

Richtlijn 2006/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 82).

Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EEG) nr. 3820/85 en (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 102 van 11.4.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 473/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot vaststelling van uitvoeringsregels voor de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (PB L 84 van 23.3.2006, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PB L 204 van 26.7.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (PB L 389 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 4).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 18).

Richtlijn 2008/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende het beheer van de verkeersveiligheid van weginfrastructuur (PB L 319 van 29.11.2008, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1), met name de artikelen 6 en 14.

Verordening (EG) nr. 80/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake een gedragscode voor geautomatiseerde boekingssystemen en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2299/89 van de Raad (PB L 35 van 4.2.2009, blz. 47).

Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden (PB L 70 van 14.3.2009, blz. 11).

Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 128), met name artikel 35.

Richtlijn 2009/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaartsector en tot wijziging van Richtlijn 1999/35/EG van de Raad en Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 114), met name artikel 23.

Richtlijn 2009/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 132), met name artikel 7 en artikel 10, lid 2.

Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5).

Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

Verordening (EG) nr. 392/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de aansprakelijkheid van vervoerders van passagiers over zee bij ongevallen (PB L 131 van 28.5.2009, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51).

Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 72).

Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 88).

Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad (PB L 165 van 30.6.2010, blz. 1).

Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 913/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europese spoorwegnet voor concurrerend goederenvervoer (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 22).

Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PB L 283 van 29.10.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).

Verordening (EU) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 1).

Besluit 2012/243/EU van de Raad van 8 maart 2012 inzake de sluiting van een memorandum van samenwerking tussen de Europese Unie en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie houdende vaststelling van een kader voor versterkte samenwerking, en tot vaststelling van de daarmee verband houdende procedures (PB L 121 van 8.5.2012, blz. 16).

Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12), met name artikel 8.

Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118).

Richtlijn 2014/47/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen en tot intrekking van Richtlijn 2000/30/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 134), met name artikel 4, lid 3, onder b), en artikel 18.

Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 376/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 inzake het melden, onderzoeken en opvolgen van voorvallen in de burgerluchtvaart en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2003/42/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1321/2007 en (EG) nr. 1330/2007 van de Commissie (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 18).

Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (PB L 307 van 28.10.2014, blz. 1).

Richtlijn (EU) 2015/413 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 9).

Richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 58).

Verordening (EU) 2017/352 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2017 tot vaststelling van een kader voor het verrichten van havendiensten en gemeenschappelijke regels inzake de financiële transparantie van havens (PB L 57 van 3.3.2017, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking van de Commissie van 6 oktober 2009 tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst en de bijbehorende technische onderdelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 7547).

06 02 06

Beveiliging van het vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 795 000

1 492 816

1 950 000

1 077 798

1 564 145,08

1 819 591,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

 

maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

 

de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

 

de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoersector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

 

internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

 

de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigd klein materieel.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van vervoersgebruikers.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 72/2010 van de Commissie van 26 januari 2010 tot vaststelling van procedures voor inspecties door de Commissie op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 1).

06 02 51

Voltooiing van het programma trans-Europese netwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

340 000 000

0 ,—

314 241 947 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 67/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 27 van 30.1.2010, blz. 20).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 680 000

p.m.

8 135 000

0 ,—

15 503 157,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren (Marco Polo-programma) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren (Marco Polo II) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

4 504 500,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

06 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

06 02 77 01

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 132 198,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 03

Voorbereidende actie — Schepen op lng (vloeibaar aardgas)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

518 525 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 06

Voorbereidende actie — Algemene luchtvaart — Statistieken en belangrijkste cijfers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

133 896 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 07

Proefproject —Verkeersopstoppingen tegengaan door intelligente, geïntegreerde vervoersopties voor weginfrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

650 000

p.m.

650 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 08

Proefproject — GNSS-monitoring voor zware voertuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

245 000

349 949 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 09

Proefproject — De Europese vervoerssector aantrekkelijk maken voor toekomstige generaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 10

Voorbereidende actie — Smart Port City

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De voorbereidende actie is gericht op ondersteuning van de uitwisseling van beste praktijken op het gebied van de relatie tussen steden en havens, en innovatieve Smart Port City-projecten. De actie kan gecoördineerd worden met de acties voor slimme en duurzame steden.

Havensteden kampen met enorme uitdagingen om economische mededinging en een duurzame stedelijke ontwikkeling met elkaar te verzoenen. Voorbeelden daarvan zijn verplaatsing van havenfuncties, containervervoer, de herwaardering van haven-stadverbindingen en waterkantzones, en de dialoog met stadsbewoners. De spanningen tussen stad en haven, toerisme en industrie, natuurlijke en bebouwde gebieden, moeten worden aangepakt. De doelstellingen van de slimme stad en die van een Smart Port City moeten elkaar aanvullen. Een Smart Port City die gebruik maakt van kennis en ICT kan haar verbindingen met het achterland benutten om de efficiëntie en kwaliteit van de dienstverlening verder te verbeteren. Gezien het concept van snelwegen op zee is dit voorstel in overeenstemming met de Europa 2020-strategie en de herziening van het witboek van 28 maart 2011 getiteld „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — Werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem” (COM(2011) 144 final).

Steden en havens hebben te maken met dezelfde problemen en kansen. Daarom moeten acties worden ontwikkeld om innovatieve oplossingen in de praktijk te brengen voor: a) de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen door de zeevaart, maar ook door havenactiviteiten, b) de ontwikkeling van hinterlandverbindingen (spoor, wegen, binnenvaart), c) het bevorderen van het gebruik van hernieuwbare energie en de verbetering van de energie-efficiëntie, d) het bevorderen van het gebruik van ICT en de interoperabiliteit daarvan, e) het versterken van de concurrentiepositie, rekening houdend met de strategische ligging van de perifere regio's en het belang van verbindingen tussen eilanden, en f) het bevorderen van synergieën tussen stad en haven.

Deze innovatieve acties hebben moeten ook het maritieme en kusttoerisme ten goede komen. De acties kunnen ook gericht zijn op havenfaciliteiten en de dialoog tussen haven- en stedelijke autoriteiten inzake ruimtelijke ordening van stad en haven. De diversificatie van havens wordt ook bevorderd door middel van kust- en maritiem toerisme. Deze voorbereidende actie moet duidelijk maken welke de voordelen zijn van de ontwikkeling van Smart Port Cities in heel Europa en een volledig beeld schetsen van de belangrijke rol die havens vervullen. De actie omvat ook initiatieven om een Europees netwerk van Smart Port Cities op te zetten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar het gebruik van een publiek-private gezamenlijke onderneming ter ondersteuning van de toepassing van het Rail Transport Management System (ERTMS) in de kernnetwerkcorridors

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

120 000

p.m.

280 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 12

Voorbereidende actie — Integratie van op afstand bestuurde luchtvaartuigsystemen (RPAS) in het Europese luchtruim door middel van een Active Geofencing Service (AGS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

500 000 ,—

250 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Doel van deze voorbereidende actie is het demonstreren van een Active Geofencing Service (AGS) voor RPAS (drones) die lager dan 150 meter (500 voet) boven de grond vliegen. Dit wordt verwezenlijkt door het Remote Pilot Station op de grond te verbinden met een internetplatform. Dit internetplatform geeft de positie van de RPAS weer en valideert de naleving van de verschillende nationale wetgevingen, afhankelijk van de locatie van de RPAS. Het platform kan no-flyzones creëren overeenkomstig de luchtvaartnormen.

Door het internetplatform te koppelen aan de RPAS kan ervoor gezorgd worden dat de gebruikers met hun RPAS geen toegang krijgen tot no-flyzones. Deze no-flyzones kunnen worden ingesteld, gemonitord en gecontroleerd door de verantwoordelijke autoriteiten. De door het internetplatform gegenereerde informatie kan ook worden gedeeld met alle belanghebbenden in het Europese luchtvaartnetwerk.

Deze actie kan een oplossing leveren voor de veilige integratie van kleine drones in het bestaande luchtvaartnetwerk, waarbij een even hoog veiligheidsniveau wordt gegarandeerd als bij de bemande luchtvaart, iets waar alle belanghebbenden op het gebied van RPAS baat bij hebben. De privacy kan worden beschermd door no-flyzones voor RPAS vast te stellen en, nog belangrijker, het mkb op het gebied van RPAS wordt geholpen om nieuwe banen en kansen te creëren in Europa. De volgende RPAS-diensten kunnen door middel van een internetplatform worden gedemonstreerd: een AGS die wordt gemonitord en gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten, en een dienst om de geldende regelgeving te controleren en te valideren.

Dit platform kan toegankelijk zijn voor verschillende belanghebbenden: gebruikers van RPAS, verleners van luchtvaartnavigatiediensten, burgerluchtvaartautoriteiten, politie, noodhulpdiensten, RPAS-producenten en gekwalificeerde entiteiten. Het internetplatform maakt gebruik van bestaande luchtvaartnormen, sluit aan bij de regels voor de bemande luchtvaart en zal zorgen voor een veiliger en gestandaardiseerde integratie in het luchtvaartnetwerk. Naast deze normen moet het platform interoperabel zijn met alle RPAS, zodat de Europese markt open wordt gesteld voor alle producenten en gebruikers van RPAS. Tot slot moet het RPAS-platform kunnen worden uitgebreid zodat het alle lidstaten bestrijkt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 13

Proefproject — Innovatieve wijzen van duurzame financiering voor het openbaar vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

37 500

p.m.

87 500

125 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 14

Voorbereidende actie — Naar een intern en innovatief Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 100 000

p.m.

500 000

1 500 000 ,—

207 885 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 15

Proefproject — Bewustmaking over alternatieven voor de particuliere auto

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

645 000

490 000

245 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Achtergrond

Ongeveer 55 % van de autoritten zijn minder dan vijf kilometer lang. De gemiddelde bezettingsgraad is laag, namelijk ca. 1,3 personen per auto. Uit deze cijfers blijkt dat de alternatieven voor particulier autogebruik nog onderontwikkeld zijn en dat er een enorm potentieel is voor een verschuiving naar duurzamere vervoerswijzen.

Bewustmaking is een eerste stap in de richting van de ontwikkeling van alternatieven voor particulier autogebruik. Doel is een gedragswijziging te bewerkstelligen, bv. voor woon-werkverkeer of verplaatsingen naar de winkel. Er zijn al een aantal initiatieven om van individueel autogebruik over te stappen op niet-gemotoriseerde individuele mobiliteit, zoals lopen en fietsen, en elektrische fietsen (die het potentieel hebben om op afstanden tot 10 kilometer de betrouwbaarste en snelste vervoerswijze te zijn). Deze initiatieven, die vooral op individueel gedrag gericht zijn, kunnen echter worden bespoedigd met een collectieve aanpak.

Project:

Het proefproject heeft tot doel nieuwe tools te ontwikkelen om op collectief niveau aan bewustmaking te doen. In overheids- en particuliere bedrijven, bij lokale overheden en tijdens internationale conferenties is er veel potentieel voor experimenten met nieuwe tools om doelstellingen voor een modal shift op groepsniveau te meten en vast te stellen. Deze tools worden „groepsprestatiegebaseerde systemen” genoemd en maken gebruik van crowdsourcing en geconnecteerde technologie. Ze maken meer flexibiliteit, teamgeest en coördinatie tussen mensen op lange termijn mogelijk en verschaffen statistieken en gegevens op grote schaal over gedragswijzigingen. Het proefproject beoogt een nieuwe reeks tools te ontwikkelen en te verspreiden om het autogebruik te beperken tot wat strikt noodzakelijk is.

Inachtneming van:

 

de voornaamste doelstelling van de COP21-overeenkomst, namelijk „de toename van de gemiddelde temperatuur wereldwijd ruim onder de drempel van 2 °C boven het pre-industriële niveau houden”;

 

de ambitieuze doelstellingen voor de vermindering van CO2-uitstoot in het witboek van 28 maart 2011 getiteld „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem” (COM(2011 144 final): „Tegen 2030 wordt voor vervoer gestreefd naar een daling van de broeikasgasemissies met 20 % ten opzichte van 2008”;

 

het initiatiefverslag van het Europees Parlement over duurzame stedelijke mobiliteit, waarin het Parlement benadrukt „ervan overtuigd [te zijn] dat luchtverontreiniging een plaatselijke, regionale, nationale en grensoverschrijdende dimensie heeft en optreden vereist op alle bestuursniveaus”, en „daarom [aandringt] op versterking van de aanpak op basis van meerlagig bestuur, waarin alle actoren de verantwoordelijkheid nemen voor de maatregelen die op het desbetreffende niveau kunnen en moeten worden getroffen;

 

de mededeling van de Commissie van juli 2016 over het koolstofvrij maken van het vervoer, waarin de vermindering van CO2-uitstoot als topprioriteit voor het vervoersbeleid van de Unie wordt gepresenteerd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 16

Proefproject — Duurzame gedeelde mobiliteit in connectie met het openbaar vervoer in Europese plattelandsgebieden (ontwikkeling van het concept „slimme vervoersgebieden op het platteland” („smart rural transport areas” — SMARTA's))

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

800 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In plattelandsgebieden in de Unie is er een sterke toename van projecten die gedeelde mobiliteit in connectie met het openbaar vervoer en niet-gemotoriseerde individuele mobiliteit ontwikkelen. Ze zijn gebaseerd op verschillende conventionele en digitale tools (bv. smartphoneapplicaties) en omvatten bv. autodelen, carpooling, gedeeld rijden, liften, taxideling en flexibele belbussen. Deze ontwikkeling vormt een enorme kans om „slimme vervoersgebieden op het platteland” („smart rural transport areas” — SMARTA's) in de hand te werken. Het proefproject zal meer inzicht geven in de mate waarin er behoefte is aan een grensoverschrijdende aanpak van SMARTA's, zoals een uitwisseling van voorbeelden van best practices, interoperabiliteit, duurzame regionale ontwikkeling, cohesie, onderzoek en ontwikkeling en innovatie.

Het proefproject biedt potentieel voor win-winsituaties, zoals vermindering van de CO2-uitstoot (COP21-overeenkomst) en betere mobiliteitsconnecties in afgelegen en plattelandsgebieden voor personen die geen auto kunnen of willen kopen (jongeren, ouderen, kansarmen).

In het witboek van 28 maart 2011 getiteld „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte — Werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem” (COM(2011) 144 final) luidt de achtste doelstelling van de tien doelstellingen „voor een concurrerend vervoersystemen met een efficiënt gebruik van hulpbronnen”: „tegen 2020 het kader ontwikkelen voor een Europees multimodaal informatie-, beheers- en tariefsysteem”.

In datzelfde witboek beoogt initiatief nr. 22, „Naadloze mobiliteit van deur tot deur”: „de nodige maatregelen [te] definiëren voor de verdere integratie van de verschillende vervoerswijzen met het oog op naadloos reizen van deur tot deur”. Initiatief nr. 27, „Reisinformatie”, moet „het bewustzijn aanzwengelen over de beschikbare alternatieven voor het klassieke individuele vervoer (autogebruik verminderen, stappen en fietsen, autodelen, park & ride, intelligente tarieven enz.)”.

Ten slotte is dit proefproject een goede gelegenheid om de Uniewetgeving inzake intelligente vervoerssystemen (Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1) en het betreffende werkprogramma van de Commissie) toe te passen en verder te werken aan de uitvoering van Horizon 2020 en de digitale agenda.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 17

Proefproject — Luchtruimarchitectuur van het gemeenschappelijk Europees luchtruim

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

700 000

800 000

400 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het Europese luchtverkeersbeheer wordt verzorgd door 28 verleners van luchtvaartnavigatiediensten, op basis van de nationale grenzen op de grond. De kosten van deze versnippering van het luchtruim worden op 4 miljard EUR per jaar geraamd. In het kader van het prefproject wordt een nieuwe Unieluchtruimarchitectuur geëvalueerd, op basis van efficiëntie van de verkeersstroom, directe routes en het meest efficiënte aantal verkeersleidingscentra. Dit voorstel moet rekening houden met Onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)-gerelateerde technologie om de meest efficiënte locaties uit te kiezen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 18

Proefproject — Toegankelijk vervoer voor mensen met beperkte mobiliteit in kaart brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft tot doel een digitaal platform te ontwikkelen voor stedelijke vervoerstrajecten die geschikt zijn voor mensen met beperkte mobiliteit.

Een op de zes mensen in Europa heeft enige mate van beperking. Met de vergrijzing zal de vraag naar informatie over vervoersmogelijkheden zonder hinderpalen alleen maar toenemen. Overal in Europa spannen gemeenten en vervoersmaatschappijen zich in om het vervoer toegankelijker en meer geharmoniseerd te maken. Toch ontbreekt het nog aan duidelijke communicatie over mobiliteitsopties zonder hinderpalen en moeten veel van de mensen in kwestie nog particulier georganiseerd vervoer gebruiken.

Met het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de toegankelijkheidseisen voor producten en diensten (COM(2015) 615 final) werd de grondslag gelegd om het leven van mensen met een beperking te verbeteren. Doel is om orde te scheppen in de uiteenlopende, en vaak tegenstrijdige, nationale toegankelijkheidsvereisten, die obstakels voor het bedrijfsleven opwierpen en daardoor mensen met een beperking beletten profijt te trekken van het potentieel van de interne markt.

Het proefproject zal eerst de verzameling van informatie over onbelemmerde mobiliteit in stedelijke gebieden ondersteunen en die informatie vervolgens delen op een gemeenschappelijk onlineplatform, dat idealiter toegankelijk moet zijn via een mobiele app en even toegankelijke informatietools. Dit platform zal bijvoorbeeld rekening houden met een preciezere wandelsnelheid, de toegankelijkheid van het openbaar vervoer en van bepaalde straten, en de bestaande gespecialiseerde vervoersdiensten.

Een van de doelstellingen van de voorgestelde richtlijn is vervoer toegankelijker te maken voor mensen met een beperking door de toegankelijkheidscriteria van de lidstaten te harmoniseren. Doel van dit proefproject is op deze impuls voort te bouwen door ervoor te helpen zorgen dat informatie over toegankelijk vervoer beter aan de doelgroep wordt gecommuniceerd. Dit moet vervoersmaatschappijen aanmoedigen om hun toegankelijkheidsnormen sneller te verbeteren, en moet bedrijven aanmoedigen om profijt te trekken van de marktkansen van de digitale economie die deze relatief onontgonnen markt biedt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 19

Proefproject — Beveiligde parkeerterreinen voor vrachtwagens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

425 000

850 000

425 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De toegenomen migratiedruk op de Unie heeft op een aantal plaatsen in bepaalde lidstaten ernstige gevolgen voor de verkeersveiligheid en de veiligheid van het goederenvervoer over de weg. In Calais (Frankrijk) bijvoorbeeld proberen vluchtelingen vrachtwagens binnen te komen. Deze crisis vereist maatregelen. Er moeten beveiligde parkeerterreinen komen voor vrachtwagens om te verhinderen dat vluchtelingen omkomen, vrachtwagenchauffeurs te beschermen en materiële schade, die voor rekening van de wegvervoerders komt, te vermijden.

Het proefproject dient ter dekking van de uitgaven voor de inrichting van beveiligde en bewaakte parkeerterreinen voor vrachtwagens langs de belangrijkste wegen in Europa die naar grensovergangen leiden en op plaatsen waar de veiligheid van het verkeer en vrachtvervoer in het gedrang komt doordat een groot aantal vluchtelingen probeert om in vrachtwagens te klimmen en zo de grens over te steken.

Dit krediet komt bovenop de 5 000 000 EUR die de vicevoorzitter van de Commissie, Frans Timmermans, aan de Franse autoriteiten heeft beloofd voor het aanpakken van de vluchtelingenkampen in Calais.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 20

Proefproject — Menselijk gedrag in verband met zelfrijdende auto’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

175 000

       

Toelichting

Dit nieuwe proefproject wil iets doen aan het gebrek aan aandacht van de Unie voor gedrag in verband met zelfrijdende auto’s. Er is de afgelopen jaren veel onderzoek gedaan op het gebied van zelfrijdende auto’s, zowel door autofabrikanten als door wetenschappers. Dit onderzoek had vooral betrekking op de technologische aspecten van zelfrijdende voertuigen, dat wil zeggen de interoperabiliteit van voertuigen, de interactie met de weginfrastructuur, gegevensbeveiliging, de betrouwbaarheid van de gegevens, gegevensbescherming, aansprakelijkheid enz.

Het proefproject beoogt de invoering van een nieuw terrein voor studies en onderzoek waarbij de nadruk ligt op het gedrag van chauffeurs, waaraan beleidsmakers en het bedrijfsleven minder aandacht hebben besteed. Het heeft tot doel de Commissie en de wetgevingsautoriteit een aanvullende visie op de interactie tussen menselijk gedrag en zelfrijdende auto’s te verschaffen om bepaalde mogelijke problemen bij de grootschalige invoering van zelfrijdende auto’s in de Unie te ondervangen teneinde de invoering te laten slagen en de verkeersveiligheid te vergroten.

Het proefproject zal informatie vergaren bij de onderzoeksgemeenschap op het gebied van verkeersveiligheid, om licht te werpen op de volgende aspecten:

 

de menselijke factor bij nieuwe zelfrijdende auto's; meningen en standpunten van verschillende professionele, frequente en occasionele chauffeurs, onderverdeeld naar leeftijd en andere relevante criteria (land, geslacht, enz.);

 

oplossingen inventariseren en voorstellen om de „weerstand” van chauffeurs tegen de invoering van zelfrijdende voertuigen te overwinnen;

 

de opleidingsbehoeften van chauffeurs voor nieuwe vormen van zelfrijdende auto's; de behoefte aan bijkomende, specifieke of een mindere mate van certificering voor chauffeurs van zelfrijdende auto's (verplichte opleiding, aanvullende eisen voor het verkrijgen van een rijbewijs, vrijwillige regelingen enz.);

 

interactie tussen chauffeurs van zelfrijdende auto's en traditionele bestuurders; attitudes van chauffeurs en andere weggebruikers tegenover zelfrijdende auto's, en manieren om andere weggebruikers attent te maken op de aanwezigheid van zelfrijdende auto’s.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 21

Proefproject — Pan-Europese bewustmakingscampagne rond verkeersveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

De Unie heeft zich ertoe verbonden het aantal dodelijke ongevallen op de weg tegen 2020 te halveren. Europese controleacties, ondersteund door voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, zouden die doelstelling kunnen helpen verwezenlijken. Daartoe zou langs het hele TEN-T-netwerk een gecoördineerde, pan-Europese controleactie moeten plaatsvinden waaraan de Europese lidstaten moeten deelnemen.

De Commissie zal daarom een gecoördineerde operatie financieren die een maand lang loopt langs het hele TEN-T-netwerk. Europese politieoperaties in de lidstaten moeten worden gecoördineerd. Aangezien meer dan de helft van alle dodelijke ongevallen op landelijke wegen gebeurt, moet de actie in landelijke gebieden plaatsvinden, ondersteund door gerichte bewustmakingscampagnes. Daarbij moet worden gefocust op de belangrijkste oorzaak van dodelijke ongevallen: te hard rijden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

06 02 77 22

Proefproject — OREL — Europees systeem voor het terugdringen van fraude met kilometertellers: versnelde invoering van technische controles in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

Het proefproject is erop gericht fraude met kilometertellers terug te dringen door de uitwisseling van informatie over kilometertellers in de Unie te bevorderen.

Het omvat een beoordeling/haalbaarheidsstudie/technische bedrijfseconomische analyse om op zoek te gaan naar oplossingen en die nader te onderzoeken en het toepassingsgebied te bepalen voor een toekomstig systeem voor de uitwisseling van informatie over kilometertellers in de Unie. Naast de belangrijkste doelstelling zal ondersteuning worden geboden aan het technisch certificaat in het kader van Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

Recente studies tonen aan dat op grote Europese markten voor tweedehandsauto's bij een derde van alle voertuigen is gerommeld met kilometertellers. De gemiddelde fraude bedraagt ongeveer 3 000 EUR per voertuig, met als gevolg gederfde inkomsten op de nationale begrotingen van 5 600 000 000 EUR tot 9 600 000 000 EUR per jaar. Officiële autodealers zijn verantwoordelijk voor de controle en het onderhoud van nieuwe voertuigen met het oog op de garantievoorwaarden. Dealers houden de stand van de kilometertellers bij maar deze informatie is niet openbaar. Nieuwe voertuigen worden de eerste vier jaar niet onderworpen aan een technische controle. Vervolgens worden tijdens de jaarlijkse voertuigkeuringen de kilometerstanden doorgegeven aan databanken in de lidstaten, maar er vindt geen uitwisseling van deze gegevens plaats. Wanneer een voertuig van eigenaar wisselt of naar het buitenland wordt verkocht, gaat de geregistreerde kilometerstand onderbroken, wat een kans biedt om te knoeien met de kilometerteller. Dit wordt bovendien steeds gemakkelijker met een minimale investering in software, kennis en tijd.

De doelgroep bestaat uit consumenten, belastingdiensten en autohandelaren.

Het proefproject heeft steun gekregen van de Fédération Internationale de l’Automobile en het Europees Bureau van Consumentenverenigingen BEUC.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 06 03 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 03

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN VERVOER

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

56 835 072

105 297 459

86 255 047

88 680 904

99 322 820,15

100 461 969,75

95,41

 

Artikel 06 03 03 — Subtotaal

 

56 835 072

105 297 459

86 255 047

88 680 904

99 322 820,15

100 461 969,75

95,41

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

1,1

3 250 683

3 250 683

3 241 507

3 241 507

0 ,—

0 ,—

0

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

1,1

106 749 317

79 017 129

96 758 493

65 088 493

61 638 000 ,—

46 001 500 ,—

58,22

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1,1

1 624 000

1 624 000

1 579 870

1 579 870

1 620 687 ,—

1 991 748,71

122,64

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

1,1

75 800 000

74 114 828

60 043 130

50 800 000

45 248 848 ,—

47 091 508 ,—

63,54

 

Artikel 06 03 07 — Subtotaal

 

187 424 000

158 006 640

161 623 000

120 709 870

108 507 535 ,—

95 084 756,71

60,18

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 806 736,21

2 160 687,52

 

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 614 608,93

 
 

Artikel 06 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 806 736,21

4 775 296,45

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007 - 2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

42 614 143

7 234,19

60 211 899,96

 
 

Hoofdstuk 06 03 — Totaal

 

244 259 072

263 304 099

247 878 047

252 004 917

212 644 325,55

260 533 922,87

98,95

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zijn bestemd voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van de vroegere onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en voorgaande kaderprogramma's).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Gendergelijkheid wordt in Horizon 2020 aangepakt als horizontale prioriteit om de onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen weg te werken en de genderdimensie mee te nemen in onderzoek en innovatie. Er wordt met name rekening gehouden met de behoefte aan extra inspanningen om de deelname van vrouwen op alle niveaus aan te moedigen, ook bij de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten zullen worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting van de Unie uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 06 03 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 06 01 05 worden opgevoerd.

06 03 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

Er worden met name middelen uitgetrokken voor de volgende uitdagingen:

 

slim, groen en geïntegreerd vervoer;

 

innovatie en onderzoek, in het bijzonder op het gebied van gedragsverandering, modal shift, toegankelijkheid voor iedereen, integratie (interconnectiviteit, intermodaliteit en interoperabiliteit) en duurzaamheid (klimaatverandering, vermindering van emissies en geluidshinder), hetgeen van cruciaal belang is voor de sectoren vervoer en toerisme.

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

56 835 072

105 297 459

86 255 047

88 680 904

99 322 820,15

100 461 969,75

Toelichting

Oude post 06 03 03 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van acties op het gebied van onderzoek en innovatie die in aanzienlijke mate moeten bijdragen tot de komst van een nieuw tijdperk van slimme mobiliteit op het gebied van vervoer. Deze acties moeten de ontwikkeling en het gebruik van de daartoe vereiste oplossingen voor alle vervoersmodi ondersteunen door vervoergerelateerde emissies die schadelijk zijn voor het milieu, drastisch te beperken en het vervoer minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen, en moeten op die manier de impact van het vervoer op de biodiversiteit verlagen en de natuurlijke hulpbronnen beschermen. Verwacht wordt dat deze doelen zullen worden gehaald door, met name in de vorm van grootschalige publiek-private partnerschappen, te investeren in specifieke activiteiten, zoals het schoner en stiller maken van vliegtuigen, treinen, voertuigen en vaartuigen, de ontwikkeling van slimme apparatuur, infrastructuur en diensten en de verbetering van vervoer en mobiliteit in stedelijke gebieden.

De op grond van deze post uitgevoerde onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen naar verwachting een belangrijke bijdrage leveren tot het optimaliseren van prestaties en efficiency in het licht van de toenemende eisen op het gebied van mobiliteit. Deze acties zullen bovendien tot doel hebben het aantal files in aanzienlijke mate te reduceren, de mobiliteit van personen en goederen sterk te verbeteren, nieuwe concepten van vrachtvervoer en logistiek te ontwikkelen en toe te passen, het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers te verminderen en de veiligheid te verbeteren. Deze acties hebben tot doel van Europa de veiligste regio voor luchtvaart te maken en het aantal dodelijke verkeersslachtoffers tegen 2050 terug te brengen tot nul.

Onderzoek en innovatie zullen er naar verwachting in belangrijke mate toe bijdragen dat de Europese vervoersector zich tot wereldleider kan ontwikkelen en dat het midden- en kleinbedrijf groeit, dat de sector voorop blijft op het gebied van nieuwe technologieën en de kosten van de bestaande productieprocessen kan reduceren, en dat op die manier de economische groei en de werkgelegenheid voor hooggekwalificeerd personeel in de Europese vervoersector wordt gestimuleerd. In dit verband zullen acties voor het ontwikkelen van de volgende generatie vervoersmiddelen en het verkennen van geheel nieuwe vervoersconcepten waarschijnlijk in het kader van dit artikel ten uitvoer worden gelegd en gefinancierd.

Sociaaleconomisch onderzoek en toekomstgerichte activiteiten met het oog op beleidsvorming vallen ook onder deze post: er moeten acties worden ondernomen ter bevordering van de beleidsanalyse en -ontwikkeling, onder meer met betrekking tot de sociaaleconomische aspecten van vervoer, teneinde innovatie te stimuleren en de uitdagingen op vervoergebied het hoofd te kunnen bieden.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 250 683

3 250 683

3 241 507

3 241 507

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

106 749 317

79 017 129

96 758 493

65 088 493

61 638 000 ,—

46 001 500 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot de maatschappelijke uitdaging „realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos Europees vervoersysteem”. Op die manier wil men de modernisering waarborgen van het Europees systeem voor luchtverkeersbeheer (ATM) door de concentratie en coördinatie van alle in de Unie verrichte relevante onderzoeks- en innovatieactiviteiten op het gebied van ATM binnen het Sesar 2020-programma en overeenkomstig het Europees ATM-masterplan.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 721/2014 van de Raad van 16 juni 2014 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar), voor wat de verlenging van de looptijd van de gemeenschappelijke onderneming tot 2024 betreft (PB L 192 van 1.7.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 624 000

1 624 000

1 579 870

1 579 870

1 620 687 ,—

1 991 748,71

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

75 800 000

74 114 828

60 043 130

50 800 000

45 248 848 ,—

47 091 508 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name de maatschappelijke uitdaging „slim, groen en geïntegreerd vervoer”. Zij heeft tot doel, via een omvattende en gecoördineerde aanpak van op de behoeften van het spoorwegsysteem en zijn gebruikers afgestemde onderzoeks- en innovatieprojecten, bij te dragen tot de totstandbrenging van de Europese spoorwegruimte, tot een snellere en goedkopere overschakeling naar een aantrekkelijker, concurrerend, efficiënt en duurzaam Europees spoorwegsysteem.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 12.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 642/2014 van de Raad van 16 juni 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (PB L 177 van 17.6.2014, blz. 9).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

06 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

06 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 806 736,21

2 160 687,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 614 608,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007 - 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

42 614 143

7 234,19

60 211 899,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

TITEL 07

MILIEU

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

61 951 828

61 951 828

63 016 195

63 016 195

63 247 464,35

63 247 464,35

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

436 332 034

288 581 784

409 322 325

325 071 942

394 805 029,30

329 334 194,38

Reserves (40 02 41)

1 000 000

750 000

       
 

437 332 034

289 331 784

409 322 325

325 071 942

394 805 029,30

329 334 194,38

 

Titel 07 — Totaal

498 283 862

350 533 612

472 338 520

388 088 137

458 052 493,65

392 581 658,73

Reserves (40 02 41)

1 000 000

750 000

       
 

499 283 862

351 283 612

472 338 520

388 088 137

458 052 493,65

392 581 658,73

HOOFDSTUK 07 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „MILIEU”

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

46 860 616

46 327 744

46 468 446,39

99,16

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 346 269

3 640 624

4 044 326 ,—

120,86

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 246 718

3 269 144

3 090 571,35

95,19

 

Artikel 07 01 02 — Subtotaal

 

6 592 987

6 909 768

7 134 897,35

108,22

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

5,2

3 029 225

2 892 861

3 573 043,80

117,95

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

2

1 600 000

1 600 000

1 599 434,81

99,96

 

Artikel 07 01 04 — Subtotaal

 

1 600 000

1 600 000

1 599 434,81

99,96

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

2

3 869 000

5 285 822

4 471 642 ,—

115,58

 

Artikel 07 01 06 — Subtotaal

 

3 869 000

5 285 822

4 471 642 ,—

115,58

 

Hoofdstuk 07 01 — Totaal

 

61 951 828

63 016 195

63 247 464,35

102,09

07 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

46 860 616

46 327 744

46 468 446,39

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 346 269

3 640 624

4 044 326 ,—

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 246 718

3 269 144

3 090 571,35

07 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Milieu”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 029 225

2 892 861

3 573 043,80

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Milieu”

07 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) — Subprogramma Milieu

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 600 000

1 600 000

1 599 434,81

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

 

uitgaven voor ontwikkeling, hosting, onderhoud, veiligheid, kwaliteitsgarantie, exploitatie en ondersteuning van geschikte informatietechnologiesystemen (IT-systemen) voor communicatie, selectie, monitoring, rapportage over projecten en verspreiding van resultaten van projecten, alsook van IT-systemen die rechtstreeks samenhangen met de realisatie van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden. Het krediet dient eveneens om IT-deskundigen intra muros aan te werven om de ontwikkeling, kwaliteitsgarantie en veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

 

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met de evaluatie, audit en supervisie van programma's en projecten;

 

aanbesteding van technische en/of administratieve bijstand in verband met communicatieactiviteiten zoals sociale media, met inbegrip van de aanwerving van deskundigen intra muros.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 01 06

Uitvoerende agentschappen

07 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van LIFE

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 869 000

5 285 822

4 471 642 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE).

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 07 02 —   MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02

MILIEUBELEID OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

2

140 778 000

69 600 000

139 399 233

67 000 000

128 799 482 ,—

40 571 360,93

58,29

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

2

200 092 250

72 800 000

165 584 150

57 000 000

159 148 936,81

44 393 927,45

60,98

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

2

45 180 000

51 120 000

59 383 000

50 000 000

55 682 972,39

41 685 738,42

81,54

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

4

3 900 000

3 900 000

3 900 000

3 900 000

3 635 140,54

3 635 140,54

93,21

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

2

1 020 535

1 020 535

1 139 537

1 139 537

1 151 000,38

1 151 000,38

112,78

07 02 06

Europees Milieuagentschap

2

37 311 249

37 311 249

35 166 405

35 166 405

41 687 497,18

41 687 497,18

111,73

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

2

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

1 000 000

750 000

         
   

1 000 000

750 000

         

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

2

p.m.

45 000 000

p.m.

105 000 000

0 ,—

152 734 521,16

339,41

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

07 02 77 04

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

170 491,37

 

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

p.m.

400 000

p.m.

180 000

0 ,—

667 652,04

166,91

07 02 77 21

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

176 838,90

 

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

2

p.m.

300 000

p.m.

585 000

0 ,—

511 420,20

170,47

07 02 77 23

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

750 000 ,—

 

07 02 77 24

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

361 437,20

 

07 02 77 26

Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

2

p.m.

p.m.

p.m.

281 000

0 ,—

172 617,78

 

07 02 77 27

Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

143 067 ,—

 

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

2

p.m.

60 000

p.m.

330 000

200 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

p.m.

110 000

p.m.

315 000

0 ,—

221 483,83

201,35

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen — overbruggen van de groene innovatiekloof

2

p.m.

300 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

2

p.m.

210 000

p.m.

360 000

900 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma's voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

2

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

600 000 ,—

300 000 ,—

 

07 02 77 33

Proefproject — Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

2

p.m.

300 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk

2

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

07 02 77 35

Proefproject — Het in kaart brengen en beoordelen van de toestand van de ecosystemen en hun diensten in ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee: het aanleggen van verbanden en het bijeenbrengen van hulpbronnen

2

1 500 000

1 350 000

1 000 000

500 000

     

07 02 77 36

Proefproject — Netwerk van Europese groene steden

2

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     

07 02 77 37

Proefproject — De gevolgen van de verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen voor de luchtkwaliteit in Europa en eventuele mitigatiemaatregelen

2

1 400 000

925 000

750 000

375 000

     

07 02 77 39

Proefproject — Het opzetten van regionale of lokale platformen inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren, gericht op kernacties met betrekking tot grote carnivoren die door talrijke conflicten gekenmerkte gebieden als hun leefgebied hebben

2

500 000

400 000

500 000

250 000

     

07 02 77 40

Proefproject — Op feitenmateriaal gebaseerde verbeteringen van de tenuitvoerlegging van de vogel- en habitatrichtlijnen: systematische evaluatie en meta-analyse

2

p.m.

150 000

500 000

250 000

     

07 02 77 41

Proefproject — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

2

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     

07 02 77 42

Proefproject — Unievlindermonitoring en -vlinderindicatoren

2

800 000

400 000

         

07 02 77 43

Proefproject — Het gebruik van satellietbeelden om de werking van het Natura 2000-netwerk te verbeteren

2

1 000 000

500 000

         

07 02 77 44

Proefproject — Overzicht van oplossingen, goede praktijken en maatregelen ter bestrijding van de vervuiling met het bestrijdingsmiddel Lindaan in de Unie

2

600 000

300 000

         

07 02 77 45

Voorbereidende actie — Operationalisering van capaciteitsopbouw voor programmatische ontwikkeling en het in kaart brengen van de doelstellingen op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

2

750 000

375 000

         

07 02 77 46

Proefproject — De beoordeling, vaststelling, uitwisseling en verspreiding van optimale werkmethoden voor het humane beheer van invasieve uitheemse soorten

2

500 000

250 000

         

07 02 77 47

Proefproject — Integratie van slimme sensoren en modellen voor de meting van de luchtkwaliteit in steden

2

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 07 02 77 — Subtotaal

 

8 050 000

7 830 000

4 750 000

5 866 000

4 700 000 ,—

3 475 008,32

44,38

 

Hoofdstuk 07 02 — Totaal

 

436 332 034

288 581 784

409 322 325

325 071 942

394 805 029,30

329 334 194,38

114,12

Reserves (40 02 41)

 

1 000 000

750 000

         
   

437 332 034

289 331 784

409 322 325

325 071 942

394 805 029,30

329 334 194,38

 

07 02 01

Bijdragen tot een groenere en meer hulpbronnenefficiënte economie en aan de ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

140 778 000

69 600 000

139 399 233

67 000 000

128 799 482 ,—

40 571 360,93

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het eerste daarvan is milieu en efficiënt hulpbronnengebruik.

De specifieke doelstellingen van dit eerste prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 10.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 02

Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 092 250

72 800 000

165 584 150

57 000 000

159 148 936,81

44 393 927,45

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het tweede daarvan is natuur en biodiversiteit.

De specifieke doelstellingen van dit tweede prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 11.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Ten minste 60,5 % van de begrotingsmiddelen die worden toegewezen aan projecten die door middel van subsidies voor het uitvoeren van acties in het kader van het subprogramma Milieu worden gesteund, zijn bestemd voor projecten ter ondersteuning van natuur- en biodiversiteitsbehoud (artikel 9, lid 3) — een teken dat meer prioriteit wordt gegeven aan biodiversiteitsprojecten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 03

Het ondersteunen van betere milieugovernance en -informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

45 180 000

51 120 000

59 383 000

50 000 000

55 682 972,39

41 685 738,42

Toelichting

Verordening (EU) nr. 1293/2013 heeft vier algemene doelstellingen (artikel 3) en drie prioritaire gebieden van het subprogramma Milieu (artikel 9); het derde daarvan is milieubeleid en -bestuur en informatie.

De specifieke doelstellingen van dit derde prioritaire gebied zijn vastgesteld in artikel 12.

De door LIFE gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, overheidsopdrachten of andere vormen van interventie die nodig zijn (artikelen 17, 18, 21 en 22).

Ten minste 81 % van de voor het LIFE-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4).

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het LIFE- en LIFE+-programma (met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

07 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale milieuovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 900 000

3 900 000

3 900 000

3 900 000

3 635 140,54

3 635 140,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

Besluit 95/308/EG van de Raad van 24 juli 1995 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming en het gebruik van grensoverschrijdende waterlopen en internationale meren (PB L 186 van 5.8.1995, blz. 42).

Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet bekendgemaakt).

Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

Besluit 2008/871/EG van de Raad van 20 oktober 2008 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991 (PB L 308 van 19.11.2008, blz. 33).

Besluit 2011/731/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 294 van 12.11.2011, blz. 1).

Besluit 2014/283/EU van de Raad van 14 april 2014 tot sluiting namens de Europese Unie van het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke verdeling van de baten die voortvloeien uit het gebruik ervan bij het Verdrag inzake biodiversiteit (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 231).

Besluit (EU) 2015/451 van de Raad van 6 maart 2015 betreffende de toetreding van de Europese Unie tot de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites) (PB L 75 van 19.3.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/939 van de Raad van 11 mei 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Verdrag van Minamata inzake kwik (PB L 142 van 2.6.2017, blz. 4).

07 02 05

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 020 535

1 020 535

1 139 537

1 139 537

1 151 000,38

1 151 000,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, administratieve uitgaven en beleidsuitgaven van het agentschap voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen.

Het agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 1 096 320 EUR. Een bedrag van 75 785 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten van 2016 is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 020 535 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

07 02 06

Europees Milieuagentschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

37 311 249

37 311 249

35 166 405

35 166 405

41 687 497,18

41 687 497,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven, de administratieve uitgaven en de beleidsuitgaven van het agentschap.

Het agentschap heeft als taak de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Unieniveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen, zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

Het agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De bedragen die worden teruggestort overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die onder post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten moeten worden geboekt. De personeelsformatie van het Europees Milieuagentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 37 724 481 EUR. Een bedrag van 413 232 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten van 2016 is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 37 311 249 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02 07

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

1 000 000

750 000

       

Totaal

1 000 000

750 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu aan het Europees Solidariteitskorps, overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

07 02 51

Voltooiing van eerdere milieuprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

45 000 000

p.m.

105 000 000

0 ,—

152 734 521,16

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van de vorige LIFE-programma’s en uit andere programma's en algemene acties op grond van het communautaire milieuactieprogramma.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en krachtens artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

07 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

07 02 77 02

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 04

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

170 491,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 13

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

180 000

0 ,—

667 652,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 21

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

176 838,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 22

Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

585 000

0 ,—

511 420,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 23

Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

750 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 24

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

361 437,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 26

Proefproject — Oprichting van een Oost-Europees regionaal centrum voor geavanceerde recycling van elektrisch en elektronisch afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

281 000

0 ,—

172 617,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 27

Proefproject — Hulpbronnenefficiënt gebruik van gemengd afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

143 067 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 28

Proefproject — Het vinden van een evenwicht tussen het recht van de staat om de legitieme doelstellingen te bepalen van het overheidsbeleid, het recht van investeerders op bescherming van hun investeringen en de rechten van de burgers op het gebied van milieu en volksgezondheid in het kader van het trans-Atlantisch partnerschap voor handel en investeringen (TTIP)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

60 000

p.m.

330 000

200 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 29

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

110 000

p.m.

315 000

0 ,—

221 483,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 30

Proefproject — Stimuleren van de groene circulaire economie in Europa door middel van capaciteitsopbouw, netwerken en de uitwisseling van innovatieve oplossingen — overbruggen van de groene innovatiekloof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 31

Proefproject — Beperking van besmettelijke ziekten om het verlies van biodiversiteit in Europa tegen te gaan, als vereist door de habitatrichtlijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

210 000

p.m.

360 000

900 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 32

Proefproject — Protocollen voor de opzet van programma's voor de beoordeling van groene infrastructuur in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

600 000 ,—

300 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 33

Proefproject — Vermindering van de impact van windturbines op vleermuis- en vogelpopulaties en hun migratieroutes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 34

Proefproject — Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het programma voor de coördinatie van informatie over het milieu (Corine) is in 1991 door de Commissie opgezet met als belangrijkste doelstellingen de identificatie en bescherming van biotopen, de bestrijding van milieuvervuiling, het in kaart brengen van de diverse typen bodembedekking en het behoud van de natuurlijke omgeving. Het in het kader van het programma opgestelde gegevensbestand is inmiddels vervangen door dat van het natuurinformatiesysteem van de Europese Unie (Eunis), dat een inventaris omvat van de Europese habitats (natuurlijk, semi-natuurlijk, kunstmatig, op het land, in het water) en als uitgangspunt dient voor de natuurwetgeving van de Unie (Natura 2000).

De soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk (Martinique, Guadeloupe, Guyana, La Réunion en Mayotte), die elk heel specifieke biologische en ecologische kenmerken hebben en waar een bijzonder groot aantal endemische soorten voorkomt, zijn echter niet in die inventaris opgenomen.

Dit proefproject heeft tot doel een register op te stellen, met behulp van dezelfde instrumenten als de programma's Corine Biotope en Eunis, van de soorten en habitats in de genoemde regio's — heuse hotspots van de wereldwijde biodiversiteit — en van de kwetsbare zones in deze regio's. De oprichting van dit nieuwe gemeenschappelijke gegevensbestand is noodzakelijk om leemten op te vullen en gepaste maatregelen te nemen voor het behoud van de biotoop van deze regio's, zoals ook is gebeurd voor de andere Unieregio's.

De haalbaarheid en het nut van dit initiatief is al gebleken voor de andere regio's van de Unie, en dit proefproject is dan ook een eerste stap in de richting van de goedkeuring van wetgeving ter bescherming van de biodiversiteit in de ultraperifere regio's van Frankrijk. Het project zal gebruikmaken van de mogelijke synergieën met de activiteiten van de voorbereidende actie BEST.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 35

Proefproject — Het in kaart brengen en beoordelen van de toestand van de ecosystemen en hun diensten in ultraperifere gebieden en landen en gebieden overzee: het aanleggen van verbanden en het bijeenbrengen van hulpbronnen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 350 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Krachtens actie 5 van de biodiversiteitsstrategie van de EU moeten de lidstaten de toestand van de ecosystemen en de ecosysteemdiensten op hun nationale grondgebied in kaart brengen en evalueren. In 2012 werd er een werkgroep in het leven geroepen voor het in kaart brengen en evalueren van de ecosystemen en ecosysteemdiensten (MAES).

In het kader van het proefproject zal om te beginnen de stand van zaken worden beoordeeld van het MAES-initiatief dat in de deelnemende overzeese gebieden wordt uitgevoerd, en zullen de mankracht en de materiële capaciteiten worden geïnventariseerd en beschreven waarover elk van deze gebieden beschikt.

Het proefproject zal gebruikmaken van de resultaten van BEST (oorspronkelijk gesteund door een voorbereidende actie in het kader van de begroting 2011, 2012 en 2013) en NETBIOME (gesteund via het zevende kaderprogramma voor onderzoek), en kan tevens voortbouwen op de inventarisatie van soorten en habitats, alsook op het MAES-project dat gepland is in het kader van het proefproject „Inventariseren van soorten en habitats in de ultraperifere regio's van Frankrijk” dat is goedgekeurd in het kader van de begroting 2016 (post 07 02 77 34). Er zullen vervolgens casusonderzoeken worden uitgevoerd naar specifieke regio's, en er zal worden vastgesteld waar het zwaartepunt komt te liggen van de werkzaamheden van een speciaal team van lokale deskundigen, beleidsmakers en organisaties uit het middenveld, die worden aangetrokken vanuit de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee.

Dit project levert een concrete bijdrage aan het MAES-initiatief en wil ook laten zien dat er een bottom-upbenadering kan worden gehanteerd die een meerwaarde heeft en lokale actoren activeert en erbij betrekt. Als dit project succesvol blijkt, kan de MAES-methodologie worden uitgetest en toegepast in regio's elders in de wereld, waarbij de methodologie en de richtsnoeren met betrekking tot goede praktijken ter beschikking worden gesteld en wordt bijgedragen tot internationaal leiderschap van de Unie op dit gebied.

In het kader van het proefproject worden beleidsmakers, onderzoekers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld betrokken bij de ontwikkeling van methodologieën voor het in kaart brengen en evalueren van de toestand van de ecosystemen en de ecosysteemdiensten in de ultraperifere gebieden en de landen en gebieden overzee. Er wordt gepleit voor een gecoördineerde en synergetische aanpak om de geografische, politieke en kennisversnippering van deze gebieden om te zetten in rijkdommen, in de bundeling van middelen en in de opbouw van robuuste participatieve instrumenten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 36

Proefproject — Netwerk van Europese groene steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Doel van dit proefproject is het bieden van financiële ondersteuning aan de ontwikkeling van een nieuw „netwerk van Europese groene hoofdsteden” (de winnaars van de prijs voor Europese groene hoofdstad en de voor de prijs genomineerde steden maken deel uit van dit netwerk), zodat zij hun ervaring, kennis en expertise op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling kunnen delen met andere Europese steden. Het netwerk beoogt ecologische duurzaamheid ingang te doen vinden in Europese steden door middel van een reeks specifieke acties die erop gericht zijn om alle steden — van „groenere” steden tot steden die minder ver zijn op ecologisch gebied — te helpen verdere stappen te zetten in de richting van werkelijke duurzaamheid.

Sinds 2010 kent de Unie elk jaar de titel „Europese groene hoofdstad” toe aan een stad in de Unie die goede resultaten boekt met het naleven van strenge milieunormen en vastbesloten is lopende, ambitieuze doelen voor verdere ecologische verbetering en duurzame ontwikkeling te halen, waarbij deze stad kan fungeren als rolmodel ter inspiratie van andere steden en optimale praktijken ingang kan doen vinden bij alle andere Europese steden. De winnende steden ondernemen het hele jaar door bepaalde activiteiten ter bevordering van het concept „groene stad”, maar hun begroting en de mogelijkheden om het concept over heel Europa te verbreiden, zijn zeer beperkt.

Het uitgangspunt van dit project is de ruime ervaring die is opgedaan met voor de prijs in aanmerking komende deelnemers, en dit brede scala aan waardevolle ervaringen samen te voegen en aan andere steden door te geven, zodat zij wellicht geïnspireerd raken door deze activiteiten en inzicht krijgen in datgene wat bij de praktische uitvoering ervan is komen kijken. Concreet betekent dit vergroting van de invloed van de prijs voor Europese groene hoofdstad op de lange termijn en totstandbrenging van overloopeffecten waar hele regio's en landen voordeel van ondervinden.

Dit project gaat verder dan het enkel organiseren van de uitwisseling van optimale praktijken (hoewel dit een belangrijk onderdeel ervan is), en beoogt tevens een specifieke reeks pakketten en onderwijsmateriaal te ontwikkelen, waarvan verschillende typen stadsbesturen die stappen in de richting van meer duurzaamheid willen nemen, gebruik kunnen maken. Deze hulpmiddelen kunnen worden gecombineerd met strategisch gerichte seminars, workshops en/of conferenties, zodat deze werkzaamheden zoveel mogelijk voordeel voor het milieu hebben (als uitgangspunt daarbij dient een analyse van gebieden in de Unie waar verspreiding van deze ervaring het meeste effect heeft). Het proefproject zal tevens de noodzakelijke kredieten verstrekken ter dekking van de opzet en het beheer van het netwerk.

Allereerst worden de volgende steden uitgenodigd om toe te treden tot het „netwerk van Europese groene steden”:

 

(a)

eerdere prijswinnaars: Stockholm (2010); Hamburg (2011); Vitoria-Gastiez (2012); Nantes (2013); Kopenhagen (2014); Bristol (2015); Ljubljana (2016); en Essen (2017);

 

(b)

eerdere winnaars van tweede en derde prijzen: Amsterdam, Freiburg, Münster, Oslo, Barcelona, Malmö, Neurenberg, Reykjavik, Frankfurt, Brussel, Glasgow, Nijmegen, 's-Hertogenbosch en Umeå

Alle toekomstige winnaars van eerste, tweede en derde prijzen zullen worden uitgenodigd om toe te treden tot het netwerk. De Commissie verzorgt het beheer van het lidmaatschap van het netwerk.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 37

Proefproject — De gevolgen van de verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen voor de luchtkwaliteit in Europa en eventuele mitigatiemaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 400 000

925 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Het lopende proefproject moet worden voortgezet aan de hand van bewustmakingscampagnes, gerichte informatiecampagnes en specifieke activiteiten voor het opbouwen van capaciteit, zodat de bevindingen van het huidige project geïmplementeerd kunnen worden. Met name capaciteitsopbouw op regionaal en lokaal niveau om, onder meer, monitoring en toezicht aan te pakken, specifieke maatregelen in de relevante luchtkwaliteitsplannen, en een beoordeling van de efficiëntie van deze maatregelen zullen het mogelijk maken om voort te bouwen op de resultaten van de eerste fase en deze resultaten op grotere schaal te verspreiden.

Het is daarnaast nodig om concrete ondersteuning te bieden, opdat de verschillende maatregelen, die in het eerste project vastgesteld werden door een aantal gemeentes in de twee betreffende landen, op vrijwillige basis kunnen worden toegepast.

Voor de voortzetting van het project kunnen ook de volgende doelstellingen overwogen worden:

 

de evaluatie van het gevaar dat de verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen in het kader van reguliere activiteiten oplevert voor de gezondheid;

 

een geharmoniseerde kosten-batenanalyse van de resultaten van de experimenten;

 

een gedetailleerde strategie op Europees niveau om de illegale verbranding van vaste huishoudelijke afvalstoffen te beperken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 39

Proefproject — Het opzetten van regionale of lokale platformen inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren, gericht op kernacties met betrekking tot grote carnivoren die door talrijke conflicten gekenmerkte gebieden als hun leefgebied hebben

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

400 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit proefproject, dat in 2017 is ingevoerd, moet met nog een jaar worden verlengd, en er moet in nieuwe fondsen worden voorzien, zodat het project zijn volledige potentieel kan bereiken. Het proefproject mag niet worden beperkt tot de acht organisaties die zich bij het EU-platform inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren hebben aangesloten, maar moet worden opengesteld voor alle andere (lokale of regionale) organisaties waarvan de doelstellingen overeenstemmen met de activiteiten van het EU-platform.

Van alle diersoorten is het behoud van de vier belangrijkste soorten grote carnivoren in Europa — de bruine beer, de wolf, de Euraziatische lynx en de veelvraat — een van de grootste uitdagingen. De Commissie heeft aanzienlijke inspanningen geleverd om inzicht te verwerven in hun biologische behoeften en de conflicten tussen belanghebbenden. Er is veel ervaring opgedaan met conflictbeperking, van lokale kennis over traditionele veeteelt en jaagpraktijken tot het nieuwste hightechonderzoek, met inbegrip van projecten die lokaal worden uitgevoerd en worden medegefinancierd door het LIFE-programma van de EU. In 2012 zijn door diverse deskundigen en belanghebbenden de prioriteiten bepaald, waardoor voor iedere populatie van grote carnivoren sectoroverschrijdende en op de soorten toegespitste kernacties konden worden vastgesteld. In de zomer van 2014 werd het EU-platform inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren opgericht om boeren, veehoeders, natuurbeschermers, jagers, landeigenaars en wetenschappers de mogelijkheid te bieden om ideeën en optimale werkwijzen uit te wisselen. Het platform is gericht op de bevordering van manieren en middelen om conflicten tussen menselijke belangen en de aanwezigheid van soorten grote carnivoren te minimaliseren en, indien mogelijk, op te lossen door kennis uit te wisselen en op een open, constructieve en wederzijds respectvolle manier samen te werken.

Het EU-platform heeft te maken met grote uitdagingen wat betreft de overdracht van de besproken optimale werkwijzen en de samenwerking tussen de belanghebbenden die in dezelfde gebieden leven als de grote carnivoren. De leden van het platform beschikken over onvoldoende middelen om zich volledig toe te leggen op de communicatie met de eigen leden of om af te reizen naar regionale vergaderingen. Om de belangrijkste co-existentieproblemen bij de bron aan te pakken zijn soortgelijke lokale groepen noodzakelijk. Tegelijkertijd is het van essentieel belang om contact te onderhouden met het Unieplatform en om de communicatie tussen de bestuursniveaus zowel op verticaal als op horizontaal niveau te verbeteren teneinde doeltreffende informatieoverdracht te waarborgen. De doelstelling van dit project is daarom om verscheidene lokale of regionale proefgroepen van belanghebbenden op te richten naar het voorbeeld van het Unieplatform. Er wordt voortgebouwd op ervaring die met andere regionale platformen is opgedaan, zoals platformen die via LIFE-projecten zijn opgericht.

Methoden en vereisten

 

Selectie van twee Europese gebieden voor de verkennende studies. Het moet gaan om gebieden die door ernstige conflicten worden gekenmerkt, die het gezamenlijk leefgebied vormen van mensen en grote carnivoren en waar slechts een klein aantal oplossingen is uitgetest.

 

Oprichting van een regionaal platform inzake de co-existentie van mensen en grote carnivoren. Bij het platform wordt een groep belanghebbenden betrokken die de belangrijkste, op het gebied actieve belangengroep vertegenwoordigt. De overeenkomst van het EU-platform wordt als uitgangspunt genomen en er wordt rekening gehouden met de ervaring van andere regionale platformen.

 

Gebruik van „Kernacties gericht op de populaties van soorten grote carnivoren in Europa” als uitgangspunt, uitvoering van een prioriteitstelling met belanghebbenden om vast te stellen welke kernacties het best kunnen worden uitgevoerd in bepaalde gebieden. Het zwaartepunt ligt bij acties met betrekking tot conflictoplossing, communicatie, vermindering van de sociaaleconomische problemen en de totstandbrenging van sociaaleconomische voordelen overeenkomstig de doelstellingen van de natuurbeschermingsrichtlijnen van de Unie en de EU 2020-biodiversiteitsstrategie.

 

Ondersteuning van de uitvoering van twee of drie acties (gefinancierd in het kader van het proefproject).

Om de uitvoering van de acties te bevorderen zal een van de belangrijkste begunstigden verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de acties. Deze begunstigde zal tevens toewerken naar de inventarisatie en de oprichting van de lokale platformen en zou de interactie tussen de Unie en de regionale platformen in goede banen leiden. Deze belangrijke begunstigde zal de begroting van alle regionale platformen beheren, om zo de participatie van belanghebbenden aan te moedigen, de individuele leden ondersteuning te bieden met het oog op studiereizen en regionale vergaderingen en de kernacties te financieren die door de regionale platformen worden vastgesteld. Het waarborgen van passende mechanismen voor bemiddeling, met inbegrip van de selectie van de leden van de platformen, zou eveneens belangrijk zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 40

Proefproject — Op feitenmateriaal gebaseerde verbeteringen van de tenuitvoerlegging van de vogel- en habitatrichtlijnen: systematische evaluatie en meta-analyse

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De Commissie heeft de vogel- en de habitatrichtlijnen onlangs aan een geschiktheidscontrole onderworpen teneinde de richtlijnen te beoordelen aan de hand van vijf criteria: doeltreffendheid, doelmatigheid, samenhang, relevantie en Europese meerwaarde. Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat de belangrijkste belemmeringen voor het succes van de vogel- en habitatrichtlijnen verband houden met de ontoereikende tenuitvoerlegging ervan, met de gebrekkige integratie in en conflicten met andere beleidslijnen en economische sectoren, alsook met de samenwerking tussen de betrokken organisaties en belanghebbenden, die te wensen overlaat. Belanghebbenden hebben vastgesteld dat kennishiaten en ontoereikende toegang tot informatie ernstige belemmeringen vormen voor de tenuitvoerlegging, ook in verband met de doeltreffendheid en doelmatigheid van vergunningen voor gebieden en soorten in het kader van de richtlijnen. Voorts viel de vergelijking en analyse van casusonderzoeken, instrumenten en aanbevelingen ter verbetering van de vogel- en habitatrichtlijnen buiten de reikwijdte van de geschiktheidscontrole.

Het proefproject is bedoeld om deze hiaten op te vullen en bij te dragen tot een betere tenuitvoerlegging van de vogel- en habitatrichtlijnen door middel van systematische verzameling en analyse van kennis, bewijs, instrumenten en beginselen waarmee de uitvoering van de habitatrichtlijnen op een hoger plan kan worden gebracht.

Gezien de enorme ervaring van wetenschappers en anderen in de Unie die kennis bezitten, zijn een systematische evaluatie, een meta-analyse en de ontwikkeling van een uitgebreide reeks richtsnoeren ter verbetering van de tenuitvoerlegging van de richtlijnen een goede stap voorwaarts. Bestaande benaderingen kunnen worden aangevuld door de academische wereld de vereiste kennis bijeen te laten brengen, als een kosteneffectieve manier om tot een maximale reikwijdte, geografische vertegenwoordiging en kwaliteit te komen.

De doelstelling van het proefproject is om een dergelijke systematische evaluatie uit te voeren en de eerste stappen te zetten in de richting van een voorbereidende actie die de uitvoering van de voorgestelde verbeteringen beoogt. De belangrijkste elementen van de evaluatie zijn:

 

a)

het opzetten van een uitgebreide databank van collegiaal getoetste publicaties en andere kennis uit alle EU-lidstaten, het verzamelen en rangschikken van instrumenten, beginselen, richtsnoeren, aanbevelingen en casusonderzoeken waarin naar voren komt hoe de tenuitvoerlegging van de habitatrichtlijnen kan worden verbeterd. In de databank zal om te beginnen de bestaande literatuur worden opgenomen die gedurende de geschiktheidscontrole is verzameld. Vervolgens zal de databank worden uitgebreid en zal de informatie worden gecategoriseerd op basis van omvang en geografische/politieke relevantie;

 

b)

het beoordelen van de manier waarop:

 

de doeltreffendheid in termen van planning, beheer en toezicht kan worden verbeterd;

 

de kostenefficiënte kan worden bevorderd door middel van conflictvermindering en beter gebruik van bestaande fondsen;

 

andere beleidslijnen van de Unie invloed hebben op de tenuitvoerlegging van de habitatrichtlijnen en verbeteringen kunnen worden aangebracht om conflicten te verminderen en de beleidsintegratie te bevorderen;

 

handhavingsmechanismen en het beheer kunnen worden verbeterd met het oog op de maximalisering van de rol van de Unie bij de doeltreffende tenuitvoerlegging van de habitatrichtlijnen;

 

c)

workshops kunnen worden georganiseerd tijdens welke kennis kan worden vergaard, opties kunnen worden besproken, bewijs kan worden geïnterpreteerd, op feitenmateriaal gebaseerde richtsnoeren kunnen worden ontwikkeld en de toekomstige kennisbehoeften kunnen worden vastgesteld (vijf workshops met in totaal minimaal honderd deelnemers);

 

d)

een robuuste meta-analyse van de uitkomsten kan worden uitgevoerd, met inbegrip van een kwantitatieve vergelijking van de kosteneffectiviteit en de kostenefficiëntie van diverse beleidsinstrumenten;

 

e)

een reeks zorgvuldig geregionaliseerde, schaalgevoelige en niet-normatieve aanbevelingen kan worden opgesteld;

 

f)

de aanbevelingen kunnen worden opengesteld voor discussie en intercollegiale toetsing door de academische wereld, om zo de kwaliteit en de transparantie van de uitkomsten te maximaliseren en de samenwerking met alle relevante belanghebbenden te bevorderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 41

Proefproject — Bevordering van alternatieven voor dierproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

In Europa worden dierproeven gebruikt voor vier verschillende doeleinden: fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, toxicologie en onderwijs.

Met Richtlijn 2010/63/EU wordt voorzien in een Europees kader voor de bescherming van dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden, waarmee naleving van het 3R-beginsel (replacement, reduction, refinement) een wettelijk vereiste wordt.

In overweging 28 van deze richtlijn wordt eraan herinnerd dat het welzijn van de dieren die in procedures worden gebruikt, in hoge mate afhankelijk is van de kwaliteit en de professionele bekwaamheid van de personen die het toezicht hebben op de procedures, dan wel de procedures uitvoeren, alsook van de personen die toezicht houden op het personeel dat de dieren dagelijks verzorgt. Daarom is het onontbeerlijk dat het personeel dat in de diverse lidstaten met deze taken belast is, naar behoren geïnformeerd, opgeleid en bekwaam is met betrekking tot kwesties in verband met dierenwelzijn en dat het toegang heeft tot alle nuttige informatie en tot de instrumenten en de kennis die vereist zijn om alternatieven voor dierproeven ten uitvoer te kunnen leggen.

Een van de belangrijkste belemmeringen voor de ontwikkeling en het gebruik van alternatieven is het ontbreken van onderlinge betrekking en het gebrek aan informatie-uitwisseling tussen de diverse wetenschappelijke sectoren, hetgeen ontwikkeling van de bestaande methoden en het gebruik ervan door gebruikers van dierproeven verhindert.

Het proefproject is bedoeld om in de Unie het gebruik te bevorderen van alternatieven voor dierproeven. Er moeten namelijk extra middelen worden ingezet en preciezer toegewezen, om een beter gebruik van alternatieven te bevorderen, om het aantal gebruikte dieren te kunnen verminderen en uiteindelijk het gebruik van dieren te vervangen.

Doel met het project is, door de bevoegdheden te verruimen en de middelen op te trekken van de bestaande instanties (bv. Cevma), de informatie- en kennisuitwisseling tussen de wetenschappelijke gemeenschap, de agentschappen van de Unie, de nationale autoriteiten en de gebruikers van dierproeven in de diverse EU-lidstaten te verbeteren, om de oriënteringen van de Unie die de invoering van Richtlijn 2010/63/EU hebben begeleid, voort te zetten.

Het heeft als doel actief de bestaande alternatieven voor dierproeven te bevorderen, de validering van nieuwe alternatieven te faciliteren, informatiecampagnes voor te stellen, de uitwisseling van informatie, kennis en goede praktijken te bevorderen tussen wetenschappers en autoriteiten van de diverse lidstaten met betrekking tot de bestaande methoden, de manier om deze te gebruiken, de bestaande behoeften inzake ontwikkeling van nieuwe methoden of verbetering van bestaande methoden.

Het proefproject heeft ook als doel, door de bevoegdheden te verruimen en de middelen op te trekken van het Europees platform en het Onderwijs- en opleidingsplatform voor proefdierkunde („Etplas”), specifieke opleiding te verstrekken, ook online, aan wetenschappers, volgens hun activiteitenterrein (bv. fundamenteel onderzoek, toxicologie), aan artsen en aan dierartsen, maar ook aan de industrie.

Tegelijk moet het proefproject een ruimte mogelijk maken voor reflectie en voorstellen, met het oog op de bevordering en optimalisering van het wetenschappelijk onderzoek voor de ontwikkeling van alternatieven, de totstandbrenging van een verband tussen het niveau van de regelgeving van de Unie en de nationale structuren en evolutie in de richting van efficiëntere alternatieven in de Unie.

De uitvoering van dit proefproject moet een essentiële stap zijn in de richting van de tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving en van het doel, dat de Commissie steunt, dierproeven uiteindelijk te vervangen door alternatieven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 42

Proefproject — Unievlindermonitoring en -vlinderindicatoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

400 000

       

Toelichting

Dit project heeft tot doel in de hele Unie een representatief monitoringnetwerk voor vlinders (lepidoptera/schubvleugeligen) en een reeks lepidoptera-indicatoren tot stand te brengen, wat moet bijdragen aan een betere gerichtheid en meer efficiëntie van de instandhoudingsmaatregelen die in het kader van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7) (de habitatrichtlijn) worden genomen, alsook aan de monitoring van de effecten van de vergroening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) op de biodiversiteit en aan het waarborgen van een vergoeding voor landbouwers om Natura 2000-gebieden in goede staat te onderhouden, en aan het Uniebeleid inzake klimaatverandering en ruimtelijke ordening in het algemeen.

Achtergrond

 

1.

Het proefproject heeft tot doel een reeks Unie-indicatoren voor lepidoptera te ontwikkelen die kunnen bijdragen tot betere instandhoudingsmaatregelen en tot de beoordeling van de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van het beleid en de regelgeving van de Unie, zoals de biodiversiteitsstrategie van de Unie tot 2020 en de habitatrichtlijn. Naast het verstrekken van een zeer relevante indicator om de vooruitgang inzake het beheer en het herstel van Natura 2000-gebieden te meten, zal het ook bijdragen tot de monitoring van de vorderingen inzake doelstelling 3 van de biodiversiteitsstrategie van de Unie, die streeft naar een grotere inbreng van de land- en bosbouw bij de instandhouding en de verbetering van de biodiversiteit. Met name zal het proefproject zorgen voor een representatieve indicator om toe te zien op de impact van het GLB op de biodiversiteit van grasland. Het zal ook gegevens verstrekken voor de ontwikkeling van een klimaatveranderingsindicator en zo bijdragen tot de huidige herziening van de strategieën voor aanpassing aan de klimaatverandering. Er zullen ook indicatoren kunnen worden verstrekt voor bossen, waterrijke gebieden en stedelijke habitats.

 

2.

Deze indicatoren zijn noodzakelijk voor het volgen en het stimuleren van vooruitgang op het gebied van de Europese en de mondiale hoofddoelstelling inzake biodiversiteit voor 2020 en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling. Het project is zeer relevant voor het beleid en kan op Unieniveau tal van voordelen bieden, zoals wetenschap en beleid op elkaar afstemmen en bewijsmateriaal en de kennisbasis voor de beleidsvorming van de Unie versterken, de inspanningen van burgers en vrijwilligers doorgeven aan beleidsmakers in de lidstaten waar dit geen traditie is, de professionele kansen voor jongeren in heel Europa en hun vaardigheden vergroten, en kennis spreiden over de milieu- en landbouwsector en doorgeven aan klimaatveranderingsonderzoekers en beleidsmakers.

 

3.

Het project kan helpen om de zichtbaarheid van biodiversiteit en het belang van de landbouw en het landbouwbeleid voor het herstel van de biodiversiteit te vergroten, en kan een bijdrage leveren aan het huidige debat over innovatieve benaderingen op het gebied van agro-ecologie, en zo de weg effenen voor duurzame innovatie in de landbouw en het meten van de doeltreffendheid van de betalingen voor vergroening en van de verbetering van de duurzaamheid. Momenteel hebben Natura 2000-landbouwgebieden de laagste beschermingsstatus. Dit project kan helpen bij een betere tenuitvoerlegging van de habitatrichtlijn en bij de bevordering van verdere maatregelen ter verbetering van de staat van instandhouding van lepidoptera in het kader van Natura 2000 en van de habitats waarvan ze afhankelijk zijn, in het bijzonder door een betere gerichtheid van de middelen van pijler 2 van het GLB en door ervoor te zorgen dat Natura 2000-betalingen doeltreffend en toereikend zijn, zodat landbouwers gemotiveerder zijn om die gebieden en de soorten die daar leven te beschermen. Het zal een aanvulling vormen op de bestaande indicatoren voor akker- en weilandvogels omdat het een betere beschrijving geeft van wat hoge kwaliteit betekent van de toestand van de ecosystemen. Bovendien vervangt het een ad-hocaanpak voor lepidopteramonitoring en indicatorrapportering door een duurzaam systeem dat meer lidstaten bestrijkt, meer gegevens bevat en representatiever is, met het oog op een bredere aanvaarding.

 

4.

Dit coherente project zal de ontwikkeling mogelijk maken van een systeem voor het verzamelen en registreren van gevalideerde lepidopteragegevens op Europees niveau waardoor een indicator voor op grasland voorkomende vlinders en andere indicatoren kosteneffectief en regelmatig kunnen worden bijgewerkt. Dit zal een aanzienlijke verbetering zijn ten opzichte van de huidige aanpak. Het project impliceert de ontwikkeling en aanleg van een goed opgezette databank met processen om systematisch gegevens te verzamelen over het aantal lepidoptera langs een vastgestelde route of proefstrook (een methode die reeds met het Europees Milieuagentschap (EEA) is overeengekomen) uit meer landen en een proces om regelmatig een reeks lepidoptera-indicatoren op te stellen en bij te werken.

 

5.

Het project zal de invoering van nieuwe monitoringsystemen mogelijk maken in sommige lidstaten die momenteel geen systemen hebben en bijdragen tot de opbouw van capaciteit. Dit houdt onder meer het volgende in: onder de burgerbevolking vrijwilligers vinden, hen opleiden, enigszins ondersteunen en in staat stellen op kosteneffectieve wijze verslag uit te brengen over hun bevindingen. In die lidstaten kunnen de validering en kwaliteitscontrole effectief worden verwezenlijkt via een bescheiden tegemoetkoming voor ervaren deeltijdse coördinatoren. Dit zal de mogelijkheden en vaardigheden voor jongeren vergroten.

 

6.

Als gevolg van dit project zullen wij over een aanzienlijk beter Uniemonitoringnetwerk voor lepidoptera beschikken, zullen er elk jaar meer proefsporen worden afgelopen, zullen meer lidstaten en meer burgers bij de monitoring worden betrokken, en zullen er een reeks lepidoptera-indicatoren en een uitgebreide databank beschikbaar zijn die een waardevolle bron kunnen zijn voor onderzoekers, beleidsmakers en deskundigen. De resultaten zullen worden gebruikt om beleidsdebatten te ondersteunen, de uitvoering van het beleid te verbeteren en te zorgen voor een betere profilering van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, waaronder bestuivingsdiensten.

Voornaamste taken van het project

Doelstelling 1

Een gemeenschappelijke en kwalitatief hoogwaardige databank en een geautomatiseerd gegevensregistratiesysteem ontwikkelen.

Verwachte resultaten

Een gemeenschappelijke databank van gevalideerde en gestandaardiseerde lepidopteratellingen afkomstig van alle Europese monitoringsystemen waarin kan worden gezocht en waarmee regelmatig verslagen over lepidoptera-indicatoren kunnen worden opgesteld en het onderzoek kan worden verrijkt, wat rechtstreeks zal bijdragen aan de geïntegreerde infrastructuur voor ruimtelijke gegevens over natuurlijk kapitaal die is ontwikkeld door het EEA, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Eurostat en DG Milieu.

Voornaamste activiteiten:

 

een doeltreffende databank aanleggen met de gegevens van lepidopterametingen, met de mogelijkheid een reeks lepidoptera-indicatoren vast te stellen;

 

overeenkomsten over het legaal delen van gegevens sluiten met bestaande monitoringsystemen, om duidelijkheid te verschaffen over intellectuele-eigendomsrechten en toegangsrechten tot de gegevens;

 

jaarlijks gegevens verzamelen van bestaande monitoringsystemen, tellingen valideren en databanken voeden;

 

een onlinegegevensinvoersysteem ontwikkelen en landen in staat stellen gegevens efficiënt en in een standaardformaat in te dienen (NB: Sommige bestaande systemen gaan ook zo'n systeem invoeren);

 

voorzien in opleiding over het gebruik van het onlinegegevensinvoersysteem voor vrijwilligers die meewerken aan het monitoringsysteem;

 

instrumenten verschaffen voor het berekenen van de nationale lepidopterapopulatietrends;

 

de gegevens indien nodig voor onderzoek beschikbaar stellen.

Doelstelling 2

Een gemeenschappelijk, duurzaam en kosteneffectief Europees monitoringnetwerk ondersteunen en ontwikkelen dat gebaseerd is op opgeleide vrijwillige tellers, ondersteund door nieuwe coördinatoren, in combinatie met lokale toegang tot het onlinegegevensregistratiesysteem.

Verwachte resultaten:

 

door vrijwilligers gedragen en door deskundigen gevalideerde lepidopteramonitoringsystemen in de meeste Europese landen, met rapportage van kwalitatief hoogwaardige gegevens aan de centrale databank en input voor de nationale registers;

 

meer kansen voor jongeren om te worden betrokken bij een Europees project met praktische waarde en belang voor het beleid, waardoor hun vaardigheden en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt toenemen en nieuwe banen worden gecreëerd waarvoor coördinatie, beheer van gegevens en menselijke vaardigheden en professionele kennis vereist zijn.

Activiteiten:

 

erop toezien dat de bestaande lepidopteramonitoringsystemen gegevens toesturen aan de centrale databank: België, Catalonië, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Slovenië, Zweden en Verenigd Koninkrijk;

 

de verdere ontwikkeling ondersteunen en de kwaliteit en de duurzaamheid van bepaalde bestaande en nieuwe systemen verbeteren, met name door proefsporen toe te voegen, de registratiefrequentie te verbeteren, meer vrijwilligers aan te nemen en coördinatoren te ondersteunen (bv. in Frankrijk, Slovenië, Estland, Litouwen en Spanje);

 

samenwerken met partners en andere cruciale belanghebbenden, zoals in voorkomend geval nationale parken, om nieuwe monitoringsystemen te helpen opzetten in ten minste zes van de volgende landen: Oostenrijk, Tsjechië, Italië, Portugal, Roemenië, Slowakije, Hongarije, Polen, Bulgarije, Kroatië, Griekenland, Cyprus, Malta, Denemarken en Letland;

 

instaan voor opleiding, essentiële vertaling en het leren onder vrijwilligers faciliteren;

 

feedback verstrekken aan de vrijwilligers en coördinatoren in de vorm van jaarlijkse nieuwsbrieven en door het organiseren van tweejaarlijkse bijeenkomsten om de inspanningen te coördineren, goede praktijken uit te wisselen en de langdurige inzet van vrijwilligers te bevorderen.

Doelstelling 3

Beleidsrelevante lepidoptera-indicatoren voor een reeks habitats ontwikkelen, resultaten analyseren en de bevindingen ervan verspreiden bij beleidsmakers en het publiek.

Verwachte resultaten

Een reeks beleidsrelevante lepidoptera-indicatoren voor verschillende habitats in de Unie en Europa als geheel. Een reeks verslagen die ingaan op het belang van lepidoptera-indicatoren en -trends. Een beter begrip onder beleidsmakers van de gevolgen van hun beleid voor lepidoptera, ecosystemen en ecosysteemdiensten, waaronder bestuivingsdiensten. Goedkeuring door de Unie en andere Europese instellingen van lepidoptera als indicator, uitwisseling van goede praktijken, en een groter bewustzijn bij het publiek. Ontwikkeling van specifieke indicatoren die kunnen worden gebruikt voor op resultaten gebaseerde systemen.

Activiteiten:

 

geautomatiseerde systemen ontwikkelen voor de vaststelling van jaarlijkse indicatoren en trends in verschillende habitats en soortgroepen. Aanvankelijke selectie: grasland, bossen, waterrijke gebieden, stedelijke gebieden, en de klimaatverandering;

 

een Europese lepidoptera-indicator opstellen waaruit de algemene trend voor lepidoptera op Unie- en Europese schaal blijkt;

 

een Europese lepidoptera-indicator opstellen om bij te dragen aan een betere tenuitvoerlegging van de habitatrichtlijn en te komen tot een gunstige staat van instandhouding van Natura 2000-lepidopterasoorten en hun habitats;

 

verslagen opstellen over de Europese indicator voor vlinders die op grasland voorkomen, die meerdere landen bestrijkt, en onder meer helpen toezien op de gevolgen van het GLB voor de biodiversiteit, en op de nieuwe aanpak voor op resultaten gebaseerde systemen;

 

verslagen opstellen over lepidopteratrends in bossen, waterrijke gebieden en stedelijke habitats;

 

aantonen hoe lepidopteragemeenschappen reageren op de stijging van de temperatuur en de klimaatverandering;

 

resultaten verspreiden onder relevante instellingen, onder meer Unie-instellingen, de Raad van Europa, het Verdrag van Bern en het Verdrag inzake biologische diversiteit van de VN, en beleidsdebatten en maatregelen op Unie- en nationaal niveau beïnvloeden;

 

samenwerken met vertegenwoordigers die zich bezighouden met andere groepen ongewervelden om kennis te delen en bij te dragen aan een Uniebestuivingsinitiatief;

 

de resultaten op grotere schaal verspreiden, via het internet en sociale media.

Doelstelling 4 — Projectbeheer en administratie

Verwachte resultaten

Een vlot verloop van het project; tijdige levering van bovengenoemde onderdelen binnen de begroting; jaarlijkse voortgangsverslagen; jaarlijkse financiële verslagen en een algemene effectbeoordeling.

Activiteiten:

 

het project beheren, zorgen voor de verwezenlijking van het bovenstaande en de jaarlijkse voortgangsverslagen opstellen;

 

contracten sluiten om de bovengenoemde onderdelen te leveren;

 

de financiële middelen voor het project goed beheren en de jaarlijkse financiële verslagen publiceren;

 

jaarlijkse voortgangsverslagen opstellen en de effecten beoordelen.

Voor dit tweejarige proefproject, dat uiteindelijk in een voorbereidende actie moet worden omgezet, moet een totale begroting van 800 000 EUR worden uitgetrokken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 43

Proefproject — Het gebruik van satellietbeelden om de werking van het Natura 2000-netwerk te verbeteren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel het potentieel van satellietbeelden te benutten om de werking van het Natura 2000-netwerk van beschermde gebieden in de Unie te ondersteunen. Het heeft tot doel beschikbare satellietbeelden te gebruiken om beter te begrijpen welke gevaren het verlies van habitat inhoudt voor de beschermde gebieden, en deze gevaren aan te pakken. Het biodiversiteitsverlies een halt toeroepen tegen 2020 is de hoofddoelstelling van de EU-biodiversiteitsstrategie, en een essentiële stap om deze doelstellingen te halen is te verzekeren dat de momenteel beschermde gebieden behoorlijk beschermd en beheerd worden.

Op grond van Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 20 van 26.1.2010, blz. 7) (de vogelrichtlijn) en Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7) (de habitatrichtlijn) zijn de lidstaten verplicht om de Natura 2000-gebieden tegen vernietiging te beschermen. Maar in de praktijk gaan jaarlijks duizenden hectaren habitat (bossen, grasland) in Natura 2000-gebieden verloren wegens tal van factoren, zoals wateronttrekking en drainage, natuurlijk grasland dat voor teelt wordt gebruikt, kaalkap van bossen en urbanisatie, die door het Europees Milieuagentschap in zijn verslag over de stand van zaken van de natuur in de Unie van 2015 als de grootste gevaren voor de biodiversiteit werden geïdentificeerd. De omvang van het verlies aan habitat wordt slecht gemonitord, maar verschilt waarschijnlijk sterk qua aard en grootte in de verschillende delen van de Unie. Het verlies van habitat is een bijzonder groot milieuprobleem, aangezien het vaak ofwel onomkeerbaar is, ofwel eeuwen kan duren tot de habitat hersteld is, wat het geval is voor oerbossen.

Satelliettechnologie ontwikkelt zich razendsnel. Copernicus, een satelliet van de EU, en andere satellieten, zoals het vrijelijk beschikbare LANDSAT, zijn in staat om beelden van hoge resolutie van heel Europa te verstrekken, met archieven die verschillende decennia beslaan. Er is echter heel wat werk nodig voordat deze beelden gebruikt kunnen worden, en dat is wat op dit moment dringend nodig is.

Eerst moeten de satellietbeelden worden verwerkt. Om te begrijpen hoeveel habitat verloren is gegaan en wanneer, moeten verschillende beelden van hetzelfde gebied in de loop der jaren naast elkaar worden gelegd en verder worden verwerkt. De beelden moeten daarna worden omgezet in habitatkaarten, bij voorkeur aan de hand van de MAES-ecosysteemtypes, en moeten worden geverifieerd via bestaande kaarten en andere data. De delen van Natura 2000-gebieden waar veel habitat verloren is gegaan, moeten dan worden geanalyseerd, waarna een schatting kan worden opgesteld van het verlies aan habitat per ecosysteem in de loop der jaren.

De kaarten zullen dan op een onlineplatform worden gezet, samen met vastgestelde gevallen van habitatverlies in het verleden, waardoor de redenen voor dat verlies kunnen worden geïllustreerd. Burgers en maatschappelijke organisaties houden actief toezicht op de werking van het Natura 2000-netwerk, wat ook blijkt uit de vele klachten die de Europese Commissie elk jaar ontvangt over bedreigingen voor Natura 2000-gebieden. Door een onlineplatform aan te bieden waarop habitatverlies getraceerd kan worden, stelt het project hen in staat te reageren en moedigt het hun betrokkenheid bij de toepassing van het Uniebeleid aan. Het platform moet gebruiksvriendelijk zijn, en de gegevens moeten kunnen worden gedownload, omdat burgers en wetenschappers de projectresultaten zo ten volle kunnen gebruiken.

Tot slot moet het project bijdragen aan landgebruik in Natura 2000-gebieden dat compatibel is met het behoud van de biodiversiteit, en moet het bijdragen aan de oplossing van conflicten over landgebruik. Zo draagt het project bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, met name doelstelling 15 met betrekking tot duurzaam bosbeheer, het tegengaan en terugdraaien van landdegradatie, en het een halt toeroepen aan het verlies aan biodiversiteit.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 44

Proefproject — Overzicht van oplossingen, goede praktijken en maatregelen ter bestrijding van de vervuiling met het bestrijdingsmiddel Lindaan in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

γ-HCH (hexachloorcyclohexaan), algemeen bekend als lindaan, is een verbinding die sinds de jaren veertig van de vorige eeuw op grote schaal werd gebruikt als bestrijdingsmiddel in de landbouw, in huishoudens, de bosbouw en de textielsector.

In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd het gebruik van lindaan in de landbouw, vanwege zorgen over de gevolgen ervan voor de volksgezondheid en het milieu, voor het eerst aan banden gelegd, en in het jaar 2000 eindelijk verboden in de Unie. Pas in 2009 werd, krachtens het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, ook een internationaal verbod ingesteld op de productie en het gebruik van lindaan in de landbouw. Lindaan kan schade toebrengen aan het zenuwstelsel, tal van symptomen veroorzaken, van hoofdpijn en duizeligheid tot insulten en stuipen, en soms zelfs de dood tot gevolg hebben. De meeste analyses van de gevolgen van lindaan, hoofdzakelijk op basis van dierproeven, suggereren dat het bestrijdingsmiddel kanker kan veroorzaken.

Hoewel het sinds 2000 verboden is om lindaan te gebruiken als bestrijdingsmiddel voor gewassen, zijn in de Unie nog altijd voormalige productieterreinen en stortplaatsen van dit zeer giftige bestrijdingsmiddel te vinden (bv. in Slovenië, Duitsland, Roemenië en Spanje). Ofschoon er een vrij indrukwekkende hoeveelheid kennis is van andere persistente organische verontreinigende stoffen, ontbreekt het aan een duidelijk overzicht van de omvang van met lindaan verontreinigde gebieden en is het volume aan hexachloorcyclohexaan dat via verontreinigde constructies en sloopafval van voormalige productie- en opslagterreinen kan doorsijpelen in het afvalbeheersysteem en de waterhuishouding, onbekend.

Hoewel de Unie beschikt over zowel een uitgebreid rechtskader met betrekking tot de productie van persistente organische verontreinigende stoffen als een relatief goed ontwikkeld vergunningensysteem voor het toelaten of opnieuw toelaten van nieuwe bestrijdingsmiddelen, zijn er geen regels of voorzieningen voor bestaande met lindaan verontreinigde gebieden, ontsmettingstechnieken en regeneratie van industrieterreinen. Voorts bestaan er verschillende technieken zoals verbranding, chemische reacties, genetisch gemodificeerde gewassen, luchtdichte afsluiting enz.

Nationale, regionale en lokale autoriteiten krijgen soms, ook vanwege het gebrek aan mogelijkheden voor Uniefinanciering, geen enkele hulp bij hun pogingen om de schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid aan te pakken en industriële productielocaties te reinigen. Om deze problemen aan te pakken, rekening houdend met de nieuwe mogelijkheden die door de Unie worden aangeboden in het kader van de voorstellen betreffende de circulaire economie, heeft dit proefproject de volgende doelstellingen:

 

1.

de stortplaatsen van lindaan in de Unie in kaart brengen, de maatregelen inventariseren die de diverse overheidsinstanties hebben genomen om terreinen te ontdoen van lindaanverontreiniging en de doeltreffendheid van de uitgevoerde maatregelen, en de gedane overheidsinvesteringen beoordelen. Dit project zal, in het kader van de discussie over hormoonontregelende stoffen, de sterke en zwakke punten van de ontsmetting van persistente organische verontreinigende stoffen en andere bestrijdingsmiddelen in kaart brengen;

 

2.

de uitwisseling van kennis en optimale werkwijzen bevorderen, evenals de technologieoverdracht van maatregelen om gebieden in de Unie van hexachloorcyclohexaan- en lindaanverontreiniging te ontdoen, zodat deze kennis kan worden doorgegeven aan andere regio's met vergelijkbare problemen. Als onderdeel van dit project zullen ook de resultaten worden bekendgemaakt van de specifieke maatregelen die in het kader van eerdere LIFE- en Horizon 2020-projecten zijn gefinancierd;

 

3.

de mogelijkheden verkennen om aanspraak te maken op aanvullende Uniefinanciering en de optimale werkwijzen inventariseren van programma's voor de sanering van voormalige industrieterreinen, en dan met name projecten die, in nauwe samenwerking met de EFSI-hub, financiering hebben ontvangen van het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI);

 

4.

de onderzoeksbehoeften met betrekking tot de uitbreiding van de mogelijkheden om terreinen op een efficiëntere en veilige manier te ontdoen van chloorcyclohexaan- en lindaanverontreiniging, in kaart brengen;

 

5.

richtsnoeren opstellen voor regionale, nationale en lokale overheidsinstanties, met het oog op een duurzame en milieuvriendelijke benadering voor de sanering van industrieterreinen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 45

Voorbereidende actie — Operationalisering van capaciteitsopbouw voor programmatische ontwikkeling en het in kaart brengen van de doelstellingen op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie bouwt voort op het succesvolle proefproject uit 2015 (operationeel in 2016-17), met de naam „Capaciteitsopbouw, programmatische ontwikkeling en communicatie op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming”, en de vijf thematische gebieden die in het kader van dat project zijn gedefinieerd (biodiversiteit en landgebruik; luchtvervuiling; waterstress; waterkwaliteit en circulaire economie) om beste praktijken op het gebied van milieubelasting te ontwikkelen. De voorbereidende actie heeft tot doel de nodige instrumenten aan te bieden aan organisaties zodat zij zich beter kunnen voorbereiden op deelname aan de besluitvormingsprocedure op nationaal en Unieniveau.

De actie heeft vier pijlers:

 

1.

de ontwikkeling van verschillende toolkits voor capaciteitsopbouw voor actoren uit het maatschappelijk middenveld en besluitvormers op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau om richtsnoeren voor deelname aan de budgettaire hervorming op het gebied van milieu te verstrekken;

 

2.

het in kaart brengen van mogelijkheden om stakeholders te betrekken op de vijf thematische gebieden, en de ontwikkeling van routekaarten voor potentiële stakeholderacties in verband met milieuhervormingen tegen 2030, zowel op Europese niveau als in een aantal specifieke lidstaten (bv. 3 per thematisch gebied);

 

3.

de organisatie van strategische vergaderingen in verband met de vijf thematische gebieden om de routekaarten verfijnen, en de betrokkenheid van besluitvormers en actoren uit het maatschappelijk middenveld op het gebied van milieubelastingen en budgettaire hervorming stimuleren;

 

4.

waar hervormingen belangrijk zijn om de economie groener te maken, het bekijken van de verschillende soorten subsidies, waaronder beurzen, belastingvrijstellingen (bv. bedrijfsbelasting) en gesubsidieerde leningen, naast een modelleringsanalyse waarbij kwesties worden onderzocht zoals optimaal ontwerp en compensaties voor degenen voor wie de subsidiehervormingen negatieve gevolgen hebben.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 46

Proefproject — De beoordeling, vaststelling, uitwisseling en verspreiding van optimale werkmethoden voor het humane beheer van invasieve uitheemse soorten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Op 22 oktober 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad Verordening (EU) nr. 1143/2014 („IUS- verordening”) aangenomen. Volgens deze verordening betekent „invasieve uitheemse soort (IUS)” een uitheemse soort waarvan is vastgesteld dat de introductie of verspreiding ervan een bedreiging is of nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit en aanverwante ecosysteemdiensten.

IUS zijn een van de belangrijkste oorzaken van het verlies van biodiversiteit. Strengere controle op IUS is een van de zes hoofddoelstellingen van de biodiversiteitsstrategie van de Unie die de Commissie in mei 2011 heeft vastgesteld en die van toepassing is tot en met 2020. IUS kunnen ook aanzienlijke schade aan de menselijke gezondheid en de economie toebrengen. De kosten voor de Europese economie worden geraamd op minstens 12 miljard EUR per jaar.

De IUS-verordening voert een systeem voor heel Europa in om dit probleem aan te pakken. Overeenkomstig artikel 4 van deze verordening heeft de Europese Commissie op 13 juli 2016 een lijst van voor de Unie zorgwekkende IUS vastgesteld (de „lijst van de Unie”). Dit is de lijst van prioritaire soorten waarvoor Uniemaatregelen vereist zijn om de nadelige gevolgen ervan te voorkomen, tot een minimum te beperken of te matigen. De lidstaten moeten de volgende maatregelen treffen met betrekking tot de soorten op de lijst: 1) preventie, 2) vroegtijdige opsporing en snelle uitroeiing van nieuwe invasies, en 3) het beheer van invasies die al wijdverspreid zijn.

De bestrijding en de beheersing van IUS die zijn opgenomen op de lijst van de Unie, kunnen voor lange perioden gevolgen hebben voor een groot aantal dieren en geven dan ook aanleiding tot bezorgdheid over het welzijn van dieren, als resultaat van een toenemende publieke bezorgdheid over invasieve uitheemse dieren als wezens met gevoel en, meer in het algemeen, van een toenemende belangstelling van het maatschappelijk middenveld voor de humane behandeling van dieren.

Zoals duidelijk is aangegeven in de IUS-verordening, kunnen niet-letale methoden worden gebruikt voor het beheer van de soort: „De lidstaten en marktdeelnemers die betrokken zijn bij de uitroeiing, de beheersing of de indamming van invasieve uitheemse soorten, moeten de nodige maatregelen nemen om de dieren tijdens het proces alle vermijdbare pijn, spanning, en lijden te besparen […]. Niet-letale methoden moeten in overweging worden genomen.”

Het is echter aan de lidstaten om de maatregelen te kiezen „naar gelang van de plaatselijke omstandigheden”. Niet-letale en humane methoden worden zelden gebruikt, omdat ze slecht ontwikkeld zijn en niet bekend zijn in Europa.

Dit proefproject beantwoordt, in overeenstemming met de strategische benadering die wordt genoemd in de IUS-verordening, aan de behoeften van de lidstaten om doeltreffende, veilige en humane methoden voor het beheersen van IUS te hanteren en de verdere verspreiding ervan te voorkomen door middel van humane maatregelen als levensvatbare en algemeen aanvaardbare methoden om de omvang en groei van populaties van IUS binnen de perken te houden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

07 02 77 47

Proefproject — Integratie van slimme sensoren en modellen voor de meting van de luchtkwaliteit in steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject omvat de uitbouw van een netwerk van luchtkwaliteitssensoren in steden (PM, NO2, CO, BC) en de implementatie van betere kwaliteitsbeoordelings- en -controlestrategieën (QA/QC) om betrouwbare outputgegevens van dat netwerk te verzamelen. Het netwerk zal bestaan uit zowel vaste als verplaatsbare sensoren.

Een sensornetwerk zal zorgen voor een betere beschikbaarheid van de gegevens over de lokale luchtkwaliteit en de blootstelling van mensen aan verontreiniging, dankzij een grotere dichtheid in ruimte en tijd ten opzichte van traditionele meetsystemen (monitoringstations). Gezien de geringere nauwkeurigheid van luchtkwaliteitssensoren moeten evenwel geavanceerde kwaliteitsbeoordelings- en -controlestrategieën worden geïmplementeerd.

Dit onderzoeksproject heeft tot doel online-ijkingsprocedures voor de afzonderlijke luchtkwaliteitssensoren te ontwikkelen en te implementeren. Tevens zal het een unieke hybride benadering (combinatie van hogeresolutiemodellen en hogeresolutiemonitoring) demonstreren om de QA/QC-procedures te verbeteren en uiteindelijk de betrouwbaarheid van de outputgegevens van het netwerk te vergroten. Bovendien zullen procedures voor de optimalisering van het netwerk worden ontwikkeld en geïmplementeerd om maximale prestaties van het netwerk te waarborgen.

Er zullen geselecteerde sensoren worden getest en ijkingsalgoritmen worden vastgesteld. Zowel de prestaties van de sensoren vóór de installatie (bv. ontwikkeling van ijkingsmodellen voor sensoren) als de methoden die worden toegepast voor de follow-up van de sensorprestaties tijdens de gehele uitrolfase zullen worden gedemonstreerd. Daarnaast zullen ook kwesties met betrekking tot netwerktoegang en stroomvoorziening worden behandeld.

Het project omvat bovendien de combinatie of assimilatie van het sensornetwerk van het internet der dingen (IoT) met de toepassingen voor luchtkwaliteitsmodellen. De modelketen kan het luchtkwaliteitssensornetwerk op een onafhankelijke informatiebron aansluiten om gebrekkige sensorknooppunten te identificeren of via een ijkingskader te ondersteunen. Bovendien zullen de vele gegevens van een sensornetwerk tekortkomingen in de modellen aan het licht brengen en leiden tot een betere beoordeling van de blootstelling.

De vaststelling en het prototype van het sensorsysteem (sensorkeuze en -ijking) zullen aanvankelijk gebaseerd zijn op het bestaande IoT-netwerk in één stad in de Unie. In totaal zal het systeem worden geïnstalleerd in drie steden in de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 08

ONDERZOEK EN INNOVATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

333 056 974

333 056 974

330 480 222

330 480 222

324 238 441,46

324 238 441,46

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

6 327 620 887

5 949 233 946

5 815 171 007

5 509 144 468

5 980 626 322,09

5 396 352 204,37

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

229 579 904

190 192 476

215 504 757

222 147 040

209 544 705,34

150 975 827,43

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

42 251 114,87

44 707 551,07

 

Titel 08 — Totaal

6 890 257 765

6 472 483 396

6 361 155 986

6 061 771 730

6 556 660 583,76

5 916 274 024,33

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van deze titel.

De onder deze titel vallende onderzoeks- en innovatieactiviteiten zullen bijdragen tot twee grote onderzoeksprogramma’s: Horizon 2020 en Euratom. Onder deze titel vallen ook onderzoeksprogramma's van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De gelijkheid van mannen en vrouwen is een rode draad doorheen Horizon 2020 met de bedoeling onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen te corrigeren en in het inhoudelijke aspect van onderzoek en innovatie een genderdimensie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in wetenschap en onderzoek op alle niveaus en onder meer in de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTO) uit te werken en te bewaken.

Ontvangsten die voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland worden geboekt onder de post 6 0 1 1 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder de posten 08 02 50 01, 08 03 50 01 en 08 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van deze titel zullen onder artikel 08 01 05 worden opgevoerd.

HOOFDSTUK 08 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK EN INNOVATIE”

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

6 209 032

9 036 770

8 851 131,55

142,55

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

5,2

351 898

333 599

268 601,10

76,33

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

522 133

531 032

409 192 ,—

78,37

 

Artikel 08 01 02 — Subtotaal

 

874 031

864 631

677 793,10

77,55

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

5,2

401 373

564 287

680 616,90

169,57

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

94 197 536

94 221 251

100 139 037,06

106,31

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

25 823 043

26 116 578

27 786 793,65

107,60

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1,1

46 062 594

45 500 949

44 081 776,75

95,70

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

10 008 550

9 702 170

9 800 968 ,—

97,93

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

689 286

709 823

750 371 ,—

108,86

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

1,1

3 272 850

3 272 850

3 278 702,99

100,18

 

Artikel 08 01 05 — Subtotaal

 

180 053 859

179 523 621

185 837 649,45

103,21

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

46 681 000

45 122 000

42 100 269 ,—

90,19

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

64 590 426

62 627 224

59 696 794,46

92,42

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

1,1

26 327 644

27 390 168

21 798 678 ,—

82,80

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

1,1

6 854 609

5 351 521

4 595 509 ,—

67,04

08 01 06 05

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van programma's buiten de onderzoeksfeer

5,2

1 065 000

     
 

Artikel 08 01 06 — Subtotaal

 

145 518 679

140 490 913

128 191 250,46

88,09

 

Hoofdstuk 08 01 — Totaal

 

333 056 974

330 480 222

324 238 441,46

97,35

08 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 209 032

9 036 770

8 851 131,55

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

351 898

333 599

268 601,10

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

522 133

531 032

409 192 ,—

08 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

401 373

564 287

680 616,90

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Onderzoek en innovatie”

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

94 197 536

94 221 251

100 139 037,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 823 043

26 116 578

27 786 793,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

46 062 594

45 500 949

44 081 776,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 02.

08 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 008 550

9 702 170

9 800 968 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van het personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

689 286

709 823

750 371 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 272 850

3 272 850

3 278 702,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Euratom-programma in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de beschrijving, de voorbereiding, het management, de monitoring, de audit en de supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 08 03.

08 01 06

Uitvoerende agentschappen

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

46 681 000

45 122 000

42 100 269 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/779/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad en tot intrekking van Besluit 2008/37/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 58).

Besluit C(2013) 9428 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2014) 9450 van de Commissie van 12 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2015) 8754 van de Commissie van 11 december 2015 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Voorstel voor een besluit C(2017) xxxx van de Commissie van xx.xx.2017 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

64 590 426

62 627 224

59 696 794,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europees Onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 270).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 54).

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2014) 9450 van de Commissie van 12 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2015) 8754 van de Commissie van 11 december 2015 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2017) 4900 van de Commissie van 14 juli 2017 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 van de Commissie met betrekking tot de delegatie van taken voor het opzetten van één „elektronisch gegevensuitwisselingsterrein”, de overdracht van personele middelen in overeenstemming met een herverdeling van taken en de delegatie naar het Uitvoerend Agentschap onderzoek van projecten die gerubriceerde informatie van de Unie genereren.

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 327 644

27 390 168

21 798 678 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen” en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo’s, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 854 609

5 351 521

4 595 509 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/801/EU van de Commissie van 23 december 2013 tot invoering van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken en tot intrekking van Besluit 2007/60/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2008/593/EG (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 65).

Besluit C(2013) 9235 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake transport, energie- en telecommunicatie-infrastructuur en inzake onderzoek en innovatie op het vlak van transport en energie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

08 01 06 05

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van programma's buiten de onderzoeksfeer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 065 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderzoek in verband met de centralisatie van de juridische validering van derde partijen en de voorbereiding van levensvatbaarheidbeoordelingen, en de delegatie daarvan aan het Agentschap naar aanleiding van het verplichte eengemaakte elektronische gegevensuitwisselingsterrein, zoals bedoeld in artikel 95, lid 2, van het Financieel Reglement. Naast de ondersteuning van onderzoeksprogramma's is het Agentschap verantwoordelijk voor de verstrekking van ondersteunende administratieve en logistieke diensten voor de juridische validering van derde partijen en de voorbereiding van levensvatbaarheidbeoordelingen voor zowel subsidies als aanbestedingsactiviteiten, met inbegrip van het eerste niveau van de transacties in indirect beheer, voor alle programma's buiten de onderzoeksfeer, met inbegrip van de afhandeling van administratieve uitgaven en in de in artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement bedoelde gevallen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit juridische bepalingen inzake e-bestuur in de zin van artikel 95, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie van 13 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderzoek en tot intrekking van Besluit 2008/46/EG (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 54).

Besluit C(2013) 9418 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2014) 9450 van de Commissie van 12 december 2014 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2015) 8754 van de Commissie van 11 december 2015 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Voorstel voor een besluit C(2017) xxxx van de Commissie van xx.xx.2017 tot wijziging van Besluit C(2013) 9418 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderzoek worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake onderzoek en innovatie, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 08 02 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

HORIZON 2020 — ONDERZOEK

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1,1

1 842 122 604

1 356 020 405

1 753 136 644

935 198 152

1 672 439 594,30

674 033 058,13

49,71

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

1,1

224 169 555

123 645 916

200 959 521

244 123 783

188 925 936 ,—

93 854 336 ,—

75,91

 

Artikel 08 02 01 — Subtotaal

 

2 066 292 159

1 479 666 321

1 954 096 165

1 179 321 935

1 861 365 530,30

767 887 394,13

51,90

08 02 02

Industrieel leiderschap

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

1,1

524 204 453

552 233 871

514 392 377

374 177 307

478 590 601 ,—

459 967 749,47

83,29

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

1,1

399 485 523

379 207 648

400 331 277

358 772 793

436 230 145,30

357 981 378,26

94,40

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

1,1

46 681 093

24 901 508

42 032 876

1 226 502

35 406 658 ,—

16 086 230,30

64,60

 

Artikel 08 02 02 — Subtotaal

 

970 371 069

956 343 027

956 756 530

734 176 602

950 227 404,30

834 035 358,03

87,21

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1,1

582 802 183

439 393 124

452 389 733

375 657 554

545 496 852,38

290 207 229,75

66,05

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

1,1

188 374 001

189 964 342

151 783 756

133 402 096

127 056 013,42

66 211 902,80

34,85

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

336 486 398

323 232 721

297 292 784

204 438 229

327 405 642,97

284 028 683,77

87,87

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

1,1

239 323 675

284 091 541

331 267 186

285 072 690

298 747 790,90

184 110 893,84

64,81

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

1,1

303 307 891

208 463 550

282 004 309

216 490 591

272 596 573 ,—

239 642 648,93

114,96

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1,1

124 102 267

125 202 494

107 587 818

97 646 402

107 678 870 ,—

125 732 891,75

100,42

 

Artikel 08 02 03 — Subtotaal

 

1 774 396 415

1 570 347 772

1 622 325 586

1 312 707 562

1 678 981 742,67

1 189 934 250,84

75,78

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

1,1

122 708 877

110 457 866

140 157 850

108 860 005

111 810 922,27

42 625 598,07

38,59

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

1,1

111 640 000

109 554 259

114 734 030

104 622 798

97 399 456,86

67 882 604,61

61,96

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

1,1

65 082 398

53 314 382

58 457 571

54 171 621

54 957 741 ,—

43 249 843,90

81,12

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

5 033 678

5 033 678

1 265 453

1 265 453

1 200 000 ,—

1 200 000 ,—

23,84

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

1,1

259 290 000

103 165 053

173 798 000

74 953 762

203 186 585 ,—

70 856 809 ,—

68,68

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

1,1

2 223 726

2 223 726

2 285 155

2 285 155

1 906 396 ,—

1 906 396 ,—

85,73

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

1,1

110 263 312

108 914 732

78 889 310

66 887 748

160 398 756 ,—

61 790 837 ,—

56,73

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

1,1

4 450 485

4 450 485

3 037 689

3 037 689

2 697 469 ,—

2 697 469 ,—

60,61

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

1,1

278 980 583

319 857 059

189 833 010

167 476 200

200 090 976 ,—

182 142 264 ,—

56,94

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

1,1

2 288 599

2 288 599

55 406

55 406

467 368 ,—

467 368 ,—

20,42

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

1,1

73 389 716

93 126 304

91 990 225

139 529 054

104 955 460 ,—

48 358 358 ,—

51,93

 

Artikel 08 02 07 — Subtotaal

 

735 920 099

639 059 636

541 154 248

455 490 467

674 903 010 ,—

369 419 501 ,—

57,81

08 02 08

Kmo-instrument

1,1

481 209 870

432 882 120

427 089 027

389 280 653

360 004 666,52

293 272 457,05

67,75

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

175 132 848,14

58 844 743,52

 

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

76 382,98

59 110 272 ,—

 
 

Artikel 08 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

175 209 231,12

117 955 015,52

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

1,1

p.m.

596 808 563

p.m.

1 169 097 029

14 495 461,75

1 669 147 260,92

279,68

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

71 155,30

425 829,50

 

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

2

p.m.

p.m.

p.m.

50 000

0 ,—

75 000 ,—

 

08 02 77 03

Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

565 796

0 ,—

442 090,80

 

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

1,1

p.m.

400 000

p.m.

200 000

600 000 ,—

0 ,—

0

08 02 77 06

Voorbereidende actie — Actieve medezeggenschaps- en medebeslissingsparticipatie van de jongere en de oudere generatie in Europa

1,1

p.m.

400 000

p.m.

400 000

600 000 ,—

0 ,—

0

08 02 77 09

Proefproject — Naar een zorgtraject voor clitoraal herstel in de Europese Unie

2

p.m.

p.m.

400 000

200 000

     
 

Artikel 08 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

800 000

400 000

1 415 796

1 200 000 ,—

517 090,80

64,64

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

6 327 620 887

5 949 233 946

5 815 171 007

5 509 144 468

5 980 626 322,09

5 396 352 204,37

90,71

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat betrekking heeft op de periode 2014-2020 en waarin alle bestaande EU-middelen voor onderzoek en innovatie, waaronder het kaderprogramma voor onderzoek, de innovatiegerelateerde maatregelen van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT), worden gebundeld. Het programma zal een centrale rol vervullen bij de tenuitvoerlegging van het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” van Europa 2020 en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Een digitale agenda voor Europa”, „Efficiënt gebruik van hulpbronnen” en „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en eveneens bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte (EOR). Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken. Dit krediet zal ook worden gebruikt voor de voltooiing van de voorgaande onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's).

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

08 02 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante stroom van onderzoek van wereldklasse te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers wordt toegang verleend tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk gemaakt voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 842 122 604

1 356 020 405

1 753 136 644

935 198 152

1 672 439 594,30

674 033 058,13

Toelichting

De basisactiviteit van de ERC is het verstrekken van financiering op lange termijn tegen aantrekkelijke voorwaarden ter ondersteuning van toponderzoekers en hun onderzoeksteams bij hun streven om baanbrekend onderzoek te verrichten waaraan zowel grote voordelen als hoge risico's verbonden kunnen zijn. Er zal met name prioriteit worden gegeven aan het ondersteunen van pas beginnende, maar zeer talentvolle onderzoekers, zodat zij op den duur onafhankelijk onderzoek kunnen verrichten. Dit gebeurt door hen van adequate bijstand te voorzien in de cruciale fase waarin zij hun eigen onderzoeksteam of onderzoeksprogramma trachten op te zetten of te consolideren. Het ERC geeft, waar nodig, ook steun aan nieuwe werkmethoden in de wetenschappelijke wereld die in potentie tot baanbrekende resultaten leiden en bevordert de analyse van de commerciële en sociale innovatiemogelijkheden van het onderzoek dat met ERC-middelen wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit C(2013) 8632 van de Commissie van 10 december 2013 tot goedkeuring van het werkprogramma 2014-2015 in het kader van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” met betrekking tot de specifieke doelstelling „Versterken van grensverleggend onderzoek door middel van de activiteiten van de Europese Onderzoeksraad”, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit C(2014) 5008 van de Commissie van 22 juli 2014.

Besluit C(2013) 9428 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's inzake grensverleggend onderzoek, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten, zoals gewijzigd bij Besluit C(2014) 9437 van de Commissie van 12 december 2014.

Besluit C(2013) 8915 van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 23), zoals gewijzigd bij besluit van 17 februari 2015 (PB C 58 van 18.2.2015, blz. 3).

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De activiteiten onder de specifieke doelstelling „toekomstige en opkomende technologieën” (FET-activiteiten) ondersteunen fundamenteel wetenschappelijk en technologisch onderzoek waarbij nieuwe toekomstige technologieën worden verkend door de huidige paradigma’s ter discussie te stellen en onbekende gebieden te betreden. Daarenboven zal in het kader van de FET-activiteiten nader worden ingegaan op een aantal veelbelovende verkennende onderzoeksthema’s die een kritische massa van onderling gerelateerde projecten kunnen genereren die, in combinatie, een brede en rijk geschakeerde verkenning behelzen van die thema's en een Europese kennispool opbouwen. Ten slotte zal in het kader van de FET-activiteiten steun worden gegeven aan ambitieus grootschalig en wetenschappelijk aangestuurd onderzoek om een wetenschappelijke doorbraak te creëren. Dergelijke activiteiten zullen profijt hebben van de onderlinge afstemming van de Europese en nationale agenda’s.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

224 169 555

123 645 916

200 959 521

244 123 783

188 925 936 ,—

93 854 336 ,—

Toelichting

De activiteit „onderzoeksinfrastructuren” garandeert de tenuitvoerlegging en het gebruik van het Esfri (Europees Strategieforum voor onderzoeksinfrastructuren) en andere onderzoeksinfrastructuren van wereldklasse, met inbegrip van de ontwikkeling van regionale partnerfaciliteiten, voor 2020 en daarna. Daarenboven zal de integratie van en de toegang tot nationale onderzoeksinfrastructuren en de ontwikkeling, de implementatie en het gebruik van e-infrastructuren worden gewaarborgd. De activiteit zal onderzoeksinfrastructuren er eveneens toe aanzetten om vroegtijdig nieuwe technologieën toe te passen, onderzoek- en ontwikkelingspartnerschappen (O&O) met het bedrijfsleven te bevorderen, het industriële gebruik van onderzoeksinfrastructuren te faciliteren en het creëren van innovatieclusters te stimuleren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor Uniebedrijven dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

524 204 453

552 233 871

514 392 377

374 177 307

478 590 601 ,—

459 967 749,47

Toelichting

Oude post 08 02 02 01 (ten dele)

Door leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën wordt beoogd gerichte steun te geven aan onderzoek, ontwikkeling en demonstratie inzake nanotechnologie, geavanceerde materialen, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen. Hierbij ligt de nadruk op interacties en convergentie binnen en tussen de verschillende technologieën. Bovendien ligt de nadruk daarbij op O&O, grootschalige proefprojecten en demonstratieactiviteiten, testopstellingen en levende laboratoria, prototyping en het valideren van producten in proefprojecten. De activiteiten zullen zodanig van opzet zijn dat zij een impuls geven aan het industriële concurrentievermogen door het bedrijfsleven, met name kleine en middelgrote ondernemingen, te stimuleren om meer in onderzoek en innovatie te investeren.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder a), ii) tot en met v).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

399 485 523

379 207 648

400 331 277

358 772 793

436 230 145,30

357 981 378,26

Toelichting

Deze activiteit heeft tot doel ondernemingen en andere organisatievormen die betrokken zijn bij onderzoek en ontwikkeling (O&O) te helpen om via financiële instrumenten gemakkelijker toegang te krijgen tot leningen, garanties, contragaranties en hybride, mezzanine- en aandelenfinanciering. Schuld- en vermogensfaciliteiten zullen vraaggestuurd zijn, maar op de prioriteiten van specifieke sectoren of andere programma's van de Unie worden gericht indien extra financiering wordt vrijgemaakt. De nadruk ligt op het aantrekken van particuliere investeringen in O&O. De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Investeringsfonds (EIF) zullen als uitvoerende entiteiten namens en in partnerschap met de Commissie een belangrijke rol spelen bij de implementatie van elk financieel instrument. Een deel van dit krediet zal worden aangewend om het eigen kapitaal van het EIF met gestort kapitaal te versterken.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 681 093

24 901 508

42 032 876

1 226 502

35 406 658 ,—

16 086 230,30

Toelichting

Om de deelname van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) aan Horizon 2020 te ondersteunen, werd een specifiek marktgeoriënteerd instrument ingesteld dat gericht is op alle soorten innovatieve kmo's die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Daarnaast zal er steun worden verleend aan onderzoeksintensieve kmo's in transnationale onderzoeksprojecten en aan door vrouwen geleide start-ups. Er zullen ook activiteiten worden ondersteund ter verbetering van de innovatiecapaciteit van kmo's en van de kadervoorwaarden voor innovatie.

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1291/2013 zal steun worden verleend voor innovatie door kmo's door middel van de uitvoering van een mkb-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-up benadering. Overeenkomstig bijlage II bij die verordening moet, binnen de doelstelling om ten minste 20 % van de totale gecombineerde begrotingen voor de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” voor het mkb toe te kennen, in eerste instantie ten minste 5 % van die gecombineerde begrotingen aan het specifieke mkb-instrument worden toegekend. Over de looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke mkb-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan. Daarbij zullen middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde activiteiten zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindgebruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. De activiteiten zullen rechtstreeks steun verlenen aan de corresponderende sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie en een gendergevoelige benadering volgen, waarbij naar een evenwichtige deelname van mannen en vrouwen wordt gestreefd.

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

582 802 183

439 393 124

452 389 733

375 657 554

545 496 852,38

290 207 229,75

Toelichting

Oude post 08 02 03 01 (ten dele)

De doelstellingen van deze activiteit zijn gezondheid en welzijn voor iedereen gedurende het hele leven, hoogwaardige en economisch duurzame gezondheidszorg- en zorgstelsels, met een meer verdergaande personalisatie in de gezondheidszorg voor meer doeltreffendheid, en mogelijkheden voor nieuwe banen en groei in de gezondheidssector en de aanverwante bedrijfstakken. Daartoe zullen de activiteiten worden toegespitst op doeltreffende vormen van gezondheidsbevordering en ziektepreventie (bijvoorbeeld het verwerven van inzicht in de determinanten van gezondheid en de ontwikkeling van betere preventieve vaccins). Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan gender- en leeftijdsspecifieke gezondheidsaspecten. Daarnaast zal de nadruk liggen op de beheersing, behandeling en genezing van ziekten (met name via een meer gepersonaliseerde geneeskundige benadering), handicaps en functionele beperkingen (bijvoorbeeld door overdracht van kennis naar de klinische praktijk en flexibel aan te passen innovatieacties, beter gebruik van gezondheidsgegevens, zelfstandig en begeleid wonen). Voorts zullen er inspanningen worden gedaan om de besluitvorming met betrekking tot preventie en behandeling te verbeteren, beste praktijken aan te wijzen en de verspreiding daarvan in de gezondheidszorg te ondersteunen, alsook geïntegreerde zorgverlening en de invoering van technologische, organisatorische en sociale innovaties te steunen die met name ouderen en gehandicapten in staat stellen een actief en onafhankelijk leven te leiden. Tot slot zal bij de activiteiten een gendergevoelige benadering worden gevolgd, die onder andere rekening houdt met de positie van vrouwen in de informele en de formele zorgsector.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

188 374 001

189 964 342

151 783 756

133 402 096

127 056 013,42

66 211 902,80

Toelichting

Oude post 08 02 03 02 (ten dele)

Deze activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van duurzamere en productievere land- en bosbouwsystemen, maar ook op de ontwikkeling van diensten, concepten en beleid om de bestaanszekerheid op het platteland te garanderen. Daarnaast zal de nadruk liggen op gezond en veilig voedsel voor iedereen en op concurrerende voedselverwerkingsmethoden waarbij minder grondstoffen worden gebruikt en minder bijproducten worden geproduceerd. Tegelijkertijd zullen er inspanningen worden gedaan voor een duurzame exploitatie van levende aquatische hulpbronnen (bijvoorbeeld door duurzame en milieuvriendelijke visserij). Europese groene industrieën die weinig koolstof uitstoten en weinig grondstoffen gebruiken en tegelijkertijd duurzaam en concurrerend zijn, zullen worden bevorderd.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder b).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

336 486 398

323 232 721

297 292 784

204 438 229

327 405 642,97

284 028 683,77

Toelichting

Oude post 08 02 03 03 (ten dele)

De onderzoeksinspanningen om veilige, schone en efficiënte energie te garanderen, zullen toegespitst zijn op het verminderen van het energieverbruik en het verkleinen van de koolstofvoetafdruk van de Unie en op goedkope, koolstofarme elektriciteitsvoorziening. Deze inspanningen zullen worden geïnspireerd door de doelstellingen en prioriteiten van de energie-unie en het strategisch plan voor energietechnologie (SET).

Minstens 85 % van de begrotingskredieten zal worden toegewezen aan de beleidsgebieden hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, en onder meer aan slimme energienetten, energieopslag en Slimme steden en gemeenschappen.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

239 323 675

284 091 541

331 267 186

285 072 690

298 747 790,90

184 110 893,84

Toelichting

Oude post 08 02 03 04 (ten dele)

In het kader van deze activiteit zal het accent komen te liggen op grondstofzuinig vervoer (bijvoorbeeld door de ontwikkeling en toepassing van een nieuwe generatie elektrische en andere emissiearme of emissievrije vliegtuigen, voertuigen en vaartuigen te versnellen), alsook op grotere mobiliteit met minder congestie en meer veiligheid en beveiliging (bijvoorbeeld door geïntegreerd vervoer en logistiek van deur tot deur te bevorderen). De nadruk zal eveneens liggen op de versterking van het concurrentievermogen en de prestaties van de Europese vervoermiddelenindustrie en aanverwante diensten, door bijvoorbeeld de volgende generatie innovatieve vervoermiddelen te ontwikkelen en de weg te bereiden voor de daaropvolgende generatie. Daarnaast zullen activiteiten die erop gericht zijn het inzicht in vervoergerelateerde sociaaleconomische trends en de vooruitzichten te verbeteren en beleidsmakers op feitenmateriaal gebaseerde gegevens en analyses te bieden, eveneens worden ondersteund.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder d).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

303 307 891

208 463 550

282 004 309

216 490 591

272 596 573 ,—

239 642 648,93

Toelichting

Oude post 08 02 03 05 (ten dele)

De voornaamste doelstelling van deze activiteit is een grondstofzuinige en klimaatveranderingsbestendige economie en een duurzame grondstoffenvoorziening tot stand te brengen om tegemoet te komen aan de behoeften van een toenemende wereldbevolking binnen de duurzame beperkingen van de natuurlijke hulpbronnen van de planeet. Daartoe zal de nadruk worden gelegd op de bestrijding van en aanpassing aan de klimaatverandering, op duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen en op het mogelijk maken van de overgang naar een groene economie door middel van eco-innovatie. Er zullen eveneens systemen worden ontwikkeld voor alomvattende en onafgebroken mondiale milieuwaarneming en -informatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder e).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

124 102 267

125 202 494

107 587 818

97 646 402

107 678 870 ,—

125 732 891,75

Toelichting

Oude post 08 02 03 06 (ten dele)

Deze activiteit heeft tot doel bij te dragen tot inclusievere, innovatievere en reflexievere Europese samenlevingen door slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen. De acties zullen gecoördineerde beleidsvorming ondersteunen door empirische gegevens te verzamelen en instrumenten, toekomstgerichte activiteiten en proefprojecten te ontwikkelen teneinde de grensoverschrijdende efficiëntie en het economische effect van onderzoeks- en innovatiebeleid te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte en Innovatie-Unie goed te laten functioneren. Met de acties wordt eveneens beoogd de innovatiekloof te dichten, maatschappelijk engagement in onderzoek en innovatie te garanderen, een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in onderzoekteams te garanderen, coherente en doeltreffende samenwerking met derde landen te bevorderen en het inzicht in de intellectuele basis van Europa te ontwikkelen: de geschiedenis van Europa en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

122 708 877

110 457 866

140 157 850

108 860 005

111 810 922,27

42 625 598,07

Toelichting

Doel van deze activiteiten is het potentieel van het in Europa aanwezige talent ten volle te benutten en ervoor te zorgen dat de voordelen van een door innovatie aangestuurde economie geoptimaliseerd worden en breed verspreid worden over de hele Unie overeenkomstig het beginsel van topkwaliteit. Doordat zij gebundelde topkwaliteit voeden en verbinden, zullen de voorgestelde activiteiten de Europese Onderzoeksruimte helpen versterken.

Deze activiteiten zullen zich toespitsen op: teamvorming tussen vooraanstaande onderzoeksinstellingen en regio's met een achterstand op het gebied van OOI (onderzoek, ontwikkeling en innovatie), gericht op de oprichting van nieuwe (of een ingrijpende vernieuwing van bestaande) kenniscentra in lidstaten en regio's met een achterstand op het gebied van OOI, samenwerkingsverbanden tussen onderzoeksinstellingen, het opzetten van EOR-leerstoelen, een beleidsondersteuningsfaciliteit om het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van nationaal/regionaal onderzoeks- en innovatiebeleid te verbeteren, ondersteuning van de toegang tot internationale netwerken voor toponderzoekers en -innoveerders die onvoldoende bij Europese en internationale netwerken betrokken zijn en het versterken van de bestuurlijke en operationele capaciteit van transnationale netwerken van nationale contactpunten, onder meer door middel van opleiding.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 4.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

111 640 000

109 554 259

114 734 030

104 622 798

97 399 456,86

67 882 604,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties van horizontale aard die de uitvoering van Horizon 2020 ondersteunen. Hieronder vallen bijvoorbeeld activiteiten ter ondersteuning van de bekendmaking en verspreiding van resultaten en activiteiten die gebruikmaken van de resultaten om de innovatie en het concurrentievermogen te bevorderen, alsmede steun aan onafhankelijke deskundigen die projectvoorstellen beoordelen. Hierbij kan het eveneens gaan om sectoroverschrijdende activiteiten waarbij meerdere prioriteiten van Horizon 2020 betrokken zijn.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 082 398

53 314 382

58 457 571

54 171 621

54 957 741 ,—

43 249 843,90

Toelichting

Het doel van deze activiteit bestaat erin effectieve samenwerking tussen de wetenschap en de samenleving tot stand te brengen, nieuw talent voor wetenschappelijke beroepen te rekruteren en excellente wetenschap aan maatschappelijk bewustzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid te koppelen. De nadruk zal worden gelegd op de aantrekkelijkheid van een wetenschappelijke opleiding en loopbaan voor jongeren, gendergelijkheid, de betere integratie van de belangen en waarden van burgers in wetenschap en innovatie, en de zodanige organisatie van de governance dat alle belanghebbenden (onderzoekers, overheidsinstanties, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties) werken aan de ontwikkeling van verantwoord onderzoek en verantwoorde innovatie.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

08 02 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 033 678

5 033 678

1 265 453

1 265 453

1 200 000 ,—

1 200 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

259 290 000

103 165 053

173 798 000

74 953 762

203 186 585 ,—

70 856 809 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming (GO) voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) is een GO tussen de Commissie en de biofarmaceutische industrie en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI). Het doel van IMI 2 bestaat erin het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen te verbeteren door een doeltreffender samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling tussen de academische wereld, kleine en middelgrote ondernemingen en de biofarmaceutische industrie te ondersteunen, met als doel de patiënten van betere en veiligere geneesmiddelen te voorzien.

GO IMI 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Gezondheid, demografische veranderingen en welzijn” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 557/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief innovatieve geneesmiddelen 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 54).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 223 726

2 223 726

2 285 155

2 285 155

1 906 396 ,—

1 906 396 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 263 312

108 914 732

78 889 310

66 887 748

160 398 756 ,—

61 790 837 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de biogebaseerde industrieën, die beoogt een bijdrage te leveren aan de doelstellingen van het BBI-initiatief, namelijk een duurzame koolstofarme economie die efficiënter omspringt met haar hulpbronnen alsmede snellere economische groei en grotere werkgelegenheid, met name in plattelandsgebieden, door in Europa duurzame en concurrerende biogebaseerde industrieën te ontwikkelen op basis van geavanceerde bioraffinaderijen die hun biomassa uit duurzame bron verkrijgen.

GO BBI zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Voedselzekerheid, duurzame landbouw en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en de bio-economie” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” en de component „Sleuteltechnologieën” van de specifieke doelstelling „Leiderschap in industriële technologieën”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 130).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 450 485

4 450 485

3 037 689

3 037 689

2 697 469 ,—

2 697 469 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

278 980 583

319 857 059

189 833 010

167 476 200

200 090 976 ,—

182 142 264 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 is een gemeenschappelijke onderneming (GO) van de Commissie en de Europese luchtvaartsector en zal voortbouwen op de resultaten van het voorgaande initiatief, Clean Sky. GO Clean Sky 2 heeft tot doel de milieueffecten van de Europese luchtvaarttechnologie te beperken door middel van geavanceerd onderzoek en demonstraties op ware grootte van groene technologie voor het luchtvervoer, zodat wordt bijgedragen aan het toekomstige concurrentievermogen van de luchtvaartsector. De technische activiteit wordt ontwikkeld op verschillende technische gebieden en heeft tot doel in alle luchtvaartsegmenten demonstratiemodellen op ware grootte te ontwikkelen.

GO Clean Sky 2 zal bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstelling „Slim, groen en geïntegreerd vervoer” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 558/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 77).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 288 599

2 288 599

55 406

55 406

467 368 ,—

467 368 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de gemeenschappelijke onderneming.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 389 716

93 126 304

91 990 225

139 529 054

104 955 460 ,—

48 358 358 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (GO FCH 2) is een publiek-private samenwerking tussen de Commissie, de industrie en de onderzoeksgroepering. GO FCH 2 heeft tot doel een aantal hinderpalen voor het in de handel brengen van brandstofcel- en waterstoftechnologie weg te nemen door de kosten van FCH-systemen te drukken, deze systemen doeltreffender te maken en de haalbaarheid ervan aan te tonen en zo de weg vrij te maken voor een sterke, duurzame en wereldwijd concurrerende brandstofcel- en waterstofsector in de Unie. Dit krediet dient ter dekking van de beleidskosten van GO FCH 2.

GO FCH 2 zal blijven bijdragen aan de uitvoering van Horizon 2020, met name de specifieke doelstellingen „De overstap maken naar een betrouwbaar, betaalbaar, algemeen aanvaard, duurzaam en concurrerend energiesysteem” en „Realiseren van een hulpbronnenefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem” van de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen”.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) nr. 559/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 108).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 08

Kmo-instrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

481 209 870

432 882 120

427 089 027

389 280 653

360 004 666,52

293 272 457,05

Toelichting

Oude posten 02 04 02 01, 02 04 03 01, 05 09 03 01, 06 03 03 01, 08 02 02 01, 08 02 03 01, 08 02 03 02, 08 02 03 03, 08 02 03 04, 08 02 03 05, 08 02 03 06, 09 04 02 01, 09 04 03 01, 09 04 03 02, 09 04 03 03, 18 05 03 01 en 32 04 03 01 (ten dele)

Dit specifieke marktgeoriënteerde instrument ondersteunt de deelname aan Horizon 2020 van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) en richt zich daarbij op alle soorten innovatieve kmo's die zich verder willen ontwikkelen, willen groeien en hun activiteiten willen internationaliseren. Innovatie door kmo's wordt ondersteund door middel van de uitvoering van het kmo-instrument onder centraal beheer, uitgevoerd met een bottom-upbenadering.

Tijdens de gehele looptijd van Horizon 2020 wordt gemiddeld ten minste 7 % van de totale begrotingen van de specifieke doelstelling „Leiderschap in ontsluitende en industriële technologieën” en de prioriteit „Maatschappelijke uitdagingen” aan het specifieke kmo-instrument toegekend.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), met name bijlage II.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

08 02 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

175 132 848,14

58 844 743,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

76 382,98

59 110 272 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

596 808 563

p.m.

1 169 097 029

14 495 461,75

1 669 147 260,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

71 155,30

425 829,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

08 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

08 02 77 01

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

50 000

0 ,—

75 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 03

Proefproject — Onderzoek en ontwikkeling met betrekking tot armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten teneinde gezondheidszorg voor iedereen te verwezenlijken in de periode na 2015

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

565 796

0 ,—

442 090,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 05

Proefproject — Inenting van moeders: overbrugging van de kenniskloof ter bevordering van de inenting van moeders in gebieden waar weinig hulpbronnen beschikbaar zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

200 000

600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 06

Voorbereidende actie — Actieve medezeggenschaps- en medebeslissingsparticipatie van de jongere en de oudere generatie in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

600 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Fundamenteel onderzoek op Unieniveau van de status quo in elke lidstaat om actiegebieden te identificeren of politieke conclusies te trekken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

08 02 77 09

Proefproject — Naar een zorgtraject voor clitoraal herstel in de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

400 000

200 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Een belangrijke vraag die de laatste jaren is opgekomen, betreft clitoraal herstel na genitale verminking. Clitoraal herstel is een betrekkelijk nieuwe chirurgische techniek en ondanks het belang van de chirurgische ingreep zijn er geen gegevens beschikbaar over de veiligheid en doeltreffendheid daarvan. Herhaaldelijk is vastgesteld dat meer onderzoek nodig is naar het aantal complicaties op korte en lange termijn, de langetermijnresultaten ten aanzien van onder meer seksuele functies, het lichamelijke en genderzelfbeeld, sociale en esthetische identiteit. Het is met name onduidelijk welke vrouwen voordeel kunnen hebben van deze chirurgische ingreep en voor wie alternatieve zorg zoals psychoseksuele therapie een oplossing kan zijn.

Met het project wordt beoogd de vraag op de volgende manier te beantwoorden. In de eerste plaats zullen de bestaande (niet-officiële) richtlijnen, protocollen en goede praktijken in de Unie afzonderlijk geanalyseerd worden. Ten tweede zullen de aantallen complicaties, het postoperatieve seksueel verlangen, de seksuele functie, vulvapijn, lichamelijk en genderzelfbeeld, worden onderzocht met behulp van een goedgekeurd en gestandaardiseerd instrument in vrouwen die de operatie hebben of in de loop van het project zullen ondergaan en zij die geen operatie hebben ondergaan. Ten slotte zullen aanbevelingen voor optimale praktijken van een zorgtraject voor clitoraal herstel in de Unie worden opgesteld.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

EURATOM-PROGRAMMA — ACTIES ONDER CONTRACT

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

1,1

161 949 185

156 248 000

152 023 159

131 090 873

132 239 003 ,—

135 447 595,27

86,69

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1,1

67 630 719

31 857 582

63 481 598

83 064 877

59 726 459,80

2 095 351,55

6,58

 

Artikel 08 03 01 — Subtotaal

 

229 579 904

188 105 582

215 504 757

214 155 750

191 965 462,80

137 542 946,82

73,12

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

17 512 794 ,—

640 564,07

 

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

15 970,54

233 674,93

 
 

Artikel 08 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

17 528 764,54

874 239 ,—

 

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

2 086 894

p.m.

7 991 290

50 478 ,—

11 727 792,09

561,97

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

830 849,52

 
 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

229 579 904

190 192 476

215 504 757

222 147 040

209 544 705,34

150 975 827,43

79,38

Toelichting

Het Euratom-programma voor onderzoek en opleiding (2014-2018) („Euratom-programma”) vult Horizon 2020 aan op het gebied van onderzoek en opleiding inzake kernenergie. Het algemene doel van het programma bestaat erin onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie te organiseren. Het programma legt daarbij de nadruk op een continue verbetering van de nucleaire veiligheid en de stralingsbescherming, met name om bij te dragen aan de doelstelling om het energiesysteem op lange termijn op een veilige, efficiënte en betrouwbare wijze koolstofvrij te maken. Door dit onderzoek te steunen, zal het Euratom-programma de resultaten van de drie prioriteiten van Horizon 2020 versterken: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

De acties onder contract van het Euratom-programma zijn op twee gebieden toegespitst: kernsplijting, veiligheid en stralingsbescherming, en het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma inzake kernfusie.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

08 03 01

Beleidsuitgaven voor het Euratom-programma

Toelichting

Het toepassingsgebied van het Euratom-programma voor acties onder contract omvat veiligheid van kernsplijting en stralingsbescherming, alsook het onderzoek naar en de ontwikkeling van kernfusie die erop gericht zijn het succes van het ITER-project te waarborgen en Europa van de voordelen ervan te laten profiteren. Het zal bijdragen aan de resultaten in het kader van de drie prioriteiten van Horizon 2020: wetenschap op topniveau, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen.

08 03 01 01

Euratom — Fusie-energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

161 949 185

156 248 000

152 023 159

131 090 873

132 239 003 ,—

135 447 595,27

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van fusie beogen de ondersteuning van de gemeenschappelijke onderzoeksactiviteiten van de belanghebbenden die betrokken zijn bij de uitvoering van de uit de routekaart voor fusie voortvloeiende taken. Daarnaast zal er ondersteuning worden gegeven voor gezamenlijke activiteiten om materialen te ontwikkelen en te kwalificeren voor een modelkerncentrale en om operationele kwesties rondom kernfusiereactoren tegen het licht te houden en alle relevante technologieën voor een modelkernfusiecentrale te ontwikkelen en in de praktijk te testen. De activiteit behelst eveneens de tenuitvoerlegging of ondersteuning van kennisbeheer en op het bedrijfsleven gerichte technologieoverdracht naar aanleiding van het onderzoek dat door dit programma medegefinancierd is, waarbij alle innovatieve aspecten van het onderzoek geëxploiteerd zullen worden. Voorts zal de activiteit de constructie, renovatie, exploitatie en continue beschikbaarheid van essentiële onderzoeksinfrastructuren binnen het kader van het Euratom-programma ondersteunen.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), met name artikel 3, lid 2, onder e) tot en met h).

08 03 01 02

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

67 630 719

31 857 582

63 481 598

83 064 877

59 726 459,80

2 095 351,55

Toelichting

De Euratom-activiteiten op het vlak van kernsplijting beogen de ondersteuning van gezamenlijke onderzoeksactiviteiten met betrekking tot een veilige exploitatie van nucleaire systemen die in de Unie in gebruik zijn of in de toekomst kunnen worden gebruikt. De activiteiten zullen eveneens bijdragen tot de ontwikkeling van oplossingen voor het beheer van finaal kernafval. Bovendien zal steun worden geboden aan de gezamenlijke en/of gecoördineerde onderzoeksactiviteiten, waarbij de nadruk wordt gelegd op de risico’s van lage stralingsdoses als gevolg van industriële, medische of milieublootstelling. Verder zullen in het kader van Euratom Splijting activiteiten plaatsvinden ter bevordering van de gezamenlijke opleidingen en van de mobiliteit tussen onderzoekscentra en het bedrijfsleven enerzijds en tussen de verschillende lidstaten en geassocieerde landen anderzijds, evenals maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de instandhouding van multidisciplinaire nucleaire competenties.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948), met name artikel 3, lid 2, onder a) tot en met d).

08 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

08 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

17 512 794 ,—

640 564,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

15 970,54

233 674,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

08 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek van Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 086 894

p.m.

7 991 290

50 478 ,—

11 727 792,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Het programma dekt de volgende twee gebieden:

Onderzoek inzake kernfusie, dat activiteiten omvat die gaan van basisonderzoek tot technologische ontwikkeling, het opzetten van grote projecten en opleidings- en onderwijsactiviteiten. Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel is. De realisatie van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma inzake kernfusie ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn;

Kernsplijtingsonderzoek gericht op de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en kosteneffectieve exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

08 03 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek van Euratom (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

830 849,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

HOOFDSTUK 08 05 —   ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 844 181,21

32 616 991,24

 

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 406 933,66

12 090 559,83

 
 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

42 251 114,87

44 707 551,07

 

Toelichting

Het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal biedt elk jaar financiële steun aan innoverende projecten om de veiligheid, de efficiëntie en het concurrentievermogen van de kolen- en staalindustrie van de Unie te verbeteren. Het werd opgericht in 2002 om voort te bouwen op het succes van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De verdeling van de kredieten voor steenkool (27,2 %) en staal (72,8 %) is gedefinieerd in Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29van 5.2.2003, blz. 22).

08 05 01

Onderzoeksprogramma staal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

30 844 181,21

32 616 991,24

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma staal hebben als doel de staalproductieprocedés te verbeteren om de kwaliteit van het product te verbeteren en de productiviteit te verhogen. Een verlaging van emissies, energieverbruik en milieueffecten, alsook een beter gebruik van grondstoffen en het behoud van hulpbronnen, vormen een integraal deel van de ontwikkelingen.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

08 05 02

Onderzoeksprogramma kolen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 406 933,66

12 090 559,83

Toelichting

De activiteiten op het vlak van het onderzoeksprogramma kolen hebben als doel de totale productiekosten van de mijnen terug te dringen, de productkwaliteit te verbeteren en de kosten van het gebruik van kolen te verminderen. Onderzoeksprojecten zijn ook gericht op wetenschappelijke en technologische vooruitgang, die moet leiden tot een beter inzicht in het gedrag en de beheersing van kolenlagen met betrekking tot rotsdruk, gasemissies, explosiegevaar, ventilatie en alle andere factoren die de mijnbouw beïnvloeden. Onderzoeksprojecten met deze doelstellingen moeten uitzicht bieden op resultaten die op korte tot middellange termijn toepasbaar zijn op een aanzienlijk deel van de uniale productie.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/376/EG van de Raad van 29 april 2008 inzake de vaststelling van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal en inzake de technische meerjarenrichtsnoeren voor dat programma (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 7).

TITEL 09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

117 565 176

117 565 176

117 057 015

117 057 015

121 477 513,74

121 477 513,74

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

21 368 900

21 597 400

19 965 000

20 136 500

19 790 188,03

22 171 519,24

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

169 331 512

140 981 000

123 348 258

117 224 000

191 283 530,40

45 829 130,44

09 04

HORIZON 2020

1 692 453 344

1 862 216 438

1 531 035 505

1 706 439 644

1 380 073 258,09

2 072 970 579,25

09 05

CREATIEF EUROPA

131 855 000

116 702 664

132 691 000

131 532 199

133 826 880,28

122 747 456,51

 

Titel 09 — Totaal

2 132 573 932

2 259 062 678

1 924 096 778

2 092 389 358

1 846 451 370,54

2 385 196 199,18

HOOFDSTUK 09 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5.2

43 580 372

44 726 291

44 255 647,64

101,55

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

5.2

2 579 382

2 588 036

3 158 380,61

122,45

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5.2

1 808 857

1 806 103

1 894 055 ,—

104,71

 

Artikel 09 01 02 — Subtotaal

 

4 388 239

4 394 139

5 052 435,61

115,14

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

5.2

2 817 179

2 792 861

3 403 125,17

120,80

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

1.1

1 009 000

609 000

520 888,05

51,62

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

3

1 530 900

1 471 680

1 501 046,63

98,05

 

Artikel 09 01 04 — Subtotaal

 

2 539 900

2 080 680

2 021 934,68

79,61

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1.1

42 126 000

41 300 000

41 632 199,02

98,83

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1.1

10 989 486

10 963 044

10 849 000 ,—

98,72

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1.1

11 124 000

10 800 000

14 263 171,62

128,22

 

Artikel 09 01 05 — Subtotaal

 

64 239 486

63 063 044

66 744 370,64

103,90

 

Hoofdstuk 09 01 — Totaal

 

117 565 176

117 057 015

121 477 513,74

103,33

09 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

43 580 372

44 726 291

44 255 647,64

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 579 382

2 588 036

3 158 380,61

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 808 857

1 806 103

1 894 055 ,—

09 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 817 179

2 792 861

3 403 125,17

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 009 000

609 000

520 888,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de ondersteuning van acties die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility), zoals studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties, software en databanken of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van de faciliteit of de projecten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 09 03 01, 09 03 02 en 09 03 03.

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 530 900

1 471 680

1 501 046,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, evaluatie- en promotieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze posten, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

42 126 000

41 300 000

41 632 199,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 989 486

10 963 044

10 849 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 124 000

10 800 000

14 263 171,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de selectie, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals onder meer uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 09 04.

HOOFDSTUK 09 02 —   DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

DIGITALE EENGEMAAKTE MARKT

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1.1

3 200 000

3 500 000

3 615 000

3 580 000

3 237 751,27

4 609 677,86

131,71

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

1.1

10 490 564

10 490 564

10 242 000

10 242 000

10 398 201,44

10 397 932 ,—

99,12

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

1.1

4 124 336

4 124 336

4 026 000

4 026 000

4 246 000 ,—

4 246 000 ,—

102,95

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

3

1 104 000

1 070 000

1 082 000

1 026 000

1 058 235,32

1 462 005,48

136,64

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 02

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

187 731 ,—

 

09 02 77 03

Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

729 423,32

 

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

3

p.m.

1 100 000

1 000 000

1 000 000

500 000 ,—

198 606,41

18,06

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

3

p.m.

87 500

p.m.

262 500

350 000 ,—

340 143,17

388,74

09 02 77 06

Proefproject — Mediaraden in het digitale tijdperk

3

500 000

250 000

         

09 02 77 07

Proefproject — Uitwisseling van „rijzende sterren” in de media om innovatie te versnellen en grensoverschrijdend bereik te vergroten („Stars4media”)

1.1

1 200 000

600 000

         

09 02 77 08

Voorbereidende actie — Toezicht op het mediapluralisme in het digitale tijdperk

3

750 000

375 000

         
 

Artikel 09 02 77 — Subtotaal

 

2 450 000

2 412 500

1 000 000

1 262 500

850 000 ,—

1 455 903,90

60,35

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

21 368 900

21 597 400

19 965 000

20 136 500

19 790 188,03

22 171 519,24

102,66

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 200 000

3 500 000

3 615 000

3 580 000

3 237 751,27

4 609 677,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

 

via coördinatie van alle aspecten van elektronische communicatie een beter regelgevingskader tot stand te brengen voor mededinging, investeringen en groei: economische analyse, effectbeoordeling, beleidsontwikkeling, naleving van de regelgeving;

 

het beleid van de Unie op het gebied van elektronischecommunicatienetwerken en -diensten uit te voeren en te herzien teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze dynamische sector het hoofd te bieden (convergentie van elektronische communicatie met de audiovisuele sector en leveranciers van content);

 

de totstandbrenging van de digitale eengemaakte markt te faciliteren, via acties in verband met de doelstellingen inzake breedband, door middel van regelgeving, beleid en publieke financiële steun, met inbegrip van coördinatie met het Cohesiebeleid op de gebieden die relevant zijn voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten;

 

beleids- en coördinatiemaatregelen ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de lidstaten hun nationale breedbandplannen ten uitvoer leggen, met betrekking tot de vaste en mobiele infrastructuur en de mogelijke convergentie; dit omvat ook de samenhang en de economische efficiëntie van overheidsinterventie(s) op Unie en op nationaal niveau;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op aangelegenheden in verband met de toegang tot en de machtiging voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, met name interoperabiliteit, interconnectie, civieltechnische werkzaamheden, onafhankelijkheid van de regelgevende instanties en nieuwe maatregelen om de eengemaakte markt te versterken;

 

de desbetreffende regelgeving in alle lidstaten te controleren en ten uitvoer te leggen;

 

inbreukprocedures coördineren en input leveren voor staatssteunzaken;

 

beleid en wetgeving te ontwikkelen, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op retail- en consumentenaangelegenheden, met name netneutraliteit, overstappen, roaming, vraag- en gebruiksstimulering en universele dienst;

 

de uitvoering van het Uniebeleid op het vlak van roaming, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende openinternettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronischecommunicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1) te bevorderen, monitoren en evalueren;

 

door de nationale regelgevende instanties toe te passen consistente marktgerichte regelgevingen te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen alsmede te reageren op individuele kennisgevingen van die instanties, met name wat betreft relevante markten, mededinging en maatregelen van regelgevende aard, in het bijzonder voor toegangsnetwerken van de volgende generatie;

 

beleid op alle terreinen te ontwikkelen dat ervoor zorgt dat de lidstaten alle vormen van spectrumgebruik beheren, met inbegrip van de verschillende domeinen van de interne markt zoals elektronische communicatie, 5G (met inbegrip van breedbandinternet) en innovatie;

 

de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

 

het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie;

 

de uitvoering van het programma voor het radiospectrumbeleid te stimuleren en te volgen (Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7));

 

beleid te ontwikkelen inzake auteursrechten op het niveau van de Unie, met inbegrip van Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20);

 

beleid betreffende de digitale eengemaakte markt op het gebied van e-commerce in de Unie te ontwikkelen, uit te voeren en te monitoren, met name beleid dat verband houdt met Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1), met inbegrip van de beoordeling van juridische en economische belemmeringen die voortvloeien uit het kader betreffende de interne markt op het gebied van elektronische handel of uit aanverwante maatregelen;

 

de uitvoering en benutting van beleidsmaatregelen in het kader van de e-overheid te ondersteunen (in het bijzonder het actieplan inzake e-overheid 2016-2020) en eIDAS (Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73) om de kwaliteit en innovatie van de overheidsdiensten te stimuleren en het grootschalig gebruik door overheidsdiensten en het bedrijfsleven van betrouwbare identificatie- en vertrouwensdiensten in de digitale eengemaakte markt te versnellen;

 

acties te ondersteunen die zijn gericht op het waarborgen van de stabiliteit en beveiliging van het internet op basis van een echt multistakeholdermodel om ervoor te zorgen dat de economische en maatschappelijke mogelijkheden van elektronische communicatie ten volle kunnen worden benut;

 

gevolg te blijven geven aan de mededeling van de Europese Commissie van 12 februari 2014„Internetbeleid en -governance — De rol van Europa bij het vormgeven van de toekomst van internetgovernance” (COM(2014) 72 final);

 

te voorzien in financiële steun voor het forum voor internetbeheer, de pan-Europese dialoog over internetgovernance (EuroDIG) en het secretariaat van het Governmental Advisory Committee (GAC) van de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN);

 

het belang te benadrukken van ICT in de ontwikkeling van duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor na 2015, onder meer via op derde landen gerichte maatregelen ter bevordering van de capaciteit en het vertrouwen op het gebied van elektronische communicatie.

De specifieke doelstellingen van die maatregelen zijn:

 

uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, aspecten die verband houden met het internet enz.);

 

de continue ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

 

ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, met name op het gebied van de frequenties en vraagstimulering;

 

analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving, alsook van staatssteunbesluiten, op deze gebieden;

 

analyse van de financiële toestand van en de investeringsintensiteit in de sector;

 

de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van Post- en Telecommunicatieadministraties (CEPT) enz.);

 

de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in het kader van de digitale eengemaakte markt, inclusief met betrekking tot roaming;

 

ontwikkeling van activiteiten en initiatieven in samenhang met het Cohesiebeleid;

 

de continue ontwikkeling en het bijhouden van de database met betrekking tot het programma voor het radiospectrumbeleid en andere acties voor het toezicht op en de uitvoering van het programma;

 

de bevordering en nadere uitwerking van de visie van de Unie met betrekking tot het multistakeholdermodel voor internetgovernance.

Deze maatregelen bestaan onder meer in de voorbereiding van analyses en voortgangsverslagen, de raadpleging van belanghebbenden en het publiek, de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen en het toezicht op de tenuitvoerlegging van de wetgeving, alsmede vertalingen van kennisgevingen en raadplegingen op grond van artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor vergaderingen van deskundigen, communicatieactiviteiten, lidmaatschap van organisaties, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 490 564

10 490 564

10 242 000

10 242 000

10 398 201,44

10 397 932 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Unie opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2018 in totaal 10 529 000 EUR. Een bedrag van 38 436 EUR dat afkomstig is van de terugvordering van overschotten, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 10 490 564 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 460/2004 (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 41).

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 124 336

4 124 336

4 026 000

4 026 000

4 246 000 ,—

4 246 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2), alsook van beleidsuitgaven die uitsluitend in verband met het werkprogramma worden gedaan (titel 3).

Berec is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Berec is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat Berec professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Unie opgerichte organen is de rol van het Europees Parlement en de Raad versterkt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2018 in totaal 4 331 000 EUR. Een bedrag van 206 664 EUR dat afkomstig is van de terugvordering van overschotten, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag 4 124 336 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

09 02 05

Maatregelen in verband met digitale inhoud alsmede de audiovisuele en andere mediasectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 104 000

1 070 000

1 082 000

1 026 000

1 058 235,32

1 462 005,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

 

de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (de richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1));

 

toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van pluralisme, mediavrijheid en mediageletterdheid,

 

verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analysen over de audiovisuele sector en convergerende media- en inhoudssectoren.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 02 77 02

Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

187 731 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 03

Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

729 423,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 04

Voorbereidende actie — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 100 000

1 000 000

1 000 000

500 000 ,—

198 606,41

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 05

Voorbereidende actie — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

87 500

p.m.

262 500

350 000 ,—

340 143,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 06

Proefproject — Mediaraden in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Met het oog op de bescherming van mediavrijheid en pluralisme en de bevordering van deskundigheid in de journalistiek richt het project zich via een forum van persraden op een beter begrip van de gevolgen en uitdagingen van digitale ontwikkelingen. Tegelijkertijd beoogt het project de overgang van zelfreguleringsorganen in de media naar online-instanties te steunen en deze organen in contact te brengen met tussenpersonen en belanghebbenden in de internetwereld.

Voorgestelde activiteiten:

 

een enquête houden om een diepgaande analyse te kunnen maken van de staat en modellen van zelfregulering in de media in het digitale tijdperk en zo meer inzicht te krijgen in het bereiken van de traditionele doelstellingen van mediaregulering in een geconvergeerde mediaomgeving (d.w.z. een pluralistisch en gevarieerd medialandschap waarin de media gedijen dankzij hun onafhankelijkheid van politieke, commerciële en andere invloeden en waarin zij verantwoording afleggen aan het publiek);

 

de eerste onlinedatabank over de huidige werking van zelfreguleringsorganen in de media opzetten en het werk van persraden in Europa bevorderen;

 

een pan-EU werkgroep tot stand brengen voor de digitale uitdagingen die komen kijken bij de toepassing van de aanbevelingen van de enquête;

 

directe steun verlenen aan nieuwe persraden in Europa;

 

pers-/mediaraden opnemen in de mondiale dialoog over media-ethiek in het digitale tijdperk (deelname aan internationale internetconferenties enz.);

 

regelmatig bijeenkomsten met tussenpersonen in de internetwereld organiseren om te zorgen voor online-erkenning van media-inhoud die reeds onder toezicht van een persraad staat.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 07

Proefproject — Uitwisseling van „rijzende sterren” in de media om innovatie te versnellen en grensoverschrijdend bereik te vergroten („Stars4media”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

       

Toelichting

Door politieke en economische ontwikkelingen zijn innovaties op het vlak van media vereist.

Voor democratie is nieuws van hoogstaande kwaliteit essentieel, en de media moeten innoveren. Nu platforms domineren, vergroot de kans op een tijdperk van „post-truth”, waarin nepnieuws en populisme hoogtij vieren. In het recente witboek over „De toekomst van Europa” staat: „Wij willen leven in een pluralistische democratie met een kritische, onafhankelijke en vrije pers.”

Het aantal journalisten en het aantal nieuwsdiensten nemen af (behalve omroepdiensten, die grotendeels worden gefinancierd met openbare middelen). Subsidies voor bedreigde modellen zijn niet de oplossing. Voor innovatie is grensoverschrijdende samenwerking, mobiliteit en versnelde loopbanen voor „nieuw talent” vereist. Er moet een „Erasmus voor mediaprofessionals” komen, waardoor grensoverschrijdende uitwisselingen voor mediaprofessionals kunnen worden gefinancierd. De naam van het project kan eventueel nog worden gewijzigd.

Dit proefproject sluit aan op de trends inzake beleid, en op een breed gedragen vraag vanuit de media. Het is niet enkel gericht op mobiliteit van mediaprofessionals, contentuitwisseling en kwalitatief hoogstaande journalistiek, maar ook op innovaties inzake media en duurzame bedrijfsmodellen. Bovendien omvat dit proefproject een „wederzijdse uitwisseling” voor journalisten en andere mediaprofessionals, waarbij alle deelnemende media zowel kandidaten uitzenden als ontvangen. Hierdoor zijn voor de media die kandidaten uitzenden, de kwaliteit van de opleiding en een maximaal „rendement op investering” verzekerd. Het proefproject zal aan de hand van thematische golven verlopen. Niet enkel journalisten, maar ook communicatie-, marketing- en IT-deskundigen zullen worden betrokken. Een stuurgroep met betrokken partijen uit de media zal worden opgezet.

Dit proefproject inzake mediavaardigheden sluit aan op verschillende beleidstrends. Eerst en vooral wordt een sterkere sectororiëntering voor vaardighedenprogramma's overwogen in het kader van het MFK na 2020, in aanvulling op opleidingsprogramma's zoals Erasmus Plus en Erasmus Pro, maar zonder gevolgen voor hun begroting. Ten tweede is de digitale eengemaakte markt tot op heden enkel horizontaal: de nakende herziening ervan kan leiden tot „verticale” initiatieven voor de mediasector. Ten derde ziet de Unie de mediasector hoofdzakelijk als een communicatiekanaal of als een domein waarin de persvrijheid soms in het gedrang komt, en niet echt als een economische sector in crisis. De O&O-programma's van de Unie houden meestal geen verband met deze sector. Dit proefproject zal een concept testen dat geschikt is voor een strategische industrie in crisis, met weinig risico's en een grote impact. Tot slot zal het project gebaseerd zijn op de resultaten van de eerdere haalbaarheidsstudie van de Commissie over „Erasmus voor journalisten” (2011).

Interviews met dertig redacteurs en uitgevers in de reeks „#Media4EU” vormen de grondslag van dit project. Dit alles vertaalt zich in sterke steun in politieke en mediakringen (resultaten van het project en lijst van personen die het project steunen, kunnen geraadpleegd worden). Vijftig mediabedrijven, deskundigen en verenigingen steunen het voorstel al, net als een aantal EP-leden van verschillende fracties (een uitgebreidere lijst van personen die het project moreel ondersteunen, met onder meer 14 EP-leden, kan online worden geraadpleegd onder „Yes, rijzende sterren voor innovatie in de media” (Erasmus4media, voorlopige naam)).

Om innovatie te waarborgen, moeten er beginselen inzake onafhankelijkheid en doeltreffendheid worden geëerbiedigd.

Verschillende elementen zijn in aanmerking genomen: eerdere pogingen, voornamelijk op basis van uitwisseling van inhoud, opleiding van journalisten en goede externe inspiratie met de nadruk op duurzame media-innovaties, niet alleen berichtgeving over Europese onderwerpen. Op Europees niveau zijn er weliswaar verschillende manieren voorhanden ter ondersteuning van berichtgeving door de media, maar projecten blijken gewoonlijk niet duurzaam te zijn nadat de Uniesteun wegvalt.

Mediavakmensen zijn het meest mobiel, innoverend en geloofwaardig als ze tussen de vijf en tien jaar beroepservaring hebben. De centrale doelgroep zal dan ook 25 à 30 jaar oud zijn, met enkele uitzonderingen daar gelaten.

De thematische golven worden opgezet in samenwerking met relevante mediaverenigingen, met het oog op het samenbrengen van gelijkgestemde media en kwalitatief hoogwaardige ideeën. Mogelijke onderwerpen voor de oproepen (niet exhaustief) kunnen worden ingedeeld volgens subsector (bedrijfsmedia, centrumrechts, centrumlinks, groen, bijbehorende radiozenders enz.), volgens domein van innovatie (datajournalistiek, lichte video, mobiel enz.) of volgens redactionele invalshoek (onderzoek, Europese verkiezingen, migratie, ontwikkeling enz.). De geselecteerde duo's zullen één tot drie maanden doorbrengen op elkaars werkplek, met initiële opleiding en nabespreking/follow-up, zodat er binnen elke „thematische golf” wordt gezorgd voor samenwerking van bijna een volledig jaar.

Het project zal uiterst kostenefficiënt zijn en een grote impact hebben. Bij het voeren van promotie voor het project en de preselectie van de kandidaten zal niet alleen rekening worden gehouden met individuele profielen, maar ook met de ideeën die ze willen uitproberen (waardoor een goed rendement van investeringen wordt gewaarborgd, zowel wat tijd als beloning door hun werkgevers betreft).

Afhankelijk van de beschikbare begroting kunnen er een paar honderd „rijzende sterren” en mediaorganisaties worden samengebracht. De lonen van de deelnemers worden niet met middelen van het project betaald; er wordt enkel voorzien in vergoeding van vervoerskosten en de nodige opleiding (naast promotie, selectie, administratie). De kosten per deelnemer zullen dan ook binnen de perken blijven; er zullen goede resultaten worden geboekt en de vermenigvuldigingsfactor voor de begroting zal aanzienlijk zijn. De ervaring lijkt erop te wijzen dat er veel meer aanvragen dan beschikbare plaatsen zullen zijn. De selectie zal dan ook streng zijn en zal de loopbaan van de deelnemers een impuls en goede „merknaam” bezorgen.

Er wordt een proces voorgesteld voor mediaonafhankelijkheid, impact voor deelnemers en doeltreffendheid. Om redactioneel bereik en bedrijfsinnovatie te waarborgen, is dit proefproject afkomstig van mediavakmensen, die de meerderheid moeten uitmaken van de projectstuurgroep.

Om bovendien te waarborgen dat het project zich richt op jonge vakmensen (geen studenten) en op sectorspecifieke vaardigheden moet de juiste dienst van de Commissie bij het project worden betrokken. Het project kan worden beheerd door DG GROW (als „sectorale poot” van het programma „Erasmus voor jonge ondernemers”) of door DG CONNECT (een nieuw mediadirectoraat dat de O&O-acties aanvult met vaardigheden die bevorderlijk zijn voor innovatie). Er bestaan verschillende procedures, van open oproep tot beperkt selectieproces, om een snelle keuze van een goede „beheersorganisatie” te waarborgen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 02 77 08

Voorbereidende actie — Toezicht op het mediapluralisme in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

De dynamiek van opinievorming en het medialandschap zijn door de ontwikkeling van nieuwe technologieën voortdurend aan sterke verandering onderhevig. Hoewel dit bijdraagt aan een gemakkelijke verspreiding van informatie van algemeen belang aan een breder publiek en daarmee pluralisme bevordert, kan de manier waarop informatie online wordt gecreëerd, gezocht en verspreid tegelijkertijd zorgen voor een klimaat van verscherpte polarisatie waarin personen worden blootgesteld aan nieuws, bronnen en ideeën die aan hun persoonlijke voorkeuren voldoen. Dit kan ernstig afbreuk doen aan de kans om tegengestelde visies tegen te komen en daarover in debat te treden, en vormt daarmee een potentieel risico voor het pluralisme van de media en zelfs voor de democratie. De invloed van online-informatie wordt alsmaar groter; burgers vormen hun mening steeds vaker op basis van informatie die online beschikbaar is. Wanneer deze informatie echter onjuist, misleidend of desinformerend is, kan deze een bedreiging vormen voor het pluralisme. Terwijl sommige beleidsreacties op de verspreiding van misleidende informatie onlinetussenpersonen en socialemediaplatforms vragen te voorzien in zelfregulerende maatregelen ter beperking van de verspreiding van valse documenten en valse informatie, is het duidelijk dat het toevertrouwen van de filtering van online-informatie aan deze particuliere bedrijven kan leiden tot een beperking van de vrijheid van meningsuiting.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel de ontwikkeling van een studie te ondersteunen over een reeks indicatoren voor het meten van het effect dat de onlinewereld heeft op het pluralisme in de media. De Unie heeft reeds middelen geïnvesteerd in de opzet van een „Media Pluralism Monitor” (MPM) waarmee risico's voor het pluralisme en de vrijheid van de media kunnen worden beoordeeld. Dit veelomvattende instrument is doeltreffend en nuttig gebleken voor de beoordeling van de risico's voor het pluralisme van de media op nationaal niveau. Het is van het grootste belang dat de methodologie van dit instrument ook kan worden gebruikt voor een nieuwe „Monitor” die ten volle rekening houdt met de onlinedimensie van pluralisme. In het kader van de voorbereidende actie worden de bedreigingen van het pluralisme in de online-informatievoorziening in kaart gebracht, wordt een instrument ontwikkeld waarmee de risico's voor onlinepluralisme kunnen worden beoordeeld, en wordt dit instrument in de 28 lidstaten getest.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 —   FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

FINANCIERINGSFACILITEIT VOOR EUROPESE VERBINDINGEN (CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF)) — TELECOMMUNICATIENETWERKEN

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

1.1

333 000

314 000

p.m.

300 000

832 945,97

300 373,97

95,66

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

1.1

p.m.

18 000 000

p.m.

45 000 000

90 000 000 ,—

0 ,—

0

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

1.1

119 345 512

81 826 000

104 018 258

71 830 000

100 400 551,27

45 162 774 ,—

55,19

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

1.1

49 653 000

40 841 000

19 330 000

p.m.

     

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

94 000

50 033,16

365 982,47

 

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 09 03 51 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

94 000

50 033,16

365 982,47

 
 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

169 331 512

140 981 000

123 348 258

117 224 000

191 283 530,40

45 829 130,44

32,51

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

333 000

314 000

p.m.

300 000

832 945,97

300 373,97

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de breedbanddoelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen en omvatten studies en ondersteunende acties, in het bijzonder technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2, punten 6) en7), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Acties die onder dit artikel vallen, worden gewoonlijk uitgevoerd door gebruikmaking van subsidies of overheidsopdrachten, hetzij onder direct beheer in de zin van artikel 58, lid 1, onder a), van het Financieel Reglement, hetzij onder indirect beheer in de zin van artikel 58, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 5, lid 2, onder a).

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, lid 9, en deel 3 van de bijlage.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

18 000 000

p.m.

45 000 000

90 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Acties die onder dit artikel vallen, ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van breedbandnetwerken.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot deze doelstellingen door middel van financieringsinstrumenten als bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

De uitgaven dekken financiële bijstand voor breedbandnetwerken, in de zin van artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, terugbetaald aan de Commissie en geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 7, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, lid 7, en deel 2 van de bijlage.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

119 345 512

81 826 000

104 018 258

71 830 000

100 400 551,27

45 162 774 ,—

Toelichting

Acties die onder dit artikel vallen, dragen bij tot de doelstellingen zoals uiteengezet in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 283/2014.

De acties ondersteunen projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van digitalediensteninfrastructuur.

Acties die onder dit artikel vallen, dragen gewoonlijk bij aan de genoemde doelstellingen door gebruikmaking van de instrumenten van subsidies en overheidsopdrachten:

 

centrale dienstenplatforms worden gewoonlijk gefinancierd door middel van overheidsopdrachten;

 

algemene diensten worden gewoonlijk gefinancierd door middel van subsidies.

De uitgaven dekken de volledige cyclus van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten, omvattende haalbaarheidsstudies, uitvoering, exploitatie en verbetering, coördinatie en evaluatie en technische bijstand, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 283/2014. De aandacht moet niet alleen worden gericht op het creëren van infrastructuurvoorzieningen voor digitale diensten en aanverwante diensten maar ook op de governance betreffende de exploitatie van dergelijke platforms en diensten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 6, lid 9, en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

49 653 000

40 841 000

19 330 000

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van entiteiten met een openbare opdracht voor de installatie van lokale draadloze toegangspunten in centra van het openbare leven zoals overheidsgebouwen, bibliotheken, gezondheidscentra en openbare buitenruimten. Die lokale draadloze connectiviteit dient te worden verstrekt op niet-commerciële basis of als aanvulling op andere publieke dienstverlening.

De uitgaven dekken ook ondersteuningsacties van het programma, in de zin van artikel 2, punt 7), van Verordening (EU) nr. 1316/2013.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 4.

Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1336/97/EG (PB L 86 van 21.3.2014), met name artikel 6, leden 1 tot en met 6, artikel 6, lid 9, en delen 1 en 3 van de bijlage daarbij.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 03 51

Voltooiing van voorgaande programma's

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

94 000

50 033,16

365 982,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen met betrekking tot het programma Safer Internet plus.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 04 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betal ingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

HORIZON 2020

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

1.1

426 837 832

378 998 000

322 099 260

216 700 000

221 291 383 ,—

295 276 610,29

77,91

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

1.1

119 448 719

136 127 000

108 536 406

100 482 000

100 561 638 ,—

102 019 054,22

74,94

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

546 286 551

515 125 000

430 635 666

317 182 000

321 853 021 ,—

397 295 664,51

77,13

09 04 02

Industrieel leiderschap

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

1.1

725 189 515

793 276 000

731 622 819

787 942 692

699 331 546,59

854 076 539,67

107,66

 

Artikel 09 04 02 — Subtotaal

 

725 189 515

793 276 000

731 622 819

787 942 692

699 331 546,59

854 076 539,67

107,66

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

1.1

141 434 051

144 191 000

100 213 001

99 345 061

102 370 410,80

105 468 392,31

73,14

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

1.1

41 482 827

46 634 000

44 285 476

37 428 482

33 922 521,69

50 149 512,39

107,54

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1.1

50 098 276

49 783 000

45 163 543

39 612 493

43 175 002,25

48 113 816,96

96,65

 

Artikel 09 04 03 — Subtotaal

 

233 015 154

240 608 000

189 662 020

176 386 036

179 467 934,74

203 731 721,66

84,67

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1.1

1 962 124

1 962 124

1 377 397

1 377 397

1 046 952 ,—

1 046 952 ,—

53,36

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

1.1

178 000 000

176 910 000

168 037 603

128 734 204

157 307 439 ,—

139 000 000 ,—

78,57

 

Artikel 09 04 07 — Subtotaal

 

179 962 124

178 872 124

169 415 000

130 111 601

158 354 391 ,—

140 046 952 ,—

78,29

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 118 244,92

12 064 489,37

 

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 672 122,69

17 796 800,78

 
 

Artikel 09 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

14 790 367,61

29 861 290,15

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1.1

p.m.

114 632 000

p.m.

269 111 000

975 276,79

413 056 721,53

360,33

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

26 626,72

26 626,72

 

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

1.1

p.m.

6 300 000

p.m.

16 820 000

74 093,64

32 445 940,01

515,01

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

8 843,10

 
 

Artikel 09 04 53 — Subtotaal

 

p.m.

6 300 000

p.m.

16 820 000

74 093,64

32 454 783,11

515,16

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1.1

p.m.

888 314

p.m.

1 166 315

0 ,—

1 494 043,92

168,19

09 04 77 02

Proefproject — Verbonden voor gezondheid: welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

336 243,98

 

09 04 77 03

Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

402 492 ,—

 

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

1.1

p.m.

50 000

p.m.

100 000

150 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

1.1

1 000 000

1 250 000

1 000 000

750 000

1 500 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

1.1

p.m.

320 000

p.m.

320 000

400 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

1.1

p.m.

160 000

p.m.

200 000

400 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

1.1

2 000 000

1 700 000

1 000 000

1 000 000

750 000 ,—

187 500 ,—

11,03

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

1.2

p.m.

1 300 000

p.m.

1 500 000

2 000 000 ,—

0 ,—

0

09 04 77 10

Proefproject — Kader van goede praktijken voor het aanpakken van seksueel misbruik van kinderen

1.1

p.m.

400 000

1 000 000

500 000

     

09 04 77 11

Proefproject — Initiatief bewustmaking over algoritmen

1.1

300 000

570 000

600 000

300 000

     

09 04 77 12

Proefproject — Digitale ondersteuners in kmo's: steun voor digitalisering ter versterking van de capaciteit van kmo’s om internationaal te gaan opereren en te innoveren

1.2

p.m.

900 000

1 000 000

500 000

     

09 04 77 13

Voorbereidende actie — Netwerken van digitale hubs

1.1

p.m.

1 125 000

1 500 000

750 000

     

09 04 77 14

Voorbereidende actie — Digitale transformatie van de Europese industrie

1.1

p.m.

1 350 000

1 500 000

750 000

     

09 04 77 15

Proefproject — Standaard toepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

1.1

p.m.

240 000

600 000

300 000

     

09 04 77 16

Proefproject — Europees platform voor kwetsbare mensen in de informatiemaatschappij: het in kaart brengen van beste praktijken voor en het sociaal-economische effect van de empowerment van kwetsbare gemeenschappen door middel van informatie- en communicatietechnologieën (ICT)

1.2

p.m.

300 000

750 000

375 000

     

09 04 77 17

Proefproject — Start This Up! Ecosysteem op basis van startende bedrijven (verbindingen leggen tussen universiteiten, ondernemers en een startershub in West-Pommeren) met regionaal talent buiten de centrale steden in Polen

1.2

p.m.

500 000

750 000

375 000

     

09 04 77 18

Voorbereidende actie — Oprichting van een Europese digitale academie

1.1

1 700 000

850 000

         

09 04 77 19

Proefproject — Het in kaart brengen van de ecosystemen van Europese startende en snelgroeiende ondernemingen

1.1

1 000 000

500 000

         

09 04 77 20

Proefproject — Kunst en in de digitale omgeving: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio's en samenleving

1.1

1 000 000

500 000

         

09 04 77 21

Proefproject — Europees ecosysteem van „distributed ledger”-technologieën voor het maatschappelijk en algemeen belang

1.1

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 09 04 77 — Subtotaal

 

8 000 000

13 403 314

9 700 000

8 886 315

5 200 000 ,—

2 420 279,90

18,06

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

1 692 453 344

1 862 216 438

1 531 035 505

1 706 439 644

1 380 073 258,09

2 072 970 579,25

111,32

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, alsmede voor de voltooiing van de voorafgaande onderzoeksprogramma's (het zevende kaderprogramma en de programma's daarvoor) en van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT PSP (2007-2013) en programma's van vóór 2007).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese Onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

De programma's zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in de hele Unie te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

De genderproblematiek zal in Horizon 2020 worden benaderd als een horizontaal vraagstuk teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen te verhelpen, en de genderdimensie in de inhoud van onderzoek en innovatie te integreren. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie op alle niveaus, inclusief de besluitvorming, van vrouwen in wetenschap en onderzoek

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, met name in het kader van de Europese Onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 09 01 05 worden opgevoerd.

09 04 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van de Unie op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, talent in de Unie wordt ontwikkeld, onderzoekers toegang verlenen tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en de Unie wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

426 837 832

378 998 000

322 099 260

216 700 000

221 291 383 ,—

295 276 610,29

Toelichting

De specifieke doelstelling is het bevorderen van baanbrekende nieuwe technologieën door nieuwe en zeer risicovolle ideeën op wetenschappelijke grondslag te onderzoeken. Door een flexibele ondersteuning van doelgericht en interdisciplinair onderzoek in samenwerkingsverbanden op uiteenlopende niveaus en door het vaststellen van innovatieve onderzoekspraktijken wordt getracht kansen in kaart te brengen met langetermijnvoordelen voor de burgers, de economie en de samenleving.

Activiteiten onder de specifieke doelstelling „onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën” bestrijken het gehele spectrum van wetenschappelijk aangestuurde innovatie: van kleinschalige vroegtijdige bottom-upverkenningen van embryonale en fragiele ideeën tot het ontwikkelen van nieuwe onderzoeks- en innovatiegemeenschappen rondom opkomende onderzoeksgebieden met transformatiepotentieel en grote onderzoeksinitiatieven in samenwerkingsverband op basis van een onderzoeksagenda met ambitieuze en visionaire doelstellingen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

119 448 719

136 127 000

108 536 406

100 482 000

100 561 638 ,—

102 019 054,22

Toelichting

De specifieke doelstelling is Europa te voorzien van onderzoeksinfrastructuur van wereldklasse die voor alle onderzoekers binnen en buiten Europa toegankelijk is en die de mogelijkheden voor wetenschappelijke vooruitgang en innovatie volledig benut.

De activiteiten zullen zijn gericht op de ontwikkeling, toepassing en exploitatie van e-infrastructuur. Daarnaast zijn er activiteiten op het gebied van innovatie, het ter beschikking stellen van meer personele middelen voor onderzoeksinfrastructuur, het uitstippelen van beleid en internationale samenwerking voorzien.

Er wordt een geïntegreerde en servicegerichte benadering gehanteerd om e-infrastructuren te verwezenlijken die tegemoetkomen aan de behoeften van de Europese wetenschap, industrie en maatschappij wat betreft de ontwikkeling en toepassing van geïntegreerde e-infrastructuurdiensten voor zeer uiteenlopende onderzoeksgemeenschappen (waarbij de strikte scheiding tussen deelgebieden wordt weggenomen). De coördinatie en synergie met betrekking tot de ontwikkeling van e-infrastructuur op nationaal niveau en het uitbreiden van e-infrastructuur tot buiten de wetenschap, tot de driehoek wetenschap-industrie-maatschappij.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder d).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 02

Industrieel leiderschap

Toelichting

Deze prioriteit van Horizon 2020 is erop gericht de Unie aantrekkelijker te maken voor investeringen in onderzoek en innovatie door activiteiten te promoten waarbij de agenda door het bedrijfsleven wordt bepaald, alsook op een versnelde ontwikkeling van nieuwe technologieën die toekomstige ondernemingen en economische groei zullen ondersteunen. Een en ander zal grote investeringen in belangrijke industriële technologieën teweegbrengen en maximale groeikansen creëren voor bedrijven in de Unie dankzij een passende financiering en steun om innoverende kleine en middelgrote ondernemingen door te laten groeien tot wereldleiders.

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

725 189 515

793 276 000

731 622 819

787 942 692

699 331 546,59

854 076 539,67

Toelichting

Oude post 09 04 02 01 (ten dele)

De specifieke doelstelling is het onderhouden en opbouwen van wereldwijd leiderschap op het gebied van ontsluitende technologieën die het concurrentievermogen in een reeks bestaande en opkomende industrieën en sectoren ondersteunen. Overeenkomstig de digitale eengemaakte markt voor Europa is de specifieke doelstelling van onderzoek en innovatie op ICT-gebied Europa in staat te stellen de kansen die de vooruitgang in de ICT biedt te ontwikkelen en benutten ten bate van de burgers, het bedrijfsleven en wetenschappelijke gemeenschappen.

ICT is de steunpijler voor innovatie en concurrentievermogen in de meeste uiteenlopende private en publieke markten en sectoren en maakt daarnaast wetenschappelijke vooruitgang op alle gebieden mogelijk. De komende tien jaar zullen alle aspecten van het leven steeds meer doordrongen worden van het transformatie-effect van digitale technologieën alsmede ICT-componenten, -infrastructuren en -diensten.

De activiteiten zullen wetenschappelijke en technologische basis in de Unie verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa. De activiteiten in het kader van de specifieke doelstelling „leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie” worden voornamelijk gebaseerd op door de industrie en het bedrijfsleven in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap bepaalde onderzoeks- en innovatieagenda’s. Hierbij wordt een grote nadruk gelegd op de hefboomwerking om investeringen uit de private sector aan te trekken.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder deze post vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 2, onder a), i).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

141 434 051

144 191 000

100 213 001

99 345 061

102 370 410,80

105 468 392,31

Toelichting

Oude post 09 04 03 01 (ten dele)

Doel van dit actieplan e-gezondheidszorg 2012-2020 is het gebruik en de ontwikkeling van e-gezondheidszorg om een aantal van de meest dringende uitdagingen voor de gezondheidszorg en de gezondheidszorgstelsels in de eerste helft van de 21e eeuw aan te pakken, namelijk:

 

verbeteren van de behandeling van chronische ziekten en multimorbiditeit (meerdere ziekten tegelijkertijd) en versterken van doeltreffende maatregelen voor preventie en gezondheidsbevordering;

 

verhogen van de duurzaamheid en doeltreffendheid van gezondheidsstelsels door het ontsluiten van innovatie, een meer op de patiënt/burger gerichte zorg en meer mondigheid van de burgers, en bevorderen van organisatorische veranderingen;

 

bevorderen van grensoverschrijdende gezondheidszorg, bescherming van de gezondheid, solidariteit, universaliteit en gelijkheid;

 

verbeteren van de juridische en marktvoorwaarden voor de ontwikkeling van e-gezondheidsproducten en -diensten.

Het is gebleken dat op ICT gebaseerde producten en diensten kunnen helpen deze aanzienlijke uitdagingen het hoofd te bieden in de vorm van gepersonaliseerde gezondheidszorg-, telegezondheids- en telezorgoplossingen, dienstverlenende robotica voor de gezondheidszorg- en de zorgsector, steun om langer actief en onafhankelijk te leven alsmede de thuiszorg. Dit biedt daarnaast aanzienlijke nieuwe groeikansen, omdat er grote nieuwe markten ontstaan voor op ICT gebaseerde producten en diensten met betrekking tot de gezondheidszorg, demografische ontwikkelingen en welzijn.

De activiteiten bestrijken de ontwikkeling en exploitatie van ICT voor oplossingen op het gebied van de gezondheidszorg, welzijn en gezond ouder worden. Hierbij wordt voortgebouwd op ondersteunende technologieën uit de ICT in het kader van het leiderschap op het gebied van ontsluitende en industriële technologieën, zoals micro- en nanosystemen, ingebedde systemen, robotica, internet van de toekomst en cloudtechnologieën. Daarnaast wordt er voortgebouwd op de verdere ontwikkeling van technologieën ter bevordering van de beveiliging en de persoonlijke levenssfeer.

Verder wordt het gemeenschappelijke onderzoek- en ontwikkelingsprogramma voor omgevingsondersteund wonen, ondersteund om bij te dragen aan de beschikbaarheid en exploitatie van op ICT gebaseerde producten en diensten, en worden de innovatie- en proefprojecten op ICT-gebied ondersteund in het kader van het Europese innovatiepartnerschap voor actief en gezond ouder worden en het actieplan e-gezondheidszorg 2020.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten van de follow-up en de evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 482 827

46 634 000

44 285 476

37 428 482

33 922 521,69

50 149 512,39

Toelichting

Oude post 09 04 03 02 (ten dele)

De specifieke doelstelling is het bevorderen van inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen in een wereld van transformaties zonder weerga en een wereldwijd toenemende onderlinge afhankelijkheid.

De activiteiten bestrijken vier hoofdterreinen: ICT-gestuurde innovaties in de overheidssector, het inzichtelijk maken en behouden van Europa's intellectuele grondslagen en cultureel erfgoed, scholing en sociale inclusie.

ICT-ondersteunde innovaties in de overheidssector hebben betrekking op het gebruik van ICT voor het verwezenlijken en uitvoeren van nieuwe processen, producten, diensten en toe te passen methoden, die leiden tot een wezenlijke verbetering van de efficiency, doeltreffendheid en kwaliteit van overheidsdiensten. Overheidsdiensten moeten in de toekomst per definitie digitaal en grensoverschrijdend werken. De activiteiten hebben betrekking op de bevordering van efficiënte, open openbare diensten waarin de burger centraal staat en waarbij de publieke sector een rol vervult als actor van innovatie en verandering, alsook op grensoverschrijdende innovatiemaatregelen en het probleemloze aanbieden van overheidsdiensten.

Het doel met betrekking tot het tweede hoofdterrein is „Europa's intellectuele grondslagen en cultureel erfgoed inzichtelijker te maken: haar geschiedenis en de veelheid aan Europese en niet-Europese invloeden, als bron van inspiratie voor de tijd waarin wij leven”, alsook om de toegang tot en het gebruik van dit cultureel erfgoed te bevorderen.

Met betrekking tot het derde hoofdterrein is het doel ondersteunen van de grootschalige invoering van ICT op scholen en voor opleidingen in Europa.

Het doel met betrekking tot het vierde hoofdterrein is ervoor te zorgen dat ouderen (65 jaar en ouder), werklozen en laagopgeleiden, migranten, zorgbehoevenden, inwoners van afgelegen en arme gebieden, mensen met een handicap en daklozen volwaardig aan de samenleving deelnemen. De activiteiten zijn erop gericht ervoor te zorgen dat zij over de vereiste digitale vaardigheden beschikken en toegang hebben tot digitale technologieën. Verder worden activiteiten ondersteund die ervoor zorgen dat er bij ICT-gerelateerde innovatie meer rekening wordt gehouden met inclusiviteit en verantwoordelijkheid.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten voor de monitoring en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de monitoring en verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Een deel van de steun van de Unie voor COST, het intergouvernementele kader voor transnationale samenwerking tussen onderzoekers, ingenieurs en wetenschappers in heel Europa, valt ook onder dit krediet.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder f).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 098 276

49 783 000

45 163 543

39 612 493

43 175 002,25

48 113 816,96

Toelichting

Oude post 09 04 03 03 (ten dele)

De specifieke doelstelling is veilige samenlevingen te bevorderen en bij te dragen tot de bescherming van de vrijheid en de veiligheid van de Unie en haar burgers.

Het gaat om een geïntegreerd gamma van activiteiten om: oplossingen te ontwikkelen om onze samenleving en economie te beschermen tegen al dan niet opzettelijke verstoringen van de informatie- en communicatietechnologieën waarop deze steunen; oplossingen aan te reiken voor volledig beveiligde ICT-systemen, -diensten en toepassingen; het recht van personen op privacy in de digitale samenleving te beschermen; de industrie te stimuleren om veilige ICT te leveren; de keuze voor veilige ICT aan te moedigen.

Het optreden is erop gericht computerveiligheid, vertrouwen in en privacy op de digitale eengemaakte markt te waarborgen, en tegelijkertijd de concurrentiepositie van de Uniebeveiligings-, ICT- en dienstensectoren te verbeteren. Daarnaast wordt beoogd het vertrouwen van de gebruikers in hun deelname aan de digitale samenleving te vergroten en de bezorgdheid bij de burgers weg te nemen dat hun persoonlijke informatie (bv. bij internetbankieren of online aankopen) vanwege een gebrekkige beveiliging online openbaar wordt gemaakt.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analyses en evaluaties, de kosten voor de monitoring en evaluatie van het specifieke programma en de kaderprogramma's, alsmede de kosten van activiteiten voor de monitoring en verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma's.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 07

Gemeenschappelijke ondernemingen

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 962 124

1 962 124

1 377 397

1 377 397

1 046 952 ,—

1 046 952 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

178 000 000

176 910 000

168 037 603

128 734 204

157 307 439 ,—

139 000 000 ,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) draagt bij tot de tenuitvoerlegging van Horizon 2020, met name met betrekking tot het segment „informatie- en communicatietechnologie” van de prioriteit „industrieel leiderschap”. Het doel ervan is de voortrekkersrol van Europa op het gebied van elektronische componenten en systemen te vrijwaren en het gebruik van elektronische componenten en systemen te versnellen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 152).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

09 04 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

09 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 118 244,92

12 064 489,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 672 122,69

17 796 800,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

114 632 000

p.m.

269 111 000

975 276,79

413 056 721,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere verplichtingen in verband met het zevende kaderprogramma (2007-2013).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

26 626,72

26 626,72

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese Onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese Onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

09 04 53

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 300 000

p.m.

16 820 000

74 093,64

32 445 940,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI) — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de desbetreffende kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

8 843,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus, met netwerken in de telecommunicatiesectoren en met het meerjarenprogramma Modinis.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

09 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 04 77 01

Proefproject — Technologieën om kennis toegankelijkheid te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

888 314

p.m.

1 166 315

0 ,—

1 494 043,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 02

Proefproject — Verbonden voor gezondheid: welzijns- en gezondheidsoplossingen in een open access FTTH-netwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

336 243,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 03

Proefproject — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

402 492 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 04

Proefproject — De Europese digitale agenda en Silicon Valley

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000

p.m.

100 000

150 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 05

Voorbereidende actie — Technologieën om kennis toegankelijk te maken: kennis in kaart brengen en consolideren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 250 000

1 000 000

750 000

1 500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Hoger onderwijs en onderzoek ontwikkelen zich in hoog tempo. De totstandbrenging van nieuwe kennistechnologie vereist de opleiding van docenten, studenten en onderzoekers, alsmede van eenieder die zich moet aanpassen aan de nieuwe eisen van de markt. De vele initiatieven, zoals burgerwetenschap, games voor wetenschappelijk onderzoek en Massive Open Online Courses (MOOC's) laten zien dat, net als veel andere sectoren, onderwijs en onderzoek een snelle ontwikkeling doormaken. Om het potentieel van dit nieuwe type leervormen voor de arbeidsmarkt volledig te kunnen benutten, zijn er methodes nodig waarmee de kwaliteit van het geleerde kan worden geconsolideerd. Met het oog daarop moet een mechanisme worden ontworpen om personen in staat te stellen hun vaardigheden en kennis te evalueren (in kaart brengen van hun kennis), na te gaan welke kennis nodig is op de arbeidsmarkt en een leertraject uit te stippelen om de aansluiting met de arbeidsmarkt te verwezenlijken, door voor elk individu de juiste leerinhoud te bieden. Alleen op deze wijze kan worden gewaarborgd dat de juiste inhoud beschikbaar is voor elke doelgroep. Om de voortgang op het leertraject te kunnen volgen, moet de opgedane kennis worden gevalideerd, wat mogelijk is via onlinecertificaten of -badges.

Van dit soort sociale en technologische innovaties moeten alle burgers kunnen gebruikmaken, ongeacht hun inkomen, talenkennis, leeftijd, gezondheidstoestand of culturele achtergrond. Deze actie moet daarom bijdragen aan het overbruggen van de kenniskloof en de werkloosheid verlagen door met name jonge werklozen te helpen hun kennis optimaal uit te breiden en nieuwe carrièrekansen te vinden.

De algemene doelstelling van deze voorbereidende actie is het demonstreren van een Europabreed ICT-systeem om Europese burgers, met name werklozen, zo snel mogelijk kennis en vaardigheden te laten opdoen door zo goed mogelijk gebruik te maken van onlinecursussen en open onderwijsbronnen. De voorbereidende actie dient voor het ontwikkelen en toepassen van een technologisch platform voor het integreren van onlinediensten, waaronder de volgende modules:

 

1.

in kaart brengen van vaardigheden en competenties;

 

2.

op maat gesneden stappenplannen (met behulp van onderwijsdiensten, waaronder specifieke open onderwijsbronnen);

 

3.

mechanismen voor het consolideren van opgedane kennis.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 06

Proefproject — Digitale vaardigheden: nieuwe beroepen, nieuwe onderwijsmethodes en nieuwe banen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

320 000

p.m.

320 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 07

Proefproject — Ontwikkeling van het gebruik van nieuwe technologieën en digitale instrumenten in het onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

160 000

p.m.

200 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 08

Voorbereidende actie — REIsearch (Research Excellence Innovation Framework) — Vergroting van het concurrentievermogen van de Europese Onderzoeksruimte door betere communicatie tussen onderzoekers, burgers, industrie en beleidsmakers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 700 000

1 000 000

1 000 000

750 000 ,—

187 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

REIsearch streeft ernaar het Europese intellectuele kapitaal ten volle te benutten met behulp van de nieuwe media, ten behoeve van burgers, ondernemers en wetenschappers. Deze voorbereidende actie bouwt voort op een geslaagd proefproject en zal de werkzaamheden van het platform uitbreiden.

Deze voorbereidende actie dient voor de uitwerking van een elektronisch-infrastructuurplatform rond het socialenetwerkconcept, wat de rechtstreekse communicatie tussen onderzoekers, beleidsmakers en burgers en de betrokkenheid van de media in de hele Europese Onderzoeksruimte bevordert.

Uitgaande van de „maatschappelijke uitdagingen” zoals omschreven in Horizon 2020 steunt REIsearch de oprichting van virtuele clusters rond kernthema's, met het oog op een rechtstreekse en open dialoog tussen wetenschap en samenleving.

Gestreefd wordt naar actieve interactie tussen wetenschap, burgers en beleidsmakers via de Europese en sociale netwerken, zodat de burgers de onderzoeksagenda kunnen meebepalen, kunnen meepraten over lopende onderzoeksprocessen en kunnen meediscussiëren over de resultaten en gevolgen van onderzoek voor maatschappij, beleid en vervolgonderzoek. Het stimuleert wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming in al het optreden van de Unie, in overeenstemming met het streven naar betere regelgeving. REIsearch steunt wetenschappelijk onderbouwde beleidsvorming door de toegang tot alle soorten wetenschappelijke informatie mogelijk te maken en voor een kritische kennismassa te zorgen; met als doel het vertrouwen van alle platformgebruikers te winnen. Het platform is neutraal en nationaliteit en wetenschappelijke achtergrond spelen geen rol. Discussies worden gekoppeld aan het wetenschappelijke bewijsmateriaal dat als uitgangspunt wordt gebruikt.

REIsearch bouwt voort op een geslaagd, 14 maanden durend proefproject en zal worden uitgebreid tot alle mogelijke maatschappelijke uitdagingen, zodat gebruikers zelf de clusters rond en de koers van het debat over de onderwerpen van hun keuze kunnen bepalen. Naast het eigenlijke platform zal REIsearch ook een reeks hulpmiddelen omvatten, zoals big data/datamining op sociale media, nieuwe kunstmatige intelligentie-toepassingen en semantisch-webtoepassingen, met als doel informatie in te winnen over de trends en stromingen in de consensus en discussies op wetenschappelijk gebied.

De doelstellingen van de voorbereidende actie zijn:

 

uitbreiding en versterking van de betrouwbare elektronische infrastructuur zonder winstoogmerk (te vergelijken met sociale netwerken) die in 2015 als bètaversie is gelanceerd, met als doel de communicatie en dialoog tussen disciplines, sectoren en over de grenzen heen te bevorderen;

 

analyse en evaluatie van de resultaten van de gelanceerde bètaversie en ontwikkeling van de zoekalgoritmen en mechanismen voor datamining die de capaciteiten inzake het in kaart brengen van trends bepalen;

 

verdere bevordering van de interoperabiliteit met bestaande onderzoeksdatabanken en -platforms, met als doel een enkel toegangspunt op te zetten voor onderzoeksresultaten uit alle landen en sectoren (interoperabiliteit) en aansluiting te zoeken bij bestaande Europese initiatieven;

 

uitbreiding van de virtuele clusters tot alle mogelijke maatschappelijke uitdagingen die zowel onderzoekers, ondernemingen, burgers als beleidsmakers aangaan, met als doel de samenwerking op deze kerngebieden te verbeteren;

 

totstandbrenging van een rechtstreekse dialoog tussen die virtuele clusters en de bevolking via toonaangevende Europese media.

De voorbereidende actie biedt een antwoord op de behoeften en punten van zorg die zijn omschreven in de digitale agenda en Horizon 2020. Het steunt ook de onderliggende infrastructuren van de Europese Onderzoeksruimte, die een essentiële motor vormt voor het ontsluiten van Europa's potentieel inzake innovaties die tot banen en economische groei leiden.

Actuele onderwerpen waarop de actie inspeelt: uit recente ICT-ontwikkelingen is gebleken hoe sociale netwerken en elektronische infrastructuur kunnen bijdragen aan het kanaliseren van de mogelijkheden die netwerken bieden.

De bestaande online-infrastructuur voor onderzoek heeft te maken met de volgende problemen:

 

Omvang: de meeste bestaande netwerken zijn te klein om contacten te kunnen leggen buiten hun specifieke terrein en onderzoeksgroep (volgens statistieken van de Commissie is de gemiddelde omvang van een onlinenetwerk van onderzoekers ongeveer 100 gebruikers). Er moet een omvangrijk netwerk worden opgezet om onderzoekers en andere belanghebbenden toegang te bieden tot informatie uit andere sectoren en disciplines, met gebruikmaking van een instrument waarmee zij vertrouwd zijn.

 

Bereik: normaal gesproken worden in netwerken gebruikers bijeengebracht binnen hetzelfde terrein en dezelfde sector. Om de innovatieve capaciteit in Europa ten volle te benutten moet het makkelijker worden om verbindingen te leggen tussen disciplines en sectoren.

 

Betrouwbaarheid: een belangrijke reden waarom grote onderzoeksnetwerken niet succesvol zijn, is dat bestaande contacten nog altijd zijn gebaseerd op persoonlijke netwerken en dat de online-identiteit van gebruikers niet wordt vertrouwd. Om contacten tussen disciplines te bevorderen moet een systeem voor identiteitscontrole worden ingevoerd waarmee een veilige omgeving voor alle gebruikers wordt gecreëerd.

 

Vertrouwen: dit is van wezenlijk belang voor elk netwerk. Op basis van marktonderzoek moet in samenwerking met belanghebbenden een Europees sociaal netwerk/elektronische infrastructuur worden ontwikkeld dat geen winstoogmerk heeft en een duidelijk, in samenwerking met onderzoekers ontwikkeld beleid op het gebied van intellectuele eigendom voert.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 09

Voorbereidende actie — Slimme fabrieken in Oost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 300 000

p.m.

1 500 000

2 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De voorbereidende actie heeft tot doel om een samenhangende, gecoördineerde en duurzame benadering te waarborgen, de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden (ondernemingen, universiteiten, onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld) uit Oost-Europa te verzekeren, verder te ontwikkelen en te verbeteren, en de regionale entiteiten in dit deel van Europa te informeren, voor te bereiden en te ondersteunen op het gebied van projectontwikkeling in het kader van de regeling van de Commissie voor slimme fabrieken. De actie omvat de regio's in Oost-Europa die zwaar getroffen zijn door de-industrialisering, waar nog geen slimme fabrieken zijn gestart of opgezet of waar de industriële capaciteit moet worden verbeterd.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het industrieel potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, en daarnaast het innovatiepotentieel en de uitbreiding daarvan te bestuderen. De voorbereidende actie is duidelijk gericht op het vaststellen van industriële concurrentievoordelen en de mogelijkheden voor specialisatie op regionaal niveau op basis van ondernemende verkenningen, de vaststelling van een beheersstructuur en een kader voor permanente samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers, alsmede steun voor het opstellen van de relevante beleidsdocumenten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 10

Proefproject — Kader van goede praktijken voor het aanpakken van seksueel misbruik van kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Cybercriminaliteit neemt toe. Materiaal dat seksueel misbruik van kinderen bevat (kinderporno) overschrijdt in de extreem verweven wereld van nu helaas nationale grenzen op een tot dusver ongekende schaal. Het gaat hier om één van de meest abjecte vormen van cybercriminaliteit. De afgelopen jaren heeft deze afschuwelijke vorm van criminaliteit ons voor steeds meer uitdagingen gesteld. De technologie is immers steeds geavanceerder geworden, waardoor de daders en criminele aanbieders en producenten van kinderporno moeilijker te traceren zijn. Bovendien komen de bij het INHOPE-netwerk werkzame hotline-analisten van digitale inhoud dagelijks meer grafische en gewelddadige inhoud tegen met steeds jongere slachtoffers, onder wie kinderen van 1 jaar en jonger, aangezien de vraag naar nieuw materiaal groeit.

De hotlines van de leden van INHOPE fungeren als publieke dienst, zodat burgers actie kunnen ondernemen en een anonieme melding kunnen doen wanneer zij op internet verdacht materiaal tegenkomen. Nationale hotlines werken met toegewijde en wereldwijd actieve politie-eenheden, en zijn daarmee essentiële partners voor de politie omdat zij erop toezien dat alleen beelden aan de politie worden doorgespeeld waarvan is bevestigd dat zij kinderporno bevatten (volgens de wetgeving van het land waar de hotline is gevestigd). De hotlines van INHOPE zijn zeer nuttig gebleken tijdens het proces „Notice-and-Takedown” in alle lidstaten en daarbuiten, waarbij sinds 1999 het aantal leden van het INHOPE-netwerk elk jaar is gegroeid, en het netwerk tevens bijdraagt aan de vereiste identificatie van het slachtoffer.

Aangezien ieder kind recht heeft op een jeugd zonder geweld en misbruik en beschermd moet worden tegen kwalijke praktijken, wordt in het kader van dit proefproject kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de uitdagingen waarmee hotlines te maken krijgen wanneer zij seksueel misbruik van kinderen in lidstaten proberen aan te pakken. Met dit onderzoek kan een kader van optimale praktijken worden ontwikkeld ter ondersteuning van de ontwikkeling en de verbetering van hotlines in de hele Unie. Iets wat werkt in één lidstaat hoeft niet per definitie ook in een andere lidstaat te werken. Er is daarom onderzoek nodig om te kunnen omgaan met de uitdagingen waar lidstaten mee te maken hebben en te bepalen hoe zij kunnen samenwerken met diverse belanghebbenden zoals rechtshandhavers, ministeries en het bedrijfsleven. Door middel van kwalitatief onderzoek worden de belangrijkste uitdagingen blootgelegd waarmee nationale hotlines ter bestrijding van seksueel misbruik van kinderen in de lidstaten te maken krijgen. Het onderzoek vindt plaats in de vorm van interviews, case studies, enquêtes enz., zodat kan worden vastgesteld welke uitdagingen en belemmeringen de hotlines ondervinden.

INHOPE beschikt over een unieke positie en expertise op dit gebied, en kan dan ook dit kader ontwikkelen, aangezien het een wereldwijd netwerk van internethotlines is dat alle lidstaten bestrijkt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 11

Proefproject — Initiatief bewustmaking over algoritmen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

570 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject beoogt ten behoeve van de burgers en onze democratie de aandacht te vestigen op de mogelijke impact van en de behoefte aan transparantie over algoritmen, en bij te dragen aan de ontwikkeling van de digitale eengemaakte markt.

In het proefproject kunnen de volgende kwesties aan bod komen:

 

bewustmaking van eindgebruikers over de rol van algoritmen in digitale samenlevingen;

 

beoordelen van het spectrum van mogelijke positieve en negatieve effecten van algoritmen en nadenken over de technische en niet-technische aspecten die tot discriminerende praktijken leiden. Bij de beoordeling kan onder de aandacht worden gebracht welke mogelijkheden algoritmen inhouden en worden bekeken welke gevolgen ze hebben en welke kansen ze scheppen voor innovatie, kmo's/mkb-bedrijven, de privacy, de vrijheid van meningsuiting en de vrije stroom van informatie, en hoe een evenwicht kan worden bereikt tussen de transparantie van algoritmen en bv. de bescherming van bedrijfsgeheimen;

 

aan de hand van de resultaten van de beoordeling en in overleg met belanghebbenden nadenken over een passend en evenredig beleidsantwoord dat voorziet in de behoefte aan transparantie, vertrouwen en bewustmaking, maar ook rekening houdt met de implicaties qua instellingen en capaciteit voor mogelijk overheidstoezicht. Dat kan bestaan in monitoring en sporadische tests op algoritmen om erop toe te zien dat ze best practices inzake ethiek en concurrentie volgen, en het verzamelen van basisinformatie die bevattelijk is voor klanten en burgers. Zo krijgen gebruikers meer inzicht in de basissoorten algoritmische criteria en kunnen ze met kennis van zaken keuzes maken;

 

een correct beheer van algoritmische besluitvorming, hetgeen een uitdaging vormt voor beleidsmakers en alle betrokken partijen. Regeringen moeten hun begrip en gebruik van relevante instrumenten vergroten om de uitdagingen van algoritmische besluitvorming doeltreffend aan te gaan. Er is behoefte aan meer samenwerking tussen regeringen in Europa en aan de totstandbrenging van een flexibele benadering toegesneden op een geglobaliseerde digitale wereld. Dit dient te berusten op een beter begrip van de mogelijke politieke keuzes die kunnen worden gemaakt ten aanzien van verschillende kwesties die zich voordoen, van technische uitdagingen tot ethische en juridische overwegingen. Het complexe karakter van deze onderwerpen moet terug te zien zijn in de voornaamste beleidsdoelstellingen, van het beschermen van de grondrechten tot het stimuleren van een innovatief klimaat in Europa.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB C 83 van 30 maart 2010, blz. 47), met name de artikelen 10 en 169.

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30 maart 2010, blz. 389), met name de artikelen 8, 11 en 38.

Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1), met name artikel 22.

Mededeling van de Commissie van 25 mei 2016 getiteld „Online platforms en de digitale eengemaakte markt — Kansen en uitdagingen voor Europa” — COM(2016) 288 final.

Werkdocument van de diensten van de Commissie getiteld „Online platforms”, bij de mededeling van de Commissie over online platforms en de digitale eengemaakte markt — SWD(2016) 172 final.

09 04 77 12

Proefproject — Digitale ondersteuners in kmo's: steun voor digitalisering ter versterking van de capaciteit van kmo’s om internationaal te gaan opereren en te innoveren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

900 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Ondersteuning van dynamische, op groei georiënteerde kmo's (mkb-bedrijven) en startende bedrijven om vertrouwd te raken met digitale technologieën en deze in hun kernactiviteiten te integreren, vormt een cruciale factor om bedrijven te helpen hun zakelijke activiteiten en hun innovatiecapaciteit te ontwikkelen, nieuwe markten te betreden, en daarmee hun concurrentievermogen te vergroten. De grote meerderheid van kmo's, met name kleine ondernemingen in traditionele sectoren, hebben grote moeite te begrijpen wat het potentieel is van nieuwe digitale technologieën, zoals data-analyse, e-handel, robotica, micro-elektronica, mechatronica enz., en de voordelen die de toepassing daarvan kan meebrengen voor de werking van hun bedrijf, voor de productieprocessen en voor hun relatie met consumenten.

In deze context bestaat de belangrijkste doelstelling van het proefproject, uit het aan elkaar koppelen van kmo’s en hoog gekwalificeerde computerdeskundigen om het gebrek aan adequate technologische vaardigheden binnen het bedrijf te verhelpen, het bedrijf te voorzien van de passende uitrusting en de digitale transformatie mogelijk te maken, als een cruciaal instrument voor internationalisering, hetzij op de interne markt hetzij naar derde landen.

Vaak zijn op groei gerichte kmo's en startende bedrijven niet in staat hun eigen personeel in te zetten voor het volgen van de voortdurende evolutie van nieuwe technologieën, zelfs niet op deeltijdbasis. Dit is de reden dat een bedrijf met behulp van digitale ondersteuning in staat zou worden gesteld geschikte digitale technologieën te ontdekken en toe te passen, nieuwe kansen voor innovatie te benutten en de capaciteit om nieuwe markten te betreden, ook binnen de Unie, te vergroten. Tevens biedt het een gelegenheid voor jonge digitale ondersteuners — deskundigen met specifieke vaardigheden, afkomstig van incubatorcentra of universiteiten — om hun technologische kennis binnen een gevestigde kmo te testen.

Het project stelt jonge hooggekwalificeerde computerdeskundigen (geen eenvoudige IT-managers) in staat voor een periode van één tot zes maanden in een andere lidstaat in een op groei gerichte kmo te werken, naargelang de digitaliseringsbehoeften van het bedrijf.

De belangrijkste elementen van het proefproject zijn:

 

ondersteuning voor de koppelfase (bedrijvenselectie, vacatures — ook in het Eures-portaal — en aanwerving);

 

plaatsing van de digitale ondersteuner in de kmo (Uniesubsidie voor de adviesdiensten van de digitale ondersteuner);

 

training/coachingpakket voor de kmo en de digitale ondersteuner;

 

internationalisering, innovatie, mobiliteit en ondernemerschap.

Het proefproject ondersteunt kmo's bij het ondergaan van een digitale transformatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 13

Voorbereidende actie — Netwerken van digitale hubs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 125 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft als doel het potentieel van digitale hubs en centra in Europa te versterken door ze met elkaar in verbinding te brengen, gemeenschappelijke projecten te ontwikkelen en een digitale gemeenschap op te bouwen die het Europees concurrentievermogen van deze sector kan vergroten. Met deze actie worden alle Europese digitale belanghebbenden en hubs met elkaar in verbinding gebracht teneinde een plan op te stellen voor integratie en samenwerking, dat erop gericht is om gemeenschappelijke projecten en Europese digitale centra te ontwikkelen die het volledige Europese potentieel kunnen benutten. De actie zal zich richten op de meest innovatieve hubs en centra, die een hoge toegevoegde waarde hebben en de mogelijkheid bieden voor een multiplicatoreffect. Bijgevolg zal in het kader van de voorbereidende actie ten eerste een netwerk van hubs en centra worden opgericht. De comparatieve voordelen en de huidige status van de hubs en centra zullen vervolgens in kaart worden gebracht, evenals hun potentieel voor ontwikkeling en samenwerking. Ook zal er een werkgroep van actieve en stimulerende deskundigen en belanghebbenden in het leven worden geroepen, een gemeenschappelijk integratieplan worden opgesteld op basis van concrete projecten en een reeks beleidsopties worden uitgewerkt waarmee de banden tussen de Europese hubs en centra kunnen worden aangehaald en hun samenwerking kan worden versterkt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 14

Voorbereidende actie — Digitale transformatie van de Europese industrie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 350 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft als doel om een samenhangende, gecoördineerde en duurzame benadering te waarborgen, de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden die belangstelling hebben voor de digitalisering van de Europese industrie (ondernemingen, universiteiten, onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld) te garanderen, verder te ontwikkelen en te verbeteren, en hen te informeren, erop voor te bereiden en te helpen om projecten te ontwikkelen die zijn afgestemd op de nieuwe transformaties.

De actie richt zich zowel op regio's die zwaar getroffen zijn door de-industrialisering en nog geen digitaliseringsprogramma/-plan hebben als op regio's waarvan de industriële capaciteit moet worden verbeterd.

Deze voorbereidende actie heeft als doel in kaart te brengen en te beoordelen in hoeverre het industrieel potentieel bij het digitaliseringsproces wordt benut, de benutting van dit potentieel te ondersteunen en de mogelijkheden van het innovatiepotentieel en de uitbreiding daarvan te bestuderen.

Op basis van ondernemende verkenningen, de vaststelling van een beheersstructuur en een kader voor permanente samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers, alsmede steun voor het opstellen van de nodige beleidsdocumenten, zal de voorbereidende actie zich duidelijk richten op het vaststellen van industriële concurrentievoordelen en mogelijkheden voor digitale specialisatie op sectoraal niveau.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 15

Proefproject — Standaard toepassing van vereisten voor webtoegankelijkheid in tools en platforms voor web-authoring (Web Access By Default)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

240 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject beoogt de toepassing van de betreffende toegankelijkheidsvereisten van Europese norm EN 301 549 V1.1.2 rechtstreeks aan te moedigen en te steunen door subsidies toe te kennen aan bedrijven, verenigingen of andere non-profitorganisaties die instellingen die aan deze Europese norm voldoen, als standaardoptie opnemen in hun tools en platforms voor web-authoring. Open source- of gratis te gebruiken tools en platforms krijgen bijzondere prioriteit. Deze subsidies kunnen ook worden toegekend aan overheden van lidstaten die interne tools en platforms voor het ontwerpen van overheidswebsites ontwikkelen, en om tests te laten uitvoeren door gebruikers.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 16

Proefproject — Europees platform voor kwetsbare mensen in de informatiemaatschappij: het in kaart brengen van beste praktijken voor en het sociaal-economische effect van de empowerment van kwetsbare gemeenschappen door middel van informatie- en communicatietechnologieën (ICT)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Dit project beoogt de ontwikkeling van een interactieve onlinekaart waarop de bestaande beste praktijken in kaart worden gebracht die zijn ontwikkeld om in de 28 lidstaten een betere integratie van kwetsbare/achtergestelde groepen in de informatiemaatschappij te bewerkstelligen.

Beste praktijken zijn gericht op informatie over bestaande instrumenten, praktijken, capaciteiten, technieken, infrastructuur en normen.

Dit proefproject zal de belanghebbenden inzicht bieden in wat reeds bestaat en helpen om de ervaringen te benutten die zijn opgedaan met bestaande instrumenten op lokaal, nationaal en Europees niveau.

Het project zorgt ervoor dat belanghebbenden duplicatie kunnen vermijden en het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden, terwijl de bestaande kennis wordt geconsolideerd om kwetsbare gemeenschappen in Europa beter te integreren en de uitwisseling tussen belanghebbenden uit de publieke en private sector en het maatschappelijk middenveld wordt gestimuleerd.

Het project kan worden ontwikkeld in coördinatie met het Global Internet Policy Observatory (GIPO) en het Europees Internet-Forum.

Direct resultaat: interactieve onlinekaart op een onlineplatform waarop de bestaande beste praktijken in kaart worden gebracht.

Globaal overzicht

Aspecten van de informatiemaatschappij zijn alomtegenwoordig in het dagelijks leven en zijn een integraal onderdeel gaan vormen van dagelijks activiteiten op het werk, thuis of tijdens sociale contacten.

Het internet en informatie- en communicatietechnologieën (ICT's) brengen veranderingen in een stroomversnelling; zij zijn tevens een perfect instrument om kwetsbare mensen te helpen ontdekken welke kansen de informatiemaatschappij biedt en optimaal gebruik te maken van hun mensenrechten als Unieburgers.

ICT's kunnen een essentiële, vruchtbare omgeving bieden voor de empowerment van mensen, met name mensen die onder kwetsbare omstandigheden leven, en kunnen helpen om in te spelen op de demografische veranderingen die op Unieniveau plaatsvinden.

Beoogde groepen kwetsbare mensen:

 

mensen met een handicap en ouderen;

 

gemarginaliseerde jonge mensen en kinderen;

 

werklozen of mensen met sociale problemen;

 

als gemarginaliseerd aangemerkte mensen, die de gevolgen ondervinden van huidige sociaal-economische of politieke ontwikkelingen (huidige kwetsbaarheden).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 17

Proefproject — Start This Up! Ecosysteem op basis van startende bedrijven (verbindingen leggen tussen universiteiten, ondernemers en een startershub in West-Pommeren) met regionaal talent buiten de centrale steden in Polen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Voortbouwend op de bestaande infrastructuur van een startershub (bv. Business Link) in Szczecin, worden in het project ondernemers en studenten, onderzoekers en docenten van universiteiten in West-Pommeren bij elkaar gebracht om betere randvoorwaarden voor starters te creëren.

Om de nog steeds ongunstige situatie voor starters in de Unie, en dus ook in Polen, te veranderen, wordt een proefproject gestart voor een ecosysteem dat in drie fundamentele marktbehoeften voorziet: kennis delen, nieuwe ideeën en knowhow om tot een regeling voor starters te komen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 18

Voorbereidende actie — Oprichting van een Europese digitale academie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 700 000

850 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel iets te doen aan de noodzaak om de digitale vaardigheden in heel Europa actiever en homogener te verbeteren door middel van onderwijs en beroepsopleiding. Ondanks de inspanningen die op Europees en nationaal niveau worden geleverd, zoals de initiatieven in het kader van de coalitie voor digitale vaardigheden en banen, kampen we in onze samenleving nog steeds met een enorme kloof op het gebied van digitale vaardigheden. De bestaande initiatieven zijn van groot nut voor het aanpakken van de uitdagingen waar de lidstaten mee te kampen hebben. Daarom moet de actie geen herhaling van deze initiatieven zijn, maar die wel aanvullen. De academie heeft ten doel iets te doen aan het ontbreken van een goed ontwikkeld, transnationaal netwerk in Europa dat de uitwisseling en coördinatie tussen alle belanghebbenden op dit gebied ondersteunt en vergemakkelijkt. Ze kan de beste Europese praktijken op het gebied van opleiding en ontwikkeling van de digitale vaardigheden van diverse doelgroepen voor het voetlicht brengen, naar een hoger plan tillen en verspreiden.

De Europese digitale academie moet worden beschouwd als een mogelijke oplossing op de lange termijn voor de uitdagingen als gevolg van de combinatie van toenemende robotisering en digitalisering van onze werkomgeving enerzijds en het gebrek aan digitale vaardigheden in onze samenleving anderzijds.

De Europese digitale academie zal de volgende taken hebben:

 

De beroepsbevolking klaarstomen voor het nieuwe digitale tijdperk door ervoor te zorgen dat werknemers hun digitale vaardigheden en kennis voortdurend kunnen bijspijkeren. De digitale academie zal regelmatig workshops en adviesdiensten op het gebied van robotica en automatiseringskwesties aanbieden. Aan beginners op ICT-gebied kan de academie de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een omscholing en kennis te maken met de voordelen van robotica en automatiseringstechnologie om deze nuttig in te zetten op de werkvloer.

Met name kmo's/mkb-bedrijven kunnen baat hebben bij een dergelijke academie omdat zij vaak niet over de financiële en personele middelen beschikken om zulke opleiding intern te verzorgen.

 

Leerlingen en studenten klaarstomen voor het nieuwe digitale tijdperk door robotica en automatiseringstechnologie in het onderwijs te integreren. De academie moet cursussen op het gebied van digitale vaardigheden aanbieden die jongeren prikkelen, inspireren en motiveren in verband met het belang en de gevolgen van robottechnologieën in het dagelijks leven. De academie kan een uitgelezen kans bieden om studenten te helpen toerusten met de nodige vaardigheden voor de banen van morgen. De door de academie aangeboden cursussen zouden echter geen gevolgen hebben voor de nationale onderwijsstelsels, maar moeten in plaats daarvan worden beschouwd als een facultatieve aanvulling en ondersteuning.

 

In Europa een klimaat scheppen dat meisjes en jonge vrouwen ertoe aanzet een loopbaan in de groeiende ICT-sector te overwegen, zodat meisjes en technologiebedrijven de vruchten kunnen plukken van de deelname van meer vrouwen aan de ICT-sector.

De academie zal worden opgericht in samenwerking met ministeries, het bedrijfsleven, gespecialiseerde ICT-bedrijven, nationale instellingen of initiatieven op het gebied van beroepsopleiding en programma’s voor een leven lang leren, en de sociale partners. Zij beschikken allemaal over de nodige deskundigheid om de inhoud en het programma van de workshops en cursussen te coördineren en uit te werken. Om een dergelijk aanbod op Europees niveau te kunnen verzorgen, zal de academie een netwerk van regionale en nationale centra voor beroepsopleiding in heel Europa tot stand brengen. Het netwerk kan van grote meerwaarde zijn om de verschillende soorten onevenwichtigheden tussen de aangeboden en de benodigde vaardigheden in Europa terug te dringen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 19

Proefproject — Het in kaart brengen van de ecosystemen van Europese startende en snelgroeiende ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Inleiding

Ecosystemen van Europese startende en snelgroeiende ondernemingen hebben specifieke kenmerken zoals groeimodellen, dichtheid, investeringen, sectoren, educatieve programma's, regelgeving en grensoverschrijdende samenwerking. Uit diverse bronnen blijkt dat deze economische sector over een groot privaat kapitaal beschikt, dat in landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Zweden maar blijft groeien. Bijgevolg heeft dit specifieke financiële voordeel een groot volume aan gegevens opgeleverd met betrekking tot in meer dan zestig Europese steden gevestigde startende en snelgroeiende ondernemingen.

Dit proefproject is bedoeld om vaart te zetten achter de kennisverzameling in het kader van het project StartupHubs, een project dat deel uitmaakt van het initiatief Startup Europe. Het zal een meetbaar effect opleveren, dat uiteindelijk kan worden ingezet als een betrouwbaar instrument voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerde beleidsvorming.

Doelstellingen

De belangrijkste doelstelling van dit proefproject is om het groeipotentieel van de ecosystemen van diverse startende en snelgroeiende ondernemingen op dynamische wijze in kaart te brengen, op basis van sociaaleconomische gegevens die worden verzameld aan de hand van efficiënte en betrouwbare methoden voor de verzameling en verwerking van gegevens. Al deze informatie wordt op een gebruiksvriendelijk onlineplatform verzameld en toegankelijk gemaakt voor het publiek. Op dit platform worden de belangrijke verbindingen en de talrijke parameters waaruit de ecosystemen van startende en snelgroeiende ondernemingen zijn opgebouwd, weergegeven en inzichtelijk gemaakt.

Bijgevolg moet dit initiatief meer inzicht bieden in de manier waarop het eraan toegaat in verschillende lokale hubs, bijvoorbeeld door middel van een evaluatie van sterke en zwakke punten en jaarlijkse groei, en een beoordeling van de totale bijdrage aan de sociaaleconomische welstand.

Omdat het imago van de wereld van Europese startende en snelgroeiende ICT-ondernemingen wereldwijd moet worden versterkt, zal dit initiatief erop gericht zijn dergelijke ecosystemen in kaart te brengen en hun sterke punten te accentueren, om zo uiteindelijk de Europese strategie voor een digitale interne markt te versterken, nieuwe banen te creëren in de regio en de groei in en de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen.

Omdat deze doelstellingen in overeenstemming zijn met de strategie voor de digitale interne markt, is DG Connect de aangewezen entiteit om de leiding van dit proefproject op zich te nemen. Dit DG zal nagaan welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn, en zal streven naar gedeelde verantwoordelijkheid in termen van beleidsvorming en gegevensanalyse, samen met andere DG's.

De Commissie zal een oproep voor het indienen van voorstellen lanceren, op basis van de hoofdlijnen van dit proefproject, en een geschikte IT-onderneming belasten met de ontwikkeling en de uitvoering van dit project.

Beschrijving van de projectonderdelen

Bij het proefproject zal gebruik worden gemaakt van nieuwe methoden voor de visualisering van gegevens en prognostische analyses. Het zal uiteindelijk de vorm aannemen van een interactief platform waar eventuele investeerders en andere belanghebbenden essentiële informatie kunnen vinden.

De uitgaven hebben betrekking op de volgende onderdelen: verzameling en analyse van gegevens, ontwikkeling en beheer van het platform, advisering bij de ontwikkeling van op feitenmateriaal gebaseerd beleid, voorlichtingscampagnes en andere activiteiten die verband houden met de interactie met regeringen of gemeenschappen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 20

Proefproject — Kunst en in de digitale omgeving: Creativiteit inzetten in de Europese industrie, regio's en samenleving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Het vermogen van Europa om wetenschappelijke en technische kennis om te zetten in innovatieve producten en diensten is bepalend voor zijn concurrentiepositie op de wereldmarkt. Daarnaast hangt de aantrekkingskracht van Europa in sterke mate af van de manier waarop de regio's een inspirerend, motiverend en toekomstgericht klimaat weten te scheppen voor de Europese burgers. De transformatie die de samenleving ten gevolge van digitale technologieën ondergaat, biedt Europa mogelijkheden die ten volle kunnen worden benut door de krachten van kunst en technologie te bundelen. In de digitale wereld kan Europa aanspraak maken op de leidende rol met betrekking tot de manier van leven en de aspecten van de digitale revolutie die het meest afhangen van creativiteit, dus in grote lijnen met betrekking tot „inhoud”.

Een sterk partnerschap tussen kunst en technologie kan ervoor zorgen dat deze leidende rol op uiteenlopende gebieden werkelijkheid wordt, van sociale inclusie, nieuwe digitale media (augmented reality, nieuwe media zoals sociale media enz.), stedelijke ontwikkeling (slimme steden, het internet der dingen enz.) tot de toekomst van mobiliteit. Nauwere samenwerking tussen kunst en technologie zou niet alleen innovatie bevorderen en daarmee het concurrentievermogen van Europa versterken, maar ook de creativiteit binnen de samenleving en binnen Europese regio's helpen aanspreken. In de conclusies van het Letse voorzitterschap van 2015, getiteld „Crossovers from culture to businesses”, werden de Europese instellingen dan ook opgeroepen de samenwerking tussen kunst en technologie te versterken teneinde de mogelijkheden op holistische wijze te inventariseren, waarbij de traditionele scheidslijnen tussen sectoren en disciplines wegvallen en de kloof tussen cultuur en techniek wordt overbrugd.

Als reactie hierop kwam de Commissie — DG Connect — met het programma „STARTS”, innovatie gericht op de raakvlakken van wetenschap, technologie en kunst. Deze uiterst belangrijke stap beoogt de bevordering van innovatie in de industrie. Kunst fungeert hierbij als een drijvende kracht achter onconventioneel denken en het verkennen van nieuwe mogelijkheden. De Commissie bevordert in dergelijke samenwerking gewortelde innovatie door prioritaire projecten op te zetten waarmee de cruciale rol wordt belicht die de kunsten kunnen spelen bij het aanpakken van uitdagingen op het gebied van de digitale interne markt.

Het doel van dit proefproject is na te gaan hoe dit programma op zo breed mogelijke basis gestoeld kan worden en hoe de STARTS-ideeën kunnen worden uitgebreid van puur industriële omgevingen naar bijvoorbeeld regionale en stedelijke ontwikkeling, gebieden waar de digitale technologie ook een belangrijke rol speelt. Er zal een coherent horizontaal kader worden opgezet voor „kunst-technologie”-denken in Europa, over de grenzen van sectoren en disciplines heen en met betrekking tot relevante activiteiten van de Europese instellingen (met inbegrip van kaderprogramma's, structuurfondsen, onderwijsprogramma's enz.).

In het kader van het proefproject zal een netwerk worden opgezet van belangrijke actoren uit de kunstwereld (kunstinstellingen en kunstenaars die zich bezighouden met technologie), digitale media die media-inhoud ontlenen aan de kunsten, industrieën die kunst als een instrument voor de verkenning van eventuele toepassingen beschouwen, en regio's en steden die bereid zijn om de infrastructuur op te zetten waarmee de samenwerking tussen kunstenaars en technici mogelijk wordt gemaakt, om daarmee het pad te effenen voor stedelijke ontwikkeling. Het project zal artistieke verkenningen van de technologie steunen, bijvoorbeeld door middel van de ondersteuning van technologieën voor voorstellingen en tentoonstellingen, en zal de meest veelbelovende ontwikkelingstrajecten een impuls geven in de vorm van een startkapitaal voor eventuele samenwerkingsverbanden tussen kunst en technologie. Het project zal met name praktische mechanismen bevorderen waarmee de ideeën die aan dergelijke coöperatieve verkenningen worden ontleend, worden omgezet in concrete voordelen voor de Europese samenleving en industrie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 04 77 21

Proefproject — Europees ecosysteem van „distributed ledger”-technologieën voor het maatschappelijk en algemeen belang

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject zal uit twee fasen bestaan: 1) een inventarisatie door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JCR) van: a) het Europees ecosysteem van bedrijven en andere organisaties die „distributed ledger”-technologieën (DLT) voor het maatschappelijk en algemeen belang ontwikkelen en/of samenwerken met verschillende beleidsactoren op supranationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau; b) relevante onderwerpen of praktische toepassingen waaraan deze bedrijven of organisaties werken (bv. DLT's voor de distributie en tracering van financiering of vergoedingen, de afgifte van digitale ID's of geldovermakingssystemen voor migranten en ontheemden, vergroting van de transparantie van toeleveringsketens met het oog op de bestrijding van de handel in conflictmineralen enz.); c) potentiële adviseurs uit verschillende disciplines en sectoren die deze organisaties kunnen begeleiden of ondersteunen; 2) een open uitdaging die is bedacht en gelanceerd door het JRC en DG Connect om maximaal tien DLT-projecten of innovaties te selecteren waarmee aan de gekozen onderwerpen wordt gewerkt. De geselecteerde projecten worden begeleid door adviseurs gedurende een bepaalde periode (maximaal twee maanden) in een incubatoromgeving. Er zal dan sprake zijn van specifieke steun van het JRC voor de projecten aan de hand van „cocreatie” en een „experimentele” aanpak. Na deze periode worden de prototypen van het „proof of concept” (PoC) van de projecten aan een onafhankelijke jury gepresenteerd. Tijdens een slotevenement worden uiteindelijk één hoofdprijs en twee andere prijzen bekendgemaakt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 05 —   CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 05

CREATIEF EUROPA

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

109 145 000

99 000 000

107 118 000

101 000 000

105 440 400,75

95 021 440,37

95,98

09 05 05

Multimedia-acties

3

19 960 000

14 602 226

22 573 000

26 997 455

26 186 479,53

23 767 278,33

162,76

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

3

p.m.

p.m.

p.m.

395 416

0 ,—

2 989 916,81

 

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 01

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

169 071 ,—

 

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

3

p.m.

600 438

p.m.

939 328

0 ,—

799 750 ,—

133,19

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

3

p.m.

225 000

1 000 000

1 000 000

450 000 ,—

0 ,—

0

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

3

p.m.

450 000

500 000

450 000

250 000 ,—

0 ,—

0

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

3

1 750 000

1 325 000

1 500 000

750 000

1 500 000 ,—

0 ,—

0

09 05 77 06

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

3

500 000

250 000

         

09 05 77 07

Proefproject — Stagemogelijkheden voor vertegenwoordigers van media in minderheidstalen

3

500 000

250 000

         
 

Artikel 09 05 77 — Subtotaal

 

2 750 000

3 100 438

3 000 000

3 139 328

2 200 000 ,—

968 821 ,—

31,25

 

Hoofdstuk 09 05 — Totaal

 

131 855 000

116 702 664

132 691 000

131 532 199

133 826 880,28

122 747 456,51

105,18

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

109 145 000

99 000 000

107 118 000

101 000 000

105 440 400,75

95 021 440,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Media van het programma Creatief Europa:

 

de bevordering van het verwerven en verbeteren van vaardigheden en competenties van de audiovisuele beroepsbeoefenaars, en van het ontwikkelen van netwerken, met inbegrip van het gebruik van digitale technologieën om te zorgen voor aanpassing aan de marktontwikkeling, het testen van nieuwe benaderingen voor publieksontwikkeling en het testen van nieuwe bedrijfsmodellen;

 

de vergroting van de capaciteit van audiovisuele actoren om Europese audiovisuele werken te ontwikkelen met verspreidingsmogelijkheden in de Unie en daarbuiten, om Europese en internationale coproducties te stimuleren, ook met en tussen televisieomroepen;

 

de aanmoediging van business-to-business-uitwisselingen door markten en bedrijfshulpmiddelen toegankelijker te maken voor audiovisuele actoren teneinde de zichtbaarheid van hun projecten op de markt van de Unie en op internationale markten te vergroten;

 

het ondersteunen van distributie in bioscopen middels transnationale marketing, „branding”, verspreiding en vertoning van audiovisuele werken;

 

het bevorderen van een transnationale marketing, „branding” en de verspreiding van audiovisuele werken via alle andere platforms dan bioscopen;

 

het ondersteunen van publieksontwikkeling als een middel om de belangstelling voor Europese audiovisuele werken te stimuleren en deze werken toegankelijker te maken, in het bijzonder door promotie, evenementen, filmgeletterdheid en festivals;

 

het bevorderen van nieuwe wijzen van distributie om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken.

Dit krediet dient ter dekking van de toekomstige financiële bijdragen van de Europese Commissie aan de LUX-filmprijs via de promotie/communicatie betreffende Europese films die op de shortlist voor de LUX-filmprijs staan.

Dit krediet dient ook ter dekking van de toekomstige financiële bijdragen van de Commissie aan de LUX-filmprijs voor ondertiteling en de promotie van deelnemende Europese films.

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

09 05 05

Multimedia-acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 960 000

14 602 226

22 573 000

26 997 455

26 186 479,53

23 767 278,33

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te verlenen aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa, om de burgers in staat te stellen volledig gebruik te maken van hun recht om te worden geïnformeerd en betrokken bij het beleid van de EU. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie en/of de verspreiding van multimedia (radio, tv, internet enz.), informatieproducten, met inbegrip van pan-Europese netwerken van lokale en nationale media die nieuws brengen over Europese aangelegenheden, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen. Een deel van dit krediet wordt gebruikt om de continuïteit van de bestaande acties te garanderen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van ondersteunende uitgaven, onder meer voor studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie en audit van huidige of toekomstige activiteiten, haalbaarheidsstudies, publicaties en de terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van deskundigen.

Waar passend kunnen de aanbestedings- en subsidieprocedures het aangaan van kaderpartnerschappen omvatten, met het oog op de bevordering van een stabiel financieringskader voor de pan-Europese netwerken die uit hoofde van dit krediet worden gefinancierd.

Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

395 416

0 ,—

2 989 916,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

09 05 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

09 05 77 01

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

169 071 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 02

Proefproject — Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 438

p.m.

939 328

0 ,—

799 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 03

Voorbereidende actie — Acties, waaronder crowdsourcing, inzake ondertiteling om de verspreiding van Europese werken te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

225 000

1 000 000

1 000 000

450 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 04

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

450 000

500 000

450 000

250 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 05

Voorbereidende actie — Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 750 000

1 325 000

1 500 000

750 000

1 500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het bestaande proefproject onder post 09 05 77 02 „Europese culturele integratie door het ondertitelen van een selectie van tv-programma's in heel Europa” is omgezet in een voorbereidende actie onder post 09 05 77 05 „Ondertiteling van Europese culturele tv-inhoud in heel Europa”.

Deze voorbereidende actie zal een voortzetting zijn van het in 2014 en 2015 gefinancierde proefproject en van de in 2016 via de Uniebegroting gefinancierde voorbereidende actie, die tot doel hadden na te gaan of er een Europees publiek voor culturele programma's bestaat door voor een selectie van tv-programma's in heel Europa ondertiteling in diverse talen aan te bieden.

Het proefproject is momenteel in ontwikkeling, onder meer via het „ARTE Europe”-project van de Europese culturele televisiezender ARTE. In de eerste fase (november 2015-november 2016) zijn 600 uur per jaar tv-programma's in 4 talen geleverd (Frans, Duits, Engels en Spaans). In de tweede fase (november 2016-november 2017) is het project verlengd en uitgebreid met Pools, wat betekende dat Europese burgers de desbetreffende inhoud in 5 talen konden raadplegen via smart-tv's en mobiele toepassingen.

In het eerste jaar van de voorbereidende actie (2016) werd ARTE verondersteld een derde fase van „ARTE Europa” te ontwikkelen (november 2017-november 2018) met 400 uur aan programma's met ondertiteling in 5 talen (Frans, Duits, Engels, Spaans en Pools) en daarnaast een kleinere selectie (50 uur per jaar) van programma's in het Italiaans en 360°/VR-inhoud in 6 talen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 06

Proefproject — Mediageletterdheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Het doel van de voorbereidende actie is de voortzetting van de verwezenlijkingen van het vorige proefproject, dat ten doel had om via specifieke acties het kritisch denken ten aanzien van de media onder burgers van alle leeftijden te stimuleren en de haalbaarheid en het nut van dergelijke acties te toetsen. Kritisch denken vergt, onder meer, het vermogen om onderscheid te maken tussen informatie en propaganda, om het communicatie- en voorlichtingsbeleid van de media te doorzien en om op een verstandige manier gebruik te maken van de sociale media. De uitvoering had betrekking op een groot aantal lidstaten en had als uiteindelijk doel de verbetering van de technische, cognitieve, sociale, burgerschaps- en creatieve vaardigheden van burgers teneinde hun maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren en hen er bewust van te maken dat het belangrijk is om actie te ondernemen en direct te participeren in het sociale en democratische leven. Met media worden alle vormen van media bedoeld, waaronder radio, internet, televisie, kranten en sociale media. De doelgroep bestond uit burgers van alle leeftijden, met speciale aandacht voor minderheden, mensen met weinig vaardigheden en mensen die het risico lopen van sociale uitsluiting. Het proefproject omvatte tevens socialemediacampagnes, de oprichting van netwerken voor het delen van beste praktijken, conferenties, workshops en opleidingsprogramma's.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

09 05 77 07

Proefproject — Stagemogelijkheden voor vertegenwoordigers van media in minderheidstalen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Het proefproject zal vertegenwoordigers van media in minderheidstalen de gelegenheid geven om stage te lopen bij toonaangevende Europese media.

De voornaamste doelgroep van het initiatief zijn journalisten die werken voor Europese media die inhoud aanbieden in regionale of minderheidstalen. De eindbegunstigden van het project zijn alle Europeanen en in het bijzonder Europese ingezetenen die regionale en minderheidstalen spreken. Bij de toegang tot het programma zal in het bijzonder prioriteit worden verleend aan media die zich richten op gemarginaliseerde groepen (Roma, vluchtelingen en recente immigranten) en op minderheidsgroeperingen, die op grote schaal te maken hebben met informatie- en propagandadruk van buiten de Unie. Bijzondere nadruk zal worden gelegd op media die worden aangeboden in het Arabisch, Turks en Russisch.

Doel: Een stage bij toonaangevende Europese mediabedrijven zal bijdragen tot het vermogen van minderheidsmedia om in minderheidstalen een pro-Europese agenda te promoten. Het project zorgt ervoor dat journalisten van minderheidsmedia nieuwe professionele vaardigheden en ervaring opdoen die hen in staat stellen het publiek van media in minderheidstalen een actueel, professioneel en concurrerend product te bieden. Dankzij het project zullen zij met andere woorden beter in staat zijn te concurreren met buitenlandse en/of anti-Europese media.

Uitvoering: Het proefproject met de duur van een jaar zal worden uitgevoerd via een oproep tot het indienen van voorstellen aan maatschappelijke organisaties, mediabedrijven en professionele journalistieke organisaties. Uitsluitend bedrijven die in een bepaalde lidstaat, meerdere lidstaten of de Unie als geheel een leidende positie innemen, wat betreft hun omvang of kijkcijfers, komen in aanmerking om stageplaatsen aan te bieden. Alle deelnemende media dienen te voldoen aan de normen van de beginselverklaring betreffende het gedrag van journalisten van de Internationale Federatie van Journalisten. Het proefproject zal de reis- en verblijfkosten van stagiairs vergoeden voor een periode van maximaal vier maanden.

Het project zal een aanvulling vormen op de activiteiten in het kader van het subprogramma MEDIA, aangezien het verder gaat dan louter culturele en educatieve activiteiten, betrekking heeft op alle soorten media (zowel traditionele als onlinemedia) en raakvlakken heeft met kwesties op het gebied van nationale veiligheid en strategische communicatie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

334 586 829

334 586 829

334 469 370

334 469 370

416 083 482,13

416 083 482,13

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

28 183 960

27 300 000

27 183 960

26 500 000

31 955 815,77

32 277 178,62

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 881 000

10 050 000

10 773 000

10 600 000

11 585 767,71

9 762 450,46

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

22 139 445,42

21 192 994,28

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

30 076 000

25 400 000

29 310 000

30 000 000

28 584 945,44

22 788 093,61

 

Titel 10 — Totaal

403 727 789

397 336 829

401 736 330

401 569 370

510 349 456,47

502 104 199,10

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) en extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s;

 

personeelsgerelateerde kosten zoals dienstreizen, opleiding, medische diensten en aanwerving;

 

de werking van de JRC-directoraten, administratieve ondersteuning, veiligheid en beveiliging van de sites, uitgaven in verband met IT, eenmalige kosten en belangrijke onderzoeksinfrastructuren;

 

onderzoek en ondersteunende activiteiten, waaronder verkennend onderzoek, wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van diensten enz.;

 

onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die aan het JRC worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement. De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de posten 10 02 50 01 en 10 03 50 01.

HOOFDSTUK 10 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

139 854 849

139 760 000

147 190 064,97

105,24

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

33 322 610

33 300 000

58 880 474,60

176,70

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

58 163 970

58 163 970

68 474 604,61

117,73

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

1,1

2 000 000

2 000 000

2 054 600 ,—

102,73

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

54 200 000

54 200 000

56 397 367,56

104,05

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

10 000 000

10 000 000

18 041 457,82

180,41

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

1,1

35 045 400

35 045 400

41 200 315,58

117,56

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

1,1

2 000 000

2 000 000

23 844 596,99

1 192,23

 

Artikel 10 01 05 — Subtotaal

 

334 586 829

334 469 370

416 083 482,13

124,36

 

Hoofdstuk 10 01 — Totaal

 

334 586 829

334 469 370

416 083 482,13

124,36

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten worden gebruikt om onder meer de kosten te dekken van de personeelsuitgaven en de middelen voor acties ter ondersteuning van beleidsmaatregelen van de Unie en werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden uitvoert.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet kan worden verhoogd met kredieten die het Gemeenschappelijk Centrum verdient door in mededinging deel te nemen aan acties onder contract en activiteiten voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het EU-beleid. De activiteiten in mededinging van het JRC bestaan uit:

 

activiteiten verricht na een subsidie- of aanbestedingsprocedure;

 

activiteiten voor rekening van derden;

 

activiteiten uit hoofde van een administratieve overeenkomst met andere instellingen of andere diensten van de Commissie voor de verstrekking van technische en wetenschappelijke diensten.

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

139 854 849

139 760 000

147 190 064,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

 

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Bij de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

33 322 610

33 300 000

58 880 474,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-staten uit hoofde van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

58 163 970

58 163 970

68 474 604,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-directoraten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, koeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor werkplaatsen; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-directoraten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten. Deze post dekt renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke infrastructuren onder post 10 01 05 04 kunnen eruit worden gefinancierd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000 000

2 000 000

2 054 600 ,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 02.

10 01 05 11

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

54 200 000

54 200 000

56 397 367,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma, met name:

 

eigen acties, bestaande uit onderzoeksactiviteiten, acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, en verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

 

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

Personeelskosten omvatten het basisloon, uitkeringen, diverse vergoedingen en bijdragen op basis van het statuut, met inbegrip van uitgaven in verband met de indiensttreding, verandering van standplaats en beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 12

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000 000

10 000 000

18 041 457,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met extern personeel op posten die geen deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, zoals arbeidscontractanten, bursalen, gedetacheerde nationale deskundigen en gastwetenschappers, en belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatie programma's — Euratom-programma.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 13

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 045 400

35 045 400

41 200 315,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

personeelsgerelateerde uitgaven die niet onder de posten 10 01 05 11 en 10 01 05 12 vallen, waaronder dienstreizen, opleiding, medische en sociale diensten, uitgaven voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken, het interviewen van kandidaten, representatiekosten enz.;

 

uitgaven voor alle middelen die worden gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC); hieronder vallen:

 

uitgaven in verband met de werking van JRC-directoraten: geregeld onderhoud van gebouwen, technische infrastructuur en wetenschappelijke uitrusting; nutsvoorzieningen en vloeistoffen; verwarming, koeling en ventilatie; materiaal en uitrusting voor werkplaatsen; schoonmaak van sites, wegen en gebouwen; afvalbeheer enz.,

 

uitgaven in verband met de administratieve ondersteuning van JRC-directoraten: meubelen; kantoorbenodigdheden; telecommunicatie; documentatie en publicaties; vervoer; diverse benodigdheden; algemene verzekering enz.,

 

uitgaven in verband met de veiligheid en zekerheid van de sites: gezondheid en veiligheid op het werk; stralingsbescherming; brandweer enz.,

 

uitgaven in verband met IT: informaticalokalen; hardware en software; netwerkdiensten; informatiesystemen; helpdesk en bijstand voor de gebruikers enz.,

 

eenmalige kosten. Deze post dekt de renovatie, sanering en bouwwerkzaamheden op de JRC-sites. De post dekt uitgaven zoals uitzonderlijke onderhoudskosten, renovatie, aanpassing aan nieuwe normen enz. Ook de voorbereidende werkzaamheden voor de belangrijke onderzoeksinfrastructuren onder post 10 01 05 14 kunnen eruit worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

10 01 05 14

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Euratom-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000 000

2 000 000

23 844 596,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met alle bronnen voor de financiering van belangrijke onderzoeksinfrastructuurprojecten, met name de bouw van nieuwe gebouwen, de volledige renovatie van bestaande gebouwen en de aankoop van belangrijke uitrusting in verband met de technische infrastructuur van de sites.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 10 03.

HOOFDSTUK 10 02 —   HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

HORIZON 2020 — EIGEN ACTIES VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK (JRC) TER ONDERSTEUNING VAN EU-BELEID

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

1,1

27 183 960

26 500 000

27 183 960

25 500 000

26 888 293,80

23 692 436,99

89,41

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 986 836,12

6 502 603,18

 

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

67 074,26

354 535,62

 
 

Artikel 10 02 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 053 910,38

6 857 138,80

 

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

1,1

p.m.

250 000

p.m.

600 000

502 433,25

1 620 495,15

648,20

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 327,68

11 327,68

 

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

1,1

p.m.

50 000

p.m.

400 000

499 850,66

95 780 ,—

191,56

10 02 77 02

Proefproject — Organisatie van grootschalige evenementen — „Wetenschap ontmoet parlementen en regio's”

1,1

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 10 02 77 — Subtotaal

 

1 000 000

550 000

p.m.

400 000

499 850,66

95 780 ,—

17,41

 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

28 183 960

27 300 000

27 183 960

26 500 000

31 955 815,77

32 277 178,62

118,23

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt.

Horizon 2020 voorziet in een gemeenschappelijk strategisch kader voor financiering door de Unie van onderzoek en innovatie van topkwaliteit, en vervult daarmee een centrale rol in de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei („Europa 2020-strategie”); bijgevolg fungeert het programma als een hefboominstrument voor particuliere en publieke investeringen, het scheppen van nieuwe arbeidsmarktkansen, het waarborgen van Europa's duurzaamheid, groei, economische ontwikkeling, sociale inclusie en industrieel concurrentievermogen op de lange termijn en de aanpak van maatschappelijke uitdagingen in de gehele Unie.

Binnen Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie benaderd om onevenwichtigheden tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatiecontent te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te bevorderen.

Dit krediet dient te worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 202 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 183 960

26 500 000

27 183 960

25 500 000

26 888 293,80

23 692 436,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de wetenschappelijke en technische ondersteunings- en onderzoeksactiviteiten die worden uitgevoerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig deel IV van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 „Niet-nucleaire eigen acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC)”, teneinde klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van Uniebeleid te bieden. Het JRC richt zich op:

 

wetenschap van topkwaliteit: het JRC zal onderzoek verrichten om de empirische wetenschapsbasis voor beleidsvorming te verbeteren en opkomende gebieden van wetenschap en technologie te onderzoeken, onder andere door middel van een verkennend onderzoeksprogramma;

 

industrieel leiderschap: het JRC zal bijdragen tot het uniale concurrentievermogen door het normalisatieproces en normen te steunen door middel van prenormatief onderzoek, de ontwikkeling van referentiemateriaal en metingen en harmonisatie van methodologieën op vijf concentratiegebieden (energie; vervoer; het vlaggenschipinitiatief „Digitale agenda voor Europa”; veiligheid en beveiliging; consumentenbescherming). Het JRC zal veiligheidsbeoordelingen uitvoeren voor nieuwe technologieën op terreinen als energie, vervoer, gezondheid en consumentenbescherming. Het JRC zal bijdragen tot het vergemakkelijken van de toepassing, normalisatie en validatie van ruimtetechnologie en -gegevens, met name om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te kunnen bieden;

 

maatschappelijke uitdagingen: het JRC zal op de volgende gebieden onderzoek uitvoeren: gezondheid, demografische verandering en welzijn; zekere voedselvoorziening, duurzame land- en bosbouw, marien en maritiem onderzoek en onderzoek van binnenwateren, en de bio-economie; zekere, schone en efficiënte energie; slim, groen en geïntegreerd vervoer; klimaatactie, milieu, efficiënt gebruik van hulpbronnen en grondstoffen; Europa in een veranderende wereld: inclusieve, innovatieve en reflexieve samenlevingen; een veilige samenleving - de vrijheid en veiligheid van Europa en haar burgers beschermen.

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 6.

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

10 02 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 02 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 986 836,12

6 502 603,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de programma's voor onderzoek en ontwikkeling — Horizon 2020 tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

67 074,26

354 535,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling van de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

p.m.

600 000

502 433,25

1 620 495,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

11 327,68

11 327,68

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32, de bijdragen van de EVA-staten. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

10 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

10 02 77 01

Proefproject — Oprichting bij de Europese Commissie van een innovatielab voor de overheidssector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000

p.m.

400 000

499 850,66

95 780 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

10 02 77 02

Proefproject — Organisatie van grootschalige evenementen — „Wetenschap ontmoet parlementen en regio's”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Om een cultuur van op feiten gebaseerde beleidsvorming te bevorderen, is het van belang dat beleidsmakers in de Unie regelmatig wetenschappers ontmoeten, zodat ze een beter inzicht krijgen in de standpunten van wetenschappers over beleidskwesties en vice versa. Dit is het doel van het initiatief „Wetenschap ontmoet parlementen en regio's”, in het kader waarvan het Europees Parlement grootschalige evenementen zal organiseren die bedoeld zijn om leden van het Europees Parlement en van nationale en regionale parlementen samen te brengen met wetenschappelijke deskundigen van Europese wetenschappelijke organisaties. In het kader van dit proefproject zullen er in de meeste lidstaten evenementen worden georganiseerd om nieuwe belanghebbenden te bereiken en contacten mogelijk te maken tussen beleidsmakers, wetenschappers en burgers, en ook ondernemingen, innovatoren en het publiek. Wetenschap staat vandaag de dag centraal in het politieke en maatschappelijke debat in de Unie. Dit initiatief moet in de loop van 2018 en 2019 in de lidstaten worden uitgevoerd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 03 —   EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

EURATOM-PROGRAMMA — EIGEN ACTIES

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

1,1

10 881 000

10 000 000

10 773 000

10 500 000

10 978 497,32

9 122 110,75

91,22

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

384 864,99

263 009,76

 

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 10 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

384 864,99

263 009,76

 

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

1,1

p.m.

50 000

p.m.

100 000

222 405,40

377 329,95

754,66

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

10 881 000

10 050 000

10 773 000

10 600 000

11 585 767,71

9 762 450,46

97,14

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet wordt gebruikt voor het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) („Euratom-programma”), dat een integrerend deel uitmaakt van Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie. Het Euratom-programma zal het kader voor onderzoek en innovatie op nucleair gebied versterken en de onderzoeksinspanningen van de lidstaten coördineren, zodat dubbel werk wordt voorkomen, op sleutelterreinen een kritische massa wordt vastgehouden en de publieke middelen optimaal worden gebruikt.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

De algemene doelstelling van het Euratom-programma is het verrichten van onderzoeks- en opleidingsactiviteiten op het gebied van kernenergie, met de nadruk op voortdurende verbetering van nucleaire veiligheid en beveiliging en stralingsbescherming, om met name op langere termijn te kunnen bijdragen tot het op efficiënte, veilige en betrouwbare wijze koolstofvrij maken van het energiesysteem. Het programma omvat zowel RTD-acties onder contract inzake onderzoek en ontwikkeling op het vlak van fusie-energie, en onderzoeksactiviteiten op het vlak van kernsplijting, nucleaire veiligheid en stralingsbescherming als de eigen acties van het JRC op het gebied van nucleaire beveiliging en veiligheid. Het JRC voorziet in onafhankelijke klantgestuurde wetenschappelijke en technologische ondersteuning voor de tenuitvoerlegging en monitoring van het beleid van de Gemeenschap, met name op het gebied van nucleaire veiligheid en onderzoek en opleiding inzake beveiliging. Door deze doelstellingen te realiseren zal het Euratom-programma de resultaten versterken voor de drie prioriteiten van het kaderprogramma Horizon 2020 betreft: wetenschap van topkwaliteit, industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen. Deze doelstellingen houden duidelijk verband met die van de Europa 2020-strategie en de Energie 2020-strategie en de totstandbrenging en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte.

10 03 01

Eigen onderzoek door Euratom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 881 000

10 000 000

10 773 000

10 500 000

10 978 497,32

9 122 110,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden uitgevoerd om het programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-208) te implementeren. De eigen acties onder het Euratom-programma hebben de volgende specifieke doelstellingen:

 

verbetering van de nucleaire veiligheid, met inbegrip van kernreactor- en brandstofveiligheid en afvalbeheer, met inbegrip van definitieve opslag in geologische formaties, partitionering en transmutatie; ontmanteling, en paraatheid bij noodsituaties;

 

verbetering van de nucleaire beveiliging, met inbegrip van: nucleaire veiligheidscontroles, nucleaire non-proliferatie, bestrijding van illegale handel en nucleair forensisch onderzoek;

 

verhoging van de deskundigheid in fundamenteel kernwetenschappelijk onderzoek met het oog op normalisering;

 

bevordering van kennisbeheer, onderwijs en opleiding;

 

ondersteuning van het Uniebeleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging.

Het dekt eveneens de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA).

Dit krediet dekt specifieke uitgaven in verband met onderzoeks- en ondersteunende activiteiten, waaronder de aankoop van wetenschappelijke en technische uitrusting, uitbesteding van wetenschappelijke en technische diensten, toegang tot informatie, aankoop van verbruiksgoederen enz. Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Het dekt ook allerlei uitgaven in verband met onderzoek en wetenschappelijke ondersteunende taken in verband met activiteiten die onder dit artikel vallen en aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek worden toevertrouwd in het kader van de deelname in mededinging van het Centrum aan beleidsmaatregelen van de Unie en voor rekening van derden.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104) en met name artikel 5, lid 4.

Verordening (Euratom) nr. 1314/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot vaststelling van een programma voor onderzoek en opleiding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2014-2018) ter aanvulling van het „Horizon 2020”-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 948).

10 03 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

10 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

384 864,99

263 009,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma tijdens de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan het Euratom-programma (periode vóór 2014).

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

10 03 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Euratom (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000

p.m.

100 000

222 405,40

377 329,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

10 03 52

Voltooiing van voorgaande Euratom-kaderprogramma’s (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

HOOFDSTUK 10 04 —   ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 04

ANDERE ACTIVITEITEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 032 086,90

2 853 442,87

 

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 712 611,74

17 802 218,11

 

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

394 746,78

537 333,30

 
 

Artikel 10 04 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

394 746,78

537 333,30

 
 

Hoofdstuk 10 04 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

22 139 445,42

21 192 994,28

 

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 032 086,90

2 853 442,87

Toelichting

Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor de verschillende taken die voor rekening van derden worden uitgevoerd. Het omvat onderzoek en het verlenen van diensten onder contract aan derde partijen, zoals de industrie, nationale of regionale autoriteiten, alsook contracten in de context van onderzoeksprogramma's van lidstaten. Het kan daarbij gaan om:

 

leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling, waaronder gecertificeerd referentiemateriaal;

 

exploitatie van installaties ten gunste van de lidstaten, waaronder bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten;

 

uitvoering van onderzoeksactiviteiten en verlening van diensten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma's, waaronder de industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

 

samenwerkingsovereenkomsten met derden.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 03

Wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid in mededinging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

18 712 611,74

17 802 218,11

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten onder te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitgaven die specifiek zijn voor de diverse taken van wetenschappelijke ondersteuning die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek buiten Horizon 2020 in mededinging uitvoert ter ondersteuning van het beleid van de Unie. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 en artikel 183, lid 2,van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Europese instellingen, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Conclusies van de Raad van 26 april 1994 betreffende de rol van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) (PB C 126 van 7.5.1994, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van het aanvullende HFR-programma (hogefluxreactor) zijn gedaan.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland en Frankrijk) voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit (Euratom) 2017/956 van de Raad van 29 mei 2017 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de hogefluxreactor (HFR) voor de periode 2016-2019, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 144 van 7.6.2017, blz. 23).

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

394 746,78

537 333,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven die tijdens de uitvoering van eerdere aanvullende HFR-programma's (hogefluxreactor) zijn gedaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

De wetenschappelijke en technische doelen van het aanvullende programma zijn als volgt:

 

een veilige, stabiele en betrouwbare neutronenflux voor experimentele doelen garanderen;

 

aan onderzoek en ontwikkeling doen op de volgende gebieden: onderzoek in verband met nucleaire materialen en splijtstoffen om de veiligheid van de bestaande kernreactoren en toekomstige reactoren te verbeteren (zowel splijting als fusie); radio-isotopen die worden gebruikt voor medische toepassingen, management van veroudering en levensduur van reactoren, en afvalbeheer;

 

functioneren als opleidingsfaciliteit voor promovendi en gepromoveerden en voor gepromoveerde bursalen die hun onderzoeksactiviteiten verrichten in het kader van een nationaal of Europees programma.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

HOOFDSTUK 10 05 —   HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

1,1

30 076 000

25 400 000

29 310 000

30 000 000

28 584 945,44

22 788 093,61

89,72

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

30 076 000

25 400 000

29 310 000

30 000 000

28 584 945,44

22 788 093,61

89,72

10 05 01

Ontmanteling van verouderde nucleaire installaties van Euratom en de definitieve verwijdering van afvalstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 076 000

25 400 000

29 310 000

30 000 000

28 584 945,44

22 788 093,61

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de samenwerking in begrotingszaken, de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van JRC-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(99) 114 final).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009 — Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 oktober 2013 betreffende de ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2013) 734 final).

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

43 841 091

43 841 091

43 874 839

43 874 839

43 435 084,07

43 435 084,07

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

94 535 000

88 297 297

123 383 210

118 383 210

134 265 378,25

123 431 762,15

Reserves (40 02 41)

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

   
 

141 100 000

131 600 000

127 026 210

122 831 210

134 265 378,25

123 431 762,15

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

946 359 699

527 452 337

922 865 078

590 406 361

893 357 420,98

421 876 386,38

 

Titel 11 — Totaal

1 084 735 790

659 590 725

1 090 123 127

752 664 410

1 071 057 883,30

588 743 232,60

Reserves (40 02 41)

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

   
 

1 131 300 790

702 893 428

1 093 766 127

757 112 410

1 071 057 883,30

588 743 232,60

HOOFDSTUK 11 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

30 342 249

30 427 605

30 425 764,01

100,28

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 418 077

2 326 625

2 559 598,31

105,85

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 572 342

2 572 607

2 407 903 ,—

93,61

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

4 990 419

4 899 232

4 967 501,31

99,54

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5,2

1 961 423

1 900 002

2 339 633,12

119,28

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

2

3 500 000

3 700 000

3 128 987,63

89,40

 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

3 500 000

3 700 000

3 128 987,63

89,40

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

2

3 047 000

2 948 000

2 573 198 ,—

84,45

 

Artikel 11 01 06 — Subtotaal

 

3 047 000

2 948 000

2 573 198 ,—

84,45

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

43 841 091

43 874 839

43 435 084,07

99,07

11 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

30 342 249

30 427 605

30 425 764,01

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 418 077

2 326 625

2 559 598,31

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 572 342

2 572 607

2 407 903 ,—

11 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 961 423

1 900 002

2 339 633,12

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor concrete acties en programma’s op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor maritieme zaken en visserij — Niet-operationele administratieve en technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 500 000

3 700 000

3 128 987,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de niet-operationele technische bijstand voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) als bedoeld in artikel 58 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot hoogstens 850 000 EUR, met inbegrip van ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd) die, wat technische bijstand betreft, nodig zijn voor de uitvoering van maatregelen in het kader van het EFMZV en voor de voltooiing van maatregelen in het kader van de voorganger ervan, het Europees Visserijfonds (EVF);

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de onder deze post opgevoerde kredieten;

 

uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

 

uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen en audits, vergaderingen van deskundigen en de deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, studiebijeenkomsten en conferenties over belangrijke aangelegenheden, voorlichting en publicaties op het gebied van maritieme zaken en visserij;

 

uitgaven voor informatietechnologie (IT) (apparatuur en diensten);

 

deelname van wetenschappelijke deskundigen aan vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer;

 

andere uitgaven voor niet-operationele technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 01 06

Uitvoerende agentschappen

11 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 047 000

2 948 000

2 573 198 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Besluit C(2013) 9414 van de Commissie van 23 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van energie, milieu, klimaatactie, concurrentiekracht en kmo's, onderzoek en innovatie, ICT, maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Besluit C(2014) 4636 van de Commissie houdende wijziging van Besluit C(2013) 9414 van 23 december 2013, wat betreft de delegatie van bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma van de Unie op het gebied van maritiem beleid en visserij, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

Uitvoeringsbesluit 2013/771/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen en tot intrekking van de Besluiten 2004/20/EG en 2007/372/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 73).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 03 —   VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

VERPLICHTE BIJDRAGEN AAN REGIONALE ORGANISATIES VOOR VISSERIJBEHEER EN ANDERE INTERNATIONALE ORGANISATIES EN DUURZAMEVISSERIJOVEREENKOMSTEN

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

2

89 035 000

82 797 297

118 390 478

113 390 478

129 256 093,75

118 503 593,75

143,12

Reserves (40 02 41)

 

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

     
   

135 600 000

126 100 000

122 033 478

117 838 478

129 256 093,75

118 503 593,75

 

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

2

5 500 000

5 500 000

4 992 732

4 992 732

5 009 284,50

4 928 168,40

89,60

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

94 535 000

88 297 297

123 383 210

118 383 210

134 265 378,25

123 431 762,15

139,79

Reserves (40 02 41)

 

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

     
   

141 100 000

131 600 000

127 026 210

122 831 210

134 265 378,25

123 431 762,15

 

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

89 035 000

82 797 297

118 390 478

113 390 478

129 256 093,75

118 503 593,75

Reserves (40 02 41)

46 565 000

43 302 703

3 643 000

4 448 000

   

Totaal

135 600 000

126 100 000

122 033 478

117 838 478

129 256 093,75

118 503 593,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie met derde landen heeft onderhandeld of die zij voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name artikel 31.

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

 

Status (oktober 2017)

Land

Rechtsgrondslag

Datum

Publicatieblad

Looptijd

Overeenkomsten en/of protocollen die van kracht zijn (in 2018 verschuldigde financiële tegenprestatie opgenomen in artikel 11 03 01)

Cookeilanden

Besluit (EU) 2017/418

28 februari 2017

L 64 van 10.3.2017

van 14.10.2016 tot en met 13.10.2020

Groenland

Besluit (EU) 2016/817

17 mei 2016

L 136 van 25.5.2016

van 1.1.2016 tot en met 31.12.2020

Liberia

Besluit (EU) 2016/1062

24 mei 2016

L 177 van 1.7.2016

van 9.12.2015 tot en met 8.12.2020

Madagaskar

Besluit (EU) 2015/1893

5 oktober 2015

L 277 van 22.10.2015

van 1.1.2015 tot en met 31.12.2018

Mauritanië

Besluit (EU) 2016/870

24 mei 2016

L 145 van 2.6.2016

van 16.11.2015 tot en met 15.11.2019

Senegal

Besluit (EU) 2015/384

2 maart 2015

L 65 van 10.3.2015

van 20.10.2014 tot en met 19.10.2019

Seychellen

Besluit 2014/306/EU

13 mei 2014

L 160 van 29.5.2014

van 18.1.2014 tot en met 17.1.2020

Overeenkomsten en/of protocollen waarover opnieuw zal onderhandeld worden, die reeds in de onderhandelingsfase zijn of waarvoor de wetgevingsprocedure lopende is (financiële tegenprestatie opgenomen in artikel 40 02 41)

Kaapverdië

Besluit (EU) 2015/1894

5 oktober 2015

L 277 van 22.10.2015

van 23.12.2014 tot en met 22.12.2018

Ivoorkust

Besluit 2014/102/EU

28 januari 2014

L 54 van 22.2.2014

van 1.7.2013 tot en met 30.6.2018

Gabon

Besluit 2014/232/EU

14 april 2014

L 125 van 26.4.2014

van 24.7.2013 tot en met 23.7.2016

Guinee-Bissau

Besluit (EU) 2015/1987

5 oktober 2015

L 290 van 6.11.2015

van 24.11.2014 tot en met 23.11.2017

Mauritius

Besluit (EU) 2017/1960

23 oktober 2017

L 279 van 28.10.2017

Voorlopig van toepassing 2017-2021 (exacte datum afhankelijk van de ondertekening)

Marokko

Besluit 2013/785/EU

16 december 2013

L 349 van 21.12.2013

van 15.7.2014 tot en met 14.7.2018

Mozambique

Besluit 2012/306/EU

12 juni 2012

L 153 van 14.6.2012

van 1.2.2012 tot en met 31.1.2015

Sao Tomé en Principe

Besluit (EU) 2015/239

10 februari 2015

L 40 van 16.2.2015

van 23.5.2014 tot en met 22.5.2018

11 03 02

Bevordering van duurzame ontwikkeling op het gebied van visserijbeheer en maritiem bestuur overeenkomstig de doelstellingen van het GVB (verplichte bijdragen aan internationale organisaties)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

5 500 000

4 992 732

4 992 732

5 009 284,50

4 928 168,40

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van internationale visserijorganisaties die tot taak hebben de instandhouding op lange termijn en de duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren. Hierbij gaat het om verplichte bijdragen aan onder meer de volgende regionale organisaties voor visserijbeheer en andere internationale organisaties:

 

Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (CCAMLR);

 

Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (NASCO);

 

Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT);

 

Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC);

 

Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (NAFO);

 

Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC);

 

Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM);

 

Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (SEAFO);

 

Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (SIOFA);

 

Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (WCPFC, voorheen MHLC);

 

Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (AIDCP);

 

Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC);

 

Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO);

 

Commissie van het Verdrag voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (CCSBT);

 

Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (CMS).

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiële bijdragen van de Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1).

Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).

Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10).

Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24).

Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34).

Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26).

Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22), met name de artikelen 29 en 30.

Besluit (EU) 2015/2437 van de Raad van 14 december 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Commissie voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (CCSBT) betreffende het lidmaatschap van de Unie in de Uitgebreide Commissie van het Verdrag voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (PB L 336 van 23.12.2015, blz. 27).

HOOFDSTUK 11 06 —   EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES FONDS VOOR MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ (EFMZV)

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

0 ,—

0 ,—

 

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

2

p.m.

10 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

127 420 098,85

1 274,20

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

2

p.m.

5 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

33 406 429,87

668,13

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007-2013)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 51

Voltooiing van vroegere programma's (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 52

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

2

837 523 233

410 000 000

818 478 098

480 000 000

805 423 852 ,—

186 988 426,87

45,61

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

2

47 830 000

33 300 000

38 426 980

27 656 608

39 115 973,22

16 622 490,67

49,92

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

2

9 274 000

8 100 000

9 070 000

6 900 000

8 385 000 ,—

11 733 210,33

144,85

11 06 62 02

Controle en handhaving

2

5 500 000

16 900 000

15 510 000

25 000 000

5 203 247,25

14 665 308,75

86,78

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

2

12 292 000

10 900 000

7 970 000

7 100 000

10 675 000 ,—

6 980 957,63

64,05

11 06 62 04

Governance en communicatie

2

5 600 000

5 800 000

7 419 000

5 430 000

5 077 458,87

3 798 028,96

65,48

11 06 62 05

Marktonderzoek

2

4 815 000

4 000 000

4 370 000

4 568 000

4 570 030,08

4 045 242,08

101,13

 

Artikel 11 06 62 — Subtotaal

 

37 481 000

45 700 000

44 339 000

48 998 000

33 910 736,20

41 222 747,75

90,20

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

2

3 980 000

4 000 000

3 850 000

4 081 954

4 149 373,66

4 113 525,40

102,84

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 11 06 63 — Subtotaal

 

3 980 000

4 000 000

3 850 000

4 081 954

4 149 373,66

4 113 525,40

102,84

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

2

16 745 466

16 745 466

17 021 000

17 021 000

9 070 000 ,—

9 070 000 ,—

54,16

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

553 137,98

 

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

2

p.m.

p.m.

p.m.

85 892

0 ,—

508 226,91

 

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

2

p.m.

361 656

p.m.

361 656

0 ,—

0 ,—

0

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

2

p.m.

295 215

p.m.

586 251

268 695,90

552 323,64

187,09

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

2

p.m.

350 000

p.m.

500 000

0 ,—

248 978,44

71,14

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

2

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

248 790 ,—

0 ,—

 

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

2

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

420 000 ,—

420 000 ,—

 

11 06 77 12

Proefproject — Oprichting van een Europese kustwacht

2

p.m.

p.m.

p.m.

375 000

750 000 ,—

750 000 ,—

 

11 06 77 13

Voorbereidende actie — Gemeenschappelijk curriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen

2

p.m.

300 000

750 000

375 000

     

11 06 77 14

Proefproject — Kennis over de oceanen voor iedereen

2

1 300 000

650 000

         

11 06 77 15

Proefproject — Handboek van goede werkmethoden voor cruises

2

700 000

350 000

         

11 06 77 16

Proefproject — Unieplatform voor producentenorganisaties in de visserij en de aquacultuur

2

500 000

250 000

         

11 06 77 17

Proefproject — Controlestelsel voor de recreatieve zeebaarsvangst

2

300 000

150 000

         
 

Artikel 11 06 77 — Subtotaal

 

2 800 000

2 706 871

750 000

2 648 799

1 687 485,90

3 032 666,97

112,04

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

946 359 699

527 452 337

922 865 078

590 406 361

893 357 420,98

421 876 386,38

79,98

Toelichting

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties voor uitgaven die in strijd met het toepasselijk recht zijn verricht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 2 van de staat van ontvangsten.

De artikelen 97, 98 en 99 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 voorzien in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 3 van de staat van ontvangsten.

De artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voorzien in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder artikel 6 5 4 van de staat van ontvangsten.

Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat correcties waartoe eerder was besloten, komen te vervallen of worden verlaagd.

In artikel 177 van het Financieel Reglement zijn de voorwaarden vastgesteld voor volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Terugbetaalde bedragen van de voorfinanciering vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en worden opgevoerd onder post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 3 en 4, artikel 80 en artikel 177.

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

Naar aanleiding van de schipbreuk van de Prestige is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de door olie uit de Prestige veroorzaakte schade te vergoeden voor de vissers, de schaal- en schelpdierensector en de aquacultuursector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

11 06 11

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De maatregelen op het gebied van technische bijstand omvatten studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

dienstverleningscontracten;

 

steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 12

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

127 420 098,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht in stand te houden tussen de vangstcapaciteit van de visserijvloot en de beschikbare visbestanden, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13

Afwikkeling van het Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling (2007-2013) vallen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

33 406 429,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen voor EVF-maatregelen zonder convergentiedoelstellingen (vastleggingen voor de programmeringsperiode 2007-2013).

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de financiering van acties om de selectiviteit van vistuig te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 14

Voltooiing van interventiemaatregelen voor visserijproducten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

11 06 15

Voltooiing van het visserijprogramma voor de ultraperifere regio's (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden met betrekking tot de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

11 06 51

Voltooiing van vroegere programma's (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) van betalingsverplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 zijn aangegaan en nog moeten worden afgewikkeld.

Dit artikel dient ook voor de financiering van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de andere bovengenoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit artikel zal zo nodig ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor maatregelen waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

11 06 52

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) 2000-2006

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering uit het FIOV van betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan en nog moeten worden afgewikkeld.

Het dient ook voor de financiering uit het FIOV van nog af te wikkelen betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 voor het speciale programma voor vrede en verzoening zijn aangegaan, en voor de financiering van vroegere, nog af te wikkelen betalingsverplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 voor gebieden buiten doelstelling 1 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

11 06 60

Bevordering van een duurzame en concurrerende visserij en aquacultuur, van een evenwichtige en inclusieve territoriale ontwikkeling van de visserijgebieden en van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

837 523 233

410 000 000

818 478 098

480 000 000

805 423 852 ,—

186 988 426,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de operationele programma’s van het EFMZV met het oog op de versterking van de werkgelegenheid en de economische, sociale en territoriale cohesie, de stimulering van een innovatieve, concurrerende en op kennis gebaseerde visserij en aquacultuur, de ondersteuning van de kleinschalige visserij, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke lidstaat, de bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij en aquacultuur, alsook de stimulering van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder a), c) en d).

11 06 61

Stimulering van de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 830 000

33 300 000

38 426 980

27 656 608

39 115 973,22

16 622 490,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het geïntegreerd maritiem beleid, onder meer voor:

 

het Europees marien observatie- en datanetwerk;

 

projecten, waaronder testprojecten en samenwerkingsprojecten;

 

de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur;

 

verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

 

IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

 

evenementen en conferenties;

 

ontwikkeling en follow-up van zeegebiedstrategieën;

 

initiatieven voor de medefinanciering, de aankoop en het onderhoud van mariene observatiesystemen en technische instrumenten voor het ontwerpen, opzetten en exploiteren van een operationeel Europees marien observatie- en datanetwerksysteem dat het, via samenwerking tussen de lidstaten en/of betrokken internationale instellingen, gemakkelijker maakt mariene gegevens en kennis te verzamelen, te verwerven, samen te voegen, te verwerken, op kwaliteit te controleren, te hergebruiken en te verspreiden;

 

secretariaats- of ondersteunende diensten;

 

Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 5, onder b).

11 06 62

Begeleidende maatregelen voor het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid

11 06 62 01

Wetenschappelijk advies en kennis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 274 000

8 100 000

9 070 000

6 900 000

8 385 000 ,—

11 733 210,33

Toelichting

Dit krediet dekt uitgaven voor:

 

de financiële bijdrage van de Unie die bestaat uit betalingen voor uitgaven die de lidstaten maken voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s die in 2013 of vroeger zijn gestart;

 

de financiering van studies en proefprojecten die door de Commissie, in voorkomend geval in samenwerking met de lidstaten, worden uitgevoerd en voor de uitvoering en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid nodig zijn, onder meer met betrekking tot alternatieve soorten duurzame visserijtechnieken;

 

de voorbereiding en verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies door wetenschappelijke instellingen, waaronder internationale adviesorganisaties die belast zijn met de beoordeling van de bestanden, door onafhankelijke deskundigen en door onderzoeksinstellingen;

 

de kosten die de Commissie maakt voor diensten in verband met het verzamelen, beheren en gebruiken van gegevens, in verband met de organisatie en het beheer van deskundigenvergaderingen over visserij en het beheer van jaarlijkse werkprogramma's betreffende visserijgerelateerde wetenschappelijke en technische expertise, in verband met de verwerking van dataoproepen en datareeksen, en in verband met de voorbereidingsfase die voorafgaat aan het verstrekken van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies;

 

samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van gegevensverzameling, inclusief het opzetten en exploiteren van geregionaliseerde databanken voor de opslag, het beheer en het gebruik van gegevens die bevorderlijk zijn voor de regionale samenwerking, de gegevensverzameling en het gegevensbeheer en de wetenschappelijke expertise ter ondersteuning van het visserijbeheer;

 

met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

 

vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde externe deskundigen worden betaald en verzoek om diensten overeenkomstig Besluit 2005/629/EG (of overeenkomstig het besluit dat dat besluit opvolgt en vervangt).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 84, onder a).

Referentiebesluiten

Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

11 06 62 02

Controle en handhaving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

16 900 000

15 510 000

25 000 000

5 203 247,25

14 665 308,75

Toelichting

Dit krediet dekt de betalingen voor acties in de periode 2007-2013 in verband met uitgaven van de lidstaten voor de organisatie van monitoring- en controlesystemen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, meer bepaald voor:

 

investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronischeregistratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

 

programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

 

de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

 

kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

 

de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

 

proefprojecten, zoals CCTV (gesloten televisiecircuit).

Dit krediet dient ook ter dekking van de controleacties onder direct beheer die onder het EFMZV vallen:

 

gezamenlijke aankopen en/of huur van patrouillevaartuigen, -vliegtuigen en -helikopters door verschillende lidstaten uit hetzelfde geografisch gebied, op voorwaarde dat deze ten minste 60 % van de tijd voor visserijcontroledoeleinden worden gebruikt;

 

beoordeling en de ontwikkeling van nieuwe controletechnologieën, alsmede processen voor de uitwisseling van gegevens;

 

operationele uitgaven in verband met de controle en evaluatie die de Commissie op de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid verricht, in het bijzonder de uitgaven voor verificatie-, inspectie- en auditbezoeken, uitrusting en opleiding van functionarissen van de Commissie, de organisatie van of de deelname aan vergaderingen, met inbegrip van de uitwisseling tussen lidstaten van informatie en beste praktijken, studies, IT-diensten en -leveranciers en de huur of aanschaf door de Commissie van inspectiemiddelen als bedoeld in titel X van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

steun voor de uitvoering van transnationale projecten die zijn gericht op het tot stand brengen en het testen van interstatelijke systemen voor controle, inspectie en handhaving als bedoeld in artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

internationale opleidingsprogramma's voor personeel dat verantwoordelijk is voor de monitoring, controle en bewaking van activiteiten op visserijgebied;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, voor het standaardiseren van de interpretatie van verordeningen en daarmee gepaard gaande controles in de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 86.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 06 62 03

Vrijwillige bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 292 000

10 900 000

7 970 000

7 100 000

10 675 000 ,—

6 980 957,63

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van vrijwillige bijdragen van de Unie aan internationale organisaties die actief zijn op het gebied van de visserij en het recht van de zee. Met name kan het dienen voor de financiering van:

 

voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot nieuwe overeenkomsten inzake duurzame visserij;

 

bijdragen en inschrijvingsgelden voor vergaderingen van internationale visserijorganisaties waarin de Unie de status van waarnemer heeft (artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), d.i. de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten. Dit krediet dient eveneens ter dekking van toezichtprogramma's waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan;

 

financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

 

financiële bijdragen voor door internationale visserijorganisaties ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van bijzonder belang zijn;

 

financiële bijdragen voor activiteiten (werk-, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen) die de belangen van de Unie in internationale organisaties dienen en de samenwerking met haar partners in die organisaties versterken. Wanneer het in dit verband in het belang van de Unie is dat vertegenwoordigers van derde landen aanwezig zijn tijdens onderhandelingen en vergaderingen in internationale fora en organisaties, worden de kosten van de deelname van deze vertegenwoordigers uit het EFMZV betaald;

 

subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio, waarvan kuststaten deel uitmaken.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name artikel 88.

11 06 62 04

Governance en communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 600 000

5 800 000

7 419 000

5 430 000

5 077 458,87

3 798 028,96

Toelichting

Dit krediet dient om, ter intensivering van de dialoog met de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

 

subsidies voor adviesraden (ingevolge de vaststelling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 zijn de bestaande regionale adviesraden (RAR's) tot adviesraden (AR's) omgevormd en worden nieuwe AR's opgericht) voor de financiering van operationele kosten en tolk- en vertaalkosten voor vergaderingen van AR's;

 

de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

De Commissie zal de werking van de AR's met een financiële bijdrage blijven ondersteunen. Zij zal zo nodig aan vergaderingen deelnemen en zich buigen over de aanbevelingen van de AR's, die als inbreng kunnen dienen bij de opstelling van wetgeving. Door het overleg met de belanghebbenden in de AR's zal de betrokkenheid van wie in de visserijsector werkt en van andere groepen die bij het gemeenschappelijk visserijbeleid belang hebben, toenemen, waardoor meer rekening wordt gehouden met specifieke regionale kenmerken.

Voorts is een deel van dit krediet gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw zal het nodige worden gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten informatie over het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1), met name de artikelen 89 en 91.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/242 van de Commissie van 9 oktober 2014 tot vaststelling van nadere bepalingen over het functioneren van de adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 41 van 17.2.2015, blz. 1).

11 06 62 05

Marktonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 815 000

4 000 000

4 370 000

4 568 000

4 570 030,08

4 045 242,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de ontwikkeling en de verspreiding van marktonderzoeksresultaten met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten. Specifiek gaat het hierbij onder meer om:

 

de volledige werking van de marktwaarnemingspost;

 

het verzamelen, analyseren en verspreiden van economische kennis over en inzicht in de markt van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten in de hele bevoorradingsketen, rekening houdend met de internationale context;

 

het regelmatig verrichten van onderzoek naar de prijzen in de hele bevoorradingsketen van de Unie voor visserij- en aquacultuurproducten en het maken van analysen over marktontwikkelingen;

 

het maken van ad-hocmarktstudies en het aanreiken van een methodologie voor onderzoeken inzake prijsvorming;

 

het vergemakkelijken van de toegang tot beschikbare gegevens over visserij- en aquacultuurproducten die overeenkomstig de wetgeving van de Unie zijn verzameld;

 

het op het passende niveau beschikbaar maken van marktinformatie voor belanghebbenden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 houdende een gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1184/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Technische bijstand

11 06 63 01

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 980 000

4 000 000

3 850 000

4 081 954

4 149 373,66

4 113 525,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFMZV gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 92 van Verordening (EU) nr. 508/2014.

De technische bijstand omvat maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, audit, evaluatie, controle en beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het EFMZV.

Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

studies, evaluaties en deskundigenverslagen;

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking, en samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

het opzetten, doen functioneren en onderling koppelen van computersystemen voor beheer, monitoring, audit, controle en evaluatie;

 

acties om de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de evaluatiepraktijk te verbeteren;

 

acties in verband met audits;

 

de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren op het gebied van duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 63 02

Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

11 06 64

Europees Bureau voor visserijcontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 745 466

16 745 466

17 021 000

17 021 000

9 070 000 ,—

9 070 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeels-, administratieve en beleidsuitgaven van het Bureau.

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden teruggestort, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 16 813 000 EUR. Een bedrag van 67 534 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 16 745 466 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/1626 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 80).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

11 06 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

11 06 77 02

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

553 137,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 06

Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

85 892

0 ,—

508 226,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die de vorige jaren zijn aangegaan in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 07

Proefproject — Het operationeel maken van een netwerk van beschermde mariene gebieden die zijn of worden aangewezen krachtens nationale en internationale milieu- of visserijwetgeving, ter versterking van het productiepotentieel van de mediterrane Unievisserij, op basis van de maximum duurzame vangstniveaus en een ecosysteembenadering van het visserijbeheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

361 656

p.m.

361 656

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 08

Proefproject — Steun voor kleinschalige visserij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

295 215

p.m.

586 251

268 695,90

552 323,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 09

Proefproject — Ontwikkeling van innovatieve, milieuvriendelijke offshore vismethodes voor kleine vaartuigen in de ultraperifere regio's, met inbegrip van de uitwisseling van goede praktijken en visserijproeven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

500 000

0 ,—

248 978,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 10

Proefproject — Beoordeling van facultatieve informatie met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

125 000

248 790 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 11

Proefproject — Modernisering van controles in de visserij en optimalisering van monitoring van vaartuigen door middel van innovatieve Europese systemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

420 000 ,—

420 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 12

Proefproject — Oprichting van een Europese kustwacht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

375 000

750 000 ,—

750 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die vorige jaren zijn aangegaan in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 13

Voorbereidende actie — Gemeenschappelijk curriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie beoogt de algemene conclusies van het TRECVET — Kerncurriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen (TCC-SCV)-project uit te breiden door in alle lidstaten een gemeenschappelijk curriculum in te voeren.

Aan het oorspronkelijke project, dat op 16 juni 2016 is afgerond, namen slechts negen lidstaten deel. Met deze voorbereidende actie wordt het tot andere belangstellende lidstaten uitgebreid. Momenteel worden de beroepskwalificaties van de afzonderlijke lidstaten in de sector kleine commerciële vaartuigen niet wederzijds erkend door de lidstaten. Dit maakt kapiteins minder flexibel en mobiel, aangezien ze alleen in het land kunnen werken waar ze hun kwalificatie hebben behaald. De doelgroep bestaat uit: kapiteins van charterschepen, zeevaartpersoneel dat beroepsmatig met schepen in of tussen havens vaart, opleveringskapiteins en kapiteins van duikschepen die hun cliënten van en naar duikspots varen.

De invoering van een kerncurriculum voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen en de toepassing ervan op Unieniveau is het doel van deze actie, in het kader van de richtlijn betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. Deze voorbereidende actie is complementair en in overeenstemming met de nieuwe agenda voor vaardigheden voor Europa, in een van de zes proefsectoren in 2017 met betrekking tot de maritieme sector.

De wederzijdse erkenning op Unieniveau zal een direct en indirect effect op de nationale economieën hebben. Ten eerste zullen de lidstaten die hiervoor nog geen specifiek curriculum hebben, nieuwe kwalificaties voor kapiteins van kleine commerciële vaartuigen kunnen opstellen en toepassen. Ten tweede kunnen de lidstaten die al een curriculum hebben, dat aanpassen en omwerken.

Bovendien zal dit nieuwe mensen aantrekken en nieuwe banen en werkgelegenheidskansen creëren, aangezien een aantal beperkingen op mobiliteit zal wegvallen. De sector watertoerisme zal nieuwe kansen scheppen, ook in kust- en eilandregio's. Naast het directe effect op de sector kleine commerciële vaartuigen zal dit ook een ruimere impact hebben, aangezien deze sector een toegang vormt tot de sector superjachten en tot koopvaardijschepen die behoefte hebben aan gekwalificeerd personeel.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 14

Proefproject — Kennis over de oceanen voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

650 000

       

Toelichting

In de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de Hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 10 november 2016 over de internationale governance van de oceanen JOIN(2016) 49 wordt benadrukt dat een goede omgang met de oceanen en de aanpak van de problemen daaromtrent een taak voor iedereen op aarde is. De basis daarvoor is kennis over de oceanen.

Het proefproject heeft tot doel:

 

1)

de maatschappelijke betrokkenheid en een betere bewustwording van Europese burgers over maritieme kwesties aan te wakkeren;

 

2)

burgers en marktdeelnemers op te leiden tot goed ingelichte pleitbezorgers van de oceanen, die wetenschappelijke, technische mariene en maritieme informatie begrijpen en de overgang naar een duurzamere samenleving aanjagen;

 

3)

de ontwikkeling van digitale diensten en innovatieve communicatiemiddelen te bevorderen om de verspreiding van mariene kennis, gegevens en informatiemateriaal voor burgers en belanghebbenden te vergemakkelijken;

 

4)

een éénloketsysteem op te zetten voor alle partijen die geïnteresseerd zijn in kennis over de oceanen; en

 

5)

de verspreiding van kennis en informatie te coördineren.

Het proefproject voorziet in de oprichting van een kenniscentrum met betrekking tot oceanen om activiteiten in Europa en buurlanden te coördineren. Hiermee wordt de toegang tot beschikbare diensten en producten vergemakkelijkt. Het proefproject zal bijdragen tot de coördinatie van de inspanningen van partners die al actief zijn op het vlak van kennis over oceanen in Europa.

Met het proefproject zullen wetenschaps- en kenniscentra, maritieme clusters en innovatiecentra, musea en aquaria worden aangespoord om hun werkzaamheden op gecoördineerde wijze uit te voeren en zo de mogelijkheden van burgers om deel te nemen aan wetenschappelijke initiatieven, de maritieme economie en maritiem onderwijs te verbeteren. Tevens zullen jongeren worden gestimuleerd om voor een „blauwe loopbaan” te kiezen. Met het proefproject zal de interactie tussen instellingen en beleidsmakers op het gebied van mariene wetenschap op gang worden gebracht, met het oog op een betere wisselwerking tussen wetenschap en beleid.

11 06 77 15

Proefproject — Handboek van goede werkmethoden voor cruises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

Europa is een belangrijke markt voor de wereldwijde cruisesector. In 2015 vervoerde de mondiale cruisesector 25,3 miljoen passagiers, goed voor 956 597 banen en een totale omzet van 117 miljard USD wereldwijd. De vraag naar cruises is van 2005 tot 2015 met 62 % gestegen.

Dit alles creëert economische waarde en banen in Europa. De kust- en maritieme regio's moeten echter de nodige voorwaarden scheppen om de voordelen van het cruisetoerisme beter te integreren. Met dit proefproject wordt daarom beoogd een handboek van goede werkmethoden voor cruises op te stellen in het kader van de reeds bestaande Europese dialoog tussen cruisemaatschappijen, havens en belanghebbenden van het kusttoerisme. De nadruk moet liggen op milieugevolgen en de ontvangst van cruises, maar ook op de maatschappelijke effecten en de manier waarop de ontvangstfaciliteiten van de havens en de regio’s moeten worden aangepast. In het handboek zullen de volgende punten aan bod komen:

 

milieuaspecten en beleidsmaatregelen ter vermindering van externe effecten;

 

de sociale en economische dimensie van cruises voor de regio’s;

 

de noodzaak van coördinatie tussen de cruisehaven en de naburige steden;

 

reeds bestaande beste praktijken.

Dit handboek zal het ook mogelijk maken de externe effecten van het cruisetoerisme te beperken en meer economische en sociale voordelen voor steden en burgers op te leveren, bijvoorbeeld door de uitwisseling van beste praktijken voor het beheer van de verkeersopstoppingen die zich in het hoogseizoen voordoen. Het handboek kan ook meer wederzijds begrip helpen creëren tussen cruisehavens en stadsbesturen. In het handboek moet ook het mogelijke milieueffect van de cruisediensten aan bod komen. Daarnaast zal het handboek de beste praktijken die al in verscheidene cruisehavens worden toegepast, beter bekend maken, zodat dubbel werk wordt voorkomen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 16

Proefproject — Unieplatform voor producentenorganisaties in de visserij en de aquacultuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel een onlineplatform te creëren waarop producentenorganisaties informatie over elkaar kunnen terugvinden, en waarop zij werkwijzen kunnen uitwisselen en mogelijke oplossingen voor gemeenschappelijke problemen kunnen bespreken, onder meer de voorbereiding en uitvoering van productie- en marketingplannen. Het platform biedt ook specifieke diensten aan om de transnationale samenwerking tussen producentenorganisaties te verbeteren, met inbegrip van de mogelijkheid om korte wederzijdse studiebezoeken producentenorganisaties te organiseren, alsook seminars voor producentenorganisaties uit verschillende lidstaten over bedrijfsbeheer of andere marktgerelateerde onderwerpen. Het proefproject wordt door middel van een dienstverleningsovereenkomst uitgevoerd (openbare aanbesteding, voor onder meer: consultancy, analyse en IT-ontwikkeling, reiskosten en vertaalkosten).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

11 06 77 17

Proefproject — Controlestelsel voor de recreatieve zeebaarsvangst

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

150 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel een controlestelsel voor de vangst van zeebaars door recreatievissers te testen, teneinde de Uniewetgever meer opties te geven voor het beheer en de controle van de recreatieve visserij, ook met het oog op de toekomstige herziening van de Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1) (controleverordening) en de opstelling van meerjarige beheersplannen. In het kader van het project worden innovatieve instrumenten ontwikkeld om een efficiënte en geharmoniseerde controle van recreatieve zeebaarsvisserij in de Atlantische Oceaan door de lidstaten te verzekeren. Er worden met name elektronische rapporteringsinstrumenten getest, die onder meer op een smartphone gebruikt kunnen worden, en deze zullen ook worden bestudeerd in het bredere kader van de huidige regelingen voor het beheer en de controle van de visserij, bijvoorbeeld met betrekking tot visvergunningen, volgapparatuur, monitoring en inspectie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 12

FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

44 163 688

44 163 688

42 467 485

42 467 485

40 307 316,84

40 307 316,84

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

50 399 766

50 204 016

43 445 802

45 957 802

46 529 181,72

44 248 795,47

Reserves (40 02 41)

   

4 856 000

3 267 000

   
 

50 399 766

50 204 016

48 301 802

49 224 802

46 529 181,72

44 248 795,47

 

Titel 12 — Totaal

94 563 454

94 367 704

85 913 287

88 425 287

86 836 498,56

84 556 112,31

Reserves (40 02 41)

   

4 856 000

3 267 000

   
 

94 563 454

94 367 704

90 769 287

91 692 287

86 836 498,56

84 556 112,31

HOOFDSTUK 12 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE”

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

36 199 825

34 431 236

32 196 042,02

88,94

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 293 006

3 501 192

3 172 373,68

96,34

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 330 781

2 385 054

2 463 094,65

105,68

 

Artikel 12 01 02 — Subtotaal

 

5 623 787

5 886 246

5 635 468,33

100,21

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

5,2

2 340 076

2 150 003

2 475 806,49

105,80

 

Hoofdstuk 12 01 — Totaal

 

44 163 688

42 467 485

40 307 316,84

91,27

12 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

36 199 825

34 431 236

32 196 042,02

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

12 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 293 006

3 501 192

3 172 373,68

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 330 781

2 385 054

2 463 094,65

12 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 340 076

2 150 003

2 475 806,49

HOOFDSTUK 12 02 —   FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02

FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTEN

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

1,1

3 700 000

4 000 000

3 700 000

5 094 000

4 003 580,80

3 004 435,62

75,11

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

1,1

8 446 000

8 400 250

4 925 000

5 718 000

8 118 000 ,—

7 267 500,02

86,52

Reserves (40 02 41)

     

3 356 000

2 517 000

     
   

8 446 000

8 400 250

8 281 000

8 235 000

8 118 000 ,—

7 267 500,02

 

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA)

1,1

14 459 404

14 459 404

14 390 504

14 390 504

14 243 211,92

14 243 211,92

98,50

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

1,1

9 257 747

9 257 747

8 736 301

8 736 301

8 461 389 ,—

8 461 389 ,—

91,40

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

1,1

11 636 615

11 636 615

10 843 997

10 843 997

10 203 000 ,—

10 203 000 ,—

87,68

12 02 08

Verbetering van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij het beleid van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

1 500 000

1 325 000

p.m.

p.m.

     

Reserves (40 02 41)

     

1 500 000

750 000

     
   

1 500 000

1 325 000

1 500 000

750 000

     

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 05

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

1 500 000 ,—

1 069 258,91

 

12 02 77 06

Proefproject — Horizontale taskforce Distributed Ledger Technology en praktijkvoorbeelden voor overheidstoepassingen

1,1

500 000

675 000

850 000

425 000

     

12 02 77 07

Proefproject — Totstandbrenging van een echte bankenunie — Onderzoek naar verschillen in bankengerelateerde wetgeving en regelgeving in de landen van de eurozone en de noodzaak om deze te harmoniseren in een bankenunie

1,1

500 000

250 000

         

12 02 77 08

Proefproject — Europees fonds voor via crowdfunding gefinancierde investeringen

1,1

400 000

200 000

         
 

Artikel 12 02 77 — Subtotaal

 

1 400 000

1 125 000

850 000

1 175 000

1 500 000 ,—

1 069 258,91

95,05

 

Hoofdstuk 12 02 — Totaal

 

50 399 766

50 204 016

43 445 802

45 957 802

46 529 181,72

44 248 795,47

88,14

Reserves (40 02 41)

     

4 856 000

3 267 000

     
   

50 399 766

50 204 016

48 301 802

49 224 802

46 529 181,72

44 248 795,47

 

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 700 000

4 000 000

3 700 000

5 094 000

4 003 580,80

3 004 435,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt op het gebied van financiële diensten, financiële stabiliteit en de kapitaalmarktenunie, en maatregelen die met name bijdragen tot:

 

een grotere betrokkenheid van burgers en bedrijven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met de burgers en het bedrijfsleven; via maatregelen bedoeld om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot, en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden; en via maatregelen om te monitoren en te beoordelen hoe burgers en bedrijven in de praktijk gebruik maken van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun dat beletten te identificeren en gemakkelijk te verwijderen;

 

een algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt voor financiële diensten, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

de waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van kapitaal en financiële diensten en toezicht op de uitvoering van de verordening door de lidstaten;

 

de uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de financiële dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; de aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op EU-niveau en wereldwijd, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven gericht op de consolidatie en een analyse van het cumulatieve effect van regelgeving;

 

een verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

de uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het Europees actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

de actieve participatie in vergaderingen die door internationale verenigingen zoals International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) worden gehouden; ook kosten in verband met het lidmaatschap van de Commissie zijn hieronder begrepen;

 

de uitvoering van evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot de verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

het opzetten en onderhouden van informatiesystemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne markt voor financiële diensten;

 

de ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor raadplegingen, studies, enquêtes, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsmateriaal, en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen of maatregelen die onder dit artikel vallen, alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 03

Standaarden voor financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02 03

8 446 000

8 400 250

4 925 000

5 718 000

8 118 000 ,—

7 267 500,02

Reserves (40 02 41)

   

3 356 000

2 517 000

   

Totaal

8 446 000

8 400 250

8 281 000

8 235 000

8 118 000 ,—

7 267 500,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met het programma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organen op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen te ondersteunen.

Uniale financiering is essentieel om efficiënt en daadwerkelijk toezicht op de interne markt inzake financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te waarborgen.

Onder het programma vallen activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Dit programma is de voortzetting van het Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen als vastgesteld bij Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en houdende intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1), met name artikel 2.

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 459 404

14 459 404

14 390 504

14 390 504

14 243 211,92

14 243 211,92

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Bankautoriteit (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Bankautoriteit moet de het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de lidstaten van de EVA ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Bankautoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 15 100 000 EUR. Een bedrag van 640 596 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2016, wordt toegevoegd aan het bedrag van 14 459 404 EUR, dat in de begroting is opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 257 747

9 257 747

8 736 301

8 736 301

8 461 389 ,—

8 461 389 ,—

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 9 365 000 EUR. Een bedrag van 107 253 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2016, wordt toegevoegd aan het bedrag van 9 257 747 EUR, dat in de begroting is opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 636 615

11 636 615

10 843 997

10 843 997

10 203 000 ,—

10 203 000 ,—

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 114, alsmede Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Europese Autoriteit voor effecten en markten moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42) worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 11 768 296 EUR. Een bedrag van 131 681 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2016, wordt toegevoegd aan het bedrag van 11 636 615 EUR, dat in de begroting is opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

12 02 08

Verbetering van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij het beleid van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02 08

1 500 000

1 325 000

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

   

1 500 000

750 000

   

Totaal

1 500 000

1 325 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking en ondersteuning van specifieke activiteiten met het oog op een grotere betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten in het kader van een specifiek programma.

Het programma zal voorzien in de mogelijkheid om medefinanciering te verlenen aan de activiteiten van twee non-profitorganisaties, Finance Watch en Better Finance, gericht op het vergroten van de betrokkenheid van consumenten en andere eindgebruikers bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten en op voorlichting over wat speelt op het gebied van regulering van de financiële sector.

Het programma zal onderzoeksactiviteiten, bewustmakings- en communicatieactiviteiten, activiteiten ter versterking van de interactie tussen de leden van elke organisatie en belangenbehartiging ter versterking van de posities van deze leden dekken.

EU-financiering is essentieel om te waarborgen dat de tot dusver met het proefproject en de voorbereidende actie bereikte beleidsdoelstellingen tijdens de periode 2017-2020 bewaard blijven.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/826 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van een programma van de Unie ter ondersteuning van specifieke activiteiten om consumenten en andere eindgebruikers van financiële diensten meer te betrekken bij de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten voor de periode 2017-2020 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 17).

12 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

12 02 77 05

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

1 500 000 ,—

1 069 258,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 06

Proefproject — Horizontale taskforce Distributed Ledger Technology en praktijkvoorbeelden voor overheidstoepassingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

675 000

850 000

425 000

   

Toelichting

Dit proefproject is een voortzetting van de werkzaamheden van de taskforce Distributed Ledger Technology, die de opbouw beoogt van technische expertise en regelgevingscapaciteit alsook de uitwerking van praktijkvoorbeelden, met name voor overheidstoepassingen, op het gebied van gedistribueerd grootboektechnologie (distributed ledger technology — DLT), zoals voorgesteld in de resolutie van het Europees Parlement van 26 mei 2016 over virtuele valuta (P8_TA(2016)0228).

Een specifiek praktijkvoorbeeld dat moet worden onderzocht, is in welke mate op DLT gebaseerde oplossingen kunnen worden gebruikt voor het beheer van de situatie van vluchtelingen. Veel vluchtelingen en ook andere personen in een gelijkaardige situatie kunnen hun identiteit niet aantonen of hebben geen toegang tot essentiële diensten. Zij beschikken niet over de nodige documenten om een bankrekening te openen, en zonder deze documenten hebben veel vluchtelingen ook geen toegang tot gezondheidszorg en kunnen ze geen wettelijke bescherming krijgen of hun kinderen inschrijven op school. Tegelijkertijd hebben de regeringen van de lidstaten in samenwerking met andere landen en organisaties (bijv. ngo's) behoefte aan innovatieve oplossingen voor het beheer van de almaar grotere toevloed van migranten en van hun tijdelijk verblijf in verschillende landen. DLT-toepassingen kunnen gezien hun gedistribueerde en krachtige architectuur geschikt zijn voor dergelijke toepassingen.

Sommige organisaties zijn reeds begonnen uit te zoeken welke mogelijkheden DLT-toepassingen in dit verband kunnen bieden, bijvoorbeeld om onafhankelijk de uitwisseling van informatie, van persoonlijke identificatie tot geldtransacties, te authenticeren en valideren.

Het proefproject zal goede benaderingen inzake het gebruik van op DLT gebaseerde oplossingen voor grenscontrole en voor het beheer van de situatie van vluchtelingen beoordelen en vergelijken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 07

Proefproject — Totstandbrenging van een echte bankenunie — Onderzoek naar verschillen in bankengerelateerde wetgeving en regelgeving in de landen van de eurozone en de noodzaak om deze te harmoniseren in een bankenunie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

De totstandbrenging van een echte bankenunie zal leiden tot een Europese bankenmarkt in de eurozone en bijgevolg tot een stabielere Economische en Monetaire Unie. Over het algemeen worden in dit verband vier elementen noodzakelijk geacht: een gemeenschappelijke toezichthouder, een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme, gemeenschappelijke hoge normen inzake bescherming en een gemeenschappelijk rulebook. Het debat over het gemeenschappelijk rulebook richt zich uiteraard sterk op de verdere harmonisatie van de verordening kapitaalvereisten (Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1)) en de richtlijn kapitaalvereisten (Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338), waarbij eraan voorbij wordt gegaan dat andere regels en voorschriften ook van zeer groot belang zijn in het rechtskader voor financiële instellingen, onder meer vennootschapsrecht, insolventierecht, effectenrecht en eventueel boekhoudregels. Dit proefproject zal worden gebruikt om onderzoek te verrichten naar de verschillen in bankengerelateerde wetgeving en regelgeving in de eurozone en om na te gaan op welke gebieden verdere harmonisatie nodig is met het oog op de totstandbrenging van een echte bankenunie. In dit verband zullen alle 19 rechtsgebieden van de eurozone onder de loep worden genomen om een overzicht op te stellen van de belangrijkste materiële bepalingen voor de werking van banken alsook van de noodzaak om die regels in een bankenunie te harmoniseren. Daarnaast zal ook onderzoek worden verricht naar de formele voorschriften inzake de verantwoordelijkheden van de nationale bevoegde autoriteiten binnen het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en van de nationale regelgevende instanties binnen de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad om vast te stellen of, en zo ja, welke verdere harmonisatie van de voorschriften gerechtvaardigd zou zijn met het oog op een betere werking van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad. Er zal ook worden nagegaan of en waar een andere verdeling van de verantwoordelijkheden tussen het nationale niveau en het EU-niveau opportuun kan zijn. Bij het onderzoek zal rekening worden gehouden met de verschillende tradities in de Europese rechtsgebieden en met het feit dat maximale harmonisatie niet altijd haalbaar en nodig is, zelfs niet in een bankenunie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

12 02 77 08

Proefproject — Europees fonds voor via crowdfunding gefinancierde investeringen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Met het investeringsplan voor Europa wordt beoogd de investeringskloof in de EU te dichten en tegelijkertijd marktfalen en suboptimale investeringen aan te pakken. Het is gebaseerd op drie pijlers: de werking van het Europees Fonds voor strategische investeringen, de bevordering van de toegang tot financiering via de Europese investeringsadvieshubs en het Europese investeringsprojectenportaal en de verbetering van het investeringsklimaat door middel van betere regelgeving.

Crowdfunding, een innovatief instrument dat kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) een alternatieve financieringsbron biedt, wordt gezien als een aanvulling op bancaire financiering in de context van de kapitaalmarktenunie. Hoewel crowdfunding momenteel slechts een klein deel van de totale financiering voor Europese kmo's uitmaakt, wint deze financieringsvorm snel aan populariteit: volgens schattingen werd in 2015 4 100 miljoen EUR ingezameld via op financieel rendement gerichte modellen.

Dit proefproject heeft tot doel te onderzoeken wat het potentieel is van op financieel rendement gerichte crowdfundingmodellen als alternatieve financieringsbron voor kmo's in de context van het investeringsplan voor Europa.

Ervan uitgaande dat het investeringsplan voor Europa wordt gelanceerd om private investeringen in de Unie te mobiliseren, zal in het kader van dit proefproject worden bekeken hoe de banksector kan worden aangevuld in gevallen waar sprake is van marktfalen en suboptimale investeringen.

Om gevallen te traceren waarin investeringen van kmo's beperkt zijn vanwege een beperkte toegang tot financiering, wordt rekening gehouden met zowel het jaarverslag van de Europese Centrale Bank over de toegang van kmo's tot financiering als met de enquête inzake investeren en investeringsfinanciering van de EIB-groep. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het feit dat veel start-ups en innovatieve kmo's niet door voldoende zekerheden gedekt zijn en failliet gaan vanwege liquiditeitsproblemen op korte termijn, terwijl zij op lange termijn over een duurzaam bedrijfsmodel beschikken.

Het doel bestaat erin na te gaan welke lidstaten het hardst door dit probleem worden getroffen, het regelgevingskader te heroverwegen en een actieplan op te stellen om in het kader van het investeringsplan voor Europa een crowdfundingplatform in te voeren, met bijzondere aandacht voor marktfalen, en de crowding-in van private financiering te bevorderen. Aansluitend bij de EIB-richtsnoeren voor investeringsplatforms moet tevens een marktonderzoek worden uitgevoerd om het potentieel en de behoeften van de markt vast te stellen. Het platform kan thematisch of regionaal van aard zijn en vele lidstaten omvatten. Het project kan daarnaast worden gebruikt om beste praktijken op het gebied van aanbodketenfinanciering vast te stellen (bijv. invoice trading).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

89 843 307

89 843 307

89 356 102

89 356 102

90 129 546,25

90 129 546,25

Reserves (40 01 40)

   

1 125 000

1 125 000

   
 

89 843 307

89 843 307

90 481 102

90 481 102

90 129 546,25

90 129 546,25

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

30 096 255 130

25 391 963 602

29 218 751 321

14 639 134 699

27 155 528 421,01

21 015 822 334,25

13 04

COHESIEFONDS (CF)

9 418 157 040

8 480 393 602

9 080 135 577

5 748 249 495

8 780 384 180,25

7 448 978 423 ,—

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

92 853 894

80 306 941

115 060 568

195 406 848

47 122 952 ,—

513 379 992,50

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

50 000 000

50 000 000

1 241 200 013

1 241 200 013

32 774 210 ,—

32 774 210 ,—

13 07

STEUNVERORDENING

34 473 000

26 000 000

34 836 240

39 031 865

33 408 392 ,—

22 581 228,57

13 08

STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN (SRSP) — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

30 500 000

14 000 000

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

   

22 500 000

11 250 000

   
 

30 500 000

14 000 000

22 500 000

11 250 000

   
 

Titel 13 — Totaal

39 812 082 371

34 132 507 452

39 779 339 821

21 952 379 022

36 139 347 701,51

29 123 665 734,57

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

   

23 625 000

12 375 000

   
 

39 812 082 371

34 132 507 452

39 802 964 821

21 964 754 022

36 139 347 701,51

29 123 665 734,57

HOOFDSTUK 13 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID EN STADSONTWIKKELING”

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

62 910 376

63 257 387

64 281 338,75

102,18

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 119 259

2 141 597

2 373 414 ,—

111,99

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 547 285

2 555 212

2 609 804,66

102,45

 

Artikel 13 01 02 — Subtotaal

 

4 666 544

4 696 809

4 983 218,66

106,79

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

5,2

4 066 735

3 950 004

4 943 022,50

121,55

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

1,2

11 160 000

11 300 000

10 307 869,64

92,36

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

4

1 951 902

1 951 902

1 873 475 ,—

95,98

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

1,2

4 140 000

4 200 000

3 740 621,70

90,35

13 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning van het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP)

1,2

947 750

p.m.

   

Reserves (40 01 40)

   

1 125 000

   
   

947 750

1 125 000

   
 

Artikel 13 01 04 — Subtotaal

 

18 199 652

17 451 902

15 921 966,34

87,49

Reserves (40 01 40)

   

1 125 000

   
   

18 199 652

18 576 902

15 921 966,34

 
 

Hoofdstuk 13 01 — Totaal

 

89 843 307

89 356 102

90 129 546,25

100,32

Reserves (40 01 40)

   

1 125 000

   
   

89 843 307

90 481 102

90 129 546,25

 

13 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

62 910 376

63 257 387

64 281 338,75

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 119 259

2 141 597

2 373 414 ,—

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 547 285

2 555 212

2 609 804,66

13 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 066 735

3 950 004

4 943 022,50

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Regionaal beleid en stadsontwikkeling”

13 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 160 000

11 300 000

10 307 869,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uit het EFRO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 3 060 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 951 902

1 951 902

1 873 475 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun, de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun en de steun aan de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap, met name:

 

uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma's en/of individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen het volgende omvatten: contracten voor technische bijstand, studies, deskundige bijstand op korte termijn, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerkactiviteiten, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten (inclusief de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie), opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

 

verbetering van de evaluatiemethoden en uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel en in het Eupso te Nicosia (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 873 475 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 13 05 en 13 07.

13 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Cohesiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 140 000

4 200 000

3 740 621,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor technische bijstand in het Cohesiefonds zoals bedoeld in de artikelen 58 en 118 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen, informatiesystemen);

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 340 000 EUR, met inbegrip van dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning van het steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

13 01 04 04

947 750

p.m.

 

Reserves (40 01 40)

 

1 125 000

 

Totaal

947 750

1 125 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het SRSP en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van de desbetreffende verordening, uitgaven in verband met IT-netwerken die gericht zijn op informatieverwerking en -uitwisseling, en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van het SRSP doet.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 03 —   EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

47 302 553,19

 

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

145 491 832,28

145 491 832,28

 

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 644 177,72

 

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 110 756,61

2 110 756,61

 

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 000 000 ,—

 

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

233 461,55

 

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1,2

p.m.

2 752 090 200

p.m.

452 134 177

0 ,—

9 710 133 506,56

352,83

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

1,2

p.m.

9 176 800

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1,2

p.m.

895 000 000

p.m.

106 686 990

0 ,—

1 375 734 521,62

153,71

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

p.m.

167 500 000

p.m.

25 585 650

0 ,—

283 231 860,63

169,09

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

1 610 747

0 ,—

921 671,41

 

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

1,2

p.m.

288 980

p.m.

154 965

0 ,—

17 899,70

6,19

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

19 436 507 277

14 172 481 996

18 775 111 553

9 016 266 797

17 849 245 454 ,—

6 488 501 103,75

45,78

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

3 794 007 606

2 735 463 362

3 719 489 334

1 712 642 289

3 394 556 710 ,—

1 041 573 147,93

38,08

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

4 726 229 339

3 442 060 077

4 622 273 189

2 532 798 533

4 425 550 656 ,—

1 404 644 603,90

40,81

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

226 472 828

169 014 095

222 029 433

139 873 000

217 673 091 ,—

85 465 017,86

50,57

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1,2

1 766 233 626

914 201 248

1 731 601 443

525 930 699

970 006 232 ,—

301 358 833,83

32,96

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

4

9 584 130

4 140 836

9 396 205

1 312 500

5 171 292 ,—

1 500 000 ,—

36,22

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

4

1 368 000

242 000

1 459 650

231 000

1 414 450 ,—

264 000 ,—

109,09

 

Artikel 13 03 64 — Subtotaal

 

1 777 185 756

918 584 084

1 742 457 298

527 474 199

976 591 974 ,—

303 122 833,83

33,00

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1,2

74 000 000

69 000 000

74 000 000

69 400 000

68 539 152,12

65 071 293,54

94,31

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

4 227 951

p.m.

1 028 043

16 219 272 ,—

8 958 676,44

211,89

 

Artikel 13 03 65 — Subtotaal

 

74 000 000

73 227 951

74 000 000

70 428 043

84 758 424,12

74 029 969,98

101,10

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

1,2

54 152 324

41 821 859

53 090 514

42 472 411

52 049 523 ,—

41 639 618,40

99,56

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

248 943

p.m.

p.m.

0 ,—

44 575,85

17,91

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

1,2

p.m.

214 828

p.m.

500 000

0 ,—

535 171,62

249,12

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

40 880 ,—

 

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1,2

p.m.

773 558

p.m.

p.m.

0 ,—

115 073,68

14,88

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

322 551

0 ,—

287 554,37

 

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

334 000 ,—

 

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1,2

p.m.

1 093 974

p.m.

1 234 347

0 ,—

1 563 697,11

142,94

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0 ,—

1 500 000 ,—

 

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

50 638 ,—

 

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

1,2

p.m.

1 124 221

p.m.

750 000

1 500 000 ,—

700 880,42

62,34

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

350 000 ,—

 

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

1,2

p.m.

1 798 674

2 000 000

1 700 000

2 000 000 ,—

1 326,28

0,07

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — de weg vooruit

1,2

1 500 000

2 000 000

1 500 000

1 000 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio's

1,2

2 000 000

2 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000 ,—

500 000 ,—

25,00

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

1,2

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

1 000 000 ,—

100,00

13 03 77 21

Proefproject — Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel

1,2

1 300 000

1 300 000

1 300 000

650 000

     

13 03 77 22

Voorbereidende actie — macroregionale strategie 2014-2020: strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

1,2

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

     

13 03 77 23

Voorbereidende actie — Stedelijke agenda voor de EU

1,2

p.m.

1 250 000

2 500 000

1 250 000

     

13 03 77 24

Proefproject — Meten wat er voor de Unieburgers toe doet: sociale vooruitgang in Europese regio's

1,2

900 000

450 000

         
 

Artikel 13 03 77 — Subtotaal

 

7 700 000

14 790 427

10 300 000

10 506 898

7 500 000 ,—

6 444 049,86

43,57

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

30 096 255 130

25 391 963 602

29 218 751 321

14 639 134 699

27 155 528 421,01

21 015 822 334,25

82,77

Toelichting

Artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang van artikel 174 worden ondersteund door haar optreden via de structuurfondsen, waartoe het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) behoort. Overeenkomstig artikel 176 is het EFRO bedoeld om een bijdrage te leveren aan het ongedaan maken van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Unie. De taken, de prioritaire doelstellingen en de organisatie van de structuurfondsen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 177.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht.

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 betreffen criteria voor financiële correcties door de Commissie en voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het EFRO.

Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het EFRO.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 174, 175, 176 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), en met name artikel 39.

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 83, 100 en 102.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

47 302 553,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma's van de structuurfondsen die in 2006 afliepen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), en met name overweging 5.

Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, en met name punt 44, onder b).

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, en met name punt 49.

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

145 491 832,28

145 491 832,28

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 644 177,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 110 756,61

2 110 756,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met innovatieve acties en technische bijstand die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan zoals vastgesteld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innoverende acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. Onder technische bijstand vallen de maatregelen ter voorbereiding, follow-up, evaluatie, controle en beheer van de tenuitvoerlegging van het EFRO. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de programmeringsperiode 2007-2013.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 258/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van een Unieprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen voor de periode 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 716/2009/EG (PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1).

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het EFRO in programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen. Dit krediet zal zo nodig ook worden gebruikt voor financiering, wanneer de overeenkomstige vastleggingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 niet beschikbaar zijn of niet zijn vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma's (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

233 461,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma's Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio's.

Dit krediet kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma's (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor projecten uit de programmeringsperiode 2000-2006 in de aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's overeenkomstig de regels van het communautair initiatief Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de mededeling van de Commissie over de gevolgen van de uitbreiding voor de aan kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Communautaire actie ten behoeve van grensregio's (COM(2001) 437 final).

13 03 16

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 752 090 200

p.m.

452 134 177

0 ,—

9 710 133 506,56

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 17

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

9 176 800

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het programma Peace in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013.

Het Peace-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

Het Peace-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio's, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de Structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 18

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

895 000 000

p.m.

106 686 990

0 ,—

1 375 734 521,62

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de doelstelling regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

167 500 000

p.m.

25 585 650

0 ,—

283 231 860,63

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor programma’s in het kader van de EFRO-doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 20

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 610 747

0 ,—

921 671,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2007-2013 voor acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 31

Voltooiing van de technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

288 980

p.m.

154 965

0 ,—

17 899,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2007-2013 met het oog op:

 

het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

 

de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

 

een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

 

technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de EU-strategie voor de Oostzeeregio;

 

de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

 

steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

 

het blijven ondersteunen van coördinatoren van prioritaire gebieden bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden te blijven ondersteunen bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 40

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 41

Voltooiing van de risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten van de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en met name artikel 36 bis (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 03 60

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Minder ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 436 507 277

14 172 481 996

18 775 111 553

9 016 266 797

17 849 245 454 ,—

6 488 501 103,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in minder ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Het inhaalproces van deze regio’s met een economische en sociale achterstand vraagt ook op de lange termijn om voortdurende inspanningen. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner minder dan 75 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 61

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Overgangsregio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 794 007 606

2 735 463 362

3 719 489 334

1 712 642 289

3 394 556 710 ,—

1 041 573 147,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de periode 2014-2020 in een nieuwe categorie van regio's — „overgangsregio's” — die het systeem van „phasing-out” en „phasing-in” van 2007-2013 vervangt. Deze categorie omvat regio's met een bbp per inwoner tussen 75 % en 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 62

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Meer ontwikkelde regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 726 229 339

3 442 060 077

4 622 273 189

2 532 798 533

4 425 550 656 ,—

1 404 644 603,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in meer ontwikkelde regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Terwijl steunmaatregelen voor de minder ontwikkelde regio's de prioriteit voor het cohesiebeleid blijven, is dit krediet bedoeld om de belangrijke uitdagingen aan te pakken waarmee alle lidstaten worden geconfronteerd, zoals de mondiale concurrentie in de kenniseconomie, de overgang naar een koolstofarme economie en sociale polarisatie die wordt verergerd door het huidige economische klimaat. Deze categorie omvat de regio's waarin het bbp per inwoner meer dan 90 % van het gemiddelde bbp van de Unie bedraagt.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 63

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Extra toewijzingen voor ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 472 828

169 014 095

222 029 433

139 873 000

217 673 091 ,—

85 465 017,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van specifieke extra steun van het EFRO in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in ultraperifere gebieden en dun bevolkte regio's in de programmeringsperiode 2014-2020. Deze extra financiering dient om rekening te houden met de specifieke uitdagingen waarmee de in artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde ultraperifere gebieden en de noordelijke dunbevolkte regio's die aan de criteria in artikel 2 van Protocol nr. 6 bij het Verdrag betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden voldoen, worden geconfronteerd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking. In het kader van het Europees nabuurschapsinstrument en het instrument voor pretoetredingssteun wordt met dit krediet ook financiële steun verleend aan samenwerkingsactiviteiten aan de buitengrenzen van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 766 233 626

914 201 248

1 731 601 443

525 930 699

970 006 232 ,—

301 358 833,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020. Het krediet wordt gebruikt voor de financiering van grensoverschrijdende samenwerking tussen aangrenzende regio's, transnationale samenwerking op grotere transnationale gebieden en interregionale samenwerking.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 64 02

Deelname van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (IPA II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 584 130

4 140 836

9 396 205

1 312 500

5 171 292 ,—

1 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) tot de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma's van het EFRO waaraan de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden deelnemen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 03 64 03

Deelname van Europese nabuurschapslanden aan EFRO ETS — Bijdrage uit rubriek 4 (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 368 000

242 000

1 459 650

231 000

1 414 450 ,—

264 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun uit het Europees Nabuurschapsinstrument (ENI) in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor het programma voor grensoverschrijdende samenwerking voor de Oostzee. Uit hoofde van zowel het ENI als het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) moet ondersteuning worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking tussen de lidstaten, enerzijds, en met partnerlanden en/of de Russische Federatie, anderzijds („andere aan de grensoverschrijdende samenwerking deelnemende landen”) aan de buitengrenzen van de Unie, ter bevordering van geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking tussen gebieden die aan weerszijden van een grens liggen, alsook van harmonieuze territoriale integratie overal in de Unie en met naburige landen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

13 03 65

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

13 03 65 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 000 000

69 000 000

74 000 000

69 400 000

68 539 152,12

65 071 293,54

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle, alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 65 02

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 227 951

p.m.

1 028 043

16 219 272 ,—

8 958 676,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het krediet dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in deze lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

13 03 66

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 152 324

41 821 859

53 090 514

42 472 411

52 049 523 ,—

41 639 618,40

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van innovatieve acties van het EFRO op initiatief van de Commissie op het gebied van duurzame stedelijke ontwikkeling overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1301/2013. Deze innovatieve acties omvatten studies en proefprojecten voor het vaststellen of beproeven van nieuwe oplossingen voor kwesties die verband houden met duurzame stedelijke ontwikkeling die van belang zijn op het niveau van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 67

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

248 943

p.m.

p.m.

0 ,—

44 575,85

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio.

De voortzetting van de steun voor technische bijstand in 2014 moet worden gebruikt om:

 

coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 68

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

214 828

p.m.

500 000

0 ,—

535 171,62

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de tenuitvoerlegging van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 289).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

13 03 77 03

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 06

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

40 880 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 07

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

773 558

p.m.

p.m.

0 ,—

115 073,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 08

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

322 551

0 ,—

287 554,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 09

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

334 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 12

Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 093 974

p.m.

1 234 347

0 ,—

1 563 697,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 13

Proefproject — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: de „trap naar topkwaliteit”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

600 000

0 ,—

1 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 14

Voorbereidende actie — Een regionale strategie voor de Noordzeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

50 638 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 15

Voorbereidende actie — Wereldsteden: samenwerking tussen de EU en derde landen op het gebied van stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 124 221

p.m.

750 000

1 500 000 ,—

700 880,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 16

Voorbereidende actie — Het feitelijke en gewenste economisch potentieel in regio's buiten de Atheense hoofdstedelijke regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

350 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 17

Voorbereidende actie — Samenwerking EU-CELAC inzake territoriale samenhang

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 798 674

2 000 000

1 700 000

2 000 000 ,—

1 326,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Het doel van deze voorbereidende actie is om te blijven werken aan een beleidsdialoog over territoriale samenhang en regionale ontwikkeling, met specifieke nadruk op grensoverschrijdende samenwerking en strategieën voor territoriale ontwikkeling, alsmede op de bevordering van goed bestuur door versterking van de administratieve capaciteit van nationale, regionale en lokale/stedelijke autoriteiten, wat betreft economische ontwikkeling, innovatie en cohesie. De belangrijkste doelstellingen van deze in de begroting van 2016 voor het eerst opgenomen voorbereidende actie zijn de ontwikkeling van systemen voor multilevel governance door middel van programma's voor opleiding en technische ondersteuning in het kader van strategische planning, waarbij een geïntegreerde benadering van territoriale ontwikkeling wordt aangemoedigd. Deze voorbereidende actie bevordert de samenwerking tussen regionale en lokale autoriteiten en de particuliere sector, zowel bij de EU als de CELAC.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 18

Voorbereidende actie — Cohesiebeleid en synergieën met de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling: De trap naar topkwaliteit — de weg vooruit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

2 000 000

1 500 000

1 000 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Het doel van deze voorbereidende actie is om ook bijstand te verlenen aan regio's die flink achterlopen met inspanningen om hun „trap naar topkwaliteit” te versterken, en om lessen voor de toekomst te bieden. Deze voorbereidende actie die is opgenomen in de begroting 2016, volgt twee hoofdlijnen: 1) een verder uitgewerkte actie inzake concrete knelpunten op nationaal niveau, en 2) meer steun voor het oplossen van de meest voorkomende belemmeringen voor de uitvoering van beleidsaanbevelingen op dit gebied. Concrete acties in het kader van deze voorbereidende actie zijn het opzetten van een evaluatieproces op basis van strategieën voor slimme specialisatie waarin alle belanghebbenden zich kunnen vinden, en beleidsmakers voorzien van empirische feiten en ervaringen in verband met de tenuitvoerlegging van Horizon 2020 en het ESI-fonds 2014-2020, vooral wat betreft de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Het doel is tevens om huidige positieve of negatieve trends vast te stellen in verband met de deelname aan grensoverschrijdende consortia.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 19

Voorbereidende actie — Ondersteuning van groei en bestuur in achterstandsregio's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000 ,—

500 000 ,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie bouwt voort op de positieve resultaten van een eerder initiatief van het Europees Parlement over de nadere invulling en uitvoering van een RIS3-strategie in de Griekse regio Oost-Macedonië en Thracië (REMTh), die diende voor het testen van de theorie over slimme specialisatie. De actie biedt passende en specifieke steun voor activiteiten in geselecteerde achterstandsregio's, alsmede een horizontalere aanpak van belangrijke kwesties op het gebied van groei en bestuur in deze regio's. Deze voorbereidende actie is gericht op twee soorten achterstandsregio's: regio's met achterblijvende groei (regio's in lidstaten die een bbp per capita in KKS hadden dat onder het gemiddelde van de Unie in 2012 lag en dat tussen 2002 en 2012 het Uniegemiddelde niet naderde; het gaat hierbij om regio's in Griekenland, Italië, Spanje en Portugal), en onderontwikkelde regio's (regio's met een bbp per capita in KKS dat lager is dan 50 % van het Uniegemiddelde in 2011; het gaat hierbij om diverse regio's in Bulgarije, Hongarije, Polen en Roemenië). Deze voorbereidende actie die is opgenomen in de begroting 2016, dient voor het steunen van acht regio's: vier regio's met lage groei en vier onderontwikkelde regio's, waarbij de aandacht uitgaat naar bestuur, transnationale samenwerking en nadere invulling van het RIS3-model. De specifieke activiteiten in het kader van deze voorbereidende actie vereisen opeenvolgende evenementen ter plaatse in elke regio, waaronder evenementen voor belanghebbenden en peer reviews, waarmee steun wordt geboden voor bepaalde cruciale aspecten van de tenuitvoerlegging van RIS3 in elke regio, alsmede het ontplooien van horizontale activiteiten, zoals empirisch onderbouwde ondersteuning voor beleidsontwikkeling en verdere ontwikkeling van praktische steun voor regio's in de hele Unie met een achterblijvende ontwikkeling.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 20

Voorbereidende actie — Economisch concurrentievoordeel en mogelijkheden voor slimme specialisatie op regionaal niveau in Roemenië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000

2 000 000 ,—

1 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De voorbereidende actie heeft tot doel om een samenhangende, gecoördineerde en duurzame benadering te waarborgen, de betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden (ondernemingen, universiteiten, onderzoeksorganisaties en het maatschappelijk middenveld) te verzekeren, verder te ontwikkelen en te verbeteren, en de regionale onderzoeks- en innovatiestrategieën voor slimme specialisatie (RIS3) te koppelen aan de bestaande nationale RIS3, met het oog op de problemen waar het Roemeense innovatiesysteem mee te maken heeft. De actie omvat de regio's waar nog geen RIS3 is opgezet of gestart en regio's waar de RIS3 moet worden verbeterd. Deze voorbereidende actie heeft ook tot doel het economisch potentieel in de geselecteerde regio's in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, en daarnaast het innovatiepotentieel en de mogelijke versterking daarvan te bestuderen. De voorbereidende actie is duidelijk gericht op het vaststellen van economische concurrentievoordelen en de mogelijkheden voor specialisatie op regionaal niveau op basis van ondernemende verkenningen, de vaststelling van een beheersstructuur en een kader voor permanente samenwerking tussen ondernemingen en onderzoekers, alsmede steun voor het opstellen van relevante beleidsdocumenten. Ook kan worden bestudeerd hoe de samenwerking en coördinatie op alle niveaus (onder meer tussen de verschillende nationale ministeries) verbeterd kan worden.

Het zal ook informatie opleveren over de beste manieren om financiering van de cohesiefondsen ten goede te laten komen aan de uitvoering van de nationale en regionale RIS3 en de uitvoering en het beheer van de operationele programma's. Het project maakt gebruik van bestaande mechanismen als het platform van Sevilla. De voorbereidende actie kan leiden tot aanpassingen van de documenten inzake de financiële programmering.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 21

Proefproject — Strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair): ontwikkeling en voorbereiding van initiatieven en projecten met echte meerwaarde voor de regio als geheel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

1 300 000

1 300 000

650 000

   

Toelichting

Dit proefproject is gericht op het organiseren en ontwikkelen van:

 

doeltreffende multi-level governance bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van de Europese Unie voor de Adriatische en Ionische regio (Eusair);

 

opbouw van de capaciteit van de belangrijkste uitvoerders van Eusair, als voorwaarde voor de doeltreffende tenuitvoerlegging van het Eusair-actieplan;

 

de ontplooiing, voorbereiding en daadwerkelijke uitvoering van initiatieven en projecten met een echte macroregionale meerwaarde;

 

bewustmakingsinitiatieven, culturele evenementen, opleidingsprogramma's en/of seminars voor burgers, en in het bijzonder voor jonge mensen in de regio, met als doel om eigenaarschap te creëren ten aanzien van Eusair, de gedeelde regionale identiteit te benadrukken en het opzetten van regionale partnerschappen en netwerken promoten. Bij deze programma's moet het zwaartepunt liggen bij burgerschapsvorming, internationaal ondernemerschap, mogelijkheden voor culturele evenementen en betrekkingen van goed nabuurschap. Voorts moeten de programma's de doeltreffende EU-integratie helpen bevorderen van kandidaten en potentiële kandidaten voor het Unielidmaatschap.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 22

Voorbereidende actie — macroregionale strategie 2014-2020: strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

De strategie van de Europese Unie voor het Alpengebied omvat zeven landen: Oostenrijk, Frankrijk, Duitsland, Italië, Slovenië, Liechtenstein en Zwitserland.

De algemene doelstelling is de bevordering van duurzame economische en sociale welvaart in het Alpengebied door middel van groei en het creëren van werkgelegenheid, door de aantrekkelijkheid, het concurrentievermogen en de connectiviteit van het gebied te verhogen, en tegelijkertijd het milieu te beschermen en een gezond en evenwichtig ecosysteem te behouden, zodat de economische en sociale onevenwichtigheden tussen de verschillende gebieden van de macroregio, die voortkomen uit de specifieke kenmerken van berggebieden, worden teruggedrongen. Het Alpengebied omvat de grootste bergketen van Europa en kent een lage bevolkingsdichtheid, een hoge mate van seizoensgebondenheid, met name in bepaalde toeristische gebieden, en vergrijzing, en is uiterst kwetsbaar voor klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Vervoer en energie-infrastructuur zijn tevens kritische factoren vanwege de invloed ervan op het landschap.

In de tweede fase van de voorbereidende actie worden de volgende acties ondernomen:

 

aanwijzen, analyseren en onderzoeken van alle goede innovatieve praktijken en bestaande netwerken voor groene oplossingen in het Alpengebied en in de pre-alpiene gebieden, zodat het doorgeven van kennis en de uitwisseling van innovatie in een kringloopeconomie gemakkelijker wordt, en waarbij strategische sectoren zoals toerisme en landbouw centraal staan;

 

bevorderen van integratie, met bijzondere aandacht voor de rol van jongeren door oplossingen te zoeken waarmee werkgelegenheid kan worden gecreëerd, zoals een betere integratie van onderwijs, beroepsopleidingen en het bedrijfsleven;

 

ontwikkelen van acties gericht op het verlenen van e-diensten waar de kwetsbaarste bevolkingsgroepen in de Alpengebieden, zoals jongeren en ouderen, van profiteren;

 

ontwikkelen van proefacties voor duurzaam vervoer op lokaal niveau.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 23

Voorbereidende actie — Stedelijke agenda voor de EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 250 000

2 500 000

1 250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

In het kader van de stedelijke agenda voor de Unie wordt een aantal werkgroepen („partnerschappen”) opgericht die innovatieve oplossingen bedenken voor de problemen waarmee steden te kampen hebben en die bepalen hoe steden kunnen profiteren van hun mogelijkheden. Deze innovatieve oplossingen hebben betrekking op de belangrijkste stedelijke vraagstukken: stedelijke mobiliteit, luchtkwaliteit, betaalbare huisvesting, armoede onder stadsbewoners enz.). Het doel van deze voorbereidende actie is de deelname van steden aan deze innovatieve benadering mogelijk te maken en een nieuwe manier te ontdekken om steden te betrekken bij beleidsontwikkeling en het boeken van beleidsresultaten.

Deze voorbereidende actie is met name belangrijk om input te geven aan de (her)formulering van diverse vormen van EU-beleid, waaronder het cohesiebeleid. De partnerschappen zullen dan ook alle moeten ontdekken hoe zij fondsen en kennis (basiskennis en uitwisseling) beter kunnen aanwenden ter ondersteuning van de werkzaamheden in en door steden, waarmee zij beleidsmakers van nuttige input voorzien.

De voorbereidende actie beoogt de werkzaamheden van de Commissie, de lidstaten en de steden te ondersteunen zodat zij deze innovatieve oplossingen ook daadwerkelijk kunnen vinden. De voorbereidende actie is gericht op het volgende:

 

het bieden van expertise en administratieve ondersteuning aan de partnerschappen door:

 

de coördinatoren te ondersteunen bij het plannen van hun werkzaamheden (het organiseren van vergaderingen, het opstellen van verslagen, het uitoefenen van controle enz.);

 

specifieke expertise/experts aan te bieden;

 

het voorbereiden en organiseren van vergaderingen en workshops om:

 

een breder publiek bekend te maken met de verschillende stedelijke vraagstukken waaraan de partnerschappen werken (met inbegrip van het overleg over de actieplannen);

 

werk te maken van synergieën tussen de partnerschappen bij de verschillende stedelijke vraagstukken (zoals armoede en huisvesting in steden);

 

specifieke deskundige kennis te vergaren in bijeenkomsten van deskundigen of subgroepen over specifieke onderwerpen, die worden georganiseerd binnen de partnerschappen (bijvoorbeeld over migranten zonder papieren);

 

een echte multilevel-governancebenadering tot stand te brengen bij de samenwerkende partners;

 

de voortgang van de werkzaamheden te monitoren en er verslag van te doen;

 

een overzicht op te stellen van de concrete voorstellen (actieplan) voor veranderingen binnen de verschillende Uniebeleidsterreinen (met aanbevelingen voor betere regelgeving, betere financiering en meer kennis) die voortvloeien uit de partnerschappen;

 

innovatieve oplossingen te ontwikkelen en te testen voor de betrokkenheid van steden bij de beleidsontwikkeling en het verwezenlijken van Uniedoelstellingen;

 

één stedelijk loket te ontwikkelen, dat wil zeggen één informatiepunt over de stedelijke dimensie van het Uniebeleid.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

13 03 77 24

Proefproject — Meten wat er voor de Unieburgers toe doet: sociale vooruitgang in Europese regio's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

450 000

       

Toelichting

De regionale index voor sociale vooruitgang (RSPI) van de Unie is het eerste alomvattende kader voor het meten van sociale vooruitgang dat onafhankelijk is van de traditionele economische indicatoren. Naast de economische indicatoren biedt de RSPI, als aanvullende prestatiebenchmark, een systematische, empirische grondslag die als basis kan dienen voor overheidsbeleid en die de Unie dichter bij de burgers kan brengen.

Ditt proefproject omvat het gebruik van de RSPI van de Unie in ten minste vijf Unieregio's, met bijzondere aandacht voor achtergebleven regio's in Zuid- en Midden-Europa. Het project bestaat uit diverse fasen: 1) opleiding voor lokale en regionale overheden in de desbetreffende regio's met betrekking tot de methodologie en het gebruik van de RSPI; 2) de uitvoering van een grondige analyse van de resultaten van de RSPI voor sociale vooruitgang, en 3) de facilitering van samenwerking tussen geselecteerde regio's om soortgelijke uitdagingen aan te pakken en optimale praktijken na te volgen.

De bevindingen en de verslagen van het project zullen worden gebruikt als basis voor de programmering van het cohesiebeleid en voor de regionale ontwikkelingsstrategieën na 2020, met de mogelijkheid om het project in de toekomst uit te breiden naar meer regio's.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 04 —   COHESIEFONDS (CF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betal ingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS (CF)

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

20 928 046,09

93 075 436,33

 

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

1,2

p.m.

750 000 000

p.m.

73 285 963

0 ,—

3 139 102 236,55

418,55

13 04 03

Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

1,2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

1,2

9 393 849 254

7 706 279 222

9 055 827 791

5 651 952 000

8 732 034 574 ,—

4 191 055 956,11

54,38

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

1,2

24 307 786

22 300 000

24 307 786

22 300 000

20 972 122,16

22 754 789,01

102,04

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

1,2

p.m.

1 814 380

p.m.

711 532

6 449 438 ,—

2 990 005 ,—

164,79

 

Artikel 13 04 61 — Subtotaal

 

24 307 786

24 114 380

24 307 786

23 011 532

27 421 560,16

25 744 794,01

106,76

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

9 418 157 040

8 480 393 602

9 080 135 577

5 748 249 495

8 780 384 180,25

7 448 978 423 ,—

87,84

Toelichting

Artikel 177, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat een Cohesiefonds wordt opgericht om een financiële bijdrage te leveren aan projecten op het gebied van het milieu en trans-Europese netwerken in de sfeer van de vervoersinfrastructuur.

Artikel H van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94, de artikelen 100 en 102 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, en de artikelen 85, 144 en 145 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, die financiële correcties door de Commissie betreffen, voorzien in specifieke regels voor financiële correcties met betrekking tot het Cohesiefonds.

Artikel 80 van het Financieel Reglement voorziet in financiële correcties in geval van uitgaven die in strijd zijn met het toepasselijk recht. Inkomsten uit de financiële correcties die op die basis worden uitgevoerd, worden geboekt op het artikel 6 5 1, 6 5 2, 6 5 3 of 6 5 4 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement.

Artikel 177 van het Financieel Reglement stelt de voorwaarden vast voor de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van uit hoofde van een interventie betaalde voorfinancieringen.

Artikel 82 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in specifieke regels voor de terugbetaling van voorfinanciering die van toepassing zijn op het Cohesiefonds.

Terugbetaalde voorfinancieringen vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement en moeten worden geboekt op post 6 1 5 0 of 6 1 5 7.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177.

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name de artikelen 82, 100 en 102.

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 21, leden 3 en 4, en de artikelen 80 en 177.

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

Conclusies van de Europese Raad van 7 en 8 februari 2013.

13 04 01

Voltooiing van projecten van het Cohesiefonds (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

20 928 046,09

93 075 436,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name de artikelen 158 en 161.

13 04 02

Voltooiing van het Cohesiefonds (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000 000

p.m.

73 285 963

0 ,—

3 139 102 236,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen van het Cohesiefonds van de programmeringsperiode 2007-2013.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook ter dekking van nog af te wikkelen verplichtingen voor maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de programmeringsperiode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1164/94 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name de artikelen 158 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 174 en 177.

13 04 03

Voltooiing van uit het Cohesiefonds gefinancierde risicodelingsinstrumenten (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit het Cohesiefonds voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 36 bis.

Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

13 04 60

Cohesiefonds — Doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 393 849 254

7 706 279 222

9 055 827 791

5 651 952 000

8 732 034 574 ,—

4 191 055 956,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun van het Cohesiefonds in het kader van de doelstelling investeren in groei en werkgelegenheid in de programmeringsperiode 2014-2020. Het Cohesiefonds zal lidstaten met een bruto nationaal inkomen (bni) per hoofd van minder dan 90 % van het gemiddelde van de Unie blijven steunen. Met inachtneming van een passend evenwicht en rekening houdende met de specifieke behoeften aan investeringen en infrastructuur van iedere lidstaat, is dit krediet bedoeld ter ondersteuning van:

 

investeringen in het milieu, met inbegrip van gebieden die verband houden met duurzame ontwikkeling en energie waaraan milieuvoordelen zijn verbonden;

 

trans-Europese netwerken op het gebied van vervoersinfrastructuur, overeenkomstig de bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1) goedgekeurde richtsnoeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

13 04 61 01

Cohesiefonds — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 307 786

22 300 000

24 307 786

22 300 000

20 972 122,16

22 754 789,01

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, technische bijstand, evaluatie, audit en controle, alsook van het publicrelationsprogramma, die voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 nodig zijn, zoals bepaald in de artikelen 58 en 118 van die verordening.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1300/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

13 04 61 02

Cohesiefonds — Op verzoek van een lidstaat door de Commissie beheerde operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 814 380

p.m.

711 532

6 449 438 ,—

2 990 005 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van het nationale totaalbedrag voor technische bijstand dat op verzoek van een lidstaat met tijdelijke begrotingsproblemen is overgeheveld naar technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het krediet dient in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 ter dekking van maatregelen om naar aanleiding van economische en maatschappelijke problemen in die lidstaat structurele en administratieve hervormingen te bepalen, hieraan een rangorde te geven en deze uit te voeren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 05 —   INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN — REGIONALE ONTWIKKELING EN REGIONALE EN TERRITORIALE SAMENWERKING

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 509 369,74

 

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 509 369,74

 

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

4

p.m.

14 062 935

p.m.

162 784 410

0 ,—

372 788 757,28

2 650,86

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1,2

p.m.

1 677 862

p.m.

5 565 882

0 ,—

51 207 091,30

3 051,93

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

p.m.

1 925 080

p.m.

6 569 630

0 ,—

40 751 822,18

2 116,89

 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

p.m.

3 602 942

p.m.

12 135 512

0 ,—

91 958 913,48

2 552,33

13 05 60

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (39), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 60 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 61 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 13 05 62 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

1,2

46 426 947

31 320 532

57 530 284

10 243 463

23 561 476 ,—

23 561 476 ,—

75,23

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

46 426 947

31 320 532

57 530 284

10 243 463

23 561 476 ,—

23 561 476 ,—

75,23

 

Artikel 13 05 63 — Subtotaal

 

92 853 894

62 641 064

115 060 568

20 486 926

47 122 952 ,—

47 122 952 ,—

75,23

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

92 853 894

80 306 941

115 060 568

195 406 848

47 122 952 ,—

513 379 992,50

639,27

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

Toelichting

De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 509 369,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel regionale ontwikkeling (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

14 062 935

p.m.

162 784 410

0 ,—

372 788 757,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Voltooiing van het onderdeel grensoverschrijdende samenwerking (2007-2013)

13 05 03 01

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 677 862

p.m.

5 565 882

0 ,—

51 207 091,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006, zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02

Voltooiing van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 925 080

p.m.

6 569 630

0 ,—

40 751 822,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma's en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma's die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van die verordening genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 60

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (40), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

13 05 60 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in de Westelijke Balkan de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen ter ondersteuning van de begunstigde landen bij het voldoen aan de eisen in verband met visumvrij reizen van en naar de Schengenlanden, of, in het geval van Kosovo, maatregelen om het proces van visumliberalisering te bespoedigen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor maatregelen met het oog op verzoening tussen de landen, volkeren en etnische groepen in de hele Westelijke Balkan en er zullen inspanningen mee worden ondersteund om een onpartijdige kijk op de historische en politieke gebeurtenissen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 60 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 61

Steun voor IJsland

13 05 61 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in IJsland de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking van het vermogen van de begunstigde landen om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 61 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 62

Steun voor Turkije

13 05 62 01

Steun voor politieke hervormingen en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zullen met dit krediet in Turkije de volgende specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

13 05 62 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en geleidelijke aanpassing aan het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de Structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

13 05 63

Regionale integratie en territoriale samenwerking

13 05 63 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 426 947

31 320 532

57 530 284

10 243 463

23 561 476 ,—

23 561 476 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun van het EFRO in het kader van de doelstelling territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

13 05 63 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 426 947

31 320 532

57 530 284

10 243 463

23 561 476 ,—

23 561 476 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 opgenomen begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), en met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees Nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

HOOFDSTUK 13 06 —   SOLIDARITEITSFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

50 000 000

50 000 000

1 241 200 013

1 241 200 013

32 774 210 ,—

32 774 210 ,—

65,55

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 13 06 — Totaal

 

50 000 000

50 000 000

1 241 200 013

1 241 200 013

32 774 210 ,—

32 774 210 ,—

65,55

13 06 01

Bijstand aan lidstaten in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

50 000 000

1 241 200 013

1 241 200 013

32 774 210 ,—

32 774 210 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van kredieten voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote of regionale rampen in de lidstaten. De hulp moet bij natuurrampen worden toegekend aan de betrokken lidstaten met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt”, of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Met uitzondering van de voorschotten zal de toewijzing van de kredieten worden uitgevoerd door middel van kredietoverschrijvingen uit de reserve of door middel van een gewijzigde begroting in geval van ontoereikende kredieten in de reserve, gelijktijdig met de beslissing over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), en met name artikel 10.

13 06 02

Bijstand aan toetredingslanden in het geval van een grote natuurramp die ernstige gevolgen heeft voor de levensomstandigheden van de burgers, het natuurlijke milieu of de economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname in de begroting van kredieten voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote of regionale rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. De hulp kan bij natuurrampen worden toegekend aan de betrokken landen met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt”, of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Met uitzondering van de voorschotten zal de toewijzing van de kredieten worden uitgevoerd door middel van kredietoverschrijvingen uit de reserve of middels een gewijzigde begroting in geval van ontoereikende kredieten in de reserve, gelijktijdig met de beslissing over de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), en met name artikel 10.

HOOFDSTUK 13 07 —   STEUNVERORDENING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 07

STEUNVERORDENING

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

34 473 000

26 000 000

34 836 240

39 031 865

33 408 392 ,—

22 581 228,57

86,85

 

Hoofdstuk 13 07 — Totaal

 

34 473 000

26 000 000

34 836 240

39 031 865

33 408 392 ,—

22 581 228,57

86,85

13 07 01

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 473 000

26 000 000

34 836 240

39 031 865

33 408 392 ,—

22 581 228,57

Toelichting

Dit krediet zal de voortzetting mogelijk maken van steun in het kader van Verordening (EG) nr. 389/2006 om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te bevorderen, met speciale aandacht voor de economische integratie van het eiland, de verbetering van de contacten tussen beide gemeenschappen onderling en met de Unie, en de voorbereiding voor het communautaire acquis. De hulp gaat naar de zones die in die verordening zijn vastgesteld en omvat met name de bevordering van de sociale en economische ontwikkeling, de ontwikkeling en herstructurering van de infrastructuur, maatregelen voor verzoening, vertrouwensopbouw en steun voor het maatschappelijk middenveld en de ontwikkeling van een nauwere band van de Turks-Cypriotische gemeenschap met de Unie, o.a. via mobiliteitsbeurzen voor Turks-Cypriotische studenten. Er wordt ook gebruikgemaakt van het Taiex-instrument om wetgeving te ontwikkelen die na de inwerkingtreding van een omvattende regeling van de Cypriotische kwestie kan worden toegepast en kan dienen ter voorbereiding van het acquis van de Unie, zodra er een politiek akkoord is bereikt met betrekking tot de hereniging.

Dit krediet dient vooral ook voor de voortzetting van de financiële steun van de Unie ter facilitering van een intensivering van het werk van het Comité vermiste personen, teneinde de doelstellingen te halen van het strategisch plan van dit Comité inzake een snellere identificatie van vermisten, alsmede van de tenuitvoerlegging van de besluiten van het bicommunale technisch comité voor cultureel erfgoed, met inbegrip van projecten van minderheden.

Dit krediet moet onder meer worden benut om de resultaten van werkzaamheden, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Bovendien kunnen subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden van de economische sector en het maatschappelijk middenveld (niet-gouvernementele organisaties, studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen en de particuliere sector) worden voortgezet. Deze programma-activiteiten beogen de sociaal-economische ontwikkeling en zijn ingegeven door het vooruitzicht van de hereniging. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen opbouwen. De maatregelen sluiten aan bij het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

HOOFDSTUK 13 08 —   STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN (SRSP) — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 08

STEUNPROGRAMMA VOOR STRUCTURELE HERVORMINGEN (SRSP) — OPERATIONELE TECHNISCHE BIJSTAND

13 08 01

Steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 1b (ESF, EFRO en CF)

1,2

23 644 837

10 850 000

p.m.

p.m.

     

Reserves (40 02 41)

     

17 442 912

8 721 500

     
   

23 644 837

10 850 000

17 442 912

8 721 500

     

13 08 02

Steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 2 (ELFPO)

2

6 855 163

3 150 000

p.m.

p.m.

     

Reserves (40 02 41)

     

5 057 088

2 528 500

     
   

6 855 163

3 150 000

5 057 088

2 528 500

     
 

Hoofdstuk 13 08 — Totaal

 

30 500 000

14 000 000

p.m.

p.m.

     

Reserves (40 02 41)

     

22 500 000

11 250 000

     
   

30 500 000

14 000 000

22 500 000

11 250 000

     

13 08 01

Steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 1b (ESF, EFRO en CF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 08 01

23 644 837

10 850 000

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

   

17 442 912

8 721 500

   

Totaal

23 644 837

10 850 000

17 442 912

8 721 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van het steunprogramma voor structurele hervormingen om bij te dragen tot de institutionele, administratieve en structurele hervormingen in de lidstaten door de nationale autoriteiten steun te verlenen voor maatregelen die gericht zijn op de hervorming van instellingen, bestuur, overheidsdiensten, economische en sociale sectoren, als antwoord op de economische en sociale problemen, om zo te komen tot een beter concurrentievermogen en meer groei, banen en investeringen, in het bijzonder in het kader van economische beleidsprocessen, inclusief de bijstand voor de efficiënte en effectieve inzet van de fondsen van de Unie.

Deze steun zal met name gericht zijn op:

 

steunverlening aan nationale autoriteiten en hun initiatieven om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaal-economische effecten;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten door het versterken van hun vermogen om een hervormingsbeleid en hervormingsstrategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren, en om een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd, en

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

13 08 02

Steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) — Operationele technische bijstand overgeschreven van rubriek 2 (ELFPO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 08 02

6 855 163

3 150 000

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

   

5 057 088

2 528 500

   

Totaal

6 855 163

3 150 000

5 057 088

2 528 500

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van het steunprogramma voor structurele hervormingen om bij te dragen tot de institutionele, administratieve en structurele hervormingen in de lidstaten door de nationale autoriteiten steun te verlenen voor maatregelen die gericht zijn op de hervorming van instellingen, bestuur, overheidsdiensten, economische en sociale sectoren, als antwoord op de economische en sociale problemen, om zo te komen tot een beter concurrentievermogen en meer groei, banen en investeringen, in het bijzonder in het kader van economische beleidsprocessen, inclusief de bijstand voor de efficiënte en effectieve inzet van de fondsen van de Unie.

Deze steun zal met name gericht zijn op:

 

steunverlening aan nationale autoriteiten en hun initiatieven om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaal-economische effecten;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten door het versterken van hun vermogen om een hervormingsbeleid en hervormingsstrategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren, en om een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd, en

 

ondersteuning van de nationale autoriteiten om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

60 700 969

60 700 969

59 828 216

59 828 216

59 704 997,44

59 704 997,44

14 02

DOUANE

80 012 930

73 152 375

83 024 779

66 129 779

74 777 875,54

67 369 842,73

14 03

BELASTINGEN

31 888 213

31 250 000

32 309 000

31 850 000

33 443 511,12

31 856 072,50

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000 ,—

2 880 000 ,—

 

Titel 14 — Totaal

175 802 112

168 303 344

178 361 995

161 007 995

171 126 384,10

161 810 912,67

HOOFDSTUK 14 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

49 320 797

48 615 533

48 017 388,81

97,36

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 376 394

5 360 953

4 537 528,35

84,40

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 615 519

2 616 013

3 257 708,69

124,55

 

Artikel 14 01 02 — Subtotaal

 

7 991 913

7 976 966

7 795 237,04

97,54

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5,2

3 188 259

3 035 717

3 692 391,09

115,81

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

1,1

100 000

100 000

99 980,50

99,98

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

1,1

100 000

100 000

100 000 ,—

100,00

 

Artikel 14 01 04 — Subtotaal

 

200 000

200 000

199 980,50

99,99

 

Hoofdstuk 14 01 — Totaal

 

60 700 969

59 828 216

59 704 997,44

98,36

14 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

49 320 797

48 615 533

48 017 388,81

14 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 376 394

5 360 953

4 537 528,35

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 615 519

2 616 013

3 257 708,69

14 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 188 259

3 035 717

3 692 391,09

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor Douane

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

99 980,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 02.

14 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor Fiscalis

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 14 03.

HOOFDSTUK 14 02 —   DOUANE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

DOUANE

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

1,1

78 860 555

72 000 000

81 895 000

65 000 000

73 417 707,41

64 619 631,40

89,75

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

4

1 152 375

1 152 375

1 129 779

1 129 779

1 103 865,82

1 103 865,82

95,79

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

256 302,31

1 646 345,51

 
 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

80 012 930

73 152 375

83 024 779

66 129 779

74 777 875,54

67 369 842,73

92,10

14 02 01

Ondersteuning van de werking en de modernisering van de douane-unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

78 860 555

72 000 000

81 895 000

65 000 000

73 417 707,41

64 619 631,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Douane 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, werkbezoeken, toezichtactiviteiten, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en activiteitengebieden van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) en f), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1294/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma voor douane in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Douane 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 624/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 209), met name artikel 5.

14 02 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 152 375

1 152 375

1 129 779

1 129 779

1 103 865,82

1 103 865,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de Werelddouaneorganisatie (WDO).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

14 02 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

256 302,31

1 646 345,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 03 —   BELASTINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 03

BELASTINGEN

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

1,1

31 888 213

31 000 000

31 809 000

31 000 000

32 443 511,12

31 746 249,25

102,41

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

4

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

12 338 ,—

 

14 03 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

51 412,75

 

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

 

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

1,1

p.m.

250 000

500 000

500 000

500 000 ,—

46 072,50

18,43

 

Artikel 14 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

250 000

500 000

750 000

1 000 000 ,—

46 072,50

18,43

 

Hoofdstuk 14 03 — Totaal

 

31 888 213

31 250 000

32 309 000

31 850 000

33 443 511,12

31 856 072,50

101,94

14 03 01

Verbetering van de werking van de belastingstelsels

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 888 213

31 000 000

31 809 000

31 000 000

32 443 511,12

31 746 249,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het Fiscalis 2020-programma en met name de financiering van gemeenschappelijke acties, IT-capaciteitsopbouw en competentieontwikkeling.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

de kosten voor de aankoop, de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de kwaliteitsborging van de EU-componenten van Europese informatiesystemen. De EU-componenten van de Europese informatiesystemen zijn: 1) IT-onderdelen zoals hardware, software en netwerkverbindingen van de systemen, inclusief de daarmee verband houdende data-infrastructuur; 2) IT-diensten die nodig zijn voor de ondersteuning van de ontwikkeling, het onderhoud, de verbetering en de werking van de systemen; 3) alle andere elementen die om redenen van efficiency, veiligheid en rationalisering door de Commissie worden aangemerkt als gemeenschappelijk voor de deelnemende landen;

 

de kosten voor seminars, workshops, projectgroepen, bilaterale of multilaterale controles, werkbezoeken, deskundigenteams, acties voor bestuurlijke capaciteitsopbouw en –ondersteuning, studies en communicatieprojecten;

 

de kosten in verband met de tenuitvoerlegging van bepalingen betreffende gemeenschappelijke opleidingsacties;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, toezicht, bewaking, controles en evaluaties die voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan noodzakelijk zijn;

 

de kosten van overige activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen en prioriteiten van het programma.

Wanneer de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaten die onder een pretoetredingsstrategie vallen, en partnerlanden van het Europese nabuurschapsbeleid, mits de relevante wetgeving en bestuurlijke methoden in deze landen voldoende zijn aangepast aan die in de Unie, voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 1, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1286/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de Europese Unie voor de periode 2014-2020 (Fiscalis 2020) en tot intrekking van Beschikking nr. 1482/2007/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 25), met name artikel 5.

14 03 02

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

12 338 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de International Tax Dialogue (ITD).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 03 51

Voltooiing van eerdere programma's op het gebied van belastingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

51 412,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan Unieprogramma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelname van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

14 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

14 03 77 01

Proefproject —Digitale fiscale educatie en belastingbetaling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

250 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

14 03 77 02

Proefproject — Capaciteitsopbouw, programmaontwikkeling en communicatie in het kader van de bestrijding van belastingontwijking, -ontduiking en -fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

500 000

500 000

500 000 ,—

46 072,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 —   BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1,1

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000 ,—

2 880 000 ,—

90,00

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000 ,—

2 880 000 ,—

90,00

14 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000

3 200 000 ,—

2 880 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, communicatie en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of van maatregelen die onder dit artikel vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het Douane 2020-programma en het Fiscalis 2020-programma.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

 

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

 

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

 

investeringen in software;

 

de vertaalkosten;

 

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

119 720 794

119 720 794

118 438 201

118 438 201

126 161 188,21

126 161 188,21

Reserves (40 01 40)

4 550 000

4 550 000

       
 

124 270 794

124 270 794

118 438 201

118 438 201

126 161 188,21

126 161 188,21

15 02

PROGRAMMA ERASMUS+

2 292 696 216

2 116 889 148

2 035 868 700

1 857 733 511

1 942 026 852,29

2 009 034 990,20

15 03

HORIZON 2020

1 281 904 894

1 195 166 464

1 120 668 383

1 104 848 420

1 096 953 007,73

1 147 747 452,43

15 04

PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

111 784 000

70 974 985

89 382 000

63 509 222

81 836 707,28

73 328 060,47

15 05

EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

38 235 652

28 676 000

       
 

38 235 652

28 676 000

       
 

Titel 15 — Totaal

3 806 105 904

3 502 751 391

3 364 357 284

3 144 529 354

3 246 977 755,51

3 356 271 691,31

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

42 785 652

33 226 000

       
 

3 848 891 556

3 535 977 391

3 364 357 284

3 144 529 354

3 246 977 755,51

3 356 271 691,31

HOOFDSTUK 15 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

47 212 071

46 785 301

46 800 369,97

99,13

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 510 420

3 487 768

3 819 011,27

108,79

15 01 02 11

Overige beheeruitgaven

5,2

1 803 819

1 866 415

2 282 399,03

126,53

 

Artikel 15 01 02 — Subtotaal

 

5 314 239

5 354 183

6 101 410,30

114,81

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5,2

3 051 944

2 921 432

3 598 783,70

117,92

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

1,1

11 906 700

11 673 300

14 615 571,21

122,75

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

3

899 100

864 320

1 098 238,36

122,15

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

1,1

p.m.

     

Reserves (40 01 40)

 

4 550 000

     
   

4 550 000

     
 

Artikel 15 01 04 — Subtotaal

 

12 805 800

12 537 620

15 713 809,57

122,71

Reserves (40 01 40)

 

4 550 000

     
   

17 355 800

12 537 620

15 713 809,57

 

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 881 747

1 818 113

1 823 327 ,—

96,90

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

894 886

877 339

877 794 ,—

98,09

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 256 023

1 196 213

1 246 799,28

99,27

 

Artikel 15 01 05 — Subtotaal

 

4 032 656

3 891 665

3 947 920,28

97,90

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

1,1

25 846 084

25 615 000

26 922 790 ,—

104,17

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

3

12 177 000

12 176 000

12 790 760 ,—

105,04

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

1,1

p.m.

     
 

Artikel 15 01 06 — Subtotaal

 

38 023 084

37 791 000

39 713 550 ,—

104,45

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

5,2

2 534 000

2 534 000

2 539 615,47

100,22

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

5,2

6 747 000

6 623 000

7 745 728,92

114,80

 

Hoofdstuk 15 01 — Totaal

 

119 720 794

118 438 201

126 161 188,21

105,38

Reserves (40 01 40)

 

4 550 000

     
   

124 270 794

118 438 201

126 161 188,21

 

15 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

47 212 071

46 785 301

46 800 369,97

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 510 420

3 487 768

3 819 011,27

15 01 02 11

Overige beheeruitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 803 819

1 866 415

2 282 399,03

15 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 051 944

2 921 432

3 598 783,70

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 906 700

11 673 300

14 615 571,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Erasmus+ en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze verordening, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand, die door de Commissie voor het beheer van het programma zijn gedaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 02.

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

899 100

864 320

1 098 238,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma Creatief Europa en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT-netwerken die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie doet voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 04.

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 01 04 03

p.m.

   

Reserves (40 01 40)

4 550 000

   

Totaal

4 550 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het Europees Solidariteitskorps en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan; met name studies, vergaderingen van deskundigen, informatie- en communicatieacties, waaronder bedrijfscommunicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover zij verband houden met de algemene doelstellingen van deze post, uitgaven in verband met IT die zijn gericht op informatieverwerking en -uitwisseling, tezamen met alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie voor het beheer van dit initiatief heeft gedaan.

Referentiebesluiten

Zie artikel 15 05 01.

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 881 747

1 818 113

1 823 327 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

894 886

877 339

877 794 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 256 023

1 196 213

1 246 799,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met beschrijving, voorbereiding, management, monitoring, audit en supervisie van het programma of van projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 15 03.

15 01 06

Uitvoerende agentschappen

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 846 084

25 615 000

26 922 790 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Erasmus+ onder rubriek 1a, alsook ter dekking van de kosten van het Agentschap die voortvloeien uit het beheer van de voltooiing van de samenwerkingsprogramma's op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding- en onderwijs, en het programma Jeugd in actie van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de westelijke Balkan, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 177 000

12 176 000

12 790 760 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke kosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor de deelname van het Agentschap in het beheer van het programma Creatief Europa onder rubriek 3b, alsook ter dekking van de huishoudelijke kosten die voortvloeien uit het beheer van het meerjarig financieel kader 2007-2013.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

15 01 06 03

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

   

Toelichting

Nieuw item

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan het beheer van het Europees Solidariteitskorps.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Referentiebesluiten

Zie artikel 15 05 01.

15 01 60

Bibliotheek en e-resources

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 534 000

2 534 000

2 539 615,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, e-boeken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

 

de kosten van abonnementen op kranten, gespecialiseerde tijdschriften en documentaire gegevensbanken;

 

de kosten van abonnementen op databases voor catalogisering

 

de kosten van andere gespecialiseerde publicaties op papier en online;

 

de aankoop van opleidings- en promotiemateriaal (voor een maximumbedrag van 15 000 EUR);

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke voor het behoud van boekwerken en tijdschriften.

Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

 

de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op artikel 01 05 van de betreffende titels;

 

vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

 

buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 95 000 EUR.

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 747 000

6 623 000

7 745 728,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van stages voor afgestudeerden. Deze stage moet afgestudeerden een overzicht bieden van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, inzicht in de werking van de instellingen van de Unie en een kans om hun kennis door werkervaring bij de Commissie te vergroten.

Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor mensen met een handicap, ongevallen- en ziektekostenverzekering, bijdrage in de reiskosten voor de stage, met name de reis naar de stageplaats en terug, organisatiekosten van evenementen die in het kader van het stageprogramma worden georganiseerd zoals bezoeken en kosten van ontvangst).

De selectie van stagiair(e)s is op objectieve en transparante criteria gebaseerd.

Het bedrag van de gerelateerde bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 5, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 941 398 EUR.

HOOFDSTUK 15 02 —   PROGRAMMA ERASMUS+

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

PROGRAMMA ERASMUS+

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1,1

1 979 123 300

1 857 127 000

1 725 463 700

1 579 766 641

1 655 962 833,07

1 700 322 314,93

91,56

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

1,1

212 672 916

175 000 000

227 900 000

198 855 087

210 481 931,19

215 102 371,89

122,92

 

Artikel 15 02 01 — Subtotaal

 

2 191 796 216

2 032 127 000

1 953 363 700

1 778 621 728

1 866 444 764,26

1 915 424 686,82

94,26

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

1,1

42 000 000

40 734 000

37 505 000

33 741 803

41 211 856,50

38 116 512,30

93,57

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

1,1

43 000 000

35 000 000

36 000 000

31 169 036

33 272 441,66

24 495 758,45

69,99

15 02 10

Speciale jaarlijkse evenementen

1,1

p.m.

p.m.

6 000 000

6 000 000

     

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

6 050 944

0 ,—

29 918 049,29

 

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

419 470,24

 

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 07

Voorbereidende actie op het gebied van sport

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

15 02 77 08

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

334 631,99

 

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

325 881,11

 

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

1,1

p.m.

103 478

p.m.

300 000

598 614,87

0 ,—

0

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

1,1

p.m.

199 670

p.m.

250 000

499 175 ,—

0 ,—

0

15 02 77 14

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Rusland

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

15 02 77 16

Voorbereidende actie — Beoordeling van de programma’s voor ondernemerschap in het hoger onderwijs

1,1

p.m.

400 000

500 000

250 000

     

15 02 77 17

Proefproject — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

1,1

300 000

525 000

750 000

375 000

     

15 02 77 18

Proefproject — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

3

1 400 000

700 000

1 000 000

500 000

     

15 02 77 19

Proefproject — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

3

p.m.

p.m.

750 000

375 000

     

15 02 77 20

Voorbereidende actie — Gratis Interrailpas voor Europeanen die 18 jaar worden

1,1

12 000 000

6 000 000

         

15 02 77 21

Voorbereidende actie — Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

1,1

1 200 000

600 000

         

15 02 77 22

Voorbereidende actie — Sportue — Bevordering van Europese waarden via sportinitiatieven op gemeenteniveau

1,1

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 15 02 77 — Subtotaal

 

15 900 000

9 028 148

3 000 000

2 150 000

1 097 789,87

660 513,10

7,32

 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

2 292 696 216

2 116 889 148

2 035 868 700

1 857 733 511

1 942 026 852,29

2 009 034 990,20

94,91

15 02 01

Bevordering van excellentie en samenwerking op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd in Europa, het belang hiervan voor de arbeidsmarkt en de deelname van jongeren aan het democratische leven in Europa

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 979 123 300

1 857 127 000

1 725 463 700

1 579 766 641

1 655 962 833,07

1 700 322 314,93

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling van het programma Erasmus+ en meer bepaald de doelstellingen van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020), alsmede ter ondersteuning van de duurzame ontwikkeling op het gebied van hoger onderwijs in derde landen, worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding nagestreefd:

 

een verhoging van het niveau van kerncompetenties en vaardigheden, met bijzondere aandacht voor hun relevantie voor de arbeidsmarkt en hun bijdrage aan een hechtere samenleving, met name door het creëren van meer mogelijkheden voor leermobiliteit en door intensievere samenwerking tussen de wereld van onderwijs en opleiding en de wereld van het werk;

 

bevordering van kwaliteitsverbeteringen, excellentie op het gebied van innovatie en internationalisering op het niveau van onderwijs- en opleidingsinstellingen, met name door nauwere transnationale samenwerking tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen en andere belanghebbenden;

 

bevordering van het ontstaan en ruimere bekendheid van een Europese ruimte voor een leven lang leren, het aanvullen van beleidshervormingen op nationaal niveau en ondersteuning van de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels, met name door sterkere beleidssamenwerking, verbetering van de toepassing van instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van onderwijs en beroepsopleiding, met name door samenwerking tussen instellingen in de Unie en in derde landen op het gebied van beroepsonderwijs en beroepsopleiding (VET) en in het hoger onderwijs, door de aantrekkelijkheid van de Europese instellingen voor hoger onderwijs te vergroten en door ondersteuning van de externe actie van de Unie, inclusief haar ontwikkelingsdoelstellingen, door de mobiliteit en de samenwerking tussen de instellingen voor hoger onderwijs in de Unie en in derde landen te bevorderen en door doelgerichte opbouw van capaciteit in derde landen;

 

verbetering van het onderwijs in en het leren van talen en bevordering van taalkundige verscheidenheid en intercultureel bewustzijn in de Unie, inclusief minderheidstalen en bedreigde talen;

 

ondersteuning van gratis openbaar onderwijs van hoge kwaliteit op zodanige wijze dat voorkomen wordt dat leerlingen op financiële gronden de toegang tot onderwijs wordt ontnomen of gedwongen worden om, ongeacht het niveau, het onderwijs te verlaten, met bijzondere aandacht voor de eerste schooljaren, teneinde voortijdig schoolverlaten tegen te gaan en ervoor te zorgen dat kinderen uit de minst bevoorrechte lagen van de bevolking volledig geïntegreerd kunnen worden.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Dit krediet dient tevens te worden gebruikt voor de uitvoering van initiatieven in het kader van Erasmus+ om te blijven werken aan de integratie van vluchtelingen en een degelijke strategie op Unieniveau te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

212 672 916

175 000 000

227 900 000

198 855 087

210 481 931,19

215 102 371,89

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling worden met dit krediet de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van de jeugd nagestreefd:

 

verhoging van het niveau van de kerncompetenties en vaardigheden van jongeren, waaronder kansarme jongeren, bevordering van de participatie van jongeren in de democratie in Europa en de arbeidsmarkt, van hun actief burgerschap, de interculturele dialoog, van sociale inclusie en solidariteit, met name door de mogelijkheden voor leermobiliteit voor jongeren, mensen die actief zijn in jeugdwerk en jeugdorganisaties en jeugdleiders te verruimen en door sterkere koppelingen tussen de jongerensfeer en de arbeidsmarkt te leggen;

 

bevordering van kwaliteitsverbetering in het jongerenwerk, met name door nauwere samenwerking tussen organisaties op jongerengebied en/of andere belanghebbenden;

 

aanvulling van beleidshervormingen op lokaal, regionaal en nationaal niveau en ondersteuning van ontwikkeling van een op kennis gebaseerd en empirisch onderbouwd jeugdbeleid en erkenning van niet-formeel en informeel leren, met name door sterkere beleidssamenwerking, een beter gebruik van de instrumenten van de Unie voor transparantie en erkenning en de verspreiding van goede praktijken;

 

versterking van de internationale dimensie van jongerenactiviteiten en de rol van jongerenwerkers en jongerenorganisaties ter ondersteuning van jongeren als aanvulling op de externe actie van de Unie, met name door bevordering van mobiliteit en samenwerking tussen belanghebbenden in de Unie en in derde landen en internationale organisaties en door doelgerichte capaciteitsopbouw in derde landen.

Dit krediet moet tevens worden gebruikt voor de uitvoering van initiatieven in het kader van het programma Erasmus+ om te blijven werken aan de integratie van vluchtelingen en een degelijke strategie op Unieniveau te bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Dit krediet dient tevens voor een beoordeling van de wijze waarop het project „Een nieuw verhaal voor Europa” kan worden geïntegreerd in het onderdeel Jeugd van het programma Erasmus+. Het nieuwe verhaal is succesvol gebleken, eerst als proefproject en vervolgens als voorbereidende actie, om op lokaal niveau een debat onder jongeren te bevorderen en nieuwe zienswijzen te verzamelen over de huidige uitdagingen van de Unie, manieren om vooruit te komen en de toekomst van het Europese project. Bij de beoordeling moet worden nagegaan hoe de voornaamste doelstellingen van het nieuwe verhaal het best kunnen worden opgenomen in het eigenlijke programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

42 000 000

40 734 000

37 505 000

33 741 803

41 211 856,50

38 116 512,30

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van de Jean Monnet-activiteiten na te streven:

 

onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie wereldwijd aanmoedigen onder gespecialiseerde academici, lerenden en burgers, met name door de instelling van Jean Monnet-leerstoelen en andere academische activiteiten en door het verlenen van steun voor andere activiteiten met het oog op kennisopbouw aan instellingen voor hoger onderwijs;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen en de invoering van een Jean Monnet-certificaat voor excellentie bevorderen;

 

activiteiten van academische instellingen en verenigingen die actief zijn op het gebied van Europese integratiestudies ondersteunen;

 

steun verlenen aan Europese academische instellingen die een doel van Europees belang nastreven;

 

beleidsdebatten en uitwisselingen tussen de academische wereld en beleidsmakers over de prioriteiten van het beleid van de Unie stimuleren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

43 000 000

35 000 000

36 000 000

31 169 036

33 272 441,66

24 495 758,45

Toelichting

Overeenkomstig de algemene doelstelling dient dit krediet ter dekking van de steun voor de uitvoering van beleidsmaatregelen van de Unie op de gebieden die overeenstemmen met de specifieke doelstellingen (artikel 11) en activiteiten (artikel 12) van het hoofdstuk.

Met het aan sport gewijde hoofdstuk van het programma Erasmus+ worden de volgende specifieke doelstellingen op het gebied van sport nagestreefd:

 

aanpakken van transnationale bedreigingen van sport zoals doping, wedstrijdvervalsing, geweld, racisme en intolerantie;

 

ondersteuning van goed bestuur op sportgebied en dubbele loopbanen van sporters;

 

bevordering van vrijwilligerswerk in de sport, sociale integratie, gelijke kansen en gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging door een grotere deelname aan sport.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

15 02 10

Speciale jaarlijkse evenementen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

6 000 000

6 000 000

   

Toelichting

Het bedrag van 6 000 000 EUR diende ter medefinanciering van de Europese Winterspelen van de Special Olympics in Graz/Schladming, Oostenrijk (14-25 maart 2017). Deze financiering maakte het tevens mogelijk dat de deelnemende atleten uit alle 28 lidstaten konden trainen, zich konden voorbereiden en de spelen in Oostenrijk konden bijwonen.

3 000 atleten en delegaties uit 110 landen namen deel aan dit evenement en deden acht dagen lang mee aan wedstrijden in acht sporten. Meer dan 3 000 vrijwilligers droegen bij aan het welslagen van dit multisportevenement. Naast sportieve activiteiten werden andere wetenschappelijke, educatieve, culturele en familieprogramma's georganiseerd. Voor, tijdens en na de Spelen werd er een programma in de gaststad georganiseerd waarbij vele speciale evenementen plaatsvonden om een stevig fundament te leggen voor de inclusie en acceptatie van mensen met een verstandelijke handicap in Oostenrijk en alle lidstaten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

6 050 944

0 ,—

29 918 049,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

419 470,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

15 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 02 77 07

Voorbereidende actie op het gebied van sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 08

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

334 631,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 09

Voorbereidende actie — E-platform voor nabuurschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

100 000

0 ,—

325 881,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 10

Proefproject — Gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging in heel Europa stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

103 478

p.m.

300 000

598 614,87

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 11

Proefproject — Verbetering van de leerresultaten door ondersteuning van beginnende leraren via online leren, coaching en begeleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

199 670

p.m.

250 000

499 175 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 14

Voorbereidende actie — Uitwisselingsprogramma voor kinderen en jongeren EU-Rusland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 16

Voorbereidende actie — Beoordeling van de programma’s voor ondernemerschap in het hoger onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

De afgelopen jaren is steeds meer aandacht ontstaan voor onderwijs in ondernemerschap en ondernemerschapsprogramma’s in de instellingen voor hoger onderwijs. De instellingen voor hoger onderwijs gebruiken hiervoor in concreto HEInnovate (HEI = higher education institutions), een programma gericht op het bevorderen van ondernemerschapsvaardigheden, alsook het beoordelen van de eigen ondernemerschapscapaciteiten. Waar in dit verband evenwel nog geen rekening wordt gehouden, is de kijk van studenten op de doeltreffendheid van de ondernemerschapsprojecten en -programma’s. Ook het bedrijfsleven en de particuliere sector in het algemeen worden slechts bij hoge uitzondering betrokken bij de beoordeling van deze programma’s. Het is belangrijk enerzijds voor een nauwe afstemming van de behoeften van de particuliere sector en de academische curricula te zorgen, en anderzijds alle betrokken partijen (studenten, docenten en beroepsuitoefenaren) in te schakelen bij het beoordelen van de ondernemerschapsprogramma’s, teneinde ervoor te zorgen dat studenten de vaardigheden aangereikt krijgen waar zij in hun loopbaan behoefte aan zullen hebben.

Deze actie bouwt voort op het bestaande instrument (HEInnovate) en gebruikt de feedback van studenten, de particuliere sector en docenten als toegevoegde waarde voor de reeds geteste en goedbevonden kaders en procedures.

De actie beoogt ook het uitwisselen van goede praktijken op internationaal niveau tussen instellingen voor hoger onderwijs en universiteiten, gericht op het vergemakkelijken van de implementatie van de bedoelde instrumenten in de curricula van de studenten in kwestie.

Tot slot wordt met de „budget for students”-beoordeling van de programma’s voor ondernemerschap in het hoger onderwijs beoogd de kwaliteit van deze programma’s in heel Europa naar een hoger plan te tillen en, in het verlengde daarvan, Europa om te vormen tot een ondernemerschapsgemeenschap.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 17

Proefproject — Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

525 000

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het eerste jaar van het proefproject die nog moeten worden uitgevoerd, en voor de voortzetting van de activiteiten in 2018.

De afgelopen jaren lijkt het Europese project door zowel interne als externe factoren te zijn verzwakt. Het vertrouwen van de burgers moet worden hersteld, terwijl kennis over het Europese integratieproject en bewustzijn van de Europese cultuur en waarden onder een zo'n breed mogelijk publiek moeten worden verspreid.

Dertig jaar na de dood van Altiero Spinelli, een van de grondleggers van de Unie, en zestig jaar na de ondertekening van het Verdrag van Rome moeten concrete initiatieven worden ontplooid om deze „onvrede” met de Unie te doorbreken.

De Altiero Spinelli-prijs voor de bewustmaking van burgers heeft tot doel onderzoek te bevorderen naar het integratieproces van de Unie, met inbegrip van de geschiedenis ervan en van het Europese ideaal. De huidige acties op het gebied van EU-studies zijn niet gericht op jonge onderzoekers/promovendi.

De prijs zal zorgen voor aanmoediging en beloning van erkenning en zichtbaarheid op Europees niveau voor kwalitatief hoogwaardige bijdragen aan:

 

1)

de bevordering van kennis over de Unie en kritische reflectie op het verleden, het heden en de toekomst van de Unie onder leken en het grote publiek. De rol van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld in het integratieproces van de Unie, de intellectuele geschiedenis van de Europese integratie en uiteraard het leven en werk van Altiero Spinelli horen ook in deze categorie thuis;

 

2)

de verbetering van het inzicht van de burgers in de waarden, de doelstellingen en de voordelen van het Europese integratieproces, alsmede in de geweldige prestaties van de Unie, maar ook in de tekortkomingen, tegenstrijdigheden en dilemma's die daarmee gepaard gaan. Het vergroten van de kennis van het grote publiek over de theorie van integratiemodellen (bijv. handelsovereenkomsten, internationale organisaties, federaties) en vergelijkende studies van bestaande integratiemodellen (bijv. de Unie, de Afrikaanse Unie, Mercosur, de VS en Canada) horen ook in deze categorie thuis;

 

3)

het voorstellen, testen en beoordelen van vernieuwende benaderingen en materiaal waarvan Europese en nationale beleidsmakers, beroepsbeoefenaars, maatschappelijke organisaties en instellingen op verschillende terreinen gebruik kunnen maken om burgers beter te informeren, voor te lichten en hen in staat te stellen om een positieve en constructief-kritische Europese identiteit te ontwikkelen en het gevoel te hebben ergens bij te horen;

 

4)

het aan de kaak stellen van populistische anti-Unie-mythen over verschillende aspecten van het Europese integratieproces, zo ook extremistische retoriek op basis van onverdraagzaamheid en misleidende informatie over de legitimiteit, de bevoegdheden en de feitelijke werkzaamheden van de Unie.

De prijzen zijn niet bedoeld als beloning voor onderzoek als zodanig. Ze worden veeleer toegekend voor uitstekend werk dat de bevindingen, kennis en inzichten uit onderzoek naar de Europese integratieprocessen als uitgangspunt neemt en deze informatie optimaal benut, populariseert, doeltreffend overbrengt en verspreidt in de hele samenleving en onder gewone burgers, bijvoorbeeld via publicaties, de media, kranten, films, documentaires en andere producten of methoden, alsook door middel van institutionele initiatieven.

De prijzen zullen worden uitgereikt aan aantrekkelijk, aansprekend, gebruiksvriendelijk, empirisch onderbouwd/gefundeerd, vanuit wetenschappelijk oogpunt nauwkeurig, mythen ontkrachtend en inspirerend werk, met een groot potentieel voor het verwezenlijken van de hierboven uiteengezette doelstellingen, dat geschikt is voor het bereiken van een gevarieerd publiek van niet-specialisten, niet-academici en leken.

Er moet worden samengewerkt met bestaande programma's, bijv. Jean Monnet-acties, en met bestaande instellingen, bijv. de Historische Archieven van de Europese Unie bij het Europees Universitair Instituut.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 18

Proefproject — Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 400 000

700 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Nu het aantal vluchtelingen groeit, is er in toenemende mate behoefte aan effectieve initiatieven voor integratie en sociale inclusie. Sportprojecten, in het bijzonder op het gebied van voetbal, zijn succesvolle instrumenten gebleken bij de integratie van vluchtelingen en de bevordering van sociale inclusie in ontvangende samenlevingen. Dit proefproject beoogt lokale sportclubs te betrekken bij de integratie van vluchtelingen. Het zou de lokale expertise op basis van bestaande initiatieven in de lidstaten moeten versterken met als doel:

 

1.

een proefprogramma op te zetten ter ondersteuning van concrete, door de gemeenschap ondersteunde voetbalinitiatieven (Europese kenniscentra). De nadruk ligt op de integratie van vluchtelingengemeenschappen in de hele Unie en naburige regio's door middel van lokale sportinitiatieven;

 

2.

de optimale werkwijzen in Europa in kaart te brengen en concepten te ontwikkelen die in derde land ten uitvoer kunnen worden gebracht, gericht op de integratie van vluchtelingen door middel van voetbal. Er wordt een methode ontwikkeld om het effect op een systematische, kopieerbare manier te beoordelen;

 

3.

de inspanningen te coördineren door middel van een netwerkplatform.

Het project zal fungeren als test voor de opzet en uitbreiding van op voetbal gebaseerde sociale-integratieprogramma's ter ondersteuning van vluchtelingen en ontvangstlanden in Europa en daarbuiten. De verwachte uitkomsten zijn onder meer:

 

1.

bevordering van de directe betrokkenheid van vluchtelingen en ontvangende gemeenschappen op strategische locaties (in de Unie, in transitlanden, en in derde landen) en de opzet van Europese kenniscentra door middel van capaciteitsopbouw;

 

2.

ontwikkeling van een methodologie voor op voetbal gebaseerde programma's voor de integratie van vluchtelingen, die kan worden aangepast voor soortgelijke, toekomstige initiatieven;

 

3.

opzet van een platform voor de verspreiding van de ontwikkelde praktijken;

 

4.

bevordering van een benadering in heel Europa om Europese ontvangstgemeenschappen in staat te stellen vluchtelingen op succesvolle wijze te laten integreren door middel van sport.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 19

Proefproject — Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

De recente terreuraanslagen in Europa laten zien dat jonge, geradicaliseerde Europese burgers een verhoogd veiligheidsrisico vormen. Meer ongelijkheid, sociale uitsluiting en marginalisering liggen hieraan vaak ten grondslag.

Dit krediet dient ter dekking van door plaatselijke actoren en het maatschappelijk middenveld opgezette sportgerelateerde projecten met een bottom-upbenadering voor jongeren uit families in een achterstandspositie — en met name jongeren waarbij een radicaliseringsrisico bestaat — om marginalisering en radicalisering te voorkomen, ongelijkheid aan te pakken en de jongeren te helpen bij het vinden van een identiteit en het gevoel ergens bij te horen.

Sport is bij uitstek geschikt voor het kweken van een groepsgevoel en het versterken van de sociale integratie door middel van respect voor diversiteit en multiculturele gemeenschappen. De projecten dienen dan ook sport, onderwijs en jobcoaching aan te bieden voor het verwerven van essentiële vaardigheden zoals sociale en communicatieve vaardigheden, kritisch denkvermogen en het vermogen problemen op te lossen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 20

Voorbereidende actie — Gratis Interrailpas voor Europeanen die 18 jaar worden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

6 000 000

       

Toelichting

Dit voorstel voor een voorbereidende actie is bedoeld als test voor het komende wetgevingsvoorstel van de Commissie tot oprichting van een volwaardig programma waarbij alle Europeanen die 18 jaar worden een gratis Interrailpas krijgen, waardoor hun niet alleen de kans wordt geboden om verschillende delen van Europa te ontdekken, maar — belangrijker nog — waardoor jongeren ook beter voeling kunnen krijgen met de Europese identiteit en meer inzicht kunnen krijgen in de kernwaarden van de Unie.

Als gevolg van een lage koopkracht, culturele belemmeringen en een gebrek aan inclusieve en gerichte projecten heeft een aanzienlijk aantal jonge Europeanen nooit of zelden gereisd binnen Europa. Dit is met name het geval in bepaalde regio's van Europa en in gezinnen met een laag inkomen. Hoewel er in het kader van het onderwijs uitwisselingsprogramma's bestaan waar een groot aantal Europeanen gebruik heeft van kunnen maken, is de Unie er nog niet in geslaagd een eenvoudig en inclusief instrument in het leven te roepen waarmee elke Europeaan, ongeacht de sociale of onderwijsachtergrond, een reiservaring zou kunnen opdoen die bevorderend is voor de ontwikkeling van een Europese identiteit, die mensen vertrouwd zou maken met een duurzame en schone vervoerswijze en hen in contact zou brengen met andere culturen.

Het Europees Parlement heeft zich herhaaldelijk voorstander getoond van het Interrailinitiatief met het argument dat de jongere generatie door het initiatief, mits het een groot geografisch bereik heeft en steeds wordt gekoppeld aan onderwijsdoelstellingen, de kans zou krijgen het vrij verkeer van personen aan den lijve te ondervinden door op milieuvriendelijke wijze te reizen. Het Parlement heeft er tevens op aangedrongen dat het project in een apart en specifiek begrotingsonderdeel wordt opgenomen, onafhankelijk van programma's uit rubriek 1a met betrekking tot de vervoerssector en andere sectoren die van belang zijn voor concurrentievermogen en groei in de Unie, en onafhankelijk van andere succesvolle Uniejongerenprogramma's.

Om het project in de opstartfase kans van slagen te geven, zouden de operationele aspecten kunnen worden onderzocht via deze voorbereidende actie op beperkte schaal, met een gerichte benadering die moet voldoen aan de volgende cruciale vereisten en centrale doelstellingen:

Cruciale vereisten

De Commissie moet voortbouwen op ervaringen met bestaande programma's, maar de voorbereidende actie moet worden gezien als nieuw en afzonderlijk, met name met het oog op het bereiken van jongeren die momenteel van geen enkel Europees programma gebruik kunnen maken.

Daarom mag de voorbereidende actie geen gevolgen hebben voor programma's zoals het programma Erasmus+.

De voorbereidende actie zal gelden voor jongeren uit alle lidstaten ongeacht of zij deel uitmaken van het Interrailnetwerk (momenteel vallen vijf lidstaten buiten het netwerk: Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus).

Actiepunten:

 

nagaan wie de relevante belanghebbende partijen zijn, waaronder Europese spoorwegmaatschappijen, deze contacteren en raadplegen om te bepalen hoe het aan jongeren op hun 18e verjaardag aangeboden product eruit zal zien, met inbegrip van het voeren van onderhandelingen over de prijsstelling om het uiteindelijke aantal gebruikers dat gebruik kan maken van de voorbereidende actie, vast te stellen;

 

vaststellen hoeveel jongeren een pas zouden kunnen krijgen;

 

de pasjes aankopen voor de prijs als onderhandeld met EuRail;

 

de pasjes verdelen onder de begunstigden;

 

de Interrailpas afbakenen en nauwkeurig vormgeven om tegemoet te komen aan de reispatronen van jongeren (waar en hoe lang geldig, seizoensvoorwaarden, budgettaire en tijdsbeperkingen, bagage en lading);

 

een gebruiksvriendelijk systeem opzetten waarmee 18-jarigen een pas kunnen aanvragen;

 

een onpartijdig en objectief selectieproces opzetten om te bepalen wie gebruik kan maken van de voorbereidende actie, waaronder het bepalen van criteria, onder meer om alle lidstaten de mogelijkheid te geven deel te nemen, ook de vijf lidstaten die momenteel buiten het Interrailnetwerk vallen (Estland, Letland, Litouwen, Malta en Cyprus), en om andere jongeren te bereiken dan diegenen die al gebruikmaken van een Europees programma;

 

een gemakkelijk af te handelen vouchersysteem uitwerken voor de verdeling en individualisering van de pasjes, in nauwe samenwerking met de desbetreffende belanghebbende partijen;

 

samen met de desbetreffende belanghebbende partijen op zoek gaan naar regelingen om jongeren te stimuleren bepaalde reistrajecten te volgen waarmee ze echt ervaren wat Europa is (met minder „populaire” bestemmingen);

 

vaststellen welke inspanningen er nodig zijn op communicatievlak en dit concreet organiseren, teneinde het programma zichtbaarheid te geven, waarbij er met name naar wordt gestreefd het initiatief te koppelen aan een campagne inzake Europese identiteit en waarden;

 

regelingen voor sponsors en partners onderzoeken voor de operationele aspecten van het programma, teneinde de kosten te beperken en het maximaal aantal deelnemers te bereiken;

 

een methode ontwikkelen waarmee de gebruikers hun ervaringen op creatieve en participatieve wijze kunnen delen en volgen (bijv. fotowedstrijd, bijdragen op sociale media).

De voorbereidende actie moet worden uitgevoerd in 2018, 2019 en 2020.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 21

Voorbereidende actie — Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel sportmedewerkers (de entourage van sporters) de kans te geven hun kwalificaties te verbeteren en nieuwe vaardigheden te verwerven door een periode in het buitenland (binnen en buiten de Unie) door te brengen. De mogelijkheden voor leermobiliteit in deze context zullen gericht zijn op:

 

coaches — vrijwilligers — profsport;

 

coaches — vrijwilligers bij non-profitsportorganisaties;

In een tweede fase ondersteunt het project een duale carrière voor sporters door middel van uitwisseling (met EU- en niet-EU-landen), waarbij de nadruk ligt op onderwijs zonder dat dit ten koste gaat van de sportcarrière van sporters. Op die manier worden de toekomstige arbeidsmogelijkheden van sporters en hun persoonlijke ontwikkeling bevorderd.

Het initiatief zal gebaseerd zijn op het volgende:

 

uitwisselingen,

 

stages,

 

studieperioden,

 

meeloopstages.

De actie kan effect sorteren op drie belangrijke terreinen:

 

verbetering van de kennis en knowhow van sportmedewerkers;

 

studenten die een sport beoefenen, toegang bieden tot opleidingsprogramma's (inclusief faciliteiten) onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van het desbetreffende land;

 

de ontwikkeling van internationale samenwerking op het gebied van mobiliteit en onderwijs binnen de sport.

De verwachte uitkomsten zijn onder meer:

 

1)

een regeling voor regelmatige uitwisseling voor sportmedewerkers;

 

2)

de totstandbrenging van Europese netwerken van coaches en sportmedewerkers en, in de tweede fase, van dienstverleners voor duale carrières.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 02 77 22

Voorbereidende actie — Sportue — Bevordering van Europese waarden via sportinitiatieven op gemeenteniveau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Organisaties die Europese steden aansporen en ondersteunen om uit te blinken op het gebied van sport, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de bevordering van lichaamsbeweging. Bovendien hebben ze gemeenten in heel Europa geholpen belangrijke resultaten te boeken, zoals het verhogen van het percentage sportbeoefenaars, het integreren van gemeenschappen en sociale sectoren, het aantrekken van investeringen in de gemeenschap, het creëren van nieuwe mogelijkheden en de toenemende aandacht in het sportbeleid met medeneming van andere terreinen zoals onderwijs, gezondheid, sociale zaken en toerisme. Dit alles vindt plaats onder de vlag van de Unie, met een gevoel van saamhorigheid en tegelijkertijd ook Europese trots. Meer steun voor organisaties die gericht zijn op de bevordering van sport en lichaamsbeweging op gemeenteniveau, met name in het kader van de Europese hoofdstad, stad, gemeente en plaats van de sport, zal ongetwijfeld veel verschil maken, en bovendien de voordelen van sport en lichaamsbeweging voor alle burgers doen toenemen. Er bestaat een duidelijke behoefte om organisaties die het hele jaar door actief zijn op dit gebied, te steunen in de vorm van capaciteitsopbouw, netwerkvorming en de mogelijkheid om concrete projecten te ontwikkelen op lokaal niveau.

Deze voorbereidende actie zal steun verlenen aan organisaties die sportinitiatieven op lokaal niveau bevorderen met als doel de positieve waarden van sport te verspreiden.

De voornaamste doelstellingen van deze actie zijn:

 

het voor relevante organisaties mogelijk maken een Europese aanpak te ontwikkelen ter bevordering van sport op lokaal niveau. Daarmee kunnen dergelijke organisaties op lange termijn financiële stimulansen bieden voor sportactiviteiten onder de Europese bevolking, op basis van de beginselen van goed bestuur, zoals bepleit door internationale organisaties en de Commissie;

 

het creëren of ontwikkelen van een netwerk van steden en plaatsen, zodat ze optimale werkmethoden kunnen uitwisselen op dit gebied;

 

bewustmaking van strategieën ten aanzien van de manier waarop de lokale autoriteiten door hun besluiten en activiteiten een positieve invloed kunnen hebben op het welzijn van de inwoners via de beoefening van sport en lichaamsbeweging;

 

samenwerken met Europese beleidsmakers op het vlak van sport om dezelfde doelstellingen te verwezenlijken in overeenstemming met de mogelijke ontwikkeling van het sportbeleid.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 03 —   HORIZON 2020

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 03

HORIZON 2020

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

1,1

885 710 765

773 448 568

820 241 594

700 365 833

781 300 976,51

561 509 836,31

72,60

 

Artikel 15 03 01 — Subtotaal

 

885 710 765

773 448 568

820 241 594

700 365 833

781 300 976,51

561 509 836,31

72,60

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

1,1

396 194 129

366 717 896

300 426 789

314 253 296

263 733 347,38

263 616 127,96

71,89

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

51 203 698,67

27 579 761,61

 

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

249 000 ,—

14 457 723,39

 
 

Artikel 15 03 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

51 452 698,67

42 037 485 ,—

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

55 000 000

p.m.

90 229 291

465 985,17

280 584 003,16

510,15

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 15 03 — Totaal

 

1 281 904 894

1 195 166 464

1 120 668 383

1 104 848 420

1 096 953 007,73

1 147 747 452,43

96,03

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden gebruikt voor Horizon 2020, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) van de Europese Unie, en voor het voltooien van de vorige onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma) en van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) van de vorige financiële periode.

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering”, en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Het programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, en is bedoeld om bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door supranationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie te ondersteunen, het Europese onderzoek dankzij zijn dynamiek, creativiteit en uitmuntendheid de grenzen van de kennis op te laten zoeken, meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen en de kwaliteit daarvan te verbeteren, en de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal worden gebruikt.

Binnen Horizon 2020 zal gendergelijkheid als een horizontale kwestie worden benaderd om onevenwichtigheden in de verdeling tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor EU-actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen worden opgevoerd bij artikel 15 03 05 en post 15 03 50 01.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 15 01 05 worden opgevoerd.

15 03 01

Wetenschap van topkwaliteit

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt beoogd de excellentie van de wetenschapsbasis van de Unie te versterken en uit te breiden en een constante instroom van wereldvermaarde onderzoekers te garanderen om het concurrentievermogen van Europa op lange termijn te waarborgen. De beste ideeën worden ondersteund, Europees talent wordt ontwikkeld, Europese onderzoekers krijgen toegang tot prioritaire onderzoeksinfrastructuur en Europa wordt aantrekkelijk voor de beste onderzoekers ter wereld. Op grond van de behoeften en de kansen van de wetenschap zal worden bepaald welke onderzoeksacties worden gefinancierd, en er zullen vooraf geen thematische prioriteiten worden gesteld. De onderzoeksagenda zal in nauwe samenwerking met wetenschappelijke kringen worden vastgesteld, en onderzoek zal op basis van excellentie worden gefinancierd.

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

885 710 765

773 448 568

820 241 594

700 365 833

781 300 976,51

561 509 836,31

Toelichting

Europa heeft behoefte aan goed opgeleid en creatief menselijk potentieel, dat grens- en sectoroverschrijdend mobiel is, en Europa moet aantrekkelijk zijn voor de beste onderzoekers uit Europa en daarbuiten. Dat zal worden gerealiseerd door de excellentie in een aanzienlijk deel van de initiële opleiding van hoge kwaliteit van beginnende onderzoekers en promovendi te structureren en te verbeteren en door ervaren onderzoekers aantrekkelijke carrièrekansen te bieden in zowel de publieke als de particuliere sector wereldwijd. Onderzoekers worden ertoe aangemoedigd te switchen tussen landen, sectoren en disciplines om zo hun creatieve en innovatieve potentieel te vergroten. Daarnaast zal er steun gaan naar initiatieven die mensen overtuigen van het belang van de onderzoeksloopbaan en de resultaten van onderzoek en innovatie kenbaar maken bij het grote publiek.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965), met name artikel 3, lid 1, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

396 194 129

366 717 896

300 426 789

314 253 296

263 733 347,38

263 616 127,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve en personeelskosten van het EIT en beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma, met inbegrip van door het EIT aangewezen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's).

In het kader van de strategische innovatieagenda (SIA) van het EIT en Verordening (EU) nr. 1292/2013 zal het EIT bijdragen aan de verwezenlijking van het algemene doel en de algemene prioriteiten van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie”, met de specifieke doelstelling de kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie te integreren. Het EIT moet de innovatiecapaciteit van de EU een hoognodige stimulans geven; zijn algemene doelstelling bestaat erin een nieuwe Europese manier te vinden om door middel van innovatie essentiële economische groei en maatschappelijke voordelen te realiseren door innovatieve ideeën te helpen omzetten in producten en diensten die duurzame groei en banen creëren.

Kennis- en innovatiegemeenschappen zijn de operationele basis van het EIT. Dit zijn door excellentie aangedreven partnerschappen, die het hele innovatienet bijeenbrengen om nieuwe kansen te bieden voor innovatie in Europa en een reële impact te genereren in termen van de oprichting van nieuwe bedrijven en maatschappelijke voordelen. Zij pakken specifieke innovatiethema's aan en integreren publieke en private onderzoeksorganisaties, innoverende industrieën, instellingen voor hoger onderwijs, investeerders, start-ups en spin-offs. De eerste drie KIG's werden aangewezen in december 2009 en pakken de volgende maatschappelijke uitdagingen aan: matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering (door de klimaat-KIG), duurzame energie (door de KIG InnoEnergy) en de toekomstige informatie- en communicatiemaatschappij (door de EIT ICT Labs). Twee bijkomende KIG's werden aangewezen in 2014 rond de thema's Grondstoffen en Innovatie voor gezond leven en actief ouder worden. Het EIT zal in de toekomst zijn portfolio van KIG's met maximaal drie bijkomende KIG's: uitbreiden rond de onderwerpen Voedsel voor de toekomst, Productie met toegevoegde waarde, en Stedelijke mobiliteit.

Het EIT heeft tot doel op de volgende gebieden tastbaar effect te sorteren:

 

belangrijke maatschappelijke uitdagingen aangaan: de KIG's combineren deskundigheid uit verschillende disciplines om innovatieve en brede antwoorden op complexe maatschappelijke uitdagingen aan te reiken;

 

een duidelijk en bedrijfsvriendelijk kader scheppen: de belangrijkste benchmark voor het succes van het EIT en de KIG's zal de omzetting van nieuwe ideeën in tastbare nieuwe producten, diensten of kansen voor bedrijven zijn;

 

het vrije verkeer van kennis door co-locatie bevorderen: de KIG's zijn georganiseerd rond co-locatiecentra — geografische locaties met een grote proximiteit van het grootste deel of van de gehele innovatieketen. De nadruk ligt op mensen met uiteenlopende achtergronden (industrie, mkb, de academische wereld, nationaliteit, geslacht, discipline enz.) die met elkaar in direct persoonlijk contact samenwerken, wat dus leidt tot een grote mobiliteit van de kennis;

 

een nieuwe generatie van ondernemers laten ontluiken: mensen met ondernemingszin zijn de drijfveer voor innovatie en houden onze economieën en samenlevingen aldus in beweging. Het EIT bevordert onderwijs in ondernemerschap als belangrijk kenmerk van de master- en doctoraatsprogramma's van de KIG's doordat het de nadruk verlegt van „leren over” naar „al doende leren”. De master- en doctoraatsprogramma's zullen studenten de ondernemingsvaardigheden bijbrengen die zij nodig hebben om te slagen in de kenniseconomie, door de nadruk te leggen op leerresultaten en het gebruik van innovatieve onderwijsmethoden.

De strategische doelstellingen van het EIT voor deze periode bestaan erin zijn activiteiten te consolideren en synergieën tussen die activiteiten te creëren, alsook zich voor te bereiden om de prioriteiten te realiseren die in de strategische innovatieagenda (2014-2020) zijn vastgesteld: in de eerste plaats door groei, impact en duurzaamheid aan te moedigen door zijn partnerschap met de drie bestaande KIG's verder te versterken en tegelijkertijd nieuwe KIG's op te richten. Door KIG’s volgens een oplopend ontwikkelingstraject op te richten, zal het EIT uiteindelijk komen tot een totale portefeuille van negen KIG's in de periode 2014-2020 (wat neerkomt op het opzetten van 40 à 50 co-locatiecentra in de hele Unie); in de tweede plaats door de impact van het EIT te vergroten en door ondernemerschap gedreven innovatie in de hele Unie te bevorderen door middel van een brede verspreiding van nieuwe innovatiemodellen die talent uit heel Europa aantrekken en ontwikkelen; en in de derde plaats door, naast resultaatgerichte monitoring, nieuwe middelen in te voeren om effect te sorteren.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr.1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104), met name artikel 5, lid 5.

Verordening (EU) nr. 1292/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 294/2008 tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 174).

Besluit nr. 1312/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT): de bijdrage van het EIT aan een meer innoverend Europa (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 892).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

15 03 50

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

15 03 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

51 203 698,67

27 579 761,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

249 000 ,—

14 457 723,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

55 000 000

p.m.

90 229 291

465 985,17

280 584 003,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 04 —   PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

PROGRAMMA CREATIEF EUROPA

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

3

35 528 000

12 877 727

30 932 000

14 176 893

25 299 869,39

15 151 720,19

117,66

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

3

71 106 000

52 000 000

55 350 000

44 229 071

55 686 837,89

44 987 311,67

86,51

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

3

p.m.

2 200 000

p.m.

2 547 311

0 ,—

11 832 082,49

537,82

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 04

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

245 318,36

 

15 04 77 05

Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

15 04 77 08

Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

3

p.m.

p.m.

p.m.

280 600

0 ,—

172 240 ,—

 

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

3

p.m.

232 258

p.m.

367 742

0 ,—

154 838,76

66,67

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

3

p.m.

375 000

750 000

732 605

500 000 ,—

539 549 ,—

143,88

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

3

350 000

280 000

350 000

175 000

350 000 ,—

245 000 ,—

87,50

15 04 77 13

Proefproject — Bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen

3

750 000

635 000

500 000

250 000

     

15 04 77 14

Voorbereidende actie — Modellen voor innovatie bij het beheer door micro-ondernemingen van Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst

3

p.m.

350 000

500 000

250 000

     

15 04 77 15

Proefproject — Het bevorderen van de waarden van de Unie door middel van muziek

3

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

     

15 04 77 16

Proefproject — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: Een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

3

800 000

400 000

         

15 04 77 17

Voorbereidende actie — Europese Cultuurhuizen

3

750 000

375 000

         

15 04 77 18

Voorbereidende actie — Music Moves Europe: muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa stimuleren

1,1

1 500 000

750 000

         

15 04 77 19

Proefproject — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

3

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 15 04 77 — Subtotaal

 

5 150 000

3 897 258

3 100 000

2 555 947

850 000 ,—

1 356 946,12

34,82

 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

111 784 000

70 974 985

89 382 000

63 509 222

81 836 707,28

73 328 060,47

103,32

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 528 000

12 877 727

30 932 000

14 176 893

25 299 869,39

15 151 720,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het sectoroverschrijdende onderdeel van het programma Creatief Europa.

De faciliteit voor de culturele en creatieve sectoren wordt gecreëerd ten behoeve van de culturele en creatieve sectoren en heeft de volgende prioriteiten: het bevorderen van de toegang tot financiering voor de kmo's en organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren; het verbeteren van de capaciteit van financiële instellingen om culturele en creatieve projecten te beoordelen, met inbegrip van technische bijstand en netwerkmaatregelen.

Dit doel wordt bereikt door:

 

het bieden van garanties aan relevante financiële intermediairs in landen die deelnemen aan het programma Creatief Europa;

 

het bieden van aanvullende expertise en capaciteit aan financiële intermediairs om de risico's te kunnen evalueren die verband houden met actoren in de culturele en creatieve sectoren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van de leningen, aan de Commissie en die zijn geboekt op post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

71 106 000

52 000 000

55 350 000

44 229 071

55 686 837,89

44 987 311,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen die verband houden met het subprogramma Cultuur van het programma Creatief Europa:

 

het ondersteunen van acties waardoor actoren vaardigheden en kennis kunnen verwerven die bevorderlijk zijn voor de aanpassing aan digitale technologieën, met inbegrip van het testen van nieuwe methoden voor publieksopbouw en voor innoverende bedrijfsmodellen;

 

het ondersteunen van acties die actoren in staat stellen om hun carrières binnen en buiten Europa een internationaler karakter te geven;

 

het bieden van ondersteuning bij het versterken van de positie van Europese actoren en internationale culturele netwerken teneinde de toegang tot nieuwe professionele mogelijkheden te bevorderen.

De prioriteiten op het terrein van de bevordering van transnationale verspreiding zijn:

 

het ondersteunen van internationale tournees, evenementen en tentoonstellingen;

 

het ondersteunen van de verspreiding van Europese literatuur;

 

het ondersteunen van publieksopbouw als middel om de belangstelling voor Europese culturele werken te stimuleren.

Ondersteunende maatregelen van het subprogramma Cultuur

Het subprogramma Cultuur biedt steun voor de volgende maatregelen:

 

transnationale samenwerkingsmaatregelen om actoren uit verschillende landen bij elkaar te brengen teneinde sectorale of sectoroverschrijdende activiteiten uit te voeren;

 

activiteiten door Europese netwerken van actoren uit verschillende landen;

 

activiteiten met een grootschalig en systemisch effect door organisaties die een stimulerend Europees platform bieden voor de ontwikkeling van opkomend talent en ter bevordering van de mobiliteit van artiesten en werken;

 

de ondersteuning van literaire vertalingen;

 

speciale activiteiten gericht op een grotere zichtbaarheid van de rijkdom en verscheidenheid van de Europese culturen en op het stimuleren van de interculturele dialoog en wederzijds begrip, bijvoorbeeld door Europese cultuurprijzen of in het kader van het Europees Erfgoedlabel of de Culturele Hoofdsteden van Europa.

Dit krediet dient ook ter financiering van het Europees Jaar van het cultureel erfgoed. In overeenstemming met de gezamenlijke verklaring van de Raad en het Parlement, gehecht aan Besluit (EU) 2017/864 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 over het Europees Jaar van het cultureel erfgoed (2018) (PB L 131 van 20.5.2017, blz. 1), wordt 7 000 000 EUR van de kredieten van dit artikel specifiek toegewezen aan dit doel.

Dit krediet omvat de organisatie van een oproep tot het indienen van voorstellen voor projecten ter ondersteuning van de integratie van vluchtelingen. Er moet rekening worden gehouden met de in 2016 opgedane ervaring om een ruimere oproep tot het indienen van voorstellen tot stand te brengen, waarbij meer lokale organisaties in Europa en daarbuiten worden betrokken, en om de uitwisseling van goede praktijken te ondersteunen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, volgens de procedures die met die landen worden overeengekomen ingevolge de kaderovereenkomsten die in hun deelname aan programma's van de Unie voorzien, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 200 000

p.m.

2 547 311

0 ,—

11 832 082,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1).

15 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

15 04 77 04

Proefproject — Een Europees platform voor festivals

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

245 318,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 05

Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 08

Proefproject — Kickstarten van de culturele economie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

280 600

0 ,—

172 240 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 09

Proefproject — Ondersteuning van netwerken van jonge, creatieve ondernemers: Unie en derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

232 258

p.m.

367 742

0 ,—

154 838,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 11

Voorbereidende actie — Een nieuw verhaal voor Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

375 000

750 000

732 605

500 000 ,—

539 549 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 12

Voorbereidende actie — Europa voor festivals, festivals voor Europa (EFFE)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

280 000

350 000

175 000

350 000 ,—

245 000 ,—

Toelichting

De voorbereidende actie zal voortbouwen op de resultaten van het proefproject en moet bijdragen aan de doelstellingen van de Unie op het gebied van cultuur, zoals vermeld in artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie: „[De Unie] draagt bij tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten onder eerbiediging van de nationale en regionale verscheidenheid van die culturen” en „het optreden van de Unie is erop gericht de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen en zo nodig hun activiteiten […] te ondersteunen en aan te vullen” op het gebied van cultuur.

De voorbereidende actie zal verdere doelstellingen en het bredere beleid van de Unie dekken. De actie zal toegevoegde waarde creëren en bieden voor activiteiten in het kader van festivals in Europa die bijdragen aan de Europa 2020-strategie van slimme, duurzame en inclusieve groei dankzij hun vermogen tot doorwerking in de culturele en creatieve sector, op het gebied van toerisme, regionale en stedelijke ontwikkeling enz.

Bovendien wordt ervoor gezorgd dat het potentieel van festivals wordt benut, teneinde hun bijdrage aan tal van Uniebeleidsmaatregelen te maximaliseren, onder meer op het gebied van innovatie, sociale inclusie, onderwijs, jeugdwerk en interculturele dialoog.

Ten slotte zal de voorgestelde actie ook de zichtbaarheid van de Europese waarden via festivals bevorderen, waardoor een groot aantal burgers in heel Europa wordt bereikt, met name jongeren. De voorbereidende actie zal het pad effenen om de prijs en het keurmerk uit te werken tot een permanente actie. De geselecteerde organisatie zal naar verwachting:

 

een degelijke en transparante regeling uitwerken voor de selectie van Europese festivals die een keurmerk/prijs krijgen toegekend;

 

een brandingstrategie ontwikkelen in het verlengde van het proefproject, met het oog op een herkenba(a)r(e) en waardevol(le) keurmerk/prijs;

 

een momentum creëren dat een grote zichtbaarheid zal geven aan de prijs/het keurmerk, de winnaars en de waarden die festivals met een keurmerk uitdragen, alsook verschillende doelgroepen betrekken bij het keurmerk/de prijzen;

 

netwerk- en partnerschapsactiviteiten ontwikkelen om een duurzaam effect van het keurmerk/de prijzen te waarborgen;

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 13

Proefproject — Bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

635 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit is een uitbreiding van het proefproject voor 2018. Het extra bedrag dient om het proefproject met een jaar uit te breiden.

Overzicht van het project

Het project bestaat uit drie pijlers:

 

1)

een op onderzoek gebaseerde analyse van de omvang van de illegale handel in cultuurgoederen en de routes die hiervoor worden gebruikt;

 

2)

bewustwordings- en opleidingsmodules voor rechters, politie- en douanebeambten, overheidsdiensten en spelers van de kunstmarkt, alsook bewustmakingscampagnes die gericht zijn op het brede publiek;

 

3)

reproductie en verspreiding van verloren cultureel erfgoed en het mogelijke gebruik van nieuwe technieken door musea en culturele en onderwijsinstellingen.

Resultaat/mogelijke ontwikkeling van het project

Een conferentie en een studie in het kader van de eerste fase, opleidingsmodules in het kader van de tweede pijler en een inventaris van nieuwe technieken in het kader van de derde fase.

Innovatieve/experimentele aard van het project

Het concept van het project wordt niet bestreken door een van de bestaande programma's. Het project is te ingewikkeld voor een samenwerkingsproject in het kader van het culturele deel van het programma Creatief Europa, en bovendien zouden essentiële activiteiten dan niet kunnen worden gedekt (bijvoorbeeld de opleidingsmodules voor rechters, politie- en douanebeambten), en het integrale karakter van het proefproject zou dan ook verloren gaan. Het zou voor culturele organisaties en zelfs voor internationale organisaties zeer moeilijk zijn om aan de cofinancieringsvereisten te voldoen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 14

Voorbereidende actie — Modellen voor innovatie bij het beheer door micro-ondernemingen van Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Cultureel erfgoed wordt meer en meer erkend als een strategische hulpbron voor een duurzaam en vreedzaam Europa — denk aan het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018 en de conclusies van de Raad betreffende een werkplan voor cultuur 2015-2018 — en in dit verband moet worden gewezen op het belang van het tot stand brengen van „spill-over”-effecten en synergie-effecten tussen de verschillende betrokken partijen, teneinde cultureel erfgoed te bewaren, voor het voetlicht te brengen en aan de volgende generaties door te geven.

Dit voorstel voor een voorbereidende actie richt zich op een groep geselecteerde partijen die niet van de bestaande maatregelen en programma’s profiteren, maar wel van groot belang zijn voor het implementeren van een in gemeenschappen gewortelde en de mens centraal stellende benadering van cultureel erfgoed, en die open innovatie in de sector in kwestie kunnen aanzwengelen.

Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst vormen een uiterst belangrijke component van het cultureel erfgoed van de Unie en dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de Europese regio’s, steden en plattelandsgebieden. De bestaande acties van de Unie op erfgoedgebied, zoals de Europese erfgoeddagen, de EU-prijs voor cultureel erfgoed en het Europees erfgoedlabel, zijn initiatieven die zich op een bredere groep culturele actoren en kmo’s richten en niet specifiek op huishoudens en particuliere micro-ondernemingen die erfgoed en historische woonhuizen beheren. Wanneer ze het cultureel erfgoed dat ze in bezit hebben niet in stand kunnen houden, proberen huizen en families innovatieve bedrijfsmodellen te ontwikkelen waarbinnen traditionele oplossingen (bezoeken, manifestaties enz.) worden gecombineerd met kansen van de digitale economie en CCI-„spill-over”-effecten op de economie en de samenleving.

Wanneer het erfgoed in kwestie gedurende langere tijd niet wordt onderhouden en/of slecht wordt beheerd, liggen verval en verwaarlozing op de loer, hetgeen moet worden voorkomen door iets te doen aan de specifieke uitdagingen waar het particulier cultureel erfgoed mee te kampen heeft.

Deze voorbereidende actie is erop gericht in kaart te brengen welke modellen voor micro-ondernemingen door particuliere eigenaren van cultureel erfgoed in de Unie worden gebruikt, en deze onderling te vergelijken en met elkaar uit te wisselen.

Om het economisch potentieel van deze sector in de Unie te kwantificeren en kwalificeren moet een studie worden verricht om de specifieke kenmerken van de sector in kaart te brengen en het bedrijfsklimaat te definiëren. Op basis van deze studie(s) zullen vervolgens modellen voor innovatie bij het beheer van Europese particuliere huizen op de erfgoedlijst worden ontwikkeld en aan de betrokken actoren en partijen ter beschikking worden gesteld. Tot slot zullen er ook aanbevelingen voor de Commissie worden geformuleerd, op basis van de acties van het proefproject.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 15

Proefproject — Het bevorderen van de waarden van de Unie door middel van muziek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

In deze tijd, waarin de Unie zich voor een groot aantal uitdagingen ziet gesteld, beoogt dit proefproject jonge en getalenteerde muziekbeoefenaars uit alle 28 lidstaten bijeen te brengen om Europa’s kernwaarden en kwaliteiten voor het voetlicht te brengen, en bruggen tussen mensen te bouwen met klassieke muziek. Het project is bedoeld voor de jongeren in Europa, en met name die groep die dreigt te radicaliseren, door jonge beoefenaars van klassieke muziek en jongeren met verschillende achtergronden middels concerten en mentorschapsregelingen met elkaar in contact te laten komen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 16

Proefproject — Bescherming van de Joodse begraafplaatsen in Europa: Een uitgebreide inventarisatie met onderzoek, toezicht en afzonderlijk doorgerekende voorstellen voor bescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

400 000

       

Toelichting

Vóór de Tweede Wereldoorlog woonden er meer dan zeven miljoen Joden in Midden- en Oost-Europa. Ze woonden daar al eeuwen. Volgens de bevolkingsregisters woonden er in duizenden steden, gemeenten en dorpen ook Joden, wat blijkt uit de oprichting en het gebruik van onafhankelijke begraafplaatsen die eigendom waren van de Joodse gemeenschappen. Tachtig jaar later zijn de sporen van veel van deze begraafplaatsen verloren gegaan of ze zijn overwoekerd en onbeschermd — het resultaat van de uitroeiing van de Joodse gemeenschappen tijdens de Holocaust. Sommige locaties werden opzettelijk aan het oog onttrokken of ontkend door een politiek systeem dat weigerde de specifiek Joodse aard van de nazigenocide te erkennen. Het ESJF (European Jewish Cemeteries Initiative) heeft aangetoond dat de vernietiging van Joodse begraafplaatsen blijft voortduren. Inmiddels zijn eerder gecatalogiseerde historische gegevens in het grootste deel van de Unie sterk verouderd en komen deze in het geheel niet overeen met de situatie ter plaatse, terwijl in grote delen van Oost-Europa zelfs de historische gegevens niet volledig zijn. De opdracht is om te zorgen voor permanente en constant bijgehouden historische gegevens, maar ook voor momentopnames, waarmee dit unieke Europese historische erfgoed in stand wordt gehouden voordat het verdwijnt. Op lokaal niveau laten de fysieke aanwezigheid en de bescherming van de begraafplaatsen ook heel duidelijk zien waartoe racisme, antisemitisme en onverdraagzaamheid kunnen leiden. In het kader van het proefproject zal een ruime steekproef worden uitgevoerd waarbij ten minste 1 500 Joodse begraafplaatsen in landen in Oost-Europa in kaart worden gebracht, die elk een unieke uitdaging vertegenwoordigen met betrekking tot de huidige situatie van Joodse begraafplaatsen. Het project heeft als doellanden de lidstaten Griekenland, Slowakije en Litouwen en de nabuurschapslanden Oekraïne en Moldavië.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 17

Voorbereidende actie — Europese Cultuurhuizen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

Het concept van Europese Cultuurhuizen wordt in de Gezamenlijke Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 getiteld „Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen”(JOIN(2016) 29 final) genoemd als een van de instrumenten om Uniesamenwerking op het gebied van culturele externe betrekkingen te versterken. Ze worden omschreven als instellingen die „culturele instellingen en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden bijeen te komen en diensten aan de plaatselijke bevolking te verstrekken, gezamenlijke projecten aan te gaan en beurzen, culturele uitwisselingen en uitwisselingen op onderwijsgebied aan te bieden”. Dit houdt ook verband met een aanbeveling opgenomen in de in 2016 in opdracht van de Commissie cultuur en onderwijs van het Europees Parlement verrichte studie getiteld „Europese culturele instellingen in het buitenland”.

Deze voorbereidende actie is bedoeld om eerste ervaringen met Europese Cultuurhuizen op te doen in een beperkt aantal prioritaire landen/regio's en om het potentieel ervan na te gaan in een aantal partnerlanden door middel van een aantal modellen, zoals permanente structuren, in de vorm van pop-ups, paviljoenen op festivals of louter digitale instrumenten. Het proefproject kan over een periode van twee jaar worden ontwikkeld, zodat de nodige tijd beschikbaar is om de verschillende projecten op te starten, resultaten te boeken en deze te evalueren met het oog op verdere aanbevelingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 18

Voorbereidende actie — Music Moves Europe: muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Europa kan bogen op een aantal van 's werelds grootste songwriters, artiesten, concertzalen, festivals, platenmaatschappijen, uitgevers, distributeurs, start-ups en digitale diensten. In de afgelopen jaren is de muziekcreatie, -productie, -distributie en -consumptie radicaal veranderd door de opkomst van nieuwe distributiekanalen, digitale grootmachten en innovatieve start-ups, bedrijfsmodellen en consumptiepatronen. De huidige digitalisering in de muzieksector, bijvoorbeeld op het gebied van muziekstreaming, heeft niet alleen mogelijkheden, maar ook uitdagingen met zich meegebracht.

Deze voorbereidende actie is gericht op een aantal van de grootste uitdagingen van de sector, rekening houdend met de resultaten van de recente dialoog op Unieniveau met belanghebbenden in de muziekwereld en met aandacht voor de volgende aspecten:

 

a)

offline- en onlinedistributie (bijv. uitgebreidere toegang tot alle vormen van muziek voor burgers),

 

b)

ontwikkeling van artiest en repertoire (met inbegrip van de bevordering van de mobiliteit van artiesten en de grensoverschrijdende verspreiding van het Europees repertoire),

 

c)

professionalisering en onderwijs (bijv. ontwikkeling van vaardigheden en capaciteitsopbouw voor kunstenaars en kmo's, zodat zij succes kunnen boeken in een sterk concurrerende en mondiale markt),

 

d)

uitvoer van Europese muziek naar gebieden buiten Europa.

De voorbereidende actie zal ten uitvoer worden gelegd op basis van oproepen voor het indienen van voorstellen (a, b, c) en een platform voor dialoog/conferentie (d). De voorbereidende actie zal dusdanig worden ontworpen dat een grote verscheidenheid aan relevante aanbieders, organisaties en belanghebbenden in de muziekwereld in de Europese waardeketen kunnen profiteren van de activiteiten.

De voorbereidende actie zal voortbouwen op de bestaande doch zeer beperkte steun voor muziek in het kader van het programma „Creatief Europa” (met name projecten op het gebied van samenwerking, platforms en prijzen) en deze verder ontwikkelen. Deze steun is noodzakelijk, maar vervult de behoeften van de sector vooralsnog niet volledig. De voorbereidende actie is gericht op het testen van passende maatregelen met het oog op een mogelijk toekomstig volwaardig financieringssysteem voor muziek in de volgende generatie Unieprogramma's, wat zou kunnen bijdragen aan de stimulering van muzikale diversiteit en muzikaal talent in Europa en een meer gerichte ondersteuning kan vormen voor het concurrentievermogen van de sector.

In dit verband zal de voorbereidende actie met name maatregelen omvatten om de financieringsbehoeften van de betrokken muziekbranches in de lidstaten te onderzoeken en in kaart te brengen, zodat de actie kan bijdragen aan de definiëring van relevante toekomstige werkterreinen met een duidelijke toegevoegde waarde voor de Unie (na 2020).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

15 04 77 19

Proefproject — Financiering, opleiding, innovatie, octrooiering voor de culturele en creatieve sector (FLIP voor de culturele en creatieve sector)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Culturele diversiteit en het vaststellen van de juiste culturele mix zijn van strategisch belang voor creativiteit en innovatie. De culturele en creatieve sector in Europa biedt werkgelegenheid aan meer dan 12 miljoen werknemers, oftewel 7,5 % van de beroepsbevolking in Europa, en genereert ongeveer 509 000 000 000 EUR aan toegevoegde waarde, vooral dankzij de bijdrage van kleine en micro-ondernemingen. De culturele en creatieve sector is een drijvende kracht die Europa een concurrentievoordeel oplevert, met name omdat de sector producten en diensten levert die bevorderend zijn voor de ontwikkeling van de productieparadigma's van de industrie 4.0.

Dit proefproject heeft als doel de noodzakelijke beleidsmaatregelen en acties vast te stellen en te testen om deze ondernemingen in stand te houden en te ontwikkelen, zodat ze met de nodige ondersteuning wederzijdse voordelen en „spill-over”-effecten kunnen genereren op alle domeinen en in alle sectoren waarmee deze ondernemingen samenwerken om hun bedrijfsdoelstellingen te behalen.

De koers van het proefproject wordt uitgezet op vier gebieden:

 
 

1.

Een nieuw model voor het analyseren van vaardigheden

Het model voor het analyseren van vaardigheden dat normaal wordt gehanteerd in Europese opleidingsstelsels, moet worden geëvalueerd en bijgewerkt om behoorlijk rekening te houden met het organisatiemodel van deze ondernemingen, die vaak weinig hiërarchisch gestructureerd zijn, over een ruimere risicotolerantie beschikken, een andere benadering van tijdbeheer hanteren en zich kenmerken door een sterke uitwisseling tussen disciplines, en die daarom niet passen binnen het traditionele productieparadigma. Dit nieuwe model voor het analyseren en vaststellen van vaardigheden die aangepast zijn aan de STEAM-domeinen (wetenschap, technologie, engineering/milieu, kunst, productie), heeft tot doel een bevoorrechte relatie tussen goed functionerende ondernemingen, de belangrijkste beste praktijken en succeservaringen tot stand te brengen, met het oog op de vaststelling en omschrijving van zowel de vaardigheden als de kenmerken waarover vakmensen beschikken die in deze context werkzaam zijn. Er moet met andere woorden worden nagegaan hoe deze vaardigheden zijn ontstaan en hoe ze zich hebben ontwikkeld, waarbij ruimer wordt gekeken dan alleen het meer gangbare paradigma waarin vakmensen worden ingedeeld aan de hand van analytisch-beschrijvende werkprocessen (kenmerkend voor organisaties in de productiesector), zodat er functiebeschrijvingen kunnen worden opgesteld die in overeenstemming zijn met de specifieke organisatorische kenmerken van die ondernemingen.

Het project zal meer bepaald worden onderverdeeld in de volgende fasen:

 

„beste praktijken” in de culturele en creatieve sector selecteren, teneinde deze te betrekken bij het onderzoek met het oog op het formuleren van een model voor het indelen van vaardigheden waarin rekening wordt gehouden met het bijzondere karakter van de diverse sectoren (historisch en artistiek erfgoed, producenten van inhoud, ICT-sectoren en materialencultuur, waaronder de macrosectoren van de mode-, design- en smaakindustrie) en de regionale dimensies van de Unie;

 

een model voor de erkenning van vaardigheden ontwikkelen;

 

het model testen met een ruimere groep ondernemingen;

 

het model voor het indelen van vaardigheden publiceren en deze vaardigheden koppelen aan beroepen in de context van het Europees kader voor vaardigheden.

 
 

2.

Aanwijzingen voor het onderwijsstelsel

Momenteel is de ontwikkeling van creatieve en culturele vaardigheden het resultaat van een proces dat niet volledig gestructureerd is en evenmin volledig afgestemd is op de behoeften voor het beheer van de culturele en creatieve sector op de middellange/lange termijn. De resultaten die voortkomen uit het model voor de erkenning van vaardigheden, kunnen het pad effenen voor de vaststelling van aspecten en problemen in het onderwijsstelsel met betrekking tot de kenmerken van opleidingsprogramma's die gericht zijn op de ontwikkeling van vaardigheden. De ontwikkeling van strategische vaardigheden voor de culturele en creatieve sector wordt in feite vaak overgelaten aan het toeval en aan afzonderlijke initiatieven en inventiviteit, of aan informele processen, zonder een structurele aanpak die voortkomt uit een visie ter stimulering van een nauwkeurig uitgewerkt opleidingsbeleid en gerichte programma’s.

Het belangrijkste doel van deze fase van het proefproject is om deze vaardigheden te bestendigen via het opleidingsstelsel, zodat een groter aantal Europese burgers wordt klaargestoomd om daadwerkelijk actief te zijn op de verschillende werkterreinen waarmee de culturele en creatieve sector zich bezighoudt.

De richtsnoeren moeten zodanig worden gestructureerd dat de inachtneming van de specifieke kenmerken van de nationale en regionale onderwijsstelsels richting geeft aan de opleidingsprogramma's, van het basisonderwijs tot het tertiair onderwijs. Er moeten inspanningen worden verricht om het vermogen van het onderwijsstelsel om de dialoog aan te gaan met de culturele en creatieve sector te vergroten en om innovatieve opleidingsmodellen (leerlabs, creatieve centra enz.) te bevorderen. Dit moet hand in hand gaan met de opstelling van richtsnoeren om leerkrachten in staat te stellen vaardigheidsgericht leren te bevorderen, om een rigide systeem van disciplines te overstijgen en de voorkeur te geven aan een holistische en multidisciplinaire aanpak. De eeuwenlange traditie van ambachten in heel Europa laat zien hoe waardevol het is tijd te spenderen en ervaring op te doen in verschillende werkplaatsen als belangrijk onderdeel van de culturele en praktische opleiding in een creatief ambacht. Hoewel de vroegere Duitse „Wandergeselle” of de Franse „compagnons” zelfgeorganiseerde vormen van leren waren, blijkt hieruit dat er een gestructureerde en gemeenschappelijke Europese benadering nodig is om de moeilijk te definiëren vaardigheden van de culturele en creatieve sector te benoemen en over te dragen.

 
 

3.

Een nieuwe financiële indeling voor de culturele en creatieve sector

Toegang tot financiering is een grote hinderpaal voor groei voor vele ondernemingen uit de culturele en creatieve sector, die doorgaans klein en vaak ondergekapitaliseerd zijn. Het bancaire en financiële stelsel maakt geen haast om die ondernemingen in te delen in traditionele systemen, aangezien ze veelal zijn opgericht op basis van één prototype of één enkel project en sterk afhankelijk zijn van hun producten en diensten, van individueel talent en de aanvaarding van risico's. In tegenstelling tot bedrijven die actief zijn in de technologische sectoren, heeft de culturele en creatieve sector het moeilijk om erkenning te krijgen voor de waarde van de immateriële activa op hun balans, en hun investeringen in de ontwikkeling van nieuw talent en creatieve ideeën stroken niet met de gebruikelijke opvattingen over onderzoek en ontwikkeling.

Het project is bedoeld om richtsnoeren vast te stellen om ondernemingen uit de culturele en creatieve sector beter in staat te stellen duidelijker te communiceren over de financiële waarden die verbonden zijn met immateriële activa, zodat ze billijke toegang krijgen tot kredietverlening. Dit zou het voor ondernemingen uit de culturele en creatieve sector makkelijker maken om toegang te krijgen tot garantieregelingen (bijv. het programma Creatief Europa en het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)) en andere financieringsmechanismen. De vaststelling van de richtsnoeren zal plaatsvinden op basis van de vergelijking van bestaande instrumenten in Europese landen (bijv. Bancopass in Italië) die door deze ondernemingen al worden gebruikt om proactief het gesprek aan te gaan met banken.

 
 

4.

Waardering en bescherming van door de culturele en creatieve sector geproduceerd intellectueel eigendom

Ondernemingen die hun intellectuele activiteiten beschermen, zijn 22 % productiever (voor hetzelfde gebied, dezelfde sector en omvang), en kennen een inkomstengroei die 2 % hoger ligt dan het steekproefgemiddelde. Met name ondernemingen die in de periode 2011-2013 een octrooi hebben ingediend, hebben een percentage aan uitvoer ten opzichte van de totale inkomsten dat 6,5 % hoger ligt, voor hetzelfde gebied, dezelfde omvang en sector.

Omdat ondernemingen in de culturele en creatieve sector vaak te weinig structuur hebben, vormt de registratie of de octrooiering van innovaties die zij kunnen produceren niet altijd een prioriteit, wat de waarde van de resultaten die door die innovatie worden verwezenlijkt, doet dalen. Het is daarom van essentieel belang om na te gaan hoe deze sectoren — vooral de kleine en middelgrote ondernemingen — meer bewustzijn kan worden bijgebracht van de voordelen die de registratie of de octrooiering van hun innovatieve producten en diensten kunnen opleveren in termen van grotere impact, en om toegang tot die mogelijkheden te bevorderen, aangezien deze ondernemingen vaak ondergekapitaliseerd zijn. Via een nauwe koppeling aan de resultaten die voortvloeien uit de vergelijking tussen beste praktijken en instrumenten zoals beschreven in punt 3, wordt er met het project gestreefd naar een verdere ontwikkeling van de bestaande instrumenten in Europese landen, die door ondernemingen worden gebruikt om te onderhandelen met banken, financiële instellingen en organen, met specifieke elementen die de waarden van de registratie of octrooiering van innovaties kunnen vergroten.

Kaderontwikkeling van het project

Het initiatief zal worden ontwikkeld door Europese partnerschappen tot stand te brengen die zorgen voor een grotere deskundigheid van de in aanmerking komende organisaties in de verschillende fasen en activiteiten waaruit het proefproject bestaat. De organisaties die het proefproject uitvoeren, moeten uit de belangrijkste referentieregio's voor de culturele en creatieve sector komen en moeten de nodige middelen krijgen om de effecten van het project te maximaliseren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 05 —   EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 05

EUROPEES SOLIDARITEITSKORPS

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

1,1

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

38 235 652

28 676 000

         
   

38 235 652

28 676 000

         
 

Hoofdstuk 15 05 — Totaal

 

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

38 235 652

28 676 000

         
   

38 235 652

28 676 000

         

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 05 01

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

38 235 652

28 676 000

       

Totaal

38 235 652

28 676 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Overeenkomstig de algemene doelstelling van het Europees Solidariteitskorps dient dit krediet om de volgende specifieke doelstellingen van dit initiatief na te streven:

 

met de steun van organisaties jongeren gemakkelijk toegankelijke mogelijkheden bieden om mee te doen aan solidariteitsactiviteiten en tegelijkertijd hun vaardigheden en competenties te vergroten om hun persoonlijke, sociale, educatieve en professionele ontwikkeling en hun inzetbaarheid te vergroten;

 

ervoor zorgen dat de solidariteitsactiviteiten die worden aangeboden aan de deelnemers van het Europees Solidariteitskorps, bijdragen aan de aanpak van concrete maatschappelijke uitdagingen en de versterking van gemeenschappen, van hoge kwaliteit zijn en naar behoren worden erkend.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, ingediend door de Commissie op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

TITEL 16

COMMUNICATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

128 768 691

128 768 691

127 302 438

127 302 438

130 502 244,09

130 502 244,09

16 03

COMMUNICATIEACTIES

84 253 000

83 201 000

84 269 000

82 757 000

80 185 507,07

71 394 028,75

 

Titel 16 — Totaal

213 021 691

211 969 691

211 571 438

210 059 438

210 687 751,16

201 896 272,84

HOOFDSTUK 16 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

5,2

68 416 499

68 404 916

67 157 967,13

98,16

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

5 605 608

5 861 231

6 041 070,93

107,77

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

18 170 000

17 067 000

17 714 989,54

97,50

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 922 416

2 917 858

3 039 048,71

103,99

 

Artikel 16 01 02 — Subtotaal

 

26 698 024

25 846 089

26 795 109,18

100,36

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 422 668

4 271 433

5 164 068,97

116,76

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5,2

26 765 500

26 370 000

29 140 264,49

108,87

 

Artikel 16 01 03 — Subtotaal

 

31 188 168

30 641 433

34 304 333,46

109,99

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

3

1 146 000

1 090 000

1 033 729,82

90,20

 

Artikel 16 01 04 — Subtotaal

 

1 146 000

1 090 000

1 033 729,82

90,20

16 01 60

Aankoop van informatie

5,2

1 320 000

1 320 000

1 211 104,50

91,75

 

Hoofdstuk 16 01 — Totaal

 

128 768 691

127 302 438

130 502 244,09

101,35

16 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Communicatie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

68 416 499

68 404 916

67 157 967,13

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 605 608

5 861 231

6 041 070,93

16 01 02 03

Extern personeel — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

18 170 000

17 067 000

17 714 989,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 922 416

2 917 858

3 039 048,71

Toelichting

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

16 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 422 668

4 271 433

5 164 068,97

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 765 500

26 370 000

29 140 264,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

verzekeringen en verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de kosten van onderhoudswerkzaamheden en uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, stomen enz., alsmede schilderwerk, reparaties en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

 

de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

 

de uitgaven inzake de veiligheid van personen en gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles, alsmede informatiesessies voor het personeel over het gebruik van het beveiligingsmateriaal;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, en met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

 

de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers;

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

de opleiding met betrekking tot gezondheid en veiligheid overeenkomstig Besluit C(2006) 1623 van de Commissie van 10 april 2006 tot vaststelling van een geharmoniseerd beleid op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk voor al haar personeelsleden;

 

de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

 

de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

 

diverse kosten van interne vergaderingen;

 

de uitgaven voor interne verhuizingen;

 

de medische uitgaven op grond van het statuut;

 

de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria's en keukens;

 

overige huishoudelijke uitgaven;

 

porto en verzendkosten;

 

abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

 

uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

 

de uitgaven op het gebied van informatica (IT) van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc's, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.), kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons, smartphones, tablets enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand aan gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

 

de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

Dit krediet dekt de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 250 000 EUR.

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor communicatieacties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 146 000

1 090 000

1 033 729,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van horizontale uitgaven voor, onder meer, studies, vergaderingen, controles achteraf en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, de evaluatie van horizontale of transversale activiteiten en professionaliseringsactiviteiten, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Rechtsgronden

Zie de posten 16 03 01 02, 16 03 01 03, 16 03 02 03 en 16 03 02 05.

16 01 60

Aankoop van informatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 320 000

1 320 000

1 211 104,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

de uitgaven voor abonnementen op en toegang tot online-informatiebronnen, zoals persbureaus, onlinenieuws, aanbieders van informatie en externe databanken;

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

Dit krediet dekt de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 03 —   COMMUNICATIEACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03

COMMUNICATIEACTIES

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

3

6 190 000

5 900 000

6 177 000

4 958 000

6 245 422,40

5 235 432,95

88,74

16 03 01 03

Informatiecentra

3

15 500 000

14 600 000

14 700 000

13 642 000

14 523 829,42

14 294 908,47

97,91

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

3

18 357 000

17 800 000

17 036 000

14 600 000

15 022 375,37

12 350 538,68

69,39

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

5,2

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 179 561,49

1 171 000 ,—

93,98

 

Artikel 16 03 01 — Subtotaal

 

41 293 000

39 546 000

39 159 000

34 446 000

36 971 188,68

33 051 880,10

83,58

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

3

4 000 000

3 978 000

3 900 000

3 670 000

3 883 260,62

3 594 679,65

90,36

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

5,2

5 600 000

5 600 000

5 700 000

5 700 000

5 623 958,68

5 634 000 ,—

100,61

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

3

21 300 000

21 419 000

23 710 000

26 075 000

23 656 115,44

21 321 378,01

99,54

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

5,2

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 110 993,41

1 731 090,99

80,14

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

3

6 900 000

7 498 000

6 640 000

6 570 000

6 639 990,64

4 611 000 ,—

61,50

 

Artikel 16 03 02 — Subtotaal

 

39 960 000

40 655 000

42 110 000

44 175 000

41 914 318,79

36 892 148,65

90,74

16 03 04

Huis van de Europese geschiedenis

3

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 200 000

800 000 ,—

800 000 ,—

26,67

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

3

p.m.

p.m.

p.m.

936 000

499 999,60

650 000 ,—

 
 

Artikel 16 03 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

936 000

499 999,60

650 000 ,—

 
 

Hoofdstuk 16 03 — Totaal

 

84 253 000

83 201 000

84 269 000

82 757 000

80 185 507,07

71 394 028,75

85,81

16 03 01

De burgers van de Unie informeren

16 03 01 02

Informatie voor de media en audiovisuele producties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 190 000

5 900 000

6 177 000

4 958 000

6 245 422,40

5 235 432,95

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de algemene informatieverstrekking aan burgers over activiteiten van de Unie, met als doel om de zichtbaarheid van de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de genomen besluiten en de fase waarin de opbouw van Europa verkeert, te vergroten, waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema's te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

 

multimediavoorlichtingsmateriaal (foto’s, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie/uitzending en bewaring/verspreiding op lange termijn;

 

seminars voor en ondersteuning van journalisten.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 03

Informatiecentra

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 500 000

14 600 000

14 700 000

13 642 000

14 523 829,42

14 294 908,47

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte voorlichtingsacties en heeft betrekking op:

 

de financiering van het Europe Direct-netwerk in heel Europa (Europe Direct-voorlichtingscentra, Europese documentatiecentra, Team Europe-sprekers enz.); dit netwerk vormt een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de voorlichtingsbureaus van het EP in de lidstaten;

 

ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor het Europe Direct-netwerk;

 

de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van voorlichtingsmateriaal en communicatieproducten door of voor die steunpunten.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Deze kredieten zijn tevens bestemd ter aanvulling van de specifieke acties die de Europe Direct-voorlichtingscentra (EDICs) moeten organiseren in verband met de Europese verkiezingen van 2019, overeenkomstig hun jaarlijkse werkprogramma en in volledige overeenstemming met de institutionele communicatiestrategie van het Europees Parlement. Hierbij kan het gaan om voorlichtingsactiviteiten, steun voor activiteiten op sociale media, strategisch engagement en andere soorten offline- en onlineacties, in volledige overeenstemming met de voorlichtingsbureaus.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2016) 8443 van de Commissie van 19 december 2016 betreffende de goedkeuring van het werkprogramma voor 2017 op het gebied van communicatie, dienstdoend als financieringsbesluit.

16 03 01 04

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie, burgerdialogen en partnerschapsacties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 357 000

17 800 000

17 036 000

14 600 000

15 022 375,37

12 350 538,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van algemene op de burger gerichte informatieverstrekking en dekt de uitgaven voor gecentraliseerde en gedecentraliseerde communicatie en voor burgerdialogen. Het doel van de lokale communicatieactiviteiten is met name de doelgroepen te voorzien van de instrumenten die nodig zijn om hun inzicht in actuele onderwerpen met betrekking tot het beleid van de Unie te verdiepen. Het doel van de burgerdialogen is in het bijzonder om burgers rechtstreeks te informeren over belangrijke beleidsinitiatieven van de Unie en om een open dialoog tussen de burgers en de leden van de Commissie te bevorderen, waarbij regelmatig ook vertegenwoordigers van andere Unie-instellingen en de lidstaten aanwezig zijn, met als doel de kennis van de burgers over Unieaangelegenheden te verbeteren en hen in staat te stellen hun mening te geven aan de beleidsmakers.

Voor de begrotingsjaren 2018 en 2019 moet dit krediet dienen ter dekking van bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten inzake het kiesrecht van burgers en het belang van Europese verkiezingen voor de vormgeving van de toekomst van Europa.

Tevens dient dit krediet om de dialoog met de burgers over de toekomst van Europa te stimuleren, op basis van het witboek dat in 2017 door de Commissie is gepresenteerd.

Deze activiteiten worden in de lidstaten verricht door middel van:

 

voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten vastgelegd in een gemeenschappelijke verklaring (in de context van de uitvoering van het interinstitutioneel akkoord van 13 april 2016 over „Beter wetgeven” (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1));

 

gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

 

opendeurevenementen voor burgers uit alle lagen van de bevolking;

 

dialogen met burgers en maatschappelijke organisaties via het internet en sociale media;

 

seminars en conferenties, alsmede workshops voor specifiekere doelgroepen, zoals jongeren, en met toepassing van participatieve methoden;

 

organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken enz.;

 

rechtstreekse communicatie met de burgers (bv. adviesdiensten voor de burgers);

 

rechtstreekse communicatie met opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal burgers van de Unie;

 

het beheer van voorlichtingscentra voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie.

Voorlichtingsacties kunnen in partnerschap met het Europees Parlement en/of de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner, en om hun informatie- en communicatieactiviteiten over de Europese Unie te coördineren.

Dit krediet zou tevens kunnen dienen ter dekking van bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten over de Europese burgerinitiatieven, die in samenwerking met de vertegenwoordigingen van de Commissie en de lokale Europe Direct-informatiecentra in de lidstaten worden georganiseerd.

Dit krediet dient verder ter dekking van uitgaven voor studies, logistieke diensten, technische bijstand, met name voor IT, met inbegrip van het onderhoud van websites en socialemediadiensten, vergaderingen van deskundigen en deskundige technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc, alsmede de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 55 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 01 05

Europese publieke ruimten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 246 000

1 179 561,49

1 171 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene op de burger gerichte informatieverstrekking en specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR) in de Europahuizen waar de EPR formeel zijn ondergebracht. De Commissie zorgt voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van de twee instellingen (Europees Parlement en Commissie), met inbegrip van de operationele kosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De Europese publieke ruimten moeten gezamenlijk door de twee instellingen worden beheerd op basis van een jaarlijks evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door de twee instellingen en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kan houden.

Europese publieke ruimten kunnen dienen als belangrijk platform voor de communicatie met de burgers. De activiteiten van de Europese publieke ruimten in 2018 moeten gericht zijn op het informeren van burgers over hun kiesrecht en over het belang van Europese verkiezingen voor de toekomst van Europa. Tevens moeten ze de dialoog met de burgers over de toekomst van Europa stimuleren, op basis van het witboek dat in 2017 door de Commissie is gepresenteerd.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02

Institutionele communicatie en informatieanalyse

16 03 02 01

Bezoeken aan de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

3 978 000

3 900 000

3 670 000

3 883 260,62

3 594 679,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie, met inbegrip van de administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 02

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 600 000

5 600 000

5 700 000

5 700 000

5 623 958,68

5 634 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de exploitatie van de studio's en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

Het dient tevens ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht te worden genomen, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 03

Online- en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 300 000

21 419 000

23 710 000

26 075 000

23 656 115,44

21 321 378,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van online multimediale en geschreven informatie- en communicatie-instrumenten met betrekking tot de Unie met als doel alle burgers te voorzien van algemene informatie over het werk van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van Europa. Online-instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van de burgers over Europese thema's in te zamelen. Dit is een taak van openbare dienstverlening. De informatie bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig richtsnoeren van het webtoegankelijkheidsinitiatief van het W3C.

Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

 

de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de nieuwe beleids- en informatiewebsites waar burgers informatie kunnen vinden die zij in hun dagelijkse leven nodig kunnen hebben, en die daarom beter moeten worden gestructureerd, gebruiksvriendelijker moeten worden gemaakt en moeten worden geoptimaliseerd voor mobiele toestellen;

 

de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

 

onlinepersmededelingen, gegevensbanken en andere online communicatie- en informatiesystemen (waaronder Rapid);

 

aanvullende onlinekanalen zoals sociale media, blogs en andere web 2.0-technologieën;

 

de Europe Direct-contactlijn (meertalig servicecentrum, tel. 00800-67891011).

Dit krediet dient eveneens om:

 

de internetsite Europa op een meer samenhangende wijze te herstructureren, de website te optimaliseren voor mobiele toestellen en af te stemmen op de behoeften van gebruikers, alsook het gebruik van andere onlinekanalen zoals sociale media, blogs en web 2.0 te professionaliseren. Dit omvat alle soorten opleidings-, begeleidings- en adviesdiensten voor verschillende groepen van belanghebbenden;

 

de uitgaven te dekken met betrekking tot hosting- en licentiekosten voor de internetsite Europa;

 

steun te bieden aan de uitwisseling van beste praktijken, kennisoverdracht en professionalisering door de financiering van deskundigen in digitale communicatie en mensen uit de praktijk;

 

voorlichtingscampagnes te financieren die gericht zijn op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name op de activiteiten van de Europe Direct-contactlijn, de algemene meertalige informatiedienst over zaken van de Unie;

 

de kosten te dekken voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

 

de publicaties van de vertegenwoordigingen (gedrukte nieuwsbrieven en periodieken): elke vertegenwoordiging geeft een of meer publicaties uit, die bij de opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen,

 

de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Europese Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief auteursrechten), de betaling van freelancejournalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 02 04

Algemeen verslag en andere publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 160 000

2 110 993,41

1 731 090,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties, zoals het algemeen verslag. Deze publicaties zijn bestemd voor specifieke doelgroepen zoals de onderwijssector, jongeren, groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, of het grote publiek.

De kosten van het uitgeven van publicaties omvatten onder meer de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), het inhuren van freelance journalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, distributie, opslag, verspreiding en de promotie van deze publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2.

16 03 02 05

Onderzoek van de publieke opinie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 900 000

7 498 000

6 640 000

6 570 000

6 639 990,64

4 611 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling „Eurobarometer” bij het grote publiek, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

Het dient tevens ter dekking van kwalitatieve mediamonitoring en analyse, waaronder de monitoring en analyse van activiteiten op sociale media. Daarnaast kan het krediet dienen ter dekking van de IT-uitgaven voor de ontwikkeling en het onderhoud van mogelijke relevante informatie- en beheerssystemen.

Dit krediet kan ook dienen ter dekking van uitgaven voor evaluatie en professionalisering.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 04

Huis van de Europese geschiedenis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

3 000 000

3 000 000

3 200 000

800 000 ,—

800 000 ,—

Toelichting

Zoals omschreven in de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau tussen het Europees Parlement en de Commissie, dient dit krediet ter dekking van de financiële bijdrage van de Commissie aan het Huis van de Europese geschiedenis voor de door het Europees Parlement gemaakte operationele kosten voor tentoonstellingen, evenementen en workshops die bedoeld zijn om met een modern tentoonstellings- en documentatiecentrum belangstelling te wekken voor de Europese geschiedenis, de kennis erover te verbeteren en gelegenheid te scheppen om erover na te denken.

Aangezien het Huis van de Europese geschiedenis zich in zijn eerste werkingsjaar bevindt, is het vergroten van de bekendheid ervan bij de burgers momenteel een topprioriteit. Verder moet de culturelediplomatierol van het Huis worden uitgebreid ten aanzien van geïnteresseerde burgers van buiten de Unie. Daarnaast moet de Unie gebaseerd zijn op historische, culturele en taalkundige uitwisseling tussen haar verschillende gemeenschappen. Dit krediet zal dit orgaan in staat stellen deze diversiteit uit te dragen en het Europees erfgoed te bevorderen, met name in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

16 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

16 03 77 04

Voltooiing van het proefproject EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

16 03 77 05

Voorbereidende actie — Share Europe Online

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

936 000

499 999,60

650 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 17

GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

104 304 115

104 304 115

104 399 603

104 399 603

103 375 740,90

103 375 740,90

17 03

VOLKSGEZONDHEID

214 400 081

209 551 779

203 947 000

202 972 000

217 019 217,09

209 914 799,10

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

280 400 068

249 070 068

255 848 000

233 840 000

253 030 161,33

237 856 367,60

 

Titel 17 — Totaal

599 104 264

562 925 962

564 194 603

541 211 603

573 425 119,32

551 146 907,60

HOOFDSTUK 17 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID”

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

5,2

72 282 499

72 294 157

71 472 907,52

98,88

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

5,2

6 344 619

6 439 851

6 923 691,18

109,13

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 649 918

7 854 304

6 127 448,85

80,10

 

Artikel 17 01 02 — Subtotaal

 

13 994 537

14 294 155

13 051 140,03

93,26

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 672 579

4 514 291

5 496 076,13

117,62

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

5,2

4 753 000

4 918 000

4 814 011,21

101,28

 

Artikel 17 01 03 — Subtotaal

 

9 425 579

9 432 291

10 310 087,34

109,38

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

1 500 000

1 500 000

1 547 700,01

103,18

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

100,00

 

Artikel 17 01 04 — Subtotaal

 

3 000 000

3 000 000

3 047 700,01

101,59

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

4 406 500

4 209 000

4 323 906 ,—

98,13

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

1 195 000

1 170 000

1 170 000 ,—

97,91

 

Artikel 17 01 06 — Subtotaal

 

5 601 500

5 379 000

5 493 906 ,—

98,08

 

Hoofdstuk 17 01 — Totaal

 

104 304 115

104 399 603

103 375 740,90

99,11

17 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

72 282 499

72 294 157

71 472 907,52

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 344 619

6 439 851

6 923 691,18

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 649 918

7 854 304

6 127 448,85

17 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 672 579

4 514 291

5 496 076,13

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Grange

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 753 000

4 918 000

4 814 011,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van lopende contracten; uitgaven voor periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz. alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren,

 

de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

 

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de specifieke uitrusting van kantines en restaurants,

 

de huur van meubilair,

 

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

 

de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is,

 

de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen,

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

andere huishoudelijke uitgaven zoals:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing),

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur,

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten,

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur,

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur,

 

de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria's en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel,

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.),

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning,

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk,

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie,

 

licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten,

 

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen,

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Gezondheid en voedselveiligheid”

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 500 000

1 500 000

1 547 700,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 03.

17 01 04 03

Uitgaven voor steun op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 500 000

1 500 000

1 500 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma's of projecten op dit gebied.

Het dient eveneens ter dekking van uitgaven voor technische en administratieve bijstand, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtings- en communicatiemaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit krediet vallen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig de respectieve bepalingen waarin de rechtsgronden voorzien.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 17 04.

17 01 06

Uitvoerende agentschappen

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 406 500

4 209 000

4 323 906 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het derde gezondheidsprogramma 2014-2020.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

17 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 195 000

1 170 000

1 170 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap ingevolge zijn rol bij het beheer van maatregelen op het vlak van wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn en plantengezondheid.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

Zie hoofdstuk 17 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 17 03 —   VOLKSGEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 03

VOLKSGEZONDHEID

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

3

60 467 000

47 389 000

58 820 000

46 000 000

58 174 063,99

39 197 581,95

82,71

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

3

54 127 178

54 127 178

51 687 000

51 687 000

58 248 576,95

58 247 650 ,—

107,61

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

3

76 891 362

77 758 060

76 595 000

77 795 000

79 414 527,17

79 240 057 ,—

101,91

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

3

8 779 541

8 779 541

2 438 000

2 438 000

4 044 049,98

4 044 049,18

46,06

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

3

13 105 000

13 105 000

13 687 000

13 687 000

13 137 999 ,—

12 768 875 ,—

97,44

 

Artikel 17 03 12 — Subtotaal

 

21 884 541

21 884 541

16 125 000

16 125 000

17 182 048,98

16 812 924,18

76,83

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

4

230 000

230 000

220 000

220 000

200 000 ,—

131 721,79

57,27

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

3

p.m.

2 611 000

p.m.

6 000 000

0 ,—

12 361 310,67

473,43

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 03

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

336 262,80

 

17 03 77 04

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

595 719,17

 

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

2

p.m.

413 000

p.m.

400 000

0 ,—

293 138,40

70,98

17 03 77 06

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 07

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

205 211 ,—

 

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

3

p.m.

419 000

p.m.

600 000

0 ,—

628 203,30

149,93

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

3

p.m.

237 000

p.m.

200 000

0 ,—

706 024,40

297,90

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

3

p.m.

368 000

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

0

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

2

p.m.

208 000

p.m.

450 000

0 ,—

0 ,—

0

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

2

p.m.

294 000

p.m.

290 000

0 ,—

440 273 ,—

149,75

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

2

p.m.

505 000

p.m.

200 000

0 ,—

208 462,50

41,28

17 03 77 14

Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

78 264,67

 

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

3

p.m.

615 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

3

p.m.

300 000

p.m.

300 000

0 ,—

299 994,27

100,00

17 03 77 17

Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

3

p.m.

346 000

p.m.

180 000

0 ,—

0 ,—

0

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

3

p.m.

132 000

p.m.

135 000

0 ,—

132 000 ,—

100,00

17 03 77 19

Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

3

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

 

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

3

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

100 000 ,—

0 ,—

 

17 03 77 21

Proefproject — Vrouwen met alcoholproblemen helpen de gevaren hiervan te beperken, in het bijzonder in het geval van zwangerschap

3

p.m.

105 000

p.m.

105 000

350 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

3

p.m.

p.m.

p.m.

120 000

400 000 ,—

0 ,—

 

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

3

p.m.

360 000

p.m.

360 000

1 200 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de Unie, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

3

p.m.

150 000

p.m.

75 000

250 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 25

Proefproject — INTEGRATE: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

3

p.m.

250 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

3

p.m.

150 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

3

p.m.

150 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

0

17 03 77 28

Proefproject — Rare 2030 - Participatief prognoseonderzoek naar beleidsvorming op het gebied van zeldzame ziekten

3

800 000

550 000

500 000

250 000

     
 

Artikel 17 03 77 — Subtotaal

 

800 000

5 552 000

500 000

5 145 000

3 800 000 ,—

3 923 553,51

70,67

 

Hoofdstuk 17 03 — Totaal

 

214 400 081

209 551 779

203 947 000

202 972 000

217 019 217,09

209 914 799,10

100,17

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

60 467 000

47 389 000

58 820 000

46 000 000

58 174 063,99

39 197 581,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige programma op het gebied van gezondheid voor de periode 2014-2020.

De algemene doelstellingen van het programma bestaan erin het beleid van de lidstaten aan te vullen en te ondersteunen en Europese toegevoegde waarde te creëren met het oog op het verbeteren van de gezondheid van de burgers van de Unie en het uitvlakken van ongelijkheden op gezondheidsgebied door de gezondheid te bevorderen, innovatie in gezondheid aan te moedigen, de duurzaamheid van gezondheidszorgstelsels te verhogen en de burgers van de Unie tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Het programma op het gebied van gezondheid 2014-2020 heeft vier specifieke doelstellingen:

 

de opbouw van capaciteit op het gebied van volksgezondheid steunen en bijdragen aan innoverende, doeltreffende en duurzame gezondheidszorgstelsels: instrumenten en mechanismen op Unieniveau inventariseren en ontwikkelen om tekorten aan zowel menselijke als financiële middelen aan te pakken, en de vrijwillige invoering van innovatie in de gezondheidszorg en preventiestrategieën bevorderen;

 

de toegang tot een betere en veiligere gezondheidszorg voor burgers van de Unie bevorderen: de toegang tot medische deskundigheid en informatie voor specifieke aandoeningen, ook over de nationale grenzen heen, verbeteren, de toepassing van de resultaten van onderzoek bevorderen en instrumenten ontwikkelen om de kwaliteit van de gezondheidszorg en de veiligheid van de patiënt te verbeteren, onder meer door maatregelen die bijdragen tot een verbetering van de kennis op het gebied van gezondheid;

 

de gezondheid en de geestelijke gezondheid bevorderen, met name van adolescenten, voorkoming van ziekten, en gunstige omgevingen voor een gezonde levensstijl stimuleren: de toepassing van wetenschappelijk onderbouwde goede werkwijzen voor kosteneffectieve gezondheidsbevorderende en ziektepreventiemaatregelen inventariseren, verspreiden en promoten door met name belangrijke levensstijlgebonden risicofactoren aan te pakken en daarbij de nadruk te leggen op de Europese toegevoegde waarde;

 

de burgers tegen ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen beschermen: coherente benaderingen inventariseren en ontwikkelen en hun implementatie bevorderen voor een betere paraatheid en coördinatie in noodsituaties op gezondheidsgebied.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 282/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1350/2007/EG (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 1).

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

54 127 178

54 127 178

51 687 000

51 687 000

58 248 576,95

58 247 650 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Centrum, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

 

de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

 

de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

 

de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

 

de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

 

informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

Het Centrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 56 766 000 EUR. Een bedrag van 2 638 822 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 54 127 178 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

76 891 362

77 758 060

76 595 000

77 795 000

79 414 527,17

79 240 057 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het dekt met name:

 

de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

 

de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

 

de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

 

kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

 

de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

 

de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

 

de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

 

de kosten voor communicatieactiviteiten.

De Autoriteit moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 77 333 000 EUR. Een bedrag van 441 638 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 76 891 362 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

17 03 12

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 779 541

8 779 541

2 438 000

2 438 000

4 044 049,98

4 044 049,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2) en van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3), met het oog op de uitvoering van de taken waarin is voorzien in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad.

Het Bureau stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 18 895 000 EUR. Een bedrag van 10 115 459 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 8 779 541 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1) (ter vervanging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 105 000

13 105 000

13 687 000

13 687 000

13 137 999 ,—

12 768 875 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004. Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 13

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

230 000

230 000

220 000

220 000

200 000 ,—

131 721,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

Rechtsgronden

Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 611 000

p.m.

6 000 000

0 ,—

12 361 310,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vastleggingen voor vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG en Besluit nr. 1350/2007/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

17 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 03 77 03

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

336 262,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 04

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

350 000

0 ,—

595 719,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 05

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

413 000

p.m.

400 000

0 ,—

293 138,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 06

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 07

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

205 211 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 08

Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

419 000

p.m.

600 000

0 ,—

628 203,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 09

Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

237 000

p.m.

200 000

0 ,—

706 024,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 10

Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

368 000

p.m.

350 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 11

Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

208 000

p.m.

450 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 12

Proefproject — Verkleining van ongelijkheden op gezondheidsgebied: opbouw van expertise en evaluatie van acties.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

294 000

p.m.

290 000

0 ,—

440 273 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 13

Proefproject — Ontwikkeling van op feiten gebaseerde strategieën ter verbetering van de gezondheid van geïsoleerde of kwetsbare personen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

505 000

p.m.

200 000

0 ,—

208 462,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 14

Voorbereidende actie — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

78 264,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 15

Voorbereidende actie — Europese studie van de gevolgen en de behandeling van epilepsie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

615 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 16

Proefproject — Het effect van de verschillen in de behandelingswijzen van nierziekten en de praktijken op het gebied van orgaandonatie en -transplantatie op de gezondheidsuitgaven en de resultaten voor de patiënten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

0 ,—

299 994,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 17

Proefproject —Platform voor de bevordering van orgaandonaties in de Europese Unie en haar buurlanden: Eudonorg 2015-2016

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

346 000

p.m.

180 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 18

Proefproject — Vermindering van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid die worden ervaren door LGBTI

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

132 000

p.m.

135 000

0 ,—

132 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 19

Proefproject — Toegang tot gezondheidszorg voor mensen in plattelandsgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 20

Proefproject — Opzet van een register van zeldzame aangeboren afwijkingen (als onderdeel van het register van zeldzame ziekten) waarbij gebruik wordt gemaakt van de structuur, organisatie en ervaring van het Poolse register van aangeboren afwijkingen (PRCM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

30 000

100 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 21

Proefproject — Vrouwen met alcoholproblemen helpen de gevaren hiervan te beperken, in het bijzonder in het geval van zwangerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

105 000

p.m.

105 000

350 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 22

Proefproject — MentALLY

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

120 000

400 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 23

Proefproject — Ernstige geestelijke stoornissen en het risico van gewelddadigheid: zorgtrajecten en doeltreffende behandelingsstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

360 000

p.m.

360 000

1 200 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 24

Proefproject — Naar een eerlijker en efficiënter meting van de toegang tot gezondheidszorg in de Unie, met het oog op betere samenwerking en kennisoverdracht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

75 000

250 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 25

Proefproject — INTEGRATE: ontwikkeling van geïntegreerde strategieën voor de controle en behandeling van chronische en reumatische aandoeningen: de rol van kwaliteitsindicatoren en door patiënten gemelde resultaten naast evaluatie door een arts van het ziekteverloop en de door de ziekte veroorzaakte schade

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 26

Proefproject — Cursussen primaire preventie voor meisjes die in gebieden leven met een hoog risico op borstkanker

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 27

Proefproject — Herverdeling van voedsel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

150 000

500 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 03 77 28

Proefproject — Rare 2030 - Participatief prognoseonderzoek naar beleidsvorming op het gebied van zeldzame ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

550 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Opmerkingen over implementatie:

 

De participatieve methoden zouden beter „consensusopbouwende methoden” kunnen worden genoemd. Het geniet de voorkeur om hiervan geen opsomming te geven (deskundigenpanels, spellen, Delphimethoden) om de contractant meer vrijheid te laten bij het voorstellen van de op basis van hun ervaring en deskundigheid meest geschikte methoden.

 

Er moet een uitgebreide raadpleging van patiënten worden toegevoegd, in de vorm van een vragenlijst, om hun meningen op te tekenen met betrekking tot de scenario's zodra deze zijn vastgesteld.

 

De term „citizens' conference” verwijst naar de Franse uitdrukking „conférence de citoyens”, dat in het Engels wordt vertaald als „consensus conference” (consensusconferentie); daarom wordt voorgesteld om in het vervolg deze term te gebruiken (zie https://en.wikipedia.org/wiki/Consensus_conferences en https://fr.wikipedia.org/wiki/Conf%C3%A9rence_de_citoyens).

 

De vertaling van het definitieve verslag in de verschillende talen van de Unie zou veel geld kosten en weinig toegevoegde waarde hebben. Om binnen de begroting te blijven (die minder bedraagt dan wat oorspronkelijk werd voorgesteld), wordt voorgesteld in plaats daarvan enkel de samenvatting te vertalen.

 

Het is cruciaal dat de werkzaamheden worden verricht in samenwerking met de Commissie en haar deskundigengroep op het gebied van zeldzame ziekten. Voorgesteld wordt om een gemeenschappelijke actie voor zeldzame ziekten toe te voegen, die medegefinancierd wordt door de Commissie en die de deskundigengroep ondersteunt met technisch en beleidswerk op het gebied zeldzame ziekten.

De voorgestelde opmerkingen hierboven zouden neerkomen op veranderingen in afdeling 2. Tenuitvoerlegging, blz. 67 van het tussentijds verslag van de Commissie over de implementatie van het PP/de VA in de begroting 2017. De formulering zal als volgt luiden:

Implementatie

Het proefproject zal aan de hand van een oproep tot het indienen van voorstellen uitgevoerd worden. De projectduur van Rare 2030 is twee jaar. Het project zal worden uitgevoerd aan de hand van inclusieve methoden om een voortdurende bottom-upbenadering te bevorderen, meer aandacht te besteden aan interactie, en patiënten, belanghebbenden en de samenleving in het algemeen aan te moedigen eraan deel te nemen.

De methodologie en het tijdschema voor Rare 2030 omvatten verschillende werkpakketten:

 

basisonderzoek, met inbegrip van literatuurstudies en verkennende interviews om de drijvende krachten achter verandering in kaart te brengen, evenals de huidige en toekomstige uitdagingen;

 

de oprichting van een deskundigenpanel dat uit diverse belanghebbenden bestaat;

 

consensusopbouwende methoden zullen worden gebruikt om de belangrijkste aanjagers (politiek, wetenschappelijk enz.) voor het opbouwen van scenario's te definiëren, en grote groepen van betrokken partijen op Europees niveau zullen kunnen deelnemen;

 

een interdisciplinaire en toekomstgerichte workshop op het gebied van het opbouwen van scenario's die zullen worden gebruikt als besluitvormingsinstrument, om de mogelijke opties en hun eventuele gevolgen te onderzoeken;

 

uitgebreide patiëntenconsultatie (vragenlijst) over de geïdentificeerde scenario's;

 

een Europese „consensusconferentie” („conférence de citoyens”) om de uitkomsten van de besluitvorming te presenteren, te bespreken en te evalueren, waarbij de samenleving wordt aangezet om de resultaten mee vorm te geven aan de hand van eigen inbreng;

 

beleidsaanbevelingen waarin de uitkomsten van de scenario's en de conferentie bijeen worden gebracht;

 

een eindrapport in het Engels, waarin de aanbevelingen en de uitkomsten van het project worden uiteengezet en het effect ervan wordt gemeten; de samenvatting daarvan zal in verschillende talen van de Unie worden vertaald;

 

alle projectactiviteiten zullen worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de relevante afdeling van de Commissie, de deskundigengroep van de Commissie inzake zeldzame ziekten en desbetreffende door de Unie gefinancierde activiteiten op het gebied van zeldzame ziekten (bijvoorbeeld de gemeenschappelijke actie betreffende zeldzame ziekten).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 04 —   VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

3

160 000 000

135 200 000

165 000 000

151 300 000

161 603 019,50

150 418 002,38

111,26

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

3

22 000 000

13 200 000

15 000 000

10 000 000

11 375 400 ,—

4 238 036,38

32,11

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

3

55 483 000

53 280 000

53 558 000

49 500 000

50 021 102 ,—

43 119 791,97

80,93

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

3

40 000 000

40 000 000

20 000 000

16 000 000

28 876 298,14

29 898 966,34

74,75

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

2

1 857 068

1 857 068

890 000

890 000

864 341,69

864 341,69

46,54

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

4

310 000

310 000

300 000

300 000

290 000 ,—

242 653,58

78,28

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

3

p.m.

4 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

8 642 429,27

216,06

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

2

p.m.

415 000

p.m.

300 000

0 ,—

285 379,23

68,77

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

2

p.m.

103 000

p.m.

p.m.

0 ,—

146 766,76

142,49

17 04 77 05

Proefproject — Totstandbrenging van een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn

2

p.m.

180 000

600 000

300 000

     

17 04 77 06

Proefproject — Milieumonitoring van het gebruik van pesticiden met behulp van honingbijen

2

750 000

525 000

500 000

250 000

     
 

Artikel 17 04 77 — Subtotaal

 

750 000

1 223 000

1 100 000

850 000

0 ,—

432 145,99

35,33

 

Hoofdstuk 17 04 — Totaal

 

280 400 068

249 070 068

255 848 000

233 840 000

253 030 161,33

237 856 367,60

95,50

17 04 01

Een hogere diergezondheidsstatus en een hoog niveau van bescherming van dieren in de Unie garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

160 000 000

135 200 000

165 000 000

151 300 000

161 603 019,50

150 418 002,38

Toelichting

Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op het niveau van de Unie worden geharmoniseerd. Deze ziekten en infecties zijn meestal op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede aan steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

 

de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins;

 

de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 02

De tijdige detectie en uitroeiing van voor planten schadelijke organismen garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 000 000

13 200 000

15 000 000

10 000 000

11 375 400 ,—

4 238 036,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van preventieve acties ter bestrijding van plagen (zoals het dennenaaltje en de rode palmkever) en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen, bosecosystemen en landschappen. Het dekt eveneens EU-bijdragen aan de specifieke maatregelen voor landbouw in de ultraperifere gebieden van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 03

Doeltreffende, doelmatige en betrouwbare controles garanderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

55 483 000

53 280 000

53 558 000

49 500 000

50 021 102 ,—

43 119 791,97

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, met name:

 

activiteiten van de laboratoria van de Unie;

 

opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

 

reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen;

 

IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

 

voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma's om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma's om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

 

de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

 

het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

 

technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de EU-wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

 

IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

 

maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

Dit krediet dient tevens ter dekking van maatregelen tegen de invoer van kloondieren of hun nakomelingen en van producten afkomstig van kloondieren of hun nakomelingen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de onder de titel „Rechtsgronden” vermelde maatregelen, met name van de maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 04

Fonds voor noodmaatregelen in verband met dier- en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 000 000

40 000 000

20 000 000

16 000 000

28 876 298,14

29 898 966,34

Toelichting

Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

Dit krediet dient ter dekking van curatieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen, zoals de verspreiding van invasieve uitheemse soorten en ziekten (zoals het dennenaaltje), die steeds vaker en op grotere schaal voorkomen en ernstige en langdurige gevolgen hebben, met name in de meer risico lopende en economisch zwakkere lidstaten en in de ultraperifere gebieden van de EU.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG, 76/894/EEG en 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 857 068

1 857 068

890 000

890 000

864 341,69

864 341,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve, de beleids- en de personeelsuitgaven van het Agentschap voor de activiteiten die verband houden met de tenuitvoerlegging van de biocidenwetgeving.

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Europees Agentschap voor chemische stoffen is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 2 226 000 EUR. Omdat de bestemmingsontvangsten in verband met het begrotingsresultaat over 2016 368 932 EUR bedragen, wordt een bijdrage van 1 857 068 EUR in de begroting opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

17 04 10

Bijdragen aan internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

310 000

310 000

300 000

300 000

290 000 ,—

242 653,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

Rechtsgronden

Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

17 04 51

Voltooiing van eerdere maatregelen op het gebied van veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 000 000

p.m.

5 000 000

0 ,—

8 642 429,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerder vastgelegde uitgaven op het gebied van de veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierenwelzijn en plantgezondheid.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 („Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”), van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 28.10.2008, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

17 04 77 03

Proefproject — De ontwikkeling van beste praktijken in het dierenvervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

415 000

p.m.

300 000

0 ,—

285 379,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 04

Proefproject — Netwerk van Europese kaasboerderijen en ambachtelijke kaasmakerijen — Ontwerp van een „Europese gids met goede praktijken op het gebied van hygiëne”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

103 000

p.m.

p.m.

0 ,—

146 766,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 05

Proefproject — Totstandbrenging van een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

180 000

600 000

300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Uit de resultaten van de meest recente speciale Eurobarometer inzake dierenwelzijn blijkt dat een overgrote meerderheid van de Europese burgers veel geeft om het welzijn van landbouwdieren en van mening is dat deze dieren beter moeten worden beschermd. De chirurgische castratie van jonge biggen zonder pijnverlichting is een gangbare en steeds controversiëlere praktijk voor het beheer van biggen, die momenteel jaarlijks 63 miljoen dieren treft. Praktische ervaring van grote toeleveringsketens van varkens in de Unie leert evenwel dat er levensvatbare en winstgevende alternatieven voor chirurgische castratie bestaan. Het doel van het voorgestelde proefproject is om belangrijke belanghebbenden samen te brengen — slachthuizen, levensmiddelenverwerkers en kleinhandelaars, evenals boeren indien nodig — en het delen en verspreiden te bevorderen van technieken en optimale werkwijze om ervoor te zorgen dat biggen niet meer chirurgisch gecastreerd hoeven te worden. Nadruk zal worden gelegd op activiteiten op het gebied van kennisoverdracht met betrekking tot: a) betrouwbare en levensvatbare detectiemethoden voor berengeur, b) gebruik van karkassen met berengeur tijdens de verwerking en c) marketing en bevordering van de verkoop van vlees van biggen die niet chirurgisch gecastreerd zijn. Vertrouwensopbouw en informatie-uitwisseling tussen alle marktdeelnemers in een peer-to-peeromgeving zal een belangrijke communicatieactiviteit zijn. Het project zal een op de praktijk gebaseerd document met richtsnoeren opleveren dat de weg bereidt voor een geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van dieren die niet chirurgisch gecastreerd zijn.

De Europese verklaring over alternatieven voor chirurgische castratie van varkens is een vrijwillig en door belanghebbenden opgesteld akkoord om chirurgische castratie van varkens tegen 2018 volledig af te schaffen. De verklaring is ondertekend door 33 partijen, waaronder Europese boeren, de vleessector, handelaars, wetenschappers, dierenartsen en ngo's voor dierenwelzijn. Sommige lidstaten hebben concrete initiatieven in deze richting genomen, maar er is momenteel geen geharmoniseerde interne markt voor varkensvlees dat afkomstig is van varkens die niet chirurgisch gecastreerd zijn. Dit belemmert de tenuitvoerlegging van de verklaring. Het proefproject zal het proces versnellen door praktische oplossingen te verstrekken en te verspreiden voor algemeen vastgestelde problemen bij centrale spelers in de varkensketen en het zal ook de hiermee verband houdende economische en maatschappelijke voordelen van de beëindiging van chirurgische castratie van varkens duidelijk maken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

17 04 77 06

Proefproject — Milieumonitoring van het gebruik van pesticiden met behulp van honingbijen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

525 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Oude post 07 02 77 38

Het doel van dit lopende proefproject is het ontwikkelen van een instrument voor het beoordelen van de blootstelling aan pesticiden in het milieu op landschapsniveau en na te gaan wat de besmettingsbronnen zijn met behulp van bijen en producten van bijen. De gebruikte benadering combineert de monitoring van milieucontaminanten met de gezondheid van dieren en voedselveiligheid.

Honingbijen komen door hun biologische behoeften en gedrag in contact met verschillende milieu-elementen. Bij hun verzamelgedrag bestrijken bijen grote gebieden (radius tot 15 kilometer). Ze komen elke dag in contact met talloze planten om nectar, afscheidingen van sapzoekende insecten, stuifmeel en water te verzamelen, terwijl plantgom wordt verzameld voor de productie van propolis. Wanneer ze vliegen, komen ze daarnaast in contact met deeltjes in de lucht, die zich aan hun lichaamshaartjes hechten, of met stoffen die in de lucht worden verdund. Er zijn verspreid studies verricht met bijen en producten van honingbijen als biologische „monitoringinstrumenten” voor het meten van de luchtkwaliteit. Er bestaan dus reeds beschrijvingen van verschillende niveaus van milieumonitoring met honingbijen, elk met hun eigen mate van complexiteit en gevoeligheid.

Vanwege hun bezorgdheid om het verlies aan bijenkolonies zijn imkers, imkerijdeskundigen en wetenschappers in specifieke gebieden in Europa ook reeds begonnen met het analyseren van het gehalte aan pesticiden in bijen en producten van bijen. De resultaten hiervan zijn vaak identiek: bijen worden gelijktijdig en consecutief blootgesteld aan een brede waaier aan contaminanten. Verrassend is dat de ontdekte pesticiden in veel gevallen niet toegestaan waren, terwijl ze in andere gevallen ook werden ontdekt in natuurgebieden ver weg van de bron van contaminatie.

Dit proefproject is een wetenschappelijk project van burgers in het kader waarvan imkers uit meerdere (n=5-6) Europese landen om de twee weken gedurende twee seizoenen stuifmeelmonsters zullen verzamelen. De landen zullen worden geselecteerd op basis van de volgende criteria: aanwezigheid van regionale/nationale activiteiten en wetenschappers/deskundigen die stuifmeelmonsters in het land kunnen verzamelen, ten minste één vertegenwoordiger van elke aangewezen zone (bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1)). Een tussen wetenschappers en veldwerkers overeengekomen protocol zal op basis van officiële methodologische aanbevelingen (bijvoorbeeld Health-B aanbevelingen, Epilobee) worden voorgesteld. Aldus kunnen de resultaten van het project worden opgenomen in modellen inzake meervoudige stressfactoren die verband houden met de gezondheid van bijen en met risicobeoordeling. De werkzaamheden van de veldwerkers worden door wetenschappers of deskundigen gecoördineerd. Analyses van stuifmeel en pesticiden zullen worden gebruikt om de botanische oorsprong en contaminatie van de monsters vast te stellen. De analytische gegevens zullen in een geospatiale context worden geplaatst, waarbij het erom gaat de mogelijke bronnen en variatie te achterhalen van zowel hetgeen de bijen hebben gegeten als van de contaminatie. In specifieke gevallen worden mogelijkerwijs ook honingmonsters verzameld, teneinde de eventuele contaminatie van honingdauw te begrijpen. Bij de analyses wordt zowel gezocht naar toegestane als niet-toegestane pesticiden en dierartsenijproducten. Daarnaast zal het lot van de kolonies die bij het onderzoek worden gebruikt, worden gevolgd om na te gaan wat de mogelijke verbanden zijn met de gemeten gegevens. De looptijd van het project is ongeveer dertig maanden, waarmee dus gedurende twee jaar monsters kunnen worden genomen en fluctuaties in de gegevens kunnen worden ondervangen.

Op deze manier is het mogelijk de tenuitvoerlegging van Europese wetgeving inzake het gebruik van pesticiden (richtlijn duurzaam gebruik), de toelating van pesticiden en de efficiëntie van agromilieu- en vergroeningsmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te beoordelen.

De verwachte resultaten zijn 1) ontwikkeling van een niet-invasief systeem voor milieutoezicht dat gemakkelijk toepasbaar is en in heel Europa kan worden gereproduceerd; 2) meer kennis omtrent milieuvervuiling door inzet van milieumonitors (honingbijen); 3) identificatie van gebieden die risico's voor de gezondheid van bijen inhouden; 4) toetsing van de efficiëntie van de Uniewetgeving wat betreft het voorkomen van milieu- en voedselvervuiling door pesticiden; 5) een indicatie van de plantendiversiteit van het landschap in de loop van een jaar; 6) toetsing van de bruikbaarheid van de CORINE-databank (of een gedetailleerdere databank over landgebruik in de deelnemende landen) voor modellen voor blootstelling op landschapsniveau.

Dit lopende proefproject, dat mogelijk een voorbereidende actie wordt, is met succes geëvalueerd, waarna werd voorgesteld het totale budget ervan te verhogen: 1 250 000 EUR (2017-2018). De Commissie en belanghebbenden hebben om deze verhoging verzocht teneinde een succesvolle uitvoering van het project te kunnen waarborgen. De verhoging vloeit voort uit de bezuinigingen die tijdens de begrotingsonderhandelingen in 2016 over proefprojecten en voorbereidende acties zijn doorgevoerd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 18

MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

72 006 262

72 006 262

68 651 959

68 651 959

54 910 059,05

54 910 059,05

18 02

INTERNE VEILIGHEID

1 357 931 114

1 072 842 093

1 272 712 003

1 189 352 822

1 168 844 708,62

923 084 021,65

Reserves (40 02 41)

   

40 000 000

     
 

1 357 931 114

1 072 842 093

1 312 712 003

1 189 352 822

1 168 844 708,62

923 084 021,65

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

808 791 689

683 709 839

1 687 565 120

818 134 892

1 849 125 711,93

1 035 557 620,53

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

25 166 000

26 245 000

24 071 000

24 000 000

23 367 948,09

23 640 729,14

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

156 526 362

164 823 403

139 996 074

194 292 089

134 193 129,19

195 027 834,45

18 06

ANTIDRUGSBELEID

17 979 412

18 751 561

18 213 600

18 270 320

17 306 000 ,—

17 427 767,76

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

199 000 000

219 583 000

198 000 000

217 000 000

247 500 000 ,—

138 630 000 ,—

 

Titel 18 — Totaal

2 637 400 839

2 257 961 158

3 409 209 756

2 529 702 082

3 495 247 556,88

2 388 278 032,58

Reserves (40 02 41)

   

40 000 000

     
 

2 637 400 839

2 257 961 158

3 449 209 756

2 529 702 082

3 495 247 556,88

2 388 278 032,58

HOOFDSTUK 18 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MIGRATIE EN BINNENLANDSE ZAKEN”

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

51 078 071

47 586 028

36 178 981,82

70,83

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 282 600

2 762 068

2 441 493,96

74,38

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

2 578 173

2 516 764

2 764 449,80

107,23

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

5 860 773

5 278 832

5 205 943,76

88,83

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

5,2

3 301 855

2 971 432

2 782 606,83

84,27

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

3

2 500 000

2 500 000

2 144 140,63

85,77

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

3

2 500 000

2 500 000

2 321 015,07

92,84

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

3

174 000

167 000

218 150 ,—

125,37

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

3

100 000

100 000

59 204,57

59,20

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

3

1 000 000

2 000 000

458 053,22

45,81

 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

6 274 000

7 267 000

5 200 563,49

82,89

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

2 182 755

2 108 942

2 166 533 ,—

99,26

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

559 647

728 000

491 000 ,—

87,73

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

534 161

508 725

721 430,15

135,06

 

Artikel 18 01 05 — Subtotaal

 

3 276 563

3 345 667

3 378 963,15

103,13

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

3

2 215 000

2 203 000

2 163 000 ,—

97,65

 

Artikel 18 01 06 — Subtotaal

 

2 215 000

2 203 000

2 163 000 ,—

97,65

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

72 006 262

68 651 959

54 910 059,05

76,26

18 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

51 078 071

47 586 028

36 178 981,82

18 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 282 600

2 762 068

2 441 493,96

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 578 173

2 516 764

2 764 449,80

Toelichting

Een deel van dit krediet dient ter waarborging van afdoende steun voor de Groep artikel 29.

Een deel van dit krediet is bestemd voor opleidingen voor personeelsleden ter bestrijding van discriminatie.

18 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 301 855

2 971 432

2 782 606,83

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor interne veiligheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 500 000

2 500 000

2 144 140,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het Fonds voor interne veiligheid gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 513/2014 en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 515/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 513/2014, Verordening (EU) nr. 515/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Overeenkomstig de te sluiten Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2014-2020 kan de Commissie jaarlijks maximum het in de overeenkomst vast te leggen bedrag van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van het fonds en die overeenkomst te ondersteunen.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 01.

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

18 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 500 000

2 500 000

2 321 015,07

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uit het Fonds voor asiel, migratie en integratie gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EU) nr. 514/2014. Dit krediet kan uitgaven dekken voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (ondersteuning voor de voorbereiding en beoordeling van projecten, acties in verband met audits, acties die verband houden met opsporing en preventie van fraude, conferenties, studiebijeenkomsten, workshops en andere voorlichtings- en opleidingsactiviteiten over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen voor aangewezen instanties en begunstigden, vertalingen);

 

acties om informatie te verspreiden, de totstandkoming van netwerken te ondersteunen, communicatieactiviteiten uit te voeren, te zorgen voor bewustmaking alsook samenwerking en uitwisseling van ervaringen, ook met derde landen, te bevorderen;

 

institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Europese Unie, voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

het opzetten, actualiseren, beheren en koppelen van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, controle en evaluatie;

 

het ontwerpen van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en toezicht, alsmede een systeem van indicatoren dat, in voorkomend geval, rekening houdt met nationale indicatoren;

 

evaluaties, met inbegrip van acties om de evaluatiemethoden te verbeteren en uitwisseling van informatie over evaluatiemethoden, ontwerp van een gemeenschappelijk kader voor evaluatie en monitoring, deskundigenverslagen, statistieken en studies;

 

steun voor institutionele versterking en vergroting van de administratieve capaciteit voor een doeltreffend beheer van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen;

 

maatregelen in verband met analyse, beheer, monitoring, uitwisseling van informatie en uitvoering van Verordening (EU) nr. 514/2014 en de aanverwante bijzondere verordeningen, alsook maatregelen in verband met de uitvoering van controlesystemen en technische en administratieve bijstand.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 01.

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

174 000

167 000

218 150 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 18 04 01 01.

18 01 04 04

Uitgaven voor ondersteuning voor het programma „Justitie” — Drugsbestrijding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

100 000

59 204,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van de drugsbestrijdingsactiviteiten in het kader van het programma „Justitie” („het programma”) en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 06.

18 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 000 000

2 000 000

458 053,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de noodhulp binnen de Unie. Het gaat hierbij onder meer om:

 

voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatiewerkzaamheden,

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, het beheer en de ondersteuning van informatiesystemen, bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van noodhulp en deskundigen op dit gebied,

 

studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de noodhulp,

 

andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 07 01.

18 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s op het beleidsterrein „Migratie en binnenlandse zaken”

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 182 755

2 108 942

2 166 533 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

De onder deze post opgevoerde kredieten moeten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, nog worden aangevuld met de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

559 647

728 000

491 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

De onder deze post opgevoerde kredieten moeten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, nog worden aangevuld met de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

534 161

508 725

721 430,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere administratieve uitgaven voor alle beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen en de aanschaf van IT-apparatuur, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

De onder deze post opgevoerde kredieten moeten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, nog worden aangevuld met de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 18 05.

18 01 06

Uitvoerende agentschappen

18 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma „Europa voor de burger”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 215 000

2 203 000

2 163 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelname van het Agentschap aan de voltooiing van het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het meerjarig financieel kader 2007-2013, alsook de deelname van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3 van het meerjarig financieel kader 2014-2020.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie en het EOF opgenomen kredieten

HOOFDSTUK 18 02 —   INTERNE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

INTERNE VEILIGHEID

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

3

503 806 000

290 460 323

403 680 352

280 282 173

583 718 182 ,—

217 516 215,72

74,89

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

3

153 679 988

143 473 644

292 374 838

154 172 986

155 540 837,98

81 894 619,20

57,08

18 02 01 03

Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) en een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)

3

60 000 000

44 800 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

Reserves (40 02 41)

     

40 000 000

       
   

60 000 000

44 800 000

40 000 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 18 02 01 — Subtotaal

 

717 485 988

478 733 967

696 055 190

434 455 159

739 259 019,98

299 410 834,92

62,54

Reserves (40 02 41)

     

40 000 000

       
   

717 485 988

478 733 967

736 055 190

434 455 159

739 259 019,98

299 410 834,92

 

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 02 03

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

3

292 320 808

292 320 808

281 267 000

281 267 000

218 686 000 ,—

218 686 000 ,—

74,81

18 02 04

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

3

120 377 271

120 377 271

113 726 613

113 726 613

102 242 000 ,—

102 242 000 ,—

84,93

18 02 05

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

3

8 664 161

8 664 161

8 721 000

8 721 000

8 641 000 ,—

8 641 000 ,—

99,73

18 02 07

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

3

191 848 886

159 128 886

153 334 200

153 334 200

80 022 000 ,—

95 218 223,38

59,84

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3

16 234 000

8 117 000

9 804 000

7 544 300

10 002 366,87

9 955 196,18

122,65

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

3

10 000 000

5 000 000

9 804 000

9 262 550

9 950 434,48

8 919 310,99

178,39

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

3

p.m.

p.m.

p.m.

180 550 000

41 887,29

179 730 608,18

 

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

3

p.m.

p.m.

p.m.

492 000

0 ,—

280 848 ,—

 

18 02 77 03

Proefproject — Coördinatiecentrum voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme

3

1 000 000

500 000

         
 

Artikel 18 02 77 — Subtotaal

 

1 000 000

500 000

p.m.

492 000

0 ,—

280 848 ,—

56,17

 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

1 357 931 114

1 072 842 093

1 272 712 003

1 189 352 822

1 168 844 708,62

923 084 021,65

86,04

Reserves (40 02 41)

     

40 000 000

       
   

1 357 931 114

1 072 842 093

1 312 712 003

1 189 352 822

1 168 844 708,62

923 084 021,65

 

18 02 01

Fonds voor interne veiligheid

18 02 01 01

Steun voor grensbeheer en een gemeenschappelijk visumbeleid om legitiem reizen te vergemakkelijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

503 806 000

290 460 323

403 680 352

280 282 173

583 718 182 ,—

217 516 215,72

Toelichting

Het Fonds voor interne veiligheid draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

het ondersteunen van een gemeenschappelijk visumbeleid om legaal reizen te vergemakkelijken, het zorgen voor een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan visumaanvragers, het garanderen dat onderdanen van derde landen gelijk worden behandeld en het tegengaan van illegale migratie;

 

het ondersteunen van geïntegreerd grensbeheer, met inbegrip van de bevordering van verdere harmonisatie van maatregelen betreffende het grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie en door middel van het delen van informatie tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en Frontex, om ervoor te zorgen dat enerzijds de buitengrenzen in hoge mate en op uniforme wijze worden gecontroleerd en beschermd, onder meer door het tegengaan van illegale immigratie, en anderzijds de overschrijding van de buitengrenzen vlot verloopt overeenkomstig het Schengenacquis, waarbij wordt gewaarborgd dat personen die internationale bescherming behoeven, deze krijgen, in overeenstemming met de verplichtingen van de lidstaten op het gebied van mensenrechten, met inbegrip van het beginsel van niet-uitzetting en met de nodige aandacht voor de specifieke kenmerken van de personen in kwestie en voor het genderperspectief.

Dit krediet is bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen in of van de lidstaten, en met name het volgende:

 

infrastructuur, gebouwen en systemen voor grensdoorlaatposten en voor toezicht tussen de grensdoorlaatposten om onrechtmatige grensoverschrijdingen, illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit te voorkomen en aan te pakken alsook om reizigersstromen soepel te laten verlopen;

 

uitrusting, transportmiddelen en communicatiesystemen die nodig zijn voor een doeltreffende en veilige grenscontrole en het opsporen van personen;

 

IT- en communicatiesystemen voor het doeltreffend beheren van migratiestromen over de grenzen, met inbegrip van investeringen in bestaande en toekomstige systemen;

 

infrastructuur, gebouwen, communicatie- en IT-systemen en uitrusting voor het verwerken van visumaanvragen en consulaire samenwerking, evenals andere acties gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan de visumaanvragers;

 

opleiding inzake het gebruik van die uitrusting en die systemen en de bevordering van normen voor kwaliteitsbeheer en opleiding van grenswachters, indien nodig ook in derde landen, met betrekking tot de uitvoering van hun toezichthoudende, adviserende en controletaken met betrekking tot het internationaal recht inzake de mensenrechten, met inachtneming van een gendergevoelige benadering en met inbegrip van de identificatie van slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel;

 

detachering van verbindingsfunctionarissen voor immigratie en dossieradviseurs naar derde landen en de uitwisseling en detachering van grenswachters tussen lidstaten of tussen lidstaten en een derde land;

 

studies, opleiding, proefprojecten en andere acties die bijdragen tot de geleidelijke totstandkoming van een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, met inbegrip van acties die erop zijn gericht de samenwerking van instanties binnen een lidstaat of van verschillende lidstaten te bevorderen, en acties in verband met de interoperabiliteit en harmonisatie van grensbeheersystemen;

 

studies, proefprojecten en acties met het oog op de uitvoering van de aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie.

Dit krediet is tevens bestemd voor uitgaven met betrekking tot maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

informatiesystemen, middelen of uitrusting voor het uitwisselen van informatie tussen de lidstaten en derde landen;

 

acties met betrekking tot operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen, met inbegrip van gezamenlijke operaties;

 

projecten in derde landen die gericht zijn op het verbeteren van bewakingssystemen om de samenwerking met Eurosur te waarborgen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor het verstrekken van concrete technische en operationele expertise aan derde landen;

 

studies, seminars, workshops, conferenties, opleiding, uitrusting en proefprojecten voor de uitvoering van specifieke aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, die voortvloeien uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten en de agentschappen van de Unie in derde landen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en aanvullende kosten die voortvloeien uit de toepassing van de regeling betreffende het doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten die acties met name strekken tot:

 

facilitering van voorbereidende, toezicht-, administratieve en technische activiteiten die vereist zijn voor de uitvoering van het buitengrenzen- en visumbeleid, onder meer ter versterking van de governance van de Schengenruimte door ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het evaluatiemechanisme dat is ingesteld bij Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27), voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis en de Schengengrenscode, met name dienstreisuitgaven voor deskundigen van de Commissie en de lidstaten die deelnemen aan bezoeken ter plaatse;

 

verbetering van de kennis van en het inzicht in de situatie in de lidstaten en derde landen door middel van analyse en evaluatie van en nauwlettend toezicht op het beleid;

 

ondersteuning van de ontwikkeling van statistische hulpmiddelen, waaronder gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, en methoden en gemeenschappelijke indicatoren, met naar gender uitgesplitste gegevens;

 

ondersteuning van en toezicht op de uitvoering van het recht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten en beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen daarvan, mede met betrekking tot de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, voor wat betreft het toepassingsgebied van dit instrument;

 

bevordering van netwerken en wederzijdse leerprocessen, en vaststelling en verspreiding van beste praktijken en innovatieve benaderingen onder verschillende belanghebbenden op Europees niveau;

 

bevordering van projecten die zijn gericht op harmonisering en interoperabiliteit van maatregelen in verband met grensbeheer overeenkomstig de gemeenschappelijke normen van de Unie met het oog op de ontwikkeling van een geïntegreerd Europees systeem van het beheer van de grenzen;

 

vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij de belanghebbenden en het algemene publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

vergroting van de capaciteit van Europese netwerken om het beleid en de doelstellingen van de Unie te beoordelen, te bevorderen, te ondersteunen en verder te ontwikkelen;

 

ondersteuning van bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden en/of technologieën worden ontwikkeld die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van onderzoeksprojecten;

 

ondersteuning van acties in of met betrekking tot derde landen, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1053/2013;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen een situatie van dringende en uitzonderlijke druk waarbij een groot of onevenredig aantal onderdanen van derde landen de buitengrens van een of meer lidstaten oversteken of verwacht worden over te steken.

Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 16 november 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 — COM(2016) 731 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 — COM(2016) 882 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006, Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie — COM(2016) 883 final.

18 02 01 02

Voorkoming en bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en betere beheersing van veiligheidsgerelateerde risico’s en crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

153 679 988

143 473 644

292 374 838

154 172 986

155 540 837,98

81 894 619,20

Toelichting

Het fonds draagt bij tot de verwezenlijking van de volgende specifieke doelstellingen:

 

misdaadpreventie, bestrijding van grensoverschrijdende, zware en georganiseerde misdaad, waaronder terrorisme, en versterking van de coördinatie en de samenwerking tussen de rechtshandhavingsautoriteiten en andere nationale autoriteiten van de lidstaten, onder meer met Europol of andere relevante Unie-instanties, en met betrokken derde landen en internationale organisaties;

 

versterking van de capaciteit van de lidstaten en de Unie om veiligheidsgerelateerde risico’s en crises doeltreffend te beheren, en voorbereiding op en bescherming van mensen en kritieke infrastructuur tegen terreuraanvallen en andere veiligheidsgerelateerde incidenten.

Dit krediet is bestemd voor acties in de lidstaten, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, met inbegrip van samenwerking en coördinatie tussen en met relevante Unieorganen, in het bijzonder Europol en Eurojust, gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

ontwikkeling van initiatieven op het gebied van terrorismebestrijding, met als doel gepast te reageren op nieuwe dreigingen, waaronder dreigingen die verband houden met radicalisering in eigen land en dreigingen die uitgaan van buitenlandse strijders die zich in het buitenland bevinden of afreizen of terugkeren naar een of meer lidstaten of kandidaat-landen;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder studies en dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

aanschaf en onderhoud van IT-systemen van de Unie en de lidstaten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 513/2014, en/of verdere modernisering van IT-systemen en technische uitrusting, met inbegrip van het testen van de compatibiliteit van systemen, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name informatie- en communicatiesystemen (ICT-systemen) en hun componenten, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs en gezamenlijke oefeningen of programma’s;

 

maatregelen op het gebied van het inzetten, overdragen, testen en valideren van nieuwe methodes of technologie, waaronder proefprojecten en maatregelen inzake de follow-up van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor maatregelen betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten.

Op initiatief van de Commissie kan dit krediet worden gebruikt voor het financieren van transnationale acties of acties die voor de Unie van bijzonder belang zijn met betrekking tot de algemene, specifieke en operationele doelstellingen bedoeld in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 513/2014. Om voor financiering in aanmerking te komen, moeten de acties van de Unie in overeenstemming zijn met de op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven in het kader van relevante strategieën, beleidscycli, programma’s en dreigings- en risicobeoordelingen van de Unie, en met name bijdragen tot:

 

voorbereidende, toezichtsgerelateerde, administratieve en technische activiteiten, en de ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat is vereist voor de uitvoering van het beleid inzake politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer;

 

grensoverschrijdende projecten waarbij twee of meer lidstaten of ten minste één lidstaat en één derde land zijn betrokken;

 

activiteiten op het gebied van analyse, toezicht en evaluatie, waaronder dreigings-, risico- en effectbeoordelingen, die gebaseerd zijn op bewijs en in overeenstemming zijn met op het niveau van de Unie vastgestelde, en met name door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde prioriteiten en initiatieven, en projecten inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging van het Unierecht en de beleidsdoelstellingen van de Unie in de lidstaten;

 

projecten ter bevordering van netwerken, publiek-privaat partnerschap, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling en verspreiding van goede praktijken en innovatieve benaderingen op het niveau van de Unie en opleidings- en uitwisselingsprogramma’s;

 

projecten ter ondersteuning van de ontwikkeling van methodologische, met name statistische, hulpmiddelen en methoden en gemeenschappelijke indicatoren;

 

de aanschaf, het onderhoud en/of de verdere modernisering van technische uitrusting, expertise, beveiligde faciliteiten, infrastructuur, bijbehorende gebouwen en systemen, met name ICT-systemen en hun componenten op het niveau van de Unie, onder meer ten behoeve van de Europese samenwerking inzake cyberveiligheid en cybercriminaliteit, met name met het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit;

 

projecten ter vergroting van de bekendheid van het beleid en de doelstellingen van de Unie bij belanghebbenden en het grote publiek, met inbegrip van institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie;

 

bijzonder innovatieve projecten waarbij nieuwe methoden worden ontwikkeld en/of nieuwe technologieën worden ingezet die ook toepasbaar kunnen zijn in andere lidstaten, in het bijzonder projecten voor het testen en valideren van de resultaten van door de Unie gefinancierde projecten inzake veiligheidsonderzoek;

 

studies en proefprojecten;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet dient tevens ter dekking van uitgaven voor acties betreffende of in derde landen, en met name het volgende:

 

acties ter verbetering van de politiële samenwerking en coördinatie tussen rechtshandhavingsautoriteiten, en in voorkomend geval samenwerking met en coördinatie tussen internationale organisaties, waaronder gezamenlijke onderzoeksteams en alle andere vormen van grensoverschrijdende gezamenlijke operaties, de toegang tot en uitwisseling van informatie en interoperabele technologieën;

 

netwerken, wederzijds vertrouwen en begrip en wederzijdse leerprocessen, de vaststelling, uitwisseling en verspreiding van knowhow, ervaring en goede praktijken, delen van informatie, gedeeld inzicht in situaties en prognoses, noodplanning en interoperabiliteit;

 

aanschaf, onderhoud en/of verdere modernisering van technische uitrusting, waaronder ICT-systemen en componenten daarvan;

 

uitwisseling, training en opleiding van personeel en deskundigen van bevoegde autoriteiten, waaronder taalonderwijs;

 

activiteiten op het gebied van bewustmaking, verspreiding en communicatie;

 

dreigings-, risico- en effectbeoordelingen;

 

studies en proefprojecten.

Dit krediet is bestemd voor financiële bijstand voor dringende en specifieke behoeften die zich voordoen in een noodsituatie, dat wil zeggen elk veiligheidsgerelateerd incident dat of elke nieuwe dreiging die een aanzienlijk negatief effect heeft of kan hebben op de veiligheid van personen in een of meer lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 513/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer en tot intrekking van Besluit nr. 2007/125/JBZ van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 93).

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

18 02 01 03

Instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) en een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 01 03

60 000 000

44 800 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Reserves (40 02 41)

   

40 000 000

     

Totaal

60 000 000

44 800 000

40 000 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het opzetten en exploiteren van IT-systemen, de bijbehorende communicatie-infrastructuur en uitrusting ter ondersteuning van de beheersing van de migratiestromen over de buitengrenzen van de Unie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 16 november 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 — COM(2016) 731 final.

18 02 02

Schengenfaciliteit voor Kroatië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven in verband met een tijdelijk instrument om Kroatië tussen de datum van toetreding en eind 2014 te helpen maatregelen te financieren om aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie het Schengenacquis toe te passen en de buitengrenzen te controleren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden overeenkomstig artikel 31 van de Akte van toetreding van Kroatië.

18 02 03

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

292 320 808

292 320 808

281 267 000

281 267 000

218 686 000 ,—

218 686 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Frontex moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van Frontex is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018bedraagt in totaal 298 286 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 5 965 192 EUR is een bedrag van 292 320 808 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1052/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot instelling van het Europees grensbewakingssysteem (Eurosur) (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 11).

Verordening (EU) nr. 656/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van regels voor de bewaking van de zeebuitengrenzen in het kader van de operationele samenwerking gecoördineerd door het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 93).

Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht, tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad en Besluit 2005/267/EG van de Raad (PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 16 november 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 — COM(2016) 731 final.

18 02 04

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

120 377 271

120 377 271

113 726 613

113 726 613

102 242 000 ,—

102 242 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 122 245 520 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 868 249 EUR is een bedrag van 120 377 271 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

18 02 05

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 664 161

8 664 161

8 721 000

8 721 000

8 641 000 ,—

8 641 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3).

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 9 216 720 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 552 559 EUR is een bedrag van 8 664 161 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2015/2219 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot vervanging en intrekking van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad (PB L 319 van 4.12.2015, blz. 1).

18 02 07

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht („eu-LISA”)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

191 848 886

159 128 886

153 334 200

153 334 200

80 022 000 ,—

95 218 223,38

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Agentschap (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 200 666 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 8 817 114 EUR is een bedrag van 191 848 886 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 4 mei 2016, tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (herschikking) (COM(2016) 270 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 6 april 2016, betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend, voor de identificatie van een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land of staatloze en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving (COM(2016) 272 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 16 november 2016, tot instelling van een Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie (ETIAS) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/794 en (EU) 2016/1624 — COM(2016) 731 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, inzake het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen — COM(2016) 881 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 — COM(2016) 882 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006, Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie — COM(2016) 883 final.

18 02 08

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 234 000

8 117 000

9 804 000

7 544 300

10 002 366,87

9 955 196,18

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, inzake het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen — COM(2016) 881 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 — COM(2016) 882 final.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 21 december 2016, betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006, Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie — COM(2016) 883 final.

18 02 09

Visuminformatiesysteem (VIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

5 000 000

9 804 000

9 262 550

9 950 434,48

8 919 310,99

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de uitgaven voor analyse, ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau „VIS” (Visuminformatiesysteem), en met name de kosten van de netwerkinfrastructuur en de kosten van studies betreffende het systeem.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

18 02 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van de buitengrenzen, veiligheid en bescherming van de vrijheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

180 550 000

41 887,29

179 730 608,18

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — Strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 02 77 01

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 02 77 02

Proefproject — Nieuwe geïntegreerde mechanismen voor samenwerking tussen publieke en private actoren voor het vaststellen van risico's van sportweddenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

492 000

0 ,—

280 848 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 02 77 03

Proefproject — Coördinatiecentrum voor bijstand aan slachtoffers van terrorisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

De recente terreuraanvallen in zowel Europa als de rest van de wereld hebben een verwoestende uitwerking gehad op de slachtoffers. Zowel regeringen als hulporganisaties vinden het moeilijk om op doeltreffende wijze te voorzien in de specifieke behoeften van slachtoffers van terrorisme, meteen na een aanval, maar ook op de langere termijn. De situatie is vooral precair voor buitenlandse slachtoffers die terugkeren naar hun eigen land.

Moeilijkheden bij de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, bij de coördinatie van de respons en bij de opname van slachtoffergerichte benaderingen in de infrastructuur van noodhulpdiensten dragen allemaal bij aan zwakke steunmechanismen.

Dit proefproject is bedoeld om deze belemmeringen het hoofd te bieden door belangrijke deskundigen op operationeel vlak, advocaten van slachtoffers en organisaties uit heel Europa samen te brengen om de belangrijkste prioriteiten en problemen voor slachtoffers van terrorisme in kaart te brengen en gecoördineerde steun te verlenen aan slachtoffers van grensoverschrijdend terrorisme.

Het centrum zal:

 

onderzoek, kennis en vaardigheden uit de hele wereld samenbrengen om moderne steunmechanismen te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat het toekomstige Uniebeleid beschikt over een solide empirische basis op grond van de beste werkmethoden wereldwijd (op het vlak van informatie, vergoeding en steun);

 

trainingen ontwikkelen voor ondersteunend personeel en voor de coördinatie van repatriëringskwesties;

 

inzet- en coördinatiestrategieën ontwikkelen voor steunverlening in de nasleep van een terreuraanslag en deskundigen samenbrengen om ervoor te zorgen dat noodhulpdiensten overal in Europa een slachtoffergerichte aanpak hanteren;

 

informatie en mechanismen voor informatieverstrekking ontwikkelen voor slachtoffers van terrorisme;

 

het gebruik van technologieën ondersteunen om slachtoffers te helpen en psychosociale hulpverlening te bieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 03 —   ASIEL EN MIGRATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

ASIEL EN MIGRATIE

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

3

388 322 974

304 107 137

951 548 126

345 819 432

1 506 341 547,33

769 517 700,60

253,04

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

3

328 331 648

287 777 393

666 210 994

277 783 460

300 886 206,61

119 151 478,70

41,40

 

Artikel 18 03 01 — Subtotaal

 

716 654 622

591 884 530

1 617 759 120

623 602 892

1 807 227 753,94

888 669 179,30

150,14

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

3

90 837 067

90 837 067

69 206 000

69 206 000

41 759 600 ,—

29 463 600 ,—

32,44

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

3

100 000

50 000

100 000

100 000

100 000 ,—

2 400 ,—

4,80

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

3

p.m.

p.m.

p.m.

123 500 000

38 357,99

116 093 669,76

 

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 03

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

3

p.m.

p.m.

p.m.

298 000

0 ,—

285 486,57

 

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3

p.m.

p.m.

p.m.

111 000

0 ,—

0 ,—

 

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3

p.m.

p.m.

p.m.

404 000

0 ,—

134 526,62

 

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

36 422,29

 

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

3

p.m.

338 242

p.m.

663 000

0 ,—

872 335,99

257,90

18 03 77 11

Proefproject — Particuliere sponsoring: de mogelijkheden voor hervestiging van vluchtelingen verbeteren en zorgen voor de beschikbaarheid van veilige en reguliere routes voor vluchtelingen om de Unie te bereiken

4

p.m.

p.m.

500 000

250 000

     

18 03 77 12

Voorbereidende actie — Zorgdienst ter ondersteuning van niet-begeleide minderjarige migranten in Europa

3

1 200 000

600 000

         
 

Artikel 18 03 77 — Subtotaal

 

1 200 000

938 242

500 000

1 726 000

0 ,—

1 328 771,47

141,62

 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

808 791 689

683 709 839

1 687 565 120

818 134 892

1 849 125 711,93

1 035 557 620,53

151,46

18 03 01

Fonds voor asiel, migratie en integratie

18 03 01 01

Versterking en ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel en bevordering van solidariteit en eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

388 322 974

304 107 137

951 548 126

345 819 432

1 506 341 547,33

769 517 700,60

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de versterking en ontwikkeling van alle aspecten van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, met inbegrip van de externe dimensie daarvan, en de bevordering van solidariteit en verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, met name ten aanzien van de lidstaten die het meest te maken hebben met migratie en asielstromen, waaronder via praktische samenwerking.

Wat het gemeenschappelijk Europees asielstelsel betreft, is dit krediet bestemd voor acties met betrekking tot asielstelsels en opvangvoorzieningen en acties ter versterking van de capaciteit van de lidstaten om asielbeleid en -procedures te ontwikkelen, te monitoren en te evalueren. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de specifieke situatie van kwetsbare vrouwen, met name vrouwen met kinderen en niet-begeleide minderjarige meisjes, alsmede aan de noodzaak om op gender gebaseerd geweld in opvang- en asielcentra te voorkomen.

Dit krediet is ook bestemd voor acties met betrekking tot de hervestiging, het overbrengen van personen die internationale bescherming aanvragen en personen die internationale bescherming genieten en andere ad-hoctoelating op humanitaire gronden.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

het bevorderen van de samenwerking op Unieniveau bij de uitvoering van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van asiel, met name wat betreft genderbewuste opvangcentra, de hervestiging en de overbrenging van personen die om internationale bescherming verzoeken en/of personen die internationale bescherming genieten, van één lidstaat naar een andere, onder meer via netwerking en informatie-uitwisseling, met inbegrip van steun bij aankomst en coördinatieactiviteiten ter bevordering van hervestiging in de plaatselijke gemeenschappen die de hervestigde personen moeten opvangen;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van asiel en het desbetreffende Unierecht, verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en alle andere beleidsaspecten van asiel, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van asiel, met inbegrip van naar gender en leeftijd opgesplitste gegevens;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het asielbeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van mobiliteitspartnerschappen en regionale beschermingsprogramma’s;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is ook bestemd voor dringende en specifieke behoeften in noodsituaties.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

Besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en van Griekenland (PB L 239 van 15.9.2015, blz. 146).

Besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 248 van 24.9.2015, blz. 80).

Besluit (EU) 2016/1754 van de Raad van 29 september 2016 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/1601 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (PB L 268 van 1.10.2016, blz. 82).

Referentiebesluiten

Aanbeveling van de Commissie van 11 januari 2016 inzake een vrijwillige regeling voor toelating op humanitaire gronden met Turkije (C(2015) 9490 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 4 mei 2016, tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (COM(2016) 270 final).

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 13 juli 2016, tot vaststelling van een Uniekader voor hervestiging en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad (COM(2016) 468 final).

18 03 01 02

Ondersteuning van legale migratie naar de Unie en bevordering van de integratie van onderdanen van derde landen en billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

328 331 648

287 777 393

666 210 994

277 783 460

300 886 206,61

119 151 478,70

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de ondersteuning van reguliere migratie naar de lidstaten overeenkomstig hun economische en sociale behoeften, zoals arbeidsmarktbehoeften, met inachtneming van de integriteit van de immigratieregelingen van de lidstaten, met het oog op het bevorderen van de daadwerkelijke integratie van onderdanen van derde landen alsook van billijke en doeltreffende nationale terugkeerstrategieën, die bijdragen tot de bestrijding van irreguliere immigratie, met nadruk op de duurzaamheid van terugkeer en daadwerkelijke overname door de landen van herkomst en van doorreis.

Wat reguliere migratie en de integratie van onderdanen van derde landen en betreft, is dit krediet bestemd voor maatregelen met betrekking tot immigratie die vóór vertrek plaatsvinden, integratiemaatregelen en maatregelen van de lidstaten voor praktische samenwerking en capaciteitsopbouw.

Wat billijke en doeltreffende terugkeerstrategieën betreft, is dit krediet bestemd voor begeleidende maatregelen inzake terugkeerprocedures, terugkeermaatregelen, praktische samenwerking en maatregelen van de lidstaten voor capaciteitsopbouw.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van bijzonder belang zijn voor de Unie. Deze acties dienen met name ter ondersteuning van:

 

de bevordering van de samenwerking op Unieniveau bij de tenuitvoerlegging van het recht van de Unie en bij het delen van goede praktijken op het gebied van reguliere migratie, integratie van onderdanen van derde landen en terugkeer; goede praktijken moeten voorbeelden bevatten van geslaagde integratie van vrouwelijke onderdanen van derde landen;

 

het opzetten van transnationale samenwerkingsnetwerken en proefprojecten, waaronder innovatieve projecten, op basis van transnationale partnerschappen tussen organen in twee of meer lidstaten, die zijn opgezet om innovatie en uitwisseling van ervaringen en goede werkwijzen te bevorderen;

 

studies en onderzoek inzake eventuele nieuwe vormen van samenwerking op Unieniveau op het gebied van immigratie, integratie en terugkeer en het desbetreffende Unierecht, de verspreiding en uitwisseling van informatie over beste praktijken en over alle andere beleidsaspecten van immigratie, integratie en terugkeer, waaronder institutionele communicatie over de beleidsprioriteiten van de Unie;

 

de ontwikkeling en toepassing door de lidstaten van gemeenschappelijke statistische hulpmiddelen, methoden en indicatoren voor het meten van beleidsontwikkelingen op het gebied van legale migratie, integratie en terugkeer, met inbegrip van naar leeftijd en geslacht uitgesplitste gegevens, alsook de deelname van onderdanen van derde landen aan het onderwijs en de arbeidsmarkt;

 

voorbereidende, administratieve en technische ondersteuning en ondersteuning bij toezicht, ontwikkeling van een evaluatiemechanisme dat nodig is voor de uitvoering van het immigratiebeleid;

 

samenwerking met derde landen op grond van de totaalaanpak van de Unie van migratie en mobiliteit, met name in het kader van de uitvoering van overnameovereenkomsten en mobiliteitspartnerschappen;

 

informatiemaatregelen en -campagnes in derde landen om passende wettelijke immigratiekanalen en de risico’s van irreguliere immigratie meer onder de aandacht te brengen;

 

uitvoering van bewustmakings-, informatie-, en communicatieactiviteiten met betrekking tot het beleid, de prioriteiten en de resultaten op Unieniveau op het gebied van binnenlandse zaken.

Dit krediet is tevens bestemd voor de activiteiten en de toekomstige ontwikkeling van het Europees migratienetwerk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168).

18 03 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

90 837 067

90 837 067

69 206 000

69 206 000

41 759 600 ,—

29 463 600 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Bureau (titel 3).

Het Bureau moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 91 971 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 1 133 933 EUR is een bedrag van 90 837 067 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 4 mei 2016, inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010 (COM(2016) 271 final).

18 03 03

Europese databank van vingerafdrukken (Eurodac)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

100 000

50 000

100 000

100 000

100 000 ,—

2 400 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven met betrekking tot de communicatie-infrastructuur van het Eurodac-systeem, bedoeld in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) nr. 603/2013. Voorts dient dit krediet ter dekking van de werking van DubliNet.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1) (van toepassing tot 19 juli 2015).

Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 604/2013 van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 118/2014 van de Commissie van 30 januari 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 39 van 8.2.2014, blz. 1).

18 03 51

Voltooiing van operaties en programma's op het gebied van terugkeer, vluchtelingen en migratiestromen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

123 500 000

38 357,99

116 093 669,76

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen en tot intrekking van Beschikking 2004/904/EG van de Raad (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

18 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

18 03 77 03

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 04

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 05

Proefproject —Steun voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

298 000

0 ,—

285 486,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 06

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

111 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 07

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

404 000

0 ,—

134 526,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 08

Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

36 422,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 09

Voorbereidende actie — Financiering voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

338 242

p.m.

663 000

0 ,—

872 335,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 11

Proefproject — Particuliere sponsoring: de mogelijkheden voor hervestiging van vluchtelingen verbeteren en zorgen voor de beschikbaarheid van veilige en reguliere routes voor vluchtelingen om de Unie te bereiken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

De hervestiging van vluchtelingen, die doorgaans wordt beschouwd als een taak van de overheid, kan ook worden gesponsord door particuliere personen, groepen en andere entiteiten. In de afgelopen vier decennia is slechts een klein aantal particuliere sponsoringregelingen getroffen. Dit proefproject is gericht op het zoeken naar en benutten van particuliere sponsoringprogramma’s als een veilig, legaal en regulier middel voor vluchtelingen om bescherming te krijgen in de Unie.

Transparante particuliere sponsoringregelingen, die zijn ontwikkeld in overleg met de nationale, lokale en regionale autoriteiten, kunnen de mogelijkheden voor hervestiging van vluchtelingen aanzienlijk verbeteren en zorgen voor de beschikbaarheid van veilige en reguliere routes voor vluchtelingen om de Unie te bereiken.

Het proefproject onderzoekt de mogelijke voordelen, kosten en praktische uitvoering van particuliere sponsoringregelingen teneinde particuliere sponsoring deel te doen uitmaken van het vluchtelingenbeschermingslandschap in Europa.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

18 03 77 12

Voorbereidende actie — Zorgdienst ter ondersteuning van niet-begeleide minderjarige migranten in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie focust op een toename en versterking van pleeggezinnen en assistentieflats voor niet-begeleide minderjarige migranten, met speciale aandacht voor migranten tussen 16 en 18 jaar, waarbij ook de coördinatie wordt verbeterd van ondersteunende belanghebbenden, zodat er een einde komt aan hun zeer kwetsbare situatie in de Unie. Gezien het beperkte beschikbare budget zal de actie worden uitgevoerd in een groep lidstaten waar het aantal niet-begeleide minderjarige migranten het hoogst is, met name Duitsland, Italië, Zweden en Hongarije.

Deze actie zal op drie complementaire aandachtspunten zijn gebaseerd:

 
 

1.

In het kader van de actie zal een steunprogramma worden uitgevoerd dat erop is gericht niet-begeleide minderjarige migranten bij pleeggezinnen te plaatsen of hen onder te brengen in assistentieflats met ondersteuning van een zeer gespecialiseerd diagnose- en monitoringteam. De actie zal gebaseerd zijn op gerichte informatiecampagnes, een efficiënte procedure voor het vinden en selecteren van gezinnen en goed gelegen gemeenschapsflats en een continue monitoring van alle processen. Pleeggezinnen zullen een beschikbare kamer in hun huis beschikbaar stellen of een volledige tweede woning aanbieden.

Pleeggezinnen zijn de juridische vertegenwoordiger van de niet-begeleide minderjarige migrant; zij zullen een referentiepersoon worden voor de nieuwkomers, hun kansen bieden om zich in de samenleving te integreren, hen op juridisch vlak steunen, helpen bij het zoeken naar een opleiding en werk, en zorgen voor emotionele steun en steun bij taal- en gezondheidskwesties. De gezinnen ontvangen financiële compensatie, hebben toegang tot een 24-uurs-tolkdienst, emotionele en gepersonaliseerde steun door de sociale diensten die de actie leiden en die op basis van een openbare aanbesteding of een oproep tot het indienen van voorstellen zijn geselecteerd. Voor minderjarigen tussen 16 en 18 jaar zal de actie ook zorgdiensten verstrekken in assistentieflats om hun autonomie te bevorderen; dat zal eveneens door een gespecialiseerd ondersteuningsteam worden geleid.

 
 

2.

Daarnaast zal de actie het ontwerp en de ontwikkeling van een persoonsgericht en alomvattend softwaresysteem omvatten ter ondersteuning van de in bovenvermeld steunprogramma betrokken kinderen, gezinnen en organisaties. Het zal de toegang van sociale organisaties, pleeggezinnen en minderjarige migranten tot beschikbare middelen en kansen verhogen ter verbetering van de steun, zoals belangrijke documentatie, taskmonitoring, belangrijke contacten en 24-uurs gepersonaliseerde assistentie die volledig aanpasbaar zal zijn aan elke nationale context. Voortbouwend op goed werkende bestaande software zal de actie in het bijzonder ter verbetering dienen van het proces van personalisering van de software, op basis van een geavanceerde en geïntegreerde diagnose en beoordeling van de persoon en zijn/haar omgeving, en ter ontwikkeling van een sectoraal observatorium op basis van een geïntegreerde en geactualiseerde analyse van grote hoeveelheden gegevens. De software is gebaseerd op het vergaren van gegevens, het monitoren en evalueren van de behoeften en situatie van de gebruikers, en stimuleert de betrokkenheid van en coördinatie tussen relevante ondersteunende openbare en particuliere diensten en belanghebbenden, ter verhoging van de doeltreffendheid en kwaliteit van het zorgstelsel.

 
 

3.

De actie zal ook gericht zijn op de ontwikkeling van aanvullende activiteiten ter ondersteuning van autoriteiten en sociale organisaties bij de uitvoering van programma's met pleeggezinnen en assistentieflats voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen en migranten, waarbij ook de coördinatie wordt verbeterd van ondersteunende belanghebbenden, zodat er een einde komt aan hun zeer kwetsbare situatie in Europa. Voorbeelden van dergelijke aanvullende activiteiten: een analyse van de huidige context en wetgeving betreffende de uitvoering van programma's met pleeggezinnen en/of de ontwikkeling van programma's voor assistentieflats specifiek gericht op niet-begeleide minderjarige vluchtelingen en migranten; evaluatie van goede praktijken; voorstellen voor verbetering; de ontwikkeling van een specifieke informatiecampagne om kandidaat-pleeggezinnen te vinden, die meer succes heeft dan de bestaande strategieën; de ontwikkeling van een specifiek opleidingsprogramma om ervoor te zorgen dat kandidaten die bereid zijn pleeggezin te worden, goed worden opgeleid, en, voor minderjarige vluchtelingen van 16 tot 18 jaar, de ontwikkeling van een alomvattend programma voor onafhankelijk wonen in assistentieflats enz.

De verwachte resultaten van deze ambitieuze en alomvattende voorbereidende actie zijn 1) een aanzienlijke toename van hoogwaardige diensten die pleegzorg ondersteunen; 2) een toename van de levenskwaliteit, autonomie en integratie van de betrokken kinderen, en 3) meer coördinatie en efficiëntere steun voor alle betrokken belanghebbenden. In dit verband moet de actie duidelijk leiden tot een vergroting van de capaciteit van gemeenschapszorg en een vermindering van het aantal vluchtelingenkinderen in instellingen, dankzij een doeltreffende toewijzing van middelen aan hoogwaardige diensten.

De voorbereidende actie zal worden uitgevoerd op basis van (een) openbare aanbesteding(en) en/of oproep(en) tot het indienen van voorstellen op basis van partnerschapsregelingen tussen autoriteiten, welzijnsorganisaties, ngo's die vluchtelingen- en migrantenkinderen ondersteunen en IT-bedrijven van verschillende Europese regio's, waardoor een breed bereik en effect op Europees niveau wordt gegarandeerd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 04 —   BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 04

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

3

24 426 000

25 205 000

23 231 000

22 760 000

22 728 860,04

22 101 862,18

87,69

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

3

740 000

840 000

840 000

740 000

639 088,05

0 ,—

0

 

Artikel 18 04 01 — Subtotaal

 

25 166 000

26 045 000

24 071 000

23 500 000

23 367 948,09

22 101 862,18

84,86

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

3

p.m.

200 000

p.m.

500 000

0 ,—

1 538 866,96

769,43

 

Hoofdstuk 18 04 — Totaal

 

25 166 000

26 245 000

24 071 000

24 000 000

23 367 948,09

23 640 729,14

90,08

18 04 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 426 000

25 205 000

23 231 000

22 760 000

22 728 860,04

22 101 862,18

Toelichting

In het kader van het algehele streven om Europa dichter bij de burger te brengen, zijn de algemene doelstellingen van het programma „Europa voor de burger” bij te dragen aan het inzicht van de burgers in de Unie, het Europese burgerschap te bevorderen en de omstandigheden voor burger- en democratische participatie op het niveau van de Unie te verbeteren.

Dit krediet dient ter dekking van acties zoals partnerschappen, structurele ondersteuning, herdenkingsprojecten, projecten inzake de geschiedenis en identiteit van de Unie, burgerbijeenkomsten, stedenbandennetwerken, projecten van burgers en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, collegiale toetsingen, studies en communicatiediensten, steunmaatregelen, evenementen en ondersteunende structuren in de lidstaten, waaronder projecten van maatschappelijke organisaties ter bevordering van integratie, taalkundige verscheidenheid, cohesie en non-discriminatie, met bijzondere nadruk op Europese minderheden.

Dit krediet dient om het Europees burgerschap te bevorderen door burgers in alle talen van de Unie te informeren over hun rechten als burger van de Unie, de mogelijkheden voor burgerparticipatie op Unieniveau en de gevolgen van de Unie voor hun dagelijks leven.

Voor 2018 moeten de prioriteiten van het programma onder meer gericht zijn op het informeren van burgers over hun kiesrecht en over het belang van Europese verkiezingen voor de toekomst van Europa. De dialoog met de burgers en met het Europese maatschappelijk middenveld over de toekomst van Europa, op basis van het witboek van de Commissie van 2017, moet ook worden aangemoedigd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

740 000

840 000

840 000

740 000

639 088,05

0 ,—

Toelichting

Het algemene doel van deze post is het versterken van het democratisch aspect van de Unie door de Europese burgers het recht te geven deel nemen aan de democratische activiteiten van de Unie door middel van een Europees burgerinitiatief (EBI).

Voorts dient dit krediet ter dekking van voorlichtingscampagnes die erop gericht zijn om het EBI meer bij de bevolking onder de aandacht te brengen.

Dit krediet is tevens bestemd voor de praktische en organisatorische regelingen in verband met de voorbereidingsfase en het verzamelen van handtekeningen voor succesvolle EBI's die de drempel van een miljoen ondertekenaars hebben bereikt, en met name de kosten in verband met vertaling, registratie, juridische expertise, de ontwikkeling van de website en het regelmatig uitbrengen van nieuwsbrieven. Die financiering vindt plaats ter vergoeding van de kosten die al door de organisatoren en burgercomités van het EBI zijn gemaakt, die eerder zijn opgenomen in het EBI-register.

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkeling en de verbetering van de IT-systemen voor EBI’s, in het bijzonder het EBI-register en de software die organisatoren van burgerinitiatieven gebruiken om onlinesteunbetuigingen van Unieburgers voor een burgerinitiatief te verzamelen.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten van communicatie, administratie en ondersteuning van het EBI. Dit krediet is daarnaast bestemd ter dekking van activiteiten om een einde te maken aan de hindernissen waarmee burgers momenteel worden geconfronteerd wanneer zij van het burgerinitiatief gebruikmaken, en om de procedures en de vereisten voor de indiening van Europese burgerinitiatieven in de hele Unie verder te harmoniseren.

Het onder deze post opgevoerde krediet moet, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, nog worden aangevuld met de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan EU-programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 165 van 11.3.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 3), met name artikel 2.

18 04 51

Voltooiing van het programma „Europa voor de burger” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

500 000

0 ,—

1 538 866,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 18 05 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 05

HORIZON 2020 — ONDERZOEK MET BETREKKING TOT VEILIGHEID

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

1,1

156 526 362

145 303 970

139 996 074

138 824 023

130 575 011,95

115 277 603,50

79,34

 

Artikel 18 05 03 — Subtotaal

 

156 526 362

145 303 970

139 996 074

138 824 023

130 575 011,95

115 277 603,50

79,34

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 381 896,01

1 759 099,54

 

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 007 374,46

 
 

Artikel 18 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 381 896,01

2 766 474 ,—

 

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

1,1

p.m.

19 519 433

p.m.

55 468 066

236 221,23

76 983 756,95

394,40

 

Hoofdstuk 18 05 — Totaal

 

156 526 362

164 823 403

139 996 074

194 292 089

134 193 129,19

195 027 834,45

118,33

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, dat de periode 2014-2020 bestrijkt, en voor de voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (zevende kaderprogramma).

Horizon 2020 zal een centrale rol vervullen bij de toepassing van het Europa 2020-vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, „Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsook bij de ontwikkeling en werking van de Europese onderzoeksruimte. Horizon 2020 zal bijdragen tot de totstandbrenging van een op kennis en innovatie gebaseerde economie in de hele Unie door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Binnen Horizon 2020 wordt gendergelijkheid als een horizontale kwestie benaderd om onevenwichtigheden in de verdeling tussen mannen en vrouwen weg te nemen en een genderdimensie in onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder zal rekening worden gehouden met de noodzaak tot meer inspanningen om de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, inclusief dat van de besluitvorming, te versterken.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelname van landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen onder post 18 05 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 18 01 05 worden opgevoerd.

18 05 03

Maatschappelijke uitdagingen

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

156 526 362

145 303 970

139 996 074

138 824 023

130 575 011,95

115 277 603,50

Toelichting

Oude post 18 05 03 10 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het steunen van EU-beleidsmaatregelen voor interne en externe veiligheid, en tegelijkertijd het verbeteren van het concurrentievermogen en de technologiebasis van de veiligheidssector in de Unie en het stimuleren van de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen. De activiteiten zullen gericht zijn op de ontwikkeling van innovatieve technologieën en oplossingen die veiligheidslacunes opvullen en leiden tot de preventie van veiligheidsbedreigingen. De activiteiten hebben in het bijzonder tot doel misdaad en terrorisme te bestrijden, kritieke infrastructuur te beschermen, de veiligheid te verbeteren door middel van grensbeheer, Europa beter bestand te maken tegen crises en rampen en tegelijkertijd persoonsgegevens en fundamentele mensenrechten te beschermen;

 

het steunen van de versterking van de empirische onderbouwing, alsmede het steunen van de Innovatie-Unie en de Europese onderzoeksruimte, die nodig zijn om de ontwikkeling van innovatieve samenlevingen en beleidsmaatregelen in Europa te stimuleren door burgers, ondernemingen en gebruikers te betrekken bij onderzoek en innovatie en door gecoördineerd onderzoeks- en innovatiebeleid in de context van de mondialisering te bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder g).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

18 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

18 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3 381 896,01

1 759 099,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

18 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 007 374,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

19 519 433

p.m.

55 468 066

236 221,23

76 983 756,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 18 06 —   ANTIDRUGSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 06

ANTIDRUGSBELEID

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

3

2 749 000

3 400 000

3 132 000

2 756 200

2 512 000 ,—

2 246 993,07

66,09

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

3

15 230 412

15 230 412

15 081 600

15 081 600

14 794 000 ,—

14 794 000 ,—

97,13

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

3

p.m.

121 149

p.m.

432 520

0 ,—

386 774,69

319,26

 

Hoofdstuk 18 06 — Totaal

 

17 979 412

18 751 561

18 213 600

18 270 320

17 306 000 ,—

17 427 767,76

92,94

18 06 01

Ondersteuning van initiatieven op het gebied van het drugsbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 749 000

3 400 000

3 132 000

2 756 200

2 512 000 ,—

2 246 993,07

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel initiatieven op het gebied van het drugsbeleid te ondersteunen met betrekking tot aspecten van justitiële samenwerking en misdaadpreventie die nauw verbonden zijn met de algemene doelstelling van het programma Justitie („het programma”), voor zover ze niet onder het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheer, als deel van het fonds voor interne veiligheid, of het programma Gezondheid voor groei vallen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma; het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder d), en artikel 6, lid 1.

18 06 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 230 412

15 230 412

15 081 600

15 081 600

14 794 000 ,—

14 794 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van het Waarnemingscentrum (titel 3).

Het Waarnemingscentrum moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 15 445 600 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 215 188 EUR is een bedrag van 15 230 412 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

121 149

p.m.

432 520

0 ,—

386 774,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

HOOFDSTUK 18 07 —   INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 07

INSTRUMENT VOOR NOODHULP BINNEN DE UNIE

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

3

199 000 000

219 583 000

198 000 000

217 000 000

247 500 000 ,—

138 630 000 ,—

63,13

 

Hoofdstuk 18 07 — Totaal

 

199 000 000

219 583 000

198 000 000

217 000 000

247 500 000 ,—

138 630 000 ,—

63,13

18 07 01

Noodhulp binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 000 000

219 583 000

198 000 000

217 000 000

247 500 000 ,—

138 630 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van noodhulpoperaties om te voorzien in de urgente en uitzonderlijke behoeften in de lidstaten als gevolg van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen, zoals de plotselinge en massale instroom van onderdanen van derde landen (vluchtelingen en migranten) op hun grondgebied.

Noodhulp voorziet in op de behoeften afgestemde noodmaatregelen, in aanvulling op de reactie van de getroffen lidstaten, gericht op het redden van levens, het voorkomen en verlichten van menselijk lijden en het bewaren van de menselijke waardigheid. De noodmaatregelen kunnen bijstand, hulpverlening en waar nodig beschermingsoperaties omvatten teneinde levens te redden en te sparen in geval van rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van noodhulpoperaties noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de getroffen groepen personen, werkzaamheden op korte termijn in verband met het herstel en de wederopbouw, van met name voorzieningen, opslag, vervoer, logistiek en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de noodhulpoperaties, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen en aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding, en die voor een grotere transparantie zorgt.

Alle inkomsten uit financiële bijdragen van openbare en particuliere donoren die zijn geboekt op post 6 0 2 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) 2016/369 van de Raad van 15 maart 2016 betreffende de verstrekking van noodhulp binnen de Unie (PB L 70 van 16.3.2016, blz. 1).

TITEL 19

INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

27 401 502

27 401 502

26 355 353

26 355 353

24 943 127,93

24 943 127,93

Reserves (40 01 40)

673 000

673 000

       
 

28 074 502

28 074 502

26 355 353

26 355 353

24 943 127,93

24 943 127,93

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

264 718 177

243 000 000

199 200 000

224 000 000

271 520 339,12

264 008 350,22

Reserves (40 02 41)

23 077 000

8 000 000

       
 

287 795 177

251 000 000

199 200 000

224 000 000

271 520 339,12

264 008 350,22

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

327 610 000

291 620 770

326 770 000

293 551 000

224 654 218,50

233 006 762,07

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

46 304 783

38 302 500

45 363 394

37 522 500

30 484 924,04

20 680 955,46

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

134 783 000

89 256 383

128 499 000

105 864 006

124 768 565,08

61 539 326,19

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

16 100 000

15 750 000

12 000 000

12 000 000

12 472 671,91

13 651 239,50

 

Titel 19 — Totaal

816 917 462

705 331 155

738 187 747

699 292 859

688 843 846,58

617 829 761,37

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

23 750 000

8 673 000

       
 

840 667 462

714 004 155

738 187 747

699 292 859

688 843 846,58

617 829 761,37

HOOFDSTUK 19 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID”

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

5,2

8 083 456

7 435 317

8 519 214,32

105,39

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

5,2

1 875 396

1 829 787

1 095,10

0,06

 

Artikel 19 01 01 — Subtotaal

 

9 958 852

9 265 104

8 520 309,42

85,56

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

5,2

2 223 847

2 127 246

1 996 200,02

89,76

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

5,2

67 701

61 685

240 551,45

355,31

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

5,2

554 844

557 372

499 779 ,—

90,08

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

5,2

82 367

80 365

32 154,17

39,04

 

Artikel 19 01 02 — Subtotaal

 

2 928 759

2 826 668

2 768 684,64

94,53

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

5,2

522 541

464 286

655 103,68

125,37

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

5,2

388 623

384 084

129 453,21

33,31

 

Artikel 19 01 03 — Subtotaal

 

911 164

848 370

784 556,89

86,10

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

4

7 092 000

6 980 000

6 704 000 ,—

94,53

Reserves (40 01 40)

 

673 000

     
   

7 765 000

6 980 000

6 704 000 ,—

 

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

4

400 000

500 000

415 245 ,—

103,81

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

4

706 727

721 211

679 480,50

96,14

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

4

5 298 000

5 020 000

4 840 851,48

91,37

 

Artikel 19 01 04 — Subtotaal

 

13 496 727

13 221 211

12 639 576,98

93,65

Reserves (40 01 40)

 

673 000

     
   

14 169 727

13 221 211

12 639 576,98

 

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

4

106 000

194 000

230 000 ,—

216,98

 

Artikel 19 01 06 — Subtotaal

 

106 000

194 000

230 000 ,—

216,98

 

Hoofdstuk 19 01 — Totaal

 

27 401 502

26 355 353

24 943 127,93

91,03

Reserves (40 01 40)

 

673 000

     
   

28 074 502

26 355 353

24 943 127,93

 

19 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 083 456

7 435 317

8 519 214,32

Toelichting

Er wordt in de Commissie meer personeel ingezet voor crisisbeheersing om te zorgen voor voldoende capaciteit voor de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeelsleden bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 875 396

1 829 787

1 095,10

Toelichting

De Commissie neemt hooggekwalificeerd, stabiel en gespecialiseerd personeel aan voor kwesties die te maken hebben met mensenrechten.

Er wordt voldoende personeel ingezet voor crisisbeheersing ten behoeve van de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 02 01

Extern personeel bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 223 847

2 127 246

1 996 200,02

19 01 02 02

Extern personeel bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

67 701

61 685

240 551,45

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven bij de centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

554 844

557 372

499 779 ,—

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

82 367

80 365

32 154,17

19 01 03

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met informatie- en communicatietechnologie-uitrusting en -diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

522 541

464 286

655 103,68

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

388 623

384 084

129 453,21

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s in het beleidsterrein „Instrumenten voor het buitenlands beleid”

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 01 04 01

7 092 000

6 980 000

6 704 000 ,—

Reserves (40 01 40)

673 000

   

Totaal

7 765 000

6 980 000

6 704 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook voor bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 02.

19 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

400 000

500 000

415 245 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het GBVB waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit omvat de kosten die verband houden met de actualisering en het onderhoud van de elektronische lijst van geconsolideerde gerichte financiële sancties (e-CTFSL) die noodzakelijk is voor de toepassing van de financiële sancties uit hoofde van de specifieke GBVB-doelstellingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Onder voorbehoud van het definitieve besluit inzake de oprichting van een missieondersteuningsplatform voor de GBVD-missies dient dit krediet ter dekking van administratieve uitgaven voor het missieondersteuningsplatform.

Ontvangsten die voortvloeien uit de GBVD-missies en die worden gebruikt voor de gecentraliseerde ondersteunende diensten en die in artikel 5 5 0 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 91 000 EUR.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 03.

19 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR) — Uitgaven in verband met verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

706 727

721 211

679 480,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 336 727 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit krediet wordt gefinancierd;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

19 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 298 000

5 020 000

4 840 851,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van kennis en beste praktijken, alsook bekendmakingsactiviteiten en andere administratieve of technische bijstand die rechtstreeks samenhangt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de ondersteunende uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 05.

19 01 06

Uitvoerende agentschappen

19 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het partnerschapsinstrument

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

106 000

194 000

230 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het aan het Agentschap gedelegeerde beheer van de projecten die gefinancierd worden met de in hoofdstuk 19 05 opgenomen kredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 19 02 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — CRISISRESPONS, CONFLICTPREVENTIE, VREDESOPBOUW EN CRISISPARAATHEID

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

4

233 718 177

202 000 000

170 200 000

181 000 000

244 513 040,88

208 586 716,66

103,26

Reserves (40 02 41)

 

20 400 000

8 000 000

         
   

254 118 177

210 000 000

170 200 000

181 000 000

244 513 040,88

208 586 716,66

 

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

4

31 000 000

20 000 000

29 000 000

17 000 000

27 000 000 ,—

12 531 498,81

62,66

Reserves (40 02 41)

 

2 677 000

           
   

33 677 000

20 000 000

29 000 000

17 000 000

27 000 000 ,—

12 531 498,81

 

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

4

p.m.

21 000 000

p.m.

26 000 000

7 298,24

42 831 465,14

203,96

19 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

58 669,61

 
 

Artikel 19 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

58 669,61

 
 

Hoofdstuk 19 02 — Totaal

 

264 718 177

243 000 000

199 200 000

224 000 000

271 520 339,12

264 008 350,22

108,65

Reserves (40 02 41)

 

23 077 000

8 000 000

         
   

287 795 177

251 000 000

199 200 000

224 000 000

271 520 339,12

264 008 350,22

 

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02 01

233 718 177

202 000 000

170 200 000

181 000 000

244 513 040,88

208 586 716,66

Reserves (40 02 41)

20 400 000

8 000 000

       

Totaal

254 118 177

210 000 000

170 200 000

181 000 000

244 513 040,88

208 586 716,66

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor een spoedige bijdrage tot stabiliteit door een effectieve respons voor het vrijwaren, het scheppen of het opnieuw scheppen van de voorwaarden die essentieel zijn voor een degelijke uitvoering van het buitenlands beleid van de Unie overeenkomstig artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). De technische en financiële bijstand kan worden verstrekt als antwoord op een noodsituatie, crisis of opkomende crisis, een situatie die een gevaar betekent voor de democratie, de rechtsstaat en de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en fundamentele vrijheden, of de beveiliging en veiligheid van personen, in het bijzonder personen die blootstaan aan gendergerelateerd geweld in onstabiele situaties, of een situatie die dreigt te ontaarden in een gewapend conflict of het (de) betrokken derde land (landen) ernstig dreigt te destabiliseren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02 02

31 000 000

20 000 000

29 000 000

17 000 000

27 000 000 ,—

12 531 498,81

Reserves (40 02 41)

2 677 000

         

Totaal

33 677 000

20 000 000

29 000 000

17 000 000

27 000 000 ,—

12 531 498,81

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen aan de preventie van conflicten en aan het waarborgen van de capaciteit en de paraatheid om met pre- en postcrisissituaties om te gaan en te bouwen aan vrede. Deze technische en financiële bijstand omvat steun voor maatregelen gericht op het opbouwen en versterken van de capaciteit van de Unie en haar partners om conflicten te voorkomen, vrede tot stand te brengen en met pre- en postcrisissituaties om te gaan; waarbij in voldoende mate aandacht moet worden besteed aan de empowerment van vrouwen en aan gendermainstreaming in alle maatregelen en in coördinatie met de Verenigde Naties en andere internationale, regionale en subregionale organisaties, en met overheidsactoren en het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, semioverheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

19 02 51

Voltooiing van de acties op het gebied van crisisrespons en paraatheid (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

21 000 000

p.m.

26 000 000

7 298,24

42 831 465,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semioverheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

19 02 77 01

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

58 669,61

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 03 —   GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

4

18 000 000

17 500 000

18 000 000

17 500 000

18 000 000 ,—

16 793 866,03

95,96

19 03 01 02

EULEX Kosovo

4

92 379 000

77 179 000

70 000 000

79 000 000

86 850 000 ,—

63 661 079,70

82,48

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

4

p.m.

p.m.

40 000 000

35 000 000

11 600 000 ,—

50 607 432,11

 

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

4

149 130 000

146 156 250

83 900 000

78 595 750

91 927 000 ,—

78 599 697,93

53,78

19 03 01 05

Noodmaatregelen

4

29 101 000

14 001 000

62 850 000

30 043 812

0 ,—

0 ,—

0

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

4

5 500 000

2 050 000

8 500 000

1 050 000

191 882,50

149 537,79

7,29

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

4

13 500 000

14 334 520

24 020 000

26 861 438

2 875 000 ,—

11 875 065,77

82,84

 

Artikel 19 03 01 — Subtotaal

 

307 610 000

271 220 770

307 270 000

268 051 000

211 443 882,50

221 686 679,33

81,74

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

4

20 000 000

20 400 000

19 500 000

25 500 000

13 210 336 ,—

11 320 082,74

55,49

 

Hoofdstuk 19 03 — Totaal

 

327 610 000

291 620 770

326 770 000

293 551 000

224 654 218,50

233 006 762,07

79,90

Toelichting

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, moeten een continue dialoog tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement bevorderen met betrekking tot de voornaamste keuzen voor en aspecten van het GBVB van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën. Om de interinstitutionele samenhang inzake het GBVB te verbeteren en up-to-date deskundig advies te kunnen leveren aan alle instellingen, met als doel de ontwikkeling van een consistenter en doeltreffender GBVB, wordt indien nodig gezorgd voor deskundig onderzoek dat relevant is voor het beleid, onder meer door het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie.

19 03 01

Steun voor het behoud van stabiliteit via GBVB-missies en speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Toelichting

Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 000 000

17 500 000

18 000 000

17 500 000

18 000 000 ,—

16 793 866,03

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43).

19 03 01 02

EULEX Kosovo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

92 379 000

77 179 000

70 000 000

79 000 000

86 850 000 ,—

63 661 079,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond. Het is ook bedoeld om de kosten te dragen van de Kosovo Specialist Chambers.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

Besluit (GBVB) 2016/947 van de Raad van 14 juni 2016 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (EULEX KOSOVO) (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 26).

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

40 000 000

35 000 000

11 600 000 ,—

50 607 432,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de sluiting van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met Besluit 2010/279/GBVB.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4).

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

149 130 000

146 156 250

83 900 000

78 595 750

91 927 000 ,—

78 599 697,93

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties dan die van EULEX Kosovo, de Kosovo Specialist Chambers, EUMM Georgia en EUPOL Afghanistan. Het is ook bedoeld om de kosten te dragen van de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en defensieacademie en het op internet gebaseerde systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA, alsook aan de opslagkosten voor civiele GVDB-missies.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit EU-trustfondsen.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 12 december 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).

Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

Besluit 2012/392/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 48).

Besluit 2012/698/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende het opzetten van depotcapaciteit voor civiele crisisbeheersingsmissies (PB L 314 van 14.11.2012, blz.25).

Besluit 2013/233/GBVB van de Raad van 22 mei 2013 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandsverlening inzake geïntegreerd grensbeheer in Libië (EUBAM Libië) (PB L 138 van 24.5.2013, blz. 15).

Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12).

Besluit 2014/219/GBVB van de Raad van 15 april 2014 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Mali (EUCAP Sahel Mali) (PB L 113 van 16.4.2014, blz. 21).

Besluit 2014/486/GVDB van de Raad van 22 juli 2014 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie voor de hervorming van de civiele veiligheidssector in Oekraïne (EUAM Ukraine) (PB L 217 van 23.7.2014, blz. 42).

Besluit (GBVB) 2016/2382 van de Raad van 21 december 2016 tot oprichting van een Europese Veiligheids- en defensieacademie (EVDA) en houdende intrekking van Besluit 2013/189/GBVB (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 60).

Besluit (GBVB) 2017/1425 van de Raad van 4 augustus 2017 betreffende een stabiliseringsoptreden van de Europese Unie in Mopti en Ségou (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 90).

Besluit (GBVB) 2017/1869 van de Raad van 16 oktober 2017 betreffende de adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq) (PB L 266 van 17.10.2017, blz. 12).

19 03 01 05

Noodmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 101 000

14 001 000

62 850 000

30 043 812

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van artikel 19 03 01 waartoe in de loop van het begrotingsjaar wordt besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

Deze post wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

19 03 01 06

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

2 050 000

8 500 000

1 050 000

191 882,50

149 537,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden om de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten vast te stellen. Het kan dienen ter dekking van de kosten voor evaluaties en analyses (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen om de operatie op te starten. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie, of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de posten 19 03 01 01, 19 03 01 02, 19 03 01 03, 19 03 01 04 en 19 03 01 07.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Voorbereidende acties in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 03 01 07

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 500 000

14 334 520

24 020 000

26 861 438

2 875 000 ,—

11 875 065,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit (GBVB) 2017/289 van de Raad van 17 februari 2017 tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/2005 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 42 van 18.2.2017, blz. 13).

Besluit (GBVB) 2017/298 van de Raad van 17 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Centraal-Azië (PB L 43 van 21.2.2017, blz. 209).

Besluit (GBVB) 2017/299 van de Raad van 17 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 43 van 21.2.2017, blz. 214).

Besluit (GBVB) 2017/300 van de Raad van 17 februari 2017 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 43 van 21.2.2017, blz. 219).

Besluit (GBVB) 2017/301 van de Raad van 17 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Sahelregio (PB L 43 van 21.2.2017, blz. 225).

Besluit (GBVB) 2017/346 van de Raad van 27 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 50 van 28.2.2017, blz. 66).

Besluit (GBVB) 2017/347 van de Raad van 27 februari 2017 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 50 van 28.2.2017, blz. 70).

Besluit (GBVB) 2017/348 van de Raad van 27 februari 2017 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 50 van 28.2.2017, blz. 75).

Besluit (GBVB) 2017/380 van de Raad van 3 maart 2017 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten (PB L 58 van 4.3.2017, blz. 29).

19 03 02

Steun aan non-proliferatie en ontwapening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

20 400 000

19 500 000

25 500 000

13 210 336 ,—

11 320 082,74

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van conventionele wapens en operaties ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in handvuurwapens en lichte wapens. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Besluit 2012/662/GBVB van de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten om het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens in het gebied dat valt onder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te beperken (PB L 297 van 26.10.2012, blz. 29).

Besluit 2012/699/GBVB van de Raad van 13 november 2012 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 314 van 14.11.2012, blz. 27).

Besluit 2013/391/GBVB van de Raad van 22 juli 2013 ter ondersteuning van de praktische uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 198 van 23.7.2013, blz. 40).

Besluit 2013/517/GBVB van de Raad van 21 oktober 2013 betreffende steun voor activiteiten van het Internationaal Atoomenergie Agentschap op het gebied van nucleaire beveiliging en verificatie en ter uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 281 van 23.10.2013, blz. 6).

Besluit 2013/668/GBVB van de Raad van 18 november 2013 ter ondersteuning van de activiteiten van de Wereldgezondheidsorganisatie op het gebied van bioveiligheid en biobeveiliging in het kader van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 310 van 20.11.2013, blz. 13).

Besluit 2013/730/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 332 van 11.12.2013, blz. 19).

Besluit 2013/768/GBVB van de Raad van 16 december 2013 betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 56).

Besluit 2014/129/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 71 van 12.3.2014, blz. 3).

Besluit 2014/912/GBVB van de Raad van 15 december 2014 betreffende activiteiten ter ondersteuning van de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer (PSSM) met het doel het risico op illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en de munitie daarvoor in de regio van de Sahel te voorkomen (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 30).

Besluit 2014/913/GBVB van de Raad van 15 december 2014 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode en de non-proliferatie van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 44).

Besluit (GBVB) 2015/203 van de Raad van 9 februari 2015 ter ondersteuning van het voorstel van de Unie voor een internationale gedragscode voor ruimteactiviteiten als bijdrage aan transparantie- en vertrouwenwekkende maatregelen bij ruimteactiviteiten (PB L 33 van 10.2.2015, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2015/259 van de Raad van 17 februari 2015 ter ondersteuning van activiteiten van de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens (OPCW) in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 43 van 18.2.2015, blz. 14).

Besluit (GBVB) 2015/1837 van de Raad van 12 oktober 2015 betreffende de ondersteuning door de Unie van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 266 van 13.10.2015, blz. 83).

Besluit (GBVB) 2015/1908 van de Raad van 22 oktober 2015 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale handvuurwapens en lichte wapens en andere illegale conventionele wapens en illegale munitie om het risico van illegale handel te beperken („iTrace II”) (PB L 278 van 23.10.2015, blz. 15).

Besluit (GBVB) 2015/2215 van de Raad van 30 november 2015 ter ondersteuning van UNSCR 2235 (2015) tot instelling van een gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en van de VN (OPCW-VN) om de daders te identificeren van chemische aanslagen in de Arabische Republiek Syrië (PB L 314 van 1.12.2015, blz. 51).

Besluit (GBVB) 2015/2309 van de Raad van 10 december 2015 betreffende het bevorderen van doeltreffende controle op de wapenuitvoer (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 56).

Besluit (GBVB) 2016/51 van de Raad van 18 januari 2016 betreffende de ondersteuning van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 12 van 19.1.2016, blz. 50).

Besluit (GBVB) 2016/2001 van de Raad van 15 november 2016 betreffende een bijdrage van de Unie aan de oprichting en het veilige beheer van een laagverrijkt-uraniumbank (LEU-bank) onder toezicht van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in het kader van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 308 van 16.11.2016, blz. 22).

Besluit (GBVB) 2016/2356 van de Raad van 19 december 2016 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het Seesac in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 348 van 21.12.2016, blz. 60).

Besluit (GBVB) 2016/2383 van de Raad van 21 december 2016 betreffende steun van de Unie voor activiteiten van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie op het gebied van nucleaire beveiliging en ter uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 74).

Besluit (GBVB) 2017/633 van de Raad van 3 april 2017 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 90 van 4.4.2017, blz. 12).

Besluit (GBVB) 2017/809 van de Raad van 11 mei 2017 ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 121 van 12.5.2017, blz. 39).

Besluit (GBVB) 2017/915 van de Raad van 29 mei 2017 over activiteiten van de Unie ter ondersteuning van de uitvoering van het Wapenhandelsverdrag (PB L 139 van 30.5.2017, blz. 38).

Besluit (GBVB) 2017/1252 van de Raad van 11 juli 2017 ter ondersteuning van de aanscherping van de chemische veiligheid en beveiliging in Oekraïne in overeenstemming met de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor (PB L 179 van 12.7.2017, blz. 8).

Besluit (GBVB) 2017/1424 van de Raad van 4 augustus 2017 betreffende de ondersteuning van de OVSE-activiteiten ter beperking van het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens, lichte wapens en conventionele munitie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en in Georgië (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 82).

Besluit (GBVB) 2017/1428 van de Raad van 4 augustus 2017 ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan van Maputo voor de uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (PB L 204 van 5.8.2017, blz. 101).

HOOFDSTUK 19 04 —   VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

VERKIEZINGSWAARNEMINGSMISSIES

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

4

46 304 783

38 302 500

45 363 394

37 522 500

30 484 924,04

19 591 559,29

51,15

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 089 396,17

 
 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

46 304 783

38 302 500

45 363 394

37 522 500

30 484 924,04

20 680 955,46

53,99

19 04 01

Verbetering van de betrouwbaarheid van verkiezingsprocessen, meer bepaald door verkiezingswaarnemingsmissies

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 304 783

38 302 500

45 363 394

37 522 500

30 484 924,04

19 591 559,29

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en de versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen en -organen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en andere maatregelen voor de monitoring van verkiezingsprocessen en door steun voor de waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 85).

19 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van verkiezingswaarnemingsmissies (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 089 396,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 05 —   SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 05

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN IN HET KADER VAN HET PARTNERSCHAPSINSTRUMENT

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

4

123 263 000

70 610 000

112 899 000

84 191 000

108 653 217,51

36 891 953,83

52,25

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

4

11 520 000

14 646 383

15 600 000

14 628 006

16 115 347,57

15 821 776,57

108,03

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

4

p.m.

4 000 000

p.m.

7 045 000

0 ,—

8 825 595,79

220,64

 

Hoofdstuk 19 05 — Totaal

 

134 783 000

89 256 383

128 499 000

105 864 006

124 768 565,08

61 539 326,19

68,95

19 05 01

Samenwerking met derde landen ter bevordering van uniale en wederzijdse belangen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

123 263 000

70 610 000

112 899 000

84 191 000

108 653 217,51

36 891 953,83

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de samenwerking met derde landen voor de bevordering van de uniale en wederzijdse belangen in het kader van het partnerschapsinstrument, meer bepaald met geïndustrialiseerde en ontwikkelingslanden die een steeds grotere rol in de wereld spelen, met inbegrip van buitenlandse zaken, internationale economie en handel, multilaterale fora, mondiale governance en de aanpak van wereldwijde problemen of problemen waar de Unie aanzienlijk belang bij heeft. De samenwerking omvat maatregelen ter ondersteuning van de bilaterale, regionale en multilaterale betrekkingen van de Unie voor de aanpak van wereldwijde problemen, de tenuitvoerlegging van de internationale dimensie van de strategie „Europa 2020”, kansen voor handel en investeringen en publieke diplomatie en bewustmaking.

Een deel van deze kredieten is bestemd voor de uitvoering van het project „Samenwerking met een noordelijke en zuidelijke trans-Atlantische dimensie”, dat gericht is op een bredere trans-Atlantische dialoog en samenwerking met noordelijke en zuidelijke landen aan de Atlantische Oceaan, teneinde gezamenlijk wereldwijde uitdagingen aan te gaan. Doel is het analyseren van de haalbaarheid van gemeenschappelijke doelen op korte en langere termijn op gebieden als economische samenwerking, mondiale governance, ontwikkelingssamenwerking, klimaatverandering, veiligheid en energie. Deze voorbereidende actie is bedoeld voor de versterking van een trilaterale dialoog, of zelfs van een brede Atlantische dialoog, en om het idee van een algemene Atlantische gemeenschap te promoten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 520 000

14 646 383

15 600 000

14 628 006

16 115 347,57

15 821 776,57

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+- programma.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 234/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 77).

19 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 000 000

p.m.

7 045 000

0 ,—

8 825 595,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van vorige jaren.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semioverheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

HOOFDSTUK 19 06 —   COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

COMMUNICATIE OVER DE UNIE INZAKE EXTERNE BETREKKINGEN

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

4

15 000 000

15 200 000

12 000 000

12 000 000

12 472 671,91

13 651 239,50

89,81

19 06 77

Pilootprojecten en voorbereidende acties

19 06 77 01

Voorbereidende actie — StratCom Plus

4

1 100 000

550 000

         
 

Artikel 19 06 77 — Subtotaal

 

1 100 000

550 000

         
 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

16 100 000

15 750 000

12 000 000

12 000 000

12 472 671,91

13 651 239,50

86,67

19 06 01

Communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 000 000

15 200 000

12 000 000

12 000 000

12 472 671,91

13 651 239,50

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van uitgaven voor communicatie over de Unie inzake externe betrekkingen. De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de centrale diensten, en activiteiten in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie.

Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

 

het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 170 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

 

de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

 

de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

 

de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

 

steun voor voorlichtingsactiviteiten van opinieleiders die stroken met de prioriteiten van de Unie;

 

strategische communicatie, met name in de buurlanden van de Unie en de Westelijke Balkan.

De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

 

websites;

 

contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma's enz.);

 

voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal enz.);

 

organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

 

nieuwsbrieven;

 

voorlichtingscampagnes;

 

strategische communicatie, met name in de buurlanden van de Unie en de Westelijke Balkan.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

19 06 77

Pilootprojecten en voorbereidende acties

19 06 77 01

Voorbereidende actie — StratCom Plus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 100 000

550 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bedoeld om te onderzoeken hoe desinformatie stelselmatiger, doeltreffender en efficiënter bestreden kan worden. Een belangrijk doel is het opbouwen van Uniecapaciteit om desinformatie op feiten te controleren door de vaardigheden van het personeel op dit vlak bij te werken met opleidingen en begeleiding door hiervoor aangewezen deskundigen op het gebied van strategische communicatie, die vervolgens aan het hoofdkantoor verslag uitbrengen over hun waarnemingen, met inbegrip van de taskforce East StratCom.

Daarom zal de voorbereidende actie financiering verstrekken voor : a) opleiding die erop gericht zijn het personeel van de Unie bewust te maken van desinformatiecampagnes; b) de monitoring van desinformatiecampagnes, zowel binnen als buiten de Unie; c) de analyse van gegevens uit een databank van de uitdagingen en vooruitzichten in de heel Europa; d) een betere verwerking van de resultaten van deze analyse, namelijk vertaling en verspreiding in lokale talen. Aangezien desinformatiecampagnes het gemunt hebben op de Unie en haar partnerlanden, kunnen deze activiteiten, afhankelijk van de gestelde prioriteiten, van nut zijn voor medewerkers in : 1) de permanente vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten; 2) de delegaties van de Unie in de landen van het Oostelijk Partnerschap, en 3) de delegaties van de Unie in de landen van de Westelijke Balkan.

De voorbereidende actie zal gezamenlijk worden uitgevoerd door de Commissie (dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid) en de Europese Dienst voor extern optreden.

Deze actie zal de Unie in staat stellen bewustzijn te kweken, het vermogen om te anticiperen, te analyseren en te reageren te vergroten, efficiënter te werk te gaan, de lidstaten beter te bereiken en haar beleidsdoelstellingen beter onder de aandacht te brengen van haar eigen burgers en die van de landen van het Oostelijk Nabuurschap en de Westelijke Balkan, ook in hun eigen taal.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 20

HANDEL

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

98 024 575

98 024 575

95 701 323

95 701 323

92 631 020,14

92 631 020,14

20 02

HANDELSPOLITIEK

17 900 000

16 500 000

17 500 000

16 000 000

16 800 000 ,—

15 149 541,97

 

Titel 20 — Totaal

115 924 575

114 524 575

113 201 323

111 701 323

109 431 020,14

107 780 562,11

HOOFDSTUK 20 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

5,2

54 709 769

54 792 565

52 000 394,03

95,05

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

15 378 247

14 455 314

13 636 488,33

88,67

 

Artikel 20 01 01 — Subtotaal

 

70 088 016

69 247 879

65 636 882,36

93,65

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

5,2

2 947 833

2 986 234

3 143 369,72

106,63

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

8 327 169

7 340 489

7 201 674,38

86,48

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

5,2

4 347 413

4 345 210

4 668 278,98

107,38

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 535 018

1 446 578

1 574 050,21

102,54

 

Artikel 20 01 02 — Subtotaal

 

17 157 433

16 118 511

16 587 373,29

96,68

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

3 536 620

3 421 433

3 998 805,46

113,07

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

7 242 506

6 913 500

6 407 959,03

88,48

 

Artikel 20 01 03 — Subtotaal

 

10 779 126

10 334 933

10 406 764,49

96,55

 

Hoofdstuk 20 01 — Totaal

 

98 024 575

95 701 323

92 631 020,14

94,50

20 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

54 709 769

54 792 565

52 000 394,03

20 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 378 247

14 455 314

13 636 488,33

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 947 833

2 986 234

3 143 369,72

20 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 327 169

7 340 489

7 201 674,38

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Hoofdzetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 347 413

4 345 210

4 668 278,98

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 535 018

1 446 578

1 574 050,21

20 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 536 620

3 421 433

3 998 805,46

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 242 506

6 913 500

6 407 959,03

HOOFDSTUK 20 02 —   HANDELSPOLITIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

13 000 000

11 800 000

13 000 000

11 500 000

12 300 000 ,—

10 083 473,84

85,45

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000 ,—

5 066 068,13

112,58

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 02

Proefproject — Vrouwen en handel: Opstelling van een modelhoofdstuk over gender in vrijhandelsovereenkomsten op basis van gegevens over vrouwen die aan handel deelnemen en vrouwen die aan de binnenlandse economie deelnemen.

4

400 000

200 000

         
 

Artikel 20 02 77 — Subtotaal

 

400 000

200 000

         
 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

17 900 000

16 500 000

17 500 000

16 000 000

16 800 000 ,—

15 149 541,97

91,82

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 000 000

11 800 000

13 000 000

11 500 000

12 300 000 ,—

10 083 473,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale handelsbesprekingen

De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale handelsbesprekingen, om ervoor te zorgen dat het Uniebeleid tot stand komt op basis van de hoogste economische, sociale en ecologische normen, alsook op basis van uitgebreide en actuele deskundigeninformatie, en om coalities te vormen voor de succesvolle afloop daarvan, waaronder:

 

vergaderingen, conferenties en seminars in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van lopende alsook nieuwe handelsbesprekingen;

 

ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie, om het handelsbeleid van de Unie bekend te maken en voorlichting te geven over de verschillende punten en de doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en over onderhandelingsposities in lopende besprekingen, zowel binnen als buiten de Unie;

 

informatieactiviteiten en seminars voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en van de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen.

Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handelsovereenkomsten en handelsbeleid

Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

 

effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen om de mogelijke economische, sociale en milieuvoordelen van handelsovereenkomsten te onderzoeken en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

 

evaluaties van het beleid en de praktijken van het directoraat-generaal Handel, die overeenkomstig zijn meerjarenevaluatieplan moeten worden uitgevoerd;

 

studies door deskundigen en juridische en economische studies in verband met lopende onderhandelingen en bestaande overeenkomsten, beleidsontwikkelingen en handelsgeschillen.

Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van derde landen

Versterking van de capaciteit van derde landen om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale handelsbesprekingen, internationale handelsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelsstelsel, waaronder:

 

projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen, en met inachtneming van overeenkomstige normen op milieu-, dierenwelzijn- en sociaal gebied, om hen aldus in staat te stellen kwalitatief hoogwaardige goederen naar de Unie uit te voeren, hetgeen eveneens bijdraagt aan eerlijkere concurrentievoorwaarden,

 

vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

 

beheer, exploitatie, verdere ontwikkeling en promotie van de exporthelpdesk, die het bedrijfsleven in partnerlanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot EU-markten, zodat bedrijven uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

 

programma's voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO, in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha.

Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

 

onderhoud, exploitatie en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de uitvoer uit en de exporteurs in de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

 

specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

 

conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

 

steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van handelsverplichtingen

Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handelsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

 

uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande EU-wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik;

 

activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van producenten in de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen;

 

activiteiten ter ondersteuning van de adviesgroepen die toezicht houden op de uitvoering van handelsverdragen die in werking zijn getreden. Dit omvat de financiering van de reis- en verblijfskosten van de leden en deskundigen;

 

activiteiten ter verzekering van de tijdige voorbereiding en uitvoering van de taken van de interne adviesgroep en van het gemengd raadgevend comité,

 

activiteiten ter ondersteuning van de verkrijging van relevante gegevens op basis waarvan de interne adviesgroep en het gemengd raadgevend comité besprekingen kunnen voeren,

 

activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden, waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb) over thema's die verband houden met de externe handel;

 

activiteiten die betrekking hebben op de promotie van en de communicatie over handelsovereenkomsten, zowel binnen de Unie als in partnerlanden. Dat gebeurt in hoofdzaak door middel van de productie en de verspreiding van audiovisuele, elektronische en grafische hulpmiddelen en gedrukte publicaties, bijdragen aan voor de handel relevante media en databanken, vertaling van communicatiemateriaal in niet-EU-talen en op de media gerichte acties, met inbegrip van nieuwemediaproducten;

 

ontwikkeling, onderhoud en exploitatie van informatiesystemen ter ondersteuning van de beleidsactiviteiten op het vlak van het beleidsterrein „Handel” zoals: de geïntegreerde database voor statistiek (ISDB), het e-System voor producten voor tweeërlei gebruik, de gegevensbank inzake markttoegang, de exporthelpdesk, de database voor exportkredieten, de systemen SIGL en SIGL Wood, het platform voor het maatschappelijk middenveld en instrumenten voor bewaking en ondersteuning van handelsovereenkomsten.

Juridische bijstand en andere bijstand door deskundigen

Acties om ervoor te zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

 

onderzoeken door deskundigen, met name inspecties, alsmede specifieke onderzoeken en seminars over de vraag of derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten nakomen;

 

de juridische expertise, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is voor de Unie om in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter voor haar standpunten te kunnen opkomen, en andere onderzoeken door deskundigen die nodig zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO;

 

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten gesloten overeenkomstig artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Systemen voor de beslechting van investeringsgeschillen zoals ingesteld bij internationale overeenkomsten

Deze uitgaven dienen voor:

 

vaste kosten voor het functioneren van stelsels van investeringsgerechten (gerecht van eerste aanleg en beroepsinstantie) die voortvloeien uit internationale overeenkomsten gesloten overeenkomstig artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

 

arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen met investeerders uit hoofde van dergelijke internationale overeenkomsten;

 

de betaling van bedragen aan investeerders ingevolge definitieve uitspraken of schikkingen in het kader van dergelijke internationale overeenkomsten.

Activiteiten ter ondersteuning van het handelsbeleid

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven voor vertalingen, persevenementen, informatieverstrekking en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel of de ontwikkeling en invoering van ondersteunende informatiesystemen en instrumenten.

Ontvangsten in het kader van het beheer door de Unie van de financiële verantwoordelijkheden in verband met beslechting van geschillen tussen investeerders en staten kan aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van een brede benadering van de communicatie, die is bedoeld om het grote publiek en alle belanghebbenden te betrekken bij en zo veel mogelijk transparantie te bieden met betrekking tot de activiteiten van het directoraat-generaal Handel, in het bijzonder voor wat het Trans-Atlantisch Partnerschap voor handel en investeringen (TTIP) betreft. Dit zal evenementen omvatten die gericht zijn op betrokkenheid en dialoog, zoals persevenementen of evenementen voor belanghebbenden, het publiceren van informatie, vertalingen, raadplegingen en follow-up en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteiten die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, zoals het onderhoud van de websites van het directoraat-generaal Handel en de Europese commissaris voor Handel. De activiteiten die zijn bedoeld om het publiek en alle belanghebbenden erbij te betrekken, zijn van cruciaal belang voor een transparant, succesvol en breed handelsbeleid.

Rechtsgronden

Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000

4 500 000 ,—

5 066 068,13

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van multilaterale programma's en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren initiatieven en programma's steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, bij de deelneming aan onderhandelingen en bij de uitvoering van handels- en investeringsovereenkomsten en andere handelsgerelateerde initiatieven

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van het vermogen van ontwikkelingslanden om op doeltreffende wijze aan onderhandelingen over handel en investeringen deel te nemen, handels- en investeringsovereenkomsten en andere handelsgerelateerde initiatieven uit te voeren en vervolgmaatregelen te nemen, onder meer wat betreft de plaats van handel en duurzame ontwikkeling in hun arbeids- en milieuperspectieven.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en hoe er het best een gunstige context kan worden bevorderd waarin producenten toegang hebben tot de wereldmarkten.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector, maar kan ook initiatieven omvatten ter ondersteuning van verantwoord ondernemen en eerlijke en ethische handel.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma's van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma's van de Unie.

De Commissie dient jaarlijks een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de „aid for trade”-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan „aid for trade”-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale handelsgerelateerde bijstand.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

20 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

20 02 77 02

Proefproject — Vrouwen en handel: Opstelling van een modelhoofdstuk over gender in vrijhandelsovereenkomsten op basis van gegevens over vrouwen die aan handel deelnemen en vrouwen die aan de binnenlandse economie deelnemen.

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Het project omvat de volgende activiteiten:

  • 1. 
    evaluatie van de bestaande hoofdstukken over gender in vrijhandelsovereenkomsten en de doeltreffendheid daarvan; 2. opstelling van een vragenlijst om informatie te verzamelen over de effecten van handelsovereenkomsten en de handelsbelemmeringen voor bedrijven met een vrouwelijke eigenaar of bedrijfsleider; 3. opleiding van enquêteurs in de geselecteerde lidstaten en partnerlanden; 4. uitvoering van vraaggesprekken en kwaliteitscontrole van de betreffende gegevens; 5. compilatie van een database; 6. opstelling van een verslag met een samenvatting van de voornaamste bevindingen; 7. opstelling van een modelhoofdstuk over gender in vrijhandelsovereenkomsten.

Bij de enquête zullen variabelen over vrouwelijke eigenaars, vrouwelijke bedrijfsleiders en de arbeidsparticipatie van vrouwen in exporterende bedrijven worden verzameld. Zij zal op Unieniveau representatief zijn naar bedrijfsgrootte en exportsector. De vraaggesprekken zullen in alle lidstaten en in geselecteerde derde landen (nader te bepalen in overleg met DG TRADE) worden uitgevoerd.

Bij de enquête zullen de handelsbelemmeringen met alle huidige handelspartners van bedrijven in kaart worden gebracht door aanvullende vragen over bepaalde handelsovereenkomsten die recent zijn gesloten of waarover wordt onderhandeld of heronderhandeld. De lijst van deze overeenkomsten waarover meer gedetailleerde informatie zal worden verzameld, zal in overleg met DG Handel worden opgesteld.

De enquête betreft regelgeving en procedures die de handel belemmeren, bestaande informatielacunes en aanbevelingen aan bedrijven voor verbeteringen. Deze zullen per product en per partnerland worden vermeld en kunnen dus worden gelinkt aan specifieke vrijhandelsovereenkomsten en, afhankelijk van het soort gemeld probleem, aan specifieke bepalingen daarvan.

De verzamelde gegevens zullen nieuw en uniek zijn. Dit proefproject speelt in op de grote vraag bij de onderhandelaars op het gebied van handel (onder meer bij de Wereldhandelsorganisatie). Zij wensen de genderdimensie beter te integreren in de formulering van het handelsbeleid, maar beschikken niet over de nodige gegevens en wetenschappelijke bewijzen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 21

INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

286 222 682

286 222 682

285 334 676

285 334 676

396 595 056,11

396 595 056,11

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

2 893 577 248

2 660 399 473

3 090 914 840

2 693 220 616

2 620 200 320,73

2 707 845 652,14

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

135 400 860

120 000 000

132 804 486

120 000 000

131 141 178,08

125 218 199,03

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

65 900 000

64 200 000

64 900 000

61 000 000

64 393 076 ,—

71 017 553,36

Reserves (40 02 41)

6 250 000

         
 

72 150 000

64 200 000

64 900 000

61 000 000

64 393 076 ,—

71 017 553,36

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

31 505 663

44 000 000

60 884 131

80 000 000

70 369 456 ,—

111 851 482,08

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

32 110 000

32 038 000

31 630 000

35 956 797

31 130 000 ,—

37 087 557 ,—

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

41 712 000

35 915 013

36 374 796

39 130 241

34 774 402,54

34 852 394,53

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

p.m.

6 054 387

p.m.

24 793 208

0 ,—

27 500 969,65

 

Titel 21 — Totaal

3 486 428 453

3 248 829 555

3 702 842 929

3 339 435 538

3 348 603 489,46

3 511 968 863,90

Reserves (40 02 41)

6 250 000

         
 

3 492 678 453

3 248 829 555

3 702 842 929

3 339 435 538

3 348 603 489,46

3 511 968 863,90

HOOFDSTUK 21 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNATIONALE SAMENWERKING EN ONTWIKKELING”

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

67 947 892

68 176 136

66 826 073,14

98,35

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

81 017 107

81 242 523

78 896 112,14

97,38

 

Artikel 21 01 01 — Subtotaal

 

148 964 999

149 418 659

145 722 185,28

97,82

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

2 585 400

2 747 448

2 674 122,38

103,43

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

2 775 723

2 467 391

3 140 763,03

113,15

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

4 330 495

4 355 427

4 523 279,96

104,45

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

3 541 773

3 536 082

3 949 122,87

111,50

 

Artikel 21 01 02 — Subtotaal

 

13 233 391

13 106 348

14 287 288,24

107,96

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

4 392 376

4 257 147

5 138 767,15

116,99

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

16 710 758

16 899 666

16 311 170,55

97,61

 

Artikel 21 01 03 — Subtotaal

 

21 103 134

21 156 813

21 449 937,70

101,64

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

86 064 960

84 993 151

84 533 774,07

98,22

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

4

10 337 861

10 108 836

9 899 022,56

95,76

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP)

4

2 300 000

2 200 000

2 206 696,58

95,94

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

4

1 461 337

1 446 869

1 431 889 ,—

97,98

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

4

285 000

254 000

236 746,47

83,07

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

4

p.m.

p.m.

110 322 763,37

 

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

4

p.m.

p.m.

4 190 672,84

 
 

Artikel 21 01 04 — Subtotaal

 

100 449 158

99 002 856

212 821 564,89

211,87

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

4

2 472 000

2 650 000

2 314 080 ,—

93,61

 

Artikel 21 01 06 — Subtotaal

 

2 472 000

2 650 000

2 314 080 ,—

93,61

 

Hoofdstuk 21 01 — Totaal

 

286 222 682

285 334 676

396 595 056,11

138,56

21 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

67 947 892

68 176 136

66 826 073,14

21 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

81 017 107

81 242 523

78 896 112,14

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 585 400

2 747 448

2 674 122,38

21 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 775 723

2 467 391

3 140 763,03

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 330 495

4 355 427

4 523 279,96

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 541 773

3 536 082

3 949 122,87

21 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven ten behoeve van het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 03 01

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 392 376

4 257 147

5 138 767,15

21 01 03 02

Gebouwen en hiermee gerelateerde uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

16 710 758

16 899 666

16 311 170,55

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma's op het beleidsterrein „Internationale samenwerking en ontwikkeling”

21 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

86 064 960

84 993 151

84 533 774,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) in de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische ondersteuning; uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 7 549 714 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd.

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 02.

21 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 337 861

10 108 836

9 899 022,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 1 613 273 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 95 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd.

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 04.

21 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (IcSP)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 300 000

2 200 000

2 206 696,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 05.

21 01 04 05

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (INSC)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 461 337

1 446 869

1 431 889 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten mogen maximaal 968 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per manjaar, waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het externe personeel dat uit dit begrotingsonderdeel wordt gefinancierd;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 06.

21 01 04 06

Ondersteunende uitgaven voor het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

285 000

254 000

236 746,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning uit hoofde van artikel 21 07 01.

21 01 04 07

Ondersteunende uitgaven voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

110 322 763,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder de Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF) wordt besloten.

Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 95 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2.

21 01 04 08

Ondersteunende uitgaven voor de Commissie beheerde trustfondsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

4 190 672,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, voor maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen tot elk trustfonds zijn benut zoals bepaald in artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit het de trustfondsen en die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 187, lid 7.

21 01 06

Uitvoerende agentschappen

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 472 000

2 650 000

2 314 080 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor de uitvoering van de internationale dimensie van hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4) dat in het kader van hoofdstuk 21 02 aan het Agentschap is toevertrouwd. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de nog lopende acties voor de programmaperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij DCI-begunstigden betrokken zijn.

Het Agentschap zal ook een jaarlijkse bijdrage ontvangen die wordt gefinancierd met kredieten onder artikel 21 02 09. Hierdoor kan het programma voor mobiliteit binnen de ACS worden voortgezet, dat tot doel heeft de studentenmobiliteit in Afrika te bevorderen, dat tot 2013 werd gefinancierd met middelen uit het 10e Europees Ontwikkelingsfonds.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma ' s van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het Europees Ontwikkelingsfonds.

Het strategische partnerschap Afrika-EU: Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 8-9 december 2007.

HOOFDSTUK 21 02 —   INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 02

INSTRUMENT VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (DCI)

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

4

348 496 260

233 097 181

333 350 242

245 571 576

348 535 583 ,—

131 567 107,95

56,44

21 02 02

Samenwerking met Azië

4

809 848 013

441 268 119

771 719 915

310 000 000

674 729 559,40

218 296 298,57

49,47

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

4

151 513 771

72 970 655

128 810 250

56 000 000

85 030 000 ,—

53 612 816,32

73,47

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

4

83 196 862

39 512 058

66 497 174

25 000 000

66 504 914 ,—

28 277 103 ,—

71,57

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

4

199 417 199

143 024 026

238 677 685

90 000 000

234 915 513,82

81 827 074,28

57,21

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

4

20 000 000

26 686 637

59 770 001

16 446 000

64 245 800 ,—

7 549 794,70

28,29

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

4

202 400 645

138 520 000

178 927 294

95 000 000

175 668 413,67

86 950 620,83

62,77

21 02 07 02

Duurzame energie

4

89 955 842

65 000 000

78 523 242

63 100 000

86 191 411,64

37 000 000 ,—

56,92

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

4

205 874 058

179 400 000

153 741 313

138 000 000

163 633 821 ,—

135 466 549,78

75,51

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

4

217 393 286

140 000 000

192 181 168

110 000 000

205 268 717,29

81 640 188,46

58,31

21 02 07 05

Migratie en asiel

4

51 531 564

130 000 000

404 973 912

115 722 000

58 269 112 ,—

27 029 810,30

20,79

 

Artikel 21 02 07 — Subtotaal

 

767 155 395

652 920 000

1 008 346 929

521 822 000

689 031 475,60

368 087 169,37

56,38

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

4

205 954 810

150 800 000

191 932 988

130 000 000

186 393 445,46

103 632 446,91

68,72

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

68 651 603

39 900 000

63 310 996

25 000 000

60 291 733 ,—

20 365 468,19

51,04

 

Artikel 21 02 08 — Subtotaal

 

274 606 413

190 700 000

255 243 984

155 000 000

246 685 178,46

123 997 915,10

65,02

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

4

130 820 662

105 041 165

109 203 732

124 670 461

93 468 112 ,—

51 074 376,20

48,62

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

4

102 428 673

103 495 100

108 922 928

93 812 842

115 352 483 ,—

86 867 447,24

83,93

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

4

344 000

340 000

372 000

372 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

4

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 500 000

0 ,—

2 517 338,78

100,69

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

4

p.m.

10 000 000

p.m.

16 000 000

0 ,—

17 740 974,26

177,41

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

p.m.

50 000 000

p.m.

110 000 000

0 ,—

242 738 904,61

485,48

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

4

p.m.

337 765 334

p.m.

392 352 245

432,45

619 044 704,91

183,28

21 02 51 04

Voedselzekerheid

4

p.m.

55 000 000

p.m.

80 000 000

617,67

122 716 489,37

223,12

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

4

p.m.

35 000 000

p.m.

65 000 000

0 ,—

115 629 698,23

330,37

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

4

p.m.

50 000 000

p.m.

85 000 000

0 ,—

126 274 072,91

252,55

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

4

p.m.

14 350 250

p.m.

34 000 000

651,33

56 427 832,86

393,22

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)

4

p.m.

85 163 000

p.m.

260 218 059

0 ,—

242 767 373,85

285,06

 

Artikel 21 02 51 — Subtotaal

 

p.m.

637 278 584

p.m.

1 042 570 304

1 701,45

1 543 340 051 ,—

242,18

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

4

p.m.

p.m.

p.m.

313 751

0 ,—

67 004,40

 

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

892 157

p.m.

700 161

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 04

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

4

p.m.

150 000

p.m.

p.m.

0 ,—

63 154,87

42,10

21 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

94 879,44

 

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

299 174,12

 

21 02 77 08

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

748 147,49

 

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 625 334 ,—

 

21 02 77 11

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

156 721 ,—

 

21 02 77 12

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

1 650 066

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 14

Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF)

4

p.m.

500 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

4

p.m.

p.m.

p.m.

1 081 125

0 ,—

1 026 471,81

 

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

4

p.m.

350 000

p.m.

500 000

0 ,—

2 102 918 ,—

600,83

21 02 77 17

Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

4

p.m.

950 000

p.m.

995 658

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

4

p.m.

387 828

p.m.

749 738

100 000 ,—

2 411 434 ,—

621,78

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

4

p.m.

372 604

p.m.

490 000

150 000 ,—

914 790,50

245,51

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

4

p.m.

494 423

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

 

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

4

p.m.

268 870

p.m.

200 000

0 ,—

321 130 ,—

119,44

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

4

p.m.

1 275 000

750 000

675 000

750 000 ,—

0 ,—

0

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

4

p.m.

400 000

750 000

500 000

700 000 ,—

0 ,—

0

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor (GPAA) in Zuid-Sudan

4

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management (PRM) in Kenia en Tanzania

4

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

0 ,—

0 ,—

0

21 02 77 28

Proefproject — Steun voor de stedelijke dimensie van ontwikkelingssamenwerking: vergroting van de financiële capaciteiten van steden in ontwikkelingslanden met het oog op een productieve en duurzame stedelijke ontwikkeling

4

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

21 02 77 29

Voorbereidende actie — Steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden

4

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

21 02 77 30

Voorbereidende actie — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

4

p.m.

p.m.

1 500 000

500 000

     

21 02 77 31

Proefproject — Santé pour tous — Gezondheid voor iedereen — Een gemeenschappelijk project van Aimes-Afrique (Togo) en Aktion PiT-Togohilfe e.V. (Duitsland)

4

1 200 000

850 000

500 000

250 000

     

21 02 77 32

Voorbereidende actie — Jonge Europese vrijwilligers ten dienste van ontwikkeling

4

1 000 000

500 000

         

21 02 77 33

Proefproject — Bevordering van transparantie en effectbeoordelingen voor lokale autoriteiten in Guatemala

4

450 000

225 000

         

21 02 77 34

Proefproject — Bomen voor Afrika

4

600 000

300 000

         
 

Artikel 21 02 77 — Subtotaal

 

3 250 000

11 565 948

7 500 000

9 455 433

1 700 000 ,—

10 831 159,63

93,65

 

Hoofdstuk 21 02 — Totaal

 

2 893 577 248

2 660 399 473

3 090 914 840

2 693 220 616

2 620 200 320,73

2 707 845 652,14

101,78

Toelichting

De hoofddoelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Unie is armoedebestrijding, als vastgesteld in het Verdrag. De Europese consensus inzake ontwikkeling biedt het algemene kader, de richting en het zwaartepunt voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 233/2014.

Deze kredieten dienen ter dekking van armoedevermindering, duurzame economische, sociale en ecologische ontwikkeling en het consolideren en ondersteunen van democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten en de relevante beginselen van internationaal recht, met inbegrip van de beginselen die zijn opgenomen in de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling en in het nieuwe kader voor de internationale ontwikkeling in de periode na 2015. Indien nodig wordt gestreefd naar synergieën met andere Unie-instrumenten op het gebied van extern beleid, zonder dat hierbij de focus op voornoemde basisdoelstellingen verloren gaat.

In principe moet 100 % van de uitgaven in de geografische programma's en ten minste 95 % van de uitgaven in de thematische programma's en 90 % van de uitgaven in het pan-Afrikaans programma voldoen aan de criteria van de OESO/DAC voor officiële ontwikkelingshulp.

Als algemene regel moet ten minste 20 % van de kredieten worden gebruikt voor sociale basisvoorzieningen en secundair onderwijs. Voorts moet het DCI bijdragen tot het behalen van de doelstelling om ten minste 20 % van de begroting van de Unie te besteden aan een koolstofarme en klimaatresistente maatschappij.

21 02 01

Samenwerking met Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

348 496 260

233 097 181

333 350 242

245 571 576

348 535 583 ,—

131 567 107,95

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit artikel heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, gelijkheid, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, alsook tot de totstandkoming van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.

De Commissie moet jaarlijks verslag blijven uitbrengen over de in het verleden gebruikte benchmark voor steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sectoren en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie zich ervoor inzetten te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de steun in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking zal worden toegewezen aan elementaire sociale voorzieningen, met speciale aandacht voor gezondheid en onderwijs en middelbaar onderwijs, als gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat ook hier een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld in gevallen van buitengewone steun. Dit krediet dient ter dekking van de samenwerking in ontwikkelingslanden, -gebieden en -regio' s in Latijns-Amerika om:

 

bij te dragen tot de verwezenlijking van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling in de regio;

 

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van investeringen op de nationale economie, met name wat de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten betreft;

 

gendergelijkheid te ondersteunen door ondersteunende acties ter bestrijding van schadelijke traditionele praktijken als kindhuwelijken, alsmede de verbetering van de positie van vrouwen te ondersteunen;

 

de ontwikkeling te bevorderen van het maatschappelijk middenveld;

 

armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en sociale cohesie te stimuleren;

 

bij te dragen aan de verbetering van de sociale normen, met specifieke aandacht voor onderwijs, met inbegrip van beroepsopleiding, en gezondheid, en aan de verbetering van de stelsels voor sociale bescherming;

 

een klimaat te stimuleren dat gunstiger is voor economische groei en een betere productiesector, kennisoverdracht te stimuleren en contacten en samenwerking tussen actoren uit het biregionale bedrijfsleven;

 

de ontwikkeling van de particuliere sector te stimuleren, met bijvoorbeeld een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat via onder meer eigendomsrechten, de administratieve lasten te verminderen, de toegang tot krediet te verbeteren en associaties van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren;

 

inspanningen te ondersteunen voor voedselzekerheid en de strijd tegen ondervoeding;

 

de regionale integratie te ondersteunen; in Midden-Amerika de ontwikkeling van regio's te stimuleren via van de associatieovereenkomst EU-Midden-Amerika afgeleide grotere voordelen;

 

het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren, ook van water, en de klimaatverandering te bestrijden (aanpassing en vermindering van de gevolgen);

 

inspanningen voor de verbetering van het behoorlijk bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

 

beleidshervormingen te ondersteunen, met name op het vlak van justitie en veiligheid, en bijhorende acties te ondersteunen om de ontwikkeling van landen en regio's te verbeteren.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

De kredieten voor deze post zijn onderworpen aan evaluaties die onder meer betrekking hebben op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 02

Samenwerking met Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

809 848 013

441 268 119

771 719 915

310 000 000

674 729 559,40

218 296 298,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingsacties in ontwikkelingslanden in Azië, vooral de landen waar de armste en kwetsbaarste mensen wonen, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan de aanpak van irreguliere migratie, de ontwikkeling en het bestuur van economie en maatschappij, de verbetering van de mensenrechtensituatie, democratisering, gendergelijkheid, jeugdzaken, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, regionale samenwerking, handel, acties voor rampenpreventie en voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatie-technologie.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van voorzitter Juncker, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter dekking van acties inzake inclusieve en duurzame groei voor menselijke ontwikkeling. Sectoren die kunnen worden aangepakt, zijn onder meer:

 

migratie;

 

gendergelijkheid en jeugdzaken;

 

sociale bescherming en werkgelegenheid, en universele toegang tot gezondheid en onderwijs;

 

bedrijfsklimaat, regionale integratie en wereldmarkten;

 

duurzame landbouw, voeding en energie;

 

klimaatverandering en milieu;

 

bevorderen van sociale cohesie, in het bijzonder sociale inclusie, een eerlijke inkomensverdeling, waardig werk en gelijke kansen;

 

oprichten van inclusieve partnerschappen rond handel, investering, hulp, migratie, burgerlijke stand, onderzoek, innovatie en technologie;

 

ondersteunen van een actief en georganiseerd maatschappelijk middenveld voor ontwikkeling en bevorderen van publiek-private partnerschappen;

 

ondersteunen van beperking van en aanpassing aan klimaatverandering, de bevordering van duurzame consumptie en productie evenals investeringen in schone technologieën, duurzame energie, vervoer, duurzame landbouw en visserij, de bescherming en versterking van biodiversiteit en ecosysteemdiensten, met inbegrip van water, sanitaire voorzieningen en bossen, en fatsoenlijke banen in de groene economie, inclusief voor jongeren en vrouwen;

 

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

 

bijdragen aan het voorkomen van en reageren op gezondheidsrisico's, met inbegrip van die risico's die voortvloeien uit het contact tussen dieren, mensen en hun verschillende omgevingen;

 

ondersteunen van rampenparaatheid en herstel na rampen op lange termijn, inclusief op het gebied van voedsel- en voedingszekerheid en hulp aan ontwortelde bevolkingsgroepen;

 

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector.

Dit krediet dient voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten, inclusief de rechten van kinderen en vrouwen, en de rechtsstaat;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

bouwen en versterken van legitieme, doeltreffende en verantwoordelijke overheidsinstellingen en -instanties, door het bevorderen van institutionele hervormingen (inclusief op het vlak van goed bestuur en corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, belastingheffing en hervorming van openbaar bestuur) en wetgevende, administratieve en regelgevende hervormingen in overeenstemming met internationale normen, in het bijzonder in zwakke staten en landen in conflict- en postconflictsituaties;

 

in de context van de verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling, bestrijden van corruptie en georganiseerde misdaad, drugsproductie, drugsgebruik en drugshandel en van andere vormen van illegale handel, en het ondersteunen van efficiënt grensbeheer en grensoverschrijdende samenwerking.

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen zonder de onvoltooide millenniumdoelstellingen uit het oog te verliezen, alsook tot de bevordering van democratie, behoorlijk bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 03

Samenwerking met Centraal-Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

151 513 771

72 970 655

128 810 250

56 000 000

85 030 000 ,—

53 612 816,32

Toelichting

Dit krediet dient om bij te dragen tot de uitbanning van armoede en de totstandbrenging van omstandigheden voor duurzame en inclusieve economische en sociale ontwikkeling, sociale cohesie, democratisering en een verbetering van het leven van de mensen. De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van voorzitter Juncker, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale Uniestrategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

De bilaterale programma's zijn toegespitst op de bevordering van duurzame groei, geïntegreerde plattelandsontwikkeling, mogelijkheden voor inkomensgenerering en scheppen van werkgelegenheid in plattelandsgebieden en bevordering van voedselzekerheid; hervormingen op het vlak van de rechtsstaat, bevordering van democratisering en mensenrechten, transparantie en corruptiebestrijdingsmaatregelen en ondersteuning van het beheer van de overheidsfinanciën; de oprichting van een doeltreffend onderwijsstelsel dat is gericht op hoogwaardig secundair en beroepsonderwijs dat is afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt; ondersteuning van de gezondheidszorg door een verbeterde en billijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg en ondersteunen van economische investeringen.

Regionale programma's hebben tot doel een brede dialoog en samenwerking tussen de Centraal-Aziatische landen tot stand te brengen, in het bijzonder in gebieden waar de algemene veiligheid en stabiliteit in het gedrang kunnen komen.

De programma's worden uitgevoerd met permanente focus op de meest behoeftigen. Horizontale vraagstukken, zoals milieu- en klimaatverandering, rampenrisicobeperking, lokaal bestuur, corruptiebestrijding, mensenrechten, gendergelijkheid en jeugdzaken, zullen worden geïntegreerd in alle programma's van de Unie.

Als er sprake is van zinnige hervormingsinspanningen van de overheid en van reële democratiseringsprocessen, is verlening van steun hiervoor een prioriteit. Op dezelfde manier hangen de toewijzingen voor programma’s op het gebied van grensbeheer en drugsbestrijding af van het vooruitzicht van het behalen van significante resultaten. De samenwerking met maatschappelijke organisaties vormt een belangrijk onderdeel van de samenwerking. Steeds meer zal voor de uitvoering van deze programma's een beroep worden gedaan op samenwerking met de agentschappen van de lidstaten en gecombineerde financiering met middelen van internationale financiële instellingen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 04

Samenwerking met het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

83 196 862

39 512 058

66 497 174

25 000 000

66 504 914 ,—

28 277 103 ,—

Toelichting

De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van voorzitter Juncker, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Er moet voorrang worden verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, de vrijheid van pers en media, de vrijheid van godsdienst en geloof, met inbegrip van het recht een geloof af te vallen, de bevordering en bescherming van digitale vrijheden, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap. Voorts moet de aandacht uitgaan naar versterking van gezondheidsstelsels, met name met het oog op de uitbanning van polio na de recente uitbraken van die ziekte in Syrië, naar het milieu, handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en de bevordering van digitale vrijheden met betrekking tot internet en het gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, LGBTI, etnische en religieuze minderheden, atheïsten en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Dit krediet dient onder meer voor acties met betrekking tot:

 

democratie, mensenrechten en de rechtsstaat;

 

versterken van de capaciteit om eenieder toegang te verschaffen tot sociale basisvoorzieningen, in het bijzonder in de gezondheids- en onderwijssector;

 

aanmoedigen van meer regionale integratie en samenwerking op een resultaatgerichte manier, via ondersteuning aan verschillende processen van regionale integratie en dialoog;

 

gendergelijkheid en de versterking van de positie van vrouwen en meisjes;

 

beheer van de publieke sector;

 

fiscaal beleid en administratie;

 

corruptie en transparantie;

 

maatschappelijk middenveld en lokale overheden;

 

verwevenheid van veiligheid en ontwikkeling;

 

ondersteuning van microfinancieringsprogramma's;

 

capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen om te voldoen aan de hygiëne- en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt;

 

steun voor vluchtelingen en ontheemden;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 05

Samenwerking met Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 417 199

143 024 026

238 677 685

90 000 000

234 915 513,82

81 827 074,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.

De hieronder beschreven gebieden moeten de nodige aandacht krijgen en de gezamenlijk overeengekomen strategieën, partnerschappen, samenwerkings- en handelsovereenkomsten moeten erin te vinden zijn. De prioriteiten worden bepaald in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van voorzitter Juncker, de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen, waarbij wordt voortgebouwd op de Europese consensus inzake ontwikkeling, de integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en de daaruit voortvloeiende conclusies van de Raad.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt. De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen:

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

De Unie moet de financiële steun aan Afghanistan op bijvoorbeeld het gebied van gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, het voorkomen van kindersterfte, verbetering van gezondheidsstelsels en uitbanning van polio in een van de laatste landen waar deze ziekte endemisch is) en kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dammen enz.) verhogen en zich voorts inzetten voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van maatregelen op het gebied van arbeidszekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor de bescherming van de mensenrechten, inclusief de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 06

Samenwerking met Zuid-Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

26 686 637

59 770 001

16 446 000

64 245 800 ,—

7 549 794,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan de regering van Zuid-Afrika bij het terugdringen van de werkloosheid en de hervorming van het onderwijs-, opleidings- en innovatiesysteem, zodat het kan bijdragen tot verbetering van de economische prestaties van dat land (60% van de leerlingen verlaat de school vóór het eindexamen, en maar 12% van de leerlingen behaalt een diploma dat toegang verleent tot de universiteit) en dient om Zuid-Afrika te helpen bij het vervullen van zijn rol inzake ontwikkeling en transformatie, met inbegrip van een betere dienstverlening.

Met zijn groeitraject heeft Zuid-Afrika niet op het vereiste niveau werkgelegenheid kunnen creëren en de gebrekkige toegang tot de arbeidsmarkt en looninkomen heeft afbreuk gedaan aan de inspanningen om armoede, werkloosheid en ongelijkheid terug te dringen. Het werkloosheidspercentage bedraagt momenteel ongeveer 27% van de beroepsbevolking, waarbij meer dan 50% van de jongeren (15-24 jaar) werkloos is. Er waren in Zuid-Afrika ook 14 miljoen jongeren die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's), hetgeen neerkomt op 39% van de bevolking in de werkende leeftijd. De Zuid-Afrikaanse mismatch tussen de vraag naar halfgeschoolde of geschoolde arbeidskrachten en een overaanbod van ongeschoolde of laaggeschoolde arbeidskrachten is een belangrijke oorzaak van de hoge werkloosheid. Voorts zijn de gebrekkige coördinatie bij de planning en uitvoering van het Zuid-Afrikaanse nationale innovatiesysteem tussen de verscheidene overheidsinstanties en de ontoereikende samenhang tussen de academische wereld en onderzoekscentra enerzijds en het bedrijfsleven anderzijds de belangrijkste belemmeringen om armoedebestrijding en inclusieve groei in Zuid-Afrika aan te pakken. Inclusieve groei wordt ook belemmerd door de slechte werking van de lokale overheden en het onvermogen van de gemeenten om te voorzien in een stabiele en kwaliteitsvolle basisdienstverlening, hetgeen resulteert in een klimaat dat niet bevorderlijk is voor lokale economische ontwikkeling en werkgelegenheid.

Verwacht wordt dat een deel van dit krediet zal bijdragen tot de bevordering van: a) de inzetbaarheid in Zuid-Afrika door een verbetering van de onderwijsmogelijkheden, alsook de kansen op werkgelegenheid en een betere afstemming tussen vaardigheden en de behoeften van de arbeidsmarkt door een betere ontwikkeling van de vaardigheden en arbeidsbemiddeling; b) een betere toegang tot en hogere kwaliteit van technisch en beroepsonderwijs en -opleiding, alsook de kwaliteit en relevantie ervan voor de arbeidsmarkt en c) de versterking van opleidingen op de werkvloer.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om voort te bouwen op de lessen die zijn getrokken uit vorige ervaringen om grotere sociale en economische voordelen te halen uit wetenschap, technologie en innovatie voor alle Zuid-Afrikanen.

Voorts zal een deel van dit krediet naar verwachting ook worden gebruikt om de capaciteit van de lokale autoriteiten te verbeteren om toegang te verlenen tot essentiële diensten en aldus armoede en ongelijkheid te bestrijden door een beter beheer van de overheidsfinanciën, behoorlijk bestuur, inspraak en innovatie. De steun zou toegespitst kunnen zijn op de inzet van innovatie als instrument ter versterking van de capaciteit om een basisdienstverlening te verstrekken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07

Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

Toelichting

Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder Verordening (EU) nr. 233/2014 vallen.

Dit krediet dient ter dekking van armoedebestrijding en de bevordering van duurzame ontwikkeling als onderdeel van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het programma heeft ten doel de inclusieve duurzame ontwikkeling te ondersteunen door de belangrijkste mondiale collectieve goederen en uitdagingen op een flexibele en horizontale manier aan te pakken. De belangrijkste gebieden omvatten milieu en klimaatverandering, duurzame energie, menselijke ontwikkeling (met inbegrip van gezondheid, onderwijs, gender, gelijkheid, identiteit, werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming, sociale integratie en aspecten met betrekking tot economische ontwikkeling zoals groei, werkgelegenheid, handel en betrokkenheid van de privésector), voedsel- en nutritionele zekerheid, duurzame landbouw en migratie en asiel. Dit thematische programma maakt het tevens mogelijk snel te reageren op onvoorziene gebeurtenissen en wereldwijde crises die de armste bevolkingsgroepen treffen. Door synergieën tussen de diverse sectoren te creëren vermindert het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen de versnippering van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie en vergroot het de coherentie en complementariteit met andere Unieprogramma's en -instrumenten. Ten minste 50 % van de middelen moet — voorafgaand aan de toepassing van de indicatoren op basis van de OESO-methodiek (de „Rio-indicatoren”) — dienen voor klimaatmaatregelen en milieudoelstellingen.

21 02 07 01

Milieu en klimaatverandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

202 400 645

138 520 000

178 927 294

95 000 000

175 668 413,67

86 950 620,83

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel milieu en klimaatverandering van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal met name worden gebruikt voor de financiering van initiatieven op de volgende gebieden: aanpassing aan en vermindering van de klimaatverandering en overgang naar klimaatbestendige koolstofarme samenlevingen, in het bijzonder door de ondersteuning van de uitvoering van nationaal bepaalde bijdragen voor klimaatmaatregelen die zijn voorbereid door alle partijen bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering met het oog op de Klimaatovereenkomst van Parijs; bescherming, verbetering en duurzaam beheer van natuurlijke rijkdom (bv. biodiversiteit, ecosysteemdiensten, bossen, land, water); transformatie naar een inclusieve, groene economie; integratie van milieu, klimaatverandering en rampenrisicobeperking in de Unieprogramma's voor ontwikkelingshulp; internationaal beheer van milieu en klimaat. Er moet aandacht worden besteed aan hieraan gerelateerde kwesties in verband met behoorlijk bestuur en er moet steun worden verleend voor het nastreven van de desbetreffende mondiale doelen, bijvoorbeeld de duurzaamheidsdoelstellingen die worden bepaald in een ontwikkelingskader voor de periode na 2015. Dit krediet zal ook worden gebruikt ter aanmoediging van publiek-private partnerschappen om de klimaatverandering te bestrijden en groene-energieprojecten in de infrastructuur-, telecommunicatie- en andere sectoren te ondersteunen.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 02

Duurzame energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

89 955 842

65 000 000

78 523 242

63 100 000

86 191 411,64

37 000 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel duurzame energie van het thematisch programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Het zal worden gebruikt ter bevordering van de toegang tot betrouwbare, veilige, betaalbare, klimaatvriendelijke en duurzame energiediensten als essentiële motor voor uitbanning van armoede en voor inclusieve groei en ontwikkeling, met bijzondere nadruk op het gebruik van lokale en regionale energie uit hernieuwbare bronnen en het garanderen van toegang voor armen en in afgelegen gebieden. Voorts zal steun worden verleend aan investeringen en publiek-private partnerschappen om de energie-efficiëntie te verbeteren bij het opwekken, het overbrengen, de distributie en het intelligente gebruik van energie, onder meer door de uitvoering van innovatieve projecten te ondersteunen in arme stedelijke en semistedelijke omgevingen. Daarnaast wordt ook gedacht aan acties voor de opbouw van strategische allianties om doelstellingen op het gebied van duurzame energie te verwezenlijken door het bevorderen van de dialoog en de coördinatie met cruciale partners.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. De bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen uit Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 03

Menselijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

205 874 058

179 400 000

153 741 313

138 000 000

163 633 821 ,—

135 466 549,78

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in ontwikkelingslanden in het kader van het onderdeel menselijke ontwikkeling, dat betrekking heeft op gezondheid, onderwijs, cultuur, genderkwesties en andere aspecten van menselijke ontwikkeling, van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen. Het moet vooral ten goede komen aan de armste lagen van de bevolking in de landen waarvoor het is bestemd.

Met de gezondheidscomponent wordt ondersteuning verleend aan duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 3 (Gezondheid en welzijn voor iedereen, op elke leeftijd), namelijk universele toegang tot essentiële gezondheidszorg van goede kwaliteit, gezondheid van moeder en kind, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, toegang tot gezinsplanning, uitbanning van polio, bescherming tegen en behandeling van hiv/aids, tuberculose, malaria en andere armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, en toegang tot psychologische hulp voor slachtoffers van geweld.

Er wordt steun verleend voor gelijke toegang tot onderwijs en een goede onderwijskwaliteit als onderdeel van de uitvoering van duurzame-ontwikkelingsdoelstelling 4 (Goed onderwijs met gelijke kansen en een leven lang leren voor iedereen), inclusief voor migranten, vrouwen en meisjes en mensen uit landen die zich in een aanslepende crisissituatie bevinden, met bijzondere aandacht voor landen die het verst verwijderd zijn van de mondiale streefdoelen.

In aansluiting op de gezamelijke mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad „Naar een EU-strategie voor internationale culturele betrekkingen” (JOIN(2016) 29 final), wordt cultuur ondersteund als een motor van ontwikkeling en een katalysator voor sociale integratie, maatschappelijke veerkracht en pluralisme, vreedzaam samenleven en wederzijds respect.

Gendergelijkheidsvraagstukken worden ondersteund ten behoeve van de tenuitvoerlegging van duurzameontwikkelingsdoelstelling 5 (Gendergelijkheid en empowerment voor vrouwen en meisjes verwezenlijken).

Ook zal steun worden verleend aan maatregelen die tot doel hebben regeringen te helpen bij een betere inzet en doeltreffende benutting van binnenlandse inkomsten voor duurzame menselijke ontwikkeling.

Wat gendergelijkheid betreft, worden programma’s ondersteund ter versterking van de economische en sociale positie van vrouwen en meisjes. Aanpak van seksueel en gendergerelateerd geweld en hulp aan slachtoffers zijn eveneens prioriteiten. Ondersteuning van het uitbannen van geslachtsselectie is ook een van de doelstellingen.

Het krediet kan ook worden gebruikt voor activiteiten op het gebied van hulp aan kinderen en jongeren; met name activiteiten die gericht zijn op de volledige uitoefening van rechten en versterking van de positie van jongeren in het algemeen, en van meisjes in het bijzonder, activiteiten op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs, non-discriminatie, de bestrijding van discriminatie; werkgelegenheid, vaardigheden, sociale bescherming en sociale insluiting; groei, werkgelegenheid, betrokkenheid van de privésector en cultuur.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden ondersteunen om het parlementair toezicht, de auditcapaciteit en de transparantie te vergroten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 04

Voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

217 393 286

140 000 000

192 181 168

110 000 000

205 268 717,29

81 640 188,46

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiële ondersteuning van acties in het kader van het onderdeel voedselzekerheid en duurzame landbouw van het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen.

Op het vlak van voedsel- en voedingszekerheid en duurzame landbouw is de algemene doelstellingen om de voedselzekerheid voor de armsten en meest kwetsbaren te verbeteren en zo armoede en honger te helpen uitbannen voor de huidige en toekomstige generaties, en om ondervoeding te bestrijden en zo de kindersterfte terug te dringen. Deze doelstelling stemt overeen met het Uniebeleid en wordt toegespitst op een beter inkomen voor kleine boeren, op meer weerbaarheid voor kwetsbare gemeenschappen en op hulp aan partnerlanden om tussen nu en 2025 het aantal kinderen met een ontwikkelingsachterstand met 7 miljoen te verminderen. Voedselzekerheid is een wereldwijd probleem en dus wordt het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen toegespitst op activiteiten en manieren om collectieve goederen en uitdagingen aan te pakken die een sterke hefboom zijn voor de landbouw, de veeteelt en de visserij, de toestand van huishoudens inzake voedsel- en voedingszekerheid, de plattelandseconomie en voedselsystemen, en de weerbaarheid van de meest kwetsbare huishoudens tegen schokken en spanningen. Hiermee wordt de steun die via de geografische programma's wordt geboden, aangevuld en krijgt hij meer waarde.

Het thema bevat de volgende drie onderdelen:

 

Onderdeel 1: Kennis verwerven en uitwisselen en innovatie stimuleren waarmee met name op internationaal en continentaal niveau nieuwe kennis over problemen inzake voedsel- en voedingszekerheid kan worden verworven en toegepast. Voor dit onderdeel wordt samengewerkt met bestaande wereldwijde en regionale initiatieven, maar wordt ook uitgekeken naar nieuwe partnerschappen die nodig zijn om te waarborgen dat kennis die is vergaard via onderzoek, door de begunstigden wordt gebruikt om hun inkomen en levensonderhoud te verbeteren.

 

Onderdeel 2: Versterken en stimuleren van bestuur en capaciteit op wereldwijd, continentaal, regionaal en nationaal niveau, voor alle belanghebbenden. Met dit onderdeel worden internationale initiatieven ondersteund om voedsel- en voedingszekerheid aan te pakken, met inbegrip van land en duurzame visserij, en de efficiëntie te verbeteren van de dialoog over voedsel- en voedingszekerheid. Het zal ook gecoördineerde internationale inspanningen stimuleren om te komen tot betrouwbare, toegankelijke en tijdige informatie en analytische capaciteit om op feiten gebaseerde beleidsvorming te stimuleren en om regionale en nationale instellingen voor informatiesystemen voor voedselzekerheid te versterken en/of op te richten. Dit onderdeel kan ook steun verlenen aan initiatieven voor capaciteitsontwikkeling van belanghebbenden zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld, boerenorganisaties en andere interprofessionele groepen in de waardeketen.

 

Onderdeel 3: Steun verlenen aan armen en mensen die in voedingsonzekerheid leven om hen te helpen te reageren op crises en hun weerbaarheid te vergroten. Met dit onderdeel wordt steun verleend aan landen zonder bilaterale programma's in het kader van geografische programmering, aan landen die de gevolgen dragen van een ernstige onvoorziene crisis of schok, met inbegrip van natuurrampen en door menselijk toedoen veroorzaakte rampen, epidemieën en grote voedsel- en voedingscrises in kwetsbare en voedselcrisisgevoelige landen. Daarnaast wordt ook steun verleend aan innoverende methoden voor betere preventie en voor meer weerstand. Waar nodig worden de interventies zo ontworpen dat zij gunstig zijn voor de synergie en de complementariteit tussen humanitaire interventies en ontwikkelingsinterventies. Een gezamenlijke analyse van de toestand voor humanitaire en ontwikkelingshulpverleners wordt aangemoedigd.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 07 05

Migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

51 531 564

130 000 000

404 973 912

115 722 000

58 269 112 ,—

27 029 810,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van initiatieven binnen het thema „migratie en asiel” van het programma voor „mondiale collectieve goederen en uitdagingen”, met als doel een sterker beheer en een groot mogelijke impact op ontwikkeling van migratie en mobiliteit.

Het programma „Mondiale collectieve goederen en uitdagingen” op het gebied van migratie en asiel strekt er met name toe het beheer van migratie in en door de ontwikkelingslanden te verbeteren, door bijzondere aandacht te besteden aan het vergroten van de positieve effecten en het verkleinen van de negatieve effecten van migratie en mobiliteit op de ontwikkeling van lage- en midden-inkomenslanden van herkomst en bestemming. Het programma zal daarom ondersteuning bieden aan de tenuitvoerlegging van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling op het gebied van migratie, met name doel 10.7 betreffende het bevorderen van ordelijke, veilige, reguliere en verantwoordelijke migratie en mobiliteit. De gelanceerde initiatieven zullen ook een bijdrage leveren aan de tenuitvoerlegging van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 mei 2015, getiteld „Een Europese migratieagenda” (COM(2015) 240 final), en met inbegrip van met name de prioriteiten vermeld in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda (COM(2016) 385 final). De bescherming van de mensenrechten van migranten en de steun voor verbintenissen van de Unie om te zorgen voor samenhang in het ontwikkelingsbeleid op het vlak van migratie, wordt nagestreefd als horizontale doelstelling. De activiteiten die op grond van dit begrotingsonderdeel worden gefinancierd, moeten in overeenstemming zijn met de primaire doelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Unie, namelijk armoedebestrijding.

Het programma is gericht op initiatieven op mondiaal en multiregionaal niveau (bv. ter ondersteuning van samenwerking langs zuid-zuid- of zuid-noord-migratieroutes.). Ook kan een beperkt aantal nationale projecten ter ondersteuning van nieuwe samenwerkingsactiviteiten met landen die prioritair zijn voor het externe migratiebeleid van de Unie, worden opgestart.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08

Financiering van ontwikkelingsinitiatieven door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door of voor maatschappelijke organisaties en lokale overheden uit de Unie en uit partnerlanden, om de capaciteit van deze organisaties en overheden in het kader van het beleidsvormingsproces te versterken en om te zorgen voor de aflegging van verantwoording en voor transparantie.

Bijzondere aandacht zal gaan naar de ondersteuning van maatschappelijke organisaties en lokale overheden, alsmede naar de bevordering van dialoog, een omgeving die bevorderlijk is voor burgerparticipatie, met inachtneming van het genderperspectief en de empowerment van vrouwen, verzoening en institutionele opbouw, inclusief op lokaal en regionaal niveau.

21 02 08 01

Maatschappelijk middenveld in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

205 954 810

150 800 000

191 932 988

130 000 000

186 393 445,46

103 632 446,91

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van initiatieven om maatschappelijke organisaties te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door maatschappelijke organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de organisaties van het maatschappelijk middenveld, om bij te dragen aan:

 

een op integratie en emancipatie gebaseerde samenleving, ook vanuit een gendergelijkheidsperspectief, in partnerlanden via sterkere maatschappelijke organisaties;

 

een vergroting van de capaciteit van netwerken in Europa en het Zuiden, platforms en allianties van maatschappelijke organisaties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling is gegarandeerd en democratisch bestuur en vrouwenemancipatie worden gestimuleerd;

 

een grotere mate van bewustwording bij Unieburgers van de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via maatschappelijke organisaties basisdiensten aan te bieden;

 

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

 

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie van burgers en voor acties van maatschappelijke organisaties en van de capaciteit van die organisaties om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid,

 

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen maatschappelijke organisaties, plaatselijke overheden, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van netwerken in het Zuiden van maatschappelijke organisaties en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 08 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

68 651 603

39 900 000

63 310 996

25 000 000

60 291 733 ,—

20 365 468,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van initiatieven om plaatselijke overheden te versterken in partnerlanden en in de Unie en de begunstigde landen die in aanmerking komen krachtens Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), als wordt verwezen naar activiteiten op het gebied van onderwijs inzake ontwikkeling en bewustwording. Deze te financieren activiteiten worden voornamelijk uitgevoerd door plaatselijke overheden of hun organisaties. Deze initiatieven kunnen, in voorkomend geval, met het oog op efficiëntie, worden uitgevoerd door andere actoren ten behoeve van de plaatselijke overheden, om bij te dragen aan:

 

een op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving in partnerlanden via sterkere plaatselijke overheden;

 

een vergroting van de capaciteit van Europese en zuidelijke netwerken, platforms en allianties van lokale overheden, regionale en wereldwijde verenigingen, platformen en allianties, zodat een belangrijke en voortdurende beleidsdialoog op het gebied van ontwikkeling gegarandeerd is en democratisch bestuur gestimuleerd wordt;

 

een grotere mate van vertrouwdheid van Unieburgers met de ontwikkelingsproblematiek en het mobiliseren van actieve overheidssteun in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten voor strategieën die gericht zijn op armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling in de partnerlanden.

Mogelijke activiteiten die door dit programma worden ondersteund:

 

interventies in de partnerlanden die kwetsbare en gemarginaliseerde groepen ondersteunen door via plaatselijke overheden basisdiensten aan te bieden;

 

capaciteitsontwikkeling van de beoogde actoren, in aanvulling op de steun die in het kader van het nationaal programma wordt toegekend, maatregelen gericht op:

 

het creëren van een gunstig klimaat voor de participatie en acties en voor de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan de formulering van beleid en het toezicht op het uitvoeringsproces van het beleid;

 

faciliteren van een verbeterde dialoog en van een betere interactie tussen plaatselijke overheden, maatschappelijke organisaties, de staat en andere ontwikkelingsactoren in de context van ontwikkeling;

 

versterken van de capaciteit van plaatselijke overheden om effectief deel te nemen aan het ontwikkelingsproces, met erkenning van hun bijzondere rol en kenmerken;

 

coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van de netwerken van plaatselijke overheden, binnen hun organisaties en tussen de verschillende categorieën belanghebbenden die deelnemen aan het Europese openbare debat over ontwikkeling, evenals coördinatie, capaciteitsontwikkeling en institutionele versterking van zuidelijke netwerken van plaatselijke overheden en overkoepelende organisaties;

 

bewuster maken van het publiek van de ontwikkelingsproblematiek, mensen in staat stellen om actieve en verantwoordelijke burgers te worden en bevorderen van het formele en informele onderwijs in verband met ontwikkeling in de Unie, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaten, teneinde het ontwikkelingsbeleid te verankeren in Europese samenlevingen, meer overheidssteun beschikbaar te stellen voor armoedebestrijding en voor billijkere betrekkingen tussen de ontwikkelde en de ontwikkelingslanden, het bewustzijn betreffende de problemen en moeilijkheden van de ontwikkelingslanden en hun bevolking in de Unie te vergroten en het recht op een proces van ontwikkeling waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden volledig kunnen worden uitgeoefend en de sociale dimensie van de mondialisering te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 09

Pan-Afrikaans programma ter ondersteuning van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

130 820 662

105 041 165

109 203 732

124 670 461

93 468 112 ,—

51 074 376,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU. Het pan-Afrikaanse programma zal met name worden gebruikt om specifieke steun te bieden aan ontwikkelingssamenwerkingsactiviteiten van regio-overschrijdende, continentale en transcontinentale aard alsook relevante mondiale initiatieven in het kader van de gemeenschappelijke strategie. Het pan-Afrikaanse programma verloopt in nauwe samenwerking met andere instrumenten, met name het Europees nabuurschapsinstrument ingesteld bij Verordening (EU) nr. 232/2014, het Europees Ontwikkelingsfonds en de thematische programma's binnen het instrument voor ontwikkelingssamenwerking ingesteld bij Verordening (EU) nr. 233/2014. Het zal worden toegespitst op specifieke initiatieven die zijn overeengekomen in het kader van de gemeenschappelijke strategie Afrika-EU, biedt de nodige samenhang en synergie en voorkomt dubbel werk en overlappingen.

De middelen zullen worden ingezet in de volgende prioritaire ontwikkelingsgebieden, met inachtneming van hun eventuele actualisering in het meerjarige indicatieve programma 2018-2020. Hierbij zal worden voortgebouwd op de resultaten van de 5e Afrika-EU-top die in november 2017 in Abidjan plaats vond:

 

ontwikkeling van vrede, veiligheid, democratisch bestuur en mensenrechten, met ondersteuning voor de Afrikaanse bestuursarchitectuur via samenwerking met de commissie van de Afrikaanse Unie en andere verwante instellingen als het pan-Afrikaanse parlement, het Afrikaanse hof voor de rechten van de mens en volkeren, maatschappelijke organisaties;

 

ondersteuning voor regionale integratie op continentaal niveau, met inbegrip van de harmonisering van beleid, normen en regelgeving, en capaciteitsopbouw ter stimulering van regionale integratie, handel en investeringen;

 

migratie, mobiliteit en werkgelegenheid, streven naar verbetering op het vlak van overmakingen, mobiliteit en arbeidsmigratie, internationale bescherming en bestrijding van mensenhandel, illegale migratie;

 

goed beheer van de natuurlijke hulpbronnen (met inbegrip van gebieden als milieu en klimaatverandering, grondstoffen en landbouw) en op ontwikkeling gericht gebruik van de welvaart die zij kunnen brengen;

 

ontwikkeling van een op kennis en vaardigheden gebaseerde samenleving, om het concurrentievermogen te ontwikkelen en de groei te stimuleren, via steun voor hoger onderwijs en onderzoek op continentaal niveau, door steun te verlenen aan vlaggenschipinitiatieven van de Afrikaanse Unie op deze gebieden, en aan de verbetering en beschikbaarheid van accurate statistische gegevens.

Steun wordt ook gegeven om het partnerschap tussen Afrika en de EU te ontwikkelen, om wereldwijde problemen op wereldwijd niveau aan te pakken, en om het maatschappelijk middenveld te versterken voor specifieke acties op continentaal niveau.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Referentiebesluiten

Het strategische partnerschap Afrika-EU — Een gezamenlijke Afrika-EU-strategie, vastgesteld op de top van Lissabon op 8-9 december 2007.

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

102 428 673

103 495 100

108 922 928

93 812 842

115 352 483 ,—

86 867 447,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en financiële bijstand die in het kader van dit extern instrument wordt verleend ter uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs voor de uitvoering van het Erasmus+-programma.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

21 02 30

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

344 000

340 000

372 000

372 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage die de Unie verschuldigd is voor administratieve uitgaven die voortvloeien uit haar lidmaatschap van de FAO, en het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, na de ratificatie ervan.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

21 02 40

Grondstoffenovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

2 500 000

2 500 000

2 500 000

0 ,—

2 517 338,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname aan internationale grondstoffenovereenkomsten op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Koffieorganisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Cacao-organisatie;

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen.

Voor andere grondstoffen kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

Rechtsgronden

Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

Besluit 2008/76/EG van de Raad van 21 januari 2008 betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001(PB L 23 van 26.1.2008, blz. 27).

Besluit 2008/579/EG van de Raad van 16 juni 2008 betreffende de ondertekening en de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007 (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 12).

Besluit 2011/634/EU van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7).

Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz.1).

Besluit (EU) 2017/876 van de Raad van 18 mei 2017 inzake de toetreding van de Europese Unie tot het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen (ICAC) (PB L 134 van 23.5.2017, blz. 23).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.

Internationale Koffieovereenkomst, opnieuw onderhandeld in 2007 en 2008, die op 2 februari 2011 in werking is getreden voor een initiële looptijd van 10 jaar tot 1 februari 2011, waarbij is voorzien in de mogelijkheid voor een verlenging met een of meer opeenvolgende periodes van maximum acht jaar in totaal.

Internationale Cacao-overeenkomst, opnieuw onderhandeld in 2001 en nogmaals in 2010, die op 1 oktober 2012 in werking getreden voor een oorspronkelijke looptijd van tien jaar tot 30 september 2022, met een herziening na vijf jaar en met de mogelijkheid voor twee bijkomende verlengingen van elk maximum twee jaar.

Conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10) betreffende het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

Reglement van het Internationaal Raadgevend Comité voor Katoen, goedgekeurd op de 31e algemene vergadering van 16 juni 1972, met wijzigingen door de 74e algemene vergadering van 11 december 2015.

21 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (vóór 2014)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

Referentiebesluiten

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134 def.).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Extern optreden: thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie” (COM(2006) 20 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 def.).

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 8 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127 def.).

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI))

21 02 51 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

16 000 000

0 ,—

17 740 974,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 def.).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2006) 26 def.).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 13 oktober 2011 — Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering (COM(2011) 637 def.).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 18 november 2011 — De totaalaanpak van migratie en mobiliteit (COM(2011) 743 def.).

21 02 51 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000 000

p.m.

110 000 000

0 ,—

242 738 904,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 03

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

337 765 334

p.m.

392 352 245

432,45

619 044 704,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 04

Voedselzekerheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

55 000 000

p.m.

80 000 000

617,67

122 716 489,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 05

Niet-overheidsactoren in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

35 000 000

p.m.

65 000 000

0 ,—

115 629 698,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 06

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000 000

p.m.

85 000 000

0 ,—

126 274 072,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 07

Menselijke en sociale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

14 350 250

p.m.

34 000 000

651,33

56 427 832,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 02 51 08

Geografische samenwerking met de staten van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

85 163 000

p.m.

260 218 059

0 ,—

242 767 373,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 02 77 01

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

313 751

0 ,—

67 004,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 02

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

892 157

p.m.

700 161

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 04

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

150 000

p.m.

p.m.

0 ,—

63 154,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 05

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

94 879,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 07

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

299 174,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 08

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

748 147,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 maart 2002, getiteld „Waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie” (COM(2002) 132 def.).

Resolutie van de Raad van 30 mei 2002 over waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (DEVGEN 83 ENV 309, 9696/02).

21 02 77 10

Voorbereidende actie —Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

2 625 334 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 11

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

156 721 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 02 77 12

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 13

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 650 066

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 14

Wereldfonds voor energie-efficiency en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 15

Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 081 125

0 ,—

1 026 471,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 16

Proefproject — Uitbreiding van de veterinaire diensten in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

350 000

p.m.

500 000

0 ,—

2 102 918 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 23.10.2012, blz. 1).

21 02 77 17

Proefproject — Maatschappelijk verantwoord ondernemen en toegang tot vrijwillige gezinsplanning voor fabrieksarbeiders in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 18

Proefproject — Investeren in duurzame vrede en wederopbouw van de samenleving in het Caucagebied — Colombia

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

950 000

p.m.

995 658

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 19

Voorbereidende actie — Werken aan een betere gezondheid van nomadische gemeenschappen na crises in het Sahelgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

387 828

p.m.

749 738

100 000 ,—

2 411 434 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 20

Voorbereidende actie — Socio-economische herintegratie van kinderen en vrouwen die zich prostitueren in de mijnen van Luhwindja (provincie Zuid-Kivu, in het oosten van de Democratische Republiek Congo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

372 604

p.m.

490 000

150 000 ,—

914 790,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 21

Voorbereidende actie — Totstandbrenging en versterking van lokale partnerschappen om de sociale economie te ontwikkelen en sociale ondernemingen op te richten in oostelijk Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

494 423

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 22

Proefproject — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 23

Proefproject — Toegang tot de rechter en schadeloosstelling voor slachtoffers van de ernstigste misdrijven die zijn gepleegd in de Democratische Republiek Congo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

268 870

p.m.

200 000

0 ,—

321 130 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 24

Proefproject — In kaart brengen van de wereldwijde dreiging die uitgaat van antimicrobiële resistentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 275 000

750 000

675 000

750 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 25

Proefproject — Versterking van de rechten van het kind, bescherming van en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en jongeren in Guatemala, Honduras en El Salvador

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

750 000

500 000

700 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 26

Proefproject — Onderwijs voor kinderen die deel hebben uitgemaakt van gewapende troepen of groeperingen in het district Pibor (GPAA) in Zuid-Sudan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 27

Proefproject — Participatory Rangeland Management (PRM) in Kenia en Tanzania

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 28

Proefproject — Steun voor de stedelijke dimensie van ontwikkelingssamenwerking: vergroting van de financiële capaciteiten van steden in ontwikkelingslanden met het oog op een productieve en duurzame stedelijke ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

2015 was een strategische mijlpaal voor mondiale governance, armoede-uitroeiing en duurzame ontwikkeling. In de loop van het jaar vond een aantal belangrijke topbijeenkomsten en conferenties plaats (resulterend in het kader van Sendai voor rampenrisicovermindering 2015-2030, de actieagenda van Addis Abeba, de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en de Overeenkomst van Parijs van de CoP 21 in het kader van de kaderovereenkomst inzake klimaatverandering van de Verenigde Naties), die collectief de aanpak van de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Unie, voor het bereiken van duurzame ontwikkeling en de uitbanning van armoede voor een groot aantal jaren hebben veranderd.

Een van de eerste conferenties die georganiseerd is na de vaststelling van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling was de derde conferentie van de Verenigde Naties inzake huisvesting en duurzame stedelijke ontwikkeling (bekend onder de naam Habitat III) in Quito (Ecuador) in oktober 2016.

Tijdens de conferentie werd een mondiale „nieuwe stedelijke agenda” vastgesteld, als leidraad voor duurzame stedelijke ontwikkeling voor de komende twee decennia, waarmee een belangrijke aanzet werd gegeven voor de tenuitvoerlegging van de Agenda 2030, en in het bijzonder doelstelling nr. 11 voor duurzame ontwikkeling, maar ook een aantal andere doelstellingen en gerelateerde streefcijfers met een belangrijke stedelijke dimensie, en de besluiten van de CoP 21.

In de nieuwe stedelijke agenda worden concrete voorstellen gedaan voor het aanpakken van de uitdagingen op de gebieden verstedelijking en stedelijke demografie, en deze worden omgevormd tot kansen ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling met haar verschillende economische, sociale en milieudimensies.

Het project richt zich in het bijzonder op een van de voornaamste uitdagingen voor steden in ontwikkelingslanden: stedelijk bestuur. Meer in het bijzonder zal het proefproject steden in ontwikkelingslanden laten profiteren van de ervaring die steden in de Unie reeds hebben opgedaan met de opbouw van capaciteit, teneinde te komen tot een geïntegreerde aanpak van de financiële, juridische en stedelijke planningscomponenten daarvan.

Beoogd wordt:

 

concrete voorbeelden te geven van de tekortkomingen in de financiële, juridische en stedelijke planning in geselecteerde ontwikkelingslanden en steden, en leemten en behoeften in kaart te brengen;

 

de samenwerking aan te zwengelen tussen steden in ontwikkelingslanden en steden in de Unie met veel ervaring op het gebied van stedelijke ontwikkeling, en capaciteitsopbouwactiviteiten aan te bieden op gebieden zoals stedelijke mobiliteit, openbare ruimten en huisvesting, waarbij het er met name om gaat een passend kader tot stand te brengen voor het gebruik van innovatieve wijzen van financiering van stedelijke ontwikkeling (zoals het Uniemechanisme voor het combineren van steunvormen);

 

op basis van het voorgaande aanbevelingen te formuleren voor de manier waarop de tenuitvoerlegging van de stedelijke dimensie van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling en de nieuwe stedelijke agenda, met gebruikmaking van de ervaringen in de Unie, ook in ontwikkelingslanden en de steden aldaar kan worden gerealiseerd.

Het project bouwt voort op de lering die getrokken is uit de jumelages tussen steden in de Unie en steden in ontwikkelingslanden. Er wordt gebruikgemaakt van de expertise van platforms en netwerken van steden in de Unie die pragmatische oplossingen ontwikkelen voor een geïntegreerde en duurzame stedelijke ontwikkeling.

Het proefproject zal de Europese Commissie de noodzakelijke input leveren voor de volgende programmeringsperiode en zal ten uitvoer worden gelegd in 2017 en 2018.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 29

Voorbereidende actie — Steun voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel financiering toe te kennen aan en samen te werken met particuliere ondernemingen en ngo's, zodat zij duurzame programma's kunnen ontwikkelen ter ondersteuning van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in ontwikkelingslanden, op de hiernavolgende wijzen:

 

nationale en regionale competities op het gebied van ondernemerschap;

 

verschillende manieren van toegang tot kapitaal en behoorlijke financiële diensten, gaande van het versterken van de capaciteit van financiële tussenschakels tot het verstrekken van kapitaal;

 

het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) als een instrument om financiële inclusie van de arme bevolking te bereiken;

 

juridische en financiële ondersteuning voor ondernemingen die overgaan van informele economie naar de formele particuliere sector;

 

programma's ter ondersteuning van jonge starters;

 

bevordering van ondernemerschap voor vrouwen;

 

toegang tot participatieleningen, kredieten en microkredieten;

 

opleidingen bedrijfskunde voor kandidaat-ondernemers;

 

financiering voor sociale ondernemingen.

Micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, die de ruggengraat van elke markteconomie vormen, worden in ontwikkelingslanden met een veel grotere regelgevingslast geconfronteerd dan in de Unie; de meeste ondernemingen zoeken daarom toevlucht tot de informele economie, die wordt geteisterd door volatiliteit, en waar geen sprake is van rechtsbescherming, arbeidsrechten en toegang tot financiering.

Gecoördineerde maatregelen op dit gebied kunnen honderdduizenden banen opleveren voor de plaatselijke gemeenschappen in ontwikkelingslanden, en kunnen zorgen voor een levendig klimaat waarin particuliere initiatieven verder kunnen groeien en bloeien en welvaart kunnen genereren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 30

Voorbereidende actie — Geïntegreerde benadering voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van gezondheidsoplossingen om verwaarloosde tropische ziekten in endemische gebieden te bestrijden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 500 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Bestaande financieringsmechanismen voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) gewijd aan verwaarloosde tropische ziekten hanteren vaak een „silobenadering”: er blijven leemten bestaan tussen de verschillende fasen van de O&O-cyclus en er bestaat geen multisectorale benadering in het kader waarvan koppelingen worden gecreëerd met gerelateerde programma's zoals het Water, sanitair en hygiëne-programma (WASH) en onderwijsprogramma's. Voorts wordt doorgaans voorbijgegaan aan de noodzaak van het evenzo belangrijke incrementieel onderzoek, dat aanzienlijk kan bijdragen tot de acceptatie van behandelingen en diagnostiek voor bevolkingsgroepen die door verwaarloosde tropische ziekten worden getroffen.

Teneinde enkele van de huidige O&O-leemten met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten aan te pakken, beoogt deze voorbereidende actie bij te dragen of cofinanciering te verstrekken aan een alternatief model dat berust op een innovatieve en gecoördineerde methode om hardnekkige tekortkomingen in O&O als gevolg van marktfalen aan te pakken. Hiertoe zal het ondersteunde model een specifiek onderdeel van de leemte in O&O met betrekking tot verwaarloosde tropische ziekten waardoor ontwikkelingslanden onevenredig getroffen worden identificeren, en voorzien in cruciale elementen die de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardige, betaalbare en passende gezondheidsoplossingen mogelijk maken.

Deze actie zal voortbouwen op het werk van eerdere voorbereidende acties en proefprojecten inzake onderzoek en innovatie op het gebied van mondiale gezondheidszorg, en inspanningen ondersteunen die gericht zijn op de aanpak van vastgestelde en erkende leemten overeenkomstig de WHO-procedure, in samenhang met het verslag dat beschikbaar is op report/en/en overeenkomstig de lijst van demonstratieprojecten die zijn geselecteerd door de Global Technical Consultative Meeting on Health R&D Demonstration Projects.

Naast verbetering van de aanvaardbaarheid van behandelingen en diagnostiek, zal deze actie bijdragen tot ten minste een van de volgende doelstellingen:

 

de aanbeveling van effectieve en efficiënte mechanismen voor de coördinatie met andere lopende initiatieven;

 

het voorstellen van innovatieve manieren om de prijs van eindproducten los te koppelen van de kosten van O&O;

 

de optimalisering van publiek-publieke en publiek-private partnerschappen voor wat betreft het delen van kennis, met inbegrip van innovatiemethoden voor toegankelijke kennis, de versterking van de onderzoekscapaciteit, de ontwikkeling en de productie in ontwikkelingslanden, onder meer door de overdracht van technologie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 31

Proefproject — Santé pour tous — Gezondheid voor iedereen — Een gemeenschappelijk project van Aimes-Afrique (Togo) en Aktion PiT-Togohilfe e.V. (Duitsland)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

850 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Als gevolg van het tekort aan artsen in Togo wordt de bevolking op het platteland aan haar lot overgelaten en krijgen de mensen daar in hun hele leven vrijwel nooit een dokter te zien. Het doel van Aimes-Afrique is om de maar al te reële tekortkomingen van de gezondheidszorg in Togo op te heffen. Tegen de achtergrond van deze situatie hebben de artsen als leden van Aimes-Afrique besloten om zich net als in het verleden (voor zover dat mogelijk was met eigen middelen) actief in te zetten en hun landgenoten medische ondersteuning te geven in de vorm van gratis artsenbezoeken op het platteland in alle vijf de regio's van Togo (Région Maritime, Région des Plateaux, Région Centrale, Région Kara, Région des Savannes).

Deze humanitaire actie wordt in alle vijf de regio's van Togo uitgevoerd, maar wel in elke regio apart georganiseerd. Elke regio bestaat uit gezondheidsdistricten waar de opleiding en bijscholing van het beschikbare gezondheidspersoneel vanuit de verschillende ziekenposten zal plaatsvinden. In de dorpen worden ter plaatse de benodigde onderzoeken gedaan. Chirurgische ingrepen worden op geschikte locaties zo dicht mogelijk in de buurt uitgevoerd.

Het doel is om het ziekenhuis naar de arme en kwetsbare bevolking op het platteland te brengen, door de beschikbaarheid van gratis medische en chirurgische behandelingen en een goede opleiding van de plaatselijke gezondheidsmedewerkers te waarborgen.

Deze actie met gratis medische en chirurgische behandelingen is gericht op alle mensen van alle regio's in Togo, ongeacht hun leeftijd, geslacht of geloof.

Het opgegeven bedrag is als volgt opgebouwd:

 

investeringen in medische apparatuur;

 

aanschaf van ambulances, inclusief vervoer;

 

aanschaf van vierwielaangedreven busjes en een vrachtauto, inclusief vervoer;

 

aanschaf van medische tenten met inrichting, inclusief vervoer;

 

artsenbezoeken: bedrijfs- en verbruikskosten.

Geografisch aspect

De artsenbezoeken vinden plaats in alle vijf de regio's van Togo, d.w.z. in het gebied dat zich uitstrekt van région maritime, région des plateaux, région centrale, région Kara tot région des savannes, maar dan op het platteland en in de dorpen, in samenwerking met gezondheidsmedewerkers ter plaatse. Vandaar de behoefte aan medische tenten. Operaties worden als het niet anders kan in de regionale ziekenhuizen van de provinciehoofdsteden uitgevoerd. Met dit project worden dus de activiteiten van de Unie in de provinciehoofdsteden over een geografisch uitgestrekter gebied aangevuld.

Het gaat om het sturen van artsen naar plattelandsgebieden in Togo, zodat mensen in gemeenschappen die op dit moment geen toegang hebben tot gekwalificeerde gezondheidszorg door specialisten kunnen worden behandeld. Aimes-Afrique richt teams op die bestaan uit ten minste zeven hooggekwalificeerde Togolese artsen met verschillende specialismen die elk jaar in elk van de vijf regio's van Togo een 14 dagen durende opdracht uitvoeren, waarbij in elk van de vijf regio's van Togo ongeveer 5 000 mensen gedurende elke missie kosteloos worden onderzocht en, voor zover mogelijk, onmiddellijk worden behandeld, en ongeveer 500 patiënten worden geopereerd. In totaal komt dit dus ten goede aan ten minste 25 000 mensen in elke regio. Actie PiT-Togohilfe e. V. doet er alles aan om het project te ondersteunen met financiering en donaties in natura.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 32

Voorbereidende actie — Jonge Europese vrijwilligers ten dienste van ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Met het oog op de massale migratie moet de Unie niet alleen de controle aan haar buitengrenzen versterken, maar zich ook inzetten om de oorzaken van migratie te bestrijden.

Het gevaar bestaat dat dit fenomeen zich nog verder zal uitbreiden, aangezien Afrika volgens demografen binnen dertig jaar mogelijk 800 miljoen inwoners méér telt.

Het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling ingesteld bij Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1) is een van de financiële instrumenten van een krachtdadig ontwikkelingshulpbeleid. Het is echter van cruciaal belang dat er op humanitair vlak ook prioritaire maatregelen worden doorgevoerd, onder meer op de gebieden onderwijs, gezondheid en techniek.

In dit verband kan de Unie jonge Europeanen aanmoedigen zich voor een periode van zes tot twaalf maanden als ontwikkelingswerker in te zetten. De overheidsinstellingen voor ontwikkelingshulp, evenals ngo's en erkende organisaties voor vrijwilligerswerk, zullen bevoegd zijn om deze jonge vrijwilligers te begeleiden. De bijdrage uit de Uniebegroting zou worden uitbetaald in de vorm van beurzen die de reis- en verblijfkosten dekken. Het Unievrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp kan hierbij als voorbeeld dienen, maar met het verschil dat het vrijwilligerswerk in het kader van dit project gericht is op ontwikkeling en de betrokken jongeren tussen 18 en 26 jaar oud zijn.

Om zo goed mogelijk te voorzien in de financieringsbehoeften van deze voorbereidende actie, moet de nadruk liggen op rubriek 4, die het meest geschikt is om de doelstellingen van het „Instrument voor ontwikkelingssamenwerking” (DCI) te halen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 33

Proefproject — Bevordering van transparantie en effectbeoordelingen voor lokale autoriteiten in Guatemala

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

225 000

       

Toelichting

Met dit proefproject wordt beoogd innovatieve methoden en technologische instrumenten tot stand te brengen om het toezicht op het maatschappelijke effect van de door lokale autoriteiten in Guatemala uitgevoerde overheidsdiensten en internationale samenwerkingsprojecten te faciliteren. Het is gericht op:

 

de bevordering van burgerparticipatie, institutionele transparantie en gendermainstreaming als essentiële elementen voor de vaststelling en formulering van lokale initiatieven;

 

de toegang van lokale autoriteiten tot de meest geschikte reeks indicatoren en de mechanismen om toegang te verkrijgen tot gegevens voor het meten van het effect van de op hun grondgebied uitgevoerde acties;

 

de ontwikkeling van een referentiekader inzake de mate van doeltreffendheid van ontwikkelingsbeleid op lokaal niveau;

 

de harmonisatie van lokale initiatieven en nationale strategische plannen overeenkomstig het indicatief meerjarenprogramma van de Commissie voor Guatemala door de standaardisering van impactindicatoren.

Met dit proefproject wordt beoogd de samenwerking te bevorderen tussen lokale autoriteiten die bereid zijn om samen te werken aan de ontwikkeling van een methode op basis van open data en big data. Dit zal actuele gegevens opleveren over het effect van initiatieven op lokaal niveau in Guatemala, in overeenstemming met nationale overheidsstrategieën. Daarnaast zal dit project internationale donoren, in het bijzonder de Commissie, voorzien van een referentiekader over de doeltreffendheid van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid op lokaal niveau. Bij zowel de indicatoren als de mechanismen dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het land: multiculturalisme, multi-etniciteit en meertaligheid.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 02 77 34

Proefproject — Bomen voor Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

Via het proefproject zullen middelen beschikbaar worden gesteld voor het netwerk van partner-ngo's van het EverGreen Agriculture Partnership dat instaat voor de uitvoering van de actie „Omkering van het bodemverval in Afrika door uitbreiding van EverGreen landbouw”, die wordt gefinancierd via het programma voor mondiale collectieve goederen en uitdagingen in het kader van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI). De integratie van dit proefproject in de activiteiten van bovenstaande DCI-actie biedt het voordeel dat er geen afzonderlijke ad-hocprojectstructuur moet worden opgericht en andere daarmee verband houdende kosten worden vermeden. Het doel is het verstrekken van technische opleiding, planning en zaaigoed voor bomen aan plaatselijke groepen in een of meer van de acht beoogde Afrikaanse landen, met name aan gemeenschappen met een ernstig aangetaste bodem, waardoor de bewoners hun levensomstandigheden kunnen verbeteren. Er moet een transparante evaluatie van de resultaten plaatsvinden, en de resultaten moeten financieel meetbaar zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 04 —   EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DEMOCRATIE EN MENSENRECHTEN

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

4

135 400 860

110 000 000

132 804 486

100 000 000

131 138 878,83

83 201 149,26

75,64

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

4

p.m.

10 000 000

p.m.

20 000 000

2 299,25

41 980 499,27

419,80

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

36 550,50

 
 

Artikel 21 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

36 550,50

 
 

Hoofdstuk 21 04 — Totaal

 

135 400 860

120 000 000

132 804 486

120 000 000

131 141 178,08

125 218 199,03

104,35

21 04 01

Versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en ondersteuning van democratische hervormingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

135 400 860

110 000 000

132 804 486

100 000 000

131 138 878,83

83 201 149,26

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

 

de versterking van de eerbiediging en naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met inbegrip van de rechten van de vrouw, zoals vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens en andere internationale en regionale mensenrechteninstrumenten, met bijzondere aandacht voor de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en digitale vrijheden, alsook de versterking van de bescherming, de bevordering en de bewaking van de mensenrechten, vooral door steun aan relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, mensenrechtenactivisten en slachtoffers van onderdrukking of mishandeling;

 

ondersteuning en consolidering van democratische hervormingen in derde landen, met uitzondering van de verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie, door de participatieve en representatieve democratie te vergroten, de positie van vrouwen en de algemene democratische cyclus te versterken en de electorale procedure betrouwbaarder te maken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot instelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 77 van 14.3.2014, blz. 85).

21 04 51

Voltooiing van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten(vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

20 000 000

2 299,25

41 980 499,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten in de periode 2007-2013.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de transferovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

21 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

21 04 77 02

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

36 550,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 05 —   INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

INSTRUMENT VOOR BIJDRAGE AAN STABILITEIT EN VREDE (ICSP) — WERELDWIJDE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE BEDREIGINGEN EN NIEUWE BEDREIGINGEN

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende bedreigingen en nieuwe bedreigingen

4

65 900 000

54 200 000

64 900 000

44 000 000

64 393 076 ,—

40 900 285,01

75,46

Reserves (40 02 41)

 

6 250 000

           
   

72 150 000

54 200 000

64 900 000

44 000 000

64 393 076 ,—

40 900 285,01

 

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

4

p.m.

10 000 000

p.m.

17 000 000

0 ,—

30 117 268,35

301,17

 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

65 900 000

64 200 000

64 900 000

61 000 000

64 393 076 ,—

71 017 553,36

110,62

Reserves (40 02 41)

 

6 250 000

           
   

72 150 000

64 200 000

64 900 000

61 000 000

64 393 076 ,—

71 017 553,36

 

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende bedreigingen en nieuwe bedreigingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05 01

65 900 000

54 200 000

64 900 000

44 000 000

64 393 076 ,—

40 900 285,01

Reserves (40 02 41)

6 250 000

         

Totaal

72 150 000

54 200 000

64 900 000

44 000 000

64 393 076 ,—

40 900 285,01

Toelichting

Dit krediet dekt de bijstand voor het aanpakken van mondiale en transregionale dreigingen en opkomende dreigingen, als bepaald in artikel 5 van Verordening (EU) nr. 230/2014 tot invoering van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede.

Het dient ter dekking van acties om landen en bevolkingen te beschermen tegen hetzij opzettelijk, hetzij door ongevallen of door de natuur veroorzaakte risico's. Dit kan onder meer omvatten:

 

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging of efficiënte grenscontroles), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle. De acties hebben betrekking op zowel natuur- en industriële rampen als op criminele activiteiten;

 

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

 

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied;

 

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

 

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma's;

 

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

Andere maatregelen op het vlak van mondiale en transregionale dreigingen betreffen:

 

de versterking van de capaciteit van de politiële, justitiële en civiele autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme;

 

de bestrijding van radicalisering, gewelddadig extremisme en georganiseerde misdaad, waaronder mensenhandel, drugshandel, handel in vuurwapens en explosieven, cybercriminaliteit, namaakgeneesmiddelen, en doeltreffende controle van illegale handel en doorvoer; de uitwisseling van expertise en goede praktijken inzake het tegengaan van radicalisering en gewelddadig extremisme met partnerlanden in regio's waar extremisme toeneemt, zoals Zuid-Azië; ook het aanpakken van mondiale en transregionale gevolgen van de klimaatverandering die een potentieel destabiliserend effect hebben, en ook de bevordering van bioveiligheid en biobeveiliging van installaties die met gevaarlijke bacteriën omgaan;

 

steun voor maatregelen ter bestrijding van bedreigingen voor internationaal vervoer, energievoorziening en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer en energiedistributie, en elektronische informatie- en communicatienetwerken;

 

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals pandemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgrondslag

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 1).

21 05 51

Voltooiing van acties op het gebied van mondiale bedreigingen voor de veiligheid (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

17 000 000

0 ,—

30 117 268,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelsmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelsmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 06 —   INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 06

INSTRUMENT VOOR SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE NUCLEAIRE VEILIGHEID

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

4

31 505 663

24 000 000

30 884 131

15 000 000

30 369 456 ,—

11 598 580,21

48,33

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) voor projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl

4

p.m.

p.m.

30 000 000

40 000 000

40 000 000 ,—

61 205 092,30

 

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

p.m.

20 000 000

p.m.

25 000 000

0 ,—

39 047 809,57

195,24

 

Hoofdstuk 21 06 — Totaal

 

31 505 663

44 000 000

60 884 131

80 000 000

70 369 456 ,—

111 851 482,08

254,21

21 06 01

Ondersteuning van de bevordering van een hoog niveau van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming en de toepassing van efficiënte en effectieve veiligheidscontroles op kernmateriaal in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 505 663

24 000 000

30 884 131

15 000 000

30 369 456 ,—

11 598 580,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bevordering van een effectieve nucleaire beveiligings- en veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

 

permanente steun voor regulerende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten, om te komen tot een sterk en onafhankelijk gereglementeerd toezicht;

 

steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van bestraalde splijtstof en radioactief afval van zowel kerncentrales als van andere (wees-)bronnen (medische toepassingen, uraniumwinning);

 

de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

 

de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

 

de financiering van stresstest op basis van het acquis;

 

de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

 

de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

 

maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek;

 

beter voorbereid zijn op kernongevallen, en opleiding en begeleiding om de capaciteit van de regelgevers te vergroten.

Dit krediet dient ook ter dekking van gezondheids- en milieuprojecten in verband met de gevolgen van het ongeval in Tsjernobyl voor de menselijke gezondheid en het milieu, in het bijzonder in Oekraïne en Belarus.

Voorrang zal worden gegeven aan de behoeften van de landen die deel uitmaken van het nabuurschapsbeleid van de Unie.

Relevante werkzaamheden die eerder werden uitgevoerd in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun, is overgenomen door het instrument voor samenwerking op het gebied van de nucleaire veiligheid om een allesomvattende benadering te waarborgen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 02

Aanvullende bijdrage van de Europese Unie aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) voor projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

30 000 000

40 000 000

40 000 000 ,—

61 205 092,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan de voltooiing van projecten in verband met het kernongeval in Tsjernobyl in 1986.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 237/2014 van de Raad van 13 december 2013 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 109).

21 06 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

20 000 000

p.m.

25 000 000

0 ,—

39 047 809,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 07 —   PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 07

PARTNERSCHAP TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN GROENLAND

21 07 01

Samenwerking met Groenland

4

32 110 000

32 038 000

31 630 000

35 956 797

31 130 000 ,—

37 087 557 ,—

115,76

21 07 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 21 07 — Totaal

 

32 110 000

32 038 000

31 630 000

35 956 797

31 130 000 ,—

37 087 557 ,—

115,76

21 07 01

Samenwerking met Groenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 110 000

32 038 000

31 630 000

35 956 797

31 130 000 ,—

37 087 557 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan Groenland bij het aanpakken van zijn grootste uitdagingen, in het bijzonder de duurzame diversifiëring van de economie, de noodzaak om de vaardigheden van zijn beroepsbevolking, met inbegrip van wetenschappers, te vergroten, en de noodzaak om de Groenlandse informatiesystemen op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën te verbeteren;

 

versterking van het vermogen van het Groenlands bestuur om het nationaal beleid beter te formuleren en uit te voeren, met name op gebieden van wederzijds belang.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Besluit 2014/137/EU van de Raad van 14 maart 2014 inzake betrekkingen tussen de Europese Unie, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 76 van 15.3.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie („LGO-besluit”) (PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1).

21 07 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28).

Referentiebesluiten

Gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, inzake het partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Groenland, ondertekend te Luxemburg op 27 juni 2006 (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 32).

HOOFDSTUK 21 08 —   WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 08

WERELDWIJDE ONTWIKKELING EN SAMENWERKING

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

4

29 176 000

25 665 000

26 044 796

25 521 281

24 620 000 ,—

21 961 329,42

85,57

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

4

12 536 000

10 250 013

10 330 000

13 608 960

10 154 402,54

12 891 065,11

125,77

 

Hoofdstuk 21 08 — Totaal

 

41 712 000

35 915 013

36 374 796

39 130 241

34 774 402,54

34 852 394,53

97,04

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 176 000

25 665 000

26 044 796

25 521 281

24 620 000 ,—

21 961 329,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van diverse monitoring- en evaluatiebehoeften en daarmee verband houdende ondersteunende maatregelen ten aanzien van de verrichtingen die worden gefinancierd door externe bijstand van de Unie op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling, gericht op verbetering van de kwaliteit van de projecten en de programma’s gedurende hun hele levenscyclus (van identificatie en evaluatie vooraf tot monitoring, eindevaluatie en een evaluatie achteraf), toegespitst op de relevantie, efficiëntie, doeltreffendheid, duurzaamheid en gevolgen, waaronder:

 

systemen en methoden voor evaluatie vooraf en de bijbehorende maatregelen ter ondersteuning van de projecten en programma’s in de identificatie- en ontwerpstadia;

 

systemen en methoden voor interne controle en externe evaluatie van de implementatie van projecten en programma’s, alsmede systemen en methoden om te zorgen voor passende identificatie, verzameling en rapportage van de resultaten van door de externe bijstand van de Unie gefinancierde projecten en programma’s;

 

systemen en methoden voor tussentijdse evaluatie, eindevaluatie of ex-postevaluatie van projecten en programma’s, met inbegrip van steunmaatregelen voor de uitvoering van en het toezicht op deze evaluaties, en voor de uitvoering van complexe evaluaties, alsmede systemen en maatregelen met betrekking tot de verspreiding van de resultaten van de evaluaties;

 

benaderingen en methoden betreffende de project- en programmabeheerscyclus en de sectorale en thematische aanpak die onontbeerlijk zijn voor de juiste uitvoering van de evaluatie vooraf, de monitoring en de evaluatieactiviteiten (waaronder benaderingen en methoden voor de monitoring en de capaciteitsopbouw, alsmede benaderingen, methoden en systemen voor de identificatie, de beschrijving en het gebruik van prestatie-indicatoren);

 

opleiding en kennisuitwisseling en andere horizontale acties ter ondersteuning van de verspreiding van deskundigheid en kennis met betrekking tot de hierboven bedoelde benaderingen, methodologieën en systemen met het oog op de verbetering van de kennis en vaardigheden van personeel dat betrokken is bij programma- en projectbeheer;

 

systemen voor het beheer van operationele informatie over projecten en programma’s in de verschillende fasen van de projectcyclus zijn van essentieel belang voor de uitvoering van de bovengenoemde activiteiten, voor het juiste gebruik van de resultaten ervan en voor de rapportage, ook op geaggregeerd niveau.

Dit krediet dient ook voor de financiering van audits betreffende het beheer van programma’s en projecten die door de Commissie worden uitgevoerd op het gebied van externe steun, met inbegrip van auditsystemen, methoden en systeemaudits, alsmede de financiering van opleidingsactiviteiten op basis van de specifieke voorschriften betreffende de externe steun van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de maatregelen die onder dit artikel vallen, alsmede van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie worden uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

21 08 02

Coördinatie en bewustmaking op het gebied van ontwikkelingskwesties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 536 000

10 250 013

10 330 000

13 608 960

10 154 402,54

12 891 065,11

Toelichting

De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp en ontwikkeling.

Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie). De uniale hulp en het nationale beleid van de lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking moeten elkaar aanvullen en versterken en dit is niet mogelijk zonder coördinatie. Op grond van artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet de Commissie optreden als coördinator van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de lidstaten en van de Unie en de maatregelen die in uitvoering daarvan worden genomen.

Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten maatregelen:

Maatregel A: Coördinatie op Europees en internationaal niveau:

 

studies naar de effectiviteit, efficiëntie, relevantie, impact en levensvatbaarheid van de coördinatie;

 

ondersteunings-, analyse- en coördinatieactiviteiten in de prioritaire werkterreinen van het ontwikkelingsbeleid (met inbegrip van begrotingssteun, beheer van de overheidsfinanciën, mobilisering van binnenlandse inkomsten), ontwikkelingshulp en doeltreffendheid van de ontwikkelingssamenwerking (inclusief gezamenlijke programmering en uitvoering) en ontwikkelingsfinanciering;

 

bijeenkomsten van deskundigen en uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten en andere internationale actoren (Verenigde Staten van Amerika, nieuwe donoren enz.) en voorbereiding van en deelname aan internationale fora zoals het mondiaal partnerschap voor doeltreffende ontwikkelingssamenwerking (GPEDC) of fora in het kader van de beleidspijlers ontwikkelingsfinanciering, uitvoeringsmiddelen, Agenda 2030, nieuwe Consensus;

 

onderzoek, communicatie, raadpleging en evaluatiediensten, ook voor technische bijstand;

 

monitoring van maatregelen en beleid in uitvoering;

 

ondersteuningsmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het toezicht op lopende acties en de voorbereiding van toekomstige acties, ook op het vlak van capaciteitsopbouw;

 

maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

 

het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

 

de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

 

de bijdrage van de Commissie voor lidmaatschap van de internationale organisaties en netwerken;

 

verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen.

Maatregel B: Bewustmaking

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om het beleid van de Unie en haar lidstaten op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkeling bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van de daarmee verband houdende vraagstukken. In alle maatregelen die uit deze actie gefinancierd worden, moeten beide onderstaande onderdelen zijn opgenomen, die elkaar volgens de Commissie aanvullen:

 

een onderdeel „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse maatregelen die de Unie op het gebied van internationale samenwerking en ontwikkelingshulp neemt, alsook de maatregelen die tezamen met haar lidstaten en de andere internationale organisaties worden genomen;

 

een onderdeel dat op de „bewustmaking” van de publieke opinie in zowel de Unie als de partnerlanden is toegespitst.

Deze maatregelen behelzen voornamelijk, maar niet uitsluitend, financiële steun voor audiovisuele en online voorlichting, communicatie via sociale media, seminars, opleidingen en evenementen met betrekking tot ontwikkeling, de productie van informatiemateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, netwerken van lidstaten en prijzen voor ontwikkelingsjournalistiek.

Deze activiteiten zijn gericht op het grote publiek en worden uitgevoerd door publieke en private partners en belanghebbenden, alsmede via een netwerk van lidstaten, de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten en de Uniedelegaties in partnerlanden.

Dit krediet dient bovendien ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en die betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

In de voorlichtingsacties zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

 

de perceptie van buitenlandse hulp bij het grote publiek, voortbouwend op de resultaten en de evaluatie van de activiteiten die de Unie-instellingen en de lidstaten in het kader van het Europees Jaar voor Ontwikkeling 2015 hebben ontplooid, de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de resultaten van het Europees Jaar voor Ontwikkeling 2015, en over de goedkeuring van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling door de Verenigde Naties in september 2015. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie ten behoeve van zowel de bevolking van de partnerlanden als de Europese belastingbetalers, en het besef te laten doordringen dat de Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het gebied van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale groei;

 

de organisatie van belangrijke evenementen die de leidende rol van de Unie in het internationale ontwikkelingsbeleid onderstrepen, met name de jaarlijkse editie van de Europese ontwikkelingsdagen (EDD). De EDD vormen een van de belangrijkste evenementen in de agenda van de Commissie op het vlak van externe betrekkingen. Het evenement brengt activisten, besluitvormers en ontwikkelingswerkers uit de hele wereld samen. Elk jaar bieden de EDD een platform voor brainstorming over het te voeren beleid en toekomstgerichte aanbevelingen in de aanloop naar de cruciale internationale topbijeenkomsten. Tijdens de EDD wordt de aandacht gevestigd op de belangrijke rol die de Unie vervult, niet alleen als de grootste verschaffer van ontwikkelingshulp ter wereld, maar ook als voortrekker in de internationale beleidsdiscussies over ontwikkeling;

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten en andere doelgroepen.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Unie vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte centrale en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Besluit nr. 472/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 over het Europees Jaar voor Ontwikkeling (2015) (PB L 136 van 9.5.2014, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 09 —   VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 09

VOLTOOIING VAN ACTIES UITGEVOERD IN HET KADER VAN HET INSTRUMENT VOOR GEÏNDUSTRIALISEERDE LANDEN (ICI+)

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

4

p.m.

5 161 244

p.m.

10 468 000

0 ,—

16 402 723,49

317,81

21 09 51 02

Latijns-Amerika

4

p.m.

893 143

p.m.

13 042 515

0 ,—

9 666 857,95

1 082,34

21 09 51 03

Afrika

4

p.m.

p.m.

p.m.

1 282 693

0 ,—

1 431 388,21

 
 

Artikel 21 09 51 — Subtotaal

 

p.m.

6 054 387

p.m.

24 793 208

0 ,—

27 500 969,65

454,23

 

Hoofdstuk 21 09 — Totaal

 

p.m.

6 054 387

p.m.

24 793 208

0 ,—

27 500 969,65

454,23

21 09 51

Voltooiing van vroegere acties (vóór 2014)

21 09 51 01

Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 161 244

p.m.

10 468 000

0 ,—

16 402 723,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 02

Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

893 143

p.m.

13 042 515

0 ,—

9 666 857,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 09 51 03

Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 282 693

0 ,—

1 431 388,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

TITEL 22

NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

167 697 810

167 697 810

164 498 708

164 498 708

156 802 853,21

156 802 853,21

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

1 287 877 832

1 176 132 420

1 803 453 832

1 082 227 752

2 379 866 412,45

1 033 398 173,77

Reserves (40 02 41)

70 000 000

35 000 000

       
 

1 357 877 832

1 211 132 420

1 803 453 832

1 082 227 752

2 379 866 412,45

1 033 398 173,77

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

2 435 530 106

2 336 883 728

2 540 127 860

1 936 238 875

2 367 575 598,73

2 144 533 490,74

 

Titel 22 — Totaal

3 891 105 748

3 680 713 958

4 508 080 400

3 182 965 335

4 904 244 864,39

3 334 734 517,72

Reserves (40 02 41)

70 000 000

35 000 000

       
 

3 961 105 748

3 715 713 958

4 508 080 400

3 182 965 335

4 904 244 864,39

3 334 734 517,72

HOOFDSTUK 22 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „NABUURSCHAP EN UITBREIDINGSONDERHANDELINGEN”

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

5,2

35 848 371

35 346 352

33 634 274,43

93,82

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

5,2

23 442 450

22 506 376

20 972 762,35

89,46

 

Artikel 22 01 01 — Subtotaal

 

59 290 821

57 852 728

54 607 036,78

92,10

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

5,2

1 642 364

1 728 526

2 064 626,03

125,71

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

5,2

812 407

1 480 435

1 136 560,07

139,90

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

5,2

1 791 764

1 861 855

2 207 062,13

123,18

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

1 025 842

1 073 975

1 090 165,32

106,27

 

Artikel 22 01 02 — Subtotaal

 

5 272 377

6 144 791

6 498 413,55

123,25

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

2 317 357

2 207 145

2 586 293,85

111,61

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

5,2

4 840 113

5 132 750

4 498 517,21

92,94

 

Artikel 22 01 03 — Subtotaal

 

7 157 470

7 339 895

7 084 811,06

98,98

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

43 251 419

42 161 419

39 585 901,73

91,53

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

49 709 723

47 795 875

45 253 277,75

91,04

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

4

p.m.

p.m.

492 872,34

 
 

Artikel 22 01 04 — Subtotaal

 

92 961 142

89 957 294

85 332 051,82

91,79

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

4

729 000

789 000

798 460 ,—

109,53

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

2 287 000

2 415 000

2 482 080 ,—

108,53

 

Artikel 22 01 06 — Subtotaal

 

3 016 000

3 204 000

3 280 540 ,—

108,77

 

Hoofdstuk 22 01 — Totaal

 

167 697 810

164 498 708

156 802 853,21

93,50

22 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die werkzaam zijn op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 848 371

35 346 352

33 634 274,43

22 01 01 02

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

23 442 450

22 506 376

20 972 762,35

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 02 01

Extern personeel — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 642 364

1 728 526

2 064 626,03

22 01 02 02

Extern personeel — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

812 407

1 480 435

1 136 560,07

22 01 02 11

Andere beheersuitgaven — Centrale diensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 791 764

1 861 855

2 207 062,13

22 01 02 12

Andere beheersuitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 025 842

1 073 975

1 090 165,32

22 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 03 01

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 317 357

2 207 145

2 586 293,85

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven — Delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 840 113

5 132 750

4 498 517,21

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's voor het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”

22 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

43 251 419

42 161 419

39 585 901,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), de geleidelijke afschaffing van de pretoetredingssteun, TAIEX, meer bepaald:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel in de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), beperkt tot 5 146 149 EUR. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per manjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor het uit dit krediet gefinancierde externe personeel.

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsook in de posttoetredingstransitieteams van de Commissie die tijdens de overgangsfase in de nieuwe lidstaten actief blijven (arbeidscontractanten, uitzendkrachten) voor taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s. In beide gevallen dekt het krediet ook de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatiesystemen, voorlichting, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en beste praktijken, alsook publicatie en andere administratieve of technische bijstand die direct verband houdt met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoeksactiviteiten over relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

uitgaven voor informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van hoofdstuk 22 02.

22 01 04 02

Uitgaven voor ondersteuning van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

49 709 723

47 795 875

45 253 277,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de Commissie en de begunstigden zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen en huur van onderkomen, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegaties van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen, bewustmaking, opleiding, voorbereiding en uitwisseling van geleerde lessen en optimale werkwijzen, en publiciteitscampagnes en alle andere uitgaven voor technische en administratieve bijstand die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma;

 

onderzoek naar relevante vraagstukken en verspreiding van de resultaten daarvan;

 

informatie- en communicatieactiviteiten, onder meer de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning in het kader van hoofdstuk 21 03.

22 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor de trustfondsen die door de Commissie worden beheerd

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

492 872,34

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de beheerskosten van de Commissie, tot maximaal 5 % van de in de trustfondsen samengebrachte bedragen, vanaf de jaren waarin de bijdragen aan elk trustfonds voor het eerst werden gebruik zoals bepaald in artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de trustfondsen die worden gebruikt voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 4 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in deze post overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 2, en artikel 187, lid 7.

22 01 06

Uitvoerende agentschappen

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

729 000

789 000

798 460 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma's op het beleidsterrein „Nabuurschap en uitbreidingsonderhandelingen”. De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de lopende acties voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn. Dit krediet is tevens bedoeld om in het kader van het programma „Erasmus+” de exploitatiekosten te dekken van bepaalde acties van dat programma ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs en andere acties.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 287 000

2 415 000

2 482 080 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die zijn gedaan in het kader van de uit hoofde van hoofdstuk 22 04 aan het Agentschap toevertrouwde uitvoering van de internationale dimensie van het hoger onderwijs van het Erasmus+-programma (rubriek 4). De opdracht van het Agentschap omvat de afwikkeling van de lopende acties voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma's waarbij begunstigden van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) betrokken zijn.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Besluit C(2013) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 22 02 —   UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (41), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

199 267 000

221 500 000

276 700 000

57 046 828

230 619 905,80

74 441 744,36

33,61

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

307 100 000

166 000 000

280 658 000

120 210 046

228 023 465,82

41 322 249,08

24,89

 

Artikel 22 02 01 — Subtotaal

 

506 367 000

387 500 000

557 358 000

177 256 874

458 643 371,62

115 763 993,44

29,87

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 22 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

97 400 000

13 500 000

137 200 000

12 964 128

233 900 000 ,—

117 806 235,25

872,64

Reserves (40 02 41)

 

70 000 000

35 000 000

         
   

167 400 000

48 500 000

137 200 000

12 964 128

233 900 000 ,—

117 806 235,25

 

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

4

236 384 000

262 500 000

751 187 000

375 400 000

1 255 340 000 ,—

290 000 000 ,—

110,48

 

Artikel 22 02 03 — Subtotaal

 

333 784 000

276 000 000

888 387 000

388 364 128

1 489 240 000 ,—

407 806 235,25

147,76

Reserves (40 02 41)

 

70 000 000

35 000 000

         
   

403 784 000

311 000 000

888 387 000

388 364 128

1 489 240 000 ,—

407 806 235,25

 

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

4

411 426 000

283 000 000

320 292 285

130 103 278

393 680 460,08

98 917 104,29

34,95

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

4

30 271 000

34 352 588

33 061 715

33 087 700

32 963 697 ,—

30 812 535 ,—

89,69

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

4

4 529 832

4 529 832

4 354 832

4 354 832

4 343 030 ,—

4 343 030 ,—

95,88

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

446 226 832

321 882 420

357 708 832

167 545 810

430 987 187,08

134 072 669,29

41,65

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

4

p.m.

190 000 000

p.m.

348 658 940

995 291,25

374 875 226,10

197,30

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

p.m.

p.m.

402 000

562,50

880 049,69

 

22 02 77 03

Voorbereidende actie — Verbetering van de regionale samenwerking met betrekking tot vermisten na de conflicten in voormalig Joegoslavië

4

1 500 000

750 000

         
 

Artikel 22 02 77 — Subtotaal

 

1 500 000

750 000

p.m.

402 000

562,50

880 049,69

117,34

 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

1 287 877 832

1 176 132 420

1 803 453 832

1 082 227 752

2 379 866 412,45

1 033 398 173,77

87,86

Reserves (40 02 41)

 

70 000 000

35 000 000

         
   

1 357 877 832

1 211 132 420

1 803 453 832

1 082 227 752

2 379 866 412,45

1 033 398 173,77

 

22 02 01

Steun voor Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo (42), Montenegro, Servië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië

22 02 01 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

199 267 000

221 500 000

276 700 000

57 046 828

230 619 905,80

74 441 744,36

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor politieke hervormingen,

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 01 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

307 100 000

166 000 000

280 658 000

120 210 046

228 023 465,82

41 322 249,08

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in de Westelijke Balkan:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 02

Steun voor IJsland

22 02 02 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 02 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II), zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in IJsland:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 03

Steun voor Turkije

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02 03 01

97 400 000

13 500 000

137 200 000

12 964 128

233 900 000 ,—

117 806 235,25

Reserves (40 02 41)

70 000 000

35 000 000

       

Totaal

167 400 000

48 500 000

137 200 000

12 964 128

233 900 000 ,—

117 806 235,25

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor politieke hervormingen;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake politieke hervormingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Het bedrag zal worden vrijgegeven wanneer Turkije volgens het jaarverslag van de Commissie meetbare toereikende vorderingen boekt op het gebied van de rechtsstaat, de democratie, de mensenrechten en de persvrijheid.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder a) en c).

22 02 03 02

Steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

236 384 000

262 500 000

751 187 000

375 400 000

1 255 340 000 ,—

290 000 000 ,—

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de volgende specifieke doelstellingen in Turkije:

 

steun voor economische, sociale en territoriale ontwikkeling met het oog op slimme, duurzame en inclusieve groei;

 

versterking op alle niveaus van het vermogen van de in bijlage I bij de verordening opgenomen begunstigden om te voldoen aan de verplichtingen inzake economische, sociale en territoriale ontwikkeling die voortvloeien uit het lidmaatschap van de Unie door steun te verlenen aan de geleidelijke aanpassing aan en goedkeuring, tenuitvoerlegging en handhaving van het acquis van de Unie, met inbegrip van voorbereiding op het beheer van de structuurfondsen van de Unie, het Cohesiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun overheidsorganen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Kredieten die worden gebruikt in de context van steun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen, moeten rechtstreeks ten goede komen aan vluchtelingen en/of aan de activiteiten van maatschappelijke organisaties die op dit gebied werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder b) en c).

22 02 04

Regionale integratie, territoriale samenwerking en steun aan groepen landen (horizontale programma’s)

22 02 04 01

Meerlandenprogramma’s, regionale integratie en territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

411 426 000

283 000 000

320 292 285

130 103 278

393 680 460,08

98 917 104,29

Toelichting

In het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) zal dit krediet dienen voor de specifieke doelstelling van regionale integratie en territoriale samenwerking met de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 231/2014 vermelde begunstigden, de lidstaten, en waar passend, derde landen, binnen de werkingssfeer van Verordening (EU) nr. 232/2014.

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale en meerbegunstigdenprogramma's voor pretoetredingssteun, gericht op de begunstigden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van technische bijstand voor de begunstigden op het gebied van de totale aanpassing aan de wetgeving van de Unie, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen worden vastgesteld, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95), dient dit krediet ook ter dekking van uitgaven die direct verband houden met de uitvoering van IPA II betreffende activiteiten op het gebied van voorbereiding, follow-up, toezicht, audit en evaluatie alsook betreffende informatie- en communicatieactiviteiten, waaronder de ontwikkeling van communicatiestrategieën en institutionele voorlichting over de politieke prioriteiten van de Unie.

Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor culturele projecten die gericht zijn op verzoening tussen de landen en de volkeren van de Westelijke Balkan, op basis van de waarden waarop de Europese Unie is gegrondvest.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 2, lid 1, onder d).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

30 271 000

34 352 588

33 061 715

33 087 700

32 963 697 ,—

30 812 535 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11), met name artikel 15, lid 3.

22 02 04 03

Bijdrage voor de Energiegemeenschap voor Zuidoost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 529 832

4 529 832

4 354 832

4 354 832

4 343 030 ,—

4 343 030 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Deze begroting heeft betrekking op administratieve uitgaven en beleidskredieten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

22 02 51

Voltooiing van eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

190 000 000

p.m.

348 658 940

995 291,25

374 875 226,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die zijn gedaan vóór 2014.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005 (deel van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie).

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 30 van de Akte van toetreding van Kroatië.

Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije en tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3906/89, (EG) nr. 1267/1999, (EG) nr. 1268/1999 en (EG) nr. 555/2000 (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 02 77 01

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 02 77 02

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

402 000

562,50

880 049,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 02 77 03

Voorbereidende actie — Verbetering van de regionale samenwerking met betrekking tot vermisten na de conflicten in voormalig Joegoslavië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Doel van deze voorbereidende actie is het ondersteunen van het programma van de Internationale Commissie voor vermiste personen (ICMP) voor de Westelijke Balkan in 2018 en 2019, in het kader waarvan de regeringen steun krijgen om via een nauwere regionale samenwerking personen die sinds de conflicten in voormalig Joegoslavië vermist zijn, op te sporen en te identificeren.

Ondanks de tot dusverre geboekte vooruitgang en de aanzienlijke inspanningen en actieve inzet van de Unie blijft het een brandende kwestie om het lot van deze vermisten te achterhalen. De mogelijkheid van samenwerking op regionaal niveau tussen de betrokken landen is niet voldoende onderzocht.

Deze actie dient om de autoriteiten te steunen bij de behandeling van het grote aantal NN-gevallen (ongeïdentificeerde lichamen) in landen in de regio en het daarmee samenhangende probleem van verkeerde identificatie, dat zich voordeed voordat de ICMP in 2001 identificatie op basis van DNA invoerde.

Na de ondertekening in 2016 van samenwerkingsakkoorden tussen de ICMP en Bosnië en Herzegovina, Kosovo en Montenegro en de ondertekening van een akkoord met Servië in 2017, is het de bedoeling dat er een databank met de actieve dossiers van vermiste personen uit voormalig Joegoslavië wordt opgezet en er regelmatig bijeenkomsten met regionale autoriteiten worden georganiseerd om deze te bespreken. Zo kunnen gegevens over vermiste personen op transparante wijze worden beheerd en kan er op regionaal niveau worden samengewerkt om het aantal onopgehelderde dossiers van vermiste personen terug te brengen. Dankzij het verzamelen van bijkomende referenties van familieleden van de vermisten uit de regio, ondersteund door informatiecampagnes, zullen de autoriteiten NN-gevallen kunnen identificeren en corrigerend kunnen optreden wanneer er aantoonbaar verkeerde identificaties hebben plaatsgevonden. Door de actie zal ook de regionale samenwerking tussen verenigingen van families van de vermisten hechter worden, zodat zij bij het werk kunnen worden betrokken en er gezamenlijk voor zorgen dat de regering hierover verantwoording aflegt.

De belangrijkste activiteiten die in het kader van deze regionale actie zullen plaatsvinden, zijn:

 

1.

het opzetten van een databank met de actieve dossiers van vermiste personen als gevolg van de conflicten in voormalig Joegoslavië en het regelmatig organiseren van bijeenkomsten met regionale autoriteiten om deze te bespreken;

 

2.

het verstrekken en beheren van een kleine subsidie voor het orgaan verantwoordelijk voor de regionale coördinatie van verenigingen van families van vermisten uit voormalig Joegoslavië ten behoeve van lobbyactiviteiten om regionale overheden en autoriteiten aan te zetten om de vermisten op te sporen en te identificeren;

 

3.

het verlenen van steun aan nationale autoriteiten in de betrokken landen op de Westelijke Balkan met het oog op het opgraven en onderzoeken van stoffelijke overschotten uit clandestiene graven;

 

4.

het verlenen van permanente toegang tot de DNA-laboratoriumcapaciteit van de ICMP (monsterneming en opstelling van DNA-profielen op basis van opgegraven resten, DNA-matching van genetische referentieprofielen en postmortaal verkregen profielen);

 

5.

het betrekken van de nationale autoriteiten van Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Kosovo en Servië die belast zijn met het zoeken naar vermisten (regeringscommissies inzake vermiste personen), in een regionale beleidsdialoog die zal leiden tot duurzame en doeltreffende initiatieven met het oog op de oplossing van de onderling samenhangende problemen van NN-gevallen en verkeerde identificaties die een gevolg waren van het gebruik van traditionele methoden van visuele herkenning.

De toegevoegde waarde van deze actie bestaat erin dat de vermistenproblematiek een rechtsstatelijke prioriteit blijft op de Westelijke Balkan. Het is belangrijk om de regionale dimensie van de oorlogen in voormalig Joegoslavië voor ogen te houden, waardoor tienduizenden vermisten nu in buurlanden leven en vele mensen die tijdens de conflicten om het leven zijn gekomen, in buurlanden zijn begraven.

Tot de ICMP-activiteiten die op nationaal niveau worden gefinancierd — momenteel voornamelijk in Bosnië en Herzegovina — behoren: technische steun bij het lokaliseren en openen van clandestiene graven; toegang tot DNA-tests en DNA-matching; steun voor lokale actoren bij het afronden van het onderzoek aan niet-geïdentificeerde resten in mortuaria door stelselmatig extra bloedmonsters te verzamelen van familieleden van vermisten, teneinde NN-gevallen in mortuaria in Bosnië en Herzegovina te identificeren en zo het identificatiepercentage te verhogen en het aantal momenteel opgeslagen niet-geïdentificeerde resten fors te verminderen.

De activiteiten die in het kader van deze regionale actie worden voorgesteld, staan los van en vormen een aanvulling op de activiteiten die momenteel op nationaal niveau worden uitgevoerd. Het is van belang erop te wijzen dat de regionale en nationale acties weliswaar los van elkaar staan, maar een grote mate van synergie vertonen, die ertoe zal bijdragen dat in beide gevallen de doelstellingen worden gehaald.

Ook zal het er hierbij op aankomen dat het onderzoek zodanig wordt uitgevoerd, dat respectvol wordt omgegaan met de behoeften van de families en recht wordt gedaan aan het maatschappelijk belang op lange termijn van een historisch nauwkeurig verslag van de wreedheden, waarmee een tegenwicht kan worden geboden aan ongefundeerde, politiek geïnspireerde verhalen. Met het oog daarop zal de regionale dimensie van groot belang zijn bij het intensiveren van de samenwerking tussen de verenigingen van families in de betrokken landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 22 04 —   EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalin gen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 04

EUROPEES NABUURSCHAPSINSTRUMENT (ENI)

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

4

119 435 744

65 000 000

173 000 000

61 799 487

123 190 000 ,—

52 919 964,28

81,42

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

596 250 682

460 000 000

613 835 212

247 340 416

577 000 000 ,—

369 274 836,01

80,28

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

296 072 675

133 500 000

332 480 439

134 805 000

355 730 000 ,—

61 930 974,53

46,39

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

4

299 379 163

261 500 000

310 100 000

251 632 326

313 319 528,72

281 931 801,33

107,81

 

Artikel 22 04 01 — Subtotaal

 

1 311 138 264

920 000 000

1 429 415 651

695 577 229

1 369 239 528,72

766 057 576,15

83,27

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

4

229 520 067

110 000 000

214 000 000

71 004 890

137 450 000 ,—

111 395 306,54

101,27

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

4

361 556 726

322 500 000

322 125 583

69 044 246

384 541 827 ,—

115 140 870,49

35,70

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

4

11 603 569

2 500 000

8 000 000

5 000 000

12 000 000 ,—

4 764 966,80

190,60

 

Artikel 22 04 02 — Subtotaal

 

602 680 362

435 000 000

544 125 583

145 049 136

533 991 827 ,—

231 301 143,83

53,17

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

89 211 797

60 000 000

86 119 807

35 000 000

83 485 550 ,—

19 261 878,12

32,10

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

121 608 308

103 795 278

150 691 819

35 000 000

55 271 008 ,—

15 713 424 ,—

15,14

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

4

204 300 000

125 000 000

196 500 000

41 660 434

193 500 000 ,—

52 193 737,42

41,75

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

4

26 208 375

6 500 000

30 110 000

6 760 524

24 852 738 ,—

2 520 000 ,—

38,77

 

Artikel 22 04 03 — Subtotaal

 

441 328 480

295 295 278

463 421 626

118 420 958

357 109 296 ,—

89 689 039,54

30,37

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

4

79 733 000

99 263 450

102 415 000

96 647 388

105 264 380,47

100 790 975,20

101,54

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

4

p.m.

580 000 000

p.m.

852 717 008

1 970 566,54

918 846 531,64

158,42

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1,2

p.m.

7 000 000

p.m.

26 775 105

0 ,—

36 115 337,55

515,93

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

p.m.

p.m.

p.m.

335 789

0 ,—

193 635,91

 

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

170 510,92

 

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

4

p.m.

p.m.

p.m.

341 262

0 ,—

1 368 740 ,—

 

22 04 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van een op kennis gebaseerde Europese journalistiek met betrekking tot het EU-nabuurschap, door middel van educatieve activiteiten van de campus Natolin van het Europacollege

4

p.m.

p.m.

750 000

375 000

     

22 04 77 07

Voorbereidende Actie — Steun voor de buurlanden van de Unie voor de terugvordering van activa

4

650 000

325 000

         
 

Artikel 22 04 77 — Subtotaal

 

650 000

325 000

750 000

1 052 051

0 ,—

1 732 886,83

533,20

 

Hoofdstuk 22 04 — Totaal

 

2 435 530 106

2 336 883 728

2 540 127 860

1 936 238 875

2 367 575 598,73

2 144 533 490,74

91,77

22 04 01

Ondersteuning van samenwerking met mediterrane landen

22 04 01 01

Mediterrane landen — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

119 435 744

65 000 000

173 000 000

61 799 487

123 190 000 ,—

52 919 964,28

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen;

 

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma. Deze bedragen kunnen worden aangevuld met bijdragen voor Unietrustfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 02

Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

596 250 682

460 000 000

613 835 212

247 340 416

577 000 000 ,—

369 274 836,01

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 03

Mediterrane landen — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

296 072 675

133 500 000

332 480 439

134 805 000

355 730 000 ,—

61 930 974,53

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw, onder meer bij kinderen;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 01 04

Ondersteuning van het vredesproces en financiële bijstand aan Palestina en aan de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

299 379 163

261 500 000

310 100 000

251 632 326

313 319 528,72

281 931 801,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

 

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

 

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

 

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

 

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma's inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

 

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

 

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02

Ondersteuning van samenwerking met landen van het Oostelijk Partnerschap

22 04 02 01

Oostelijk Partnerschap — Mensenrechten, goed bestuur en mobiliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

229 520 067

110 000 000

214 000 000

71 004 890

137 450 000 ,—

111 395 306,54

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

mensenrechten en fundamentele vrijheden;

 

rechtsstaat;

 

gelijkheidsbeginselen;

 

duurzame en blijvende democratie;

 

goed bestuur;

 

ontwikkeling van een florerend maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners;

 

scheppen van een klimaat voor goed beheerde mobiliteit van mensen;

 

bevorderen van contacten tussen mensen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 02

Oostelijk Partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

361 556 726

322 500 000

322 125 583

69 044 246

384 541 827 ,—

115 140 870,49

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

geleidelijke integratie in de interne markt van de Unie en meer samenwerking binnen en tussen sectoren, onder meer door:

 

aanpassing aan de wet- en regelgeving van de EU en andere internationale normen,

 

institutionele opbouw,

 

investeringen;

 

duurzame en inclusieve ontwikkeling in alle aspecten;

 

armoedebestrijding, onder meer door de ontwikkeling van de particuliere sector;

 

meer interne economische, sociale en territoriale cohesie;

 

plattelandsontwikkeling;

 

klimaatmaatregelen;

 

rampenparaatheid.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 02 03

Oostelijk Partnerschap — Vertrouwensopbouw, veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 603 569

2 500 000

8 000 000

5 000 000

12 000 000 ,—

4 764 966,80

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van bilaterale en op meerdere landen gerichte samenwerkingsacties om resultaten te boeken in onder meer de volgende gebieden:

 

vertrouwens- en vredesopbouw;

 

veiligheid en het voorkomen en oplossen van conflicten;

 

bijstand aan vluchtelingen en ontheemden, met inbegrip van kinderen.

Er dienen voldoende kredieten te worden gereserveerd voor steun aan organisaties uit het maatschappelijk middenveld.

Een deel van deze kredieten zal worden gebruikt voor maatregelen gericht op de vele vastgelopen conflicten in het oostelijke nabuurschap en ter ondersteuning van de zoektocht naar politieke oplossingen hiervoor.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Bij de ondernomen actie moet de hoogst mogelijke zichtbaarheid worden gegeven aan de Europese Unie als donor en financier.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03

Ondersteuning van efficiënte grensoverschrijdende samenwerking en steun aan andere samenwerkingsverbanden tussen meerdere landen

22 04 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

89 211 797

60 000 000

86 119 807

35 000 000

83 485 550 ,—

19 261 878,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van grensoverschrijdende programma's tussen de lidstaten enerzijds en de partnerlanden en/of de Russische federatie anderzijds, aan de buitengrenzen van de EU, om geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling en samenwerking te stimuleren tussen naburige grensgebieden, en harmonieuze territoriale integratie doorheen de Unie en met de buurlanden.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 897/2014 van de Commissie van 18 augustus 2014 tot vaststelling van specifieke uitvoeringsbepalingen voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking die worden gefinancierd in het kader van Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 244 van 19.8.2014, blz. 12).

22 04 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

121 608 308

103 795 278

150 691 819

35 000 000

55 271 008 ,—

15 713 424 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling voor Europese territoriale samenwerking in de programmeringsperiode 2014-2020 aan grensoverschrijdende en zeebekkensamenwerkingsprogramma's binnen het Europees nabuurschapsinstrument.

Uit dit krediet moet in het bijzonder steun worden verleend voor programma's voor grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Europese Unie tussen partnerlanden en lidstaten, teneinde geïntegreerde en duurzame regionale ontwikkeling tussen naburige grensregio's, met inbegrip van de Oostzee en de Zwarte Zee, en harmonieuze territoriale integratie in de gehele Unie en met naburige landen te bevorderen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259).

Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 03

Steun aan andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Overkoepelend programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

204 300 000

125 000 000

196 500 000

41 660 434

193 500 000 ,—

52 193 737,42

Toelichting

Dit krediet is voornamelijk bedoeld om de overkoepelende meerlandenprogramma's te financieren die de financiële toewijzingen voor een land aanvullen. De doelstelling van de overkoepelende meerlandenprogramma's — als bepaald in Verordening (EU) nr. 232/2014 — is om de uitvoering van de op stimulansen gebaseerde aanpak te vergemakkelijken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 03 04

Andere op meerdere landen gerichte samenwerking in de nabuurschap — Ondersteunende maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 208 375

6 500 000

30 110 000

6 760 524

24 852 738 ,—

2 520 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties die:

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de Unie voor het Middellandse Zeegebied;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van het Oostelijk Partnerschap;

 

algemene ondersteuning bieden voor de werking van de andere regionale samenwerkingsverbanden, zoals de noordelijke dimensie en de synergie voor het Zwarte Zeegebied.

Het is ook bedoeld ter dekking van acties om het niveau en het vermogen van de tenuitvoerlegging van de ondersteuning van de Unie te verbeteren en voor acties om het grote publiek en mogelijke begunstigden van ondersteuning te informeren en de zichtbaarheid te vergroten.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun publieke organen, entiteiten of natuurlijke personen aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

79 733 000

99 263 450

102 415 000

96 647 388

105 264 380,47

100 790 975,20

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de technische en financiële bijstand in het kader van dit externe instrument ter bevordering van de internationale dimensie van hoger onderwijs voor de uitvoering van het programma Erasmus voor iedereen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

22 04 51

Voltooiing van acties op het gebied van het Europees nabuurschapsbeleid en de betrekkingen met Rusland (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

580 000 000

p.m.

852 717 008

1 970 566,54

918 846 531,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met vastleggingen van voorgaande jaren.

Het dient eveneens ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen, waaronder onder meer steun voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank, en dekt de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma's die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

22 04 52

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 000 000

p.m.

26 775 105

0 ,—

36 115 337,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van de bijdrage voor 2007-2013 van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

22 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

22 04 77 03

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

335 789

0 ,—

193 635,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 04

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

170 510,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 05

Voorbereidende actie — Terugvordering van activa door landen van de Arabische lente

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

341 262

0 ,—

1 368 740 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van een op kennis gebaseerde Europese journalistiek met betrekking tot het EU-nabuurschap, door middel van educatieve activiteiten van de campus Natolin van het Europacollege

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

750 000

375 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Momenteel hebben journalisten in de Unie en in de landen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) te weinig kennis over de relaties tussen de Unie en de nabuurschapsregio, wat kan leiden tot onbetrouwbare of irrelevante berichtgeving door journalisten die verslag uitbrengen over of in de nabuurschapslanden. De instrumenten die zij voor hun berichtgeving gebruiken, werden vaak al meer dan een eeuw geleden ontwikkeld, en zijn dus niet meer aangepast aan de behoeften van vandaag de dag. Het opbouwen van capaciteit bij deze journalisten is door de vaak fragiele omstandigheden in de Europese nabuurschapslanden urgenter dan ooit.

De bevolking en de besluitvormers in de Unie en in de nabuurschapslanden hebben dus behoefte aan op kennis gebaseerde, betrouwbare en coherente berichtgeving over de landen en regio's in de EU-nabuurschap. Journalistiek van slechte kwaliteit kan het welslagen van het ENB belemmeren, terwijl — omgekeerd — op kennis gebaseerde coherente journalistiek de impact van het beleid kan vergroten en kan bijdragen tot positieve zichtbaarheid.

Dit proefproject is een programma voor kennisvergroting op de campus Natolin van het Europacollege, bedoeld voor journalisten uit de EU en uit de nabuurschapslanden die verslag uitbrengen over de EU-nabuurschap. Het omvat een reeks cursussen op de campus, studiebezoeken aan nabuurschapslanden en praktijktraining. In het kader van de cursussen op de campus zal een academische opleiding bestaande uit verschillende modules ontwikkeld worden voor journalisten uit de Unie en uit de ENB-landen, met name voor beginnende werknemers uit de mediasector en voor meer ervaren journalisten. Dit onderdeel bestaat uit een reeks korte (twee tot drie dagen) en intensieve academische cursussen op de campus (waarvoor een certificaat of diploma uitgereikt zal worden), weliswaar met digitale instrumenten en communicatiekanalen zodat de deelnemers tussen de lessen door in contact kunnen blijven. Het programma omvat ook studiebezoeken naar nabuurschapslanden en praktijktraining, om een breed gamma aan praktische vaardigheden te verwerven en een netwerk met de belangrijke maatschappelijke spelers in het veld uit te bouwen. Deze werkwijze zorgt ervoor dat werkgevers ermee zullen instemmen dat hun professioneel actieve journalisten deelnemen aan deze modulaire opleiding (en zij zelf ook voordeel zullen halen uit de kennis die de journalisten dankzij dit project hebben opgedaan), en daarnaast dat professionele netwerken van journalisten uit de Unie en de zuidelijke en oostelijke partnerschapslanden opgericht en uitgebreid zullen worden, met journalisten die zich specialiseren in sectoraal en samenwerkingsbeleid, waardoor een gemeenschappelijk netwerk van informatiebronnen wordt opgebouwd en er in de Unie en in de nabuurschapslanden meer betrouwbare informatie ter beschikking zal zijn. In dit proefproject wordt gewaakt over een geografisch evenwicht tussen de deelnemende journalisten (tussen en in de Unie en de nabuurschapslanden). In deze geografisch evenwichtige groep zullen de drie deelnemers met de beste resultaten (op basis van objectieve testscores en examenuitslagen) uit respectievelijk de EU, de zuidelijke en de oostelijke partnerschapslanden, een beurs van één jaar krijgen om het geavanceerde Masterprogramma te volgen aan de campus in Natolin, zodat zij zich kunnen specialiseren in het ENB.

Een dergelijke academische opleiding kan enkel verstrekt worden door een gerenommeerde instelling voor hoger onderwijs, die reeds deskundigheid bezit inzake het ENB en de ruimere nabuurschap van de EU, en die al met succes een schakel vormt tussen de Unie en haar nabuurschapslanden: de campus Natolin van het Europacollege. Het is dus deze campus die dit proefproject zal uitvoeren. De campus specialiseert zich al geruime tijd in EU-studies en het ENB, en kan dankzij deze specialisatie, locatie (bv. in de buurt van het Agentschap Frontex) en georganiseerde studiebezoeken naar verschillende landen ten zuiden en ten oosten van de EU, bogen op vernieuwende academische activiteiten in het kader van zijn leerstoel Europees nabuurschapsbeleid en zijn leerstoel Europese beschaving, op het „E-platform voor nabuurschap” dat momenteel geïmplementeerd wordt, en op zijn reeds lang bestaand, uitgebreid academisch en professioneel netwerk in de Unie en de oostelijke en zuidelijke nabuurschap.

De campus Natolin van het Europacollege is een uniek kenniscentrum met ervaring en toegang tot een breed netwerk van academici en praktijkdeskundigen van het hoogste niveau (ook in de nabuurschapslanden, dankzij een reeds lang bestaande samenwerking op academisch en onderwijsvlak), en is gespecialiseerd in EU-instellingen en -beleid, Europese integratie, de betrekkingen tussen de Unie en externe spelers, waaronder alle aspecten van het nabuurschapsbeleid, en de Europese nabuurschapslanden zelf.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

22 04 77 07

Voorbereidende Actie — Steun voor de buurlanden van de Unie voor de terugvordering van activa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

650 000

325 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie bouwt voor op succesvolle praktijken die werden toegepast in het kader van de door de Unie gefinancierde voorbereidende actie „Steun voor de landen van de Arabische Lente voor de terugvordering van activa”. Die actie was gericht op de ondersteuning van Egypte, Libië en Tunesië bij de afhandeling van gevallen van terugvordering van activa als gevolg van de revoluties in 2011, toen hun voormalige leiders ten val werden gebracht, in het bijzonder met betrekking tot bilaterale justitiële samenwerking met lidstaten en andere landen. Dit heeft geleid tot onder andere betere coördinatie tussen de landen van de Arabische lente en de lidstaten wat betreft de terugvordering van activa, en de succesvolle terugvordering en teruggave van meer dan 300 miljoen USD. Gezien het bovenstaande hebben ambtenaren uit lidstaten en hooggeplaatste ambtenaren van de oorspronkelijke begunstigde staten (waaronder de premier van Libië, de procureur-generaal van Egypte en de minister van Staatseigendom van Tunesië) groot belang hebben gesteld in een breder, permanenter Unieprogramma voor de terugvordering van activa, waarin bovengenoemde activiteiten moeten worden opgenomen:

 

1.

versterking van regionale platforms voor dialoog, uitwisseling van optimale werkmethoden en operationele samenwerking (hoofdzakelijk met Uniepartners) met betrekking tot de terugvordering van activa;

 

2.

aanscherping van de wetgeving inzake inbeslagneming en confiscatie van activa die in verband worden gebracht met corruptie;

 

3.

gespecialiseerde begeleiding voor personen die zich beroepsmatig bezighouden met de terugvordering van activa, om tot betere operationele praktijken te komen bij de opsporing en terugvordering van gestolen activa;

 

4.

technisch advies om te waarborgen dat de teruggevorderde gestolen activa worden ingezet voor prioritaire ontwikkelingsbehoeften in de nationale gezondheidszorg- en onderwijssector teneinde bij te dragen aan de verdere stabilisering van de buurlanden van de Unie;

 

5.

technisch advies met het oog op grotere operationele harmonisatie met de normen van de Unie en de Financiële-actiegroep;

 

6.

verspreiding van op feiten gebaseerd onderzoek ter verbetering van de algemene kennis over de wijze waarop activa op corrupte wijze worden weggesluisd en gestolen, en om beleidsmakers er bewust van te maken hoe de ontwikkeling wordt afgeremd door vertragingen bij de terugvordering van activa, alsmede

 

7.

versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij de prioriteitenstelling m.b.t. de eindbestemming van teruggevorderde activa.

Er zij op gewezen dat het geplande mondiale project ter bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme van DG DEVCO (CRIS-nummer: 038875) voornamelijk gericht is op de bestrijding van het witwassen van geld en van de financiering van terrorisme, terwijl deze actie in de eerste plaats bedoeld is voor de terugvordering van activa en de voortzetting van het werk om begunstigde landen bij te staan in opzienbarende zaken in verband met gevallen van corruptie en andere vormen van georganiseerde misdaad. Deze actie staat hier weliswaar los van, maar kan dienen als een nuttige aanvulling op het project van DG DEVCO en de impact daarvan versterken.

Gezien de waarde van de werkzaamheden op het vlak van de terugvordering van activa als bijdrage aan de stabilisatie van de buurlanden van de Unie, de verantwoordelijkheid die wordt genomen door de nationale partners, en de tot nu toe geboekte resultaten dankzij de deskundigheid via de voorlopige voorbereidende actie zal deze actie zeer relevant zijn voor Tunesië en Libië evenals voor de andere zuidelijke landen van het Europees nabuurschapsbeleid (Jordanië en Libanon). Egypte zal worden betrokken bij regionale activiteiten. De actie heeft weliswaar een ander toepassingsgebied dan andere lopende of geplande projecten, maar zal ook dienen als aanvulling op en versterking van dergelijke inspanningen om deze landen te helpen bij de bestrijding van corruptie, het witwassen van geld, de financiering van terrorisme en andere vormen van georganiseerde misdaad. Deze actie zal ook rechtstreeks aansluiten bij de bestaande Unie- en VN-sancties die de landen in de regio Midden-Oosten en Noord-Afrika opgelegd hebben gekregen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

44 369 855

44 369 855

43 743 277

43 743 277

39 505 740,92

39 505 740,92

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

1 076 528 642

1 085 871 178

936 200 000

1 136 580 853

2 143 637 681,30

1 924 475 054,55

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

48 867 000

49 486 754

51 736 000

51 752 707

39 241 806,29

32 232 977,76

Reserves (40 02 41)

2 000 000

1 500 000

       
 

50 867 000

50 986 754

51 736 000

51 752 707

39 241 806,29

32 232 977,76

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

19 235 000

15 780 963

20 972 000

22 678 550

8 119 639,47

6 348 977,58

 

Titel 23 — Totaal

1 189 000 497

1 195 508 750

1 052 651 277

1 254 755 387

2 230 504 867,98

2 002 562 750,81

Reserves (40 02 41)

2 000 000

1 500 000

       
 

1 191 000 497

1 197 008 750

1 052 651 277

1 254 755 387

2 230 504 867,98

2 002 562 750,81

HOOFDSTUK 23 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP EN CIVIELE BESCHERMING”

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

27 764 915

27 224 698

22 902 301,32

82,49

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

5,2

2 648 439

2 767 204

2 630 246 ,—

99,31

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 703 327

1 783 373

1 817 262,69

106,69

 

Artikel 23 01 02 — Subtotaal

 

4 351 766

4 550 577

4 447 508,69

102,20

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

5,2

1 794 816

1 700 002

1 761 155,30

98,12

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

4

9 365 358

9 229 000

9 405 775,61

100,43

 

Artikel 23 01 04 — Subtotaal

 

9 365 358

9 229 000

9 405 775,61

100,43

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

4

1 093 000

1 039 000

989 000 ,—

90,48

 

Artikel 23 01 06 — Subtotaal

 

1 093 000

1 039 000

989 000 ,—

90,48

 

Hoofdstuk 23 01 — Totaal

 

44 369 855

43 743 277

39 505 740,92

89,04

23 01 01

Uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke personeelsleden voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

27 764 915

27 224 698

22 902 301,32

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 648 439

2 767 204

2 630 246 ,—

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 703 327

1 783 373

1 817 262,69

23 01 03

Uitgaven met betrekking tot ICT-apparatuur en -diensten voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 794 816

1 700 002

1 761 155,30

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma’s voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp en civiele bescherming”

23 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor humanitaire hulp, voedselhulp en rampenparaatheid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 365 358

9 229 000

9 405 775,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO);

 

uitgaven in verband met studies, informatiesystemen en publicaties, bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het EU-karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

 

uitgaven voor extern personeel bij de centrale diensten (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma's in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

 

uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische diensten die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties. Dit Centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van informatiesystemen die zijn bestemd voor intern gebruik of ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, agentschappen, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp en de deskundigen van het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) ter plaatse.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 23 02 01 en 23 02 02.

23 01 06

Uitvoerende agentschappen

23 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 093 000

1 039 000

989 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten die het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur draagt voor het onder hoofdstuk 23 04 aan het agentschap toevertrouwde beheer van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2013/776/EU van de Commissie van 18 december 2013 tot oprichting van het „Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur” en tot intrekking van Besluit 2009/336/EG (PB L 343 van 19.12.2013, blz. 46).

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2016) 9189 van de Commissie van 18 december 2013 waarbij bevoegdheden worden gedelegeerd aan het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur met het oog op het vervullen van taken die verband houden met de uitvoering van programma's van de Unie op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, omvattende in het bijzonder de uitvoering van kredieten van de algemene begroting van de Unie en toewijzingen uit het EOF.

HOOFDSTUK 23 02 —   HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP, VOEDSELHULP EN RAMPENPARAATHEID

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

4

1 026 028 642

1 040 825 501

893 100 000

1 089 706 885

2 105 719 216,40

1 884 170 834,90

181,03

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

4

50 000 000

44 795 677

43 100 000

46 873 968

37 918 464,90

40 304 219,65

89,97

23 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 02 77 01

Proefproject — Waarborgen van doeltreffende hulpverlening aan slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld in humanitaire contexten

4

500 000

250 000

         
 

Artikel 23 02 77 — Subtotaal

 

500 000

250 000

         
 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

1 076 528 642

1 085 871 178

936 200 000

1 136 580 853

2 143 637 681,30

1 924 475 054,55

177,23

23 02 01

Vertrekking van snelle, doeltreffende en op behoeften gebaseerde humanitaire hulp en voedselhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 026 028 642

1 040 825 501

893 100 000

1 089 706 885

2 105 719 216,40

1 884 170 834,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire hulp en voedselhulp van humanitaire aard aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen. Hieraan zal uitvoering worden gegeven overeenkomstig de voorschriften voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

De hulp en bijstand worden verstrekt zonder discriminatie of nadelig onderscheid op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid. Deze hulp en bijstand worden verleend in overeenstemming met het internationaal humanitair recht en mag niet worden onderworpen aan door andere partnerdonoren opgelegde beperkingen, zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire en voedselhulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire hulp- en voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het krediet kan ook ter dekking dienen van alle andere uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van de operaties van humanitaire hulp, en van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulp-operaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere transparantie.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

 

maatregelen gericht op het bieden van een ondersteunende omgeving en toegang tot goed onderwijs in geval van humanitaire crises, waaronder maatregelen gericht op het herstel en de wederopbouw van schoolgebouwen en onderwijsfaciliteiten of het bieden van psychosociale ondersteuning, scholing van leerkrachten of de levering van goederen of materialen die nodig zijn voor de uitvoering van humanitaire hulpacties gericht op de toegang tot onderwijs;

 

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire operaties;

 

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

 

de controle op en de coördinatie van de hulpacties die deel uitmaken van de betrokken humanitaire hulp en voedselhulp, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de betrokken producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend, met inbegrip van het gebruik van tegenwaardefondsen;

 

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

 

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen humanitaire organisaties en instanties van de EU onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

 

studies en opleiding die verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het humanitaire hulp- en voedselhulpbeleid;

 

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

 

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelsmijnen;

 

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een eenjarig multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn;

 

het vervoer en distributie van hulp of bijstand, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

 

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp of bijstand, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp of bijstand (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

 

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

 

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire hulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) in de gehele wereld.

Om overeenkomstig de artikelen 58 tot en met 61 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02

Rampenpreventie, rampenrisicovermindering en rampenparaatheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

44 795 677

43 100 000

46 873 968

37 918 464,90

40 304 219,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

 

de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

 

het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek (vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven), van eenheden van het directoraat-generaal Humanitaire Hulpverlening en Civiele Bescherming in de gehele wereld;

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4% van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 02 77 01

Proefproject — Waarborgen van doeltreffende hulpverlening aan slachtoffers van seksueel en gendergerelateerd geweld in humanitaire contexten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

In humanitaire contexten vormt seksueel en gendergerelateerd geweld een bedreiging voor mensenlevens: zowel in conflicten, waarbij verkrachting stelselmatig als oorlogswapen wordt ingezet, als bij natuurrampen, die volgens studies een verhoogd risico op seksueel en gendergerelateerd geweld met zich meebrengen.

De Unie en haar lidstaten zijn samen de grootste donor van humanitaire hulp ter wereld. In 2014 heeft het directoraat-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp van de Commissie een gender- en leeftijdsmarker ontwikkeld en toegepast. Deze marker toonde aan dat bij 89 % van de in 2015 door de Unie gefinancierde humanitaire acties de aspecten gender en leeftijd in sterke of zekere mate in aanmerking zijn genomen. Voor wat de efficiënte verlening van Uniebijstand aan haar humanitaire partners en de versterking van hun capaciteiten betreft, is er echter wel sprake van steeds grotere uitdagingen, zoals beperkingen op de financiering van reproductieve gezondheidszorg door andere donoren en een toename van de kwetsbare bevolkingsgroepen als gevolg van aanhoudende en nieuwe conflicten. Er bestaan nog steeds grote lacunes in onze kennis van goede, op feiten gebaseerde praktijken, alsook grote verschillen ten aanzien van de naleving van de toepasselijke rechtskaders.

In het kader van dit proefproject zal worden onderzocht welk effect seksueel geweld in humanitaire contexten heeft op vrouwen, meisjes, jongens en mannen, hoeveel personen erdoor worden getroffen, welke vormen van medische en psychosociale bijstand worden geboden aan slachtoffers/overlevenden in vijf conflictgebieden en bij twee natuurrampen, in hoeverre deze steun verenigbaar is met het internationaal recht, en welke beste praktijken reeds worden toegepast en moeten worden overgenomen.

Hierbij wordt a) bepaald welke vormen van seksueel geweld tegen vrouwen, meisjes, jongens en mannen het vaakst voorkomen in humanitaire contexten (waaronder gewapende conflicten en natuurrampen); b) de omvang ervan geschat op basis van frequentie en/of aantallen slachtoffers/overlevenden; c) de specifieke medische en psychosociale dienstverlening voor slachtoffers/overlevenden beoordeeld en vastgesteld of er sprake is van hiaten op het gebied van bescherming, met name met betrekking tot gender; d) onderzocht of de WHO-protocollen worden nageleefd; e) bestudeerd of het internationaal humanitair recht (in het kader van gewapende conflicten) en het internationaal recht inzake de mensenrechten worden geëerbiedigd, en f) overgegaan tot het in kaart brengen en verspreiden van beste praktijken op het gebied van doeltreffende hulpverlening aan slachtoffers/overlevenden van seksueel geweld (vrouwen, meisjes, jongens en mannen) in humanitaire contexten.

Dit proefproject wordt uitgevoerd door een consortium van relevante instellingen, humanitaire actoren en relevante maatschappelijke organisaties. Dit consortium zal aanbevelingen opstellen, humanitaire actoren helpen hun responscapaciteit bij seksueel geweld in humanitaire contexten te versterken en de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Uniesteun verbeteren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 03 —   HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betali ngen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03

HET UNIEMECHANISME VOOR CIVIELE BESCHERMING

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

3

29 746 000

31 370 000

29 525 000

29 525 000

27 929 134,92

18 345 270,90

58,48

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

4

5 729 000

5 466 903

5 621 000

5 567 707

5 626 501,37

3 898 006,02

71,30

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

3

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

2 000 000

1 500 000

         
   

2 000 000

1 500 000

         
 

Artikel 23 03 01 — Subtotaal

 

35 475 000

36 836 903

35 146 000

35 092 707

33 555 636,29

22 243 276,92

60,38

Reserves (40 02 41)

 

2 000 000

1 500 000

         
   

37 475 000

38 336 903

35 146 000

35 092 707

33 555 636,29

22 243 276,92

 

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

3

1 500 000

1 400 000

1 500 000

1 400 000

2 494 670 ,—

1 379 808,27

98,56

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

4

10 392 000

10 000 000

15 090 000

14 010 000

3 190 000 ,—

5 375 216,68

53,75

 

Artikel 23 03 02 — Subtotaal

 

11 892 000

11 400 000

16 590 000

15 410 000

5 684 670 ,—

6 755 024,95

59,25

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 500 ,—

3 234 675,89

 

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

3

p.m.

499 851

p.m.

1 250 000

0 ,—

0 ,—

0

23 03 77 04

Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing

4

1 500 000

750 000

         
 

Artikel 23 03 77 — Subtotaal

 

1 500 000

1 249 851

p.m.

1 250 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 23 03 — Totaal

 

48 867 000

49 486 754

51 736 000

51 752 707

39 241 806,29

32 232 977,76

65,13

Reserves (40 02 41)

 

2 000 000

1 500 000

         
   

50 867 000

50 986 754

51 736 000

51 752 707

39 241 806,29

32 232 977,76

 

23 03 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 746 000

31 370 000

29 525 000

29 525 000

27 929 134,92

18 345 270,90

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend binnen de Unie. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

Het dekt met name:

 

acties op het gebied van preventie ter ondersteuning en bevordering van de risicobeoordelings- en -inventarisatie-activiteiten van de lidstaten via het uitwisselen van goede praktijken en het verzamelen en verspreiden van informatie van de lidstaten over risicobeoordelingsactiviteiten, onder meer door intercollegiale toetsing;

 

het creëren van een Europese responscapaciteit voor noodsituaties, een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

 

de ontwikkeling en het beheer van een certificatie- en registratieproces voor de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”. Dit impliceert tevens de ontwikkeling van capaciteitsdoelstellingen en kwaliteitsnormen;

 

de identificatie van belangrijke tekortkomingen inzake responscapaciteit in de „Europese responscapaciteit voor noodsituaties”, en steun voor de ontwikkeling van de vereiste capaciteiten;

 

de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van een netwerk van opgeleide deskundigen uit de lidstaten om op centraal niveau te helpen met het toezicht, en de informatie- en coördinatietaken van het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC);

 

een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming;

 

een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

 

het beheer van een opleidingsnetwerk van opleidingscentra voor personeel van civiele bescherming en beheer van noodsituaties en andere relevante actoren met het oog op sturing in verband met opleiding voor civiele bescherming in de Unie en op internationaal niveau;

 

het beheer van een programma met oefeningen, onder meer oefeningen op coördinatiecentrumniveau, oefeningen op grote schaal en oefeningen voor modules van civiele bescherming voor het beproeven van de interoperabiliteit, de opleiding van ambtenaren voor civiele bescherming en een gemeenschappelijke interventiecultuur;

 

de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

 

informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem Cecis ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

 

onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 4 van Besluit nr. 1313/2013/EU, met inbegrip van steun ter verbetering van de interoperabiliteit;

 

onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en vroegewaarschuwingssystemen;

 

de studie en ontwikkeling van scenario’s, het in kaart brengen en plannen voor de ontwikkeling van responscapaciteit;

 

workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario's en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw, demonstratieprojecten, overdracht van technologie, bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, controle en evaluatie;

 

andere ondersteunende en aanvullende acties die noodzakelijk zijn in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming, voor het bereiken van een hoog beschermingsniveau tegen rampen en een grotere rampenparaatheid van de Unie;

 

uitgaven voor audits en evaluaties, zoals neergelegd in het Uniemechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 729 000

5 466 903

5 621 000

5 567 707

5 626 501,37

3 898 006,02

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning en coördinatie van, alsook ter aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen, de toetredende landen, de kandidaat-lidstaten en de potentiële kandidaat-lidstaten die met de Unie een passende overeenkomst hebben gesloten inzake paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen, met inbegrip van terroristische acties en technologische, stralings- of milieuongevallen, verontreiniging van de zee en acute gezondheidsrisico’s, voorkomend in derde landen. Het krediet dekt meer bepaald de inzet van deskundigen voor de evaluatie van de preventie- en paraatheidsbehoeften in derde landen bij rampen, en de fundamentele logistieke steun voor dergelijke deskundigen.

Het krediet strekt ook tot financiële steun voor bepaalde acties die worden gedekt door de artikelen 21 en 22 van Besluit nr. 1313/2013/EU, voor kandidaten die niet deelnemen aan het Uniemechanisme voor civiele bescherming en voor landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, voor zover dit wordt gecombineerd met financiering uit het instrument voor pretoetredingssteun en het Europees nabuurschapsinstrument.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03 01 03

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

2 000 000

1 500 000

       

Totaal

2 000 000

1 500 000

       

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het Uniemechanisme voor civiele bescherming aan het Europees Solidariteitskorps overeenkomstig diens algemene en specifieke doelstellingen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad, ingediend door de Commissie op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

23 03 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 400 000

1 500 000

1 400 000

2 494 670 ,—

1 379 808,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming binnen de Unie in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

het inzetten van extra vervoermiddelen en aanverwante logistieke zaken die nodig zijn voor een snelle reactie op ernstige noodsituaties ter aanvulling van het door de lidstaten verstrekte vervoer;

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van rampenbijstand van de Unie in lidstaten, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

 

het inzetten van opgeleide deskundigen uit de lidstaten in het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties (ERCC) voor steun aan de monitoring-, voorlichtings- en coördinatietaken van dat Centrum;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 392 000

10 000 000

15 090 000

14 010 000

3 190 000 ,—

5 375 216,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor interventies van civiele bescherming in derde landen in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming:

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen en de Europese bijstand in derde landen bij rampen te bevorderen;

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

 

de verlening van Europese civielebeschermingshulp bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning;

 

de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

 

eventuele ondersteunende en aanvullende acties ter vergemakkelijking van de coördinatie van respons op de meest doeltreffende wijze.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1313/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 924).

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 500 ,—

3 234 675,89

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor betalingen ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen voor het programma en acties op het gebied van civiele bescherming. Het is tevens bestemd ter dekking van betalingen voor vastleggingen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

Dit krediet heeft ten dele ook tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming:

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdrage van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan voor deelname aan programma’s van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

23 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 03 77 03

Proefproject — Vroegtijdigewaarschuwingssysteem voor natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

499 851

p.m.

1 250 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

23 03 77 04

Voorbereidende actie — Netwerk van Europese platforms voor civiele bescherming en crisisbeheersing

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

De oprichting van een netwerk van Europese platforms die beschikken over bestaande gespecialiseerde infrastructuur voor verschillende aspecten van interventies op het gebied van civiele bescherming en crisisbeheersing, kan ertoe bijdragen de Unie, haar lidstaten en verschillende belanghebbenden (waaronder DG ECHO) in staat te stellen nieuwe uitdagingen aan te gaan op het vlak van civiele bescherming en crisisbeheersing.

Nieuw ontstane risico's die tot wereldwijde crises kunnen leiden (bijv. de verplaatsing van bevolkingsgroepen of nieuwe soorten terroristische aanvallen). Het is dan ook noodzakelijk:

 

1.

de bestaande lacunes te identificeren waarvoor nieuwe scenario's moeten worden uitgewerkt om sneller, doeltreffender en in het kader van een nauwere samenwerking tussen de Europese actoren te reageren op mondiale crisissituaties. Ook zal de uitwisseling van ervaringen en de bevordering van beste praktijken op Europees niveau bijdragen tot doeltreffendere risicopreventie;

 

2.

bestaande infrastructuur en projecten aan te wenden om de capaciteitsopbouw te verbeteren en de krachten te bundelen bij interventies in en buiten Europa. Dit kan een geografische en technische specialisatie van de centra met zich meebrengen, overeenkomstig de verschillende soorten risico's: bijv. bosbranden, gezondheidszorg, opvang en containers voor humanitaire hulp;

 

3.

nieuwe Europese normen te definiëren voor capaciteiten (bijv. nieuwe soorten uitrusting voor crises), teneinde de Europese kennis te vergroten en de acties op dit gebied zichtbaarder te maken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 04 —   HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 04

HET EU-VRIJWILLIGERSINITIATIEF VOOR HUMANITAIRE HULP

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

4

19 235 000

15 780 963

20 972 000

22 678 550

8 119 639,47

6 348 977,58

40,23

23 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 23 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 23 04 — Totaal

 

19 235 000

15 780 963

20 972 000

22 678 550

8 119 639,47

6 348 977,58

40,23

23 04 01

Het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp — Versterking van de responscapaciteit van de Unie bij humanitaire crises

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 235 000

15 780 963

20 972 000

22 678 550

8 119 639,47

6 348 977,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”).

Met het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp wordt beoogd bij te dragen tot de versterking van de capaciteit van de Unie om op behoeften gebaseerde humanitaire hulp te verlenen, zodat levens worden gered, menselijk lijden wordt voorkomen en verlicht en de menselijke waardigheid wordt bewaard, alsook bij te dragen tot de versterking van de capaciteit en weerstand van kwetsbare of door rampen getroffen gemeenschappen in derde landen, in het bijzonder door middel van paraatheid bij rampen en vermindering van het risico op rampen, en door versterking van de relatie tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling. Deze doelstelling wordt verwezenlijkt door de toegevoegde waarde van gezamenlijke bijdragen van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp, waarin de waarden van de Unie en haar solidariteit met mensen in nood tot uitdrukking komen, en waarbij een besef van Unieburgerschap zichtbaar wordt bevorderd.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgavenposten:

 

certificering van uitzendende en gastorganisaties;

 

identificeren en selecteren van kandidaat-vrijwilligers;

 

opzetten van een opleidingsprogramma en ondersteunen van opleiding van kandidaat-vrijwilligers en stages;

 

aanleggen, onderhouden en bijwerken van een database van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp;

 

de inzet van EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp ter ondersteuning en aanvulling van humanitaire hulp in derde landen;

 

capaciteitsopbouw van de ontvangende organisaties;

 

technische ondersteuning voor uitzendende organisaties.

 

oprichten en beheren van een netwerk voor het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp;

 

communicatie en voorlichting;

 

ondersteunende activiteiten ter bevordering van de verantwoordingsplicht, transparantie en doeltreffendheid van het EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en derde landen, inclusief in beide gevallen hun openbare organen, entiteiten of natuurlijke personen, aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen worden geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten en vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning, zullen, onverminderd artikel 187, lid 7, van het Financieel Reglement, worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 122 van 24.4.2014, blz. 1).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1244/2014 van de Commissie van 20 november 2014 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EU) nr. 375/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europese vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening („EU-vrijwilligersinitiatief voor humanitaire hulp”) (PB L 334 van 21.11.2014, blz. 52).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1398/2014 van de Commissie van 24 oktober 2014 tot vaststelling van normen inzake kandidaat-vrijwilligers en EU-vrijwilligers voor humanitaire hulp (PB L 373 van 31.12.2014, blz. 8).

23 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

23 04 77 01

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 24

FRAUDEBESTRIJDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

59 282 800

59 282 800

60 145 500

60 145 500

57 099 594,97

57 099 594,97

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

15 347 500

13 255 186

14 950 000

13 244 989

14 535 805,07

15 399 408,30

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

7 664 200

7 346 055

7 151 200

6 801 592

6 573 450,21

6 037 464,83

 

Titel 24 — Totaal

82 294 500

79 884 041

82 246 700

80 192 081

78 208 850,25

78 536 468,10

HOOFDSTUK 24 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

5,2

59 082 800

59 945 500

57 099 594,97

96,64

24 01 08

Uitgaven die verband houden met het mandaat van het Comité van toezicht van OLAF

5,2

200 000

200 000

   
 

Hoofdstuk 24 01 — Totaal

 

59 282 800

60 145 500

57 099 594,97

96,32

24 01 07

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

59 082 800

59 945 500

57 099 594,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

24 01 08

Uitgaven die verband houden met het mandaat van het Comité van toezicht van OLAF

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

200 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht van OLAF, zoals:

 

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

 

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

 

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen;

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

 

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze uit te voeren.

Omwille van de transparantie is het mogelijk de middelen voor het secretariaat van het Comité van toezicht te onderscheiden in de begroting van het PMO (artikel 26 01 21). Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het Comité van toezicht ongeveer 1 000 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de uitgaven voor personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en IT.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 1 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK 24 02 —   BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 02

BEVORDERING VAN ACTIVITEITEN OP HET GEBIED VAN DE BESCHERMING VAN DE FINANCIËLE BELANGEN VAN DE EUROPESE UNIE (HERCULES III)

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

1,1

15 347 500

13 255 186

14 950 000

13 244 989

14 535 805,07

14 486 717,07

109,29

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

912 691,23

 
 

Hoofdstuk 24 02 — Totaal

 

15 347 500

13 255 186

14 950 000

13 244 989

14 535 805,07

15 399 408,30

116,18

24 02 01

Voorkomen en bestrijden van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 347 500

13 255 186

14 950 000

13 244 989

14 535 805,07

14 486 717,07

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de in artikel 8 van Verordening (EU) nr. 250/2014 opgesomde acties.

Ontvangsten uit bijdragen van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 250/2014 genoemde deelnemende landen voor deelname aan de programma's van de Unie, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 250/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een programma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie (Hercules III-programma) en tot intrekking van Besluit nr. 804/2004/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 6), met name artikel 4.

24 02 51

Voltooiing van acties op het gebied van de strijd tegen fraude

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

912 691,23

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kosten voor de voltooiing van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1074/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Hercules-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9).

HOOFDSTUK 24 04 —   ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 04

ANTIFRAUDE-INFORMATIESYSTEEM (AFIS)

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

1,1

7 664 200

7 346 055

7 151 200

6 801 592

6 573 450,21

6 037 464,83

82,19

 

Hoofdstuk 24 04 — Totaal

 

7 664 200

7 346 055

7 151 200

6 801 592

6 573 450,21

6 037 464,83

82,19

24 04 01

Ondersteuning van wederzijdse bijstand in douanezaken en bevordering van veilige elektronische communicatiemiddelen waarmee lidstaten onregelmatigheden kunnen melden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 664 200

7 346 055

7 151 200

6 801 592

6 573 450,21

6 037 464,83

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).

TITEL 25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

244 565 633

244 015 633

232 305 442

232 055 442

216 031 931,16

216 031 931,16

 

Titel 25 — Totaal

244 565 633

244 015 633

232 305 442

232 055 442

216 031 931,16

216 031 931,16

HOOFDSTUK 25 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

5,2

183 576 462

183 576 462

174 901 529

174 901 529

158 213 949,54

158 213 949,54

86,18

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

5,2

10 273 600

10 273 600

10 190 000

10 190 000

9 631 292,40

9 631 292,40

93,75

 

Artikel 25 01 01 — Subtotaal

 

193 850 062

193 850 062

185 091 529

185 091 529

167 845 241,94

167 845 241,94

86,59

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

5,2

9 248 718

9 248 718

8 619 055

8 619 055

7 553 343,18

7 553 343,18

81,67

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

5,2

980 000

980 000

960 000

960 000

869 000 ,—

869 000 ,—

88,67

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

15 834 865

15 834 865

14 848 417

14 848 417

16 303 406,97

16 303 406,97

102,96

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

5,2

4 050 000

4 050 000

4 050 000

4 050 000

4 392 014,54

4 392 014,54

108,44

 

Artikel 25 01 02 — Subtotaal

 

30 113 583

30 113 583

28 477 472

28 477 472

29 117 764,69

29 117 764,69

96,69

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5,2

11 866 988

11 866 988

10 921 441

10 921 441

12 167 223,98

12 167 223,98

102,53

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

5,2

p.m.

p.m.

150 000

150 000

0 ,—

0 ,—

 

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

5,2

3 700 000

3 700 000

3 700 000

3 700 000

2 591 552,61

2 591 552,61

70,04

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

5,2

1 450 000

1 450 000

1 430 000

1 430 000

2 300 075 ,—

2 300 075 ,—

158,63

25 01 11

Registers en publicaties

5,2

1 985 000

1 985 000

2 035 000

2 035 000

2 010 072,94

2 010 072,94

101,26

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 04

Proefproject — Nieuwe technologieën en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) met het oog op de uitvoering en de vereenvoudiging van het Europees burgerinitiatief (EBI)

5,2

500 000

500 000

500 000

250 000

     

25 01 77 05

Voorbereidende actie — Het gebruik van linked open data voor Europese overheidsdiensten

5,2

1 100 000

550 000

         
 

Artikel 25 01 77 — Subtotaal

 

1 600 000

1 050 000

500 000

250 000

     
 

Hoofdstuk 25 01 — Totaal

 

244 565 633

244 015 633

232 305 442

232 055 442

216 031 931,16

216 031 931,16

88,53

25 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

183 576 462

174 901 529

158 213 949,54

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen en betalingen voor de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 273 600

10 190 000

9 631 292,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de leden van de Commissie;

 

de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

 

de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

 

de kostwinnerstoelage,

 

de kindertoelage,

 

de schooltoelage,

 

de representatievergoeding van de leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico's voor leden van de Commissie,

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie,

 

de geboortetoelage,

 

in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

 

de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed,

 

de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de emolumenten,

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt,

 

de kosten van een eventuele aanpassing van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht , alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 248 718

8 619 055

7 553 343,18

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

980 000

960 000

869 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 834 865

14 848 417

16 303 406,97

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 050 000

4 050 000

4 392 014,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

 

uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Mededeling van de voorzitter van de Commissie betreffende de gedragscode voor leden van de Commissie (SEC(2004) 1487).

Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

Verordening (EU) nr. 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

25 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 866 988

10 921 441

12 167 223,98

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving — Codificatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

150 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de codificatie en herschikking van handelingen van de Unie.

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken — Proceskosten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 700 000

3 700 000

2 591 552,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten als bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 350 000 EUR.

25 01 10

Bijdrage van de Unie voor de werking van de historische archieven van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 450 000

1 430 000

2 300 075 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 897 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 01 11

Registers en publicaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 985 000

2 035 000

2 010 072,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de registers en documentaire gegevensbanken van de Commissie over procedures en institutionele, referentie- en andere officiële documenten, in het bijzonder uitgaven voor:

 

de verzameling, analyse en voorbereiding van documenten, met inbegrip van de auteurscontracten en freelancewerk;

 

de ontwikkeling en het onderhoud van, en het werken met informatiesystemen als ondersteuning voor dergelijke activiteiten;

 

de verzameling, met inbegrip van de aanschaf van gegevens, documentatie en gebruiksrechten;

 

de bewerking, met inbegrip van data-invoer en -beheer, reproductie en vertaling;

 

de verspreiding via om het even welke drager, met inbegrip van het drukken, het plaatsen op internet en de opslag;

 

het promoten van deze teksten en documenten.

25 01 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

25 01 77 04

Proefproject — Nieuwe technologieën en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) met het oog op de uitvoering en de vereenvoudiging van het Europees burgerinitiatief (EBI)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Het specifieke doel van dit proefproject is om Europese burgerinitiatieven te vereenvoudigen en te bevorderen door middel van IT-platformen en andere elektronische instrumenten, zoals toepassingen die geschikt zijn voor mobiele apparaten, teneinde dit uiterst belangrijke agendabepalende instrument te vereenvoudigen. Betrouwbare verzameling van handtekeningen en veilige toegang tot en veilig gebruik van IT-platformen en/of elektronische instrumenten moeten in dit verband mogelijk worden gemaakt via elektronische identificatie- en authenticatiediensten (e-IDAS). Deze digitale instrumenten moeten burgers in staat stellen om informatie te verkrijgen en uit te wisselen over bestaande of mogelijke EBI's, om actief deel te nemen aan discussies en om initiatieven op te starten en/of te ondersteunen, onder meer door de mogelijkheid te bieden een EBI te ondertekenen. Ook zouden deze instrumenten de Commissie in staat stellen om op doeltreffende wijze te communiceren met organisatoren van EBI's, om informatie uit te wisselen en om de organisatoren technische richtsnoeren aan te reiken, hetgeen ten goede zou komen aan het succes van de initiatieven en tegelijkertijd aanzienlijke economische en administratieve besparingen zou opleveren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

25 01 77 05

Voorbereidende actie — Het gebruik van linked open data voor Europese overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 100 000

550 000

       

Toelichting

Doel van deze voorbereidende actie is de ontwikkeling van het potentieel van open data en de bevordering van het actieve en passieve gebruik ervan door deze data te koppelen (linked open data) voor Europese overheidsdiensten. Met het begrip „open data” wordt steeds vaker verwezen naar de verspreiding van door overheidsdiensten gegenereerde gegevens. Onder open kennis wordt kennis verstaan die voor iedereen toegankelijk is, die door iedereen kan worden gebruikt, gewijzigd of gedeeld en die hoogstens onderworpen is aan maatregelen om de herkomst en het open karakter van de kennis te handhaven. Onder open data worden gegevens verstaan die open zijn in juridisch opzicht (d.w.z. gepubliceerd op basis van een open licentie, waarbij de voorwaarden voor hergebruik beperkt zijn tot attributie), in technisch opzicht (d.w.z. indien mogelijk machinaal leesbaar en niet aan eigendomsrechten gebonden) en in de praktijk (d.w.z. dat de gegevens vrij toegankelijk zijn en dat het bestandsformaat en de inhoud niet gebonden zijn aan een specifiek programma dat niet beschikbaar is als opensourcesoftware). De afgelopen jaren zijn op nationaal en Europees niveau diverse initiatieven voor de verspreiding van open data ontplooid, waaronder het opendataportaal van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

Met linked open data kunnen open data worden gestructureerd en gekoppeld, zodat ze kunnen worden doorzocht aan de hand van semantische zoekopdrachten, waarmee hun nut wordt vergroot. Er wordt gebruikgemaakt van standaardwebtechnologieën. In plaats van deze technologieën te gebruiken voor websites voor menselijke lezers, worden zij echter ingezet om gegevens op een zodanige wijze te delen dat ze automatisch kunnen worden gelezen door computers. Hierdoor kunnen gegevens die van verschillende bronnen afkomstig zijn en betrekking hebben op verschillende beleidsgebieden, worden gekoppeld en doorzocht.

Door de uitvoering van technieken en infrastructuur voor linked open data te bevorderen, zal deze voorbereidende actie een impuls geven aan het gebruik van linked open data door Europese overheidsdiensten. De doelstelling van de voorbereidende actie is om de benutting van het potentieel van linked open data voor Europese overheidsdiensten in kaart te brengen, te beoordelen en te ondersteunen, teneinde het genereren van nieuwe gegevens, informatie en kennis te vergemakkelijken.

De voorbereidende actie is gericht op open data die door Europese overheidsdiensten worden gegenereerd en vrijgegeven. Het doel is met name om:

 

volgens de ISA-richtsnoeren een basisset van open data te identificeren en te koppelen, zoals gegevens over migratie;

 

te voorzien in de technische oplossingen om gerichte zoekopdrachten te genereren die door de Europese overheidsdiensten kunnen worden gebruikt, zoals een zoekmachine voor linked open data met betrekking tot migratie;

 

te voorzien in de capaciteit om indicatoren te definiëren en in een context te plaatsen, zoals prestatie-indicatoren voor migratiebeleid vs. statistieken inzake migratie;

 

de cultuur en het potentieel van linked open data te bevorderen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

1 091 045 771

1 091 045 771

1 027 047 732

1 027 047 732

1 067 906 744,88

1 067 906 744,88

Reserves (40 01 40)

5 915 694

5 915 694

4 644 253

4 644 253

   
 

1 096 961 465

1 096 961 465

1 031 691 985

1 031 691 985

1 067 906 744,88

1 067 906 744,88

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

7 500 000

7 300 000

9 200 000

9 000 000

7 547 512,07

7 603 151,82

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

27 700 000

29 888 000

29 265 000

27 086 000

29 156 591,70

32 947 512,33

 

Titel 26 — Totaal

1 126 245 771

1 128 233 771

1 065 512 732

1 063 133 732

1 104 610 848,65

1 108 457 409,03

Reserves (40 01 40)

5 915 694

5 915 694

4 644 253

4 644 253

   
 

1 132 161 465

1 134 149 465

1 070 156 985

1 067 777 985

1 104 610 848,65

1 108 457 409,03

HOOFDSTUK 26 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

166 355 185

121 024 080

115 728 542,70

69,57

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

5,2

8 900 499

6 942 717

10 076 810,10

113,22

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

21 081 532

21 793 180

27 284 233,52

129,42

 

Artikel 26 01 02 — Subtotaal

 

29 982 031

28 735 897

37 361 043,62

124,61

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5,2

10 753 748

7 557 152

7 461 689,32

69,39

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

400 000

400 000

410 800 ,—

102,70

 

Artikel 26 01 04 — Subtotaal

 

400 000

400 000

410 800 ,—

102,70

26 01 09

Publicatiebureau

5,2

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

89,53

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

5,2

1 400 000

1 400 000

1 400 920,53

100,07

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

5,2

1 573 000

6 430 000

12 701 737,69

807,48

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

5,2

280 000

280 000

1 008 203,03

360,07

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

5,2

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

100,39

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

5,2

38 698 600

38 698 500

44 318 823,21

114,52

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5,2

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

98,77

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

5,2

206 785 501

207 273 000

187 044 760,89

90,45

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

5,2

76 715 000

78 488 000

81 233 009,17

105,89

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

5,2

7 568 000

7 524 000

12 743 774,97

168,39

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

5,2

7 430 000

7 453 000

9 689 018,98

130,40

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

5,2

33 397 000

33 391 000

38 330 865,71

114,77

 

Artikel 26 01 22 — Subtotaal

 

410 240 501

402 282 000

406 426 344,14

99,07

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

5,2

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

96,87

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

5,2

42 520 000

43 573 000

39 609 933,20

93,16

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

5,2

17 810 000

19 785 000

17 337 184,35

97,35

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

5,2

1 063 000

1 063 000

1 686 527,18

158,66

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

5,2

909 000

927 000

680 895,59

74,91

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

5,2

8 320 000

8 926 000

8 807 333,23

105,86

 

Artikel 26 01 23 — Subtotaal

 

95 385 600

98 643 000

92 110 767,12

96,57

26 01 40

Beveiliging en toezicht

5,2

12 750 000

14 841 000

14 389 795,38

112,86

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

5,2

4 700 000

4 800 000

6 116 395,61

130,14

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

5,2

1 565 000

1 570 000

1 531 169,32

97,84

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

5,2

7 108 000

7 113 000

23 814 391,06

335,04

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

5,2

230 000

250 000

202 558,74

88,07

26 01 60 07

Schadevergoedingen

5,2

150 000

150 000

4 025 350 ,—

2 683,57

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

5,2

61 000

60 000

60 000 ,—

98,36

26 01 60 09

Taalcursussen

5,2

2 545 000

2 845 000

4 123 365,57

162,02

 

Artikel 26 01 60 — Subtotaal

 

16 359 000

16 788 000

39 873 230,30

243,74

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

5,1

12 362 906

10 655 428

9 183 562 ,—

74,28

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

5,1

31 797 038

28 884 533

28 141 727,85

88,50

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

5,1

26 136 107

24 019 463

23 928 063 ,—

91,55

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

5,1

25 566 613

23 920 457

23 096 302 ,—

90,34

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

5,1

22 087 003

17 289 831

17 265 358,14

78,17

26 01 70 11

Luxemburg I

5,1

19 132 820

18 742 931

16 954 796 ,—

88,62

26 01 70 12

Luxemburg II

5,1

14 525 772

14 930 268

13 136 383 ,—

90,44

26 01 70 21

Mol (BE)

5,1

6 458 931

6 184 162

5 422 252 ,—

83,95

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

5,1

6 048 402

4 761 194

10 046 529 ,—

166,10

Reserves (40 01 40)

 

5 915 694

4 644 253

   
   

11 964 096

9 405 447

10 046 529 ,—

 

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

5,1

4 004 200

3 821 600

3 925 035 ,—

98,02

26 01 70 24

München (DE)

5,1

316 380

364 588

552 765 ,—

174,72

26 01 70 25

Alicante (ES)

5,1

486 020

3 590 065

7 130 706 ,—

1 467,16

26 01 70 26

Varese (IT)

5,1

11 215 248

10 532 900

10 133 513 ,—

90,35

26 01 70 27

Bergen (NL)

5,1

5 251 210

5 167 512

4 464 060 ,—

85,01

26 01 70 28

Culham (UK)

5,1

p.m.

6 856 498

4 476 325 ,—

 

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

5,1

767 256

818 473

5 940 254,47

774,22

 

Artikel 26 01 70 — Subtotaal

 

186 155 906

180 539 903

183 797 631,46

98,73

Reserves (40 01 40)

 

5 915 694

4 644 253

   
   

192 071 600

185 184 156

183 797 631,46

 
 

Hoofdstuk 26 01 — Totaal

 

1 091 045 771

1 027 047 732

1 067 906 744,88

97,88

Reserves (40 01 40)

 

5 915 694

4 644 253

   
   

1 096 961 465

1 031 691 985

1 067 906 744,88

 

26 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

166 355 185

121 024 080

115 728 542,70

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 900 499

6 942 717

10 076 810,10

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

21 081 532

21 793 180

27 284 233,52

26 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 753 748

7 557 152

7 461 689,32

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

400 000

400 000

410 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 26 03.

26 01 09

Publicatiebureau

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Publicatiebureau die in detail zijn opgenomen in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Op basis van de analytische boekhouding van het Publicatiebureau worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

 

Europees Parlement

11 240 378

11,89  %

Raad van de Europese Unie

8 177 399

8,65  %

Europese Commissie

52 874 209

55,93  %

Hof van Justitie van de Europese Unie

4 452 664

4,71  %

Rekenkamer

3 034 618

3,21  %

Europees Economisch en Sociaal Comité

869 735

0,92  %

Comité van de Regio's

217 434

0,23  %

Agentschappen

6 589 187

6,97  %

Andere

7 080 776

7,49  %

Totaal

94 536 400

100,00  %

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 884 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 10

Consolidatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 400 000

1 400 000

1 400 920,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van rechtshandelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde rechtshandelingen van de Unie via alle media, in alle vormen en in alle officiële talen van de Unie.

Rechtsgronden

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededelingen van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s met betrekking tot het initiatief „Slimme regelgeving”, waarvan de consolidering integrerend deel uitmaakt:

 

slimme regelgeving in de Europese Unie (COM(2010) 543 final)

 

gezonde EU-regelgeving (COM(2012) 746 final)

 

gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): resultaten en volgende stappen (COM(2013) 685 final).

Conclusies van de Europese Raad van 14-15 maart 2013, waar de staatshoofden en regeringsleiders onderstreepten dat consolidering van de EU-wetgeving een van de prioriteiten is in het kader van de inspanningen om de Uniewetgeving te vereenvoudigen.

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 573 000

6 430 000

12 701 737,69

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie (directe kosten) van de L- en C-series van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 141 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 419/58).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 216/2013 van de Raad van 7 maart 2013 betreffende de elektronische publicatie van het Publicatieblad van de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 1).

26 01 12

Samenvattingen van Uniewetgeving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

280 000

280 000

1 008 203,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie van online-samenvattingen van de Uniewetgeving, waarin de voornaamste aspecten van de Uniewetgeving op een beknopte, gemakkelijk leesbare wijze worden gepresenteerd, en voor de ontwikkeling van daarmee verband houdende producten.

Aangezien samenvattingen van Uniewetgeving een interinstitutioneel project zijn, wordt verwacht dat zowel het Europees Parlement als de Raad ertoe bijdragen met middelen uit hun respectieve afdelingen van de algemene begroting van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 560 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007, Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 206 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

38 698 600

38 698 500

44 318 823,21

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1), worden de kredieten voor en de personeelsleden van het Comité van toezicht en zijn secretariaat opgevoerd in de begroting en de personeelsformatie van PMO.

Omwille van de transparantie kunnen de ter beschikking van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF gestelde middelen worden afgezonderd in de PMO-begroting. Op basis van een secretariaat met zeven vaste ambten en een dotatie voor een arbeidscontractant zouden de kredieten voor de werking van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF ongeveer 1 000 000 EUR bedragen. Dit bedrag dekt de uitgaven in verband met personeelskosten, opleiding, dienstreizen, interne vergaderingen, gebouwen en IT.

De uitgaven in het kader van het mandaat van de leden van het Comité van toezicht worden gedekt door de kredieten van 200 000 EUR in artikel 24 01 08.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 903 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 22

Infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 470 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

206 785 501

207 273 000

187 044 760,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 418 434 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 17 089 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

76 715 000

78 488 000

81 233 009,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor direct onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 10 01 05.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 152 187 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 973 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 568 000

7 524 000

12 743 774,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager enz.),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

 

uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 499 000 EUR.

De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 430 000

7 453 000

9 689 018,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 265 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 22 06

Bewaking van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

33 397 000

33 391 000

38 330 865,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 590 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23

Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 320 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 195 tot en met 200.

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

42 520 000

43 573 000

39 609 933,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 84 552 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 464 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 810 000

19 785 000

17 337 184,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten; kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 34 827 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 282 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 04

Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 063 000

1 063 000

1 686 527,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager),

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling),

 

uitrusting voor kantines en restaurants,

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen,

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting,

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit,

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is,

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit,

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.),

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.,

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair,

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.),

 

de huur van meubilair,

 

de kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs,

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is,

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 132 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 05

Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

909 000

927 000

680 895,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 66 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 320 000

8 926 000

8 807 333,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 40

Beveiliging en toezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 750 000

14 841 000

14 389 795,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

 

de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is;

 

periodieke evaluatie van de werking van het milieubeheerssysteem binnen de instelling;

 

het ontwerp, de productie en de personalisering van de door de Unie afgegeven laissez-passer.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 087 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en Besluiten 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1417/2013 van de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van de vorm van de door de Europese Unie afgegeven laissez passer (PB L 353 van 28.12.2013, blz. 26).

26 01 60

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 60 01

Medische dienst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 700 000

4 800 000

6 116 395,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

 

de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

 

uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

 

uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

uitgaven voor medische zorgen in verband met politieke topbijeenkomsten georganiseerd door de Commissie.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 024 625 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Nationale wetgeving inzake basisnormen.

26 01 60 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 565 000

1 570 000

1 531 169,32

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van:

 

de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

 

de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

 

de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

 

de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 183 565 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PBJ L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

26 01 60 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 108 000

7 113 000

23 814 391,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (My IntraComm) en voor de uitgave van het maandblad „Commission en direct”;

 

andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

 

uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

 

kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

 

uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

 

de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

 

initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

 

de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

 

de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

 

uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

uitgaven in verband met beperkte maatregelen van sociale aard inzake de koopkracht van bepaalde personeelsleden, in de laagste rangen, die in Luxemburg werken;

 

bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

 

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met twintig jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

 

de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

 

financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

 

de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 379 200 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

230 000

250 000

202 558,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 60 07

Schadevergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

150 000

4 025 350 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

 

uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald.

26 01 60 08

Diverse verzekeringen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

61 000

60 000

60 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 01 60 09

Taalcursussen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 545 000

2 845 000

4 123 365,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

 

de aankoop van materiaal en documentatie;

 

de raadpleging van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 950 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 70

Europese scholen

26 01 70 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 362 906

10 655 428

9 183 562 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 02

Brussel I (Ukkel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

31 797 038

28 884 533

28 141 727,85

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 03

Brussel II (Woluwe)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 136 107

24 019 463

23 928 063 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 04

Brussel III (Elsene)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 566 613

23 920 457

23 096 302 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 05

Brussels IV (Laken)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

22 087 003

17 289 831

17 265 358,14

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Laken (Brussel IV).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 11

Luxemburg I

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

19 132 820

18 742 931

16 954 796 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 12

Luxemburg II

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 525 772

14 930 268

13 136 383 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Luxemburg (Luxemburg II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 21

Mol (BE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 458 931

6 184 162

5 422 252 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

26 01 70 22

6 048 402

4 761 194

10 046 529 ,—

Reserves (40 01 40)

5 915 694

4 644 253

 

Totaal

11 964 096

9 405 447

10 046 529 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 23

Karlsruhe (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 004 200

3 821 600

3 925 035 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 24

München (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

316 380

364 588

552 765 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 25

Alicante (ES)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

486 020

3 590 065

7 130 706 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 26

Varese (IT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 215 248

10 532 900

10 133 513 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 27

Bergen (NL)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 251 210

5 167 512

4 464 060 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 28

Culham (UK)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

6 856 498

4 476 325 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 70 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

767 256

818 473

5 940 254,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 150 000 EUR.

Referentiebesluiten

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013.

HOOFDSTUK 26 02 —   MULTIMEDIAPRODUCTIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

1,1

7 500 000

7 300 000

9 200 000

9 000 000

7 547 512,07

7 603 151,82

104,15

 

Hoofdstuk 26 02 — Totaal

 

7 500 000

7 300 000

9 200 000

9 000 000

7 547 512,07

7 603 151,82

104,15

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 500 000

7 300 000

9 200 000

9 000 000

7 547 512,07

7 603 151,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

 

de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

 

de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

Besluit 94/1/EG. EGKS van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), meer bepaald betreffende de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name betreffende de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake bepaalde aspecten van overheidsopdrachten.

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1).

Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 1).

Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).

Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal als werknemer op het grondgebied van de andere partij verblijven), en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de bijbehorende bijlagen en protocollen (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).

Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 58 van 3.3.2015, blz. 17).

Referentiebesluiten

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 1251/2011 van de Commissie van 30 november 2011 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft hun toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van een opdracht (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 43).

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1986 van de Commissie van 11 november 2015 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 (PB L 296 van 12.11.2015, blz. 1).

Nota van DG GROW van 7 september 2016 betreffende de bekendmaking van de aankondigingen van voorafgaande marktraadplegingen via vooraankondigingen.

Nota van 12 september 2016 en nota van 21 september 2016 betreffende de bekendmaking van kennisgevingen van aanbestedingen van het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) in PB S.

HOOFDSTUK 26 03 —   DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

1,1

25 800 000

24 468 000

25 115 000

18 000 000

27 241 601,72

4 613 495,26

18,86

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

1,1

p.m.

2 165 000

p.m.

4 600 000

165 069,01

26 084 715,73

1 204,84

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 02

Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open-source software

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

471 000

0 ,—

971 754,10

 

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

5,2

p.m.

180 000

p.m.

813 000

500 000 ,—

512 000 ,—

284,44

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

5,2

p.m.

250 000

p.m.

750 000

1 000 000 ,—

266 130 ,—

106,45

26 03 77 05

Proefproject — Bevordering van linked open data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de Unie (automatische toepassing voor amendementen (AT4A)/webapplicatie voor het opstellen van wetgeving (LEOS), Linked Open Data (LOD) en integratie van vrije software (FS)

5,2

p.m.

p.m.

p.m.

377 000

249 920,97

499 417,24

 

26 03 77 06

Voorbereidende actie — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en opensourcesoftware

5,2

p.m.

1 100 000

2 600 000

1 300 000

     

26 03 77 07

Proefproject — Invoering van online ID's en digitale handtekeningen door het Europees Parlement en de Europese Commissie, in het kader van de uitvoering van de eIDAS-verordening

5,2

p.m.

275 000

550 000

275 000

     

26 03 77 08

Voorbereidende actie — Versleutelde elektronische communicatie binnen de Unie-instellingen

5,2

600 000

800 000

1 000 000

500 000

     

26 03 77 09

Voorbereidende actie — Op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor beleidsvorming

5,2

1 300 000

650 000

         
 

Artikel 26 03 77 — Subtotaal

 

1 900 000

3 255 000

4 150 000

4 486 000

1 749 920,97

2 249 301,34

69,10

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

27 700 000

29 888 000

29 265 000

27 086 000

29 156 591,70

32 947 512,33

110,24

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 800 000

24 468 000

25 115 000

18 000 000

27 241 601,72

4 613 495,26

Toelichting

Het programma voor interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijk kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) wordt de opvolger van het ISA-programma (vastgesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG) dat in december 2015 afliep.

Met het ISA2-programma wordt ernaar gestreefd een integrale benadering van de interoperabiliteit in de EU uit te voeren en een efficiënte en doeltreffende elektronische grensoverschrijdende of sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten alsook tussen deze diensten, de burgers en het bedrijfsleven te bevorderen. Het ISA2-programma heeft tot doel interoperabiliteitsoplossingen (gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten) te identificeren, te ontwikkelen en toe te passen waarmee het beleid van de Unie ten uitvoer kan worden gelegd.

Het programma wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking en coördinatie met de lidstaten en de betrokken diensten van de Commissie via projecten en begeleidende maatregelen (bewustmaking, bevordering, gemeenschapsopbouw enz.)

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2,onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit (EU) 2015/2240 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2-programma) als middel om de overheidssector te moderniseren (PB L 318 van 4.12.2015, blz. 1).

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 165 000

p.m.

4 600 000

165 069,01

26 084 715,73

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma's, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

26 03 77 02

Proefproject — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en open-source software

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

471 000

0 ,—

971 754,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 03

Proefproject — PublicAccess.eu: onlineplatform voor proactieve publicatie van niet-gerubriceerde documenten van de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

180 000

p.m.

813 000

500 000 ,—

512 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 04

Proefproject — Versleutelde elektronische communicatie binnen de instellingen van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

p.m.

750 000

1 000 000 ,—

266 130 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 05

Proefproject — Bevordering van linked open data, vrije software en deelname van het maatschappelijk middenveld aan wetgeving in de Unie (automatische toepassing voor amendementen (AT4A)/webapplicatie voor het opstellen van wetgeving (LEOS), Linked Open Data (LOD) en integratie van vrije software (FS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

377 000

249 920,97

499 417,24

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 06

Voorbereidende actie — Beheer en kwaliteit van softwarecode — Controle van vrije en opensourcesoftware

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 100 000

2 600 000

1 300 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Door de ontdekking van een ernstige kwetsbaarheid in de cryptografie-softwarebibliotheek OpenSSL in april 2014 is nadrukkelijker in beeld gekomen dat we inzicht moeten krijgen in de manier waarop het beheer van code zich verhoudt tot de kwaliteit van code en de controle van code. Zowel het algemene publiek als de Unie-instellingen maken geregeld gebruik van/zijn afhankelijk van vrije en opensourcesoftware, van apparatuur van eindgebruikers tot serversystemen. De vraag om gecoördineerde inspanningen om een redelijk beveiligings- en beschermingsniveau van gebruikers te handhaven is daarom erkend en herhaaldelijk uitgesproken door zowel de burgers als het Europees Parlement zelf, ongeacht de manier waarop deze software in licentie is gegeven en of de software wordt onderhouden door softwarebedrijven dan wel vrijwilligers.

Er moet met name aandacht worden besteed aan kwetsbaarheden in softwarebibliotheken die bedoeld zijn om op verschillende plekken te worden gebruikt. De voorbereidende actie gaat verder dan de lovenswaardige inspanningen van CERT-EU om de Unie-instellingen, -organen en -agentschappen en het algemene publiek te waarschuwen voor toekomstige dreigingen. In het kader van het project zal namelijk ook proactief worden samengewerkt met softwareontwikkelaars om een bijdrage te leveren aan de opsporing van beveiligingslekken in software die essentiële gegevens op het gebied van informatie-infrastructuur bevat. Deze activiteiten moeten worden uitgevoerd met het sociaal contract van Debian als uitgangspunt voor wat doeltreffendheid en vertrouwen betreft, en in overeenstemming met de vastgestelde procedures op het gebied van adequate openbaarmaking.

De voorbereidende actie is bedoeld om voort te bouwen op de resultaten van de proefprojecten wat betreft:

 

opstelling van een inventarisatie van de vrije software en open standaarden die binnen de Unie-instellingen worden gebruikt;

 

ontwikkeling van een reeks betrouwbare criteria voor een kader voor de controle van software en projecten;

 

opzet van infrastructuur om ontwikkelaarsgemeenschappen aan te moedigen een bijdrage te leveren aan de opsporing van beveiligingsgerelateerde bugs;

 

ontwikkeling en verbetering van beste praktijken met betrekking tot de vermindering van beveiligingsproblemen door controles van code uit te voeren en te bevorderen;

 

onderzoek naar bijkomende stimulansen om de IT-veiligheid te verbeteren, zoals een „bug bounty”-aanpak;

 

uitvoering van controles van code van essentiële opensourcesoftware.

Zoals bleek uit de beoordeling van de Commissie werd tijdens het proefproject dat voorafging aan deze voorbereidende actie het idee van een „bug bounty”-benadering (de opsporing van beveiligingslekken in door de instellingen gebruikte software stimuleren door middel van financiële beloningen) al in overweging genomen, maar uiteindelijk aan de kant geschoven vanwege ontoereikende bepalingen. Dergelijke benaderingen zijn in de sector echter zeer gangbaar en succesvol en kunnen ervoor zorgen dat de beveiligingswereld meer wordt betrokken bij het gemeenschappelijke doel van een veiligere IT-infrastructuur.

Referenties:

https://joinup.ec.europa.eu/community/eu-fossa/home

https://www.debian.org/social_contract

http://googleonlinesecurity.blogspot.de/2013/10/going-beyond-vulnerability-rewards.html

https://epnet.europarl.europa.eu/http://www.itecnet.ep.parl.union.eu/itecnet/webdav/site/itecnet/shared/Homepage_news/Annex%202%20-%20IT%20environment%20in%20the%20EP.PDF

https://epnet.europarl.europa.eu/http://www.itecnet.ep.parl.union.eu/itecnet/webdav/site/itecnet/shared/Homepage_news/Annexe%201%20Structure%20TIC.PDF

http://ec.europa.eu/dgs/informatics/oss_tech/index_en.htm

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 07

Proefproject — Invoering van online ID's en digitale handtekeningen door het Europees Parlement en de Europese Commissie, in het kader van de uitvoering van de eIDAS-verordening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

275 000

550 000

275 000

   

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject heeft als doel het Parlement en de Commissie een online authenticatiemiddel ter beschikking te stellen om op een veilige manier toegang te krijgen tot onlinediensten, alsook digitale handtekeningen waarmee zij documenten die voor het dagelijkse werk van de Unie-instellingen nodig zijn elektronisch kunnen ondertekenen. Tevens zal de eIDAS-verordening ten uitvoer worden gelegd, waarmee de wederzijdse erkenning van digitale handtekeningen en nationale ID-regelingen binnen de Unie-instellingen mogelijk wordt gemaakt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 08

Voorbereidende actie — Versleutelde elektronische communicatie binnen de Unie-instellingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

800 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van voorgaande jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel de steun voort te zetten voor de invoering van een beveiligd systeem van elektronische communicatie binnen de Unie-instellingen.

Elektronische communicatie kan veel veiliger worden gemaakt door de modernste technologieën voor versleuteling toe te passen op de e-maildiensten van de instellingen. Het project omvat de ontwikkeling van versleutelingsstandaarden van de Unie, die gegarandeerd niet kunnen worden gekraakt of verzwakt door overheidsdiensten van derde landen.

Het huidige project heeft de fase van aanbevelingen bereikt, die zowel aan de werkgroepen als aan het management van DG DIGIT zijn voorgelegd.

Onder verwijzing naar de opmerkingen in de begroting van 2017 heeft het huidige project de fase van aanbevelingen bereikt.

De voorbereidende actie heeft tot doel de IT-diensten van de Raad, het voorzitterschap van de Raad, de Commissie en het Parlement te steunen bij de invoering van beveiligde communicatiesystemen voor commissarissen, EP-leden, ambtenaren en personeelsleden van alle instellingen die bij het besluitvormingsproces binnen de Unie zijn betrokken.

De voorbereidende actie moet de voortzetting van de uitvoeringsfase van het voorafgaande proefproject mogelijk maken. Op langere termijn kan de actie betrekking hebben op zowel geschreven (e-mail en sms) als vocale (vaste en mobiele) elektronische communicatie.

De oplossing bestaat erin een vervolg te geven aan de aanbevelingen op basis van het proefproject. Ook zal worden overgeschakeld op een meer operationele/dienstverleningsgerichte aanpak van proefprojecten. Eventueel vindt overdracht aan een operationeel team plaats. De eerste fase van de voorbereidende actie zou daarom moeten bestaan uit de aanstelling van dat team, wat coördinatie tussen de Unie-instellingen vergt. De tweede fase kan dan bestaan uit de verdere en ruimere uitvoering van het proefproject op operationeel niveau.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

26 03 77 09

Voorbereidende actie — Op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor beleidsvorming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

650 000

       

Toelichting

Doel van deze voorbereidende actie is het in kaart brengen, uitvoeren en bevorderen van het gebruik van technieken voor gegevensanalyse in Europese en nationale beleidsvormingsprocessen.

Bij het Europese besluitvormingsproces wordt in toenemende mate gebruikgemaakt van gegevensanalyse (big data, data- en tekstmining, business intelligence, gegevensanalyse). Aan de hand van de initiatieven die de afgelopen jaren door de Commissie zijn ontplooid, zoals het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) — waarmee ervoor wordt gezorgd dat Uniewetgeving daadwerkelijk, tegen minimale kosten en op doeltreffende wijze resultaat oplevert voor burgers en ondernemingen — en de agenda voor betere regelgeving — die erop gericht is om Uniebeleid en -wetgeving op transparante wijze te ontwikkelen en te beoordelen, op basis van bewijs en ondersteund met de opvattingen van burgers en belanghebbenden — wordt de interactie met burgers zichtbaar bevorderd en wordt ertoe opgeroepen beleidsvorming te baseren op bewijs.

Deze actie omvat de ontwikkeling, uitvoering en bevordering van op gegevensanalyse gebaseerde oplossingen voor op feitenmateriaal gebaseerde beleidsvorming, met mogelijkheden voor toepassing op nationaal en Europees niveau. In het bijzonder:

 

de ontwikkeling en uitvoering van specifieke oplossingen op het gebied van tekstmining, met als doel om de feedback van burgers op beleid en initiatieven te analyseren (een voorbeeld van een dergelijke oplossing is het door de Commissie ontwikkelde Doris-instrument);

 

de ontwikkeling en uitvoering van specifieke oplossingen op het gebied van datamining, met als doel om gegevens met betrekking tot specifieke beleidsgebieden te beoordelen en oplossingen intelligenter te maken;

 

de integratie van deze oplossingen in raadplegingsprocessen (zoals het Doris-instrument voor de analyse van betere regelgeving; oplossingen op het gebied van tekstmining voor Survey van de Unie, de opensource-oplossing die de Commissie hiertoe heeft ontwikkeld);

 

de ontwikkeling en uitvoering van instrumenten voor gegevensanalyse, met als doel om de resultaten van specifieke beleidslijnen te volgen en in een context te plaatsen (zo zouden de kernprestatie-indicatoren voor door de Unie gefinancierde programma's kunnen worden vergeleken met de sociale en economische kernprestatie-indicatoren op dat gebied).

De ontwikkeling van dergelijke oplossingen voor gegevensanalyse (in bredere zin) staat nog in de kinderschoenen. Er moeten specifieke maatregelen worden geïntegreerd in het reguliere Europese besluitvormingsproces. Verwacht wordt dat de eventuele voordelen op Europees niveau aanzienlijk zullen zijn en dat toepassing in de lidstaten ook tot de mogelijkheden behoort.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 27

BEGROTING

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

78 630 924

78 630 924

76 142 758

76 142 758

64 040 410,06

64 040 410,06

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

Titel 27 — Totaal

78 630 924

78 630 924

76 142 758

76 142 758

64 040 410,06

64 040 410,06

HOOFDSTUK 27 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

47 329 221

45 984 575

44 808 850,12

94,67

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 436 506

4 380 204

6 182 472,18

139,35

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

5 321 077

5 290 729

0 ,—

0

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

7 326 353

7 506 918

9 032 443,74

123,29

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

5,2

10 558 250

9 558 900

0 ,—

0

 

Artikel 27 01 02 — Subtotaal

 

27 642 186

26 736 751

15 214 915,92

55,04

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

5,2

3 059 517

2 871 432

3 445 798,61

112,63

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

5,2

200 000

150 000

150 845,41

75,42

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

5,2

300 000

280 000

300 000 ,—

100,00

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

5,2

100 000

120 000

120 000 ,—

120,00

 

Artikel 27 01 12 — Subtotaal

 

400 000

400 000

420 000 ,—

105,00

 

Hoofdstuk 27 01 — Totaal

 

78 630 924

76 142 758

64 040 410,06

81,44

27 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

47 329 221

45 984 575

44 808 850,12

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 436 506

4 380 204

6 182 472,18

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 321 077

5 290 729

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsonderdelen van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 326 353

7 506 918

9 032 443,74

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 558 250

9 558 900

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar begrotingsonderdeel van het beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 03

Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 059 517

2 871 432

3 445 798,61

27 01 07

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

150 000

150 845,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de bekendmaking van informatie in eender welke vorm en via eender welk medium over de financiële programmering en de algemene begroting van de Unie. Het dekt met name: voorbereidende werkzaamheden en ontwerpen, gebruik van documentatie, grafische vormgeving, reproductie van documenten, aankoop en beheer van gegevens, redactie, vertaling en revisie (m.i.v. controle van de onderlinge consistentie van teksten), drukwerk, publicatie op internet, distributie, opslag en verspreiding.

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard en/of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie worden het Europees Parlement en de Raad in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

300 000

280 000

300 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen en financiële activa

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

 

van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van de financiële instellingen waarbij de Commissie rekeningen heeft ofwel van het beheer van financiële activa.

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

120 000

120 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

HOOFDSTUK 27 02 —   UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

6

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 27 02 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

Rechtsgronden

Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21), met name artikel 32.

TITEL 28

AUDIT

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

19 359 668

19 227 094

19 136 476,54

 

Titel 28 — Totaal

19 359 668

19 227 094

19 136 476,54

HOOFDSTUK 28 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

5,2

16 986 973

16 929 644

16 706 496,66

98,35

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

5,2

775 946

689 663

477 454,82

61,53

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

498 655

550 643

667 258,82

133,81

 

Artikel 28 01 02 — Subtotaal

 

1 274 601

1 240 306

1 144 713,64

89,81

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

5,2

1 098 094

1 057 144

1 285 266,24

117,05

 

Hoofdstuk 28 01 — Totaal

 

19 359 668

19 227 094

19 136 476,54

98,85

28 01 01

Uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

16 986 973

16 929 644

16 706 496,66

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

775 946

689 663

477 454,82

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

498 655

550 643

667 258,82

28 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 098 094

1 057 144

1 285 266,24

TITEL 29

STATISTIEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

85 593 650

85 593 650

85 573 663

85 573 663

85 853 815,64

85 853 815,64

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

58 475 000

45 000 000

57 960 000

42 000 000

59 410 833,19

48 344 394,77

 

Titel 29 — Totaal

144 068 650

130 593 650

143 533 663

127 573 663

145 264 648,83

134 198 210,41

HOOFDSTUK 29 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

69 236 559

69 434 420

68 596 264,87

99,08

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

5,2

5 471 380

5 424 272

5 549 591 ,—

101,43

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

3 180 031

3 231 251

3 436 439,19

108,06

 

Artikel 29 01 02 — Subtotaal

 

8 651 411

8 655 523

8 986 030,19

103,87

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

5,2

4 475 680

4 335 720

5 275 010,44

117,86

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

1,1

3 230 000

3 148 000

2 996 510,14

92,77

 

Artikel 29 01 04 — Subtotaal

 

3 230 000

3 148 000

2 996 510,14

92,77

 

Hoofdstuk 29 01 — Totaal

 

85 593 650

85 573 663

85 853 815,64

100,30

29 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijk personeel op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

69 236 559

69 434 420

68 596 264,87

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 471 380

5 424 272

5 549 591 ,—

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 180 031

3 231 251

3 436 439,19

29 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 475 680

4 335 720

5 275 010,44

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 230 000

3 148 000

2 996 510,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

 

de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon per jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Dergelijke bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 29 02.

HOOFDSTUK 29 02 —   HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

HET EUROPEES STATISTISCH PROGRAMMA

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

1,1

58 475 000

45 000 000

57 960 000

42 000 000

59 410 833,19

45 227 065,47

100,50

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 117 329,30

 
 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

58 475 000

45 000 000

57 960 000

42 000 000

59 410 833,19

48 344 394,77

107,43

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 475 000

45 000 000

57 960 000

42 000 000

59 410 833,19

45 227 065,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

verzameling van statistische gegevens, enquêtes, studies en ontwikkeling van indicatoren en benchmarks;

 

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

 

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

 

ontwikkeling, onderhoud en hervorming van IT-systemen en infrastructuur in verband met de invoering en monitoring van maatregelen die onder dit artikel vallen;

 

plaatselijke risicogebaseerde controles bij entiteiten die betrokken zijn bij de productie van statistische informatie in de lidstaten, met name ter ondersteuning van het economische bestuur van de Unie;

 

ondersteuning van samenwerkingsnetwerken en ondersteuning van organisaties wier voornaamste doelstelling en activiteiten erin bestaan de toepassing van de Europese praktijkcode voor statistieken en de toepassing van nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken te promoten en te ondersteunen;

 

dienstverlening door externe deskundigen;

 

statistische opleidingscursussen voor statistici;

 

kosten van de aanschaf van documentatie;

 

subsidies voor en aansluiting bij internationale statistische organisaties.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om een samenvattend jaarverslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met derde landen op het gebied van statistiek, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken.

Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulaire technieken.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van het meerjarig financieel kader) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (PB L 39 van 9.2.2013, blz. 12).

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

3 117 329,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

TITEL 30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

1 899 409 800

1 796 802 000

1 684 492 659,39

 

Titel 30 — Totaal

1 899 409 800

1 796 802 000

1 684 492 659,39

HOOFDSTUK 30 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

30 01 13

Vergoedingen van gewezen leden

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

5,2

141 000

2 552 000

2 381 512,49

1 689,02

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

5,2

21 000

303 000

341 981,55

1 628,48

 

Artikel 30 01 13 — Subtotaal

 

162 000

2 855 000

2 723 494,04

1 681,17

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

5,2

6 168 000

3 900 000

226 579,61

3,67

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

5,2

210 000

133 000

5 171,01

2,46

30 01 14 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de vergoedingen

5,2

64 000

58 000

9 942,58

15,54

 

Artikel 30 01 14 — Subtotaal

 

6 442 000

4 091 000

241 693,20

3,75

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

5,1

1 743 689 400

1 650 993 000

1 567 310 596,32

89,88

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

5,1

57 644 600

54 274 000

50 780 203,54

88,09

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5,1

65 817 600

59 502 000

42 451 179,08

64,50

 

Artikel 30 01 15 — Subtotaal

 

1 867 151 600

1 764 769 000

1 660 541 978,94

88,93

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

5,1

3 852 600

3 719 000

2 694 482,88

69,94

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad

5,1

77 000

7 000

0 ,—

0

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Commissie

5,1

7 377 800

6 705 000

5 759 184,65

78,06

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

5,1

9 312 800

9 613 000

8 198 734,39

88,04

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer

5,1

4 706 600

4 790 000

4 155 814,75

88,30

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

5,1

244 400

212 000

137 854,08

56,41

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

5,1

83 000

41 000

39 422,46

47,50

 

Artikel 30 01 16 — Subtotaal

 

25 654 200

25 087 000

20 985 493,21

81,80

 

Hoofdstuk 30 01 — Totaal

 

1 899 409 800

1 796 802 000

1 684 492 659,39

88,69

30 01 13

Vergoedingen van gewezen leden

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

141 000

2 552 000

2 381 512,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke vergoeding,

 

de gezinstoelage,

voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 13 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

21 000

303 000

341 981,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van aanpassingscoëfficiënten die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen voor voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de tijdelijke vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 168 000

3 900 000

226 579,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere en/of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren en/of tijdelijke functionarissen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

210 000

133 000

5 171,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt of ontslag.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 14 03

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

64 000

58 000

9 942,58

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de vergoedingen in de loop van het begrotingsjaar. Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 743 689 400

1 650 993 000

1 567 310 596,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

 

de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

 

de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

57 644 600

54 274 000

50 780 203,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

Tevens dient het ter dekking van aanvullende vergoedingen ter terugbetaling van ziektekosten ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

65 817 600

59 502 000

42 451 179,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen in de loop van het begrotingsjaar. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

30 01 16

Pensioenen van voormalige leden van de instellingen

30 01 16 01

Pensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 852 600

3 719 000

2 694 482,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van ouderdoms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen van voormalige leden van het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Statuut van de leden van het Europees Parlement, en met name de artikelen 14, 15, 17 en 28.

Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, en met name de artikelen 49 tot en met 60 en door het Bureau van het Europees Parlement aangenomen relevante bepalingen.

30 01 16 02

Pensioenen van voormalige voorzitters van de Europese Raad

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

77 000

7 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige voorzitters van de Europese Raad en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige voorzitters van de Europese Raad en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 03

Pensioenen van voormalige leden van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 377 800

6 705 000

5 759 184,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Commissie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 04

Pensioenen van voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 312 800

9 613 000

8 198 734,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 05

Pensioenen van voormalige leden van de Rekenkamer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 706 600

4 790 000

4 155 814,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen van de voormalige leden van de Rekenkamer en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), en met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 06

Pensioenen van voormalige Europese ombudsmannen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

244 400

212 000

137 854,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese ombudsmannen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

30 01 16 07

Pensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

83 000

41 000

39 422,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdoms- en invaliditeitspensioenen van voormalige Europese Toezichthouders voor gegevensbescherming en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, en van de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en wezen en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), en met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

TITEL 31

TALENDIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

398 802 462

407 877 123

437 381 657,05

 

Titel 31 — Totaal

398 802 462

407 877 123

437 381 657,05

HOOFDSTUK 31 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

5,2

325 446 971

333 902 920

332 138 700,21

102,06

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

5,2

10 812 924

10 636 511

9 418 589,23

87,10

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

4 184 600

4 430 672

6 421 241,34

153,45

 

Artikel 31 01 02 — Subtotaal

 

14 997 524

15 067 183

15 839 830,57

105,62

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

5,2

21 037 967

20 850 020

25 540 659,59

121,40

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

5,2

2 300 000

2 300 000

3 429 138,66

149,09

31 01 03 05

Uitgaven voor het organiseren van conferenties

5,2

p.m.

     
 

Artikel 31 01 03 — Subtotaal

 

23 337 967

23 150 020

28 969 798,25

124,13

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

5,2

16 240 000

17 375 000

39 709 291,29

244,52

31 01 07 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

5,2

374 000

363 000

973 322,06

260,25

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

5,2

1 299 000

1 270 000

3 492 492,22

268,86

 

Artikel 31 01 07 — Subtotaal

 

17 913 000

19 008 000

44 175 105,57

246,61

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

5,2

15 000 000

14 530 000

12 707 063,03

84,71

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

5,2

1 507 000

1 579 000

2 240 737,88

148,69

 

Artikel 31 01 08 — Subtotaal

 

16 507 000

16 109 000

14 947 800,91

90,55

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

5,2

600 000

640 000

1 310 421,54

218,40

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 31 01 — Totaal

 

398 802 462

407 877 123

437 381 657,05

109,67

31 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

325 446 971

333 902 920

332 138 700,21

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 812 924

10 636 511

9 418 589,23

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 184 600

4 430 672

6 421 241,34

31 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

21 037 967

20 850 020

25 540 659,59

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 300 000

2 300 000

3 429 138,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

 

de apparatuur die nodig is voor de werking van de conferentiezalen van de Commissie;

 

technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door kredieten onder verschillende posten van de artikelen 01 en 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die op het grondgebied van de Unie zijn gedaan.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

31 01 03 05

Uitgaven voor het organiseren van conferenties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven (onder andere voor apparatuur, diensten en andere kosten) voor de gecentraliseerde organisatie van conferenties en evenementen die door het directoraat-generaal Tolken voor andere afdelingen van de Commissie, instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie worden georganiseerd. In de regel moeten de gemaakte kosten als bestemmingsontvangsten van deze entiteiten worden teruggevorderd overeenkomstig de toepasselijke regels en de specifieke overeenkomsten.

Dit krediet dient ook ter dekking van kosten die rechtstreeks verband houden met de ontwikkeling en het onderhoud van bedrijfstools en -diensten voor het organiseren van conferenties en daarmee gelijk te stellen evenementen.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die op het grondgebied van de Unie en daarbuiten worden gedaan.

Bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement kunnen onder deze post worden geboekt.

31 01 07

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 07 01

Uitgaven voor tolkendiensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

16 240 000

17 375 000

39 709 291,29

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI's) die het directoraat-generaal Tolken overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het in staat te stellen voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert;

 

vergoedingen, waarin naast de honoraria ook bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering zijn opgenomen, alsmede — voor tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben — de terugbetaling van reis- en verblijfskosten en de uitbetaling van verblijfsvergoedingen;

 

de kosten in verband met de accreditatietests voor de ACI's, met name de terugbetaling van reis- en verblijfskosten en de uitbetaling van verblijfsvergoedingen;

 

de kosten van diensten die door tolken van het Europees Parlement (ambtenaren, tijdelijk personeel en ACI's) ten behoeve van de Commissie zijn geleverd;

 

de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen;

 

door het directoraat-generaal Tolken via de vertegenwoordigingen van de Unie gesloten dienstencontracten voor vertolking, met betrekking tot vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 080 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Referentiebesluiten

Interne richtlijn van de Commissie; Conclusie 252/08 van 15 februari 2008 — Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en financiële regeling voor hulpconferentietolken (HCT's) aangeworven door de instellingen van de Europese Unie.

31 01 07 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

374 000

363 000

973 322,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties om voldoende gekwalificeerde conferentietolken te kunnen aanwerven, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor de specifieke opleiding van conferentietolken.

Buiten de instellingen betreft dat met name subsidies voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma's voor pedagogische bijstand, evenals beurzen voor studenten. Onder dit krediet vallen eveneens zeer specifieke opleidingsacties voor tolken in vaste dienst, zoals thematische cursussen, taalreizen, opfriscursussen of intensieve cursussen.

Op grond van de overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden voor HCT's (hulpconferentietolken) heeft deze categorie van tolken toegang tot een beperkte ondersteuning voor taalopleidingen (namelijk beurzen voor taalverblijven en opleidingscheques).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 726 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Interne richtlijn van de Commissie; Conclusie 252/08 van 15 februari 2008 — Overeenkomst betreffende de arbeidsvoorwaarden en financiële regeling voor hulpconferentietolken (HCT's) aangeworven door de instellingen van de Europese Unie.

31 01 07 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 299 000

1 270 000

3 492 492,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken, waaronder:

 

aankoop of huur van personal computers, servers en microcomputers, de kosten van back-upvoorzieningen, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, printers en scanners en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of vergaderruimten van het directoraat-generaal Tolken wordt gebruikt, de voor de werking van deze apparatuur benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en de benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

 

ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het directoraat-generaal Tolken van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

 

technische en logistieke ondersteuning, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

 

aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 901 000 EUR.

31 01 08

Kosten voor vertaling

31 01 08 01

Kosten voor vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000 000

14 530 000

12 707 063,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor externe vertalingen en andere taalgerelateerde en technische diensten die aan externe contractanten worden toevertrouwd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

31 01 08 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 507 000

1 579 000

2 240 737,88

Toelichting

Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

 

de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

 

uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

 

het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften,

 

de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers,

 

de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken,

 

het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 333 000 EUR.

31 01 09

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

600 000

640 000

1 310 421,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 610 000 EUR.

31 01 10

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (Vertaalbureau).

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

TITEL 32

ENERGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

85 668 317

85 668 317

85 741 916

85 741 916

81 204 933,14

81 204 933,14

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

700 238 452

447 019 117

718 575 941

249 870 058

517 942 938,28

351 832 092,73

32 03

KERNENERGIE

164 224 000

172 102 000

165 207 000

175 291 776

159 466 149,60

167 986 136,96

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

320 757 111

380 937 908

335 329 919

364 678 785

312 863 273,59

405 847 091,39

32 05

ITER

369 124 999

493 318 660

314 060 437

417 687 440

351 558 633,88

595 329 903,81

 

Titel 32 — Totaal

1 640 012 879

1 579 046 002

1 618 915 213

1 293 269 975

1 423 035 928,49

1 602 200 158,03

HOOFDSTUK 32 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

5,2

63 613 285

62 685 440

60 298 315,24

94,79

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

5,2

3 067 688

2 929 038

2 738 009,94

89,25

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 638 164

1 616 651

1 602 173 ,—

97,80

 

Artikel 32 01 02 — Subtotaal

 

4 705 852

4 545 689

4 340 182,94

92,23

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

5,2

4 112 172

3 914 290

4 637 538,63

112,78

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

1,1

1 978 000

1 978 000

1 821 960,50

92,11

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

1,1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 32 01 04 — Subtotaal

 

1 978 000

1 978 000

1 821 960,50

92,11

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

1,1

2 022 348

1 982 934

1 816 206,19

89,81

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

745 660

728 000

979 087,23

131,30

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1,1

1 132 000

1 132 000

1 068 322,08

94,37

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

5 888 000

7 109 563

5 604 814,05

95,19

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

238 000

233 000

195 156,28

82,00

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

1,1

1 110 000

1 310 000

324 350 ,—

29,22

 

Artikel 32 01 05 — Subtotaal

 

11 136 008

12 495 497

9 987 935,83

89,69

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

5,2

123 000

123 000

119 000 ,—

96,75

 

Hoofdstuk 32 01 — Totaal

 

85 668 317

85 741 916

81 204 933,14

94,79

32 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

63 613 285

62 685 440

60 298 315,24

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 067 688

2 929 038

2 738 009,94

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 638 164

1 616 651

1 602 173 ,—

32 01 03

Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 112 172

3 914 290

4 637 538,63

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility — Energie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 978 000

1 978 000

1 821 960,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 02.

32 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en bijeenkomsten van deskundigen, die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de in het kader van deze post genomen maatregelen en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 03.

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 022 348

1 982 934

1 816 206,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma's, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn gedetacheerd naar delegaties van de Unie.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

745 660

728 000

979 087,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 132 000

1 132 000

1 068 322,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020 in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven voor personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 04.

32 01 05 21

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 888 000

7 109 563

5 604 814,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die zijn belast met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project, op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die naar delegaties van de Unie zijn gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 22

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

238 000

233 000

195 156,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 05 23

Overige beheersuitgaven voor de onderzoeks- en innovatieprogramma's — ITER

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 110 000

1 310 000

324 350 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van overige administratieve uitgaven voor het volledige beheer van onderzoeks- en innovatieprogramma's — het programma voor het ITER-project in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel dat naar delegaties van de Unie is gedetacheerd.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de beschrijving, voorbereiding, monitoring, audit, supervisie en het management van het programma of projecten, zoals uitgaven voor conferenties, workshops, seminars, ontwikkeling en onderhoud van IT-systemen, dienstreizen, opleidingen en vertegenwoordigingen.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 32 05.

32 01 07

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

123 000

123 000

119 000 ,—

Toelichting

Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01 en XX 01 03 01 en in artikel 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

Referentiebesluiten

Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15), met name de artikelen 4, 6 en 7 van de bijlage.

HOOFDSTUK 32 02 —   CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 02

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

1,1

226 402 267

50 951 000

206 508 927

33 023 600

165 593 584 ,—

42 977 485,89

84,35

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

1,1

226 040 000

50 217 000

207 441 809

24 839 000

165 593 584 ,—

43 189 209,19

86,01

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

1,1

226 039 068

50 067 000

206 509 070

25 201 000

165 594 400 ,—

43 143 250 ,—

86,17

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

1,1

p.m.

60 000 000

77 291 975

28 295 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 32 02 01 — Subtotaal

 

678 481 335

211 235 000

697 751 781

111 358 600

496 781 568 ,—

129 309 945,08

61,22

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

1,1

5 000 000

4 600 000

4 998 000

3 889 079

4 956 129,28

4 770 995,17

103,72

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

1,1

324 000

300 000

306 000

294 900

311 659 ,—

624 634,99

208,21

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

1,1

13 033 117

13 033 117

12 520 160

12 520 160

15 872 582 ,—

15 872 582 ,—

121,79

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

1,1

p.m.

4 448 000

p.m.

9 907 319

21 000 ,—

11 947 434,08

268,60

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

1,1

p.m.

210 000 000

p.m.

110 000 000

0 ,—

189 078 498,34

90,04

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 07

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

59 987,50

 

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

1,1

p.m.

203 000

p.m.

400 000

0 ,—

168 015,57

82,77

32 02 77 09

Voorbereidende actie — Het versterken van de samenwerking op klimaatvlak tussen eilanden binnen en buiten de Unie door middel van de totstandbrenging van een eilandidentiteit binnen het mondiaal convenant van burgemeesters

1,1

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 000 000

     

32 02 77 10

Proefproject — Het aanpakken van de energie-armoede in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee

1,1

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

     

32 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie van de toepassing van de „distributed ledger”-technologie op de Europese energiemarkt

1,1

400 000

200 000

         

32 02 77 12

Voorbereidende actie — De invoering van uitgebreide steun voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio's

1,1

1 700 000

850 000

         

32 02 77 13

Voorbereidende actie — Op de ontwikkeling en ondersteuning van lokale overgangsstrategieën gerichte toolkits voor deelnemers aan de steenkoolplatformdialoog

1,1

1 300 000

650 000

         
 

Artikel 32 02 77 — Subtotaal

 

3 400 000

3 403 000

3 000 000

1 900 000

0 ,—

228 003,07

6,70

 

Hoofdstuk 32 02 — Totaal

 

700 238 452

447 019 117

718 575 941

249 870 058

517 942 938,28

351 832 092,73

78,71

32 02 01

Connecting Europe Facility

32 02 01 01

Verdere integratie van de interne energiemarkt en de interoperabiliteit van de elektriciteits- en gasnetwerken over de grenzen heen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 402 267

50 951 000

206 508 927

33 023 600

165 593 584 ,—

42 977 485,89

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang, die in de eerste plaats bijdragen tot de integratie van de interne-energiemarkt en de interoperabiliteit van de gas- en de elektriciteitsnetwerken over de grenzen heen. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder a).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 02

Verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 040 000

50 217 000

207 441 809

24 839 000

165 593 584 ,—

43 189 209,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot de verbetering van de voorzieningszekerheid van de Unie, de veerkracht van het systeem en de veiligheid van de systeemactiviteiten. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder b).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 03

Bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

226 039 068

50 067 000

206 509 070

25 201 000

165 594 400 ,—

43 143 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de medefinanciering van studies en werkzaamheden voor projecten van gemeenschappelijk belang die in de eerste plaats bijdragen tot duurzame ontwikkeling en milieubescherming, onder meer door de integratie van energie uit hernieuwbare bronnen in het transmissienetwerk en door de ontwikkeling van slimme energienetten en kooldioxidenetwerken. Dit krediet is ook bedoeld ter dekking van de kosten van acties ter ondersteuning van het programma in verband met dezelfde doelstelling.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 913/2010 en houdende intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), met name artikel 4, lid 3, onder c).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 01 04

Een klimaat scheppen dat gunstiger is voor particuliere en publieke investeringen in energieprojecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

60 000 000

77 291 975

28 295 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de bijdrage van de Unie aan de financieringsinstrumenten die zijn ingesteld in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen om de toegang tot langetermijnfinanciering of bijdragen van particuliere investeerders mogelijk te maken of te vergemakkelijken en daardoor de financiering van projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39) voor subsidie in aanmerking komen, te versnellen of mogelijk te maken. Het opzetten van de financieringsinstrumenten als „leningenkaders” of „kapitaalkaders” volgt op een beoordeling vooraf op grond van artikel 224 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1). Zij zijn bedoeld om te worden uitgevoerd via direct beheer door de entiteiten waaraan de zaken zijn toevertrouwd in de zin van het Financieel Reglement of tezamen met die entiteiten.

Terugbetalingen van financiële instrumenten overeenkomstig artikel 140, lid 6, van het Financieel Reglement, met inbegrip van terugbetaald kapitaal, vrijgegeven zekerheden en aflossingen van de hoofdsom van leningen, aan de Commissie, die zijn geboekt onder post 6 3 4 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder i), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 02 02

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

4 600 000

4 998 000

3 889 079

4 956 129,28

4 770 995,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, follow-up, evaluatie, financiering en tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, van alle aspecten in verband met de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief, alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van hoogwaardige diensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke tenuitvoerlegging van een gemeenschappelijk Europees beleid overeenkomstig de strategie voor de energie-unie (COM(2015) 80 final) om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de observatie van de energiemarkt, geïntegreerde governance en monitoring, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt, alsook ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, digitale verwerking en visualisering van gegevens, conferenties en evenementen ter promotie van activiteiten in de energiesector, digitale en gedrukte publicaties, audiovisuele producten en de ontwikkeling van diverse internet- en sociale media-activiteiten die rechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het energiebeleid. Dit krediet dient tevens der dekking van een versterkte dialoog op het gebied van energie met de belangrijkste energiepartners van de Unie en de internationale organisaties die actief zijn op het gebied van energie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2964/95 van de Raad van 20 december 1995 houdende instelling van een registratie in de Gemeenschap van de invoer en leveranties van ruwe aardolie (PB nr. L 310 van 22.12.1995, blz. 5).

Het Verdrag inzake het Energiehandvest, vastgesteld bij Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

Beschikking 1999/208/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende een communautaire procedure voor informatie en overleg over de kosten van de ruweaardolievoorziening en over de verbruikersprijzen van aardolieproducten (PB L 110 van 28.4.1999, blz. 8).

Richtlijn 2005/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (PB L 33 van 4.2.2006, blz. 22).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

Richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PB L 265 van 9.10.2009, blz. 9).

Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 736/96 (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering en houdende intrekking van Richtlijn 2004/67/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Besluit nr. 994/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot instelling van een mechanisme voor informatie-uitwisseling met betrekking tot intergouvernementele overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen op energiegebied (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 13).

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66).

Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3).

Besluit 2014/668/EU van de Raad van 23 juni 2014 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wat titel III (met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij) en de titels IV, V, VI en VII, alsmede de desbetreffende bijlagen en protocollen daarvan betreft (PB L 278 van 20.9.2014, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 19 januari 2012 tot oprichting van de EU-Groep van autoriteiten voor offshore-olie- en -gasactiviteiten (PB C 18 van 21.1.2012, blz. 8).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 — Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final).

32 02 03

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

324 000

300 000

306 000

294 900

311 659 ,—

624 634,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, vaststelling, bevordering, bekendmaking, monitoring, evaluatie en tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor een betere continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

 

maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

 

harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

 

vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

 

internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

 

bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor voorlichting en communicatie, alsmede voor elektronische en papieren publicaties die rechtstreeks verband houden met het bereiken van de doelstelling van dit artikel.

Rechtsgronden

Richtlijn 2008/114/EG van de Raad van 8 december 2008 inzake de identificatie van Europese kritieke infrastructuren, de aanmerking van infrastructuren als Europese kritieke infrastructuren en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuren te verbeteren (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 75).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 033 117

13 033 117

12 520 160

12 520 160

15 872 582 ,—

15 872 582 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2), alsook van de beleidsuitgaven in verband met het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 13 562 000 EUR. Een bedrag van 528 883 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 13 033 117 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 51

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europees energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 448 000

p.m.

9 907 319

21 000 ,—

11 947 434,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van de Beschikkingen 96/391/EG en nr. 1229/2003/EG (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009 (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39).

32 02 52

Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

210 000 000

p.m.

110 000 000

0 ,—

189 078 498,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

32 02 77 07

Proefproject — Haalbaarheidsstudie naar de financiering van goedkope energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens met een laag inkomen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

59 987,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 08

Proefproject — Brandstof-/energiearmoede — Beoordeling van de gevolgen van de crisis en evaluatie van bestaande en mogelijke nieuwe maatregelen in de lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

203 000

p.m.

400 000

0 ,—

168 015,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 09

Voorbereidende actie — Het versterken van de samenwerking op klimaatvlak tussen eilanden binnen en buiten de Unie door middel van de totstandbrenging van een eilandidentiteit binnen het mondiaal convenant van burgemeesters

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Deze actie is uniek in de zin dat hij erop gericht is eilanden een voortrekkersrol te geven bij klimaatmaatregelen middels het mondiaal convenant van burgemeesters. In het kader van de actie slaan de Unie-eilanden en de autoriteiten van eilanden in de hele wereld, die bij uitstek op de hoogte zijn van de klimaatuitdagingen waar eilanden mee worden geconfronteerd en die op een ambitieuze mondiale klimaatovereenkomst hebben aangedrongen, de handen ineen voor de verwezenlijking van de klimaatdoelstelling van 1,5 graden opwarming. De Unie-eilanden en de autoriteiten van eilanden in de rest van de wereld zullen samenwerken aan het opbouwen van capaciteit, ervaringen uitwisselen, kennis en knowhow over duurzame energie en klimaatplanning aan elkaar doorgeven, goede voorbeelden inzake klimaatveranderingsmitigatie en -aanpassing uitwisselen, en hun kennis over innovatieve financiële instrumenten van de Unie ter ondersteuning van duurzame energie-investeringen delen. Verder gaat het om het analyseren van bestaande goede praktijken inzake duurzame energie en klimaatplanning op eilanden en het ontwikkelen van innovatieve, geïntegreerde eilandstrategieën voor een goede toegang tot energie en het reduceren van de energie-armoede, de mitigatie van klimaatverandering en de reductie van de uitstoot van broeikasgassen, alsmede de aanpassing van de eilandgebieden aan klimaatverandering. Deze strategieën zullen aansluiten op het klimaat- en energiekader 2030, en op de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties en de doelstellingen van „Duurzame energie voor iedereen”. Tot slot wordt voorzien in transparante monitoring, rapportage en verificatie van de broeikasgasemissies overeenkomstig de UNFCCC-regels.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 10

Proefproject — Het aanpakken van de energie-armoede in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is gericht op het bevorderen van energie-efficiëntie in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee door middel van het financieren van regionale en plaatselijke initiatieven op het gebied van energierenovatie van openbare en/of particuliere gebouwen. Uitgaande van de veronderstelling dat het risico van energie-armoede in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee hoog is (ruim boven de 50 %), omvat het proefproject proefregelingen voor de aanpassing van woningen, in het bijzonder representatieve particuliere residentiële gebouwen in uitgekozen gebieden van de macroregio. Middels het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, waarvan het potentieel in de macroregio Ionische Zee/Adriatische Zee zeer groot is, alsook state-of-the-artrenovatietechnieken, richt het project zich op het reduceren van de energieconsumptie en het aanpakken van de energie-armoede, en het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Het project moet een blauwdruk zijn voor het vereenvoudigen van de renovatie van gebouwen en het vergroten van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in de macroregio. De resultaten van het project zullen op regionaal niveau worden beoordeeld om een efficiënt gebruik van de Structuurfondsen en aanvullende financiering te waarborgen, alsook tot grootschaliger efficiëntieprogramma's uitgevoerd nationale en regionale autoriteiten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 11

Proefproject — Haalbaarheidsstudie van de toepassing van de „distributed ledger”-technologie op de Europese energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

       

Toelichting

Doel van het proefproject is het opzetten, op basis van de ervaring en behoeften van de nieuwe actoren op de energiemarkt, van een platform met beste praktijken en technische adviezen, teneinde de Commissie te stimuleren technische normen op het gebied van de „distributed ledger”-technologie te ontwikkelen.

Hiertoe zal het project de volgende activiteiten omvatten:

 

Een analyse van de bestaande distributed ledger op basis van de blockchaintechnologie, met als doel om inzicht te verkrijgen in problemen en oplossingen waarmee men in aanraking komt tijdens de ontwikkeling en benutting van distributed ledger in de praktijk;

 

Een analyse van de behoeften van alle actoren op de energiemarkt (geïnstitutionaliseerde energieleveranciers, prosumentenorganisaties, organisaties van energiegemeenschappen, enzovoorts); uit een onderzoek dat in 2016 door het Duitse Energieagentschap (Dena) is uitgevoerd, is naar voren gekomen dat 52% van de Duitse actoren op de energiemarkt reeds activiteiten met betrekking tot blockchains heeft uitgevoerd of gepland; de analyse zal zich op deze activiteiten richten, met als doel om inzicht te verkrijgen in de behoeften van de desbetreffende actoren; ook zal er een focusgroep met prosumentenorganisaties worden opgezet;

 

De organisatie van informatiebijeenkomsten over distributed ledger op basis van de blockchaintechnologie;

 

De ontwikkeling van een netwerk voor de actoren die betrokken zijn bij de nieuwe energiemarkt; via het netwerk kunnen de deelnemers beste praktijken en technische adviezen uitwisselen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 12

Voorbereidende actie — De invoering van uitgebreide steun voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 700 000

850 000

       

Toelichting

Het herstel van de Unie van de economische crisis en de doeltreffende tenuitvoerlegging van haar belangrijkste doelstellingen met betrekking tot sterke groei en een internationale concurrentiepositie, onder meer door middel van duurzame herindustrialisering en modernisering van de economie van de Unie, moet berusten op economische, sociale en milieuduurzaamheid op de lange termijn. In het kader van de ambitieuze klimaatverbintenissen van de Unie en de overgang naar een koolstofarme economie op basis van het circulaire model hebben de Europese steenkool- en koolstofintensieve regio's met een hoog percentage werknemers in sectoren die afhankelijk zijn van koolstof, gerichte steun nodig om effectief bij te dragen tot deze strategische transformatie.

Volgens cijfers van Eurostat is alleen al de winning van steenkool en bruinkool momenteel goed voor meer dan 300 000 directe banen in de Unie. Deze banen zijn geconcentreerd in een beperkt aantal regio's, waar de gevolgen voor de lokale economie en de sociale cohesie bepalend zijn. In het licht van de uitdagingen van technologische vooruitgang, internationale concurrentie en een ambitieus milieu- en klimaatbeleid is het vermogen van deze regio's om bij te dragen aan en de vruchten te plukken van de overgang van de Unie naar een koolstofarme, circulaire economie van cruciaal belang voor het algehele succes van de Unie. De Commissie heeft dit erkend en heeft in haar mededeling getiteld „Schone energie voor alle Europeanen” toegezegd te zullen „bestuderen hoe de omschakeling in steenkool- en koolstofintensieve gebieden beter kan worden ondersteund”.

Doel van deze voorbereidende actie is het waarborgen van de doeltreffendheid en de langetermijnduurzaamheid van deze steunmaatregelen, en uiteindelijk van de succesvolle transformatie van de Unie als geheel en haar internationale concurrentiepositie, door een platform op te zetten dat de Commissie in staat moet stellen om:

 

de steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio's van de Unie in kaart te brengen en hun slimme specialisaties te inventariseren;

 

een speciale praktische toolkit te ontwikkelen met daarin a) beste praktijken, b) bestaande steuninstrumenten aan de hand waarvan de beste synergieën worden vastgesteld en c) de uitwisseling van informatie met en tussen regio's;

 

fora voor belanghebbenden op te zetten, alsook te voorzien in instrumenten voor intraregionale uitwisseling, met inbegrip van uitgebreide routekaarten voor koolstofarme herindustrialisering en omscholingsbehoeften;

 

de knelpunten ter plaatse te inventariseren en de steun voor nieuwe technologieën en innoverende ontwikkeling en opslag van schone steenkool te stroomlijnen, met inbegrip van afvang en opslag van kooldioxide, afvang en gebruik van koolstofdioxide en steenkoolvergassing;

 

een overzicht op te stellen van beste praktijken en operationele richtsnoeren, en uiteindelijk een praktische toolkit voor steenkool- en koolstofintensieve overgangsregio's in derde landen te ontwikkelen, als onderdeel van de maatregelen voor capaciteitsopbouw uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs;

 

een DG-overkoepelend team op te richten om a) domeinen vaststellen voor eventuele synergieën van Unie-beleid en -programma's, om te zorgen voor zo doeltreffend mogelijke financiële en beleidssteun voor de periode na 2020; en b) regio's (centrale en lokale autoriteiten) bij te staan bij de ontwikkeling van duurzame overgangsstrategieën.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

32 02 77 13

Voorbereidende actie — Op de ontwikkeling en ondersteuning van lokale overgangsstrategieën gerichte toolkits voor deelnemers aan de steenkoolplatformdialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

650 000

       

Toelichting

Met de Routekaart voor een koolstofarme economie die de Commissie in 2011 heeft gepubliceerd, heeft zij een visie ontwikkeld om de Europese economie grotendeels koolstofvrij maken en heeft ze concrete stappen vastgesteld om deze doelstelling te verwezenlijken. De Unie heeft deze verbintenis bekrachtigd, in het bijzonder door de Overeenkomst van Parijs aan te nemen, hierbij rekening houdend met het feit dat het de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten is om hun nationale energiemix vast te stellen. De steenkoolmijngebieden worden hierdoor onvermijdelijk onder de aandacht gebracht, aangezien deze regio's tal van uitdagingen het hoofd moeten bieden, in verband met de overgang die door politieke beslissingen, economische omstandigheden en verwachtingen van burgers in gang is gezet. De Commissie brengt daarom een speciale dialoog op gang, in de vorm van een steenkoolplatform voor overgangsregio's.

Activiteiten: een reeks toolkits ontwikkelen om de uitkomsten van de vergaderingen van het steenkoolplatform te coördineren, teneinde deelnemers te ondersteunen bij de ontwikkeling van lokale overgangsstrategieën, en wel op de volgende gebieden:

 

a)

een governanceproces opzetten op lokaal niveau: hoe kan er, met het oog op de ontwikkeling van een gemeenschappelijke overgangsvisie, een inclusieve dialoog op gang worden gebracht met lokale en sociale partners, het maatschappelijk middenveld, economische actoren en academici, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan lering en beste praktijken;

 

b)

toegang tot financiering: begeleiding inzake bestaande Uniefondsen, eventuele combinatie ervan en technische bijstand voor de samenvoeging van projecten, dit ter ondersteuning van de uitgewerkte lokale overgangsstrategieën;

 

c)

perspectieven voor groei en werkgelegenheid: hoe kan het overgangsproces van de arbeidsmarkt worden ondersteund (met inbegrip van bijscholing en omscholing, alsook gerichte steun voor kwetsbare groepen) en kan daarbij de regionale economische ontwikkeling worden ondersteund, teneinde toekomstbestendige lokale banen aan te trekken?

 

d)

ecologisch herstel: begeleiding voor de conversie van voormalige locaties, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan beste praktijken op het gebied van buitengebruikstelling, heringebruikname van het land, bodemsanering en herstel van het grondwaterpeil.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 03 —   KERNENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 03

KERNENERGIE

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

1,1

20 000 000

18 000 000

23 750 000

21 900 000

20 418 183,72

15 723 074,46

87,35

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

1,1

3 100 000

1 750 000

3 100 000

3 300 000

3 403 965,88

1 677 021,39

95,83

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

1,1

65 639 000

1 264 000

64 352 000

1 238 776

63 090 000 ,—

0 ,—

0

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

1,1

42 666 000

p.m.

41 829 000

p.m.

41 009 000 ,—

0 ,—

 

32 03 04 02

Bohunice-programma

1,1

32 819 000

43 088 000

32 176 000

34 853 000

31 545 000 ,—

417 501 ,—

0,97

 

Artikel 32 03 04 — Subtotaal

 

75 485 000

43 088 000

74 005 000

34 853 000

72 554 000 ,—

417 501 ,—

0,97

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

1,1

p.m.

108 000 000

p.m.

114 000 000

0 ,—

150 168 540,11

139,04

 

Hoofdstuk 32 03 — Totaal

 

164 224 000

172 102 000

165 207 000

175 291 776

159 466 149,60

167 986 136,96

97,61

32 03 01

Nucleaire veiligheidscontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

18 000 000

23 750 000

21 900 000

20 418 183,72

15 723 074,46

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

 

uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma's, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

 

opleiding van inspecteurs en vergaderingen met lidstaten, internationale organisaties, nucleaire exploitanten en andere belanghebbenden;

 

aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

 

aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

 

specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

 

vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

 

onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

 

technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

 

analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

 

overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

 

dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

 

IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement geeft het volgende eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

 

verzekeringsuitkeringen;

 

terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen overheidstaken zijn betrokken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

Referentiebesluiten

Meerpartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete Overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992) 515).

32 03 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 100 000

1 750 000

3 100 000

3 300 000

3 403 965,88

1 677 021,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

 

de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico's. Deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet;

 

de uitgaven in verband met de oprichting en functionering van een korps inspecteurs voor het toezicht op de bescherming tegen ioniserende straling in de lidstaten. Deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel;

 

de uitgaven in verband met de tenuitvoerlegging van de taken van de Commissie, als bedoeld in punt 31 van de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van uitgaven voor voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen die onder dit artikel vallen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 31 (verzameling van informatie en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid), artikel 33 (tenuitvoerlegging van de richtlijnen, inclusief met name op medisch gebied (gebied C)) en artikel 35, lid 2 (verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu).

Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76).

Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 773/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1)

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

Richtlijn 2011/70/Euratom van de Raad van 19 juli 2011 tot vaststelling van een communautair kader voor een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 48).

Richtlijn 2013/51/Euratom van de Raad van 22 oktober 2013 tot vaststelling van voorschriften voor de bescherming van de volksgezondheid tegen radioactieve stoffen in voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 296 van 7.11.2013, blz. 12).

Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom (PB L 13van 17.1.2014, blz.1).

32 03 03

Ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

65 639 000

1 264 000

64 352 000

1 238 776

63 090 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina (Litouwen), volgens de overeenkomsten die met Litouwen zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Ignalina-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1369/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen voor het Ignalina-programma kunnen ook de uitgaven voor technische en administratieve bijstand dekken die nodig zijn voor de overgang tussen het programma en de maatregelen die zijn vastgesteld in het kader van Verordening (EG) nr. 1990/2006.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

32 03 04

Bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties

32 03 04 01

Kozloduy-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

42 666 000

p.m.

41 829 000

p.m.

41 009 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Kozloduy (Bulgarije), volgens de overeenkomsten die met Bulgarije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Kozloduy-programma kan ook de uitgaven dekken voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 647/2010 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 04 02

Bohunice-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 819 000

43 088 000

32 176 000

34 853 000

31 545 000 ,—

417 501 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Bohunice (Slowakije), volgens de overeenkomsten die met Slowakije zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben eveneens betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in deze post zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema's voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

De financiële toewijzing voor het Bohunice-programma kan ook uitgaven in verband met voorbereidende, toezicht-, controle- , audit- en evaluatieactiviteiten omvatten die noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan, met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder corporate communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van Verordening (Euratom) nr. 1368/2013, kosten van IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie maakt voor het beheer van het programma.

De financiële middelen kunnen tevens de uitgaven dekken voor de technische en administratieve bijstand die noodzakelijk is voor de overgang tussen het programma en de op grond van Verordening (Euratom) nr. 549/2007 vastgestelde maatregelen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

32 03 51

Voltooiing van de bijstand bij ontmanteling van nucleaire installaties (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

108 000 000

p.m.

114 000 000

0 ,—

150 168 540,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

Taak die voortvloeit uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Ook de taak betreffende de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

Verordening (Euratom) nr. 1368/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan de bijstandsprogramma's voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Bulgarije en Slowakije, en houdende intrekking van Verordeningen (Euratom) nr. 549/2007 en (Euratom) nr. 647/2010 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1369/2013 van de Raad van 13 december 2013 betreffende steun van de Unie aan het bijstandsprogramma voor de ontmanteling van nucleaire installaties in Litouwen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1990/2006 (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 7).

HOOFDSTUK 32 04 —   HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 04

HORIZON 2020 — ONDERZOEK EN INNOVATIE OP HET GEBIED VAN ENERGIE

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

1,1

320 757 111

321 356 054

335 329 919

279 814 488

312 418 373,03

296 244 219,24

92,19

 

Artikel 32 04 03 — Subtotaal

 

320 757 111

321 356 054

335 329 919

279 814 488

312 418 373,03

296 244 219,24

92,19

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

65 092,73

839 965 ,—

 

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 670 731,18

 
 

Artikel 32 04 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

65 092,73

2 510 696,18

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

1,1

p.m.

46 165 220

p.m.

43 509 181

346 119,59

52 044 524,44

112,74

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

680 868,26

 

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

1,1

p.m.

13 416 634

p.m.

41 355 116

33 688,24

54 366 783,27

405,22

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

1,1

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 32 04 — Totaal

 

320 757 111

380 937 908

335 329 919

364 678 785

312 863 273,59

405 847 091,39

106,54

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk.

Dit krediet zal worden aangewend voor Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en voor de voltooiing van de vorige onderzoeksprogramma's (zevende kaderprogramma en eerdere kaderprogramma's) en van de programma's „Intelligente energie — Europa” (vóór 2014).

Horizon 2020-activiteiten, in het bijzonder die in het kader van met name de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie”, maar ook de betrokken delen van andere gedeelten van het programma, zoals onder meer „Toegang tot financiering”, die worden uitgevoerd overeenkomstig het energiebeleidskader van de Unie en met name de strategie voor de energie-unie (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 betreffende een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final)), het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) en de mededeling over energietechnologieën en innovatie, zullen in de eerste plaats bijdragen tot het Europa-2020 vlaggenschipinitiatief „Innovatie-unie” en andere vlaggenschipinitiatieven, met name „Efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa”, „Een industriebeleid in een tijd van mondialisering” en „Een digitale agenda voor Europa”, alsmede tot de ontwikkeling en het functioneren van de Europese onderzoeksruimte. Door voldoende aanvullende financiering voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie aan te trekken, levert Horizon 2020 een bijdrage aan de opbouw van een economie die berust op kennis en innovatie in de gehele Unie.

Horizon 2020 zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij wordt grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie ondersteund, worden de dynamiek, de creativiteit en het hoge niveau van het Europese onderzoek in staat gesteld de grenzen van de kennis te verleggen, wordt het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief versterkt, wordt de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa verhoogd en wordt gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

De gelijkheid van mannen en vrouwen in het kader van Horizon 2020 wordt benaderd als een horizontaal vraagstuk teneinde onevenwichtige situaties tussen mannen en vrouwen weg te nemen, en de genderdimensie in de onderzoeks- en innovatieonderwerpen te integreren. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie van vrouwen in onderzoek en innovatie op alle niveaus, met inbegrip van de besluitvorming.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van analyses en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor actie door de Unie, met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma's, waaronder die van acties die uit hoofde van de eerdere kaderprogramma's zijn uitgevoerd.

Dit krediet zal worden aangewend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Bij de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen op post 32 04 50 01 worden opgevoerd.

De administratieve kredieten van dit hoofdstuk zullen onder artikel 32 01 05 worden opgevoerd.

32 04 03

Maatschappelijke uitdagingen

Toelichting

Met deze prioriteit van Horizon 2020 wordt direct ingespeeld op de in de Europa 2020-strategie in kaart gebrachte beleidsprioriteiten en maatschappelijke uitdagingen. Bij het uitvoeren van deze activiteiten zullen de uitdagingen centraal staan, waarbij middelen en kennis uit verschillende terreinen, technologieën en vakgebieden worden gebundeld. De activiteiten zullen de volledige cyclus van onderzoek tot markt bestrijken, met een nieuwe nadruk op innovatiegerelateerde acties zoals proefprojecten, demonstratie, testopstellingen, steun voor overheidsopdrachten, design, door eindverbruikers aangestuurde innovaties, sociale innovatie en de integratie van innovaties op de markt. Deze activiteiten zullen een directe ondersteuning bieden aan de overeenkomstige sectorale beleidsbevoegdheden op het niveau van de Unie.

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

320 757 111

321 356 054

335 329 919

279 814 488

312 418 373,03

296 244 219,24

Toelichting

Oude post 32 04 03 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de maatschappelijke uitdaging „Veilige, schone en efficiënte energie” van de Horizon 2020-prioriteiten, overeenkomstig het Unie-energiebeleid en met name de strategie voor de energie-unie (Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 november 2007„Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) (COM(2017 723 final), Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 2 mei 2013„Energietechnologieën en innovatie” (COM(2013) 253 final), Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 25 februari 2015 betreffende een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final)) en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 30 november 2016 "Schone energie voor alle Europeanen” (COM(2016) 860 final)). Deze initiatieven betreffen voornamelijk: energie-efficiëntie, wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag, slimme steden en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zal in de periode 2014-2020 85 % van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik, met inbegrip van slimme netwerken en energieopslag.

Met het oog het bevorderen van de energieveiligheid in de Unie, wordt in het kader van het Horizon 2020-programma voorzien in steun voor maatregelen ter bevordering van de marktintroductie, capaciteit op te bouwen, het beheer te verbeteren en marktobstakels te verwijderen zodat oplossingen op het vlak van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie ten uitvoer kunnen worden gelegd. Een deel van de kredieten van het algemene budget voor de energie-uitdaging wordt daarom besteed aan marktacceptatiemaatregelen voor bestaande technologieën op het vlak van hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in het kader van het programma „Intelligente energie voor Europa III”. Dit programma zal worden uitgevoerd door middel van een specifieke bestuursstructuur en zal eveneens steun omvatten voor de tenuitvoerlegging van het beleid inzake duurzame energie, capaciteitsopbouw en de mobilisering van financiering voor investeringen, zoals tot op heden het geval is geweest.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad 2013/743/EU van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2006, blz. 965), met name artikel 3, lid 3, onder c).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014 -2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

32 04 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 04 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

65 092,73

839 965 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 670 731,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

46 165 220

p.m.

43 509 181

346 119,59

52 044 524,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

680 868,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen van vóór 2007 in het kader van de kaderprogramma's voor onderzoek.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

13 416 634

p.m.

41 355 116

33 688,24

54 366 783,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

HOOFDSTUK 32 05 —   ITER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 05

ITER

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

1,1

48 016 981

48 016 981

47 547 440

47 547 440

45 765 046,01

45 765 046,01

95,31

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

1,1

321 108 018

247 301 679

266 512 997

188 140 000

305 793 587,87

211 478 507,87

85,51

 

Artikel 32 05 01 — Subtotaal

 

369 124 999

295 318 660

314 060 437

235 687 440

351 558 633,88

257 243 553,88

87,11

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 350 ,—

 

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

1,1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Artikel 32 05 50 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 350 ,—

 

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

1,1

p.m.

198 000 000

p.m.

182 000 000

0 ,—

338 084 999,93

170,75

 

Hoofdstuk 32 05 — Totaal

 

369 124 999

493 318 660

314 060 437

417 687 440

351 558 633,88

595 329 903,81

120,68

Toelichting

Het ITER-project heeft tot doel fusie te demonstreren als een levensvatbare en duurzame energiebron door de bouw en exploitatie van een experimentele fusiereactor als een belangrijke stap naar de bouw van prototypereactoren voor op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrales die veilig, duurzaam, milieuvriendelijk en economisch levensvatbaar zijn. Dit programma zal bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en in het bijzonder van het vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie, aangezien de mobilisering van de bij de bouw van ITER betrokken Europese hightechindustrieën de Unie een mondiaal concurrentievoordeel in deze veelbelovende sector kan geven.

Bij het project zijn zeven partijen betrokken: de Unie, China, India, Japan, Zuid-Korea, Rusland en de Verenigde Staten.

32 05 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

32 05 01 01

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) —Ondersteunende uitgaven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 016 981

48 016 981

47 547 440

47 547 440

45 765 046,01

45 765 046,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en exploitatiekosten van de Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusion for Energy.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 01 02

Bouw, inbedrijfstelling en exploitatie van de ITER-faciliteiten — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

321 108 018

247 301 679

266 512 997

188 140 000

305 793 587,87

211 478 507,87

Toelichting

De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie voor energie is de bijdrage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan de gezamenlijke tenuitvoerlegging van het internationale ITER-project. ITER, een zeer grote experimenteerfaciliteit waarin de wetenschappelijke en technologische haalbaarheid van fusie-energie zal worden aangetoond, zal worden gevolgd door de bouw van een demonstratie-eenheid van een op kernfusie gebaseerde elektriciteitscentrale (DEMO).

De gemeenschappelijke onderneming heeft de volgende taken:

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

 

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

 

het opstellen en coördineren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

32 05 50

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

32 05 50 01

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (2014-2020)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 350 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode 2014-2020.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 50 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling (vóór 2014)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling voor de periode vóór 2014.

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

32 05 51

Voltooiing van Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie — Fusion for Energy (F4E) (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

198 000 000

p.m.

182 000 000

0 ,—

338 084 999,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen in verband met nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

TITEL 33

JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

55 357 779

55 357 779

53 953 021

53 953 021

53 176 565,99

53 176 565,99

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

94 872 935

78 782 935

95 331 000

81 042 095

91 055 088,26

77 732 398,55

33 03

JUSTITIE

82 151 468

69 891 468

97 581 237

84 532 237

91 079 408,90

77 377 884,92

33 04

CONSUMENTENPROGRAMMA

25 175 000

20 710 000

24 132 000

18 590 000

23 943 305,68

22 345 095,01

 

Titel 33 — Totaal

257 557 182

224 742 182

270 997 258

238 117 353

259 254 368,83

230 631 944,47

HOOFDSTUK 33 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN”

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

41 823 099

40 265 100

39 387 525,17

94,18

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

5,2

4 034 346

4 348 852

4 018 538,59

99,61

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5,2

1 805 751

1 833 780

1 858 168,51

102,90

 

Artikel 33 01 02 — Subtotaal

 

5 840 097

6 182 632

5 876 707,10

100,63

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

5,2

2 703 583

2 514 289

3 028 482,66

112,02

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

3

1 100 000

1 100 000

1 044 899,04

94,99

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

3

1 100 000

1 100 000

1 009 910,39

91,81

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

3

1 049 600

1 100 000

1 091 877,63

104,03

 

Artikel 33 01 04 — Subtotaal

 

3 249 600

3 300 000

3 146 687,06

96,83

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

3

1 741 400

1 691 000

1 737 164 ,—

99,76

 

Artikel 33 01 06 — Subtotaal

 

1 741 400

1 691 000

1 737 164 ,—

99,76

 

Hoofdstuk 33 01 — Totaal

 

55 357 779

53 953 021

53 176 565,99

96,06

33 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke personeel voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

41 823 099

40 265 100

39 387 525,17

33 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 034 346

4 348 852

4 018 538,59

33 01 02 11

Andere beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 805 751

1 833 780

1 858 168,51

33 01 03

Uitgaven in verband met apparatuur en diensten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 703 583

2 514 289

3 028 482,66

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen en programma’s op het beleidsterrein „Justitie en consumentenzaken”

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 100 000

1 100 000

1 044 899,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Die bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s, die op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten zijn geboekt, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 02.

33 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Justitie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 100 000

1 100 000

1 009 910,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende, monitoring-, controle-, audit- en evaluatieactiviteiten die nodig zijn voor het beheer van het programma „Justitie” („het programma”) en de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan. Deze activiteiten omvatten met name studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichtings- en communicatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie voor zover deze verband houden met de algemene doelstellingen van dit programma, activiteiten in verband met IT-netwerken voor de verwerking en de uitwisseling van informatie, en alle andere kosten voor technische en administratieve bijstand die de Commissie verleent voor het beheer van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 03.

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 049 600

1 100 000

1 091 877,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingsmaatregelen en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 33 04.

33 01 06

Uitvoerende agentschappen

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 741 400

1 691 000

1 737 164 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel en administratie van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (het „Uitvoerend Agentschap”) als gevolg van de rol van het Uitvoerend Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het Consumentenprogramma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

Zie hoofdstuk 33 04.

Referentiebesluiten

Uitvoeringsbesluit 2013/770/EU van de Commissie van 17 december 2013 tot oprichting van een Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding en tot intrekking van Besluit 2004/858/EG (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 69).

Besluit C(2013) 9505 van de Commissie van 20 december 2013 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid en voeding worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van EU-programma's op het gebied van consumenten, gezondheid en voeding, met name wat betreft de besteding van de in de algemene begroting van de Unie opgenomen kredieten.

HOOFDSTUK 33 02 —   RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02

RECHTEN, GELIJKHEID EN BURGERSCHAP

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

3

26 451 000

18 700 000

26 451 000

18 500 000

25 231 830,15

17 065 508,11

91,26

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

3

35 831 000

25 100 000

35 064 000

24 000 000

32 369 393,48

22 991 550,29

91,60

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

1,1

1 700 000

700 000

895 000

1 700 000

1 438 636,92

1 238 776,77

176,97

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

3

1 300 000

700 000

1 000 000

500 000

969 215,84

305 466,14

43,64

 

Artikel 33 02 03 — Subtotaal

 

3 000 000

1 400 000

1 895 000

2 200 000

2 407 852,76

1 544 242,91

110,30

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

3

21 977 262

21 977 262

22 463 000

22 463 000

21 359 000 ,—

21 359 000 ,—

97,19

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

3

7 613 673

7 613 673

7 458 000

7 458 000

7 628 000 ,—

7 628 000 ,—

100,19

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

3

p.m.

1 700 000

p.m.

3 200 000

59 011,87

6 265 073,31

368,53

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

3

p.m.

p.m.

p.m.

84 572

0 ,—

578 353,20

 

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

3

p.m.

p.m.

p.m.

150 336

0 ,—

300 670,73

 

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

p.m.

939 000

p.m.

811 187

0 ,—

0 ,—

0

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de Unie voor het vergaren van gegevens

3

p.m.

253 000

p.m.

375 000

0 ,—

0 ,—

0

33 02 77 12

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van de rol van Roma bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

3

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

3

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

0

33 02 77 15

Proefproject — Oprichting van blijf-van-mijn-lijf-huizen voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld en seksuele uitbuiting en voor migrantenvrouwen zonder papieren

3

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

     

33 02 77 16

Proefproject — Europees onderzoek naar gendergerelateerd geweld

3

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

     
 

Artikel 33 02 77 — Subtotaal

 

p.m.

2 292 000

2 000 000

3 221 095

2 000 000 ,—

879 023,93

38,35

 

Hoofdstuk 33 02 — Totaal

 

94 872 935

78 782 935

95 331 000

81 042 095

91 055 088,26

77 732 398,55

98,67

Toelichting

Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” is de opvolger van drie eerdere programma’s: „Grondrechten en burgerschap”, „Daphne III” en de delen „Discriminatiebestrijding en verscheidenheid” en „Gelijkheid van mannen en vrouwen” van het programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit (Progress). Het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” heeft als algemeen doel bij te dragen aan de verdere ontwikkeling van een ruimte waarin gelijkheid en de rechten van personen, zoals die zijn neergelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en de internationale mensenrechtenverdragen waar de Unie partij bij is, worden bevorderd, beschermd en daadwerkelijk toegepast.

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 451 000

18 700 000

26 451 000

18 500 000

25 231 830,15

17 065 508,11

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om een bijdrage te leveren aan de preventie en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, alsmede geweld tegen andere groepen die het risico lopen van huiselijk geweld, en om slachtoffers van deze gewelddaden te beschermen (een van de doelstellingen van het „Daphne”-programma); de rechten van het kind te bevorderen en beschermen; de sociale en arbeidsrechten van werknemers te bevorderen; het hoogste niveau van bescherming van privacy en persoonsgegevens te waarborgen; de uitoefening van de rechten die de Unie haar burgers verleent, te bevorderen en te versterken; individuen, als consument of ondernemer op de gemeenschappelijke markt, in staat te stellen de rechten die de Unie hun verleent, uit te oefenen, rekening houdend met de projecten die worden gefinancierd in het kader van het consumentenprogramma.

Het programma „Rechten, gelijkheid, burgerschap” heeft tot doel bij te dragen tot de verdere ontwikkeling van een gebied waarin de rechten van personen worden bevorderd en beschermd door de versterking van de uitoefening van de uit het burgerschap van de Unie voortvloeiende rechten, de bevordering van de beginselen van niet-discriminatie en de bescherming van persoonsgegevens en een betere bescherming van de rechten van het kind en de uit de consumentenwetgeving van de Unie voortvloeiende rechten, alsook de bevordering van de grondrechten en het burgerschap in de digitale omgeving. De financiering in het kader van dit krediet is bestemd voor analytische werkzaamheden en opleidingsactiviteiten, verspreiding van informatie, wederzijds leren, samenwerking en bewustmakingsactiviteiten.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk uitgesplitst naar geslacht; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars, mediacampagnes, ook via onlinemedia, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde, ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op niveau van de Unie tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder e) tot en met i), en artikel 5, lid 1.

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 831 000

25 100 000

35 064 000

24 000 000

32 369 393,48

22 991 550,29

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot de effectieve toepassing van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid, alsmede tot de eerbiediging van het beginsel dat er niet mag worden gediscrimineerd op de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie bepaalde gronden; racisme, vreemdelingenhaat, homofobie en andere vormen van onverdraagzaamheid te voorkomen en te bestrijden; antisemitisme te bestrijden, met name door de oprichting van een Europees Centrum voor onderzoek naar antisemitisme; de rechten van personen met een handicap te bevorderen en te beschermen; en de gelijkheid tussen vrouwen en mannen te bevorderen en gendermainstreaming te ondersteunen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals het uitwisselen van personeel, workshops, seminars, het opleiden van opleiders en het ontwikkelen van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules;

 

maatregelen die meisjes ertoe aanmoedigen bewust te kiezen voor een STEM-carrière (wetenschap, technologie, ingenieurswetenschappen, wiskunde), om stereotypes te bestrijden, nieuwe profielen te helpen ontluiken en traditionele rollen en modellen te doorbreken;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars en mediacampagnes, ook via onlinemedia, en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor ngo's bij de uitvoering van acties met Europese meerwaarde en ondersteuning van de belangrijkste Unieactoren, Unienetwerken en geharmoniseerde diensten van maatschappelijk belang; ondersteunen van de lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en ngo's, met inbegrip van steun in de vorm van actie- en exploitatiesubsidies;

 

steun voor ICT-bedrijven, bedrijven met technische afdelingen en technische opleidingsfaciliteiten, universiteiten en onderzoekscentra om open dagen voor meisjes te organiseren en hen ertoe aan te moedigen voor een STEM-carrière te kiezen;

 

ontwerpen en toepassen van een genderbudgetteringsmethode op de Uniebegroting, met het oog op: i) het vaststellen van impliciete en expliciete genderkwesties, ii) het — waar mogelijk — vaststellen van daarmee samenhangende toewijzingen van middelen, iii) het beoordelen of het beleid een verschil zal maken in bestaande ongelijkheden tussen mannen en vrouwen (of groepen mannen en vrouwen) waaronder de patronen van genderverhoudingen onder jongens en onder meisjes.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredingslanden, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaten voor deelname aan Unieprogramma’s en zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62), met name artikel 4, lid 1, onder a) tot en met d), en artikel 5, lid 1.

33 02 03

Vennootschapsrecht en andere activiteiten

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 700 000

700 000

895 000

1 700 000

1 438 636,92

1 238 776,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit maatregelen in de context van het vennootschapsrecht, corporate governance en bestrijding van het witwassen van geld, teneinde bij te dragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, met name:

 

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven, waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgeving op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

interactieve beleidsvorming (interactive policymaking), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgevingsbeleid om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De in dit artikel opgevoerde kredieten zijn eveneens bedoeld om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

 

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

uitvoering van een uitgebreide en objectieve beoordeling van het risico dat derde landen veroorzaken vanwege hun strategische tekortkomingen op het vlak van de bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering, aan de hand van de criteria die zijn vastgesteld in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73), en het aanleggen van een lijst van rechtsgebieden met een „hoog risico”;

Aan de onder dit artikel opgevoerde kredieten moeten het bevorderen van nieuwe flexibele wijzen van distributie, om het ontstaan van nieuwe bedrijfsmodellen mogelijk te maken, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 03 02

Andere activiteiten op het gebied van de grondrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

700 000

1 000 000

500 000

969 215,84

305 466,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van informatie-, communicatie- en bewustmakingsactiviteiten die verband houden met het Handvest van de grondrechten, en in het bijzonder met de bescherming van deze rechten in de digitale omgeving. Dit krediet dient ter ondersteuning van informatie- en communicatieactiviteiten via websites, openbare evenementen, opleiding, communicatieproducten, enquêtes enz.

Dit krediet dient tevens ter dekking van informatie-, communicatie- en evaluatieactiviteiten die verband houden met consulaire bescherming en de dialoog uit hoofde van artikel 17 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met name dekt dit krediet informatie- en communicatieactiviteiten via interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz. alsmede de verrichting van effectbeoordelingen en evaluaties van diverse aspecten van het gebied grondrechten en justitie.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 06

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 977 262

21 977 262

22 463 000

22 463 000

21 359 000 ,—

21 359 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het FRA.

Tevens dient het ter dekking van de beleidsuitgaven (titel 3) van het FRA, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties opzetten.

Van het FRA kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft/taken uitvoert:

 

verlening van bijstand aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

 

bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Unieniveau;

 

bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten om meer bekendheid te geven aan de grondrechten;

 

doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

Het FRA moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het FRA is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het FRA, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 22 180 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 202 738 EUR is een bedrag van 21 977 262 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

33 02 07

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 613 673

7 613 673

7 458 000

7 458 000

7 628 000 ,—

7 628 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven (titel 3) van het EIGE.

Het EIGE moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het EIGE is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het EIGE gevestigd in Vilnius.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 7 781 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 167 327 EUR is een bedrag van 7 613 673 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12 2006, blz. 9).

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 700 000

p.m.

3 200 000

59 011,87

6 265 073,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de EVA-staten, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het Programma voor bijstand aan de Midden- en Oost-Europese landen ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan de Unieprogramma's.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan Unieprogramma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 02 77 06

Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

84 572

0 ,—

578 353,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 08

Proefproject — Kennisplatform voor beroepsbeoefenaars die te maken hebben met genitale verminking bij vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

150 336

0 ,—

300 670,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 09

Proefproject — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van hun rol bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

939 000

p.m.

811 187

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 10

Proefproject — Evaluatie vanuit het oogpunt van de grondrechten van instrumenten en programma's van de Unie voor het vergaren van gegevens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

253 000

p.m.

375 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 12

Voorbereidende actie — Capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Roma-organisaties en versterking van de rol van Roma bij de monitoring van nationale strategieën voor integratie van de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

In het EU-kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma wordt de lidstaten verzocht sterke monitoringmechanismen in te voeren en het maatschappelijk middenveld, inclusief Roma-organisaties, te betrekken bij de tenuitvoerlegging en monitoring van de strategieën. Er is capaciteitsopbouw nodig om de plaatselijke maatschappelijke Roma-organisaties voor te bereiden op hun bijdrage aan de planning en uitvoering van de programma's.

De voorbereidende actie bouwt voort op het proefproject, gesteund door het Europees Parlement, op de begrotingen 2014 en 2015, dat diende om bij te dragen aan het creëren en vergroten van de capaciteit van plaatselijke maatschappelijke organisaties van Roma, alsmede om een monitoringmechanisme te bieden voor de integratie en inclusie van Roma, in het bijzonder door het opstellen en verspreiden van „schaduwrapporten”. De „schaduwrapporten” moeten maatschappelijke samenwerkingsverbanden in staat stellen de door de lidstaten ingediende verslagen inzake de uitvoering van hun strategieën aan te vullen, of alternatieve informatie en cijfers te leveren. Deze schaduwrapporten zouden plaatselijke kennis kunnen inbrengen voor nationale en Europese beleidvormingsprocessen en nader kunnen ingaan op de werkelijke maatschappelijke impact van regeringsprogramma's. De monitoring zal met name betrekking hebben op de plaatselijke uitvoering van strategieën op de vier kerngebieden met betrekking tot antidiscriminatie en gendergelijkheid: werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg, en zou ook informatie verschaffen over de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, het gebruik van Uniemiddelen en de mainstreaming van maatregelen voor de integratie van Roma.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 13

Proefproject — Europese verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 14

Proefproject — E-voting: „Inzet van moderne technologie voor een actiever en democratischer kiesprocedure”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

400 000

1 000 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 15

Proefproject — Oprichting van blijf-van-mijn-lijf-huizen voor vrouwen die het slachtoffer zijn van huiselijk geweld en seksuele uitbuiting en voor migrantenvrouwen zonder papieren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

De hoeveelheid fysiek en seksueel geweld die wordt ervaren door vrouwen in de hele Europese Unie, vereist hernieuwde aandacht van de beleidsmakers. De economische en sociale crisis, en de gevolgen ervan op het vlak van werkonzekerheid, loonverlagingen, inkrimping van de sociale uitkeringen enz., heeft op dramatische wijze bijgedragen tot de toename van huiselijk geweld, prostitutie en migratie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 02 77 16

Proefproject — Europees onderzoek naar gendergerelateerd geweld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject omvat een in heel Europa uit te voeren onderzoek waarbij gegevens worden vergaard over gendergerelateerd geweld in alle lidstaten. Deze gegevens worden op regelmatige basis geactualiseerd. Een en ander kan worden gecoördineerd door een instelling als Eurostat.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 03 —   JUSTITIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 03

JUSTITIE

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

3

31 200 000

22 000 000

33 710 000

24 600 000

33 012 858,34

21 112 524,31

95,97

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

3

12 000 000

8 300 000

15 789 000

10 500 000

14 523 518,27

7 934 151,67

95,59

33 03 04

Europese Eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking (Eurojust)

3

38 351 468

38 351 468

47 782 237

47 282 237

43 539 737 ,—

43 539 737 ,—

113,53

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

3

p.m.

850 000

p.m.

2 000 000

3 295,29

4 791 471,94

563,70

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

33 03 77 05

Proefproject — Brievenbusmaatschappijen

3

p.m.

90 000

300 000

150 000

     

33 03 77 06

Voorbereidende actie — Uniefonds voor financiële steun voor rechtszaken van gevallen die verband houden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten

3

600 000

300 000

         
 

Artikel 33 03 77 — Subtotaal

 

600 000

390 000

300 000

150 000

0 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 33 03 — Totaal

 

82 151 468

69 891 468

97 581 237

84 532 237

91 079 408,90

77 377 884,92

110,71

33 03 01

Ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding en vergemakkelijken van daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 200 000

22 000 000

33 710 000

24 600 000

33 012 858,34

21 112 524,31

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen tot het ondersteunen en bevorderen van justitiële opleiding, waaronder taalopleiding over juridische terminologie, met het oog op het stimuleren van een gemeenschappelijke rechtscultuur en het vergemakkelijken van de daadwerkelijke toegang tot de rechter voor allen, met inbegrip van het bevorderen en ondersteunen van de rechten van slachtoffers van misdrijven, met inachtneming van de rechten van de verdediging.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken, waar wenselijk naar gender uitgesplitst; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, ook vanuit een genderbewustzijnsperspectief, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; de organisatie van conferences, seminars, informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste actoren en netwerken op Unieniveau, ook op het gebied van justitiële opleiding; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Unieniveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder b) en c), en artikel 6.

33 03 02

Vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

8 300 000

15 789 000

10 500 000

14 523 518,27

7 934 151,67

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel bij te dragen aan het vergemakkelijken en ondersteunen van justitiële samenwerking in burgerlijke en strafzaken.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende soorten maatregelen:

 

analytische werkzaamheden, zoals het verzamelen van gegevens en statistieken; het ontwikkelen van gemeenschappelijke methoden en, in voorkomend geval, indicatoren of benchmarks; studies, onderzoek, analyses en enquêtes; evaluaties; het opstellen en publiceren van handleidingen, rapporten en educatief materiaal; workshops, seminars, vergaderingen van deskundigen en conferenties;

 

opleidingsactiviteiten, zoals uitwisseling van personeel, workshops, seminars, opleiding van opleiders, waaronder taalopleidingen over juridische terminologie, en ontwikkeling van online opleidingsinstrumenten of andere opleidingsmodules voor magistraten en justitieel personeel;

 

activiteiten inzake wederzijds leren, samenwerking, bewustmaking en verspreiding, zoals het vaststellen en uitwisselen van beproefde methoden, innovatieve benaderingen en ervaringen; het organiseren van intercollegiale toetsing en wederzijds leren; het organiseren van conferences, seminars en informatiecampagnes, waaronder institutionele communicatie over de politieke prioriteiten van de Unie, voor zover die verband houden met de doelstellingen van het programma Justitie („het programma”); het compileren en publiceren van materiaal voor de verspreiding van informatie over het programma en de resultaten ervan; het ontwikkelen, exploiteren en onderhouden van systemen en instrumenten die gebruikmaken van ICT, met inbegrip van de verdere ontwikkeling van het Europese e-justitieportaal als instrument om de toegang van burgers tot de rechter te verbeteren;

 

ondersteunen van de voornaamste actoren wier activiteiten tot de tenuitvoerlegging van de doelstellingen van het programma bijdragen, zoals steun voor lidstaten bij de uitvoering van het recht en het beleid van de Unie en voor de belangrijkste Europese actoren en netwerken, ook op het gebied van justitiële opleiding en de rechten van de verdediging; en ondersteunen van netwerkactiviteiten op Europees niveau tussen gespecialiseerde instanties en entiteiten alsmede nationale, regionale en plaatselijke autoriteiten en niet-gouvernementele organisaties.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van toetredende landen, kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat lidstaten voor deelname aan programma’s van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1382/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma „Justitie” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 73), met name artikel 4, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1.

33 03 04

Europese Eenheid voor de versterking van de justitiële samenwerking (Eurojust)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 351 468

38 351 468

47 782 237

47 282 237

43 539 737 ,—

43 539 737 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en administratieve uitgaven van Eurojust (titels 1 en 2) en de beleidsuitgaven met betrekking tot het werkprogramma van Eurojust (titel 3).

Eurojust moet het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 20 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

De bijdrage van de Unie voor 2018 bedraagt in totaal 38 606 737 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 255 269 EUR is een bedrag van 38 351 468 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

33 03 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van justitie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

850 000

p.m.

2 000 000

3 295,29

4 791 471,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 daarvan en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het Algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 final).

33 03 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 03 77 04

Proefproject — Kinderen bewust maken van hun rechten in gerechtelijke procedures

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 05

Proefproject — Brievenbusmaatschappijen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000

300 000

150 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Dit proefproject is opgezet om juridische deskundigen, nationale instanties en internationale deskundigen, in het bijzonder van de OESO, samen te brengen.

Het initiatief beoogt de verschillende beweegredenen van brievenbusmaatschappijen te onderzoeken, maar ook meer algemene vragen te beantwoorden met betrekking tot misstanden bij registraties en grensoverschrijdende transacties van ondernemingen. In deze context kunnen juridische oplossingen en normen op grond van het vennootschapsrecht worden voorgesteld, teneinde een gelijk speelveld te waarborgen ongeacht de aard van de onderneming, zodat bij de opstelling van de toekomstige Uniewetgeving inzake vennootschapsrecht kan worden geprofiteerd van de werkzaamheden uitgevoerd in het kader van het proefproject. Het zal eveneens nuttig zijn om de uitvoerbaarheid te toetsen van Uniemaatregelen ter opsporing en voorkoming van mazen in de wetgeving die ontwijking van vennootschapsbelasting mogelijk maken gebaseerd op nationale of Unievennootschapswetgeving, zonder de huidige werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekeningrichtlijn te ondermijnen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 03 77 06

Voorbereidende actie — Uniefonds voor financiële steun voor rechtszaken van gevallen die verband houden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

       

Toelichting

Een grote betrokkenheid van organisaties van het maatschappelijk middenveld, bewegingen en burgers is van wezenlijk belang voor een werkelijk democratische Unie en haar waarden die zijn verankerd in de Verdragen en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Met deze voorbereidende actie wordt een Uniefonds opgericht voor bewustmaking en juridische bijstand aan burgers en organisaties van het maatschappelijk middenveld die zich bezighouden met schendingen van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, aan de hand van de resultaten van een aangevraagde haalbaarheidsstudie. Deze haalbaarheidsstudie moet een overzicht bevatten van de huidige obstakels waarmee burgers en ngo's worden geconfronteerd die hun rechten met betrekking tot democratie, de rechtsstaat en de grondrechten via een rechtszaak willen afdwingen. Het fonds zal nauw verbonden zijn met en aansluiten bij het werk van het Bureau voor de grondrechten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 04 —   CONSUMENTENPROGRAMMA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 04

CONSUMENTENPROGRAMMA

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

3

25 175 000

20 200 000

24 132 000

17 300 000

23 618 305,68

20 515 963,48

101,56

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

3

p.m.

100 000

p.m.

640 000

0 ,—

1 829 131,53

1 829,13

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

3

p.m.

300 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

0

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

3

p.m.

110 000

p.m.

150 000

325 000 ,—

0 ,—

0

 

Artikel 33 04 77 — Subtotaal

 

p.m.

410 000

p.m.

650 000

325 000 ,—

0 ,—

0

 

Hoofdstuk 33 04 — Totaal

 

25 175 000

20 710 000

24 132 000

18 590 000

23 943 305,68

22 345 095,01

107,90

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 175 000

20 200 000

24 132 000

17 300 000

23 618 305,68

20 515 963,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie van de doelstellingen van het meerjarige consumentenprogramma voor de periode 2014-2020. Het programma moet een hoog niveau van consumentenbescherming garanderen en de consument mondig maken in de interne markt, in het kader van een algemene strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei, door bij te dragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de wettige en economische belangen van de consument, alsook door hun recht op voorlichting en opvoeding te bevorderen, evenals hun recht om zich te organiseren om hun belangen te verdedigen, en door de integratie van deze consumentenbelangen op andere beleidsterreinen te steunen, en ook om de kennis van de klant over zijn grondrechten, en zijn vertrouwen in de markt en de overheid te vergroten en de klachten- en geschillenbeslechtingsmechanismen te vergemakkelijken. Het programma voorziet in aanvulling, ondersteuning en monitoring van het beleid van de lidstaten.

Deze algemene doelstelling zal door middel van de volgende vier specifieke doelstellingen worden nagestreefd:

 

veiligheid: consolideren en vergroten van de productveiligheid via een doeltreffend markttoezicht, met name op de digitale interne markt, in de gehele Unie. Sinds 2016 heeft het systeem voor snelle waarschuwingen voor gevaarlijke niet-levensmiddelen de uitwisseling van informatie en samenwerking tussen de lidstaten met meer dan 20 000 tot dusver geregistreerde signaleringen van gevaarlijke producten vergemakkelijkt. De terugkoppelingsratio van de meldingen van andere autoriteiten ten opzichte van kennisgevingen die wijzen op een „ernstig risico” is ook aanzienlijk gestegen, wat wijst op een hoger niveau van samenwerking tussen de autoriteiten.

 

informatie en voorlichting en steun aan consumentenorganisaties: ter verbetering van scholing en voorlichting voor consumenten en de kennis van hun rechten alsmede meer zeggenschap wat het consumentenbeleid betreft, ontwikkelen van de empirische basis voor het consumentenbeleid en verlenen van steun aan consumentenorganisaties, rekening houdend met de specifieke behoeften van kwetsbare consumenten; Met ongeveer een derde van het budget dat aan de Europese bureaus voor consumentenvoorlichting (ECC' s) is toegewezen, blijft het aantal klantencontacten met ECC's en bezoeken aan de websites van ECC' s elk jaar toenemen, met 111 563 contacten en meer dan 4,6 miljoen bezoeken aan websites in 2016. De initiatieven consumentenkampioen en consumentenklaslokaal (een interactieve samenwerkingswebsite voor leerkrachten ter bevordering van consumenteneducatie in middelbare scholen) winnen ook aan populariteit met meer dan een miljoen unieke bezoeken en meer dan 32 000 geregistreerde gebruikers, waarvan 18 652 leerkrachten.

 

rechten en rechtsmiddelen: ontwikkelen en versterken van de consumentenrechten met name via slimme regelgevende actie en verbetering van de toegang tot eenvoudige, doeltreffende, doelmatige en voordelige rechtsmiddelen, waaronder alternatieve geschillenbeslechting;

Volgens het scorebord voor de consumentenvoorwaarden is meer dan de helft van de consumenten in de Unie (52 %) het erover eens dat geschillen met detailhandelaren en dienstverleners gemakkelijk via buitengerechtelijke organen kunnen worden beslecht. Sinds medio februari 2016 telt het nieuwe online-platform voor geschillenbeslechting (ODR) meer dan 258 geregistreerde alternatieve geschillenbeslechtingsinstanties uit 24 lidstaten. Het stelt consumenten en handelaren in staat online geschillen over binnenlandse en grensoverschrijdende onlineaankopen te beslechten zonder naar de rechter te stappen. Het platform is opgezet om het vertrouwen in online winkelen te vergroten. In het eerste jaar werden meer dan 24 000 consumentenklachten ingediend op het platform. Bovendien hebben in 2016 meer dan 1,5 miljoen online-bezoeken plaatsgevonden in het kader van bewustmakingscampagnes op het ODR-platform.

 

handhaving: ondersteunen van de handhaving van de rechten van de consumenten door de versterking van de samenwerking tussen nationale handhavingsorganen en door ondersteuning van de consumenten met advies. In 2015 hebben 735 commerciële websites die in 436 (63 %) van de gevallen onregelmatigheden aan het licht hebben gebracht, een nalevingscontrole ondergaan in samenwerking tussen de autoriteiten voor samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (CPC' s). Per oktober 2016 zijn er 353 rechtgezet. Er is voorzien in nieuwe bevoegdheden voor consumentenautoriteiten die een nauwere coördinatie van handhavingsacties mogelijk maken wanneer schadelijke praktijken een grote meerderheid van de Europese consumenten betreffen.

Het programma houdt tevens rekening met nieuwe maatschappelijke uitdagingen die de laatste jaren aan belang hebben gewonnen. Deze uitdagingen omvatten: de toegenomen complexiteit van de besluitvorming op het gebied van consumentenzaken, de noodzaak om te komen tot duurzamere consumptiepatronen, de kansen en bedreigingen van de digitalisering, een toename van de sociale uitsluiting en het aantal kwetsbare consumenten en een vergrijzende bevolking.

De resultaten van de uitvoering van het consumentenprogramma kunnen indirect worden getraceerd in de consumentenconditiesindex (CCI), die in 2016 aanzienlijke verbeteringen laat zien op Unieniveau ten opzichte van 2014. De grootste toename komt voor op het gebied van kennis en vertrouwen (ca. 4 %), naleving en handhaving van consumentenbescherming (ca. 3 %), en klachten en geschillenbeslechting (ca. 2 %).

Aan de onder dit begrotingsonderdeel opgevoerde kredieten moeten de bijdragen van de EVA-lidstaten, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, worden toegevoegd. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering van de bijlage van de Europese Economische Ruimte bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting vormt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 254/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 tot vaststelling van een meerjarig consumentenprogramma voor de jaren 2014-2020 en tot intrekking van Besluit nr. 1926/2006/EG (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 42).

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

100 000

p.m.

640 000

0 ,—

1 829 131,53

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaten van de Westelijke Balkan, voor deelname aan programma's van de Unie, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), f) en g), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

33 04 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

33 04 77 04

Proefproject — Training voor kmo's over consumentenrechten in het digitale tijdperk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

500 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

33 04 77 05

Proefproject — Empowerment en informatieverstrekking aan consumenten over de veiligheid van producten en markttoezicht op de digitale interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

110 000

p.m.

150 000

325 000 ,—

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 34

KLIMAATACTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

27 042 400

27 042 400

26 121 675

26 121 675

25 504 600,63

25 504 600,63

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

128 115 750

69 763 000

120 602 795

76 310 000

112 547 670,92

43 001 788,50

Reserves (40 02 41)

500 000

375 000

       
 

128 615 750

70 138 000

120 602 795

76 310 000

112 547 670,92

43 001 788,50

 

Titel 34 — Totaal

155 158 150

96 805 400

146 724 470

102 431 675

138 052 271,55

68 506 389,13

Reserves (40 02 41)

500 000

375 000

       
 

155 658 150

97 180 400

146 724 470

102 431 675

138 052 271,55

68 506 389,13

HOOFDSTUK 34 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

34 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN OP HET BELEIDSTERREIN „KLIMAATACTIE”

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

18 978 550

18 187 928

17 480 978,33

92,11

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

5,2

1 741 096

1 681 732

1 785 839,46

102,57

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5,2

1 813 918

1 834 299

1 686 281,04

92,96

 

Artikel 34 01 02 — Subtotaal

 

3 555 014

3 516 031

3 472 120,50

97,67

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

5,2

1 226 836

1 135 716

1 344 483,61

109,59

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

2

3 282 000

3 282 000

3 207 018,19

97,72

 

Artikel 34 01 04 — Subtotaal

 

3 282 000

3 282 000

3 207 018,19

97,72

 

Hoofdstuk 34 01 — Totaal

 

27 042 400

26 121 675

25 504 600,63

94,31

34 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

18 978 550

18 187 928

17 480 978,33

34 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 02 01

Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 741 096

1 681 732

1 785 839,46

34 01 02 11

Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 813 918

1 834 299

1 686 281,04

34 01 03

Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Klimaatactie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 226 836

1 135 716

1 344 483,61

34 01 04

Ondersteunende uitgaven voor operaties en programma's op het beleidsterrein „Klimaatactie”

34 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het milieu en klimaatactie (Life) — Subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 282 000

3 282 000

3 207 018,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor hosting, onderhoud, beveiliging, kwaliteitsborging, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen (IT-systemen) ter ondersteuning van de klimaatbeleidsdoelstellingen, zoals het gemeenschappelijke Unieregister, het Unietransactielogboek, de veilingplatformen en IT-systemen voor de tenuitvoerlegging van wetgeving, bijvoorbeeld inzake het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen en ozonafbrekende stoffen;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende IT-systemen voor communicatie, selectie, evaluatie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten van het LIFE-programma;

 

uitgaven voor de aanwerving van IT-deskundigen intra muros om de ontwikkeling, de kwaliteitsborging, het testen en de veiligheid van cruciale beleidsondersteunende IT-systemen te ondersteunen;

 

aanbesteding van technische en administratieve bijstand in verband met communicatieactiviteiten zoals sociale media, met inbegrip van de aanwerving van deskundigen intra muros.

Het dient eveneens ter dekking van de steun aan de organisatie van internationale klimaatevenementen, aan activiteiten waaraan de Unie deelneemt en aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten in verband met het klimaat en de ozonlaag waarbij de Unie betrokken is.

Rechtsgronden

Zie hoofdstuk 34 02.

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185).

HOOFDSTUK 34 02 —   KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 02

KLIMAATACTIE OP HET NIVEAU VAN DE UNIE EN OP INTERNATIONAAL NIVEAU

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

2

73 100 000

37 300 000

53 310 000

45 000 000

52 648 441,62

19 947 475,35

53,48

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

2

38 000 000

19 200 000

51 730 000

19 500 000

45 519 040 ,—

10 373 003,89

54,03

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

2

15 395 750

11 205 000

14 162 795

9 500 000

13 496 371,12

8 423 750,92

75,18

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

4

920 000

920 000

900 000

900 000

883 818,18

883 818,18

96,07

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

2

p.m.

p.m.

         

Reserves (40 02 41)

 

500 000

375 000

         
   

500 000

375 000

         

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

2

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

2 010 049,85

 

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 234 350,16

 

34 02 77 02

Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

2

p.m.

588 000

p.m.

660 000

0 ,—

129 340,15

22,00

34 02 77 03

Proefproject — Studie over de levenscyclus van voertuigen op elektriciteit, biobrandstoffen en conventionele brandstoffen

2

p.m.

200 000

500 000

250 000

     

34 02 77 04

Proefproject — Op de natuur gebaseerde oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering en waterverontreiniging in landbouwgebieden te verminderen

2

700 000

350 000

         
 

Artikel 34 02 77 — Subtotaal

 

700 000

1 138 000

500 000

910 000

0 ,—

1 363 690,31

119,83

 

Hoofdstuk 34 02 — Totaal

 

128 115 750

69 763 000

120 602 795

76 310 000

112 547 670,92

43 001 788,50

61,64

Reserves (40 02 41)

 

500 000

375 000

         
   

128 615 750

70 138 000

120 602 795

76 310 000

112 547 670,92

43 001 788,50

 

34 02 01

De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

73 100 000

37 300 000

53 310 000

45 000 000

52 648 441,62

19 947 475,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van matiging van de klimaatverandering te ondersteunen. Het omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor het klimaat, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende matiging van de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor toepassing ervan in de praktijk, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen en actieplannen op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve koolstofarme technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

waarborging van de naleving van de verbintenissen die de Unie in het kader van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is aangegaan;

 

ontwikkeling van nieuwe beleidslijnen en verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 januari 2014„Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (COM(2014) 15 final) ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie en samenleving.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013), waaronder:

 

samenwerking met Eurocontrol inzake de uitvoering van de regeling van de Europese Unie voor de handel in emissierechten in de luchtvaart;

 

de kosten van ontwikkeling, onderhoud, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van beleidsondersteunende systemen, met name — maar niet uitsluitend — het gemeenschappelijke Unieregister, het Unietransactielogboek en het bewakingssysteem voor ozonafbrekende stoffen (ODS) en gefluoreerde gassen.

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 14.

34 02 02

De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 000 000

19 200 000

51 730 000

19 500 000

45 519 040 ,—

10 373 003,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om de rol van de Unie bij de ontwikkeling, tenuitvoerlegging en handhaving van beleid en wetgeving op het gebied van aanpassing aan de klimaatverandering te ondersteunen. Dat omvat de monitoring van mainstreaming in verschillende beleidsgebieden door het ontwikkelen, testen en demonstreren van beleids- of beheersbenaderingen, beste praktijken en oplossingen voor de aanpassing aan de klimaatverandering met inbegrip van, in voorkomend geval, op ecosystemen gebaseerde benaderingen, het verbeteren van de kennisbasis inzake doeltreffende aanpassing aan de klimaatverandering en het verhogen van de capaciteit voor praktijktoepassing ervan, het vergemakkelijken van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van geïntegreerde benaderingen van strategieën en actieplannen voor aanpassing aan de impact van de klimaatverandering op lokaal, regionaal of nationaal niveau, en het bijdragen aan de ontwikkeling en demonstratie van innovatieve technologieën, systemen, methoden en instrumenten die geschikt zijn voor herhaling, overdracht of mainstreaming, rekening houdend met de volgende prioriteiten:

 

het ontwikkelen van nieuwe beleidslijnen en de verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie, Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 januari 2014„Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (COM(2014) 15 final) en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 16 april 2013„Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering”, (COM(2013) 216 final) ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie en samenleving;

 

het benutten van de bijdrage van EU-beleid op verschillende gebieden (met name programma's op het gebied van cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie; buitenlands optreden enz.) aan de klimaatactie, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen;

 

het opzetten van innovatieve steunmechanismen om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte, overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden;

 

het ondersteunen van de ontwikkeling van klimaatbestendigheidsbevorderende instrumenten, op risico's gebaseerde beoordelingen van programma's en maatregelen ter vergroting van de aanpassingsmogelijkheden en weerbaarheid ten aanzien van klimaatverandering, alsook „climate tracking”-methoden om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van het totaal van de toekomstige Uniebegroting in 2014-2020”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (Life) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 15.

34 02 03

Betere klimaatgovernance en informatie op alle niveaus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 395 750

11 205 000

14 162 795

9 500 000

13 496 371,12

8 423 750,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Unie bij de verbetering van de klimaatgovernance door het uitbreiden van de betrokkenheid van belanghebbenden, het betrekken van non-profitorganisaties bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid, het opbouwen van capaciteit, bewustmaking, het bevorderen van beleid/wetgeving op het gebied van klimaatactie en kennis over duurzame ontwikkeling, het ondersteunen van het communiceren, beheren en verspreiden van informatie, het vergemakkelijken van het delen van kennis over succesvolle oplossingen en praktijken op klimaatgebied, onder meer door het ontwikkelen van samenwerkingsplatforms voor belanghebbenden, het bijdragen aan doeltreffendere naleving en handhaving van klimaatwetgeving, met name door het ontwikkelen en verspreiden van beste praktijken en beleidsbenaderingen („succesverhalen”) te bevorderen.

Er wordt rekening gehouden met de volgende prioriteiten:

 

het ontwikkelen van nieuwe beleidslijnen en de verdere tenuitvoerlegging van het bestaande klimaat- en energiepakket, het halen van de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie, Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 januari 2014„Een beleidskader voor klimaat en energie in de periode 2020-2030” (COM(2014) 15 final) en Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 16 april 2013„Een EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering”, (COM(2013) 216 final) ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie en samenleving;

 

het ondersteunen van non-profitentiteiten die hoofdzakelijk op het gebied van klimaatactie op Europees niveau actief zijn en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het beleid en de wetgeving van de Unie, met als doel een sterkere deelname van deze ngo’s aan de dialoog van beleidsvorming op het vlak van klimaatactie, aan de tenuitvoerlegging ervan en aan het Europese normalisatieproces, om te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de belanghebbenden en de systematische integratie van de klimaatgerelateerde aspecten.

Met dit krediet kunnen ook de kosten van technische bijstand voor de selectie van projecten en de monitoring, evaluatie en audit van projecten in het kader van het Life-programma (met inbegrip van non-profitorganisaties die via exploitatiesubsidies worden gesteund) worden gefinancierd.

De door Life gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies voor het uitvoeren van acties, exploitatiesubsidies, financiële instrumenten, procedures voor overheidsopdrachten of indien nodig andere vormen van interventie (de artikelen 17, 18, 21 en 22 van Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Ten minste 81 % van de voor het Life-programma bestemde begrotingsmiddelen wordt toegewezen aan projecten die worden ondersteund met behulp van subsidies voor het uitvoeren van acties of, in voorkomend geval, met behulp van financiële instrumenten (artikel 17, lid 4, Verordening (EU) nr. 1293/2013).

Het zal mogelijk zijn samen te werken met de betrokken internationale organisaties en hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), en met name artikel 16.

34 02 04

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatakkoorden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

920 000

920 000

900 000

900 000

883 818,18

883 818,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

Rechtsgronden

Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 02 05

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

500 000

375 000

       

Totaal

500 000

375 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie aan het Europees Solidariteitskorps, overeenkomstig zijn algemene en specifieke doelstellingen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), en met name artikel 16.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad, door de Commissie ingediend op 30 mei 2017, tot vaststelling van het rechtskader van het Europees Solidariteitskorps en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1288/2013, (EU) nr. 1293/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en van Besluit nr. 1313/2013/EU (COM(2017) 262 final).

34 02 51

Voltooiing van eerdere klimaatactieprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0 ,—

2 010 049,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van betalingen met betrekking tot nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren die voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life+-programma, met name inzake maatregelen ter ondersteuning van de rol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

34 02 77

Proefprojecten en voorbereidende acties

34 02 77 01

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

1 234 350,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van de voorbereidende actie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

34 02 77 02

Proefproject — Efficiënt gebruik van de Uniemiddelen voor klimaatdoelstellingen: gebruik van wegen als een vroege prestatie-indicator voor REDD+-projecten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

588 000

p.m.

660 000

0 ,—

129 340,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

34 02 77 03

Proefproject — Studie over de levenscyclus van voertuigen op elektriciteit, biobrandstoffen en conventionele brandstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van het proefproject.

Doel van deze studie is een vergelijking te maken tussen de emissies en ruimere milieueffecten gedurende de hele levenscyclus van verschillende soorten lichte vrachtwagens in de context van het koolstofvrij maken van het vervoer.

Aanpak

Fase 1:

In kaart brengen van de directe en indirecte CO2- en NOx-emissies en andere milieueffecten gedurende de hele levenscyclus van lichte vrachtwagens.

De soorten te onderzoeken voertuigen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

 

voertuigen op conventionele fossiele brandstoffen,

 

elektrische voertuigen (op batterijen, plug-in hybride en met brandstofcel),

 

voertuigen op biobrandstof.

Definitie van levenscyclus:

 

vóór de productie,

 

tijdens de productie,

 

tijdens het gebruik (gemiddeld per jaar),

 

na het gebruik.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

34 02 77 04

Proefproject — Op de natuur gebaseerde oplossingen om de gevolgen van de klimaatverandering en waterverontreiniging in landbouwgebieden te verminderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

350 000

       

Toelichting

Dit proefproject zal op de natuur gebaseerde oplossingen (aangelegde waterrijke gebieden/opvangbekkens) demonstreren om de gevolgen van de klimaatverandering en het grondgebruik door de mens op de waterkwantiteit (droogte en overstromingen) en waterkwaliteit (voedingsstoffen, bestrijdingsmiddelen) in landbouwgebieden te verminderen. De watercyclus in landbouwgebieden staat onder druk, terwijl de landbouw precies afhankelijk is van de beschikbaarheid van water. Daarom zal dit project zich toespitsen op oplossingen die het probleem van de beschikbaarheid van water voor plattelandsbewoners en landbouwers verminderen, maar waarbij ook de effecten van landbouwpraktijken op de stroomgebieden stroomafwaarts minimaal blijven. Onderzoeksvragen zijn:

 

Hoe kunnen op de natuur gebaseerde oplossingen hydrologische gebeurtenissen zoals overstromingen en droogte op landbouwbedrijfniveau helpen milderen?

 

Hoe kunnen deze op de natuur gebaseerde oplossingen hydrologische gebeurtenissen op stroomgebiedniveau helpen milderen?

 

Hoe dragen deze oplossingen bij tot een vermindering van de waterverontreiniging afkomstig van landbouwgebieden, bijvoorbeeld voedingsstoffen, bestrijdingsmiddelen, sedimenten en zware metalen?

 

Wat zijn de totale economische kosten en baten van de voorgestelde oplossingen? Wat zijn de andere ecosysteemdiensten die met deze op de natuur gebaseerde oplossingen samenhangen en welke beleids-/bestuursmaatregelen moeten worden genomen om deze toe te passen?

In het kader van dit project zullen drie regio's voor een proefstudie worden geselecteerd. In elke regio zal worden samengewerkt met lokale centra voor landbouwonderzoek die de op de natuur gebaseerde oplossingen zullen toepassen in bestaande gecontroleerde landbouwgebieden (lozing en verontreiniging van waterlopen van eerste/tweede orde). De modellen zullen worden gebaseerd op de gecombineerde gegevens van de proefsites.

 

Demonstratie-proeftypes: in elke regio zullen 4 prototypes (totaal = 12) van opvangbekkens/aangelegde waterrijke gebieden worden gebouwd, met een verschillende grootte en uitstroommechanisme en een verschillende positionering/stroomgebied. De waterkwantiteit en -kwaliteit zullen worden gecontroleerd bij de afvoer en bij de bestaande meetstations op stromen van eerste of tweede orde. Om rekening te houden met seizoenseffecten moet het toezicht gedurende ten minste één jaar plaatsvinden, met de mogelijkheid tot follow-uptoezicht na de looptijd van het project.

 

Modellenstudie: de resultaten van de proefprototypes zullen aan de hand van hydrologische modellen worden geëxtrapoleerd naar een volledig stroomgebied. De invloed op de kwantiteit (overstromingen, permanente afvoer) en de kwaliteit (voedingsstoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigende stoffen, sedimenten) van het water zal worden beoordeeld op stroomgebiedniveau. De modellen zullen worden gebaseerd op bestaande modellen, hoewel bijkomende ijking en validering noodzakelijk zullen zijn. De modelresultaten moeten gericht zijn op de vereiste dichtheid om tot een goede status op stroomgebiedniveau te komen.

 

Economische haalbaarheid: de economische haalbaarheid van de verschillende prototypes zal worden beoordeeld op basis van de combinatie van de demonstratie- en modelresultaten. De kosten en baten zullen worden gekwantificeerd en de mechanismen voor compensatie van de bijkomende ecosysteemdiensten zullen worden beoordeeld.

De ontwikkelingsplannen zullen worden gebaseerd op regionale kosten-/batenanalyses en economische instrumenten, waaronder de kosten voor waterbeheersplannen. De oplossingen voorkomen verontreiniging van de watercyclus en verontreiniging via de lozing van afvalwater. De voordelen zullen worden vergeleken met alternatieve of aanvullende mogelijkheden. Bij de selectie van de proefprojecten en regio's wordt rekening gehouden met relevante Interreg- en andere projecten van de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

TITEL 40

RESERVES

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

11 138 694

11 138 694

5 769 253

5 769 253

0 ,—

0 ,—

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

847 616 652

496 880 703

577 723 000

333 965 000

0 ,—

0 ,—

40 03

NEGATIEVE RESERVE

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

Titel 40 — Totaal

858 755 346

508 019 397

583 492 253

339 734 253

0 ,—

0 ,—

HOOFDSTUK 40 01 —   RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

40 01 40

Administratieve reserve

 

11 138 694

5 769 253

0 ,—

0

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

5,2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 40 01 — Totaal

 

11 138 694

5 769 253

0 ,—

0

40 01 40

Administratieve reserve

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 138 694

5 769 253

0 ,—

Toelichting

Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingslijnen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

 

1.

Post

15 01 04 03

Uitgaven ter ondersteuning van het Europees Solidariteitskorps

4 550 000

2.

Post

19 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede

673 000

3.

Post

26 01 70 22

Frankfurt am Main (DE)

5 915 694

     

Totaal

11 138 694

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 40 02 —   RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

25 000 000

25 000 000

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

0

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

305 714 652

127 280 703

70 999 000

18 965 000

0 ,—

0 ,—

0

40 02 42

Reserve voor noodhulp

9

344 600 000

344 600 000

337 800 000

315 000 000

0 ,—

0 ,—

0

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

9

172 302 000

p.m.

168 924 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

40 02 44

Reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

9

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

     
 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

847 616 652

496 880 703

577 723 000

333 965 000

0 ,—

0 ,—

0

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 000 000

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

 

1.

Artikel

01 03 08

Voorziening van het EFDO-garantiefonds

25 000 000

     

Totaal

25 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 41

Gesplitste kredieten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

305 714 652

127 280 703

70 999 000

18 965 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

 

1.

Artikel

01 04 05

Voorziening van het EFSI-garantiefonds

105 185 000

 

2.

Artikel

04 02 65

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Europees Sociaal Fonds

11 102 000

8 327 000

3.

Post

05 04 60 04

Europees Solidariteitskorps – Bijdrage van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

1 800 000

1 350 000

4.

Artikel

07 02 07

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het LIFE-subprogramma Milieu

1 000 000

750 000

5.

Artikel

11 03 01

Vaststelling van een governancekader voor visserijactiviteiten die vissersvaartuigen van de Unie in de wateren van derde landen verrichten

46 565 000

43 302 703

6.

Artikel

15 05 01

Europees Solidariteitskorps

38 235 652

28 676 000

7.

Artikel

19 02 01

Respons op crises en opkomende crises

20 400 000

8 000 000

8.

Artikel

19 02 02

Steun voor conflictpreventie, vredesopbouw en crisisparaatheid

2 677 000

 

9.

Artikel

21 05 01

Wereldwijde en grensoverschrijdende bedreigingen en nieuwe bedreigingen

6 250 000

 

10.

Post

22 02 03 01

Steun voor politieke hervormingen en een daarmee verband houdende geleidelijke afstemming op het acquis van de Unie

70 000 000

35 000 000

11.

Post

23 03 01 03

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het mechanisme voor civiele bescherming van de Europese Unie (UCPM)

2 000 000

1 500 000

12.

Artikel

34 02 05

Europees Solidariteitskorps — Bijdrage van het Life-subprogramma Klimaatactie

500 000

375 000

     

Totaal

305 714 652

127 280 703

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

40 02 42

Reserve voor noodhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

344 600 000

344 600 000

337 800 000

315 000 000

0 ,—

0 ,—

Toelichting

De reserve voor noodhulp (EAR) is bestemd om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren; het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en burgerbescherming en bijzonder nijpende situaties ingevolge migratiestromen aan de buitengrenzen van de Unie, wanneer de omstandigheden zulks vereisen.

Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt vastgesteld op 280 000 000 EUR (prijzen 2011) en kan worden aangewend tot jaar n + 1 overeenkomstig het Financieel Reglement. De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting van de Unie. Het deel van het jaarlijkse bedrag uit het voorgaande jaar wordt het eerst aangesproken. Het gedeelte van het bedrag van jaar n dat in jaar n + 1 niet is gebruikt, vervalt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

172 302 000

p.m.

168 924 000

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Deze reserve dekt het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, om de Unie in staat te stellen solidariteit te tonen met en steun te verlenen aan werknemers die zijn ontslagen en zelfstandigen die hun activiteit hebben stopgezet als gevolg van grotere structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering, als gevolg van de aanhoudende internationale financiële en economische crisis waartegen Verordening (EU) nr. 1309/2013 een reactie is, of als gevolg van een nieuwe internationale financieel-economische crisis, en om financiële steun te verlenen voor hun snelle en duurzame herintegratie op de arbeidsmarkt.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het EFG zijn vastgesteld in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855), met name artikel 1.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).

40 02 44

Reserve voor het Solidariteitsfonds van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Deze reserve is bestemd voor de financiering van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote of regionale rampen in de lidstaten of in landen waarmee de Unie toetredingsonderhandelingen voert. De bijstand wordt naar aanleiding van natuurrampen verleend aan de getroffen lidstaten of landen waarmee de Unie toetredingsonderhandelingen voert; daarbij geldt een termijn voor het gebruik van de financiële steun en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen bijstand te verantwoorden. Ontvangen bijstand voor schade die vervolgens door betalingen van derde partijen wordt gecompenseerd, bijvoorbeeld op grond van het principe „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884), met name artikel 10.

HOOFDSTUK 40 03 —   NEGATIEVE RESERVE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% Betalingen 2016-2018

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 03

NEGATIEVE RESERVE

40 03 01

Negatieve reserve

8

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 
 

Hoofdstuk 40 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

 

40 03 01

Negatieve reserve

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0 ,—

0 ,—

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 47, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 26 en 27 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

BIJLAGEN

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal beleidsmaatregelen van de Unie die onder de subrubriek 1a en de rubrieken 2, 3, 4 en 5 van het meerjarig financiële kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

Voor 2018 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,37 % (op basis van de cijfers van 2016), met name 2,21 % voor Noorwegen, 0,12 % voor IJsland en 0,04 % voor Liechtenstein.

Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m-post. De overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel zijn als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2018 wordt geraamd op ongeveer 382 140 961 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de administratieve uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen. De cijfers en begrotingsonderdelen betreffende de bijdragen van de EVA-landen worden nog met deze landen besproken en moeten om die reden als voorlopig worden beschouwd.

 

Evenredigheidsfactor (*1)

Deelnemingspercentage (43)

Begrotingsonderdeel

Omschrijving

Begroting 2018

EVA-bijdrage

Opmerkingen

Vastleggingen (44)

Betalingen (44)

Vastleggingen

Betalingen

   

XX 01 02 01

Aan de instelling verbonden extern personeel

129 908 000

129 908 000

169 020

169 020

 
   

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

143 246 000

143 246 000

725 000

725 500

 
   

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

206 785 501

206 785 501

418 434

418 434

 
   

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

76 532 000

76 532 000

152 187

152 187

 
   

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

42 520 000

42 520 000

84 552

84 552

 
   

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

17 514 000

17 514 000

34 827

34 827

 
     

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

616 505 501

616 505 501

1 584 020

1 584 020

 

2,37  %

01 04 51

Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014)

p.m.

49 900 000

p.m.

1 182 630

0,12  %

 

02 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

3 500 000

3 500 000

4 200

4 200

 

2,21  %

 

02 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor Europese programma’s voor navigatie per satelliet

3 000 000

3 000 000

66 300

66 300

 

2,33  %

 

02 01 04 04

Ondersteunende uitgaven voor het Europees programma voor aardobservatie (Copernicus)

2 600 000

2 600 000

60 580

60 580

 

2,33  %

 

02 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

8 326 928

8 326 928

194 017

194 017

 

2,33  %

 

02 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de tenuitvoerlegging van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

2 670 464

2 670 464

62 222

62 222

 

2,33  %

 

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1 900 000

1 900 000

44 270

44 270

 

0,12  %

 

02 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en voor kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme)

9 488 686

9 488 686

11 386

11 386

 

0,12  %

 

02 02 01

Ondernemerschap bevorderen en het concurrentievermogen en de toegang tot markten van ondernemingen in de Unie verbeteren

126 566 000

69 717 000

151 879

83 660

 

0,12  %

 

02 02 02

Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld

214 554 000

120 850 000

257 465

145 020

 

2,37  %

98,3  %

02 02 51

Voltooiing van eerdere activiteiten op het gebied concurrentievermogen en ondernemerschap

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,37  %

 

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt voor goederen en diensten

23 526 000

22 000 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

02 03 03

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische producten

25 722 021

25 722 021

609 612

609 612

 

2,37  %

 

02 03 04

Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

3 675 000

3 700 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,33  %

 

02 04 02 01

Leiderschap in de ruimte

184 528 490

155 310 916

4 299 514

3 618 744

 

2,33  %

 

02 04 02 02

De toegang tot risicofinanciering voor investeringen in onderzoek en innovatie verbeteren

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

02 04 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

43 178 448

33 405 537

1 006 058

778 349

 

2,33  %

 

02 04 03 01

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

63 762 546

80 820 296

1 485 667

1 883 113

 

2,37  %

 

02 04 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EC (2007-2013)

p.m.

4 624 000

p.m.

109 589

 

2,37  %

 

02 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

02 04 53

Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Onderdeel innovatie (2007-2013)

p.m.

1 755 571

p.m.

41 607

 

2,21  %

 

02 04 77 03

Voorbereidende actie inzake defensieonderzoek

40 000 000

28 000 000

884 000

618 800

 

2,21  %

 

02 05 01

Ontwikkeling en levering van mondiale satellietnavigatie-infrastructuur en -diensten (Galileo) tegen 2020

621 709 000

530 000 000

13 739 769

11 713 000

 

2,21  %

 

02 05 02

Levering van satellietdiensten die de prestaties van het gps-systeem verbeteren om tegen 2020 geleidelijk de hele regio van de Europese Burgerluchtvaartconferentie (European Civil Aviation Conference — ECAC) te bestrijken (Egnos)

183 150 000

180 000 000

4 047 615

3 978 000

 

2,21  %

 

02 05 11

Europees GNSS-Agentschap

31 338 525

31 338 525

692 581

692 581

 

2,21  %

 

02 05 51

Voltooiing van Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

p.m.

5 000 000

p.m.

110 500

 

2,33  %

 

02 06 01

Operationele diensten leveren die op observaties vanuit de ruimte en in-situgegevens berusten (Copernicus)

129 364 000

131 000 000

3 014 181

3 052 300

 

2,33  %

 

02 06 02

Bouwen aan een autonome aardobservatiecapaciteit van de Unie (Copernicus)

498 227 000

474 000 000

11 608 689

11 044 200

 

2,33  %

 

02 06 51

Voltooiing van het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

04 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Werkgelegenheid en sociale vernieuwing

3 400 000

3 400 000

79 220

79 220

 

2,37  %

 

04 03 01 03

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

8 929 000

6 175 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

04 03 01 07

Europees Jaar voor Actief Ouder Worden en Solidariteit tussen de Generaties (2012)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

04 03 02 01

Progress — Ondersteuning van de ontwikkeling, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Unie en van de regelgeving inzake arbeidsomstandigheden

77 589 483

55 000 000

1 807 835

1 281 500

 

2,33  %

 

04 03 02 02

Eures — Het bevorderen van de vrijwillige geografische mobiliteit van werknemers en het vergroten van arbeidskansen

23 734 000

20 700 000

553 002

482 310

 

0,12  %

 

04 03 02 03

Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen

26 989 000

36 380 000

32 387

43 656

 

2,37  %

 

04 03 12

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

14 883 668

14 883 668

352 743

352 743

 

2,37  %

 

04 03 51

Voltooiing van Progress

p.m.

3 000 000

p.m.

71 100

 

2,37  %

 

04 03 52

Voltooiing van Eures

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

4,53  %

04 03 53

Voltooiing van andere activiteiten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,33  %

 

05 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

1 589 136

1 589 136

37 027

37 027

 

2,33  %

 

05 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

442 216

442 216

10 304

10 304

 

2,33  %

 

05 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

400 000

400 000

9 320

9 320

 

2,33  %

 

05 09 03 01

Een toereikend aanbod van veilige en hoogwaardige voedsel- en andere producten van biologische origine verzekeren

235 755 857

154 885 244

5 493 111

3 608 826

 

2,33  %

 

06 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

4 754 946

4 754 946

110 790

110 790

 

2,33  %

 

06 01 05 02

Extern personeel voor de uitvoering van programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

2 429 242

2 429 242

56 601

56 601

 

2,33  %

 

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor programma's inzake onderzoek en innovatie — Horizon 2020

608 000

608 000

14 166

14 166

 

2,37  %

5,09  %

06 01 06 01

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van de Connecting Europe Facility (CEF)

14 272 055

14 272 055

17 217

17 217

Berekend op basis van deelneming aan CEF-ICT en een overblijfsel van Marco Polo II alleen.

2,37  %

 

06 02 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

36 915 000

36 915 000

874 886

874 886

 

2,37  %

 

06 02 03 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

54 220 716

54 220 716

1 285 031

1 285 031

 

2,37  %

 

06 02 03 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

24 675 000

26 783 282

584 798

634 764

 

2,37  %

 

06 02 04

Europees Spoorwegbureau

27 757 184

27 757 184

657 845

657 845

 

2,37  %

 

06 02 52

Voltooiing van het Marco Polo-programma

p.m.

2 680 000

p.m.

63 516

 

2,37  %

 

06 02 53

Voltooiing van maatregelen tegen verontreiniging

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

06 03 03 01

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

56 835 072

105 297 459

1 324 257

2 453 431

 

2,33  %

 

06 03 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar) — Ondersteunende uitgaven

3 250 683

3 250 683

75 741

75 741

 

2,33  %

 

06 03 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim 2 (Sesar2)

106 749 317

79 017 129

2 487 259

1 841 099

 

2,33  %

 

06 03 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R) — Uitgaven voor administratieve ondersteuning

1 624 000

1 624 000

37 839

37 839

 

2,33  %

 

06 03 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming Shift2Rail (S2R)

75 800 000

74 114 828

1 766 140

1 726 875

 

2,37  %

 

06 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — Europese Gemeenschap (2007 - 2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

07 02 06

Europees Milieuagentschap

37 311 249

37 311 249

884 277

884 277

 

2,33  %

 

08 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

94 197 536

94 197 536

2 194 803

2 194 803

 

2,33  %

 

08 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

25 823 043

25 823 043

601 677

601 677

 

2,33  %

 

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma's — Horizon 2020

46 062 594

46 062 594

1 073 258

1 073 258

 

2,33  %

 

08 01 06 01

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad — Bijdrage van Horizon 2020

46 681 000

46 681 000

1 087 667

1 087 667

 

2,33  %

 

08 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderzoek — Bijdrage van Horizon 2020

64 590 426

64 590 426

1 504 957

1 504 957

 

2,33  %

 

08 01 06 03

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen — Bijdrage van Horizon 2020.

26 327 644

26 327 644

613 434

613 434

 

2,33  %

 

08 01 06 04

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken — Bijdrage van Horizon 2020

6 854 609

6 854 609

159 712

159 712

 

2,33  %

 

08 02 01 01

Stimuleren van grensverleggend onderzoek in de Europese Onderzoeksraad

1 842 122 604

1 356 020 405

42 921 457

31 595 275

 

2,33  %

 

08 02 01 02

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

08 02 01 03

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuren, waaronder e-infrastructuren

224 169 555

123 645 916

5 223 151

2 880 950

 

2,33  %

 

08 02 02 01

Leiderschap in nanotechnologie, geavanceerde materialen, lasers, biotechnologie en geavanceerde fabricage- en verwerkingsprocessen

524 204 453

552 233 871

12 213 964

12 867 049

 

2,33  %

 

08 02 02 02

Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

399 485 523

379 207 648

9 308 013

8 835 538

 

2,33  %

 

08 02 02 03

Stimuleren van innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen

46 681 093

24 901 508

1 087 669

580 205

 

2,33  %

 

08 02 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

582 802 183

439 393 124

13 579 291

10 237 860

 

2,33  %

 

08 02 03 02

Een toereikend aanbod van veilige, gezonde en kwalitatief hoogwaardige voedselproducten en andere biogebaseerde producten verzekeren

188 374 001

189 964 342

4 389 114

4 426 169

 

2,33  %

 

08 02 03 03

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

336 486 398

323 232 721

7 840 133

7 531 322

 

2,33  %

 

08 02 03 04

Realiseren van een hulpbronefficiënt, milieuvriendelijk, veilig en naadloos geïntegreerd Europees vervoersysteem

239 323 675

284 091 541

5 576 242

6 619 333

 

2,33  %

 

08 02 03 05

Een hulpbronefficiënte en klimaatbestendige economie en een duurzame grondstoffenbevoorrading tot stand brengen

303 307 891

208 463 550

7 067 074

4 857 201

 

2,33  %

 

08 02 03 06

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

124 102 267

125 202 494

2 891 583

2 917 218

 

2,33  %

 

08 02 04

Topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden

122 708 877

110 457 866

2 859 117

2 573 668

 

2,33  %

 

08 02 05

Horizontale activiteiten van Horizon 2020

111 640 000

109 554 259

2 601 212

2 552 614

 

2,33  %

 

08 02 06

Wetenschap met en voor de samenleving

65 082 398

53 314 382

1 516 420

1 242 225

 

2,33  %

 

08 02 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2) — Ondersteunende uitgaven

5 033 678

5 033 678

117 285

117 285

 

2,33  %

 

08 02 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen 2 (IMI 2)

259 290 000

103 165 053

6 041 457

2 403 746

 

2,33  %

 

08 02 07 33

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI) — Ondersteunende uitgaven

2 223 726

2 223 726

51 813

51 813

 

2,33  %

 

08 02 07 34

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI)

110 263 312

108 914 732

2 569 135

2 537 713

 

2,33  %

 

08 02 07 35

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2 — Ondersteunende uitgaven

4 450 485

4 450 485

103 696

103 696

 

2,33  %

 

08 02 07 36

Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky 2

278 980 583

319 857 059

6 500 248

7 452 669

 

2,33  %

 

08 02 07 37

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2) — Ondersteunende uitgaven

2 288 599

2 288 599

53 324

53 324

 

2,33  %

 

08 02 07 38

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof 2 (FCH 2)

73 389 716

93 126 304

1 709 980

2 169 843

 

2,33  %

 

08 02 08

Kmo-instrument

481 209 870

432 882 120

11 212 190

10 086 153

 

2,37  %

 

08 02 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG-acties onder contract (2007 tot 2013)

p.m.

596 808 563

p.m.

14 144 363

 

2,37  %

 

08 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Acties onder contract (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

09 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor de Connecting Europe Facility (CEF) — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

1 009 000

1 009 000

23 510

23 510

 

2,33  %

 

09 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Media

1 530 900

1 530 900

35 670

35 670

 

2,33  %

 

09 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

42 126 000

42 126 000

981 536

981 536

 

2,33  %

 

09 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

10 989 486

10 989 486

256 055

256 055

 

2,33  %

 

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

11 124 000

11 124 000

259 189

259 189

 

2,37  %

 

09 02 03

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

10 490 564

10 490 564

248 626

248 626

 

2,37  %

 

09 02 04

Bureau van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

4 124 336

4 124 336

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,33  %

 

09 03 01

Breedbandprojecten uitwerken voor publieke en/of private financiering

333 000

314 000

7 759

7 316

 

2,33  %

 

09 03 02

Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband

p.m.

18 000 000

p.m.

419 400

 

2,33  %

 

09 03 03

Interoperabiliteit, duurzame introductie, exploitatie en opwaardering van trans-Europese digitalediensteninfrastructuren, alsmede coördinatie op Europees niveau bevorderen

119 345 512

81 826 000

2 780 750

1 906 546

 

2,37  %

 

09 03 04

WiFi4EU — Ondersteuning van de uitrol van gratis lokale wifi

49 653 000

40 841 000

1 156 915

951 595

 

2,37  %

 

09 03 51 01

Afronding van het programma Safer Internet (2009-2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

09 03 51 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

09 04 01 01

Stimuleren van onderzoek in toekomstige en opkomende technologieën

426 837 832

378 998 000

9 945 321

8 830 653

 

2,33  %

 

09 04 01 02

Versterken van Europese onderzoeksinfrastructuur, waaronder e-infrastructuur

119 448 719

136 127 000

2 783 155

3 171 759

 

2,33  %

 

09 04 02 01

Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

725 189 515

793 276 000

16 896 916

18 483 331

 

2,33  %

 

09 04 03 01

Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven

141 434 051

144 191 000

3 295 413

3 359 650

 

2,33  %

 

09 04 03 02

Inclusieve, innovatieve en reflexieve Europese samenlevingen bevorderen

41 482 827

46 634 000

966 550

1 086 572

 

2,33  %

 

09 04 03 03

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

50 098 276

49 783 000

1 167 290

1 159 944

 

2,33  %

 

09 04 07 31

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel) — Ondersteunende uitgaven

1 962 124

1 962 124

45 717

45 717

 

2,33  %

 

09 04 07 32

Gemeenschappelijke Onderneming elektronische componenten en systemen voor Europees leiderschap (Ecsel)

178 000 000

176 910 000

4 147 400

4 122 003

 

2,37  %

 

09 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

114 632 000

p.m.

2 716 778

 

2,37  %

 

09 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

09 04 53 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma) (2007-2013)

p.m.

6 300 000

p.m.

149 310

 

2,37  %

 

09 04 53 02

Voltooiing van voorgaande programma’s op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

09 05 01

Subprogramma Media — Transnationaal en internationaal opereren en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

109 145 000

99 000 000

2 543 079

2 306 700

 

2,37  %

 

09 05 51

Voltooiing van eerdere Media-programma’s

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

10 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

139 854 849

139 854 849

3 258 618

3 258 618

 

2,33  %

 

10 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

33 322 610

33 322 610

776 417

776 417

 

2,33  %

 

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

58 163 970

58 163 970

1 355 221

1 355 221

 

2,33  %

 

10 01 05 04

Andere uitgaven voor nieuwe belangrijke onderzoeksinfrastructuren — Horizon 2020

2 000 000

2 000 000

46 600

46 600

 

2,33  %

 

10 02 01

Horizon 2020 — Klantgestuurde wetenschappelijke en technische ondersteuning van EU-beleid

27 183 960

26 500 000

633 386

617 450

 

2,37  %

 

10 02 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma — Eigen acties (2007-2013)

p.m.

250 000

p.m.

5 925

 

2,37  %

 

10 02 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s voor onderzoek — Eigen acties (van vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt voor financiële diensten

3 700 000

4 000 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

12 02 04

Europese Bankautoriteit (EBA)

14 459 404

14 459 404

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

12 02 05

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

9 257 747

9 257 747

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

12 02 06

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

11 636 615

11 636 615

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

 

15 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Erasmus+

11 906 700

11 906 700

282 189

282 189

 

2,33  %

 

15 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het programma Creatief Europa — Subprogramma Cultuur

899 100

899 100

20 949

20 949

 

2,33  %

 

15 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die belast zijn met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 881 747

1 881 747

43 845

43 845

 

2,33  %

 

15 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

894 886

894 886

20 851

20 851

 

2,33  %

 

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 256 023

1 256 023

29 265

29 265

 

2,37  %

 

15 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Erasmus+

25 846 084

25 846 084

612 552

612 552

 

2,33  %

 

15 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het programma Creatief Europa

12 177 000

12 177 000

283 724

283 724

 

2,37  %

 

15 02 01 01

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt

1 979 123 300

1 857 127 000

46 905 222

44 013 910

 

2,37  %

 

15 02 01 02

Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking op het gebied van de Europese jeugd en de participatie van jongeren aan het Europees democratisch leven

212 672 916

175 000 000

5 040 348

4 147 500

 

2,37  %

 

15 02 02

Stimulering van excellentie in onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van Europese integratie door middel van de Jean Monnet-activiteiten in de hele wereld

42 000 000

40 734 000

995 400

965 396

 

2,37  %

 

15 02 03

Ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport

43 000 000

35 000 000

1 019 100

829 500

 

2,37  %

 

15 02 51

Voltooiing van levenslang leren, met inbegrip van meertaligheid

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

15 02 53

Voltooiing van jeugd en sport

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

15 03 01 01

Marie Skłodowska-Curie-acties — Nieuwe vaardigheden, kennis en innovatie genereren, ontwikkelen en overdragen

885 710 765

773 448 568

20 637 061

18 021 352

 

2,33  %

 

15 03 05

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) — De kennisdriehoek van hoger onderwijs, onderzoek en innovatie integreren

396 194 129

366 717 896

9 231 323

8 544 527

 

2,37  %

 

15 03 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

55 000 000

p.m.

1 303 500

 

2,37  %

 

15 03 53

Voltooiing van het Europees Instituut voor innovatie en technologie

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

15 04 01

Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen

35 528 000

12 877 727

827 802

300 051

 

2,33  %

 

15 04 02

Subprogramma Cultuur — Grensoverschrijdende acties ondersteunen en transnationale verspreiding en mobiliteit bevorderen

71 106 000

52 000 000

1 656 770

1 211 600

 

2,37  %

 

15 04 51

Voltooiing van programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

p.m.

2 200 000

p.m.

52 140

 

2,33  %

 

17 01 04 02

Ondersteunende uitgaven voor het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

1 500 000

1 500 000

34 950

34 950

 

2,33  %

 

17 01 06 02

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

4 406 500

4 406 500

102 671

102 671

 

2,33  %

 

17 03 01

Derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020)

60 467 000

47 389 000

1 408 881

1 104 164

 

2,37  %

 

17 03 10

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

54 127 178

54 127 178

1 282 814

1 282 814

 

2,33  %

 

17 03 11

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

76 891 362

77 758 060

1 791 569

1 811 763

 

2,37  %

 

17 03 12 01

Bijdrage van de Unie aan het Europees Geneesmiddelenbureau

8 779 541

8 779 541

208 075

208 075

 

2,37  %

 

17 03 12 02

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

13 105 000

13 105 000

310 589

310 589

 

2,37  %

 

17 03 51

Voltooiing van de programma's op het gebied van de volksgezondheid

p.m.

2 611 000

p.m.

61 881

 

2,37  %

 

17 04 07

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

1 857 068

1 857 068

44 013

44 013

 

2,33  %

 

18 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma’s in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

2 182 755

2 182 755

50 858

50 858

 

2,33  %

 

18 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

559 647

559 647

13 040

13 040

 

2,33  %

 

18 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

534 161

534 161

12 446

12 446

 

0,12  %

 

18 04 01 01

Europa voor de burger — Het gedenken en de capaciteit voor burgerparticipatie op het niveau van de Unie versterken

24 426 000

25 205 000

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

0,12  %

 

18 04 01 02

Europees burgerinitiatief

740 000

840 000

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,33  %

 

18 05 03 01

Veilige Europese samenlevingen bevorderen

156 526 362

145 303 970

3 647 064

3 385 583

 

2,37  %

 

18 05 51

Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — Zevende kaderprogramma — EG (2007-2013)

p.m.

19 519 433

p.m.

462 611

 

2,37  %

 

18 06 51

Voltooiing van acties op het gebied van drugspreventie en -voorlichting

p.m.

121 149

p.m.

2 871

 

2,37  %

 

19 05 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het partnerschapsinstrument

11 520 000

14 646 383

273 024

347 119

 

2,37  %

 

21 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCIs)

2 472 000

2 472 000

58 586

58 586

 

2,37  %

 

21 02 20

Erasmus+ — Bijdrage uit de instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking (DCI)

102 428 673

103 495 100

2 427 560

2 452 834

 

2,37  %

 

22 01 06 01

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun

729 000

729 000

17 277

17 277

 

2,37  %

 

22 01 06 02

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

2 287 000

2 287 000

54 202

54 202

 

2,37  %

 

22 02 04 02

Erasmus+ — Bijdrage uit het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

30 271 000

34 352 588

717 423

814 156

 

2,37  %

 

22 04 20

Erasmus+ — Bijdrage uit het Europees nabuurschapsinstrument (ENI)

79 733 000

99 263 450

1 889 672

2 352 544

 

2,33  %

 

23 03 01 01

Rampenpreventie en rampenparaatheid binnen de Unie

29 746 000

31 370 000

693 082

730 921

 

2,33  %

 

23 03 01 02

Rampenpreventie en rampenparaatheid in derde landen

5 729 000

5 466 903

133 486

127 379

 

2,33  %

 

23 03 02 01

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen binnen de Unie

1 500 000

1 400 000

34 950

32 620

 

2,33  %

 

23 03 02 02

Snelle en doeltreffende respons in noodsituaties, bij grote rampen in derde landen

10 392 000

10 000 000

242 134

233 000

 

2,37  %

 

23 03 51

Voltooiing van programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming binnen de Unie (vóór 2014)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,33  %

 

26 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

400 000

400 000

9 320

9 320

 

2,33  %

 

26 03 01

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

25 800 000

24 468 000

601 140

570 104

 

2,37  %

 

26 03 51

Voltooiing van het ISA-programma

p.m.

2 165 000

p.m.

51 311

 

2,37  %

75  %

29 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het Europees statistisch programma

3 230 000

3 230 000

57 413

57 413

Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten, overeenkomstig Protocol nr. 30 van de EER-overeenkomst.

2,37  %

75  %

29 02 01

Hoogwaardige statistische informatie verstrekken, nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken toepassen en het partnerschap binnen het Europees statistisch systeem versterken

58 475 000

45 000 000

1 039 393

799 875

Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten, overeenkomstig Protocol nr. 30 van de EER-overeenkomst.

2,37  %

75  %

29 02 51

Voltooiing van de statistische programma's (van vóór 2013)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten, overeenkomstig Protocol nr. 30 van de EER-overeenkomst.

2,33  %

 

32 01 05 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen die de onderzoeks- en innovatieprogramma's in het kader van Horizon 2020 uitvoeren

2 022 348

2 022 348

47 121

47 121

 

2,33  %

 

32 01 05 02

Extern personeel dat belast is met de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

745 660

745 660

17 374

17 374

 

2,33  %

 

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020

1 132 000

1 132 000

26 376

26 376

 

2,37  %

 

32 02 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

13 033 117

13 033 117

p.m.

p.m.

Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,33  %

 

32 04 03 01

Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem

320 757 111

321 356 054

7 473 641

7 487 596

 

2,37  %

 

32 04 51

Voltooiing van het zevende kaderprogramma (2007-2013)

p.m.

46 165 220

p.m.

1 094 116

 

2,37  %

 

32 04 52

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma's voor onderzoek (vóór 2007)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

2,37  %

 

32 04 53

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2007-2013)

p.m.

13 416 634

p.m.

317 974

 

2,37  %

 

32 04 54

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

 

0,16  %

 

33 01 04 01

Ondersteunende uitgaven voor het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap

1 100 000

1 100 000

1 760

1 760

 

2,33  %

 

33 01 04 03

Ondersteunende uitgaven voor het Consumentenprogramma

1 049 600

1 049 600

24 456

24 456

 

2,33  %

 

33 01 06 01

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Bijdrage van het Consumentenprogramma

1 741 400

1 741 400

40 575

40 575

 

0,12  %

 

33 02 01

Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

26 451 000

18 700 000

31 741

22 440

 

0,16  %

 

33 02 02

Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

35 831 000

25 100 000

57 330

40 160

 

2,37  %

 

33 02 03 01

Vennootschapsrecht

1 700 000

700 000

p.m.

p.m.

Jaarlijkse activiteit onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelneming van de EVA-landen.

2,37  %

73,21  %

33 02 51

Voltooiing van maatregelen op het gebied van rechten, burgerschap en gelijkheid

p.m.

1 700 000

p.m.

29 496

Berekend op basis van het deelnemingspercentage ten gevolge van de gemengde EVA-/niet-EVA-aard van het begrotingsonderdeel ter voltooiing.

2,33  %

 

33 04 01

Vrijwaring van de belangen en verbetering van de veiligheid en de voorlichting van consumenten

25 175 000

20 200 000

586 578

470 660

 

2,37  %

 

33 04 51

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

p.m.

100 000

p.m.

2 370

 
     

TOTAAL

16 965 512 973

16 154 898 636

382 140 961

367 371 910

 

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

616 505 501

616 505 501

1 584 020

1 584 020

ALGEMEEN TOTAAL

17 582 018 474

16 771 404 137

383 724 981

368 955 930

LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN EN BEPAALDE PARTNERLANDEN

(AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; Kosovo* = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad (1999); ME = Montenegro; MK = voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld); RS = Servië; TR = Turkije)

Totale bijdrage van de derde landen

 

(in miljoen EUR)

 

Begunstigde staten

MK

TR

AL

BA

ME

RS

Kosovo*

Totaal

01 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van programma’s op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014)

02 02 01, 02 02 02, 02 02 51, 02 04 53, 02 01 04 01 en 02 01 06 01

0,19

9,85

0,24

0,33

0,08

0,80

0,13

11,62

Concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (Cosme)/Voltooiing van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

02 01 04 04, 02 06 01 en 02 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europees programma voor aardobservatie

04 03 02 01, 04 03 02 03, 04 03 51 en 04 01 04 02

0,20

0,20

0,10

p.m.

0,10

0,20

p.m.

0,80

EU-programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”)/Voltooiing van Progress

06 02 52

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het Marco Polo II-programma

07 01 04 01, 07 02, 34 01 04 01 en 34 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Milieu- en klimaatactie (LIFE)

07 02 06

p.m.

3,13

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3,13

Europees Milieuagentschap (EEA)

14 02 01 en 14 01 04 01

0,18

0,27

0,07

0,05

0,05

0,24

p.m.

0,86

Douane 2020

14 03 01 en 14 01 04 02

0,05

0,12

0,04

0,04

0,04

0,09

p.m.

0,38

Fiscalis 2020

17 03 01, 17 03 51, 17 01 04 02 en 17 01 06 02

p.m.

p.m.

p.m.

0,06

p.m.

0,13

p.m.

0,19

Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

18 04 01, 18 04 51, 18 01 04 03 en 18 01 06 01

0,15

p.m.

0,20

0,15

0,15

0,55

p.m.

0,120

Europa voor de burger

23 03 01 01, 23 03 01 02, 23 03 02 01, 23 03 02 02 en 23 03 51

p.m.

0,03

0,20

p.m.

p.m.

0,01

0,12

0,36

Civiele bescherming

24 02 01 en 24 02 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fraudebestrijding

26 01 04 01, 26 03 01 en 26 03 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Interoperabiliteitsoplossingen en gemeenschappelijke kaders voor Europese overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2)

32 04 53

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Voltooiing van het programma Intelligente energie — Europa (2007-2013)

33 02 01, 33 02 02, 33 02 51 en 33 01 04 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Grondrechten en burgerschap/Voltooiing van geweldbestrijding (Daphne)

33 02 06

0,17

p.m.

0,16

p.m.

p.m.

0,18

p.m.

0,51

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

33 01 04 03, 33 04 01 en 33 04 51

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Het consumentenprogramma

33 01 04 02, 33 03 01 en 33 03 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Justitie

Betrokken begrotingsonderdelen  (45)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Horizon 2020/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — EG (niet-nucleair)

Betrokken begrotingsonderdelen  (46)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Erasmus+

Betrokken begrotingsonderdelen  (47)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Programma Creatief Europa/Voltooiing van het programma Cultuur (2007-2013)

Betrokken begrotingsonderdelen  (48)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Euratom-programma voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten/Voltooiing van het zevende kaderprogramma Onderzoek — Euratom (nucleair)

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

  • A. 
    INLEIDING

Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

Het bevat gegevens over de bedragen van de door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: leningen ter ondersteuning van betalingsbalansen en opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de vereiste financiering voor de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen.

Op 31 december 2016 bedroegen de door de Uniebegroting gedekte uitstaande leningen 83 246 950 925 EUR, waarvan 53 633 721 333 EUR binnen de Unie en 29 613 229 592 EUR daarbuiten (inclusief rente; afgeronde cijfers; tegen de op 31 december 2016 geldende wisselkoers van de euro).

  • B. 
    BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN
  • I. 
    GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

Besluit 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

Besluit 2013/531/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme profiteren. Het uitstaande bedrag van de leningen was beperkt tot 12 000 000 000 EUR in hoofdsom.

Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

Op 4 november 2008 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Hongarije. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 6 500 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

Op 20 januari 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar.

Op 6 mei 2009 heeft de Raad besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn te verlenen aan Roemenië in de vorm van een lening van maximaal 2 000 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van acht jaar. De faciliteit liep eind september 2015 af zonder te zijn opgebruikt.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2016 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 4 200 000 000 EUR.

II.   GARANTIE VAN DE UNIE VOOR DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR FINANCIËLE BIJSTAND IN HET KADER VAN HET EUROPEES FINANCIEEL STABILISATIEMECHANISME

  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Uitvoeringsbesluit 2013/313/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Uitvoeringsbesluit 2013/323/EU van de Raad van 21 juni 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Uitvoeringsbesluit 2013/525/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/542 van de Raad van 15 februari 2016 tot verlening van financiële bijstand van de Unie op korte termijn aan Griekenland (2015/1181) (PB L 91 van 7.4.2016, blz. 22).

  • 2. 
    Omschrijving

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 betreffende Portugal (2011/683/EU)).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Ierland (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 40).

Op 21 juni 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de gemiddelde looptijd van de lening te verlengen en door de mogelijkheid te bieden de termijnlooptijden te verlengen op verzoek van Portugal. Bovendien zijn door het land in lijn met de specificatie in het Memorandum van overeenstemming vast te stellen maatregelen gespecificeerd (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 47).

Op 22 oktober 2013 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU te wijzigen door de beschikbaarheid van de aan Ierland toegekende financiële bijstand te verlengen (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van deze leningoperaties dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2016 was het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 46 800 000 000 EUR.

III.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

1    Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).

Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).

Besluit (EU) 2016/1112 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Tunesië (PB L 186 van 9.7.2016, blz. 1).

Besluit (EU) 2016/2371 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 352 van 23.12.2016, blz. 18).

  • 2. 
    Omschrijving

Op 11 december 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van de betalingsbalansbehoeften van Jordanië als vastgesteld in het IMF-programma, voor Jordanië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 180 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De faciliteit werd in 2015 in twee gelijke tranches volledig uitbetaald.

Op 15 mei 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, ter dekking van Tunesiës betalingsbalansbehoeften als vastgesteld in het IMF-programma, voor Tunesië macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 300 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. De eerste twee tranches van elk 100 000 000 EUR werden beide in 2015 uitbetaald en de derde tranche in juli 2017.

Op 6 juli 2016 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten verdere macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië toe te kennen in de vorm van leningen voor een maximumbedrag van 500 000 000 EUR (in drie tranches van 200 000 000, 150 000 000 en 150 000 000 EUR). De eerste tranche van 200 000 000 EUR werd in oktober 2017 uitbetaald.

Op 14 december 2016 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten verdere macrofinanciële bijstand aan Jordanië toe te kennen in de vorm van leningen voor een maximumbedrag van 200 000 000 EUR (in drie tranches van 200 000 000, 150 000 000 en 100 000 000 EUR). De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in oktober 2017 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

IV.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

  • 1. 
    Rechtsgronden
  • 2. 
    Omschrijving
  • 3. 
    Begrotingseffect

In het kader van deze afdeling zijn er momenteel geen lopende leningen. De vorige leningen zijn volledig terugbetaald.

  • V. 
    UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).

Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).

Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).

Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).

Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.9.2017, blz. 14).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië en Georgië. Het gaat om een lening aan Georgië met een hoofdsom van ten hoogste 142 000 000 EUR en een lening van 28 000 000 EUR aan Armenië, met een looptijd van maximaal 15 jaar.

De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

Op 12 juli 2002 besloot de Raad een langlopende leningfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 110 000 000 EUR en een maximale looptijd van 15 jaar ter beschikking van Oekraïne te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie, om de reservepositie van het land te versterken en om de tenuitvoerlegging van de noodzakelijke structurele hervormingen te vergemakkelijken. Het volledige bedrag van de faciliteit werd in 2014 uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald, de tweede en laatste in 2012.

Op 7 juli 2010 besloten het Europees Parlement en de Raad een langlopende leningfaciliteit met een hoofdsom van ten hoogste 500 000 000 EUR en een maximale looptijd van 15 jaar ter beschikking van Oekraïne te stellen, om te zorgen voor een houdbare betalingsbalanspositie. De faciliteit werd in 2014 en 2015 in twee gelijke tranches volledig uitbetaald.

Op 12 augustus 2013 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen aan Georgië voor een maximumbedrag van 46 000 000 EUR (maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 23 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. De eerste tranche van 10 000 000 EUR is in april 2015 uitbetaald en de tweede tranche van 13 000 000 EUR in mei 2017.

Het Europees Parlement en de Raad hebben op 22 oktober 2013 besloten macrofinanciële bijstand te verlenen aan de Kirgizische Republiek van maximaal 30 000 000 EUR (maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 15 000 000 EUR in de vorm van leningen) met een maximale looptijd van 15 jaar. De eerste tranche van 5 000 000 EUR werd in 2015 uitbetaald en de tweede tranche in april 2016.

Op 14 april 2014 heeft de Raad besloten, ter dekking van de dringende betalingsbalansbehoeften van Oekraïne als vastgesteld in het IMF-programma, voor Oekraïne macrofinanciële bijstand in de vorm van leningen beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 000 000 000 EUR en met een maximumlooptijd van 15 jaar. Het volledige bedrag van 1 000 000 000 EUR werd in 2014 uitbetaald.

Op 15 april 2015 heeft de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Oekraïne en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, aan Oekraïne macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 1 800 000 000 EUR met een maximumlooptijd van 15 jaar. De bijstand moet bijdragen aan het dekken van de betalingsbalansbehoeften van Oekraïne die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld. De eerste tranche van 600 000 000 EUR is in juli 2015 uitbetaald en de tweede tranche van 600 000 000 EUR in maart 2017.

Op 13 september 2017 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten, teneinde de economische stabilisatie van Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen, aan Moldavië macrofinanciële bijstand beschikbaar te stellen voor een maximumbedrag van 100 000 000 EUR (maximaal 40 000 000 EUR in de vorm van subsidies en maximaal 60 000 000 EUR in de vorm van leningen met een maximumlooptijd van 15 jaar).

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VI.   UNIEGARANTIE VOOR DE PROGRAMMA'S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN MACROFINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2003 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een Uniegarantie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal acht jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 100 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar. Beide tranches van 50 000 000 EUR elk werden in 2013 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VII.   UNIEGARANTIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

In 2013 heeft de Commissie besloten om Energoatom, Oekraïne, een lening van 300 000 000 EUR te verstrekken ter verbetering van de veiligheid van kerncentrales. De lening wordt verstrekt in samenwerking met de EBWO, die voorziet in een parallelle lening van 300 000 000 EUR. De precondities voor de eerste beschikbaarstelling van de lening werden in 2015 geacht te zijn vervuld en de lening kreeg groen licht. De eerste tranche van 50 000 000 EUR werd in mei 2017 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

VIII.   UNIEGARANTIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Voorstel van de Commissie van 14 september 2016 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Overeenkomstig het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 november 2011 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Investeringsbank die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank (EIB) uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de EIB een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de EIB een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de EIB vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerlanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijds evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

In het voorstel van de Commissie COM(2016) 583 van 14 september 2016 wordt een stijging geraamd van het algehele plafond van de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in de periode 2014-2020 door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vastgelegd in Besluit nr. 466/2014/EU vrij te geven en door een nieuw mandaat van 2 300 000 000 EUR toe te voegen voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32 300 000 000 EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

 

de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

IX.   UNIEGARANTIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Voorstel van de Commissie van 14 september 2016 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 90/62/EEG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB) werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjechoslowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

Besluit 93/696/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG lagen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65% van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de Raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank (EIB) op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de EIB zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjechoslowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de EIB voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de EIB op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB voor leningen voor projecten in Bosnië en Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de EIB verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de EIB verleende garantie voor leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast, dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaat-lidstaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

In het voorstel van de Commissie COM(2016) 583 final van 14 september 2016 wordt een stijging geraamd van het algehele plafond van de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in de periode 2014-2020 door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vastgelegd in Besluit nr. 466/2014/EU vrij te geven en door een nieuw mandaat van 2 300 000 000 EUR toe te voegen voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32 300 000 000 EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • X. 
    UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Voorstel van de Commissie van 14 september 2016 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 93/115/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 96/723/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank (EIB) in derde landen waarmee de Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG lag ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

In het voorstel van de Commissie COM(2016) 583 final van 14 september 2016 wordt een stijging geraamd van het algehele plafond van de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in de periode 2014-2020 door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vastgelegd in Besluit nr. 466/2014/EU vrij te geven en door een nieuw mandaat van 2 300 000 000 EUR toe te voegen voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32 300 000 000 EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

XI.   UNIEGARANTIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, BELARUS, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2011, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Voorstel van de Commissie van 14 september 2016 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank (EIB) een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de EIB is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de EIB voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de EIB is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

Besluit 2005/48/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: de Republiek Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en in Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

In het voorstel van de Commissie COM(2016) 583 final van 14 september 2016 wordt een stijging geraamd van het algehele plafond van de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in de periode 2014-2020 door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vastgelegd in Besluit nr. 466/2014/EU vrij te geven en door een nieuw mandaat van 2 300 000 000 EUR toe te voegen voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32 300 000 000 EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XII.   UNIEGARANTIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië en Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95.

Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).

Voorstel van de Commissie van 14 september 2016 voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (COM(2016) 583 final).

  • 2. 
    Garantie van de Uniebegroting

Besluit 95/207/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank (EIB), die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit nr. 1080/2011/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit nr. 466/2014/EU lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 juli 2014 te Luxemburg en te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten.

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank (EIB) aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de EIB te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de EIB verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De EIB wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

Bij Besluit nr. 466/2014/EU wordt een EU-garantie verleend voor verliezen van de EIB op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (pretoetredingslanden, nabuurschapslanden en partnerschapslanden, Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) in de periode 2014-2020. Het maximumbedrag van de door de EIB verrichte financieringen is 30 000 000 000 EUR en valt uiteen in een vast plafond met een maximumbedrag van 27 000 000 000 EUR en een optioneel aanvullend bedrag van 3 000 000 000 EUR, dat wordt vastgesteld in overeenstemming met de gewone wetgevingsprocedure na de tussentijdse evaluatie. De EU-garantie is beperkt tot 65 % van het totale uitstaande bedrag.

In het voorstel van de Commissie COM(2016) 583 final van 14 september 2016 wordt een stijging geraamd van het algehele plafond van de EIB-financieringsverrichtingen onder de EU-garantie in de periode 2014-2020 door het optionele aanvullende bedrag van 3 000 000 000 EUR vastgelegd in Besluit nr. 466/2014/EU vrij te geven en door een nieuw mandaat van 2 300 000 000 EUR toe te voegen voor leningen aan de particuliere sector voor projecten die onderliggende oorzaken van migratie aanpakken. Het algehele plafond zal hierdoor uitkomen op in totaal 32 300 000 000 EUR en zal worden opgesplitst in regionale plafonds en subplafonds.

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds voor extern optreden (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1), en vervolgens van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds van 9 % van de gegarandeerde operaties;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • C. 
    PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2017 EN 2018

De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2017 en 2018 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de Uniebegroting worden gegarandeerd).

Op te nemen en te verstrekken leningen in 2017 en in 2018

 

(miljoen EUR)

Instrument

2017

2018

  • A. 
    Door de Uniebegroting gegarandeerde Unie- en Euratom-leningen
  • 1. 
    Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

Goedgekeurde of geplande operaties:

   

Georgië

13

 

Tunesië I

100

 

Oekraïne III

1 600

 

Tunesië II

200

300

Jordanië II

100

100

Subtotaal MFA

1 013

400

2.

Euratom-leningen

50

50

3.

Betalingsbalans

0

0

4.

Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM)

0

4 500  (49)

Subtotaal A

1 063

4 950

  • B. 
    Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de Uniebegroting gegarandeerde leningen

1.

Pretoetredingslanden

1 297

1 344

2.

Nabuurschaps- en partnerlanden

2 032

1 834

3.

Azië en Latijns-Amerika

695

633

4.

Republiek Zuid-Afrika

149

109

Subtotaal B

4 173

3 919

Totaal-generaal

5 986

8 719

  • D. 
    KAPITAALVERRICHTINGEN EN BEHEER VAN DE SCHULD

TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2016 betaald oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2016

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente op 31 december

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2019

  • 1. 
    Euratom

1977

95,30

23,20

               

1978

70,80

45,30

               

1979

151,60

43,60

               

1980

183,50

74,30

               

1981

360,40

245,30

               

1982

354,60

249,50

               

1983

366,90

369,80

               

1984

183,70

207,10

               

1985

208,30

179,30

               

1986

575,00

445,80

               

1987

209,60

329,80

               

2001

40,00

40,00

20,00

4,00

4,00

16,00

12,00

1,15

0,92

0,69

2002

40,00

40,00

8,25

3,25

2,50

5,00

2,50

0,01

0,00

0,00

2003

25,00

25,00

3,75

2,50

1,25

1,25

 

0,00

0,00

 

2004

65,00

65,00

20,75

6,50

6,50

14,25

7,75

0,02

0,01

0,00

2005

215,00

215,00

146,06

22,13

22,13

123,94

101,81

0,11

0,10

0,08

2006

51,00

51,00

42,25

6,70

6,70

35,55

28,85

0,03

0,03

0,02

2007

39,00

39,00

5,85

3,90

1,95

1,95

 

0,01

0,00

 

2008

15,80

15,80

3,30

2,20

1,10

1,10

 

0,05

0,01

 

2009

6,90

6,90

1,23

1,23

     

0,03

   

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

Totaal

3 257,40

2 710,70

251,43

52,40

46,12

199,04

152,91

1,41

1,07

0,80

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200,00

7 200,00

               

2010

2 850,00

2 850,00

2 850,00

1 150,00

 

1 700,00

1 700,00

83,69

56,38

56,38

2011

1 350,00

1 350,00

1 350,00

 

1 350,00

1 350,00

 

43,69

43,69

 

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

Totaal

11 400,00

11 400,00

4 200,00

1 150,00

1 350,00

3 050,00

1 700,00

127,38

100,06

56,38

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,00

350,00

               

1991

945,00

945,00

               

1992

1 671,00

1 671,00

               

1993

659,00

659,00

               

1994

400,00

400,00

               

1995

410,00

410,00

               

1996

155,00

155,00

               

1997

445,00

445,00

               

1998

153,00

153,00

               

1999

108,00

108,00

               

2000

160,00

160,00

               

2001

305,00

305,00

             

0,00

2002

12,00

12,00

2,40

2,40

         

0,00

2003

118,00

118,00

11,20

5,60

5,60

5,60

     

0,00

2004

10,00

10,00

6,00

2,00

2,00

4,00

2,00

   

0,00

2005

15,00

15,00

               

2006

19,00

19,00

19,00

3,80

3,80

15,20

11,40

   

0,00

2009

25,00

25,00

               

2011

   

154,00

44,33

44,33

109,67

65,33

5,34

3,83

3,83

2012

39,00

39,00

39,00

   

39,00

39,00

1,22

1,22

1,22

2013

100,00

100,00

100,00

   

100,00

100,00

2,00

2,00

2,00

2014

1 360,00

1 360,00

1 360,00

   

1 360,00

1 360,00

21,70

21,70

21,70

2015

1 245,00

1 245,00

1 245,00

   

1 245,00

1 245,00

6,40

6,40

6,40

2016

10,00

10,00

10,00

   

10,00

10,00

0,07

0,08

0,08

Totaal

8 714,00

8 714,00

2 946,60

58,13

55,73

2 888,47

2 832,73

36,74

35,23

33,71

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,00

28 000,00

18 250,00

 

4 500,00

18 250,00

13 750,00

560,38

560,38

423,75

2012

15 800,00

15 800,00

15 800,00

   

15 800,00

15 800,00

489,88

489,88

489,88

2014

3 000,00

3 000,00

3 000,00

   

3 000,00

3 000,00

54,25

54,25

54,25

2015 (*2)

5 000,00

5 000,00

5 000,00

   

5 000,00

5 000,00

56,25

56,25

56,25

2016 (*3)

4 750,00

4 750,00

4 750,00

   

4 750,00

4 750,00

37,72

37,50

37,50

Totaal

56 550,00

56 550,00

46 800,00

 

4 500,00

46 800,00

42 300,00

1 198,47

1 198,25

1 061,63

TABEL 2 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening en uitbetaling

Tegenwaarde op de datum van uitbetaling

Tot en met 31 december 2016 betaald oorspronkelijk bedrag

Uitstaand bedrag op 31 december 2016

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente op 31 december

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2019

  • 1. 
    Euratom

1977

98,30

119,40

               

1978

72,70

95,90

               

1979

152,90

170,20

               

1980

183,50

200,70

               

1981

362,30

430,90

               

1982

355,40

438,50

               

1983

369,10

400,10

               

1984

205,00

248,70

               

1985

337,80

389,50

               

1986

594,40

500,90

               

1987

674,60

900,90

               

1988

80,00

70,20

               

1994

48,50

47,40

               

2001

40,00

40,00

20,00

4,00

4,00

16,00

12,00

1,15

0,92

0,69

2002

40,00

40,00

8,25

3,25

2,50

5,00

2,50

0,01

0,00

0,00

2003

25,00

25,00

3,75

2,50

1,25

1,25

 

0,00

0,00

 

2004

65,00

65,00

20,75

6,50

6,50

14,25

7,75

0,02

0,01

0,00

2005

215,00

215,00

146,06

22,13

22,13

123,94

101,81

0,11

0,10

0,08

2006

51,00

51,00

42,25

6,70

6,70

35,55

28,85

0,03

0,03

0,02

2007

39,00

39,00

5,85

3,90

1,95

1,95

 

0,01

0,00

 

2008

15,80

15,80

3,30

2,20

1,10

1,10

 

0,05

0,01

 

2009

6,90

6,90

1,23

1,23

     

0,03

   

2010

                   

2011

                   

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

Totaal

4 032,20

4 511,00

251,43

52,40

46,12

199,04

152,91

1,41

1,07

0,80

  • 2. 
    Betalingsbalans

2009

7 200,00

7 200,00

               

2010

2 850,00

2 850,00

2 850,00

1 150,00

 

1 700,00

1 700,00

83,69

56,38

56,38

2011

1 350,00

1 350,00

1 350,00

 

1 350,00

1 350,00

 

43,69

43,69

 

2012

                   

2013

                   

2014

                   

2015

                   

2016

                   

Totaal

11 400,00

11 400,00

4 200,00

1 150,00

1 350,00

3 050,00

1 700,00

127,38

100,06

56,38

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,00

350,00

               

1991

945,00

945,00

               

1992

1 671,00

1 671,00

               

1993

659,00

659,00

               

1994

400,00

400,00

               

1995

410,00

410,00

               

1996

155,00

155,00

               

1997

445,00

195,00

               

1998

153,00

403,00

               

1999

108,00

108,00

               

2000

160,00

160,00

               

2001

80,00

80,00

               

2002

12,00

12,00

2,40

2,40

           

2003

78,00

78,00

11,20

5,60

5,60

5,60

       

2004

10,00

10,00

6,00

2,00

2,00

4,00

2,00

     

2006

19,00

19,00

19,00

3,80

3,80

15,20

11,40

     

2009

25,00

25,00

               

2011

126,00

126,00

154,00

44,33

44,33

109,67

65,33

5,34

3,83

2,32

2012

39,00

39,00

39,00

   

39,00

39,00

1,22

1,22

1,22

2013

100,00

100,00

100,00

   

100,00

100,00

2,00

2,00

2,00

2014

1 360,00

1 360,00

1 360,00

   

1 360,00

1 360,00

21,70

21,70

21,70

2015

1 245,00

1 245,00

1 245,00

   

1 245,00

1 245,00

6,40

6,40

6,40

2016

10,00

10,00

10,00

   

10,00

10,00

0,07

0,08

0,08

Totaal

8 560,00

8 560,00

2 946,60

58,13

55,73

2 888,47

2 832,73

36,74

35,23

33,71

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,00

28 000,00

18 250,00

 

4 500,00

18 250,00

13 750,00

560,38

560,38

423,75

2012

15 800,00

15 800,00

15 800,00

   

15 800,00

15 800,00

489,88

489,88

489,88

2014

3 000,00

3 000,00

3 000,00

   

3 000,00

3 000,00

54,25

54,25

54,25

2015 (*4)

5 000,00

5 000,00

5 000,00

   

5 000,00

5 000,00

56,25

56,25

56,25

2016 (*5)

4 750,00

4 750,00

4 750,00

   

4 750,00

4 750,00

37,72

37,50

37,50

Totaal

56 550,00

56 550,00

46 800,00

 

4 500,00

46 800,00

42 300,00

1 198,47

1 198,25

1 061,63

Technische aantekeningen bij de tabellen

Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van uitbetaling” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van uitbetaling. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2016.

Derde kolom „Tot en met 31 december 2016 betaald oorspronkelijk bedrag”. Op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2016 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1) met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

Vierde kolom „Uitstaand bedrag op 31 december 2016”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2016 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (niet vermeld totaal in de tabellen).

Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

MFB 2011: naar aanleiding van de ingevolge Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen, op 9 februari 2010 door Montenegro ondertekende leningovereenkomst (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8) zijn de in 2001, 2003 en 2005 oorspronkelijk aan Servië en Montenegro toegekende leningen opnieuw in werking gesteld met een virtuele begindatum in 2011 teneinde de splitsing van de landen ten uitvoer te leggen.

INFORMATIE OVER DE FINANCIËLE INSTRUMENTEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 49, LID 1, ONDER E), VAN HET FINANCIEEL REGLEMENT

Inleiding

Deze bijlage is vereist op grond van artikel 49, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement.

Deze bijlage bevat informatie over zowel de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van vóór 2014 die in termen van betalingskredieten in 2014 e.v. gevolgen hebben voor de begroting als de door de Commissie beheerde financiële instrumenten van 2014-2020 die vanaf 2014 gevolgen hebben voor de begroting uit hoofde van het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 dat in de voorstellen voor de basishandeling is opgenomen.

Meer kwantitatieve informatie over de instrumenten is te vinden in het werkdocument over de financiële instrumenten dat hoort bij de ontwerpbegroting, bedoeld in artikel 38, lid 5, van het Financieel Reglement.

Lijst van financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

 

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP — GIF) — vóór 2014

 

Eigenvermogensfaciliteit voor groei in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) — 2014-2020

 

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020 (InnovFin Equity) — 2014-2020

 

Eigenvermogensinstrument in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) — 2014-2020

 

EaSI Investeringen voor capaciteitsopbouw (EaSI CBI) —2014 tot 2020

Garantie-instrumenten

 

Garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP — SMEG07) — vóór 2014

 

RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen) in het kader van het zevende kaderprogramma — vóór 2014

 

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF-G) — vóór 2014

 

Leninggarantiefaciliteit in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) — 2014-2020

 

Leningendienst voor O&I voor kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen in het kader van Horizon 2020 — 2014-2020

 

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — derde zwaartepunt – Microfinanciering en sociaal ondernemerschap (EaSI-G) —2014-2020

 

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa)— 2014-2020

 

„Erasmus+ Master”-leninggarantiefaciliteit voor studenten — 2014-2020

 

Garantiefaciliteit voor particuliere financiering voor energie-efficiëntie (PF4EE) — 2014-2020

Instrumenten voor risicodeling

 

Financieringsfaciliteit voor risicodeling uit hoofde van het zevende kaderprogramma (RSFF) inclusief RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen — vóór 2014

 

Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020 (InnovFin Debt) — 2014-2020

 

CEF-schuldinstrument opgezet als instrument voor risicodeling (met inbegrip van oud instrument uit de periode 2007-2013: LGTT en de proeffase van de projectobligaties PBI) 2014-2020

 

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) — 2014-2020

 

EU-mkb-initiatief — 2014-2020 (gedeelte indirect beheer door de Commissie, d.w.z. Cosme/Horizon 2020)

Aparte investeringsconstructies

 

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF FCP-FIS) — vóór 2014

 

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite) — vóór 2014

 

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) — vóór 2014

Externe instrumenten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

 

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

 

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

Aanvullende faciliteiten

 

Steun voor Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

 

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF)

 

Thematische blending (ElectriFI & AgriFI & klimaatverandering)

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

 

Garantiefaciliteit I in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

Garantiefaciliteit II in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

Fonds voor bedrijfsuitbreiding (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

Fonds voor bedrijfsinnovatie (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

Overige (gemengd)

 

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

 

Green for Growth Fund (GGF)

 

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

Financiële informatie over financiële instrumenten

Eigenvermogensinstrumenten

Faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2015).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen (GIF) is een (50) van de financiële instrumenten uit het Programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), dat zelf een van de drie specifieke programma's is in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (51).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo), ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie.

De GIF wordt namens de Commissie uitgevoerd door het Europees Investeringsfonds (EIF). Het doel van deze faciliteit is meer eigen vermogen te genereren voor innovatieve mkb-bedrijven die net gestart zijn (GIF1) of die uitbreiden (GIF2). Op basis van een bericht betreffende de tenuitvoerlegging (PB C 302 van 14.12.2007, blz. 8) worden investeringsvoorstellen van financiële intermediairs geselecteerd.

De marktgerichte instrumenten van het CIP (zowel GIF als SMEG 07) zijn in het algemeen zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor het mkb. De GIF is een durfkapitaalfaciliteit, gefocust en gericht op een relatief beperkt aantal ondernemingen die het potentieel hebben om hoge groei te realiseren, innovatie naar de markt te brengen en banen met hoge toegevoegde waarde te creëren.

De vastleggingsperiode voor GIF liep af op 31 december 2013, maar de instrumenten blijven bestaan tot de afwikkeling na 2026.

In totaal was voor de periode 2007-2013 1 130 miljoen EUR aan vastleggingskredieten gepland voor de financiële instrumenten van het CIP, met een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor het GIF (inclusief eco-innovatie) en 510 miljoen EUR voor de garantiefaciliteit voor het mkb.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

Voor de GIF bedroegen de totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 580,7 miljoen EUR. Het hefboomeffect (52) op de GIF zal naar verwachting 5,6 zijn, wat betekent dat de totale budgettaire vastleggingen voor de economie als geheel naar verwachting 3 252 miljoen EUR aan financiering voor begunstigde mkb-bedrijven zal genereren.

Eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en het mkb (Cosme) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) richt zich op fondsen die durfkapitaal en mezzaninefinanciering bieden, zoals achtergestelde leningen en participatieleningen, voor ondernemingen in de expansie- en groeifase, met name voor ondernemingen die grensoverschrijdend opereren, waarbij ook investeringen mogelijk moeten zijn in ondernemingen in de beginfase, in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie (R&I) in het kader van Horizon 2020.

In het laatste geval mag de investering uit de EFG maximaal 20 % van de totale Unie-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de Eigenvermogensfaciliteit voor R&I verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. De Commissie kan besluiten de drempel van 20 % te wijzigen in het licht van veranderende marktomstandigheden.

De EFG kan bestaan uit het fourneren van startkapitaal, „angel” financiering en quasi-eigenvermogensfinanciering, afhankelijk van de marktvraag, maar omvat geen overnamefinanciering door verkoop van onderdelen.

De steun neemt de vorm aan van directe investeringen door de met de uitvoering belaste entiteit in financiële intermediairs die eigenvermogens- of quasi-eigenvermogensfinanciering verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen of van indirecte investeringen via dakfondsen als onderdeel van het pan-Europese project inzake dakfondsen voor durfkapitaal.

De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen. Dit laatste zal worden verwezenlijkt door de faciliteit vooral te richten op risicokapitaalfondsen voor grensoverschrijdende investeringen.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) is op basis van een op 22 juli 2014 ondertekende delegatieovereenkomst belast met de tenuitvoerlegging van de EFG.

In de delegatieovereenkomst moet worden bepaald dat de EFG beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat zij professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn kleine en middelgrote bedrijven te ondersteunen in hun groei- en expansiefase.

Technisch gezien krijgt het EIF de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn kleine en middelgrote ondernemingen, zonder specifieke voorwaarden wat betreft omvang of sector.

Het is de bedoeling dat het eigenvermogensinstrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld).

In Verordening (EU) nr. 1287/2013 is bepaald dat ten minste 60 % van de totale financiële toewijzing voor de uitvoering van het COSME-programma aan de financiële instrumenten wordt toegewezen. Uitgaande van de in het financieel memorandum voorziene verdeling van het totale voor de financiële instrumenten vastgestelde bedrag tussen het eigenvermogensinstrument (48 %) en het schuldinstrument (52 %), bedraagt het initiële voor de EFG voorziene budget voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 662 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 662 miljoen EUR (53).

De in de rechtsgrondslag vastgelegde hefboomdoelstelling bedraagt 4 à 6, waarbij 1 EUR uit de Uniebegroting tijdens de levensduur van het financiële instrument resulteert in 4 tot 6 EUR aan eigen-vermogensinvesteringen.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale gemobiliseerde investeringsvolume naar schatting 2 600 tot 3 900 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Eigenvermogensfaciliteit (aanloopkapitaal) in het kader van het programma voor onderzoek en innovatie van Horizon 2020 (InnovFin Equity) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

Post 09 04 02 01 — Leiderschap op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie

Post 04 03 02 03 — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Er is een eigenvermogensfaciliteit voor onderzoek en innovatie („R&I”) op het niveau van de Unie noodzakelijk om meer mogelijkheden voor eigenvermogensfinanciering te creëren voor investeringen in de aanloop- en groeifase van ondernemingen en om de ontwikkeling van de Europese durfkapitaalmarkt te stimuleren.

De doelstelling is het wegwerken van de tekortkomingen van de Europese durfkapitaalmarkt en het beschikbaar stellen van eigen vermogen en quasi-eigen vermogen om de ontwikkelings- en financieringsbehoeften te dekken van innovatieve ondernemingen, met inbegrip van sociale ondernemingen, vanaf de conceptfase tot aan de groei en uitbreiding.

De eigenvermogensfaciliteit voor R&I zal zich toespitsen op risicokapitaalfondsen voor aanloopinvesteringen die durfkapitaal en quasi-eigen vermogen (met inbegrip van mezzaninekapitaal) verstrekken aan individuele portfolio-ondernemingen. Deze faciliteit heeft ook de mogelijkheid om expansie- en groei-investeringen uit te voeren in samenhang met de eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme), om te zorgen voor doorlopende ondersteuning bij het opstarten en de ontwikkeling van bedrijven.

In het laatste geval mag de investering uit de eigenvermogensfaciliteit voor R&I van Horizon 2020 maximaal 20% van de totale Unie-investering bedragen, behalve bij meerfasefondsen, waarvoor financiering uit de EFG en de eigenvermogensfaciliteit voor R&I verhoudingsgewijs zal worden verstrekt, op basis van het investeringsbeleid van de fondsen. Net als de EFG moet de eigenvermogensfaciliteit voor R&I buy-outkapitaal of vervangingskapitaal dat bedoeld is voor de ontmanteling van een verworven onderneming vermijden.

De algemene doelstelling is betere toegang tot risicokapitaal te creëren waar de markt in Europa tekort schiet en de ontwikkeling van een pan-Europese markt voor risicokapitaal te ondersteunen.

De meerwaarde van de EU bestaat erin dat de eigenvermogensfaciliteit voor R&I nationale regelingen zal aanvullen waarmee grensoverschrijdende investeringen in R & I niet mogelijk zijn. De financiering in de vroege fasen van een onderneming zal ook een demonstratie-effect hebben waarvan publieke en private investeerders in heel Europa profijt kunnen trekken. Voor de groeifase kunnen alleen op Unieniveau de noodzakelijke schaal en sterke deelname van particuliere investeerders worden bereikt die noodzakelijk zijn voor het goede functioneren van een autonome durfkapitaalmarkt.

De uitvoering van de directe investeringen in het kader van deze faciliteit wordt toevertrouwd aan het Europees Investeringsfonds (EIF) in Luxemburg.

De delegatieovereenkomst (waarvan de wijziging op de delegatieovereenkomst voor de aanloopkapitaalfaciliteit in het kader van Horizon 2020 op 15 juni 2015 is ondertekend) met de entiteit die met de uitvoering is belast, zorgt ervoor dat de aanloopkapitaalfaciliteit in het kader van Horizon 2020 toegankelijk is voor een breed scala van financiële intermediairs, op voorwaarde dat deze professioneel opereren, onafhankelijk worden beheerd en aantonen in staat te zijn het mkb te ondersteunen in de aanloop- en groeifasen.

Via een wijziging van de delegatieovereenkomst die op 22 juli 2015 is ondertekend, is een nieuw compartiment dat zich toespitst op mede-investeringen met business angels, met name op het gebied van ICT en sociale ondernemingen, gecreëerd. Een van de doelstellingen ervan is om particulier kapitaal aan te trekken ter ondersteuning van de ontwikkeling van de markt voor sociale investeringen en om de toegang tot financiering voor innovatieve sociale ondernemingen te vergemakkelijken.

Technisch gezien krijgt de entiteit de opdracht te investeren op pari passu-basis met andere investeerders uit de particuliere of de publieke sector. De beoogde eindbegunstigden zijn startende ondernemingen (met name kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen), zonder specifieke voorwaarden wat betreft sector.

Het instrument loopt uiterlijk tot 2035 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 487 miljoen EUR, waarvan 29 miljoen EUR van EaSI.

Het beoogde hefboomeffect van de eigenvermogensfaciliteit voor R&I van Horizon 2020 is ongeveer 4-6, afhankelijk van het type investeringen en de vorm van samenwerking met durfkapitaalfondsen en/of investeerders in kennisoverdracht. Op basis van de beoogde hefboomeffecten van het programma zouden de alleen al door de Horizon 2020- en EaSI-bijdrage gemobiliseerde durfkapitaalinvesteringen variëren van 1 950 miljoen EUR tot 2 900 miljoen EUR voor de gehele looptijd van het programma.

Bij de laatste wijziging van de delegatieovereenkomst is de structuur van de eigenvermogensfaciliteit voor R&I, „InnovFin (IFE)” gedoopt, zo aangepast dat IFE financieel wordt ondersteund door de Uniebijdrage aan het eigenvermogensinstrument van Horizon 2020 op „first loss”-basis en door het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en het EIF op „second loss”-basis. De initiële IFE-faciliteit bedraagt maximaal 1 018 miljoen EUR (indicatief). Zij wordt ondersteund door de eerste EU-bijdrage voor het eigenvermogensinstrument van Horizon 2020, die een indicatieve waarde heeft van 458 miljoen EUR (45 %). De initiële EFSI-participatie in de IFE bedraagt maximaal 270 miljoen EUR (indicatief, 26,5 %). De initiële EIF-participatie in de IFE bedraagt maximaal 290 miljoen EUR (indicatief, 28,5 %).

Het bij de jongste wijziging gecreëerde pan-Europese dakfonds voor durfkapitaal kan bijdragen tot een schaalvergroting van de durfkapitaalfondsen in Europa en van de voetafdruk van de sector in alle lidstaten, alsook particuliere investeerders aantrekken, met inbegrip (zoals bij investeringsplatforms) van pensioenfondsen, verzekeringsfondsen en staatsinvesteringsfondsen. Het doel van het dakfonds is marktfinanciering vrij te maken voor kleine en middelgrote ondernemingen en grensoverschrijdende investeringen te bevorderen. De creatie ervan is onderdeel van het actieplan voor de kapitaalmarktenunie.

Eigenvermogensinstrument in het kader van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 09 03 02 — Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Gezien het huidige marktfalen voor de financiering van infrastructuurprojecten en in het licht van recente ontwikkelingen, met name de oprichting van het Europees Fonds voor strategische investeringen, werd in het kader van de CEF een eigenvermogensinstrument opgericht via het CEF-werkprogramma 2015 om bij te dragen aan financiële instrumenten (Uitvoeringsbesluit C(2015) 8847 final van de Commissie). Door de oprichting van het EFSI zijn de beschikbare mogelijkheden voor financiering in de vorm van vreemd vermogen sterk verbeterd en is het mogelijk geworden om het gebruik van schaarse CEF-middelen te optimaliseren door een deel van het beschikbare budget om te buigen naar de financiering van kleinere en risicovollere projecten, met name op het gebied van breedband. Het schuldinstrument zal niettemin het belangrijkste uitvoeringsmechanisme blijven voor de financiële instrumenten in het kader van de CEF. Ook is een voorafgaande beoordeling van het CEF-eigenvermogensinstrument ter aanvulling van de voorafgaande beoordeling van het CEF-schuldinstrument uitgevoerd in 2016, waarvan de conclusie luidde dat een eigenvermogensfonds voor de breedbandsector op grond van Verordening (EU) nr. 1316/2013 kan worden opgericht.

Momenteel is de voor breedband bestemde bijdrage van het CEF-eigenvermogensinstrument bedoeld voor de oprichting van een Breedbandinvesteringsfonds. Dit fonds zal bijdragen tot de versterkte uitrol van breedbandnetwerken overeenkomstig de geldende subsidiabiliteitscriteria (met name de ondersteuning van innovatieve projecten, op basis van geavanceerde technologie, en met een potentieel voor repliceerbaarheid), zowel via directe financiering voor ondernemingen uit de particuliere sector (met de klemtoon op midcaps en het mkb) en publieke-private-partnerschappen, als via publieke of particuliere financiële intermediairs.

Het Breedbandinvesteringsfonds zal worden uitgevoerd in het kader van het CEF-eigenvermogensinstrument door het opzetten van een bijzonder investeringsvehikel waarmee de bijdragen van uiteenlopende investeerders kunnen worden gepoold (direct beheer). Het fonds zal worden beheerd door een fondsbeheerder die via een concurrerende selectieprocedure in 2016 wordt geselecteerd. De investeringsbeheerder is een professionele activabeheerder met uitgebreide ervaring op het gebied van infrastructuur, en met name breedbandinvesteringen in Europa. Met het oog op de afstemming van belangen zal de investeringsbeheerder ook intekenen op het fonds. Het fonds zal naar verwachting in 2017 operationeel worden.

De inzet van het CEF-eigenvermogensinstrument in de volgende jaren van de CEF-uitvoering kan worden overwogen voor de vervoerssector, voor risicovollere projecten of voor projecten op minder rijpe markten. In de energiesector kan het eigenvermogensinstrument worden gebruikt om in goed onderbouwde gevallen initiatieven te nemen om grote vertragingen te voorkomen bij de bouw van projecten van gemeenschappelijk belang.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Het Breedbandinvesteringsfonds in het kader van het CEF-eigenvermogensinstrument verkeert in een voorbereidende fase. De omvang van de beoogde verrichtingen zal afhankelijk zijn van de uitkomst van onderhandelingen met investeerders, met name de capaciteit van dat fonds om particulier kapitaal aan te trekken.

EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw (EaSI CBI) —2014 tot 2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSi”) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 04 03 02 03 — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

„EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw” zijn een van de financiële instrumenten in het kader van het programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie („EaSI”). De doelstellingen van deze financiële instrumenten worden vermeld in Verordening (EU) nr. 1296/2013, met name artikel 4:

Algemene doelstelling

De werkgelegenheid en sociale inclusie stimuleren door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare mensen die een micro-onderneming willen starten, alsook voor bestaande micro-ondernemingen te verbeteren en de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen te vergroten.

In artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 vastgelegde specifieke doelstellingen

De institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen.

Meer in het bijzonder zijn „EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw” gericht op het versterken van de institutionele capaciteit van financiële intermediairs die nog niet het punt van duurzaamheid hebben bereikt (d.w.z. kostendekkend zijn, over operationele capaciteit beschikken enz.), zoals „greenfield” financiële intermediairs of financiële tussenpersonen die risicokapitaal nodig hebben om hun activiteiten verder uit te breiden, zowel in de sfeer van microfinanciering als van sociaal ondernemerschap. „EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw” zullen worden gerealiseerd door middel van rechtstreekse en indirecte vermogensparticipaties in financiële intermediairs en leningen met een op aandelen lijkend risicoprofiel in termen van ondergeschiktheid of looptijdprofiel aan financiële tussenpersonen die wettelijk of door regelgevende beperkingen niet in aanmerking komen voor deelneming in hun vermogen.

Het financieringsinstrument „EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw” wordt uitgevoerd door het Europees Investeringsfonds (EIF) namens de Commissie. De gewijzigde EaSI-delegatieovereenkomst tot inleiding van het opzetten en het uitvoeringsproces van „EaSI-investeringen in capaciteitsopbouw” tussen de Commissie en het EIF is op 19 december 2016 ondertekend.

De geraamde initiële begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 16 miljoen EUR. De Uniebijdrage (exclusief terugbetalingen) kan worden vastgelegd tot en met 31 december 2020, zij het dat overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1296/2013 „de jaarlijkse terugbetalingen die worden gegenereerd door één financieel instrument” tot en met 1 januari 2024 aan dat instrument worden toegewezen.

De afwikkelingsdatum van het instrument is vastgesteld op 31 december 2033.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Het beoogde resultaat (indicatief) is 8 tot 10 investeringen voor capaciteitsopbouw in financieel intermediairs en subintermediairs. Deze doelstelling is gebaseerd op relevante eerdere ervaring en marktonderzoek.

Het beoogde minimale hefboomeffect is 2 voor de levensduur van het instrument.

Op basis van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 16 miljoen EUR ongeveer 32 miljoen EUR aan investeringen ten behoeve van financiële intermediairs en subintermediairs met het oog op capaciteitsopbouw zal worden gerealiseerd.

Garantie-instrumenten

Garantiefaciliteit voor het mkb in het kader van het programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) (SMEG07) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 01 04 51 — Voltooiing van programma's voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) (van voor 2014) (54).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De garantiefaciliteit voor het mkb (SMEG 07) is één (55) van de financiële instrumenten uit het Programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP), dat zelf een van de drie specifieke programma's uit het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) is (56).

De algemene doelstelling van de financiële instrumenten in het kader van het CIP is het verbeteren van de toegang tot financiering voor de start en de groei van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo), ter ondersteuning van hun investeringen in innoverende activiteiten, onder andere eco-innovatie. SMEG 07 draagt tot deze doelstelling bij door het creëren van een hefboomeffect voor de financiering met vreemd vermogen ten behoeve van kmo’s.

De SMEG07 wordt namens de Commissie beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF). Zij verstrekt tegen- of medegaranties om regelingen te garanderen en directe garanties aan financiële intermediairs die in de in aanmerking komende landen actief zijn.

De marktgerichte instrumenten van het CIP (zowel SMEG 07 als GIF) zijn in het algemeen zeer efficiënt en relevant gebleken om in te spelen op de huidige marktomstandigheden, die de jongste jaren gedomineerd werden door een verstrakking van de kredietvoorwaarden en moeilijkere toegang tot financiering voor het mkb. SMEG07 is een contracyclisch instrument dat eindbegunstigden geholpen heeft om de moeilijkheden als gevolg van de economische omstandigheden sinds de crisis het hoofd te bieden, namelijk om toegang tot financiering te verkrijgen of te behouden en om banen te creëren of te behouden gedurende de periode.

Wat de looptijd betreft, de vastleggingsperiode voor SMEG07 liep af op 31 december 2013, maar het instrument blijft bestaan tot de afwikkeling na 2026.

In totaal was voor de hele periode 2007-2013 1 130 miljoen EUR aan vastleggingskredieten uitgetrokken voor de financiële instrumenten van het CIP, met oorspronkelijk een indicatieve verdeling van 620 miljoen EUR voor GIF en 510 miljoen EUR voor SMEG07.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode, d.w.z. 31 december 2013, zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

Voor SMEG 07 bedroegen de totale budgettaire vastleggingen voor 2007-2013 637,8 miljoen EUR. Het hefboomeffect (57) op SMEG 07 wordt thans geraamd op 40,3 over de hele looptijd van het programma, hetgeen betekent dat de impact van de totale budgettaire vastleggingen voor de economie als geheel naar verwachting ongeveer 25 703 miljoen EUR aan kredieten voor begunstigde mkb-bedrijven zal zijn.

RSI (proefgarantiefaciliteit voor O & I-gestuurde kleine, en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen) in het kader van het zevende kaderprogramma — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 08 02 51 (gedeeltelijk) — Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — zevende kaderprogramma — Acties onder contract (2007-2013).

In de periode 2007-2013 is in totaal 1 230,73 miljard EUR uit de algemene Uniebegroting vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de Europese Investeringsbank (EIB) ter ondersteuning van zowel de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF) als het Instrument voor risicodeling (RSI).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De RSFF werd gezamenlijk ontwikkeld door de Commissie en de EIB en werd opgericht in juni 2007. De Unie en de EIB fungeren als risicodelende partners voor leningen die de EIB direct of indirect verstrekt aan de begunstigden. De Europese Unie heeft, via de begrotingsmiddelen voor het zevende kaderprogramma, samen met de EIB in totaal 2 000 miljoen EUR (elk 1 000 miljoen EUR) uitgetrokken voor de periode 2007-2013, om verliezen te dekken van RSFF-leningen die niet worden afgelost. Door deze bijdragen van de Unie/EIB kon de EIB voor 10 000 miljoen EUR aan leningen verstrekken aan bedrijven en onderzoekers voor hun investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie (RDI).

Begin 2012 is een nieuwe proefgarantiefaciliteit gelanceerd, het RSI (het risicodelingsinstrument voor kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen met tot 499 werknemers) om de toegang tot leningen voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren. De RSI-garantiefaciliteit hoort bij de uitvoering van de RSFF en wordt uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Voor deze garantiefaciliteit voor het RSI-proefproject bedroeg de Uniebijdrage afkomstig van het zevende kaderprogramma (plus bijkomende kredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) voor de periode 2012/2013 270 miljoen EUR (bovenop het bovenvermelde bedrag).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In de periode 2007-2013 is in totaal 270 miljoen EUR uit de Uniebegroting vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van het RSI-proefproject.

De looptijd (duur) van het instrument bestrijkt naar verwachting de periode tot 2020-2022.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 270 miljoen EUR voor het RSI.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 8 tijdens de levensduur van het financiële instrument RSI.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor het instrument RSI werd het totale gemobiliseerde investeringsvolume geraamd op ongeveer 2 160 miljoen EUR, maar tijdens de gehele looptijd van het programma werd uiteindelijk 3 100 miljoen EUR bereikt.

Garantiefaciliteit voor de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF-G) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (de „faciliteit”) is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds bevordert de faciliteit een betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik voor groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

 

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

 

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het vorige streepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 bedraagt de financiële bijdrage van de algemene begroting van de Unie voor de faciliteit 103,6 miljoen EUR, waarvan 23,6 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds commun de placement — Fonds d’investissement spécialisé (FCP-FIS) is uitgetrokken.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

 

garanties (EPMF-G);

 

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten;

 

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 103,6 miljoen EUR (cumulatief budget voor EPMF-G en EPMF FCP-FIS).

De hefboomdoelstelling van de EPMF-faciliteit is 4,83 tijdens de levensduur van de financiële instrumenten.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor de EPMF-faciliteit wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 500 miljoen EUR.

Voor EPMF-G is voor 2010-2013 in totaal 23,6 miljoen EUR vastgelegd in de begroting (enkel het gedeelte garantie).

De beoogde volumes van de kredietverstrekking aan begunstigde micro-ondernemingen worden geraamd op 273,8 miljoen EUR voor het financiële instrument EPMF-G (58).

De leninggarantiefaciliteit in het kader van het programma voor het concurrentievermogen van bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1639/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 33).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De leninggarantiefaciliteit (Loan Guarantee Facility — LGF) voorziet in:

 

tegengaranties en andere risicodelingsregelingen voor garantieregelingen;

 

directe garanties en andere risicodelingsregelingen voor andere financiële intermediairs die voldoen aan de criteria.

De leninggarantiefaciliteit is als volgt samengesteld:

 

de garanties voor schuldfinanciering via leningen waaronder achtergestelde en participatieleningen, of leasing, die specifiek gericht zijn op het verminderen van de specifieke moeilijkheden die levensvatbare kleine en middelgrote ondernemingen ondervinden bij de toegang tot financiering, ofwel ten gevolge van het veronderstelde hoge risico, ofwel wegens onvoldoende beschikbaar onderpand,

 

de securitisatie van portefeuilles voor schuldfinanciering van kleine en middelgrote ondernemingen, die bijkomende schuldfinanciering voor kleine en middelgrote ondernemingen mobiliseren door middel van geschikte regelingen voor risicodeling met de beoogde instellingen. Ondersteuning voor die transacties gebeurt onder voorwaarde dat de broninstellingen een aanzienlijk deel van de resulterende liquiditeiten of het gemobiliseerde kapitaal gebruiken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen binnen een redelijk tijdsbestek. Het bedrag van deze nieuwe schuldfinanciering wordt berekend in verhouding tot het bedrag van het gegarandeerde portefeuillerisico en moet, evenals de duur, per geval worden overeengekomen met de broninstelling.

De LGF dekt, behalve voor leningen in de geëffectiseerde portefeuille, leningen tot maximaal 150 000 EUR, met een minimumlooptijd van 12 maanden. De leninggarantiefaciliteit kan ook leningen dekken boven 150 000 EUR voor kleine en middelgrote ondernemingen die voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor het Cosme-programma, maar niet aan de criteria om in aanmerking te komen voor het onderdeel kleine en middelgrote ondernemingen van de schuldfaciliteit in het kader van het Horizon 2020-programma (de zogenoemde Garantiefaciliteit voor kleine en middelgrote ondernemingen InnovFin), waarbij de minimumlooptijd 12 maanden bedraagt. De LGF is zodanig opgezet dat kan worden gerapporteerd over de ondersteunde kleine en middelgrote ondernemingen, zowel wat het aantal als de omvang van de leningen betreft.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) is op basis van een op 22 juli 2014 ondertekende delegatieovereenkomst belast met de tenuitvoerlegging van de LGF.

In de delegatieovereenkomst is bepaald dat de LGF beschikbaar moet zijn voor een breed scala van financiële intermediairs (zoals waarborgmaatschappijen, nationale stimuleringsinstellingen, commerciële banken, coöperaties e.d.) die ervaring hebben met financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen of die voldoende capaciteit hebben om financiële transacties met kleine en middelgrote ondernemingen aan te gaan.

Technisch gezien heeft het EIF de opdracht geplafonneerde portefeuillegaranties te verstrekken aan financiële intermediairs ter dekking van een deel van het verwachte verlies op een portefeuille van nieuwe transacties van kleine en middelgrote ondernemingen met een hoger risicoprofiel.

Wat securitisatietransacties betreft, heeft het EIF de opdracht garantiedekking te verlenen op een deel van de mezzaninetranche van een geëffectiseerde portefeuille met leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij de financiële intermediair ernaar moet streven een nieuwe portefeuille met leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen op te bouwen.

Beoogde eindbegunstigden uit hoofde van de geplafonneerde portefeuillegaranties en de securitisatietransacties zijn kleine en middelgrote ondernemingen van elke omvang ongeacht de sector. Het scala van financiële producten die met de geplafonneerde portefeuille kunnen worden ondersteund, wordt breed gehouden, zodat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende soorten kleine en middelgrote ondernemingen, die zeer uiteenlopende financieringsbehoeften hebben naargelang van de ontwikkelingsfase waarin een onderneming zich bevindt en de sector/industrie waarvan de onderneming deel uitmaakt.

Het is de bedoeling dat het garantie-instrument loopt tot 31 december 2034 (totdat de laatste operaties zijn afgewikkeld). Individuele garantieovereenkomsten met de met de uitvoering belaste entiteit hebben een looptijd van maximaal tien jaar.

Het betreft een gemeenschappelijk instrument met een combinatie van EU-middelen uit COSME en/of Horizon 2020 en ESIF dat in samenwerking met de EIB en het EIF wordt toegepast en is gericht op het beschikbaar maken van extra kredieten voor kleine en middelgrote ondernemingen in specifieke lidstaten. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

In Verordening (EU) nr. 1287/2013 is bepaald dat ten minste 60 % van de totale financiële toewijzing voor de uitvoering van het COSME-programma aan de financiële instrumenten wordt toegewezen. Uitgaande van de in het financieel memorandum voorziene verdeling van het totale voor de financiële instrumenten vastgestelde bedrag tussen het eigenvermogensinstrument (48 %) en het schuldinstrument (52 %), bedraagt het initiële voor de LGF voorziene budget voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 717 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 717 miljoen EUR (59).

De in de rechtsgrondslag vastgelegde hefboomdoelstelling bedraagt 20 à 30, waarbij 1 EUR uit de Uniebegroting tijdens de levensduur van het financiële instrument resulteert in 20 tot 30 EUR aan financiering.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 14 300 tot 21 500 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Leningendienst voor O&I voor kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen uit hoofde van Horizon 2020 — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Deze garantiefaciliteit volgt op en verfijnt het Instrument voor risicodeling (RSI)-proefproject uit hoofde van de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF) in het zevende kaderprogramma, en maakt deel uit van een afzonderlijk financieel schuldinstrument ter ondersteuning van de groei van ondernemingen en hun O&I-activiteiten. Zij is gericht op O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen (met tot 499 werknemers) die leningen van 25 000 EUR à 7,5 miljoen EUR nodig hebben. Leningen van meer dan 7,5 miljoen EUR worden per geval bekeken.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) legt deze faciliteit ten uitvoer door het verstrekken van directe garanties aan financiële intermediairs zoals banken, die de feitelijke leningen aan de eindbegunstigden zullen toekennen. De garantie dekt tot 50 % van de potentiële verliezen van intermediairs. Het EIF biedt ook tegengaranties aan financiële intermediairs (zoals garantie-instellingen) die risicobescherming verlenen aan banken welke leningen aan O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen toekennen.

R&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen die een lening willen aanvragen, moeten contact opnemen met een van de financiële intermediairs die een overeenkomst met het EIF ondertekenen (zie selectieprocedure). Dit is een vraaggestuurde faciliteit, zonder voorafgaande toewijzingen tussen sectoren, landen en regio’s. Behoudens de succesvolle afronding van de onderhandelingen, stimuleert de Commissie het EIF om een specifieke inspanning te leveren om ervoor te zorgen dat een aanzienlijk deel van de eindbegunstigden eco-innovatieve kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen zijn.

Verwachte impact: O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcaps zullen meer O&I kunnen uitvoeren. Indicatoren zijn het aantal met financiële intermediairs ondertekende leningen en het aantal en het volume van de gesloten leningen.

Indicatief tijdschema: Deze faciliteit is beschikbaar sinds 10 juni 2014.

Selectieprocedure:

 

(a)

voor financiële intermediairs: het EIF doet oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling, waarbij de toelatings- en selectiecriteria na overleg met DG Onderzoek & Innovatie in het kader van elke oproep worden vastgesteld.

 

b)

voor verstrekte leningen: overeenkomstig de interne processen van de intermediaire bank of andere financiële instelling waarbij de kleine en middelgrote onderneming een aanvraag indient, onder gebruikmaking van normale commerciële criteria.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De voor de programmeringsperiode 2014-2020 vastgestelde totale begroting voor de leningendienst voor O&I voor kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen afkomstig van het onderdeel „Toegang tot risicofinanciering” van Horizon 2020 bedraagt 1 060 miljoen EUR.

De regeling voor risicodeling met het EIF zal de bijdrage van de Unie aan de leningendienst voor O&I voor kleine, middelgrote en kleine midcapondernemingen van een hefboom van maximaal 9 voorzien, hetgeen zal resulteren in leningfinanciering voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcaps van ongeveer 9 540 miljoen EUR voor de gehele looptijd van het programma.

Het instrument zal ook bijdragen aan de financiële instrumenten die zullen worden ingezet in het kader van het gezamenlijk initiatief voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals bevestigd door de Europese Raad van oktober 2013. Deze bijdrage kan de vorm aannemen van niet-geplafonneerde portefeuillegaranties of securitisatieoperaties en, in combinatie met middelen uit ESIF, Cosme en het EIF, de mezzaninetranche van de portefeuille dekken.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 1 060 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 9 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 9 540 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

Programma voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) — derde zwaartepunt — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — (2014-2020)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1296/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende een programma van de Europese Unie voor werkgelegenheid en sociale innovatie (EaSI) en tot wijziging van Besluit nr. 283/2010/EU tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 238).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 04 03 02 03 — Microfinanciering en sociaal ondernemerschap — Verbetering van de toegang tot en de beschikbaarheid van financiering voor natuurlijke en rechtspersonen, met name voor wie het verst van de arbeidsmarkt af staat, en sociale ondernemingen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstellingen van deze financiële instrumenten zijn vermeld in Verordening (EU) nr. 1296/2013, met name artikel 4:

Algemene doelstelling

De werkgelegenheid en sociale inclusie stimuleren door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van microfinanciering voor kwetsbare mensen die een micro-onderneming willen starten, alsook voor bestaande micro-ondernemingen te verbeteren en de toegang tot financiering voor sociale ondernemingen te vergroten.

In artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1296/2013 vastgelegde specifieke doelstellingen:

de toegang tot en beschikbaarheid van microfinanciering verbeteren voor:

 

kwetsbare personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, of personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of sociaal uitgesloten zijn en die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming wensen op te richten of uit te breiden;

 

micro-ondernemingen, in zowel de aanloop-, als ontwikkelingsfase, met name micro-ondernemingen waar de in het vorige substreepje bedoelde personen in dienst zijn;

 

de institutionele capaciteit van microkredietverstrekkers opbouwen;

 

de ontwikkeling van de markt voor sociale investeringen ondersteunen en de toegang voor sociale ondernemingen tot financiering verbeteren door aandelenkapitaal, quasi-aandelenkapitaal, leningsinstrumenten en subsidies tot 500 000 EUR beschikbaar te stellen voor sociale ondernemingen met een jaaromzet van maximaal 30 miljoen EUR dan wel een jaarbalans van maximaal 30 miljoen EUR en die geen instelling voor collectieve beleggingen zijn.

De Uniebijdrage (exclusief terugbetalingen) kan worden vastgelegd tot en met 31 december 2020, zij het dat, overeenkomstig artikel 30, lid 4 van Verordening (EU) nr. 1296/2013, „de jaarlijkse terugbetalingen die worden gegenereerd door één financieel instrument, aan dat instrument toegewezen” worden tot en met 1 januari 2024 (bron: EaSi-verordening, artikel 30, lid 4). Het budget van de financiële instrumenten voor microfinanciering en sociaal ondernemerschap zal bestaan uit 21 % van het totale EaSI-budget voor 2014-2020, dat 919 469 000 EUR bedraagt in lopende prijzen.

Bij verdeling ervan worden de volgende minimumpercentages in acht genomen:

 

microfinanciering voor kwetsbare groepen en micro-ondernemingen: 45 %;

 

sociaal ondernemerschap: 45 %.

Het resterende bedrag zal tussen beide instrumenten worden verdeeld.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Indicatieve beoogde resultaten zijn 41 000 microleningen aan eindbegunstigden en 1 100 leningen aan sociale ondernemingen. De doelstelling voor microfinanciering is gebaseerd op de in het verleden opgedane ervaring met de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit.

Het streefcijfer voor sociale ondernemingen is gebaseerd op het totale volume van de garanties en gefinancierde instrumentenfondsen, vermenigvuldigd met de verwachte hefboom en gedeeld door een gemiddelde investeringsomvang van 200 000 EUR per sociale onderneming.

De indicatieve begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 96 miljoen EUR (56 miljoen EUR voor microfinanciering en 40 miljoen EUR voor sociaal ondernemerschap).

Het beoogde minimale hefboomeffect is 5,5 voor de levensduur van het garantieonderdeel van het instrument. Op basis van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geschat dat met het totale bedrag van 96 miljoen EUR voor het garantieonderdeel ongeveer 528 miljoen EUR voor de eindbegunstigden zou worden gerealiseerd.

Garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector (programma Creatief Europa) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1295/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2014 tot 2020) en tot intrekking van de Besluiten nr. 1718/2006/EG, nr. 1855/2006/EG en nr. 1041/2009/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 221).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 15 04 01 — Versterking van de financiële capaciteit van het mkb en van kleine en zeer kleine organisaties in de Europese culturele en creatieve sectoren, en bevordering van beleidsontwikkeling en nieuwe zakelijke modellen.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector komt overeen met die van het kaderprogramma Creatief Europa. het waarborgen en bevorderen van de culturele en taalkundige verscheidenheid van Europa, en het versterken van het concurrentievermogen van de culturele en creatieve sector teneinde slimme, duurzame en inclusieve groei te bevorderen, overeenkomstig de Europa 2020-strategie.

De specifieke doelstelling van de garantiefaciliteit voor de culturele en creatieve sector is om de financiële capaciteit van de culturele en creatieve sector te versterken.

De faciliteit richt zich op de volgende punten:

 

de moeilijkheden die kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector ondervinden wanneer zij een lening bij een bank aanvragen;

 

de beperkte verspreiding en uitwisseling van deskundigheid tussen financiële instellingen met betrekking tot financiële analyses van kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector en projecten uit de hele Unie.

De operationele doelstellingen van de faciliteit zijn:

 

bieden van garanties aan banken die te maken hebben met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector, zodat deze laatste gemakkelijker een lening kunnen krijgen;

 

verstrekken van deskundigheid en capaciteitsopbouw voor financiële instellingen;

 

vergroten van het aantal financiële instellingen dat bereid is om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector;

 

maximaliseren van de geografische spreiding binnen Europa van de financiële instellingen die bereid zijn om samen te werken met kleine en middelgrote ondernemingen uit de culturele en creatieve sector.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De voor de hele programmeringsperiode vastgestelde vastleggingen bedragen 121 miljoen EUR, vermeerderd met ten hoogste 2 miljoen EUR verwachte terugvorderingen van het productiegarantiefonds van het Media-programma, overeenkomstig bijlage I van Verordening (EU) nr. 1295/2013. De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 123 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5,7 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen naar schatting 701 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

„Erasmus+ Master”-leninggarantiefaciliteit voor studenten — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport en tot intrekking van Besluiten nr. 1719/2006/EG, nr. 1720/2006/EG en nr. 1298/2008/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 15 02 01 01 (gedeeltelijk) — Bevordering van uitmuntendheid en samenwerking in de Europese onderwijs- en opleidingssector en het belang daarvan voor de arbeidsmarkt.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling van de „Erasmus+ Master” leninggarantiefaciliteit voor studenten (de „faciliteit”) is bevordering en ondersteuning van volledige studiemobiliteit op masterniveau (tweede cyclus hoger onderwijs). De faciliteit biedt gedeeltelijke garanties aan financiële intermediairs die onder gunstige voorwaarden leningen verstrekken aan studenten uit de landen die deelnemen aan Erasmus+ en die een volledig masterprogramma (één of twee jaar) volgen buiten hun land van verblijf en buiten het land waar zij hun bachelordiploma hebben behaald.

Het gaat hierbij om nieuwe leningen voor studenten tot een maximumbedrag van 12 000 EUR voor een eenjarige master en 18 000 EUR voor een tweejarige master.

De leninggarantiefaciliteit voor studenten levert daarmee een rechtstreekse bijdrage aan de doelstelling die de Unieministers in het kader van het Bolognaproces vaststelden om het percentage studenten dat een studie of onderwijsperiode in het buitenland heeft voltooid, voor 2020 te verdubbelen tot 20 %.

Het beheer van de faciliteit op Unieniveau is toevertrouwd aan het Europees Investeringsfonds (EIF), dat overeenkomsten zal sluiten met financiële intermediairs zoals banken of nationale of regionale instellingen voor studieleningen. Deze deelnemende financiële intermediairs benutten dan weer de EU-garantie door studiefinanciering te verstrekken zonder verplichtingen tot onderpand van de student of diens familie en tegen gunstige voorwaarden, bijv. een rente onder het markttarief en bescherming tegen ernstige financiële problemen, zoals een terugbetalingsvrije periode. In die periode kunnen afgestudeerden op zoek gaan naar een baan voordat zij moeten beginnen terug te betalen. Zij kunnen de terugbetaling ook opschorten, zodat de terugbetaling tijdelijk wordt stopgezet als dat nodig is vanwege werkloosheid of zwangerschap.

Het kapitaal voor de leningen wordt gemobiliseerd bij de deelnemende financiële intermediairs; de Unie staat gedeeltelijk garant indien een eindbegunstigde in gebreke blijft wat betreft de terugbetaling van leningen. De leningen worden terugbetaald via „normale” kredietmechanismen van banken. Alle operationele voorlichting en verwerking vindt op lokaal niveau plaats.

De rechtsgrondslag van het Erasmus+-programma 2014-2020 voorziet in een totale Uniebijdrage van 517 miljoen EUR (3,5% van het programmabudget), waardoor ongeveer 200 000 studenten kunnen profiteren van leningen die worden gesteund door de faciliteit. Gezien de late start van de faciliteit en de trage uptake door financieel intermediairs, zijn de vastleggingen voor het jaar 2017 verlaagd.

Het instrument loopt tot 2037 (het programma loopt tot 2020 + 2 jaar voor de vastleggingen + maximaal 15 jaar voor de looptijd van de leningen).

De faciliteit biedt gedeeltelijke garanties tot 90 % van het eerste verlies als de eindbegunstigde in gebreke blijft, met een maximumgarantie van 18 % van de kredietportefeuille. Het verwachte hefboomeffect is 5,7 (d.w.z. ongeveer 3 000 miljoen EUR te verschaffen als kapitaal voor studiefinanciering door deelnemende financiële intermediairs).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 517 miljoen EUR.

De in het programma vastgelegde hefboomdoelstelling is 5,7 tijdens de levensduur van het programma.

Uitgaande van de hefboomdoelstellingen van het programma bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde financiering ongeveer 3 000 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

PF4EE-garantiefaciliteit — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2014, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 34 02 01 — De uitstoot van broeikasgassen in de Unie verminderen.

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van het PF4EE-instrument (particuliere financiering voor energie-efficiëntie) is het bieden van toegang tot adequate en betaalbare commerciële financiering voor in aanmerking komende investeringen in energie-efficiëntie (EE) in het kader van regelingen die deelnemende landen hebben ontwikkeld om hun nationale actieplannen voor energie-efficiëntie (NEEAP) of andere programma's ten uitvoer te leggen in overeenstemming met EU-richtlijnen inzake energie-efficiëntie.

Het PF4eE-instrument biedt het volgende aan financiële intermediairs: i) een portefeuillegewijze kredietrisicobescherming (faciliteit voor risicodeling), gecombineerd met ii) deskundige ondersteuning voor financiële intermediairs bij de uitvoering van het PF4eE-instrument, iii) langetermijnfinanciering door de EIB.

De faciliteit voor risicodeling is ontworpen om het kredietrisico terug te dringen waarmee financiële intermediairs worden geconfronteerd wanneer zij kredieten verstrekken aan eindbegunstigden die in aanmerking komende EE-investeringen uitvoeren. De faciliteit zal met op een pandrekening gestorte EU-middelen een deel van de risico's afdekken op EE-leningen opgenomen in de portefeuille die financiële intermediairs samenstellen voor de financiering van EE-investeringen.

De faciliteit voor risicodeling is erop gericht de kredietverlening en de financieringsvoorwaarden voor eindbegunstigden te verbeteren, onder meer door middel van lagere prijzen, langere looptijden en minder strenge vereisten betreffende zekerheden. De EIB-lening voor EE aan de financiële intermediairs kan een aanvulling op de faciliteit voor risicodeling vormen. De EIB versterkt dergelijke leningen voor EE tegen concurrerende tarieven en met lange looptijden.

PF4eE moet operationeel zijn zolang de door de RSF gedekte onderliggende leningen uitstaan. De toegestane maximale looptijd in het kader van de RSF voor risicodeling is 20 jaar. Daarom zal PF4eE voor maximaal 20 jaar na de afronding van de tenuitvoerleggingsperiode (2042) van kracht zijn.

Onder de eindbegunstigden zijn onder andere particulieren, verenigingen van huiseigenaren, kmo’s, ondernemingen of overheidsinstellingen/-organen die in energie-efficiëntie investeren conform het NEEAP van elke lidstaat.

De hoogte van de aan de begunstigden verstrekte EE-leningen varieert van 40 000 EUR, hetgeen kan worden teruggebracht om kleine investeringen in de woningbouw mogelijk te maken, tot 5 miljoen EUR en in uitzonderlijke gevallen tot 15 miljoen EUR.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De uitvoering van PF4eE is bij de ondertekening van de delegatieovereenkomst op 8 december 2014 van start gegaan.

In het kader van PF4eE kunnen in de periode 2014-2017 6 à 10 financieringsovereenkomsten (EIB-leningen voor EE en RSF/steunfaciliteit voor deskundigen) met financiële intermediairs worden gesloten.

De vastgestelde begroting voor PF4eE tussen 2014 en 2017 bedraagt 80 miljoen EUR. Het hefboomeffect betreffende de EIB is naar verwachting 6. Rekening houdend met het feit dat de EIB op basis van het eigen beleid ten hoogste 75 % van de in aanmerking komende investeringen in EE mag financieren, is het hefboomeffect betreffende investeringen 8.

Op basis van de in 2015 en 2016 aangegane verrichtingen en de in het vooruitzicht gestelde verrichtingen mikt de EIB thans op 1 000 miljoen EUR aan nieuwe investeringen in energie-efficiëntie tijdens de proeffase 2014-2017 (430 miljoen EUR van de EIB en 570 miljoen EUR van financiële intermediairs) in tien lidstaten.

Instrumenten voor risicodeling

Financieringsfaciliteit voor risicodeling uit hoofde van het zevende kaderprogramma (RSFF) inclusief RSI (proefgarantiefaciliteit voor O&I-gestuurde kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 08 02 51 (gedeeltelijk) — Voltooiing van het voorgaande kaderprogramma voor onderzoek — zevende kaderprogramma — Acties onder contract (2007-2013).

In de periode 2007-2013 is in totaal 1 230,73 miljoen EUR uit de algemene begroting van de Unie vastgelegd (initiële begroting zevende kaderprogramma plus aanvullende vastleggingskredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) en betaald aan de EIB ter ondersteuning van de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF), waarvan 960,73 miljoen EUR voor de RSFF en 270 miljoen EUR voor het Instrument voor risicodeling (RSI).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Een van de hoofddoelstellingen van de RSFF is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de Unie, met name door projectontwikkelaars uit de particuliere sector. De faciliteit moet bijdragen aan de financieringsbehoeften van innovatieve projecten en ondernemingen ongeacht hun omvang en rechtsvorm, met inbegrip van midcap- en mkb-ondernemingen.

De faciliteit ondersteunt financiering voor alle sectoren van onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en innovatie (RDI), van fundamenteel onderzoek tot technologische ontwikkeling, demonstratie en innovatie. De beleidsdoelstellingen en daarmee samenhangende investeringsbehoeften zijn sectoroverschrijdend en worden op vraaggestuurde basis aangepakt, waarbij geldt dat wie het eerst komt, het eerst maalt.

De RSFF werd gezamenlijk ontwikkeld door de Commissie en de EIB en werd opgericht in juni 2007. De EU en de EIB fungeren als risicodelende partners voor leningen die de EIB direct of indirect verstrekt aan de begunstigden. De Europese Unie heeft, via de begrotingsmiddelen voor het zevende kaderprogramma, samen met de EIB in totaal 2 000 miljoen EUR (elk 1 000 miljoen EUR) uitgetrokken voor de periode 2007-2013, om verliezen te dekken van RSFF-leningen die niet worden afgelost. Door deze bijdragen van de EU/EIB kon de EIB voor 10 000 miljoen EUR aan leningen verstrekken aan bedrijven en onderzoekers voor hun investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.

Zowel onderzoeksintensieve entiteiten (bedrijven, individuele projecten) als onderzoeksinfrastructuren komen in aanmerking voor de RSFF. De leningen kunnen worden gebruikt voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie door projectontwikkelaars en begunstigden in de 28 lidstaten en de geassocieerde landen.

Aanvankelijk (tot 2010) vond risicodeling tussen de Unie en de EIB per individuele lening plaats. Op aanbeveling van een onafhankelijke deskundigengroep worden sinds 2011 de risico's op portefeuillebasis gedeeld, waarbij de Unie het eerste verlies draagt. De EIB neemt de risico's boven een bepaalde drempel voor haar rekening wanneer de risicoabsorptiecapaciteit van de Unie verzadigd is.

Begin 2012 is een nieuwe proefgarantiefaciliteit gelanceerd, het RSI (het risicodelingsinstrument voor kleine en middelgrote bedrijven en kleine midcapondernemingen met tot 499 werknemers) om de toegang tot leningen voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie te verbeteren. De RSI-garantiefaciliteit hoort bij de uitvoering van de RSFF en wordt uitgevoerd door het Europese Investeringsfonds (EIF). Voor deze garantiefaciliteit voor het RSI-proefproject bedroeg de Uniebijdrage afkomstig van het zevende kaderprogramma (plus bijkomende kredieten van de EVA en derde landen voor dat programma) voor de periode 2012/2013 270 miljoen EUR.

Een bedrag van 375 miljoen EUR is terugbetaald uit de RSFF aan de eigenvermogensfaciliteit voor het Horizon 2020-instrument.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 960,73 miljoen EUR voor de RSFF.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5 tijdens de levensduur van het RSFF-financiële instrument.

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor het RSFF-instrument werd het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 5 000 miljoen EUR, maar tijdens de gehele looptijd van het programma werd uiteindelijk 10 500 miljoen EUR bereikt.

Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie in het kader van Horizon 2020 (InnovFin Debt) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (2014-2020) (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

Verordening (EU) nr. 1290/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de deelname aan acties en de verspreiding van resultaten in het kader van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)” en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1906/2006 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 81).

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie.

Post 08 02 03 03 — Overschakelen naar een betrouwbaar, duurzaam en concurrerend energiesysteem.

Post 08 02 03 01 — Verbeteren van gezondheid en welzijn gedurende het hele leven.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De doelstelling is het verbeteren van de toegang tot schuldfinanciering — leningen, garanties, tegengaranties en andere vormen van schuld- en risicofinanciering — voor publieke en private entiteiten en publiek-private partnerschappen die zich bezighouden met onderzoeks- en innovatieactiviteiten waarvoor risicodragende investeringen nodig zijn om tot wasdom te komen. De nadruk hierbij ligt op het ondersteunen van onderzoek en innovatie met veel potentie om resultaten van topniveau te behalen.

De beoogde eindbegunstigden zijn juridische entiteiten van allerlei omvang, met name kleine en middelgrote ondernemingen, die geld kunnen lenen en terugbetalen om snel innovatieve activiteiten uit te voeren en groei te bewerkstelligen, evenals bijvoorbeeld midcap- en grote ondernemingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen, onderzoeks- en innovatie-infrastructuren, publiek-private partnerschappen en bijzondere investeringsconstructies of projecten.

De Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie wordt uitgevoerd via een platform met verschillende producten die specifiek zijn toegesneden op bepaalde behoeften. De belangrijkste partner als met de tenuitvoerlegging van de Lening- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie belaste entiteit is de Europese Investeringsbank (EIB).

De financiering van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie berust op 2 pijlers:

 

een vraaggestuurde, waarbij leningen en garanties worden verstrekt aan wie een aanvraag doet („first come, first served”), met kmo's en midcaps als specifieke steunbegunstigden. Deze component moet inspelen op het gestaag groeiende volume aan door de vraag bepaalde RSFF-leningen. Deze vraaggestuurde component wordt ondersteund door de begroting van het Horizon 2020-programma voor toegang tot risicofinanciering;

 

een aanbodgestuurde, gericht op beleidsterreinen en sleutelsectoren die cruciaal zijn voor het aanpakken van maatschappelijke problemen, het vergroten van het concurrentievermogen, het ondersteunen van duurzame, koolstofarme, inclusieve groei, en die een schoon milieu en andere collectieve goederen opleveren. Deze component stelt de Unie in staat om de onderzoeks- en innovatieaspecten van sectorale beleidsdoelstellingen te behartigen en wordt gesteund vanuit andere delen van Horizon 2020, andere kaderregelingen, programma's en begrotingsonderdelen van de Uniebegroting, specifieke regio's en lidstaten die met eigen middelen daartoe willen bijdragen (o.a. via de Structuurfondsen) en/of welbepaalde entiteiten (zoals de gemeenschappelijke technologie-initiatieven) of initiatieven.

Het instrument zal naar verwachting in de periode 2027-2030 aflopen.

Het totale budget (primaire kredieten) dat voor de programmeringsperiode 2014-2020 voor de vraaggestuurde component van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie is uitgetrokken bedraagt 1 060 miljard EUR. Deze Horizon 2020-begrotingsbijdrage zal door de EIB met eigen middelen voor minstens een gelijk bedrag worden aangevuld, waardoor de totale kredietverleningscapaciteit en de impact van de krediet- en garantiefaciliteit voor onderzoek en innovatie met een factor twee wordt verhoogd.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 1 500 miljoen EUR, waarvan 440 miljoen EUR uit de Financieringsfaciliteit voor risicodeling (RSFF) van het zevende kaderprogramma.

De in de rechtsgrondslag vooraf bepaalde hefboomdoelstelling is 12,5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 19 000 miljoen EUR.

CEF-schuldinstrument opgezet als instrument voor risicodeling (met inbegrip van oude instrumenten uit de periode 2007-2013: LGTT en de proeffase van de projectobligaties PBI) — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Dit instrument kan worden gedekt door de volgende begrotingsonderdelen:

Post 06 02 01 05 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in vervoersinfrastructuurprojecten

Artikel 09 03 02 — Een gunstiger klimaat voor particuliere investeringen in infrastructuurprojecten op het gebied van telecommunicatie creëren — CEF Breedband.

Post 32 02 01 04 — Het scheppen van een klimaat dat gunstiger is voor particuliere investeringen in energieprojecten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Financiële instrumenten

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1316/2013 is het doel van de financiële instrumenten in het kader van de CEF, de toegang tot project- en bedrijfsfinanciering voor infrastructuurprojecten te vergemakkelijken door de inbreng van de Unie als hefboom te gebruiken. Zij moeten de financiering mogelijk maken van projecten van gemeenschappelijk belang en met een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU en een grotere inbreng van de private sector in de langetermijnfinanciering van dergelijke projecten op het gebied van transport, energie en telecommunicatie (beperkt tot breedbandnetwerken) faciliteren.

De instrumenten zijn bedoeld voor projecten die op middellange en lange termijn financiering behoeven en moeten leiden tot meer voordelen wat betreft impact op de markt, administratieve doelmatigheid en efficiënte besteding van middelen.

Daarnaast bieden deze instrumenten een samenhangend en marktgericht pakket van Uniesteun voor partijen die betrokken zijn bij infrastructuurprojecten, zoals financiers, overheden, infrastructuurbeheerders, bouwbedrijven en exploitanten.

In 2014 besloot de Commissie, na de voorafgaande CEF-beoordeling waarin artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 voorziet, een (schuld)risicodelingsinstrument voor leningen en garanties op te zetten dat ook steun zal verlenen voor projectobligaties. Deze beoordeling vooraf is te vinden op: http://www.europarl.europa.eu/meetdocs/2014_2019/documents/tran/dv/exanteassessmentcef_/exanteassessmentcef_en.pdf

Ook is een voorafgaande CEF-eigenvermogensinstrumentbeoordeling ter aanvulling van de voorafgaande CEF (CEF DI)-schuldinstrumentbeoordeling uitgevoerd, met als bijzondere aandachtspunten energie, breedband en ICT. Op grond van Verordening (EU) nr. 1316/2013 kan een eigenvermogensinstrument worden opgericht.

Implementatie van het CEF-schuldinstrument en samenvoeging van alle andere financiële instrumenten bij Verordening (EG) nr. 680/2007

Het CEF DI wordt uitgevoerd na de ondertekening van een delegatieovereenkomst met de EIB in juli 2015. De overeenkomst omvat ook de samenvoeging van bestaande instrumenten (LGTT en PBI) met het nieuwe schuldinstrument in het kader van de CEF dat op 1 januari 2016 in werking trad.

Impact op de begroting

In artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1316/2013 („de CEF-verordening”), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/1017, is bepaald dat de indicatieve Uniebijdrage voor de financiële instrumenten voor de periode 2014-2020 ten hoogste 8,4 % van de totale CEF-begroting mag bedragen. Dit percentage mag onder bepaalde, in artikel 21, lid 4, van de CEF-verordening vastgestelde voorwaarden worden verhoogd tot 10 %.

Duur van het CEF-schuldinstrument

De laatste tranche van de Uniebijdrage aan het CEF DI wordt tegen 31 december 2020 door de Commissie vastgelegd. De feitelijke goedkeuring van schuldfinanciering door de EIB wordt uiterlijk op 31 december 2022 afgerond.

Risicodelingsinstrument voor leningen en garanties

De in de vorm van achtergestelde leningen verstrekte financiering bedraagt ten hoogste 30 % van het totale bedrag van de niet-achtergestelde schulden. De uit hoofde van het CEF DI verstrekte financiering van niet-achtergestelde schuld mag niet meer bedragen dan 50 % van het totale bedrag aan door de EIB verstrekte niet-achtergestelde schuldfinanciering.

Administratieve, prestatie- en kasbeheersvergoedingen

Overeenkomstig de rechtsgrondslag, bedragen de aan de EIB te betalen administratieve en prestatievergoedingen respectievelijk niet meer dan 2 % en 3 % van de effectief per operatie gebruikte EU-bijdrage.

Overeenkomstig artikel 13, lid 5, van de Financiële en Administratieve Kaderovereenkomst bedraagt de kasbeheersvergoeding ten hoogste 1 % van de effectief gedurende de looptijd van het financieel instrument voor operaties gebruikte bijdrage van de Unie.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Wat de energiesector betreft, moet het CEF DI de toegang van projecten van gemeenschappelijk belang tot langetermijnschuldfinanciering vergemakkelijken, voor zowel project- als bedrijfsfinanciering. Het instrument moet in het bijzonder projecten van gemeenschappelijk belang ondersteunen door de toegang tot vreemd vermogen afkomstig van commerciële kredietverstrekkers, institutionele beleggers of niet-achtergestelde leningen van de EIB vergemakkelijken. De delegatieovereenkomst bepaalt dat andere categorieën van activa op energiegebied (bv. hernieuwbare opwekking, slimme distributienetten) gebruik kunnen maken van het CEF DI wanneer zij speciaal gereserveerde bijdragen krijgen van andere programma's of organen.

Ten aanzien van de sector breedband moet het CEF-schuldinstrument de efficiënte doorstroming van private en publieke investeringen vergemakkelijken om de uitrol en modernisering van breedbandnetwerken met hoge snelheid te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van de digitale agenda voor Europa. Om de beperkte aan CEF-breedband toegewezen middelen optimaal te laten renderen, dient het CEF-schuldinstrument ter beschikking te staan voor projecten waarbij de meest geschikte technologie wordt toegepast, die innoverende bedrijfsmodellen stimuleren en een groot potentieel inzake reproduceerbaarheid hebben. Het CEF-schuldinstrument zal in het bijzonder tegemoet komen aan de bijzondere behoeften van voorstedelijke, rurale en dunbevolkte, minder ontwikkelde gebieden, die over zeer snelle verbindingen moeten kunnen beschikken. Hieronder vallen de introductie van breedbandnetwerken die eilanden en niet aan zee grenzende, bergachtige, afgelegen en perifere regio's, waaronder insulaire lidstaten, verbinden met de centrale regio's van de Unie, en/of acties om de betrouwbaarheid of prestaties van de verbindingen tussen dergelijke regio's en centrale regio's van de Unie te verbeteren.

Wat de vervoerssector betreft, zal het CEF-schuldinstrument dienen om de totale investeringen in vervoersinfrastructuur in de EU in de periode 2014-2020 op te krikken, overeenkomstig de beleidsdoelstellingen en investeringsvolumes vastgesteld in de rechtsgrondslag en in Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1). Om complementariteit tussen de in het kader van de CEF en het EFSI gesteunde projecten te verzekeren, focust de CEF op het bevorderen van projecten die in aanmerking komen uit hoofde van de richtsnoeren voor TEN-T, met inbegrip van cruciale Europese vlaggenschipinitiatieven zoals de uitrol van ERTMS, SESAR en de vergroening van de vloot, investeringen in het kernnetwerk en uitgebreide netwerken die zijn vastgesteld in de CEF-verordening en in de richtsnoeren voor TEN-T.

Financiële parameters en hefboomeffect

Er zijn zodanige parameters voor het delen van de risico's en ontvangsten vastgesteld, dat specifieke beleidsdoelstellingen, waaronder toespitsing op bijzondere projectcategorieën, verwezenlijkt kunnen worden met behoud van de marktgeoriënteerde aanpak van het CEF DI.

De beoogde hefboomfactor van het CEF DI, d.w.z. de totale financiering (EU-bijdrage plus inbreng uit andere financiële bronnen) gedeeld door de bijdrage van de Unie, gaat van 6 tot 15, afhankelijk van de aard van de operatie (gelopen risico, begunstigden en soort schuldfinanciering).

Momenteel bestaat de CEF DI-portefeuille uit 11 projecten:

 

i)

3 projecten die voorheen deel uitmaakten van de LGTT-portefeuille (totale projectkosten 9 294,7 miljoen EUR);

 

ii)

7 projecten die voorheen deel uitmaakten van de PBI-portefeuille: 1 project in de sector energie (projectkosten 424,9 miljoen EUR), 1 ICT-project (projectkosten 189,1 miljoen EUR) en 5 vervoersprojecten (projectkosten 3 451,6 miljoen EUR), en

 

iii)

1 oorspronkelijk onder LGTT gesteund vervoersproject dat werd geherfinancierd met het CEF DI in 2016 voor 505 miljoen EUR aan projectkosten (bedrag op het moment van herfinanciering).

Daarnaast heeft de Commissie met de EIB de eerste Green Shipping Guarantee ondertekend, die op haar beurt een individuele garantie heeft afgesloten met een particuliere bank in november 2016, voor een totaalbedrag van 150 miljoen EUR.

Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal — 2014-2020

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1293/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake de vaststelling van een programma voor het milieu en klimaatactie (LIFE) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 614/2007 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 185), met name artikel 17, lid 1.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 07 02 02 — Tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies.

Artikel 34 02 02 — De weerbaarheid van de Unie tegen klimaatverandering vergroten.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De Financieringsfaciliteit natuurlijk kapitaal (NCFF) dient ter financiering van initiële investeringen en exploitatiekosten voor inkomstengenererende of kostenefficiënte proefprojecten ter bevordering van het behoud, het herstel, het beheer en de versterking van natuurlijk kapitaal voor biodiversiteit en aanpassingsvoordelen, waaronder ecosysteemgerichte oplossingen voor de uitdagingen met betrekking tot land, bodem, bosbouw, landbouw, water en afval. De NCFF combineert directe en indirecte projectfinanciering door middel van eigen en vreemd vermogen.

Aangezien de projecten die worden gesteund door de NCFF, projecten zullen zijn waarin de Europese Investeringsbank (EIB) gewoonlijk niet investeert, hetzij omdat zij te klein zijn of omdat het veronderstelde hoge risico te hoog is, zal de faciliteit bestaan uit een risicodelingsmechanisme waarbij de Uniemiddelen eerste verliezen zouden opvangen ingeval projecten mislukken. Het exacte uitvoeringsmechanisme is in een delegatieovereenkomst tussen de Commissie en de EIB vastgelegd, waarin ook precieze uitsluitings- en selectiecriteria voor projecten worden bepaald om ervoor te zorgen dat de juiste prioriteiten in het selectieproces worden ingebouwd en dat er voldoende sectorale en geografische dekking is.

Er wordt voorzien in een steunfaciliteit voor deskundigen om ervoor te zorgen dat de projecten een voor financiering toereikend stadium van maturiteit bereiken. De tenuitvoerlegging van de NCFF is toevertrouwd aan de EIB door middel van indirect beheer.

De NCFF-proeffase voorziet in een programmeringsperiode 2014-2017 en een uitvoeringsperiode die tot 2019 loopt. De Uniebijdrage die voor deze periode is uitgetrokken, bedraagt 60 miljoen EUR inclusief 10 miljoen EUR voor de faciliteit voor technische bijstand.

De NCFF zal in twee fasen worden ontwikkeld: een proeffase waarin verschillende financieringsmogelijkheden getest kunnen worden, om zich vervolgens tijdens een tweede — operationele fase te kunnen richten op de meest geschikte benaderingen.

De projecten vallen in vier brede categorieën uiteen:

 

betalingen voor ecosysteemdiensten (PES): projecten die betalingen met zich meebrengen voor de stromen van voordelen als gevolg van natuurlijk kapitaal, gewoonlijk een kleinschalige bilaterale transactie met een welbepaalde koper en verkoper van een ecosysteemdienst. Ze zijn gebaseerd op het beginsel dat de begunstigde betaalt, waarbij betalingen worden uitgevoerd om kritische ecosysteemdiensten te beveiligen.

 

Groene Infrastructuur (GI): GI is een strategisch opgezet netwerk van natuurlijke en seminatuurlijke gebieden met diverse milieukenmerken, dat is ontworpen en wordt beheerd voor het leveren van een brede reeks ecosysteemdiensten. Het omvat groene ruimten (of blauwe wanneer het om aquatische ecosystemen gaat) en andere fysieke kenmerken in landzones (met inbegrip van kustzones) en zeezones. Op het land is GI aanwezig in plattelands- en stedelijke omgevingen. Aan de hand van GI-projecten kunnen inkomsten worden gegenereerd of kosten worden bespaard op basis van de levering van goederen en diensten, waaronder waterbeheer, luchtkwaliteit, bosbouw, recreatie, overstromings-/erosie-/brandbestrijding, bestuiving, toegenomen weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

 

biodiversiteitscompensaties: het gaat hier om instandhoudingsacties ter compensatie van de onvermijdelijke restschade aan de biodiversiteit als gevolg van ontwikkelingsprojecten. Zij zijn gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt, waarbij compensaties worden toegepast voor naleving of om reputatierisico’s te beperken. Projecten gericht op het compenseren van schade aan Natura 2000-gebieden overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7) komen niet in aanmerking voor financiering uit de NCFF.

 

innovatieve pro-biodiversiteits- en aanpassingsinvesteringen: dit zijn projecten waarbij het gaat om de levering van goederen en diensten, vooral door kleine en middelgrote ondernemingen, die gericht zijn op de bescherming van de biodiversiteit of het verhogen van de weerbaarheid van gemeenschappen en andere bedrijfstakken.

Het doel is om projecten met een voldoende brede geografische en sectorale dekking te vinden en te financieren en tegelijkertijd diverse financiële mechanismen te testen, om de reproduceerbaarheid ervan in de gehele Unie veilig te stellen tijdens de operationele fase.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Tijdens de initiële proefperiode wordt de NCFF geacht 9 tot 12 activiteiten (met inbegrip van indirecte activiteiten) op jaarbasis uit te voeren. Verwacht wordt dat het per investeringsoperatie ingebrachte bedrag tussen 5 en 15 miljoen EUR zal liggen.

De geraamde EU-begrotingstoewijzing voor de programmeringsperiode (2014-2017) bedraagt 60 miljoen EUR (inclusief 10 miljoen EUR voor de faciliteit voor technische bijstand).

De in de rechtsgrondslag vooraf bepaalde hefboomdoelstelling is 2-4 tijdens de levensduur van het financiële instrument (tot 31 december 2019).

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde investeringen/leningen naar schatting minstens 120 miljoen EUR tijdens de gehele looptijd van het programma.

EU-mkb-initiatief — 2014-2020 (gedeelte indirect beheer door de Commissie, d.w.z. Cosme/Horizon 2020) (60)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1287/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van een programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (Cosme) (2014-2020) De Commissie heeft financiële instrumenten gecreëerd om de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen in hun start- en groeifase en in de overdrachtsfase te vergemakkelijken en te verbeteren en die een aanvulling zijn op het gebruik van financieringsinstrumenten voor kleine en middelgrote ondernemingen door de lidstaten op nationaal en regionaal niveau.

Horizon 2020: Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1). Overeenkomstig Besluit nr. 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (2014-2020) en tot intrekking van Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965) heeft de Commissie financieringsinstrumenten in het leven geroepen die erop gericht zijn de toegang tot risicofinanciering te vergemakkelijken voor eindontvangers die onderzoeks- en innovatieprojecten uitvoeren.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Cosme: Artikel 02 02 02 — Kleine en middelgrote ondernemingen meer toegang geven tot financiering in de vorm van eigen vermogen en schuld,

Horizon 2020: post 08 02 02 02 — Verbeteren van de toegang tot risicokapitaal voor investeringen in onderzoek en innovatie

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het mkb-initiatief is op 27-28 juni 2013 in een gezamenlijk rapport van de Commissie en de EIB aan de Europese Raad voorgesteld en beoogt complementair te zijn met en gebruik te maken van op nationaal niveau en Unieniveau bestaande mkb-steunprogramma's. Dit initiatief is meer in het bijzonder een gemeenschappelijk instrument waarmee Uniemiddelen van COSME, Horizon 2020 en EFRO-Elfpo, in samenwerking met de EIB en het EIF, worden gebundeld om additionele kredieten aan het midden- en kleinbedrijf te verstrekken. De implementatie van dit initiatief is aan de EIB toevertrouwd. In het kader van dit initiatief staan drie financieringsinstrumenten ter beschikking, die in wezen twee alternatieve soorten verrichtingen behelzen:

 

a)

onbeperkte garanties die kapitaalbescherming bieden aan financiële intermediairs voor nieuwe portefeuilles schuldfinanciering voor het mkb, en

 

b)

securitisatie-instrumenten (met twee mogelijkheden: optie 1 — een securitisatie-instrument met inbreng van de lidstaat exclusief gebruikt voor de deelnemende lidstaat, en optie 2 — een securitisatie-instrument met inbreng van meerdere lidstaten gebruikt om bescherming te bieden voor de totale blootstelling, in het bijzonder op de mezzaninetranches met EIF-garantie).

Budgettair bepaalt Verordening (EU) nr. 1303/2013 dat in totaal ten hoogste 8 500 miljoen EUR uit het EFRO-Elfpo wordt vastgelegd voor het mkb-initiatief. In dat scenario zou het overeenkomstige maximum uit Cosme en Horizon 2020 voor elk van beide programma's 175 miljoen EUR bedragen voor de periode 2014-2016.

Eind 2016 was het mkb-initiatief ten uitvoer gelegd in zes lidstaten, namelijk Spanje, Malta, Bulgarije, Roemenië en Finland in het kader van het instrument voor onbeperkte garantie, en Italië in het kader van het securitisatie-instrument (optie 1).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Aangezien de door de geselecteerde financiële intermediair gecreëerde nieuwe schuldfinanciering ook een bedrag omvat van twintig maal de Cosme-bijdrage en/of negen maal de Horizon 2020-bijdrage, moet dat deel van het nieuwe schuldfinancieringsportfolio dat voortvloeit uit Cosme- en/of Horizon 2020-bijdragen op grond van Verordeningen (EU) nr. 1287/2013 en (EU) nr. 1291/2013 voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria van, respectievelijk, Cosme en/of Horizon 2020. De volgende tabel geeft ter illustratie de berekening van de beoogde hefboom voor het mkb-initiatief, volgens de overeengekomen benadering voor dit soort berekening.

Berekening van de hefboomdoelstelling voor het mkb-initiatief in Spanje

 

SIUGI risicodekking

Risicodrager

Maximale omvang risicodekking (EUR)

Beoogde rating (ten minste)*

Senior Risk Cover

EIB

1 974 461 538,46

Aa3

Upper Mezzanine Risk Cover

EIF

128 769 230,77

Baa3

Middle Mezzanine Risk Cover

Horizon 2020

14 307 692,31

Ba1

Lower Mezzanine Risk Cover

ESIF

85 846 153,85

Ba2

Junior Risk Cover

ESIF

658 153 846,15

Zonder rating

Guaranteed Portfolio without originator

(komt overeen met 50 % vanwege garantiepercentage van 50 %)

 

2 861 538 461,54

 

Originator's risk (eigen risico bank)

 

50  %;

 

Totaal bedrag van de gewaarborgde portefeuille (100 %)

 

5 723 076 923,08

 

Totaal EFRO/Cosme/Horizon2020

 

758 307 692,31

 

Hefboomfactor in relatie tot EFRO (maar gebaseerd op middelen van EFRO, Horizon 2020, EIB en EIF)

 

7,7

 

Aparte investeringsconstructies

FCP-FIS in het kader van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (EPMF FCP-FIS) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 04 03 53 (gedeeltelijk) — Voltooiing van andere activiteiten

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het doel van de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit (de „faciliteit”) is tweeledig: enerzijds betere toegang tot microfinanciering voor personen die een micro-onderneming willen beginnen of verder uitbreiden, of die zich als zelfstandige willen vestigen, door Europese verstrekkers van microfinanciering in staat te stellen hun kredietvolume aan deze groep uit te breiden; anderzijds bevordert de faciliteit een betere toegang tot microfinanciering door het risico voor de verstrekkers ervan te beperken. Hiermee komt microfinanciering ook binnen bereik van groepen die er eerder geen toegang toe hadden, bijvoorbeeld omdat men onvoldoende onderpand kon bieden of omdat de rente zeer hoog had moeten zijn gelet op het feitelijke risicoprofiel.

De faciliteit verschaft middelen van de Unie om de toegang tot en de beschikbaarheid van microfinanciering te verbeteren voor:

 

personen die hun baan verloren hebben of dreigen te verliezen of die moeilijk toegang krijgen tot of kunnen terugkeren op de arbeidsmarkt, alsook personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd of kwetsbare personen die qua toegang tot de traditionele kredietmarkt in een nadelige positie verkeren en die hun eigen micro-onderneming willen oprichten of uitbreiden of zich als zelfstandige willen vestigen;

 

micro-ondernemingen, met name in de sociale economie, alsmede micro-ondernemingen waar de in het voorgaande streepje bedoelde personen in dienst zijn.

Voor de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 wordt op de Uniebegroting 103,6 miljoen EUR gereserveerd voor de faciliteit, waarvan 23,6 miljoen EUR voor de EPMF-garantiefaciliteit (EPMF-G) en 80 miljoen EUR voor het EPMF Fonds Commun de Placement — Fonds d’Investissement spécialisé (FCP-FIS) is bestemd.

De faciliteit wordt, naargelang van de behoeften, aangewend voor de volgende soorten acties:

 

garanties (EPMF-G);

 

schuldinstrumenten en eigenvermogensinstrumenten;

 

ondersteunende maatregelen, zoals communicatieactiviteiten, monitoring, controle, audit en evaluatie, enz., die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke en doeltreffende tenuitvoerlegging van Besluit 283/2010/EU en voor de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

Het onderdeel microkredieten blijft volledig van kracht tot 31 december 2020.

De FCP-FIS loopt naar verwachting af op 30 april 2020.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Sinds het einde van de vastleggingsperiode zijn door de Commissie geen verdere budgettaire vastleggingen meer gedaan.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 103,6 miljoen EUR (cumulatief budget voor de EPMF-garantiefaciliteit en EPMF FCP-FIS).

De hefboomdoelstelling van de EPMF-faciliteit is 4,83 tijdens de levensduur van de financiële instrumenten (EPMF-garantiefaciliteit en EPMF FCP-FIS).

Op basis van de hefboomdoelstellingen voor de EPMF-faciliteit wordt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningen geraamd op ongeveer 500 miljoen EUR.

Voor EPMF FCP-FIS is voor 2010-2013 in totaal 80 miljoen EUR vastgelegd in de begroting. De beoogde volumes van de kredietverstrekking aan begunstigde personen en micro-ondernemingen worden geraamd op 226,4 miljoen EUR voor de schuld- en vermogensinstrumenten van EPMF (FCP-FIS) (61).

Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (Marguerite) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2010) 941 van de Commissie van 25 februari 2010 over de deelname van de Europese Unie aan het Europees Fonds 2020 voor energie, klimaatverandering en infrastructuur (het Margueritefonds).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 06 02 51 (gedeeltelijk) — Afronding van het programma trans-Europese netwerken.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Margueritefonds is een pan-Europees eigenvermogensfonds dat is ontwikkeld in de context van de financiële crisis en om tegemoet te komen aan de behoefte aan succesvolle langetermijnfinanciering voor infrastructuur in Europa. Het fonds verleent steun voor infrastructuurinvesteringen in vervoer (TEN-T), energie (TEN-E) en hernieuwbare energiebronnen in de lidstaten, voornamelijk voor volledig nieuwe projecten.

De belangrijkste sponsors zijn langetermijninvesteerders uit de publieke sector uit Frankrijk (CDC), Italië (CdP), Duitsland (KfW), Spanje (ICO) en Polen (PKO), alsmede de Europese Investeringsbank (EIB) en de Commissie. Bij de afsluiting zal de uiteindelijke omvang van het Margueritefonds bijna 710 miljoen EUR bedragen.

Samengevoegde vastleggingen: 80 miljoen EUR uit de Uniebegroting voor TEN-T.

Verwachte resultaten:

 

30 tot 40 % van de totale vastleggingen wordt geïnvesteerd in vervoer;

 

25 tot 35 % wordt geïnvesteerd in energie;

 

35 tot 45 % wordt geïnvesteerd in hernieuwbare energie;

 

ten minste 3,5 maal het bedrag aan vastleggingen van de Unie wordt geïnvesteerd in projecten die in aanmerking komen voor TEN-T.

Het Margueritefonds heeft een looptijd van ten hoogste twintig jaar vanaf de eerste sluiting (december 2009), maar deze kan worden verlengd met maximaal twee extra termijnen van een jaar (tot december 2031). De investeringsperiode van het fonds loopt af in december 2016 (vier jaar na de definitieve afsluiting), met een mogelijke verlenging met maximaal twee extra termijnen van een jaar. De periode werd met één jaar verlengd (december 2017).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 80 miljoen EUR (volledig vastgelegd in 2010).

In de rechtsgrondslag is geen hefboomeffect van tevoren vastgesteld en er is geen evaluatie vooraf opgesteld door de diensten van de Commissie voordat de Commissie besloot te investeren in het speciale investeringsvehikel. Consultants hebben evenwel een marktanalyse verricht waarin voor de stichtende investeerders van het Margueritefonds in 2009 het bestaan van een equity gap voor Europese infrastructuur wordt onderzocht en waar de diensten van de Commissie toegang toe hebben gehad.

Tussen 2009 en 2016 investeerde het Margueritefonds 456 miljoen EUR in twaalf projecten (hoofdzakelijk in aandelen en „mezzanine”-leningen). Het totale bedrag aan eigen vermogen ter beschikking gesteld aan die projecten beliep 1 842 miljoen EUR eind 2016, terwijl het totale bedrag aan gemobiliseerde investeringen (eigen en vreemd vermogen samen) eind 2016 5 402 miljoen EUR (62) bedroeg. Tot op heden heeft de Commissie 43,72 miljoen EUR op een totale vastlegging van 80 miljoen EUR aan het Margueritefonds betaald.

Het huidige hefboomeffect bedraagt 42 (verhouding tussen het totale eigen vermogen verstrekt aan projecten en het door Europese Commissie bijgedragen gedeelte = 1842/43,72), terwijl het totale losgemaakte investeringsbedrag 123 keer de Uniebijdrage is.

Op basis van dit hefboomeffect wordt geschat dat voor de gehele looptijd van het programma het totale verschafte eigen vermogen ongeveer 3 360 miljoen EUR zou bedragen, of een totaal gemobiliseerd investeringsbedrag van bijna 10 000 miljoen EUR.

Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) — vóór 2014

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 1233/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 663/2009 tot vaststelling van een programma om het economische herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 5).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 32 02 52 (gedeeltelijk) — Voltooiing van energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Op 1 juli 2011 is 146,3 miljoen EUR uit het Europees energieprogramma voor herstel (EEPR) toegewezen aan het nieuwe Europees Fonds voor energie-efficiëntie (EEEF) in de vorm van een speciaal investeringsfonds (SICAV). Het EEEF investeert in projecten op het gebied van energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en schoon stadsvervoer, met name in steden, die leiden tot ten minste 20 % energiebesparing of 20 % beperking van de uitstoot van broeikasgassen of CO2.

De begunstigden moeten overheden zijn of publieke/private entiteiten die namens hen optreden, zoals ESCO's (63).

Het EEEF werd op 1 juli opgestart met een initieel volume van 265 miljoen EUR: naast de Uniebijdrage (125 miljoen EUR aan achtergestelde „C-aandelen”) investeerde de Europese Investeringsbank (EIB) 75 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang), de Cassa Depositi e Prestiti SpA (CDP) 60 miljoen EUR (voornamelijk „A-aandelen” van hogere rang) en de aangestelde beheerder (Deutsche Bank) 5 miljoen EUR (mezzanine „B-aandelen”).

Het EEEF biedt verschillende niet-standaard financiële producten aan, zoals achtergestelde leningen en leningen van hogere rang, deelnemingen en voorschotregelingen, die flexibel kunnen worden gecombineerd met standaardvormen van financiering.

Daarnaast stelt de Unie ongeveer 20 miljoen EUR beschikbaar voor technische bijstand (in de vorm van subsidies) om sponsors te helpen projecten aanvaardbaar te maken voor het EEEF. Ten slotte is een programma van 1,3 miljoen EUR opgezet om nationale en regionale overheden die het Cohesiefonds of de structuurfondsen beheren, voorlichting te geven over financieringsmethoden en opties voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Dit programma wordt beheerd door het EPEC (64).

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1233/2010 was de termijn voor de toewijzing van EU-middelen aan investeringsprojecten en technische bijstand 31 maart 2014.

Beheerder van het fonds/de investeringen

Deutsche Bank (DB) is verantwoordelijk voor het selecteren en zorgvuldig onderzoeken van de projecten voordat deze worden voorgelegd aan het investeringscomité van het EEEF ter advies en aan de raad van beheer ter goedkeuring. Deutsche Bank beheert ook het onderdeel voor technische bijstand; de voorstellen daarvoor worden ter goedkeuring voorgelegd aan DG ENER van de Commissie.

Investeringscomité

Het investeringscomité (IC) beoordeelt de projecten die worden voorgelegd door de beheerder, en doet aanbevelingen aan de raad van beheer. Twee leden van de EIB en één lid van CDP worden aangewezen voor het investeringscomité.

Raad van beheer

De raad van beheer beschikt over brede bevoegdheden wat betreft de uitvoering en het beheer van het EEEF; de raad neemt besluiten over de investeringen die zijn aanbevolen door het investeringscomité. De raad kan evenwel niet zonder goedkeuring van de raad van toezicht besluiten over belangrijke kwesties (zoals wijziging van de statuten en oprichtingsakte). De raad van beheer brengt ieder kwartaal verslag uit aan de raad van toezicht. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (1), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

Raad van toezicht

De belangrijkste taak van de raad van toezicht is permanent toezicht houden op het beheer van het EEEF, strategisch advies geven aan de raad van beheer, voorstellen doen voor het jaarlijkse bedrijfsplan voor het EEEF, dat moet worden goedgekeurd door de aandeelhouders, en veranderingen goedkeuren in de investeringsrichtsnoeren. Deze raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie (2), de EIB (1, de voorzitter) en de CDP (1).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De begrotingstoewijzing voor de volledige programmeringsperiode bedraagt 146,3 miljoen EUR (volledig vastgelegd in 2011; 125 miljoen EUR voor het EEEF, 20 miljoen EUR in de vorm van een technische bijstandsfaciliteit (subsidie) en 1,3 miljoen EUR voor sensibiliseringsactiviteiten.

In de rechtsgrondslag was geen hefboomeffect vermeld en er is geen volledige evaluatie vooraf opgesteld voordat de Commissie besloot te investeren in het speciale investeringsvehikel; een businessplan en risicoscenario's zijn wel opgesteld.

Het EEEF had aan het einde van de investeringsperiode (31 maart 2014) van EUR 99,8 miljoen Uniebijdrage aan de projecten uitgekeerd en innovatieve financieringsoplossingen voor energie-efficiëntieprojecten verschaft. Op 31 december 2016 was 128 miljoen EUR toegewezen aan twaalf projecten, waarmee in totaal 231 miljoen EUR aan investeringen werd gegenereerd. Het EEEF heeft contracten gesloten met elf projecten voor een bedrag van 121 miljoen EUR en reeds voor 224 miljoen aan finale investeringen gegenereerd.

Het bereikte hefboomeffect op 31 december 2016 bedraagt 2,2. Het wordt berekend als de verhouding tussen het totale bedrag van de investeringen die worden gesteund door het EEEF (224 miljoen EUR) en het daadwerkelijk uitbetaalde bedrag van de Uniebijdrage (99,8 miljoen EUR).

Op basis van de investeringen die thans in de pipeline zitten, worden de verwachte investeringen door in aanmerking komende eindontvangers die het gevolg zijn van de financiering, geraamd op 561 miljoen EUR. Het EEEF staat open voor nieuwe investeerders en kan nog verder groeien.

Externe faciliteiten (die niet uitsluitend via het Europees Ontwikkelingsfonds worden gefinancierd)

Regionale faciliteiten

Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).

Een van de prioriteiten van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en van het nieuw Europees nabuurschapsinstrument (ENI) is het bevorderen van investeringsprojecten in de partnerlanden die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), die in aanmerking komen voor de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF).

De EU heeft de NIF in 2007 gelanceerd. In de periode 2007-2013 heeft de Commissie de volgende acht besluiten vastgesteld voor een totale toewijzing van 777,4 miljoen EUR (467,2 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI zuidelijk nabuurschap en 310,2 miljoen EUR voor het begrotingsonderdeel ENPI oostelijk nabuurschap): C(2007) 6280, C(2008) 2698, C(2009) 3951, C(2009) 8985, C(2010) 4400, C(2010) 7989, C(2011) 5547, C(2012) 4533 en C(2013) 1276. In 2014 is 381,7 miljoen EUR aan extra vastleggingskredieten goedgekeurd: 369,4 miljoen EUR bij Besluit C(2014) 5750 van de Commissie en een aanvulling met 12,3 miljoen EUR bij Besluit C(2013) 5300 van de Commissie. In 2015 is 295,0 miljoen EUR aan extra vastleggingskredieten goedgekeurd bij Besluit C(2015) 2748 van de Commissie. In 2016 is 224,5 miljoen EUR aan extra vastleggingskredieten goedgekeurd bij Besluiten C(2016) 3436 en C(2016) 8387 van de Commissie. Alles samen geeft dit voor de periode 2007-2015 een bedrag van 1 068 520 334,34 EUR voor het zuidelijke nabuurschap en 610 125 902,58 EUR voor het oostelijke nabuurschap (in totaal 1 678 646 236,92 EUR). Van dit totaal is slechts een deel verder geïnvesteerd in projecten die beantwoorden aan financiële instrumenten. Alles samen staan tegenover deze financiële instrumenten voor de periode 2007-2016 investeringen voor een bedrag van 146 450 000 EUR voor het zuidelijk nabuurschap en van 38 300 000 EUR voor het oostelijk nabuurschap (in totaal 184 750 000 EUR). Het saldo tussen dit laatste bedrag en het eerder vermelde geaggregeerde NIF-totaal is verlopen via investeringssubsidies en projecten voor technische bijstand.

Sinds begin 2011 omvat de NIF een onderdeel voor klimaatverandering (Climate Change Window — CCW) in het kader van het thematisch programma milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief energie (ENRTP) van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking om de tenuitvoerlegging te ondersteunen van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen. Het CCW wordt gestroomlijnd beheerd volgens hoofdzakelijk dezelfde regels en financierings- en uitvoeringsmodaliteiten als de NIF.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 04 01 02 — Mediterrane landen — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.

Post 22 04 02 02 — Oostelijk partnerschap — Armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De NIF draagt bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het ENB en daarmee samenhangende thematische prioriteiten van de Unie door via een hefboomeffect aanvullende financiering voor de regio te genereren.

De overkoepelende doelstelling van de NIF is om aanvullende investeringen te mobiliseren ter ondersteuning van een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tussen de Unie en de landen in de omgeving. In aansluiting op andere door de EU gefinancierde programma's kan de NIF duurzame, inclusieve groei stimuleren en bijdragen tot een gunstig investeringsklimaat in onze partnerlanden.

De NIF heeft drie strategische doelstellingen:

 

tot stand brengen van betere onderlinge verbindingen op het gebied van energie- en vervoersinfrastructuur tussen de Unie en haar buurlanden en tussen de buurlanden onderling;

 

aanpakken van bedreigingen voor ons milieu, waaronder klimaatverandering;

 

bevorderen van slimme, duurzame en inclusieve groei, met name door steun voor kleine en middelgrote ondernemingen.

De NIF-operaties dienen nog steeds ter ondersteuning van de uitvoering van de ENB-actieplannen en richten zich op vijf kernsectoren: energie, milieu (met bijzondere aandacht voor beperking van en aanpassing aan klimaatverandering), vervoer, sociale ontwikkeling en de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De ENB-partnerlanden die rechtstreeks in aanmerking komen voor de NIF, zijn de nabuurschapslanden die met de Unie een actieplan hebben ondertekend, behalve de landen die niet in aanmerking komen vanwege het niveau van hun ontwikkeling. Per geval wordt bekeken of landen die niet rechtstreeks in aanmerking komen NIF-steun kunnen krijgen gezien de regionale of nationale omstandigheden. Hierover wordt met eenparigheid van stemmen besloten door de lidstaten en de Commissie.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb. Zowel multilaterale als nationale Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering komen rechtstreeks in aanmerking voor financiering en zijn belangrijke belanghebbenden.

Belangrijkste technische kenmerken

In het kader van de NIF kunnen risicokapitaal (investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen), risicodelingsinstrumenten, garanties, leningen, andere financiering in de vorm van investeringssubsidies, rentesubsidies en technische bijstand worden gebruikt.

Duur en gevolgen voor de begroting

De besluiten met betrekking tot de NIF zijn geldig voor het meerjarig financieel kader 2007-2013 en 2014-2020 en kunnen eventueel worden verlengd overeenkomstig het besluit inzake het volgende meerjarig financieel kader.

Voor besluiten van 2016 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2017 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de individuele besluiten tot financiering van de faciliteit. De duur van individuele projecten wordt per geval bepaald, afhankelijk van het soort instrument, met een indicatief maximum van 180 maanden vanaf de inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst of, bij gebreke daarvan, vanaf de goedkeuring van het jaarlijkse actiedocument voor de financiering van de NIF.

Het bedrag van 1 678 646 236,92 EUR voor de beide ENB-subregio's is als volgt verdeeld:

 
 

Referentie CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag 2007-december 2016)

Begrotingsonderdeel

 

Zuidelijke nabuurschap

 

ENPI/2007/019548

158 000 000,00

19 08 01 01

 

ENPI/2011/023086

309 220 334,34

19 08 01 01

 

ENI/2014/037510

265 300 000,00

21 03 01 02 / 21 03 03 03

 

ENI/2015/38303

189 500 000,00

21 03 01 02

 

ENI/2016/3436

146 500 000,00

22 04 01 02

 

Totaal

1 068 520 334,34

 
 

Oostelijke nabuurschap

 

ENPI/2007/019549

137 000 000,00

19 08 01 03

 

ENPI/2011/023087

173 200 000,00

19 08 01 03

 

ENI/2013/024746

12 300 000,00

19 08 01 03

 

NI/2014/037515

104 085 902,58

21 03 02 02

 

ENI/2015/38314

105 540 000,00

21 03 02 02

 

ENI/2016/8387

78 000 000,00

22 04 02 02

 

Totaal

610 125 902,58

 
 

Totaal oostelijk en zuidelijk nabuurschap

1 678 646 236,92

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Uitvoeringsbesluit van de Commissie C(2016) 3436 is vastgesteld op 31 mei 2016 en Uitvoeringsbesluit van de Commissie (2016) 8387 op 7 december 2016 voor een maximumbijdrage voor oostelijk en zuidelijk nabuurschap van 225,0 miljoen EUR, die in de tabel hierboven is verwerkt.

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode 2014-2020 bedraagt 150 miljoen EUR per jaar, met een totaal van 1 050 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Naar raming zou het totale bedrag van 1 678 miljoen EUR aan NIF-middelen voor de periode 2008-2016 een bedrag van rond 15 941 miljoen EUR aan investeringen en leningen van Europese financiële instellingen mobiliseren. Dit hefboomeffect van 9,5 overtreft het verwachte hefboomeffect sterk. Met deze investeringen zullen dan weer projecten met een totale waarde van rond 33 207 miljoen EUR worden gesteund.

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 100), en met name artikel 4, lid 3.

Op basis van de eerste resultaten van de Neighbourhood Investment Facility (NIF) heeft de Commissie voorgesteld om investeringsfaciliteiten op te zetten voor landen die vallen onder het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI), om te beginnen in Centraal-Azië, Azië en Latijns-Amerika. Voor Azië zijn twee faciliteiten opgezet: in 2010 de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA) en in 2011 de Aziatische investeringsfaciliteit (AIF), voor de periode 2010-2013. Deze twee faciliteiten zijn gemodelleerd naar de NIF en zijn vergelijkbaar met de NIF wat betreft doelstellingen en toepassingsgebied zoals vastgesteld in het algemene kader voor de NIF dat werd vastgesteld in 2008 (zie de paragraaf over de NIF).

Eind 2013 zijn drie besluiten vastgesteld inzake de financiering van de IFCA uit de begrotingen van 2010, 2011, 2012 en 2013 en drie besluiten inzake de financiering van de AIF uit de begrotingen van 2011 en 2012 (gezamenlijk) en 2014.

De AIF is in 2014 opnieuw opgericht om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 via een nieuw financieringsbesluit voor 26 EUR, terwijl ook de IFCA tegen eind 2014 werd opgericht via een nieuw financieringsbesluit voor 20 miljoen EUR op grond van de begroting 2015.

In 2016 is een totaalbedrag van 20 miljoen EUR toegewezen voor de IFCA en 45 miljoen EUR voor de AIF.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 21 02 02 — Samenwerking met Azië

Artikel 21 02 03 — Samenwerking met Centraal-Azië

Post 21 02 51 03 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië, met inbegrip van Centraal-Azië en het Midden-Oosten (voltooiingsonderdeel)

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de IFCA is het bevorderen van aanvullende investeringen en sleutelinfrastructuur, waarbij tijdens de eerste uitvoeringsperiode de nadruk vooral ligt op energie en milieu. Op basis van de ontwikkeling van de strategieën voor Centraal-Azië werd in een later stadium uitbreiding naar vervoer, het mkb, water-/afvalbeheer en sociale infrastructuur in de Centraal-Aziatische landen overwogen.

De hoofddoelstelling van de AIF is het bevorderen van aanvullende investeringen en sleutelinfrastructuur, met bijzondere aandacht voor klimaatverandering en „groene” investeringen op het gebied van milieu, energie en vervoer, alsmede het mkb en sociale infrastructuur. In een later stadium kan uitbreiding naar de vervoersector worden overwogen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden van deze twee faciliteiten zijn de landen van de twee regio's. Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb.

Eligible finance institutions will be the entrusted entities and important stakeholders of these two facilities.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

 

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten;

 

financiering van de kosten voor leninggaranties;

 

rentesubsidies;

 

technische bijstand;

 

verrichtingen met risicokapitaal;

 

alle andere risicodelingsmechanismen;

Mogelijke beheersvormen zijn (direct en indirect) gecentraliseerd beheer, gezamenlijk en gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer en indirect beheer (vormen van begrotingsbeheer tot eind 2014 van kracht voor gebruik van middelen van 2014).

Duur en gevolgen voor de begroting

De IFCA en AIF waren oorspronkelijk opgericht voor de geldigheidsduur van de rechtsgrondslag, nl. 31 december 2013. De AIF werd om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 opnieuw gecreëerd in 2014 via een nieuw financieringsbesluit voor 26 000 000 EUR, terwijl ook de IFCA opnieuw gecreëerd werd in 2015.

Voor besluiten uit 2015 moeten de contracten zijn ondertekend op uiterlijk 31 december 2016 voor de IFCA en op 31 december 2016 voor de AIF. Voor het in 2014 genomen financieringsbesluit betreffende de AIF is de termijn voor het aangaan van overeenkomsten 31 december 2015. De duur van individuele projecten wordt per geval bepaald, met een maximum van 120 maanden vanaf de inwerkingtreding van de financieringsovereenkomst of, bij gebreke daarvan, vanaf de goedkeuring van het actiedocument van 2014 waarbij de AIF is opgericht. De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 340 miljoen EUR voor de AIF en 140 miljoen EUR voor de IFCA.

Het bedrag van 348 567 000 EUR voor de beide regio's is als volgt verdeeld:

 
 

Referentienummer besluit

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel (in de begrotingsnomenclatuur van het jaar waarin de vastlegging is gedaan)

 

Investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië (IFCA)

 

ACA/2010/021-627

20 000 000

19 10 02

 

ACA/2011/023-117

45 000 000

19 10 02

 

ACA/2013/024-950

20 567 000

19 10 02

 

ACA/2014/037-538

20 000 000

21 02 03

 

ACA/2015/038-116

40 000 000

21 02 03

 

ACA/2016/039-632

20 000 000

21 02 03

 

Totaal

165 567 000

 
 

Aziatische investeringsfaciliteit (AIF)

 

ACA/2011/022-036

15 000 000

19 10 01 01

 

ACA/2012/022-036

15 000 000

19 10 01 01

 

ACA/2013/024-917

30 000 000

19 10 01 01

 

ACA/2014/037-548

26 000 000

21 02 14

 

ACA/2014/037-548

31 000 000

21 02 02

 

ACA/2014/038-088

25 000 000

21 02 02

 

ACA/2016/038-088

20 000 000

21 02 02

 

ACA/2016/039-604

25 000 000

21 02 02

 

Totaal

183 000 000

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

 

1.

IFCA

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor de IFCA bedraagt 165,57 miljoen EUR. Het hefboomeffect op basis van historische hefboomervaring voor de periode 2010-2016 voor de IFCA wordt als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 970 miljoen EUR)/IFCA-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: circa 119 miljoen EUR): 6,8

 

in aanmerking komende middelen van financiële instellingen (circa 605 miljoen EUR)/IFCA-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader): 4,2

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de volledige programmeringsperiode bedraagt 140 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 165 miljoen EUR een maximum van 825 miljoen EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

 

2.

AIF

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor de IFCA bedraagt 183 miljoen EUR. De hefboomdoelstelling op basis van historische hefboomervaring voor de periode 2011-2016 voor de AIF wordt als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa3 152 miljoen EUR)/AIF-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: circa 89 miljoen EUR): 22,2

 

in aanmerking komende middelen van financiële instellingen (circa1 782 miljoen EUR)/AIF-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader): 12,5

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de volledige programmeringsperiode bedraagt 340 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 340 miljoen EUR een maximum van 1 700 miljoen EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 100), en met name artikel 4, lid 3.

De faciliteit is oorspronkelijk in 2009 opgericht bij de bovenvermelde DCI-verordening (EG) nr.1905/2006 voor de periode 2009-2013; de bijdragen van de Commissie worden jaarlijks vastgesteld. De LAIF werd om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020, opnieuw gecreëerd in 2014 via een financieringsbesluit voor 30 miljoen EUR.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 21 02 01 — Samenwerking met Latijns-Amerika

Post 21 02 51 02 — Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika (begrotingsonderdeel ter voltooiing)

Post 21 02 51 06 — Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (begrotingsonderdeel ter voltooiing)

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De hoofddoelstelling van de LAIF is het bevorderen van aanvullende investeringen in infrastructuur op het gebied van vervoer, energie en milieu (met inbegrip van water en sanitaire voorzieningen, alsmede landbouw en plattelandsontwikkeling) en het ondersteunen van sociale sectoren als gezondheidszorg en onderwijs, alsmede de ontwikkeling van de particuliere sector in Latijns-Amerikaanse landen. De LAIF ondersteunt ook de groei van het mkb in deze regio door het beschikbaar stellen van diverse financiële instrumenten.

In 2011 is in de investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika (LAIF) een onderdeel klimaatverandering opgenomen ter ondersteuning van projecten waarmee partnerlanden de klimaatverandering kunnen aanpakken door middel van beperkings- en/of aanpassingsmaatregelen.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De eindbegunstigden zijn de Latijns-Amerikaanse landen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1905/2006 en die welke zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 233/2014.

Andere eindbegunstigden zijn de particuliere sector, en met name het mkb voor de onderdelen die betrekking hebben op de ontwikkeling van de particuliere sector. In aanmerking komende financieringsinstellingen zijn de met de uitvoering belaste entiteiten en de grote belanghebbenden van de operaties van dit financiële instrument.

Belangrijkste technische kenmerken

De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

 

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten;

 

financiering van de kosten voor leninggaranties;

 

rentesubsidies;

 

technische bijstand;

 

risicokapitaaltransacties;

 

alle andere risicodelingsmechanismen;

Mogelijke beheersvormen waren (direct en indirect) gecentraliseerd beheer, gezamenlijk beheer, gedeeltelijk gedecentraliseerd beheer (vormen van begrotingsbeheer tot eind 2014 van kracht voor gebruik van middelen van 2013) en indirect beheer (vorm van begrotingsbeheer van kracht voor gebruik van middelen van 2014).

Duur en gevolgen voor de begroting

De LAIF is bij Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot 31 december 2013 ingesteld en het geplande budget bedroeg 179,35 miljoen EUR. Zoals eerder vermeld, werd de LAIF om de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 233/2014 te verwezenlijken voor de periode 2014-2020 opnieuw gecreëerd in 2014.

Voor besluiten van 2016 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2017 zijn ondertekend. Dit is niet de vervaldatum voor de faciliteit, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de individuele besluiten tot oprichting van de faciliteit. De duur van individuele projecten wordt per geval bepaald, rekening houdende met het feit dat 31 december 2030 de einddatum van de operationele uitvoeringsperiode van besluit DCI-ALA/2014/037-570 is. De geraamde initiële begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 320 miljoen EUR.

 

Referentienummer CRIS

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel (in de begrotingsnomenclatuur van het jaar waarin de vastlegging is gedaan)

DCI-ALA/2009/021-734

180 400 000

19 09 01

DCI-ALA/2014/037-570

72 342 737

21 02 12 / 21 02 01

DCI-ALA/2016/037-570

52 657 263

21 02 01

DCI ENV/023-403

17 300 000

21 04 01

Totaal

322 700 000

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2016 zijn een financieringsbesluit van 50 miljoen EUR en een financieringsbesluit van 2 657 263 EUR vastgelegd. Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen voor LAIF bedraagt 322 700 000 EUR. Het hefboomeffect op basis van historische hefboomervaring voor de periode 2010-2016 voor de LAIF wordt als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa7 538 miljoen EUR)/LAIF-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: 232 miljoen EUR): 27,5

 

in aanmerking komende middelen van financiële instellingen (circa3 672 miljoen EUR)/LAIF-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader): 13,4

Deze cijfers zijn louter indicatief aangezien geen rekening is gehouden met tijds- en differentiatie-effecten.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt indicatief 320 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 4 tot 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale bedrag van 322 miljoen EUR een maximum van 1 600 miljoen EUR aan investeringen/leningen zou worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Aanvullende faciliteiten

Euro-mediterrane investerings- en partnerschapsfaciliteit (FEMIP)

 

i)

Basishandeling

Eerdere basishandelingen waren de financiële en technische maatregelen in het kader van MEDA I en MEDA II (1996-2006).

De meest recente handeling voor FEMIP is het Europees Nabuurschaps- en Partnerschapsinstrument (ENPI 2007-2013), waarvoor de rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1) is.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 19 08 01 01 — Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen (in begrotingsnomenclatuur 2013 (65)).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

De doelstelling van de steun in het kader van de FEMIP is het verstrekken van kapitaal aan de particuliere sector in de mediterrane partnerlanden tegen voorwaarden die lokaal niet beschikbaar zijn.

Het risicokapitaal wordt direct of indirect geïnvesteerd ter versterking van de rol van i) de particuliere sector, dat wil zeggen het opstarten, de herstructurering of de groei van ondernemingen, ii) de lokale financiële sector door de ondersteuning van nieuwe instellingen of nieuwe activiteiten die ten goede komen aan de particuliere sector.

Er wordt technische bijstand gemobiliseerd ter versterking van de FEMIP-operaties in het Middellandse Zeegebied, waarbij de nadruk in het bijzonder ligt op de ontwikkeling van de particuliere sector.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

De FEMIP heeft betrekking op 9 landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied. De particuliere sector in het algemeen, en kleine en middelgrote ondernemingen en financiële intermediairs in het bijzonder, komen in aanmerking als begunstigden van deze faciliteit voor risicokapitaal. De begunstigden van de technische bijstand zijn particuliere ondernemingen, overheidsinstellingen en financiële intermediairs.

Belangrijkste technische kenmerken

Deze maatregel voor de financiering van risicokapitaal en technische bijstand wordt uitgevoerd onder indirect gecentraliseerd beheer met de Europese Investeringsbank.

De Europese Investeringsbank kan de volgende operaties uitvoeren:

 

risicokapitaaltransacties;

 

operaties voor technische bijstand.

Duur en gevolgen voor de begroting

De FEMIP was opgericht voor de duur van het meerjarig financieel kader 2007-2013. Voor elk van de zeven jaren van die periode is jaarlijks 32 miljoen EUR in de begroting vastgelegd op begrotingsonderdeel 19 08 01 01. De totale financiële toewijzing voor 2007-2013 bedraagt dus 224 miljoen EUR (180 miljoen EUR voor risicokapitaaltransacties en 33 miljoen EUR voor technische bijstand).

De uiterste datum voor de uitvoering van de vastleggingen voor 2013 is 31 december 2029.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

In 2016 werden geen betalingen voor FEMIP verwacht, aangezien na 2013 geen verplichtingen zijn aangegaan.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 224 miljoen EUR.

Het hefboomeffect dat op basis van de aanvragen verricht tot 2015 wordt verwacht, is 19,54.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument is de raming dat met het totale bedrag van 224 miljoen EUR een bedrag van rond 4 376 miljoen EUR aan lening-/investeringsvolumes zou worden gemobiliseerd tijdens de hele looptijd van het programma.

Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Het GEEREF werd goedgekeurd in de jaarlijkse actieplannen voor het vierjarige thematische programma milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen, inclusief energie (ENRTP 2007-2010).

Juridische grondslag voor de ondersteunende faciliteit voor regionale fondsen (RFSF): Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, van het Financieel Reglement.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 21 02 51 06 — Milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie (begrotingsonderdeel ter voltooiing)

Post 21 02 77 14 — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF)

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid

Het GEEREF is een innovatieve financieringsconstructie voor de bevordering van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën. Het is gestructureerd als een paraplufonds, bedoeld om te investeren in — en daarmee bij te dragen tot de ontwikkeling van — regionale private-equityfondsen die zich vooral richten op kleine en middelgrote projecten voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.

Beoogd wordt bij te dragen tot de uitbreiding van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en andere technologieën op het gebied van schone energie naar markten en dienstverlening in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën om de toegang tot koolstofarme, veilige en betaalbare energie te vergroten en de economische en sociale omstandigheden te verbeteren in gebieden met onvoldoende voorzieningen of kansarme bevolkingsgroepen, ter bevordering van de economische ontwikkeling, waarbij tegelijkertijd het milieu wordt beschermd.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

Het GEEREF dient ter ondersteuning van regionale subfondsen voor Afrika ten zuiden van de Sahara, eilandstaten in het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, de landen die vallen onder het Europees nabuurschapsinstrument, inclusief Rusland, Latijns-Amerika en Azië (inclusief Centraal-Azië en het Midden-Oosten). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de behoeften van de ACS-landen (Afrika, Caribisch gebied en Stille Oceaan).

Duur en gevolgen voor de begroting

De einddatum van de activiteiten in het kader van het GEEREF is 31 december 2023, uitgaande van de datum van de laatste vastlegging.

 

Referentie besluiten

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel (in de begrotingsnomenclatuur van het jaar waarin de vastlegging is gedaan)

DCI-ENV/2007/147331 plus addenda met CRIS-referenties 168 899 en 282 314

81 100 000

21 04 01 / 21 02 51

Daarnaast is 5 miljoen EUR toegewezen uit artikel 21 04 05 voor de oprichting van een geïntegreerde steunfaciliteit voor het GEEREF.

In 2014 is het GEEREF-fonds met 20 miljoen aangevuld om in te brengen in het initiatief „Energie voor iedereen” dat uit het Europees Ontwikkelingsfonds wordt gefinancierd. In 2015 en 2016 zijn er geen heraanvullingen geweest.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Het zijn geen nieuwe begrotingsvastleggingen gepland voor het GEEREF.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 5 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat met het totale vastgelegde bedrag van 81,1 miljoen EUR ongeveer 405,5 miljoen EUR aan investeringen/leningen zal worden gemobiliseerd tijdens de gehele looptijd van het programma.

Thematische blending (ElectriFI & AgriFI & klimaatverandering)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44). De rechtsgrondslag voor het thematische programma „Mondiale collectieve goederen en uitdagingen” (GPGC) is het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI).

Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van de gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95), en met name artikel 4, lid 3, bepalende dat financieringsinstrumenten mogen worden samengevoegd in faciliteiten ten behoeve van uitvoering en rapportage.

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 21 02 07 — Mondiale collectieve goederen en uitdagingen en armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en democratie

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Doelstellingen en reikwijdte van het beleid ElectriFI

De doelstellingen van de financieringsinstrumenten zijn a) de leemten opvullen inzake structurering en financiering van investeringen ter verhelping van het gebrek aan toegang tot schone, betrouwbare en betaalbare elektriciteit en energiediensten overal ter wereld om de sector van de ontwikkelingsfinanciering aan te trekken; b) het investeringsrisico verkleinen om een breder scala van financiële instellingen, met inbegrip van commerciële banken, aan te trekken.

AgriFI

Het voornaamste doel is inclusieve, duurzame en klimaatvriendelijke landbouwwaardeketens te ontwikkelen. De landbouw heeft het potentieel om in landelijke gebieden en binnen de waardeketens groei en werkgelegenheid te genereren, en om voor het beheer van milieudiensten in te staan. Om dit potentieel ten volle te benutten, zijn drie prioriteiten gesteld:

 

1.

kennis produceren en ervaringen analyseren om beleidsmakers en investeerders te helpen strategieën, beleidsmaatregelen en projecten te ontwerpen;

 

2.

de oprichting vergemakkelijken van publiek-private allianties van belanghebbenden en de capaciteiten van de verschillende operatoren in de waardeketen (boeren en hun organisaties, micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, marktorganisaties enz.) vergroten om het beheer te verbeteren, bestaande en nieuwe (binnen- en buitenlandse) markten aan te boren en concurrerend te blijven;

 

3.

investeringen in de landbouwwaardeketen bevorderen door middel van gecombineerde mechanismen om plattelandstransformaties te bewerkstelligen.

Klimaatverandering

De doelstellingen van de actie zijn:

 

de vraag naar koolstofarme en klimaatbestendige infrastructuur in Afrika ten zuiden van de Sahara helpen opvangen;

 

lokale klimaatstrategieën systematisch omzetten in concrete investeringen;

 

de gunstige klimaateffecten van stedelijke projecten volledig realiseren en maximaliseren;

 

capaciteit van de lokale overheden opbouwen om klimaatvriendelijke stedelijke projecten uit te voeren;

 

meewerken aan de verspreiding van lokale klimaatstrategieën in Afrika bezuiden de Sahara, in complementariteit met bestaande initiatieven;

 

voltooien van een mechanisme voor koolstofarme steden in Afrika, in samenhang met de uitvoering van het Burgemeestersconvenant in Afrika bezuiden de Sahara en andere belangrijke initiatieven (zoals de programma’s LoCAL van UNCDF, Africa4Climate , Urban LEDS, en het Mobilise Your City-initiatief enz.).

Een transversale doelstelling is tevens de bijdrage van steden te verzekeren, opdat landen hun voorgenomen nationaal bepaalde bijdragen (INDC’s) zullen nakomen, hetgeen van wezenlijk belang is voor de uitvoering van de overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering.

Geografisch toepassingsgebied en eindbegunstigden

Thematische initiatieven worden niet a priori toegewezen aan een specifieke geografische regio in het kader van het desbetreffende financieringsinstrument. De beoogde landen zijn landen die in aanmerking komen voor het DCI financieringsinstrument.

Belangrijkste technische kenmerken

De financiële instrumenten worden uitgevoerd in indirect beheer. De volgende operaties kunnen worden gefinancierd:

 

cofinanciering van investeringen in publieke infrastructuurprojecten;

 

financiering van de kosten voor leninggaranties;

 

rentesubsidies;

 

technische bijstand;

 

risicokapitaaltransacties;

 

alle andere risicodelingsmechanismen;

Duur en gevolgen voor de begroting

Voor besluiten van 2016 of in 2016 genomen wijzigingsbesluiten op besluiten van 2015 moeten de contracten uiterlijk op 31 december 2017 zijn ondertekend. Dit is niet de looptijd van de verrichtingen, maar de uiterste datum voor de sluiting van contracten uit hoofde van de individuele besluiten betreffende de initiatieven. De duur van de afzonderlijke acties wordt per geval bepaald.

 

Referentie besluiten

Gecumuleerde vastlegging

(maximumbedrag)

Begrotingsonderdeel

ElectriFI

   

C(2014) 9451 — 15.12.2014

74 851 742

21 02 07 02

C(2015) 9276 — 14.12.2015

57 875 236

21 02 07 02

C(2016) 8086 — 30.11.2016

60 584 234

21 02 07 02

AgriFI

   

C(2015) 5789 — 11.8.2015

40 000 000

21 02 07 04

C(2016) 8598 — 13.12.2016

29 000 000

21 02 07 04

Klimaatverandering

   

C(2015) 5793 — 11.8.2015

8 000 000

21 02 07 01

Totaal

270 311 212

 
 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

ElectriFI

De voorgenomen verrichtingen die worden gefinancierd uit hoofde van deze actie omvatten:

 

creëren of verbeteren van toegang door de installatie van distributienetwerken (inclusief mini- en microgrids) en verbindingen met het bestaande netwerk, versterking en/of uitbreiding van het bestaande grid- en distributienetwerk;

 

toepassingen van hernieuwbare energiebronnen voor de verstrekking van moderne energiediensten (o.a. elektriciteit, verwarming/warm water en koeling), naast energie-efficiëntiemaatregelen in huishoudens, bedrijven en/of essentiële openbare diensten, zoals ziekenhuizen en scholen, die door publieke of particuliere organisaties worden geëxploiteerd, voornamelijk gedecentraliseerde (niet aan het net gekoppelde), maar ook gekoppelde toepassingen;

 

hybridisatie van bestaande productie-installaties op basis van fossiele brandstoffen met hernieuwbare-energiesystemen;

 

introductie van verbeterde kookmethoden (zoals energie-efficiënte kookfornuizen);

 

integratie van hernieuwbare-energiesystemen in productiemethoden ter bevordering van het productieve energiegebruik om economische ontwikkeling en het scheppen van banen te stimuleren;

 

activiteiten gericht op het ondersteunen of uitvoeren van strategieën en plannen van bestaande rurale elektrificatie-/energieagentschappen en/of andere gouvernementele organisaties die voor het beheer van elektrificatie en energie-efficiëntie van het platteland instaan;

 

activiteiten ter verbetering van het regelgevingskader voor duurzame energie en energie-efficiëntie;

 

prestatieverbetering van operatoren in de energiesector (publieke of particuliere nutsbedrijven)/schepping van duurzame en langdurige partnerschappen van donoren met lokale nutsbedrijven/oprichting van lokaal beheerde mini- en micro-nutsbedrijven. Het uitgangspunt dient de efficiënte werking van de netwerken te zijn.

Deze lijst met activiteiten is niet uitputtend.

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen eind 2016 bedraagt 193 311 212 EUR. De gemobiliseerde investeringen op basis van de totale globale vastleggingen worden geschat op ongeveer 1 400 miljoen EUR.

De hefboomeffecten worden als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 968 miljoen EUR)/ElectriFI-bijdrage (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: 131 miljoen EUR): 7,4

 

in aanmerking komende middelen van Europese financiële instellingen (458 miljoen EUR)/ElectriFI-bijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader): 131 miljoen EUR): 3,5

AgriFI

De combinatie van financiering en technische bijstand zal gericht zijn op het bevorderen van investeringen in de kleinschalige agro-industriële sector en mkmo’s in diezelfde sector waar een grote ontwikkelingsimpact wordt verwacht, maar door grote risico’s en/of lage rendementen geen publieke kapitaalverschaffers of commerciële financiers kunnen worden aangetrokken zonder subsidiëring. De subsidie zal alleen worden verleend wanneer er een grote ontwikkelingsimpact, additionaliteit, onderschrijving van sociale, ecologische en fiscale normen is, of wanneer innovatieve technologieën worden gebruikt die kunnen worden gerepliceerd.

Het budgettaire effect in de zin van de totale financiële toewijzing in termen van begrotingsvastleggingen eind 2016 bedraagt 69 000 000 EUR. Geschat wordt dat circa 538 miljoen EUR zal worden gemobiliseerd op basis van deze toewijzing.

De hefboomeffecten worden als volgt geraamd:

 

totale projectkosten (circa 234 miljoen EUR)/Uniebijdrage (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: 30 miljoen EUR): 7,8;

 

in aanmerking komende middelen van Europese financiële instellingen (31 miljoen EUR)/Uniebijdragen (projecten goedgekeurd bij besluit van de Commissie na een positief advies van het bestuur van het DCI-blendingkader: 30 miljoen EUR): 1.

Klimaatverandering

De activiteiten zullen bestaan uit: a) ondersteuning van de klimaatplanning van steden indien nodig, in samenhang met het Burgemeestersconvenant in Afrika ten zuiden van de Sahara en andere relevante initiatieven van de Unie, en b) voorbereiding van koolstofarme en robuuste stedelijke infrastructuurprojecten die voortvloeien uit stedelijke klimaatstrategieën en stadsplanning met een coherente klimaatmainstreamingaanpak. Daarnaast wordt met deze actie beoogd steun te verlenen aan om en bij de 25 steden in Afrika voor de financiering van klimaatvriendelijke investeringsprojecten, door middel van leningen voor in totaal naar schatting 600 000 000 EUR. De Uniesteun ten belope van 8 000 000 EUR is in de vorm van technische bijstand.

Financiële instrumenten voor de uitbreidingslanden

Westelijke Balkan

Garantiefaciliteit I in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA), en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor de Garantiefaciliteit I draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Met het instrument worden garanties verstrekt voor de leningportefeuilles van commerciële banken voor nieuwe leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen, waardoor deze gemakkelijker en goedkoper toegang krijgen tot financiering.

In het kader van de Garantiefaciliteit kunnen nieuwe leningen worden gegarandeerd tot maximaal 70 % van het eerste verlies, met een maximumgarantie van 25 % van de totale leningportefeuille. Het exacte percentage van de garantie en het plafond worden per geval bepaald.

De Commissie zal de Garantiefaciliteit onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement (in het kader van een trust- en beheersovereenkomst). Bij indirect beheer kan de Commissie de uitvoering toevertrouwen aan de Europese Investeringsbank (EIB), inclusief het Europese Investeringsfonds (EIF). De Garantiefaciliteit wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

De Garantiefaciliteit ging van start in 2013 en geldt voor leningen met een looptijd tot uiterlijk 2023. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing voor het instrument in het kader van IPA bedraagt 21,9 miljoen EUR (waarvan 1,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als beheerder en 20 miljoen EUR het garantiekapitaal is) die werden vastgelegd en uitbetaald aan het EIF.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 21,9 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de Garantiefaciliteit I vermelde hefboomfactor was 9 voor de gehele levensduur van het financiële instrument.

De garanties waarin de Garantiefaciliteit I voorziet, zijn in de loop van 2014 volledig toegewezen, al waren niet alle overeenkomsten op 31 december 2014 ondertekend. De verwachting is dat, met het bedrag van 20 miljoen EUR als hefboom, in totaal rond 120 miljoen EUR aan investeringen zal worden gemobiliseerd, wat neerkomt op een hefboomfactor 6.

De totale begrotingsvastlegging van 21,9 miljoen EUR uit hoofde van IPA I werd met 17,5 miljoen EUR verhoogd in het kader van het meerbegunstigdenprogramma van IPA II. Deze verhoging is afzonderlijk vastgelegd (onder de naam Garantiefaciliteit II in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie) en wordt afzonderlijk gerapporteerd. De delegatieovereenkomst voor de Garantiefaciliteit II is ondertekend op 23 december 2015 en de eerste betaling is in januari 2016 gedaan.

Garantiefaciliteit II in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan (EDIF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor deze Garantiefaciliteit II draagt bij tot het behalen van de doelstellingen ter bevordering van de sociaaleconomische groei van de Westelijke Balkan.

De Garantiefaciliteit II is de voortzetting van de Garantiefaciliteit I; het is hetzelfde product dat door het EIF wordt beheerd, maar de opdracht werd ondertekend om te voldoen aan het nieuwe Financieel Reglement.

Evenals haar voorganger (Garantiefaciliteit I) zijn de belangrijkste doelstellingen van de Garantiefaciliteit II het scheppen van de nodige voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Met het instrument worden garanties verstrekt voor de leningportefeuilles van commerciële banken voor nieuwe leningen aan het midden- en kleinbedrijf (mkb). Daardoor krijgt het mkb dan weer gemakkelijker en potentieel goedkoper toegang tot financiering.

In het kader van de Garantiefaciliteit II kunnen leningen aan het mkb worden gegarandeerd tot maximaal 70 % van het eerste verlies, met een maximumgarantie van 25 % van de totale leningportefeuille. Het exacte percentage van de garantie en het plafond worden per geval bepaald.

De Commissie zal de Garantiefaciliteit II onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement (in het kader van een trust- en beheersovereenkomst). Bij indirect beheer kan de Commissie uitvoeringstaken toevertrouwen aan de EIB-groep (Europese Investeringsbank), met inbegrip van het Europees Investeringsfonds (EIF). De Garantiefaciliteit II wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het Garantiefaciliteit II-instrument is in 2015 ondertekend en zal leningen garanderen met een looptijd tot 2028. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing voor de Garantiefaciliteit II in het kader van IPA bedraagt 21,9 miljoen EUR (waarvan 1,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als beheerder en 20 miljoen EUR het garantiekapitaal is), die werd vastgelegd en uitbetaald aan het EIF. De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 21,9 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF-garantiefaciliteit vermelde hefboomfactor was 9 voor de gehele levensduur van het financiële instrument. De garanties waarin de Garantiefaciliteit II voorziet, zijn in de loop van 2014 volledig toegewezen, al waren niet alle overeenkomsten op 31 december 2014 ondertekend. De verwachting is dat, met het bedrag van 20 miljoen EUR als hefboom, in totaal rond 120 miljoen EUR aan investeringen zal worden gemobiliseerd, wat neerkomt op een hefboomfactor 6.

Bedrijfsexpansiefonds (ENEF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA), en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking.

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het Bedrijfsexpansiefonds (ENEF) draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan.

De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van veelbelovende innovatieve ondernemingen. Het instrument dient ter financiering van de ontwikkeling en uitbreiding van gevestigde kleine en middelgrote ondernemingen met veel groeipotentie op hun respectieve markt, door middel van deelnemingen in aandelenkapitaal. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het ENEF onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie uitvoeringstaken toevertrouwen aan de EIB-groep (Europese Investeringsbank), met inbegrip van het Europees Investeringsfonds (EIF). Het ENEF wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

In 2016 zijn met het ENEF vier investeringen gefinancierd, als volgt:

 

een investering voor een bedrag van 1,8 miljoen EUR, ondertekend met Servië in 2016;

 

een investering voor een bedrag van 3 miljoen EUR, ondertekend met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië in 2016;

 

een investering voor een bedrag van 1,3 miljoen EUR, ondertekend met Servië in 2016;

 

een investering voor een bedrag van 10 miljoen EUR, ondertekend met Kroatië in 2016.

De EBRD heeft een reeks projecten in de pijplijn zitten waarvoor een boekenonderzoek loopt (stand 31 december 2015). Na een investeringsperiode van maximaal vijf jaar wordt de portefeuille in een daaropvolgende periode van maximaal vijf jaar afgewikkeld. Het geografische toepassingsgebied is de Westelijke Balkan, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de tenuitvoerlegging van de instrumenten van de Unie ter financiering van extern optreden (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 95).

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De vastgelegde financiële toewijzing voor het ENEF bedraagt 11,0 miljoen EUR (waarvan 1,1 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 0,4 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 9,5 miljoen EUR het eigen vermogen is). 10,4 miljoen EUR is in december 2012 uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van trustee. Met dit bedrag als hefboom zal voor in totaal ongeveer 55 miljoen EUR aan investeringen in het fonds worden gemobiliseerd, wat neerkomt op een hefboomfactor 5. In combinatie met geplande „één-op-één”-mede-investeringen door de EBRD uit hoofde van de faciliteit lokale ondernemingen kan de totale investering 110 miljoen EUR bereiken, hetgeen een hefboomfactor 10 impliceert. De resterende 0,4 miljoen EUR zal na januari 2018 worden uitbetaald.

De totale begrotingsvastlegging van 11,0 miljoen EUR uit hoofde van IPA I kan, met inachtneming van de prestatiebeoordeling van het ENEF en mits de desbetreffende financieringsbesluiten worden genomen, worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 11 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF vermelde hefboomfactor is 10 voor de gehele levensduur van het ENEF.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument wordt geraamd dat 110 miljoen EUR aan investeringen zal worden gedaan tijdens de gehele looptijd van het programma.

Er zitten projecten in Kosovo, Montenegro en Albanië in de pijplijn die werden goedgekeurd door het ENEF-investeringscomité.

Bedrijfsinnovatiefonds (ENIF) in het kader van de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en met name artikel 14, lid 3 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2015).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het financiële instrument van de Unie voor het Bedrijfsinnovatiefonds (ENIF) draagt bij tot de bevordering van de sociaal-economische groei van de Westelijke Balkan. De belangrijkste doelstellingen zijn het scheppen van de voorwaarden voor de opstart en de groei van innovatieve ondernemingen, door middel van investeringen in eigen vermogen gedurende de aanloopfase. Het ENIF is bedoeld voor de financiering van investeringen gedurende de aanloop-, ontwikkelings- en expansiefase van innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen. Hiervoor kunnen investeringen in eigen vermogen en quasi-eigen vermogen worden gebruikt.

De Commissie zal het ENIF onder indirect beheer uitvoeren, overeenkomstig artikel 139 van het Financieel Reglement. Bij indirect beheer kan de Commissie uitvoeringstaken toevertrouwen aan de EIB-groep (Europese Investeringsbank), met inbegrip van het Europees Investeringsfonds (EIF). Het ENIF wordt uitgevoerd in indirect beheer, waarbij de uitvoering wordt toevertrouwd aan het EIF.

Het EIF is, in het kader van zijn opdracht als platformcoördinator, belast met de selectie van de particuliere fondsbeheerder voor het ENIF.

Na de tweede afsluiting van het ENIF in 2016 bedragen de vastleggingen voor het Fonds 39,9 miljoen EUR (waarvan 12,5 miljoen EUR Uniebijdrage), waarmee investeringen van de EBWO, DEG, OeEB, Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Kosovo, alsook particuliere investeerders werden verzekerd.

De in 2016 ondertekende investeringen zijn:

 

Drytools in Servië, 300 000 EUR;

 

Cityexpert in Servië, 700 000 EUR;

 

Agrivi in Kroatië, 1 000 000 EUR;

 

Letz in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 100 000 EUR;

 

Bulb in Kroatië, 2 000 000 EUR;

 

Cognism in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 100 000 EUR.

Er zitten investeringen in Servië in de pipeline voor ondertekening in 2017.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De financiële toewijzing voor het ENIF bedraagt 21,2 miljoen EUR (waarvan 0,9 miljoen EUR een voorziening is voor vergoedingen voor het EIF als trustee voor de Commissie, 6,2 miljoen EUR een voorziening is voor technische bijstand en 14,1 miljoen EUR het eigen vermogen is) die is vastgelegd en uitbetaald aan het EIF in zijn hoedanigheid van beheerder. Per 31 december 2016 wordt het bedrag op de balans van DG NEAR als kasequivalent (fiduciaire rekening) en nog niet als financieel instrument aangemerkt. Met dit bedrag als hefboom is voor in totaal ongeveer 40 miljoen EUR aan investeringen in het fonds gemobiliseerd, hetgeen neerkomt op een hefboomfactor 2.

De geraamde initiële vastlegging voor de totale programmeringsperiode bedraagt 21,2 miljoen EUR.

De in het projectaanvraagformulier voor de EDIF vermelde hefboomfactor is 2 voor de gehele levensduur van het ENIF.

Het streefbedrag van 40 miljoen EUR voor het ENIF is bereikt, en de investeringen zouden worden gedaan tijdens de gehele looptijd van het programma.

De totale begrotingsvastlegging van 21,2 miljoen EUR uit hoofde van IPA I kan, met inachtneming van de prestatiebeoordeling van het instrument en mits de desbetreffende financieringsbesluiten worden genomen, worden verhoogd in het kader van het programma met meerdere begunstigden IPA II.

Overige (gemengd)

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE), Bijstand van de Gemeenschap voor wederopbouw, ontwikkeling en stabilisering (CARDS) 2006/018-264, IPA 2007/019-344, IPA 2008/020-300 en IPA 2009/021-373.

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2015).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het EFSE is een vorm van publiek-privaat partnerschap. Het doel is via de hefboomwerking van donormiddelen van de overheid kapitaal uit de particuliere sector aan te trekken om de ontwikkeling van de particuliere sector in de regio te stimuleren. Het EFSE verstrekt leningen aan commerciële banken en instellingen voor microfinanciering op de Westelijke Balkan, zodat zij deze doorlenen aan micro- en kleine ondernemingen en aan huishoudens. Het EFSE wordt beheerd door het Europese Investeringsfonds (EIF) en sorteert effect op drie niveaus:

 

ondersteunen van micro- en kleine ondernemingen als de ruggengraat van de lokale economie, en aldus bijdragen aan het genereren van inkomen en werkgelegenheid;

 

tegemoet komen aan de basisbehoefte van fatsoenlijke huisvesting;

 

versterken van de lokale financiële markten.

Het betreft hier een zogeheten revolverend fonds met een looptijd van onbepaalde duur. Verlenging van de onderliggende delegatieovereenkomsten waarbij het administratief beheer van de IPA-middelen in het EFSE aan het EIF werd toevertrouwd, was voorzien in het IPA II, meerlandenprogramma 2015, en de overeenkomst werd ondertekend in december 2016.

De totale Uniebijdragen aan het EFSE (88 968 090 EUR) omvatten aandelen en kasmiddelentransfers van andere instrumenten tijdens de periode 2006-2011.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Voor 2016 vonden geen vastleggingen voor aanvullende financiering uit IPA II van de inschrijving op nieuwe EFSE-aandelen plaats.

De op 31 december 2016 voor de totale programmeringsperiode geraamde begrotingstoewijzing is gelijk aan de totale toewijzing tot op dat moment: 88 968 090 EUR.

De hefboomfactor van het EFSE bedraagt momenteel ongeveer 40.

Op basis van het effectieve hefboomeffect van het EFSE wordt geschat dat het ruim 3 600 miljoen EUR aan leningen aan eindbegunstigden zal voortbrengen.

Green for Growth Fund (GGF)

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Green for Growth Fund (GGF), IPA 2009 / 021-373

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 11).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Post 22 02 04 01 — Meerlandenprogramma's, regionale integratie en territoriale samenwerking (in begrotingsnomenclatuur 2015).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

Het Green for Growth Fund voor Zuidoost-Europa heeft als doel om, via een publiek-privaat partnerschap met een gelaagde risico-rendementstructuur bij te dragen tot meer energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in Zuidoost-Europa en Turkije, voornamelijk door het verstrekken van gerichte financiering aan bedrijven en huishoudens, in partnerschap met financiële instellingen en via rechtstreekse financiering.

De investeringen van het GGF zijn erop gericht het energieverbruik en de CO2-uitstoot met 20 % terug te dringen, door

 

herfinanciering van financiële instellingen (lokale commerciële banken, niet-bancaire financiële instellingen zoals microfinanciers en leasingmaatschappijen, en andere geselecteerde financiële instellingen) die krediet verstrekken aan huishoudens, bedrijven, gemeenten en overheden ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen of projecten met hernieuwbare energie. Investeringen via financiële instellingen zullen het leeuwendeel van de GGF-investeringen uitmaken;

 

verstrekking van directe financiering aan niet-financiële instellingen (energieservicebedrijven, bedrijven of projecten voor hernieuwbare energie, kleinschalige leveranciers van hernieuwbare energie en bedrijven actief op het gebied van energie-efficiëntie) die voldoen aan de doelstellingen van het GGF inzake energiebesparing en/of emissies, aan de technische criteria en die niet op de uitsluitingslijst van het GGF staan.

Het betreft hier een zogeheten revolverend fonds met een looptijd van onbepaalde duur. Een nieuwe onderliggende delegatieovereenkomst waarbij het administratief beheer van de IPA-middelen in GGF aan het EIF werd toevertrouwd, is in december 2016 ondertekend, met een toewijzing voor de beheersvergoedingen uit IPA II, meerlandenprogramma 2015. Het totaalbedrag van de Uniebijdragen aan het instrument (38 633 232 EUR) omvat de inschrijving op C-aandelen.

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

Een aanvullende financiering uit IPA II voor de nieuwe intekeningen op C-aandelen in GGF is voorzien voor het tweede kwartaal 2017, ten belope van 20 miljoen EUR, (naast een aanvullende toewijzing van 1,6 miljoen EUR voor de beheersvergoeding van het EIF tot eind 2023).

De op 31 december 2016 voor de totale programmeringsperiode geraamde begrotingstoewijzing is gelijk aan de totale toewijzing tot op dat moment: 38 633 232 EUR.

Het hefboomeffect van het GGF bedraagt momenteel 11,42 (totale omvang van het fonds, gedeeld door de Uniebijdrage). Geschat wordt dat door de hefboomwerking ruim 441 miljoen EUR aan leningen aan in aanmerking komende eindbegunstigden zal worden gegenereerd.

Steunkrediet voor het herstel van het mkb in Turkije

 

i)

Basishandeling

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Crisispakket (IPA 2009/021-373).

 

ii)

Begrotingsonderdelen

Artikel 22 02 51 — Voltooiing van de eerdere pretoetredingssteun (vóór 2014) (in begrotingsnomenclatuur 2015).

 

iii)

Algemene beschrijving van het financiële instrument, met inbegrip van looptijd en gevolgen voor de begroting

De algemene doelstelling van het instrument is het verzachten van de gevolgen van de crisis voor het midden- en kleinbedrijf en bijdragen tot de ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid in Turkije. De belangrijkste doelstelling is de ondersteuning van het mkb met concrete productieve investeringen door toegang te bieden tot aantrekkelijke schuldfinanciering met een langere looptijd. De cofinanciering van leningen verloopt via lokale commerciële banken in Turkije (de financiële intermediairs) en heeft betrekking op in aanmerking komende investeringen door het mkb. In het kader van dit instrument verstrekt de Europese Investeringsbank (EIB) leningen uit eigen middelen, in combinatie met leningen uit de Uniebijdrage.

Individuele mkb-bedrijven komen in aanmerking voor financiering door een financiële intermediair via de middelen uit hoofde van de actie (telkens een „sublening”), voor een bedrag van minimaal 200 000 EUR en maximaal 5,0 miljoen EUR en een minimumlooptijd van 4 jaar.

De financiële vastlegging van de Commissie voor het instrument bedraagt 30,0 miljoen EUR (waarvan 360 000 EUR voor beheersvergoedingen). Het instrument wordt uitgevoerd in gedeeld beheer met de EIB, die 120,0 miljoen EUR bijdraagt. De maatregel loopt af in december 2017. Een verlenging met een jaar werd in december 2016 goedgekeurd, om de EIB de tijd te geven om na te gaan of de voorafgaande voorwaarden aanwezig zijn voor de voortzetting van de actie met een tweede ronde van subleningen, zoals reeds is vastgelegd in de in 2009 met de EIB gesloten bijdrageovereenkomst. De tweede ronde van subleningen zou gebruikmaken van de Uniebijdrage die door financiële intermediairs aan de EIB is terugbetaald, samen met nieuwe middelen van de EIB. Een tweede ronde zal waarschijnlijk een verlenging van de einddatum met ten minste drie jaar met zich meebrengen

 

iv)

Voorgenomen verrichtingen, met inbegrip van doelvolumen gebaseerd op de hefboomwerking die voortvloeit uit de bestaande financiële instrumenten

De Unievastlegging 2009 van 30 miljoen EUR heeft een volume aan kredietverlening van 150 miljoen EUR bij de twee deelnemende Turkse banken ondersteund.

De geraamde begrotingstoewijzing voor de totale programmeringsperiode bedraagt 30 miljoen EUR.

De in de rechtsgrondslag en de evaluatie vooraf vastgelegde hefboomdoelstelling is 10 op 1 tijdens de levensduur van het financiële instrument.

Uitgaande van de hefboomdoelstelling van het instrument bedraagt het totale bedrag aan gemobiliseerde leningvolumes naar schatting rond 300 miljoen EUR voor de hele looptijd van het programma. In het geval van een tweede ronde van subleningen met extra EIB-middelen zou het daadwerkelijke hefboomeffect van het initiatief veranderen.

PUBLICATIEBUREAU

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 897 000

3 858 000

3 749 477,25

96,21

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

831 000

817 000

799 998,76

96,27

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 728 000

4 675 000

4 549 476,01

96,22

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 551 000

4 582 000

4 443 193,06

97,63

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 551 000

4 582 000

4 443 193,06

97,63

 

Titel 4 — Totaal

9 279 000

9 257 000

8 992 669,07

96,91

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

3 897 000

3 858 000

3 749 477,25

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

831 000

817 000

799 998,76

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

4 551 000

4 582 000

4 443 193,06

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 279 000

9 257 000

8 992 669,07

96,91

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A2

PUBLICATIEBUREAU

A2 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

84 546 400

75 461 200

72 172 843,16

A2 02

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

9 990 000

7 300 000

12 465 774,28

A2 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A2 — Totaal

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

 

TOTAAL-GENERAAL

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

TITEL A2

PUBLICATIEBUREAU

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A2 01

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

58 352 400

58 540 000

56 107 548,95

96,15

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

2 248 000

2 462 000

2 338 029,72

104,00

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

445 000

445 000

474 247,04

106,57

 

Artikel A2 01 02 — Totaal

2 693 000

2 907 000

2 812 276,76

104,43

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

23 498 000

14 011 200

13 250 017,45

56,39

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

3 000 ,—

100,00

 

HOOFDSTUK A2 01 — TOTAAL

84 546 400

75 461 200

72 172 843,16

85,36

 

HOOFDSTUK A2 02

A2 02 01

Productie

       

Niet-gesplitste kredieten

2 925 000

800 000

4 169 509,68

142,55

A2 02 02

Bewaring op lange termijn

       

Niet-gesplitste kredieten

4 190 000

1 900 000

2 486 998,81

59,36

A2 02 03

Toegang en hergebruik

       

Niet-gesplitste kredieten

2 875 000

4 600 000

5 809 265,79

202,06

 

HOOFDSTUK A2 02 — TOTAAL

9 990 000

7 300 000

12 465 774,28

124,78

 

HOOFDSTUK A2 10

A2 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A2 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A2 — Totaal

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

89,53

 

TOTAAL-GENERAAL

94 536 400

82 761 200

84 638 617,44

89,53

HOOFDSTUK A2 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A2 02 —

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A2 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A2 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A2 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

58 352 400

58 540 000

56 107 548,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven met betrekking tot ambtenaren en tijdelijke functionarissen waarvan de functie tot de personeelsformatie behoort:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Publicatiebureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 248 000

2 462 000

2 338 029,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Publicatiebureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

 

de kosten van prestaties ad hoc inzake tekstcorrectie, de uitgaven in verband met freelance- en interimpersoneel, alsmede de hiermee gepaard gaande administratieve uitgaven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

445 000

445 000

474 247,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Publicatiebureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Publicatiebureau deelneemt of die het organiseert;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Publicatiebureau kan voorzien;

 

de uitgaven voor het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

de uitgaven voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Publicatiebureau beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

 

de kosten voor de deelname van het Publicatiebureau aan de Bridge Forum Dialogue.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

23 498 000

14 011 200

13 250 017,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau voor publicaties en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder met name:

 

de uitgaven voor technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere algemene activiteiten in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie in gedrukte of elektronische vorm, extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden, bureaudiensten, abonnementen bij internationale organisaties, veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van software, en de uitvoering van projecten op het gebied van informatietechnologie, externe hosting of hosting door DIGIT-diensten zoals overeengekomen in een memorandum van overeenstemming (MoU, Memorandum of Understanding) of een externe chargeback-overeenkomst (ELA, Enterprise License Agreement);

 

computerapparatuur (servers) en -programmatuur, ontwikkeling en onderhoud in verband met infrastructuren en toepassingen voor datacentra;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Publicatiebureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Publicatiebureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor centrale airconditioning enz.; de uitgaven voor bepaalde periodieke schoonmaakbeurten en de aankoop van producten voor onderhoud, wassen, bleken, chemische reiniging; evenals schilderwerk, reparaties en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden, zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking, enz., alsmede de kosten van aanpassingen aan de netwerkapparatuur die afhankelijk van de bestemming van de gebouwen vereist is en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en materiële veiligheid van personen en goederen, met name contracten voor toezicht op de gebouwen, onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, waaronder met name de aankoop van uniformen (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers), de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slecht weer en kou, abnormale slijtage en vuil, en de aankoop of vergoeding van alle uitrusting die vereist is uit hoofde van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons; uitgaven voor informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing en het onderhoud van computers, terminals, servers, minicomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur en alle andere apparatuur voor kantoorautomatisering, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

de uitgaven voor de aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

de uitgaven voor de installatie, de configuratie, het onderhoud, de studies, de documentatie en de benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz.;

 

de frankerings- en verzendkosten voor correspondentie, verslagen en publicaties, en de kosten van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten van telefoon- en computerverbindingen en die van internationale verbindingen tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de EU-instellingen;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

 

in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Publicatiebureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Publicatiebureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000

3 000

3 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor abonnementen op elektronische informatiediensten, kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Publicatiebureau;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

HOOFDSTUK A2 02 —   SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

A2 02 01

Productie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 925 000

800 000

4 169 509,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie”-activiteiten, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de productie;

 

de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

 

nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Publicatiebureau verantwoordelijk is;

 

de aankoop van of de huurkosten voor uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 388 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 02

Bewaring op lange termijn

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 190 000

1 900 000

2 486 998,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteiten in verband met bewaring op lange termijn, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de bewaring op lange termijn;

 

catalogisering, inclusief de kosten van documentaire en deels juridische analyse, indexering, specificatie en redactie, input en onderhoud;

 

de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

 

elektronische opslag;

 

langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, digitalisering.

Rechtsgronden

Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van de werking van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 03

Toegang en hergebruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 875 000

4 600 000

5 809 265,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteiten in verband met toegang en hergebruik, met name:

 

alle indirecte kosten voor de L- en C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie in verband met de activiteiten voor toegang en hergebruik;

 

toegang verlenen tot juridische informatie van de Unie en andere typen online beschikbare inhoud van de Unie;

 

vergemakkelijken van hergebruik van inhoud voor commerciële en niet-commerciële doeleinden;

 

ontwikkeling van synergie en interoperabiliteit om links naar inhoud van verscheidene bronnen mogelijk te maken;

 

onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

 

helpdeskondersteuning voor gebruikers van de website;

 

opslag- en distributiediensten;

 

verwerving en beheer van adressenlijsten;

 

promotie en marketing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 486 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

HOOFDSTUK A2 10 —   RESERVES

A2 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen gebruikt worden nadat die overgeheveld zijn naar een andere begrotingspost in overeenstemming met het financieel reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 561 000

3 582 000

3 401 662,98

95,53

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

704 000

707 000

670 897 ,—

95,30

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 265 000

4 289 000

4 072 559,98

95,49

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 279 000

3 331 000

3 181 794,37

97,04

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

3 279 000

3 331 000

3 181 794,37

97,04

 

Titel 4 — Totaal

7 544 000

7 620 000

7 254 354,35

96,16

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

3 561 000

3 582 000

3 401 662,98

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

704 000

707 000

670 897 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

3 279 000

3 331 000

3 181 794,37

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

7 544 000

7 620 000

7 254 354,35

96,16

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

A3 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

57 232 800

58 095 500

54 569 040 ,—

A3 02

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1 850 000

1 850 000

2 340 356,97

A3 03

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

200 000 ,—

A3 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A3 — Totaal

59 082 800

59 945 500

57 109 396,97

 

TOTAAL-GENERAAL

59 082 800

59 945 500

57 109 396,97

TITEL A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A3 01

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 911 800

42 102 000

38 309 170,86

93,64

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

2 510 000

2 542 000

2 629 728,53

104,77

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 877 000

1 876 500

2 262 478,41

120,54

 

Artikel A3 01 02 — Totaal

4 387 000

4 418 500

4 892 206,94

111,52

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

11 921 000

11 562 000

11 311 162,20

94,88

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

50 000 ,—

1 666,67

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

10 000

6 500 ,—

65,00

 

HOOFDSTUK A3 01 — TOTAAL

57 232 800

58 095 500

54 569 040 ,—

95,35

 

HOOFDSTUK A3 02

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 700 000

1 700 000

2 202 934,59

129,58

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

137 422,38

91,61

 

HOOFDSTUK A3 02 — TOTAAL

1 850 000

1 850 000

2 340 356,97

126,51

 

HOOFDSTUK A3 03

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000 ,—

 
 

HOOFDSTUK A3 03 — TOTAAL

200 000 ,—

 
 

HOOFDSTUK A3 10

A3 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A3 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A3 — Totaal

59 082 800

59 945 500

57 109 396,97

96,66

 

TOTAAL-GENERAAL

59 082 800

59 945 500

57 109 396,97

96,66

HOOFDSTUK A3 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A3 02 —

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

 

HOOFDSTUK A3 03 —

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

 

HOOFDSTUK A3 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A3 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A3 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 911 800

42 102 000

38 309 170,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 510 000

2 542 000

2 629 728,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), met inbegrip van deze die ter beschikking wordt gesteld voor het secretariaat van het Comité van toezicht, het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten voor actualiseringen van de bezoldigingen tijdens het begrotingsjaar.

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 877 000

1 876 500

2 262 478,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voor zover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 921 000

11 562 000

11 311 162,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

 

de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000

3 000

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's.

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000

10 000

6 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A3 02 —   FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 700 000

1 700 000

2 202 934,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

Het is met name bedoeld voor :

 

het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

 

het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

 

het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

 

de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

 

de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

 

het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

 

de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

Referentiebesluiten

Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor initiatieven en specifieke maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

150 000

137 422,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK A3 03 —   UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht, zoals:

 

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

 

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

 

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen, inschrijvingskosten voor conferenties enz.;

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

 

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze rechtstreeks uit te voeren.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).

HOOFDSTUK A3 10 —   RESERVES

A3 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten voorzien in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die zijn overgeheveld naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

777 000

758 000

721 093,63

92,80

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

151 000

149 000

140 321,92

92,93

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

928 000

907 000

861 415,55

92,82

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

912 000

912 000

859 338,33

94,23

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

912 000

912 000

859 338,33

94,23

 

Titel 4 — Totaal

1 840 000

1 819 000

1 720 753,88

93,52

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

777 000

758 000

721 093,63

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

151 000

149 000

140 321,92

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

912 000

912 000

859 338,33

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 840 000

1 819 000

1 720 753,88

93,52

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

A4 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

17 565 800

17 653 000

18 118 457,59

A4 02

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

5 710 000

6 114 000

4 617 363,89

A4 03

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

2 900 000

2 900 000

3 542 777,46

A4 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A4 — Totaal

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

 

TOTAAL-GENERAAL

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

TITEL A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A4 01

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 200 800

10 337 000

9 606 761,43

94,18

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 501 000

1 451 000

1 264 000 ,—

84,21

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

601 000

641 000

441 161,09

73,40

 

Artikel A4 01 02 — Totaal

2 102 000

2 092 000

1 705 161,09

81,12

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

5 260 000

5 219 000

6 755 497,84

128,43

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

50 000 ,—

 

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

5 000

1 037,23

34,57

 

HOOFDSTUK A4 01 — TOTAAL

17 565 800

17 653 000

18 118 457,59

103,15

 

HOOFDSTUK A4 02

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

5 700 000

6 100 000

4 611 363,89

80,90

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

10 000

14 000

6 000 ,—

60,00

 

Artikel A4 02 01 — Totaal

5 710 000

6 114 000

4 617 363,89

80,86

 

HOOFDSTUK A4 02 — TOTAAL

5 710 000

6 114 000

4 617 363,89

80,86

 

HOOFDSTUK A4 03

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

A4 03 01 01

Managementopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 400 000

1 400 000

1 678 658,11

119,90

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

       

Niet-gesplitste kredieten

950 000

950 000

1 225 519,35

129,00

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

       

Niet-gesplitste kredieten

550 000

550 000

638 600 ,—

116,11

 

Artikel A4 03 01 — Totaal

2 900 000

2 900 000

3 542 777,46

122,16

 

HOOFDSTUK A4 03 — TOTAAL

2 900 000

2 900 000

3 542 777,46

122,16

 

HOOFDSTUK A4 10

A4 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A4 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A4 — Totaal

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

100,39

 

TOTAAL-GENERAAL

26 175 800

26 667 000

26 278 598,94

100,39

HOOFDSTUK A4 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A4 02 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A4 03 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

 

HOOFDSTUK A4 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A4 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A4 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 200 800

10 337 000

9 606 761,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

 

de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 501 000

1 451 000

1 264 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar;

 

de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

601 000

641 000

441 161,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 260 000

5 219 000

6 755 497,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

 

de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

 

alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de specifieke uitrusting van cafetaria's en restaurants;

 

de huur van meubilair;

 

de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, met name:

 

de aankoop van vervoermiddelen;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten.

Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000

5 000

1 037,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A4 02 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

Toelichting

Het Bureau heeft in het kader van het EPSO-ontwikkelingsprogramma zijn selectiemethoden gemoderniseerd om op een meer kosteneffectieve en doeltreffende manier aan de huidige en toekomstige behoeften van de instellingen te voldoen, door middel van:

 

een betere planning van de vergelijkende onderzoeken om op het juiste moment de meest geschikte medewerkers te selecteren en een de reservelijsten optimaal te gebruiken;

 

kortere selectieprocedures;

 

een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de selectieprocedure door kandidaten te kiezen op basis van de vereiste functiecompetenties en instellingen de beschikking te geven over de beste medewerkers die hun hele loopbaan lang blijven, en een professionalisering van het werk van de selectiecomités;

 

een positief, modern imago voor de instellingen, als werkgever die op een steeds concurrerender wordende arbeidsmarkt de beste krachten kan aantrekken;

 

alle mogelijke voorzieningen om kandidaten met een beperking in staat te stellen deel te nemen.

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 700 000

6 100 000

4 611 363,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de procedures voor het organiseren van verschillende vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 000

14 000

6 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

HOOFDSTUK A4 03 —   INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EUSA)

Toelichting

Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de EUSA en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

A4 03 01 01

Managementopleiding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 400 000

1 400 000

1 678 658,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

950 000

950 000

1 225 519,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

550 000

550 000

638 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten in overeenstemming met artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 16 000 EUR.

HOOFDSTUK A4 10 —   RESERVES

A4 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten in dit artikel zijn louter voorlopig en kunnen enkel gebruikt worden wanneer die overgeheveld zijn naar andere hoofdstukken in overeenstemming met de procedure in het financieel reglement die daartoe is vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

1 335 000

1 399 000

1 236 047,44

92,59

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

248 000

266 000

230 707,09

93,03

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 583 000

1 665 000

1 466 754,53

92,66

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

2 555 000

2 655 000

2 401 451,74

93,99

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

2 555 000

2 655 000

2 401 451,74

93,99

 

Titel 4 — Totaal

4 138 000

4 320 000

3 868 206,27

93,48

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

1 335 000

1 399 000

1 236 047,44

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

248 000

266 000

230 707,09

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

2 555 000

2 655 000

2 401 451,74

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

4 138 000

4 320 000

3 868 206,27

93,48

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt waarin niet is voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

A5 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

A5 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A5 — Totaal

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

 

TOTAAL-GENERAAL

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

TITEL A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A5 01

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

16 186 600

16 744 000

14 386 784,71

88,88

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

11 790 000

11 261 000

17 842 682,90

151,34

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

237 000

236 500

322 492,83

136,07

 

Artikel A5 01 02 — Totaal

12 027 000

11 497 500

18 165 175,73

151,04

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

10 485 000

10 457 000

11 757 060,77

112,13

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A5 01 — TOTAAL

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

114,50

 

HOOFDSTUK A5 10

A5 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A5 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A5 — Totaal

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

114,50

 

TOTAAL-GENERAAL

38 698 600

38 698 500

44 309 021,21

114,50

HOOFDSTUK A5 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A5 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A5 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A5 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

16 186 600

16 744 000

14 386 784,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 790 000

11 261 000

17 842 682,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten als bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 758 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

237 000

236 500

322 492,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

10 485 000

10 457 000

11 757 060,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende Unievestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 145 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A5 10 —   RESERVES

A5 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 110 000

2 631 000

2 617 933,92

84,18

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

574 000

484 000

481 698,68

83,92

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

3 684 000

3 115 000

3 099 632,60

84,14

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 498 000

4 751 000

4 692 105,77

85,34

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 498 000

4 751 000

4 692 105,77

85,34

 

Titel 4 — Totaal

9 182 000

7 866 000

7 791 738,37

84,86

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

3 110 000

2 631 000

2 617 933,92

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

574 000

484 000

481 698,68

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 498 000

4 751 000

4 692 105,77

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Referentiebesluiten

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 182 000

7 866 000

7 791 738,37

84,86

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

A6 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

A6 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A6 — Totaal

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

 

TOTAAL-GENERAAL

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

TITEL A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A6 01

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

36 511 000

30 952 000

30 424 629,50

83,33

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

28 456 000

24 592 000

33 873 679,89

119,04

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

415 000

435 000

458 670 ,—

110,52

 

Artikel A6 01 02 — Totaal

28 871 000

25 027 000

34 332 349,89

118,92

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

12 963 000

12 174 000

12 627 935,03

97,42

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A6 01 — TOTAAL

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

98,77

 

HOOFDSTUK A6 10

A6 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A6 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A6 — Totaal

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

98,77

 

TOTAAL-GENERAAL

78 345 000

68 153 000

77 384 914,42

98,77

HOOFDSTUK A6 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A6 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A6 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A6 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

36 511 000

30 952 000

30 424 629,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

28 456 000

24 592 000

33 873 679,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten als bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 870 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

415 000

435 000

458 670 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 963 000

12 174 000

12 627 935,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), de realisatie van het maandblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A6 10 —   RESERVES

A6 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

902 000

871 000

852 575,73

94,52

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

167 000

156 000

157 626,81

94,39

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

1 069 000

1 027 000

1 010 202,54

94,50

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 507 000

1 440 000

1 446 950,99

96,02

 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

1 507 000

1 440 000

1 446 950,99

96,02

 

Titel 4 — Totaal

2 576 000

2 467 000

2 457 153,53

95,39

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

902 000

871 000

852 575,73

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

167 000

156 000

157 626,81

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

1 507 000

1 440 000

1 446 950,99

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

2 576 000

2 467 000

2 457 153,53

95,39

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

A7 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

A7 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel A7 — Totaal

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

 

TOTAAL-GENERAAL

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

TITEL A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK A7 01

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

12 533 600

12 293 000

11 614 484,10

92,67

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

7 428 000

7 195 000

7 778 582,38

104,72

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

270 000

227 210 ,—

90,88

 

Artikel A7 01 02 — Totaal

7 678 000

7 465 000

8 005 792,38

104,27

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

4 552 000

4 611 000

4 368 617,09

95,97

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A7 01 — TOTAAL

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

96,87

 

HOOFDSTUK A7 10

A7 10 01

Voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK A7 10 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel A7 — Totaal

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

96,87

 

TOTAAL-GENERAAL

24 763 600

24 369 000

23 988 893,57

96,87

HOOFDSTUK A7 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A7 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A7 01 —   ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A7 01 01

Uitgaven in verband met ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 533 600

12 293 000

11 614 484,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 428 000

7 195 000

7 778 582,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van deze personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de kosten van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van het begrotingsjaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 320 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

270 000

227 210 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 552 000

4 611 000

4 368 617,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A7 10 —   RESERVES

A7 10 01

Voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Commissie

Administratie

 

Functiegroep en rang (66)  (67)

Administratie

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

24

24

AD 15

190

22

190

22

AD 14

637

31

637

31

AD 13

1 734

1 732

AD 12

1 290

44

1 290

44

AD 11

888

62

797

62

AD 10

1 072

21

976

21

AD 9

1 322

10

1 298

9

AD 8

1 456

26

1 466

26

AD 7

1 320

20

1 322

20

AD 6

808

10

925

10

AD 5

901

6

883

6

Subtotaal AD

11 642

252

11 540

251

AST 11

190

190

AST 10

152

10

151

10

AST 9

674

608

AST 8

584

13

584

13

AST 7

1 028

18

1 107

18

AST 6

696

19

650

19

AST 5

1 069

16

1 047

16

AST 4

850

861

AST 3

512

632

AST 2

221

13

295

13

AST 1

109

210

Subtotaal AST

6 085

89

6 335

89

AST/SC 6

AST/SC 5

35

AST/SC 4

15

35

65

35

AST/SC 3

15

AST/SC 2

85

70

AST/SC 1

486

401

Subtotaal AST/SC

636

35

536

35

Totaal

18 363

376

18 411

375

Totaal-generaal

18 739

18 786

Onderzoek en technologische ontwikkeling — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en innovatie — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

2

2

AD 15

11

10

AD 14

70

70

AD 13

223

223

AD 12

170

170

AD 11

52

44

AD 10

57

49

AD 9

86

86

AD 8

80

80

AD 7

62

68

AD 6

49

48

AD 5

9

9

Subtotaal AD

871

859

AST 11

56

53

AST 10

62

62

AST 9

153

153

AST 8

80

80

AST 7

95

101

AST 6

97

91

AST 5

139

121

AST 4

98

116

AST 3

64

73

AST 2

19

25

AST 1

5

5

Subtotaal AST

868

880

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

1

1

AST/SC 1

7

8

Subtotaal AST/SC

8

9

Totaal

1 747

1 748

Totaal-generaal

1 747

1 748

Onderzoek en technologische ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract - 2

 

Functiegroep en rang

Onderzoek en ontwikkeling — Werkzaamheden onder contract

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

19

19

AD 14

94

94

AD 13

238

238

AD 12

142

142

AD 11

51

54

AD 10

72

77

AD 9

105

110

AD 8

79

84

AD 7

66

71

AD 6

56

58

AD 5

30

34

Subtotaal AD

953

982

AST 11

17

17

AST 10

15

15

AST 9

57

52

AST 8

46

42

AST 7

80

87

AST 6

90

103

AST 5

90

102

AST 4

73

76

AST 3

34

34

AST 2

9

9

AST 1

2

2

Subtotaal AST

513

539

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

3

3

AST/SC 2

5

5

AST/SC 1

8

8

Subtotaal AST/SC

16

16

Totaal

1 482

1 537

Totaal-generaal  (68)

1 482

1 537

Bureaus

Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

 

Functiegroep en rang

Publicatiebureau (OP)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

3

3

AD 14

9

8

AD 13

9

9

AD 12

14

14

AD 11

10

9

AD 10

17

14

AD 9

17

20

AD 8

14

13

AD 7

16

14

AD 6

11

13

AD 5

10

16

Subtotaal AD

131

134

AST 11

22

20

AST 10

18

20

AST 9

45

46

AST 8

43

39

AST 7

69

63

AST 6

84

84

AST 5

75

90

AST 4

52

57

AST 3

27

38

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

435

457

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

2

2

AST/SC 1

2

2

Subtotaal AST/SC

4

4

Totaal

570

595

Totaal-generaal

570

595

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

2

1

2

1

AD 14

13

13

AD 13

22

6

22

6

AD 12

21

7

21

7

AD 11

21

19

AD 10

20

1

17

1

AD 9

21

5

22

6

AD 8

17

15

AD 7

21

21

AD 6

11

11

AD 5

9

15

Subtotaal AD

179

20

179

21

AST 11

6

9

6

9

AST 10

8

4

9

4

AST 9

15

2

15

2

AST 8

11

9

12

9

AST 7

13

15

AST 6

13

6

AST 5

23

19

AST 4

14

19

AST 3

7

12

AST 2

2

4

AST 1

Subtotaal AST

112

24

117

24

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

2

AST/SC 2

2

4

AST/SC 1

3

4

Subtotaal AST/SC

7

8

Totaal

298

44

304

45

Totaal-generaal

342

349

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

1

AD 13

6

7

AD 12

4

4

AD 11

3

3

AD 10

3

3

AD 9

3

3

AD 8

3

3

AD 7

1

1

AD 6

1

1

AD 5

5

5

Subtotaal AD

31

1

31

1

AST 11

4

4

AST 10

4

4

AST 9

7

7

AST 8

6

6

AST 7

12

12

AST 6

10

10

AST 5

12

12

AST 4

11

11

AST 3

8

8

AST 2

2

2

AST 1

Subtotaal AST

76

76

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

1

1

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

1

1

Totaal

108

1

108

1

Totaal-generaal

109  (69)

109

Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

5

5

AD 13

8

10

AD 12

7

7

AD 11

1

1

AD 10

4

4

AD 9

2

2

AD 8

5

5

AD 7

2

2

AD 6

1

AD 5

Subtotaal AD

35

38

AST 11

6

6

AST 10

7

7

AST 9

14

15

AST 8

18

18

AST 7

41

42

AST 6

29

30

AST 5

6

7

AST 4

1

1

AST 3

1

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

123

127

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

2

Totaal

160

165

Totaal-generaal

160

165  (70)

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

7

7

AD 13

13

13

AD 12

7

7

AD 11

5

5

AD 10

9

8

AD 9

10

7

AD 8

9

7

AD 7

8

8

AD 6

9

9

AD 5

9

12

Subtotaal AD

87

84

AST 11

8

8

AST 10

9

8

AST 9

14

14

AST 8

20

19

AST 7

46

42

AST 6

51

42

AST 5

98

72

AST 4

39

26

AST 3

23

24

AST 2

AST 1

1

Subtotaal AST

309

255

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

396

339

Totaal-generaal

396

339

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

3

3

AD 13

4

4

AD 12

4

4

AD 11

2

2

AD 10

3

2

AD 9

5

4

AD 8

3

4

AD 7

2

3

AD 6

2

3

AD 5

1

Subtotaal AD

30

30

AST 11

2

2

AST 10

2

2

AST 9

8

8

AST 8

7

7

AST 7

14

14

AST 6

13

14

AST 5

18

19

AST 4

17

17

AST 3

10

10

AST 2

1

1

AST 1

Subtotaal AST

92

94

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

3

2

AST/SC 1

1

2

Subtotaal AST/SC

4

4

Totaal

126

128

Totaal-generaal

126

128

Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

Gedecentraliseerde agentschappen

Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen en industrie

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

8

4

5

AD 13

16

7

15

AD 12

21

13

20

AD 11

34

17

34

AD 10

43

24

39

AD 9

56

43

54

AD 8

63

54

62

AD 7

64

69

64

AD 6

27

74

35

AD 5

5

25

8

Subtotaal AD

337

331

337

AST 11

AST 10

1

AST 9

5

3

5

AST 8

8

2

7

AST 7

15

5

14

AST 6

18

11

15

AST 5

34

23

34

AST 4

22

29

22

AST 3

17

38

18

AST 2

1

11

5

AST 1

2

3

Subtotaal AST

121

124

123

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

458

455

460

Totaal-generaal

458

455

460

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

 

Functiegroep en rang

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

3

1

2

AD 12

6

5

5

AD 11

7

5

6

AD 10

14

12

13

AD 9

13

12

12

AD 8

32

30

30

AD 7

35

34

34

AD 6

8

8

8

AD 5

4

Subtotaal AD

123

108

111

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

2

1

2

AST 5

1

2

1

AST 4

1

1

1

AST 3

1

AST 2

1

1

AST 1

Subtotaal AST

5

5

5

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

128

113

116

Totaal-generaal

128

113

116

Gedecentraliseerde agentschappen — Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

2

1

AD 13

2

4

2

1

4

AD 12

1

7

2

3

2

7

AD 11

1

5

1

5

5

AD 10

4

2

4

AD 9

5

1

3

1

3

AD 8

1

7

2

5

1

6

AD 7

6

1

7

7

AD 6

3

7

4

AD 5

1

7

1

Subtotaal AD

5

44

7

41

7

43

AST 11

1

AST 10

1

2

2

AST 9

5

3

5

AST 8

7

4

8

AST 7

2

8

8

2

8

AST 6

3

2

1

5

3

1

AST 5

1

7

3

3

1

8

AST 4

2

5

1

1

AST 3

1

3

1

AST 2

1

4

1

AST 1

1

3

1

1

Subtotaal AST

6

36

7

38

8

35

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

11

80

14

79

15

78

Totaal-generaal

91

93

93

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

2

1

1

AD 13

1

2

2

AD 12

2

1

2

AD 11

1

1

1

AD 10

3

2

3

AD 9

3

1

3

AD 8

7

7

5

AD 7

5

5

7

AD 6

3

AD 5

Subtotaal AD

24

23

24

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

AST 7

1

AST 6

3

2

3

AST 5

7

8

6

AST 4

1

2

2

AST 3

3

2

4

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

16

16

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

40

39

40

Totaal-generaal

40

39

40

Gedecentraliseerde agentschappen — Mobiliteit en vervoer

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

26

5

25

AD 13

33

9

32

AD 12

57

20

53

AD 11

81

33

76

AD 10

103

73

98

AD 9

119

99

117

AD 8

80

134

77

AD 7

44

103

52

AD 6

13

52

20

AD 5

22

1

Subtotaal AD

557

551

552

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

4

4

AST 7

13

1

14

AST 6

27

8

25

AST 5

34

22

33

AST 4

23

35

24

AST 3

17

31

16

AST 2

4

23

8

AST 1

5

1

Subtotaal AST

123

125

126

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

680

676

678

Totaal-generaal

680

676

678

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

2

1

AD 13

1

4

2

1

4

AD 12

1

10

1

5

1

10

AD 11

14

10

14

AD 10

1

19

1

18

1

19

AD 9

28

28

28

AD 8

31

28

29

AD 7

26

1

16

26

AD 6

8

20

12

AD 5

7

4

5

Subtotaal AD

3

149

3

133

3

149

AST 11

AST 10

1

1

AST 9

1

AST 8

1

1

AST 7

4

2

4

AST 6

19

10

15

AST 5

20

15

20

AST 4

12

18

16

AST 3

3

11

3

AST 2

2

AST 1

Subtotaal AST

60

59

60

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

3

209

3

192

3

209

Totaal-generaal

212

195

212

Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

 

Functiegroep en rang

Spoorwegbureau van de Europese Unie (ERA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

AD 12

2

1

AD 11

6

3

5

AD 10

18

12

18

AD 9

32

25

33

AD 8

22

16

21

AD 7

15

20

14

AD 6

15

20

10

AD 5

Subtotaal AD

111

97

103

AST 11

AST 10

AST 9

3

2

3

AST 8

5

1

5

AST 7

4

1

4

AST 6

3

3

3

AST 5

8

7

8

AST 4

9

6

9

AST 3

4

10

3

AST 2

1

6

1

AST 1

Subtotaal AST

37

36

36

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

148

133

139

Totaal-generaal

148

133

139

Gedecentraliseerde agentschappen — Milieu

Europees Milieuagentschap (EMA)

 

Functiegroep en rang

Europees Milieuagentschap (EMA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

2

2

AD 13

1

4

1

1

3

AD 12

13

1

9

12

AD 11

12

8

11

AD 10

12

8

11

AD 9

12

8

11

AD 8

3

10

8

AD 7

1

11

3

AD 6

6

AD 5

Subtotaal AD

1

60

1

63

1

62

AST 11

3

3

AST 10

4

2

4

AST 9

3

10

1

2

3

9

AST 8

12

2

8

10

AST 7

11

8

10

AST 6

11

6

10

AST 5

9

11

12

AST 4

12

3

AST 3

9

AST 2

4

AST 1

Subtotaal AST

3

60

3

62

3

61

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

4

120

4

125

4

123

Totaal-generaal

124

129

127

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Zie de lijst van het aantal ambten S 03 01 02 — Europees Agentschap voor chemische stoffen

Gedecentraliseerde agentschappen — Communicatienetwerken, inhoud en technologie

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

AD 12

3

2

3

AD 11

1

AD 10

5

2

5

AD 9

10

2

10

AD 8

15

5

15

AD 7

2

AD 6

13

AD 5

1

Subtotaal AD

34

29

34

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

2

1

2

AST 6

5

1

5

AST 5

5

2

5

AST 4

1

5

2

AST 3

6

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

13

15

14

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

47

44

48

Totaal-generaal

47

44

48

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

 

Functiegroep en rang

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

AD 12

AD 11

1

AD 10

1

1

1

AD 9

2

1

1

AD 8

1

2

2

AD 7

2

1

1

AD 6

3

1

4

AD 5

4

1

Subtotaal AD

11

11

11

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

1

AST 4

2

1

3

AST 3

2

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

3

3

3

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

14

14

14

Totaal-generaal

14

14

14

Gedecentraliseerde agentschappen — Maritieme zaken en visserij

Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

2

2

2

AD 12

3

2

3

AD 11

AD 10

3

3

3

AD 9

6

6

6

AD 8

14

5

14

AD 7

2

2

2

AD 6

1

AD 5

Subtotaal AD

31

22

31

AST 11

AST 10

7

7

7

AST 9

3

3

3

AST 8

3

3

3

AST 7

8

8

8

AST 6

2

2

2

AST 5

6

6

6

AST 4

1

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

30

29

30

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

61

51

61

Totaal-generaal

61

51

61

Gedecentraliseerde agentschappen — Interne markt en diensten

Europese Bankautoriteit (EBA)

 

Functiegroep en rang

Europese Bankautoriteit (EBA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

1

AD 15

1

1

1

AD 14

2

2

AD 13

2

2

2

AD 12

8

3

7

AD 11

12

6

12

AD 10

12

9

11

AD 9

18

17

15

AD 8

26

14

20

AD 7

20

29

21

AD 6

18

26

16

AD 5

14

9

15

Subtotaal AD

134

117

123

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

3

1

AST 5

4

3

4

AST 4

2

2

3

AST 3

1

3

2

AST 2

1

1

1

AST 1

Subtotaal AST

11

9

11

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

145

126

134

Totaal-generaal

145

126

134

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

1

AD 15

1

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

4

3

3

AD 12

11

6

8

AD 11

14

9

10

AD 10

13

10

10

AD 9

15

10

12

AD 8

14

10

12

AD 7

11

10

12

AD 6

9

10

11

AD 5

2

5

4

Subtotaal AD

96

76

85

AST 11

AST 10

1

1

AST 9

1

1

1

AST 8

3

2

2

AST 7

3

2

3

AST 6

3

3

3

AST 5

3

2

3

AST 4

2

1

2

AST 3

2

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

16

13

16

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

112

89

101

Totaal-generaal

112

89

101

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

1

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

2

1

2

AD 12

6

1

5

AD 11

9

3

8

AD 10

14

7

13

AD 9

28

14

26

AD 8

28

32

28

AD 7

26

30

26

AD 6

14

20

14

AD 5

15

13

13

Subtotaal AD

144

123

137

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

2

1

AST 7

2

2

AST 6

3

3

AST 5

4

2

4

AST 4

1

6

3

AST 3

2

AST 2

1

AST 1

2

Subtotaal AST

12

13

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

156

136

150

Totaal-generaal

156

136

150

Gedecentraliseerde agentschappen — Onderwijs en cultuur

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

2

2

2

AD 12

4

4

4

4

4

4

AD 11

10

9

10

AD 10

10

10

10

AD 9

5

5

5

AD 8

5

5

5

AD 7

4

4

4

AD 6

2

1

2

AD 5

Subtotaal AD

4

44

4

42

4

44

AST 11

1

1

1

AST 10

1

1

1

1

1

1

AST 9

1

2

2

2

AST 8

1

2

2

2

2

2

AST 7

3

7

3

7

3

7

AST 6

3

5

4

5

4

5

AST 5

6

2

6

1

6

AST 4

10

10

9

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

9

34

12

34

11

33

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

13

78

16

76

15

77

Totaal-generaal

91

92

92

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

 

Functiegroep en rang

Europese Stichting voor opleiding (ETF)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

4

6

AD 12

14

8

14

AD 11

8

9

7

AD 10

6

7

8

AD 9

12

11

13

AD 8

9

10

5

AD 7

1

9

3

AD 6

2

AD 5

1

Subtotaal AD

55

58

57

AST 11

3

3

AST 10

5

1

5

AST 9

9

8

8

AST 8

6

6

6

AST 7

4

4

4

AST 6

4

2

4

AST 5

4

1

AST 4

5

AST 3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

31

31

31

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

86

89

88

Totaal-generaal

86

89

88

Gedecentraliseerde agentschappen — Gezondheid en consumentenbescherming

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

 

Functiegroep en rang

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

7

AD 13

10

1

6

AD 12

12

4

10

AD 11

18

4

16

AD 10

27

7

23

AD 9

25

13

32

AD 8

18

28

18

AD 7

13

1

13

AD 6

23

1

AD 5

30

Subtotaal AD

126

111

127

AST 11

2

2

AST 10

4

4

AST 9

4

4

AST 8

8

1

8

AST 7

12

3

12

AST 6

16

4

16

AST 5

8

16

9

AST 4

19

AST 3

AST 2

5

AST 1

6

Subtotaal AST

54

54

55

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

180

165

182

Totaal-generaal

180

165

182

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

 

Functiegroep en rang

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

2

1

2

AD 13

2

1

2

AD 12

1

16

6

1

16

AD 11

11

6

11

AD 10

1

18

11

1

17

AD 9

1

43

27

1

42

AD 8

54

54

54

AD 7

1

55

4

46

1

56

AD 6

1

14

1

43

1

15

AD 5

5

12

6

Subtotaal AD

5

221

5

207

5

222

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

3

3

AST 7

4

2

4

AST 6

9

2

9

AST 5

30

15

30

AST 4

23

40

23

AST 3

23

17

25

AST 2

1

29

2

AST 1

3

Subtotaal AST

93

108

96

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

5

314

5

315

5

318

Totaal-generaal

319

320

323

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

 

Functiegroep en rang

Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

3

2

4

AD 14

7

6

6

AD 13

11

9

11

AD 12

43

39

40

AD 11

43

37

40

AD 10

41

44

43

AD 9

45

37

42

AD 8

59

54

53

AD 7

65

54

61

AD 6

23

37

37

AD 5

18

3

Subtotaal AD

340

337

340

AST 11

2

2

2

AST 10

7

5

6

AST 9

6

7

7

AST 8

16

16

16

AST 7

22

17

19

AST 6

42

39

43

AST 5

46

42

43

AST 4

57

49

52

AST 3

46

46

45

AST 2

7

27

23

AST 1

Subtotaal AST

251

250

256

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

591

587

596

Totaal-generaal

591

587

596

Gedecentraliseerde agentschappen — Binnenlandse zaken

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

 

Functiegroep en rang

Europees Grens- en kustwachtagentschap (Frontex)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

2

1

AD 13

6

5

5

AD 12

17

13

15

AD 11

17

8

11

AD 10

12

9

10

AD 9

23

13

20

AD 8

110

34

85

AD 7

72

30

65

AD 6

37

10

34

AD 5

15

4

14

Subtotaal AD

311

128

261

AST 11

AST 10

AST 9

1

AST 8

5

7

5

AST 7

11

12

11

AST 6

16

21

16

AST 5

27

17

27

AST 4

45

6

28

AST 3

3

5

4

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

107

69

91

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

418

197

352

Totaal-generaal

418

197

352

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

5

2

5

AD 12

11

7

11

AD 11

17

10

17

AD 10

28

9

30

AD 9

61

45

61

AD 8

100

77

97

AD 7

128

113

126

AD 6

158

198

139

AD 5

36

13

29

Subtotaal AD

546

476

517

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

3

2

AST 7

5

3

5

AST 6

6

4

6

AST 5

7

7

8

AST 4

5

10

8

AST 3

3

2

3

AST 2

1

3

1

AST 1

Subtotaal AST

30

29

33

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

576

505

550

Totaal-generaal

576

505

550

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

 

Functiegroep en rang

Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

AD 13

1

1

AD 12

AD 11

2

2

AD 10

2

2

2

AD 9

1

3

1

AD 8

AD 7

2

1

2

AD 6

7

1

6

AD 5

6

9

6

Subtotaal AD

21

17

20

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

AST 5

3

2

3

AST 4

6

2

6

AST 3

1

4

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

11

8

11

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

32

25

31

Totaal-generaal

32

25

31

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

 

Functiegroep en rang

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

1

2

1

3

1

2

AD 12

4

11

3

5

4

11

AD 11

1

11

6

1

11

AD 10

13

2

13

AD 9

6

1

5

6

AD 8

1

8

AD 7

8

AD 6

2

AD 5

2

Subtotaal AD

6

45

6

42

6

45

AST 11

1

1

AST 10

3

1

3

AST 9

1

7

3

1

7

AST 8

2

7

1

2

7

AST 7

4

1

2

5

AST 6

8

AST 5

1

6

AST 4

1

AST 3

AST 2

1

AST 1

Subtotaal AST

4

21

3

22

4

22

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

10

66

9

64

10

67

Totaal-generaal

76

73

77

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

 

Functiegroep en rang

Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

2

2

2

AD 12

3

3

3

AD 11

5

3

4

AD 10

8

5

6

AD 9

13

9

10

AD 8

17

12

17

AD 7

21

13

17

AD 6

12

14

13

AD 5

11

10

14

Subtotaal AD

94

72

88

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

2

1

2

AST 7

4

2

3

AST 6

9

6

8

AST 5

14

12

12

AST 4

11

12

14

AST 3

1

9

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

42

43

43

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

136

115

131

Totaal-generaal

136

115

131

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

 

Functiegroep en rang

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

1

AD 12

4

4

4

AD 11

1

1

1

AD 10

11

6

9

AD 9

8

5

5

AD 8

30

9

11

AD 7

44

28

41

AD 6

16

5

11

AD 5

19

10

24

Subtotaal AD

135

69

107

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

5

2

3

AST 4

30

6

10

AST 3

35

5

26

AST 2

5

2

5

AST 1

4

2

4

Subtotaal AST

79

17

48

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

214

86

155

Totaal-generaal

214

86

155

Gedecentraliseerde agentschappen — Talendienst

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

 

Functiegroep en rang

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

1

1

1

AD 12

16

10

4

5

14

8

AD 11

9

3

11

5

10

4

AD 10

6

6

6

4

5

6

AD 9

4

11

5

7

4

12

AD 8

3

22

10

11

6

18

AD 7

5

19

3

16

4

18

AD 6

1

16

4

24

1

21

AD 5

1

16

Subtotaal AD

45

89

44

89

45

88

AST 11

AST 10

AST 9

5

3

4

AST 8

1

2

3

2

2

1

AST 7

3

3

2

2

3

3

AST 6

1

5

1

2

4

AST 5

2

18

1

11

2

18

AST 4

1

12

3

16

2

13

AST 3

5

11

8

AST 2

5

1

AST 1

Subtotaal AST

13

45

13

49

13

48

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

1

1

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

1

1

Totaal

58

135

57

138

58

137

Totaal-generaal

193

195

195

Gedecentraliseerde agentschappen — Energie

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

 

Functiegroep en rang

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

1

AD 14

AD 13

AD 12

4

3

4

AD 11

5

2

5

AD 10

2

AD 9

5

3

4

AD 8

11

10

11

AD 7

8

6

10

AD 6

10

10

7

AD 5

11

11

11

Subtotaal AD

55

48

53

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

1

1

AST 5

2

1

4

AST 4

4

4

4

AST 3

5

7

6

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

12

12

15

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

67

60

68

Totaal-generaal

67

60

68

Gedecentraliseerde agentschappen — Justitie

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

 

Functiegroep en rang

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

1

1

1

AD 13

2

1

2

AD 12

6

8

AD 11

5

AD 10

12

2

12

AD 9

12

7

11

AD 8

4

8

1

AD 7

6

15

7

AD 6

3

6

3

AD 5

Subtotaal AD

47

45

46

AST 11

AST 10

1

1

AST 9

4

3

AST 8

3

3

3

AST 7

6

3

6

AST 6

10

3

12

AST 5

7

AST 4

1

8

1

AST 3

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

25

25

26

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

72

70

72

Totaal-generaal

72

70

72

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

AD 13

1

1

1

AD 12

1

1

AD 11

1

AD 10

2

1

1

AD 9

3

2

3

AD 8

3

2

3

AD 7

6

3

5

AD 6

5

7

5

AD 5

4

2

Subtotaal AD

21

21

21

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

1

AST 7

1

1

2

AST 6

3

1

AST 5

1

4

4

AST 4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

6

6

6

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

27

27

27

Totaal-generaal

27

27

27

Europese Eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

 

Functiegroep en rang

Europese Eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

AD 13

1

1

1

AD 12

AD 11

3

AD 10

8

6

9

AD 9

13

8

10

AD 8

30

18

26

AD 7

32

9

30

AD 6

5

25

12

AD 5

3

3

4

Subtotaal AD

96

70

93

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

1

AST 8

AST 7

1

AST 6

4

9

3

AST 5

34

42

24

AST 4

51

38

54

AST 3

17

33

22

AST 2

6

2

11

AST 1

Subtotaal AST

113

126

115

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

209

196

208

Totaal-generaal

209

196

208

Gemeenschappelijke ondernemingen

Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER – Fusion for Energy (F4E)

 

Functiegroep en rang

Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusion for Energy (F4E)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1

AD 14

3

1

1

1

AD 13

14

7

8

3

14

5

AD 12

15

17

9

1

17

13

AD 11

4

21

6

15

5

21

AD 10

26

2

22

25

AD 9

35

1

30

29

AD 8

1

40

8

43

1

40

AD 7

28

2

32

37

AD 6

1

28

36

33

AD 5

1

1

2

Subtotaal AD

39

204

37

183

40

204

AST 11

4

4

AST 10

2

1

2

AST 9

3

1

3

AST 8

2

1

2

1

AST 7

1

1

2

2

1

AST 6

8

3

1

5

AST 5

12

9

14

AST 4

5

3

7

7

AST 3

1

1

10

AST 2

2

AST 1

Subtotaal AST

12

28

15

27

12

27

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

51

232

52

210

52

231

Totaal-generaal

283

262

283

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

 

Functiegroep en rang

Gemeenschappelijke Onderneming voor het onderzoek naar het beheer van het luchtverkeer in het gemeenschappelijke Europese luchtruim (Sesar)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

1

1  (71)

AD 14

1

AD 13

AD 12

4

3

4

AD 11

3

2

AD 10

2

4

2

AD 9

3

1

3

AD 8

6

4

6

AD 7

6

4

5

AD 6

7

5

9

AD 5

1

10

1

Subtotaal AD

33

32

33

AST 11

AST 10

AST 9

1

AST 8

1

AST 7

1

1

1

AST 6

AST 5

1

AST 4

2

1

AST 3

1

2

2

AST 2

AST 1

1

2

1

Subtotaal AST

6

6

6

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

39

38

39

Totaal-generaal

39

38

39

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

 

Functiegroep en rang

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

AD 13

AD 12

1

AD 11

1

1

AD 10

3

1

AD 9

9

5

8

AD 8

9

5

5

AD 7

9

8

13

AD 6

7

13

7

AD 5

Subtotaal AD

39

32

36

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

1

1

1

AST 4

3

2

3

AST 3

1

1

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

5

4

5

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

44

36

41

Totaal-generaal

44

36

41

Uitvoerende agentschappen

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (Easme)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor kleine en middelgrote ondernemingen (EASME)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

5

4

4

AD 13

7

5

7

AD 12

6

2

6

AD 11

6

5

6

AD 10

6

4

6

AD 9

16

13

13

AD 8

7

5

10

AD 7

9

4

10

AD 6

11

5

10

AD 5

27

32

20

Subtotaal AD

100

79

92

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

2

2

AST 6

AST 5

5

2

4

AST 4

6

12

9

AST 3

2

1

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

15

15

18

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

115

94

110

Totaal-generaal

115

94

110

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

7

2

5

AD 13

7

9

8

AD 12

5

2

5

AD 11

12

11

12

AD 10

15

9

11

AD 9

12

19

14

AD 8

9

8

8

AD 7

7

6

8

AD 6

5

6

7

AD 5

2

3

3

Subtotaal AD

81

75

81

AST 11

1

1

AST 10

2

1

2

AST 9

1

AST 8

1

1

1

AST 7

2

3

AST 6

6

3

5

AST 5

11

11

9

AST 4

5

9

5

AST 3

3

3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

28

29

29

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

109

104

110

Totaal-generaal

109

104

110

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (Chafea)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

1

1

1

AD 13

1

1

1

AD 12

4

2

3

AD 11

1

2

2

AD 10

AD 9

1

AD 8

1

1

AD 7

3

1

2

AD 6

2

1

2

AD 5

3

3

3

Subtotaal AD

16

12

15

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

1

AST 7

1

1

AST 6

AST 5

1

1

AST 4

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

2

2

2

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

18

14

17

Totaal-generaal

18

14

17

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

 (72)

7

7

7

AD 13

9

6

9

AD 12

5

3

5

AD 11

5

4

4

AD 10

5

3

4

AD 9

7

4

5

AD 8

10

8

9

AD 7

9

10

12

AD 6

2

1

2

AD 5

2

1

1

Subtotaal AD

61

47

58

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

1

1

1

AST 6

1

AST 5

2

2

2

AST 4

4

2

3

AST 3

2

5

4

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

10

10

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

71

57

68

Totaal-generaal

71

57

68

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

 (73)

6

2

6

AD 13

9

10

9

AD 12

3

6

2

AD 11

3

1

3

AD 10

19

4

10

AD 9

41

36

43

AD 8

18

30

23

AD 7

8

9

6

AD 6

15

14

16

AD 5

Subtotaal AD

122

112

118

AST 11

AST 10

AST 9

AST 8

AST 7

AST 6

AST 5

AST 4

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

122

112

118

Totaal-generaal

122

112

118

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

 

Functiegroep en rang

Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA)

2018

2017

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk ingevuld op 31 december

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

AD 15

AD 14

8

5

6

AD 13

11

10

11

AD 12

12

3

9

AD 11

11

5

8

AD 10

16

7

12

AD 9

25

16

19

AD 8

28

20

28

AD 7

32

28

33

AD 6

28

30

29

AD 5

12

2

Subtotaal AD

171

136

157

AST 11

AST 10

AST 9

3

2

AST 8

3

2

2

AST 7

2

2

AST 6

2

2

AST 5

5

2

AST 4

1

AST 3

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

8

10

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

Totaal

179

146

167

Totaal-generaal  (74)

179

146

167

AFDELING IV

HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

410 025 089

Eigen inkomsten

–55 505 000

Te ontvangen bijdrage

354 520 089

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

29 190 000

28 312 000

25 244 159,20

86,48

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

7 417 000

6 172 000

4 474 812,11

60,33

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

36 607 000

34 484 000

29 718 971,31

81,18

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

18 898 000

19 111 000

18 041 688,55

95,47

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

1 284 932,51

 

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

6 583,79

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

18 898 000

19 111 000

19 333 204,85

102,30

 

Titel 4 — Totaal

55 505 000

53 595 000

49 052 176,16

88,37

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

29 190 000

28 312 000

25 244 159,20

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

7 417 000

6 172 000

4 474 812,11

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

18 898 000

19 111 000

18 041 688,55

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 284 932,51

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, alsmede bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

6 583,79

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

125 406,32

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

125 406,32

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

40 000 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

165 406,32

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

13,16

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

13,16

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

27 011,05

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

561 459,66

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

588 470,71

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

71 370,62

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

71 370,62

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

825 260,81

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

125 406,32

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

40 000 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten moeten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd worden als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

13,16

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere rente.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

27 011,05

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

561 459,66

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

71 370,62

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

55 505 000

53 595 000

49 877 436,97

89,86

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

34 608 700

33 493 500

30 329 098,12

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

254 579 000

249 717 500

225 901 709,22

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

23 740 000

22 985 500

20 649 295,78

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 236 500

6 140 000

5 989 075,59

 

Titel 1 — Totaal

319 164 200

312 336 500

282 869 178,71

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

64 492 389

61 288 000

64 742 188,16

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

21 670 000

20 944 000

21 519 393,96

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

1 377 500

1 336 000

1 157 473,20

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

522 000

521 500

498 003,91

2 7

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 740 000

2 859 000

2 477 929,47

 

Titel 2 — Totaal

90 801 889

86 948 500

90 394 988,70

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 7

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

59 000

59 000

7 000 ,—

 

Titel 3 — Totaal

59 000

59 000

7 000 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

410 025 089

399 344 000

373 271 167,41

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

29 748 000

29 148 000

26 253 205,77

88,25

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

1 287 600

422 000

1 335 000 ,—

103,68

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

31 035 600

29 570 000

27 588 205,77

88,89

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 691 600

3 042 000

2 155 679,60

80,09

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

342 000

342 000

322 281,52

94,23

1 0 6

Opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

539 500

539 500

262 931,23

48,74

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

34 608 700

33 493 500

30 329 098,12

87,63

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

251 616 000

246 665 000

223 279 267,85

88,74

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

701 200

685 000

646 971,89

92,27

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 031 800

2 137 500

1 975 469,48

97,23

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

254 349 000

249 487 500

225 901 709,22

88,82

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

230 000

230 000

0 ,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

230 000

230 000

0 ,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

254 579 000

249 717 500

225 901 709,22

88,74

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

7 988 200

7 323 500

6 174 871,76

77,30

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

895 300

808 000

682 000 ,—

76,18

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

245 000

242 500

221 640 ,—

90,47

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

14 611 500

14 611 500

13 570 784,02

92,88

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

23 740 000

22 985 500

20 649 295,78

86,98

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

23 740 000

22 985 500

20 649 295,78

86,98

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

180 500

197 000

150 825,61

83,56

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

1 739 500

1 689 500

1 603 192,11

92,16

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

1 920 000

1 886 500

1 754 017,72

91,36

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

498 500

391 500

358 719,60

71,96

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

5 917,50

29,59

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

       

Niet-gesplitste kredieten

350 000

264 500

257 340,83

73,53

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

370 000

284 500

263 258,33

71,15

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

212 000

297 000

112 586,24

53,11

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

88 000

88 000

79 993,70

90,90

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

2 990 000

3 085 000

3 399 500 ,—

113,70

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

       

Niet-gesplitste kredieten

118 000

86 500

0 ,—

 

1 6 5 6

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

21 000

21 000 ,—

52,50

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

3 448 000

3 577 500

3 613 079,94

104,79

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 236 500

6 140 000

5 989 075,59

96,03

 

Titel 1 — Totaal

319 164 200

312 336 500

282 869 178,71

88,63

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

29 748 000

29 148 000

26 253 205,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:

 

het basissalaris;

 

de standplaatsvergoeding;

 

de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de representatie en ambtsvergoedingen;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage (3,4 %) voor de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie).

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 287 600

422 000

1 335 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek uit de instelling;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;

 

de bij de aanvaarding van hun functie en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 691 600

3 042 000

2 155 679,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

342 000

342 000

322 281,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 6

Opleidingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

539 500

539 500

262 931,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 3,8 % toegepast.

1 2 0

Salarissen en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

251 616 000

246 665 000

223 279 267,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;

 

werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris;

 

de werkgeversbijdrage voor de ongevallen- en beroepsziekteverzekering (0,5 % van het basissalaris) en de aanvullende uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het Statuut;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;

 

de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;

 

de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld;

 

financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;

 

huisvestings- en vervoersvergoedingen;

 

vaste ambtsvergoeding;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48.

Gemeenschappelijke regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

701 200

685 000

646 971,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 031 800

2 137 500

1 975 469,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;

 

de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen;

 

de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

230 000

230 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel ter vermindering van het aantal ambten bij de instelling, de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang, en de ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst om organisatorische redenen die verband houden met de verwerving van nieuwe vaardigheden binnen de instellingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 42 quater en 50, alsook bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;

 

werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;

 

gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 988 200

7 323 500

6 174 871,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;

 

honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;

 

uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 4 en titel V, alsook artikel 5 en titel VI.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

895 300

808 000

682 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

 

de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

245 000

242 500

221 640 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 611 500

14 611 500

13 570 784,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;

 

de uitgaven voor freelancetolken het directoraat-generaal Tolken van de Commissie;

 

de bezoldiging van de conferentietolken;

 

de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;

 

prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven;

 

uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie streeft naar samenwerking met andere instellingen op basis van een interinstitutionele overeenkomst, teneinde nodeloos dubbel werk bij het vertalen van procedurestukken te voorkomen en zo bezuinigingen te verwezenlijken voor de algemene Uniebegroting.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen in de loop van dit begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

180 500

197 000

150 825,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de organisatie van de rechtstreeks door het Hof van Justitie van de Europese Unie georganiseerde personeelsselectieprocedures, alsook de uitgaven in verband met de verplaatsingen en het medisch onderzoek van de kandidaten.

In gevallen die naar behoren zijn gemotiveerd door functionele noden en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie kan het krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 739 500

1 689 500

1 603 192,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

498 500

391 500

358 719,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

20 000

5 917,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.

Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale contacten tussen de leden van het personeel en overige sociale voorzieningen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

350 000

264 500

257 340,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5

Activiteiten in verband met alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

212 000

297 000

112 586,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

88 000

88 000

79 993,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 990 000

3 085 000

3 399 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

118 000

86 500

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die worden gedaan ingevolge dienstenovereenkomsten tussen het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO) en het Hof van Justitie van de Europese Unie.

1 6 5 6

Europese scholen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

21 000

21 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Hof van Justitie van de Europese Unie voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of ter vergoeding van de bijdrage die de Commissie namens het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft betaald voor de Europese scholen van type II die geaccrediteerd zijn door de Raad van bestuur van de Europese scholen, op basis van de met de Commissie gesloten dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten in verband met de in deze scholen ingeschreven kinderen van statutaire personeelsleden van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

9 762 000

9 710 000

4 211 358,73

43,14

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

33 838 389

32 133 000

39 053 669,38

115,41

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 112 000

895 000

2 803 868,99

252,15

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 496 000

1 100 000

1 332 894,48

89,10

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

46 208 389

43 838 000

47 401 791,58

102,58

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

7 896 000

7 423 000

7 581 674,55

96,02

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

2 518 000

2 485 000

2 140 661,34

85,01

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

7 520 000

7 232 000

7 196 463,22

95,70

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

137 000

99 000

107 386,58

78,38

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

213 000

211 000

314 210,89

147,52

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

18 284 000

17 450 000

17 340 396,58

94,84

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

64 492 389

61 288 000

64 742 188,16

100,39

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

       

Niet-gesplitste kredieten

7 125 500

6 604 000

7 167 066,04

100,58

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

11 680 000

11 185 000

11 305 568,89

96,79

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

400 000

687 000

295 472,75

73,87

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

19 205 500

18 476 000

18 768 107,68

97,72

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

629 500

657 500

678 815,91

107,83

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

303 000

225 000

542 347,71

178,99

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 532 000

1 585 500

1 530 122,66

99,88

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

21 670 000

20 944 000

21 519 393,96

99,31

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

       

Niet-gesplitste kredieten

660 000

690 000

693 999,94

105,15

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

10 087,75

50,44

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

70 000

14 150 ,—

10,88

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

144 000

157 000

111 000 ,—

77,08

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

423 500

399 000

328 235,51

77,51

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

1 377 500

1 336 000

1 157 473,20

84,03

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

142 000

147 000

138 000 ,—

97,18

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

       

Niet-gesplitste kredieten

380 000

374 500

360 003,91

94,74

2 5 7

Dienst Juridische informatica

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

522 000

521 500

498 003,91

95,40

 

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

1 971 000

1 615 000

1 545 734,26

78,42

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

450 000

493 750 ,—

329,17

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

430 000

637 500

292 135,34

67,94

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

189 000

156 500

146 309,87

77,41

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

769 000

1 244 000

932 195,21

121,22

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

2 740 000

2 859 000

2 477 929,47

90,44

 

Titel 2 — Totaal

90 801 889

86 948 500

90 394 988,70

99,55

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 762 000

9 710 000

4 211 358,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

33 838 389

32 133 000

39 053 669,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 112 000

895 000

2 803 868,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 496 000

1 100 000

1 332 894,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 896 000

7 423 000

7 581 674,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties enz.) van de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 518 000

2 485 000

2 140 661,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 520 000

7 232 000

7 196 463,22

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de kosten van bewaking van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

137 000

99 000

107 386,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

213 000

211 000

314 210,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 125 500

6 604 000

7 167 066,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 680 000

11 185 000

11 305 568,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

400 000

687 000

295 472,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.

Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

629 500

657 500

678 815,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aankoop van bijkomend meubilair;

 

vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd;

 

huur van meubilair;

 

kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technische installaties en technisch materieel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

303 000

225 000

542 347,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aanschaf van technisch materieel;

 

vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel;

 

huur van technisch materieel en technische installaties;

 

onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 532 000

1 585 500

1 530 122,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

aanschaf van voertuigen;

 

vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;

 

huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;

 

onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 47 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

660 000

690 000

693 999,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden:

 

xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;

 

papier en kantoorbenodigdheden;

 

materieel voor de reproductiedienst;

 

materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;

 

materieel voor bandopnameapparatuur;

 

drukkerijbenodigdheden en formulieren;

 

benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;

 

ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

20 000

10 087,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten.

De door de instelling geïnde bankrente op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoeding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

130 000

70 000

14 150 ,—

Toelichting

Dit krediet dient onder meer ter dekking van de advocatenhonoraria die de instelling moet betalen voor de professionele diensten waarop zij een beroep heeft gedaan of ter vergoeding van de kosten die zij moet betalen ingevolge een rechterlijke beslissing, alsook ter dekking van de te betalen schadevergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

144 000

157 000

111 000 ,—

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

423 500

399 000

328 235,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);

 

de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel;

 

de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;

 

de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

142 000

147 000

138 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden.

2 5 4

Conferenties, congressen, vergaderingen en bezoeken

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

380 000

374 500

360 003,91

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten.

Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers.

Tot slot dient dit krediet ook ter financiering van bezoeken door groepen van personen die geen rechtsbeoefenaars zijn, met name studenten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 7

Dienst Juridische informatica

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst Juridische informatica (invoering en verspreiding van gegevens van de interinstitutionele gegevensbank).

HOOFDSTUK 2 7 —   VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 971 000

1 615 000

1 545 734,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken;

 

het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken;

 

het aandeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de kosten voor de conservering en bewaring van de historische archieven van de Unie in het Europees Universitair Instituut te Florence,

 

de werkzaamheden voor het analyseren van de rechterlijke beslissingen en het aanleveren van gegevens voor databanken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4

Productie en verspreiding van informatie

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

450 000

493 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

430 000

637 500

292 135,34

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere brochures over het Hof van Justitie van de Europese Unie die door het Hof van Justitie van de Europese Unie aan bezoekers worden verstrekt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 2

Overige uitgaven in verband met voorlichting

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

189 000

156 500

146 309,87

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de aankoop en opstelling van werken over het Unierecht die bestemd zijn voor het grote publiek en van de overige uitgaven voor voorlichting en communicatie en voor foto’s. Het is tevens bedoeld om de organisatie van vergaderingen met journalisten, redacteuren van juridische tijdschriften of onderzoekers uit derde landen te vergemakkelijken.

De overeenkomstige kredieten waren tot nog toe opgenomen in artikel 2 5 6.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 7

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 000

59 000

7 000 ,—

11,86

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 7 1 — Totaal

59 000

59 000

7 000 ,—

11,86

 

HOOFDSTUK 3 7 — TOTAAL

59 000

59 000

7 000 ,—

11,86

 

Titel 3 — Totaal

59 000

59 000

7 000 ,—

11,86

HOOFDSTUK 3 7 —

SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

HOOFDSTUK 3 7 —   SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

3 7 1

Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

3 7 1 0

Gerechtelijke kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

59 000

59 000

7 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van de instelling kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 7 1 1

Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

410 025 089

399 344 000

373 271 167,41

91,04

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

5

5

AD 15

12

3

10

1

AD 14

61  (75)

56  (75)

64  (75)

57  (75)

AD 13

101

101

AD 12

99  (76)

86

99  (76)

86

AD 11

64

97

50

97

AD 10

189

45

158

44

AD 9

151

3

164

2

AD 8

111

1

133

1

AD 7

114

28

122

28

AD 6

6

6

AD 5

35

35

Subtotaal AD

948

319

947

316

AST 11

12

10

AST 10

15

1

17

1

AST 9

39

35

AST 8

46

15

50

15

AST 7

41

38

41

38

AST 6

81

36

58

36

AST 5

129

22

118

22

AST 4

73

59

107

59

AST 3

107

26

109

27

AST 2

13

5

13

5

AST 1

1

2

Subtotaal AST

557

202

560

203

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

3

3

AST/SC 2

34

34

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

34  (77)

3  (77)

34  (77)

3  (77)

Totaal

1 539  (78)

524

1 541  (78)

522

Totaal-generaal

2 063  (79)

2 063  (79)

AFDELING V

REKENKAMER

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

146 015 591

Eigen inkomsten

–21 169 000

Te ontvangen bijdrage

124 846 591

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

11 334 000

10 826 000

10 435 078,72

92,07

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

2 000 000

1 850 000

1 904 882,48

95,24

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

13 334 000

12 676 000

12 339 961,20

92,55

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

7 835 000

7 618 000

7 735 099,57

98,72

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

59 071,73

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

7 835 000

7 618 000

7 794 171,30

99,48

 

Titel 4 — Totaal

21 169 000

20 294 000

20 134 132,50

95,11

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

11 334 000

10 826 000

10 435 078,72

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de bijzondere heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

2 000 000

1 850 000

1 904 882,48

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

7 835 000

7 618 000

7 735 099,57

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

59 071,73

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en bijlage VIII, artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

131 669,97

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

131 669,97

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

131 669,97

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERINGEN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (leveringen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of overname van tot de instelling behorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of de overname van de andere roerende goederen dan voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling.

5 2 2

Rente over voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van de renten over voorfinancieringen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en uitgevoerde werken — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

131 669,97

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit de administratieve werking geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

6 964,81

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

6 964,81

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

6 964,81

 
 

TOTAAL-GENERAAL

21 169 000

20 294 000

20 272 767,28

95,77

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

6 964,81

Toelichting

Onder dit artikel worden de diverse ontvangsten geboekt.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

12 515 200

11 300 000

11 090 744,74

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

106 599 800

103 632 000

97 629 003,38

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

5 745 000

5 101 000

4 993 167,34

1 6

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

6 440 000

6 238 000

5 704 793,07

 

Titel 1 — Totaal

131 300 000

126 271 000

119 417 708,53

2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 929 591

3 216 000

4 842 581,41

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

8 649 000

8 333 000

9 046 407,09

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

555 000

438 000

392 549,70

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

706 000

676 000

630 293,26

2 7

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

1 876 000

2 306 000

1 737 194,66

 

Titel 2 — Totaal

14 715 591

14 969 000

16 649 026,12

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

146 015 591

141 240 000

136 066 734,65

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

9 228 000

9 107 000

8 815 107,93

95,53

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

       

Niet-gesplitste kredieten

591 800

164 000

525 914,29

88,87

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

9 819 800

9 271 000

9 341 022,22

95,12

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 279 400

1 613 000

1 454 267,81

63,80

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

336 000

336 000

224 000 ,—

66,67

1 0 6

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

71 454,71

89,32

1 0 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

12 515 200

11 300 000

11 090 744,74

88,62

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

105 206 800

102 261 000

96 457 035,32

91,68

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

398 800

401 000

363 928,92

91,26

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

838 800

817 000

635 347,59

75,74

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

106 444 400

103 479 000

97 456 311,83

91,56

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

155 400

153 000

172 691,55

111,13

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

155 400

153 000

172 691,55

111,13

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

106 599 800

103 632 000

97 629 003,38

91,58

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

3 818 600

3 216 000

3 230 488,72

84,60

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

1 349 000

1 323 000

1 155 977,78

85,69

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

109 400

104 000

74 700,84

68,28

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

468 000

458 000

532 000 ,—

113,68

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

5 745 000

5 101 000

4 993 167,34

86,91

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

5 745 000

5 101 000

4 993 167,34

86,91

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

42 000

40 980 ,—

102,45

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

750 000

750 000

676 552,20

90,21

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

790 000

792 000

717 532,20

90,83

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

3 450 000

3 450 000

3 145 756,05

91,18

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

40 000

13 000 ,—

37,14

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

72 000

73 000

70 581,33

98,03

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

107 000

113 000

83 581,33

78,11

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

177 000

177 000

78 008,08

44,07

1 6 5 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

125 000

120 000

73 915,41

59,13

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

       

Niet-gesplitste kredieten

1 466 000

1 406 000

1 456 000 ,—

99,32

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

       

Niet-gesplitste kredieten

325 000

180 000

150 000 ,—

46,15

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

2 093 000

1 883 000

1 757 923,49

83,99

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

6 440 000

6 238 000

5 704 793,07

88,58

 

Titel 1 — Totaal

131 300 000

126 271 000

119 417 708,53

90,95

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging en andere rechten

1 0 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 228 000

9 107 000

8 815 107,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden van de Rekenkamer, alsmede van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 2.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 2

Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

591 800

164 000

525 914,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten bij de indiensttreding of de beëindiging van het ambt van de leden van de Rekenkamer;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt;

 

de verhuiskosten van de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 279 400

1 613 000

1 454 267,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen en gezinstoelagen van de leden van de Rekenkamer na beëindiging van hun dienst.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 8.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen, invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer alsmede van de overlevingspensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

336 000

336 000

224 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 7.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 6

Opleiding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

80 000

80 000

71 454,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelneming van de leden van de Rekenkamer aan talencursussen of andere bij- en nascholingscursussen.

1 0 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de onder dit hoofdstuk opgevoerde kredieten is een forfaitaire verlaging van 3 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

105 206 800

102 261 000

96 457 035,32

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling voor het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

de vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

398 800

401 000

363 928,92

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

838 800

817 000

635 347,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

155 400

153 000

172 691,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en aan ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die krachtens het Statuut of andere regelingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de diverse vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 818 600

3 216 000

3 230 488,72

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages en uitwisseling van personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 349 000

1 323 000

1 155 977,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven in verband met de detachering en de tijdelijke aanstelling bij de diensten van de Rekenkamer van ambtenaren uit bij voorrang lidstaten of andere landen en van andere deskundigen, of in verband met overleg van korte duur;

 

de vergoeding aan ambtenaren van de Unie van extra kosten als gevolg van hun deelneming aan een uitwisseling;

 

de kosten van stages bij de diensten van de Rekenkamer.

1 4 0 5

Andere externe dienstverlening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

109 400

104 000

74 700,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van tijdelijk personeel, met uitzondering van vertalers ad interim.

1 4 0 6

Externe dienstverlening op taalkundig gebied

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

468 000

458 000

532 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l'interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

 

de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen van freelance tolken en andere niet-permanente tolken;

 

de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, of voor typewerk en ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven voor de aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

42 000

40 980 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor advertenties, de oproeping van kandidaten en de huur van de zalen en de machines voor rechtstreeks door de Rekenkamer te organiseren algemene vergelijkende onderzoeken en andere selectieprocedures, alsmede van de uitgaven in verband met de verplaatsing en de medische keuring van de kandidaten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

750 000

750 000

676 552,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het organiseren van bijscholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, en studiedagen op het gebied van controle en financieel beheer op interinstitutionele basis, alsmede van de kosten van deelneming aan soortgelijke activiteiten in de lidstaten.

Dit krediet dekt tevens een deel van de kosten van bijdragen aan bepaalde beroepsorganisaties waarvan het doel relevant is voor de werkzaamheden van de Rekenkamer.

Tevens dient het ter financiering van de aankoop van didactisch en technisch materieel dat bestemd is voor de opleiding van het personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 450 000

3 450 000

3 145 756,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, inclusief de bijkomende kosten die zijn verbonden aan het opmaken van reisbiljetten en het regelen van reserveringen, alsmede dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen van het statutaire en ander personeel van de Rekenkamer en die welke worden gemaakt in verband met deskundigen of nationale of internationale ambtenaren die zijn gedetacheerd bij de diensten van de Rekenkamer en stagiairs.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 6 3

Bijstand aan het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 000

40 000

13 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hulp aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor personen met een handicap die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige sociale uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

72 000

73 000

70 581,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

 

andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

177 000

177 000

78 008,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle personeelsleden, inclusief de kosten van de in het kader van dit onderzoek gevraagde laboratoriumonderzoeken en nadere medische onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 5 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

125 000

120 000

73 915,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en cafetaria's.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van het in het restaurant en de cafetaria's geplaatste materieel om dit in overeenstemming met de vigerende nationale hygiëne- en veiligheidsvoorschriften te brengen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 4

Kinderdagverblijf

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 466 000

1 406 000

1 456 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Rekenkamer voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 6 5 5

Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

325 000

180 000

150 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die zijn vastgelegd in verband met de dienstenovereenkomsten tussen de Commissie (PMO) en de Rekenkamer.

TITEL 2

GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

175 000

175 000

149 790,11

85,59

2 0 0 1

Huurkoop

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

143 591

220 000

194 398,85

135,38

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

210 000

88 583,78

42,18

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

528 591

605 000

432 772,74

81,87

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 250 000

1 374 068,61

109,93

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

850 000

915 000

819 000 ,—

96,35

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

165 000

310 000

2 140 000 ,—

1 296,97

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

96 000

96 000

43 413,65

45,22

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

33 326,41

83,32

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

2 401 000

2 611 000

4 409 808,67

183,67

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

2 929 591

3 216 000

4 842 581,41

165,30

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

       

Niet-gesplitste kredieten

2 228 000

2 242 000

2 328 196,62

104,50

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

       

Niet-gesplitste kredieten

4 792 000

4 694 000

5 558 803,38

116,00

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

472 000

472 000

354 000 ,—

75,00

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

7 492 000

7 408 000

8 241 000 ,—

110,00

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

74 000

71 594,88

28,64

2 1 4

Technisch materieel en installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

300 000

215 000

170 187,68

56,73

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

607 000

636 000

563 624,53

92,85

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

8 649 000

8 333 000

9 046 407,09

104,59

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

90 000

100 000

99 705,71

110,78

2 3 1

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

20 000 ,—

100,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

100 000

80 000 ,—

40,00

2 3 6

Portokosten

       

Niet-gesplitste kredieten

27 000

30 000

18 610,88

68,93

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

218 000

188 000

174 233,11

79,92

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

555 000

438 000

392 549,70

70,73

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 2

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

233 000

233 000

231 145,72

99,20

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

       

Niet-gesplitste kredieten

131 000

101 000

86 779,89

66,24

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

17 000

17 000

12 367,65

72,75

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

       

Niet-gesplitste kredieten

325 000

325 000

300 000 ,—

92,31

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

706 000

676 000

630 293,26

89,28

 

HOOFDSTUK 2 7

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

296 000

576 000

436 327,67

147,41

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

405 000

405 000

390 000 ,—

96,30

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

350 000

200 000 ,—

133,33

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

       

Niet-gesplitste kredieten

1 025 000

975 000

710 866,99

69,35

 

Artikel 2 7 4 — Totaal

1 175 000

1 325 000

910 866,99

77,52

 

HOOFDSTUK 2 7 — TOTAAL

1 876 000

2 306 000

1 737 194,66

92,60

 

Titel 2 — Totaal

14 715 591

14 969 000

16 649 026,12

113,14

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 7 —

INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

175 000

175 000

149 790,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten te Luxemburg, te Brussel en te Straatsburg.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 1

Huurkoop

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de door de instelling verschuldigde erfpacht en andere soortgelijke kosten op grond van huurkoopcontracten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 3

Verwerving van onroerende goederen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering, in jaartranches, van de uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer te Luxemburg-Kirchberg.

2 0 0 5

Oprichting van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de oprichting van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

143 591

220 000

194 398,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

 

de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 8

Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

210 000

210 000

88 583,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 250 000

1 250 000

1 374 068,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, de elektrische installaties en de daarin aan te brengen veranderingen, alsmede de reparaties;

 

de aankoop van onderhoudsproducten en benodigdheden en van producten voor wassen, bleken en stomen.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

850 000

915 000

819 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 6

Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

165 000

310 000

2 140 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven betreffende de beveiliging van de gebouwen, met name het contract inzake de bewaking van de gebouwen, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmateriaal en van de uitrusting van het vrijwillige veiligheidspersoneel enz.

Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

96 000

96 000

43 413,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de polissen voorziene verzekeringspremies voor de gebouwen die bij de instelling in gebruik zijn, inclusief de roerende goederen en kunstwerken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 2 9

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

40 000

33 326,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven in verband met de gebouwen waarin de andere artikelen van dit hoofdstuk niet specifiek voorzien, met name leidingen, vuilnisophaaldienst, reinigingslasten, bewegwijzering enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 228 000

2 242 000

2 328 196,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de hiernavolgende exploitatiekosten:

 

aankoop, huur en onderhoud van hardware en software, alsmede alle andere benodigdheden en documentatie;

 

computerbekabeling.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 792 000

4 694 000

5 558 803,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het externe personeel en voor de aan derden uitbestede werkzaamheden, waaronder de dienstprestaties „helpdesk”.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

472 000

472 000

354 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle kosten in verband met de telecommunicatie, zoals abonnementsgelden, telefoonlijnen, gebruikskosten van communicatiemiddelen, vergoedingen voor onderhoud, aanschaf, vernieuwing, reparatie en onderhoud van de telefooninstallaties en -uitrusting.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

74 000

71 594,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop of huur van extra meubilair, onderhoud of reparatie, alsmede de vervanging van meubilair dat verouderd of beschadigd is.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 4

Technisch materieel en installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

300 000

215 000

170 187,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aanschaf, vervanging, huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en kantoormachines.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

607 000

636 000

563 624,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf of huur van voertuigen met of zonder chauffeur (met inbegrip van taxi's), alsmede de kosten van de gebruikmaking hiervan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

90 000

100 000

99 705,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 1

Financiële kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

20 000

20 000 ,—

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

100 000

80 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven en vergoedingen die de Rekenkamer eventueel moet dragen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 6

Portokosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

27 000

30 000

18 610,88

Toelichting

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

218 000

188 000

174 233,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van de bagageverzekeringen van personeel op dienstreis;

 

de kosten van aanschaf van de dienstkleding voor de bodes en chauffeurs en van de overige werkkleding;

 

de kosten van de tijdens de interne vergaderingen aangeboden verfrissingen en lichte maaltijden;

 

de kosten van verhuizingen en van ontvangst, opslag en plaatsing van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de overige huishoudelijke uitgaven welke niet apart zijn opgenomen in de voorafgaande onderdelen, alsmede de kosten in verband met materiaal voor onderhoud en reparaties;

 

kleine uitgaven;

 

EMAS-activiteiten, met inbegrip van voorlichting, en de compensatieregeling voor CO2-emissies van de Rekenkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 2

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

233 000

233 000

231 145,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de verplichtingen van de Rekenkamer op het vlak van representatie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 4

Vergaderingen, congressen en conferenties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

131 000

101 000

86 779,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en de bijkomende kosten van de deskundigen die deelnemen aan studie- en werkgroepen, alsmede de kosten voor het organiseren van deze vergaderingen, voor zover die niet zijn gedekt door de bestaande infrastructuur.

Ook dient het ter dekking van de kosten van de organisatie van en deelneming aan conferenties, congressen en vergaderingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 6

Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 000

17 000

12 367,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studiedagen over de werkzaamheden van de Rekenkamer die worden georganiseerd voor docenten aan universiteiten, redacteuren van gespecialiseerde tijdschriften en andere gespecialiseerde bezoekers uit de lidstaten, die de Rekenkamer bezoeken. Ook dient dit krediet ter dekking van diverse uitgaven in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Rekenkamer.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 5 7

Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

325 000

325 000

300 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van vertolkingskosten.

HOOFDSTUK 2 7 —   INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 7 0

Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

296 000

576 000

436 327,67

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitbesteding van studies door middel van contracten met gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de controle, maar ook op administratief gebied.

In het kader van haar controles moet de Rekenkamer technische studies en analysen (bijvoorbeeld van chemische, fysische en statistische aard) laten verrichten door externe deskundigen. Dit krediet omvat tevens de kosten voor de controle van de rekeningen van de Rekenkamer door een onafhankelijk accountantskantoor waarvan het verslag wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 2

Documentatie, bibliotheek en archivering

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

405 000

405 000

390 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties alsmede van supplementen op de aanwezige werken;

 

speciale bibliotheekuitrusting;

 

de kosten van abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse berichtgevingen;

 

de kosten van abonnementen op persbureaus of externe informatieve databanken;

 

de kosten van het gebruik van sommige externe databanken;

 

de kosten van het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

 

de kosten van het verwerken van archiefbestanden en de verwerving van vervangende archiefbestanden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4

Productie en verspreiding

2 7 4 0

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

350 000

200 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de publicaties van de Rekenkamer in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 7 4 1

Publicaties van algemene aard

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 025 000

975 000

710 866,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van publicatie en verspreiding van de verslagen en adviezen die de Rekenkamer krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 325, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;

 

de uitgaven in verband met de communicatie betreffende de algemene controlewerkzaamheden en de activiteiten van de Rekenkamer (met name internetsite, audiovisueel materieel, documentatie), met inbegrip van de uitgaven betreffende de betrekkingen met de pers en andere belanghebbenden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

146 015 591

141 240 000

136 066 734,65

93,19

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling V — Rekenkamer

 

Functiegroep en rang

Rekenkamer

Vaste ambten

Tijdelijke ambten (80)

2018

2017

2018

2017

Niet-ingedeeld

   

1

1

AD 16

       

AD 15

11

11

   

AD 14

40  (81)

40  (81)  (84)

30

30

AD 13

38

38  (84)

2

2

AD 12

67  (88)

54  (82)  (84)

5

5

AD 11

50  (88)

44  (84)

31

31

AD 10

38  (87)  (88)

56  (84)

2

2

AD 9

82  (88)

60

   

AD 8

89  (88)

71  (84)

   

AD 7

58  (87)  (88)

76  (84)

   

AD 6

58  (88)

69  (85)

   

AD 5

7  (88)

17  (83)

   

Totaal

538

536

71

71

AST 11

7

7

   

AST 10

6  (87)

7

1

1

AST 9

23  (88)

14  (84)

1

1  (84)

AST 8

14  (88)

18  (83)  (84)

1

1  (84)

AST 7

20  (87)  (88)

26  (84)

26

26  (84)

AST 6

24  (88)

19

   

AST 5

37  (88)

31  (84)

2

2

AST 4

22  (88)

32  (84)

23  (88)  (89)

25

AST 3

12  (88)

11  (84)  (85)

5  (88)

7  (86)

AST 2

3  (88)

5  (84)

 

0  (86)

AST 1

0  (87)

2  (84)

   

Totaal

168

172

59

63

AST/SC 6

       

AST/SC 5

   

6  (89)

2

AST/SC 4

   

2  (88)

1  (86)

AST/SC 3

   

2  (88)

3  (86)

AST/SC 2

2  (87)

4

5  (87)

1  (86)

AST/SC 1

       

Totaal

2

4

15

7

Totaal-generaal

708  (90)

712  (90)

145

141

AFDELING VI

EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

135 630 905

Eigen inkomsten

–11 928 082

Te ontvangen bijdrage

123 702 823

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

5 312 917

5 013 628

4 955 680 ,—

93,28

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

1 048 002

983 267

977 534 ,—

93,28

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

6 360 919

5 996 895

5 933 214 ,—

93,28

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 567 163

5 304 342

5 272 313 ,—

94,70

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

279 711 ,—

 

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

5 567 163

5 304 342

5 552 024 ,—

99,73

 

Titel 4 — Totaal

11 928 082

11 301 237

11 485 238 ,—

96,29

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 312 917

5 013 628

4 955 680 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

1 048 002

983 267

977 534 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

5 567 163

5 304 342

5 272 313 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

279 711 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2

Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

111 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

111 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

111 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 505 391 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

1 505 391 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 505 391 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

51 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

51 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 081 782 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

2 081 782 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 942 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

313 025 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

323 967 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 671 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

9 671 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

4 517 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

4 517 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

3 925 490 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

111 ,—

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 505 391 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten over de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

51 ,—

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 081 782 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

10 942 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

313 025 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

9 671 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

4 517 ,—

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

11 928 082

11 301 237

15 410 728 ,—

129,20

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

20 898 223

20 530 405

20 186 752 ,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

69 699 962

67 942 054

64 124 889 ,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

5 487 289

5 401 927

4 488 570 ,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 979 791

2 007 248

1 873 897 ,—

 

Titel 1 — Totaal

98 065 265

95 881 634

90 674 108 ,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

20 566 028

20 348 390

20 490 331 ,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

6 174 228

6 138 123

6 181 204 ,—

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

580 001

513 359

620 979 ,—

2 5

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

8 382 339

8 906 132

7 383 042 ,—

2 6

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

1 863 044

2 019 700

1 629 802 ,—

 

Titel 2 — Totaal

37 565 640

37 925 704

36 305 358 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

135 630 905

133 807 338

126 979 466 ,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

1 0 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

       

Niet-gesplitste kredieten

96 080

96 080

96 059 ,—

99,98

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 247 625

19 889 612

19 561 194 ,—

96,61

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

       

Niet-gesplitste kredieten

488 098

479 468

472 382 ,—

96,78

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

20 831 803

20 465 160

20 129 635 ,—

96,63

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

       

Niet-gesplitste kredieten

66 420

65 245

57 117 ,—

85,99

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

20 898 223

20 530 405

20 186 752 ,—

96,60

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

68 987 962

67 296 213

63 810 198 ,—

92,49

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

34 000

12 422 ,—

35,49

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

378 000

425 000

285 090 ,—

75,42

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

69 400 962

67 755 213

64 107 710 ,—

92,37

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

299 000

186 841

17 179 ,—

5,75

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

299 000

186 841

17 179 ,—

5,75

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

69 699 962

67 942 054

64 124 889 ,—

92,00

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 378 121

2 261 081

2 152 749 ,—

90,52

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

826 385

845 920

653 179 ,—

79,04

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

65 000

66 000

29 791 ,—

45,83

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

3 269 506

3 173 001

2 835 719 ,—

86,73

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 411 075

1 411 075

885 000 ,—

62,72

1 4 2 2

Advies van deskundigen in verband met wetgevingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

731 708

742 851

717 851 ,—

98,11

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

       

Niet-gesplitste kredieten

75 000

75 000

50 000 ,—

66,67

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

2 217 783

2 228 926

1 652 851 ,—

74,53

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

5 487 289

5 401 927

4 488 570 ,—

81,80

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

43 500

50 000

17 050 ,—

39,20

1 6 1 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

578 200

580 000

554 401 ,—

95,88

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

621 700

630 000

571 451 ,—

91,92

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

398 191

438 988

354 000 ,—

88,90

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

40 000

113 500 ,—

227,00

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

164 900

171 535

150 389 ,—

91,20

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

116 725

59 557 ,—

49,63

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

625 000

610 000

625 000 ,—

100,00

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

959 900

938 260

948 446 ,—

98,81

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 979 791

2 007 248

1 873 897 ,—

94,65

 

Titel 1 — Totaal

98 065 265

95 881 634

90 674 108 ,—

92,46

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

1 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

1 0 0 0

Specifieke toelagen en betalingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

96 080

96 080

96 059 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de vergoedingen en toelagen voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, inclusief bijzondere ambtsvergoedingen en overige vergoedingen, verzekeringspremies, inclusief ziektekosten-, ongevallen- en reisbijstandsverzekering, en specifieke maatregelen voor leden met een handicap.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 247 625

19 889 612

19 561 194 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Economisch en Sociaal Comité uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 0 8

Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

488 098

479 468

472 382 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (Consultative Commission on Industrial Change — CCMI) en hun plaatsvervangers uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

66 420

65 245

57 117 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire aftrek van 4,5 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

68 987 962

67 296 213

63 810 198 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 000

34 000

12 422 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Het dient tevens ter dekking van de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

378 000

425 000

285 090 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt en verlof om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

299 000

186 841

17 179 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, voor ambtenaren die in het belang van de dienst op verlof worden geplaatst, en voor ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 41, artikel 42 quater, en artikel 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van de hierboven genoemde bepalingen moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 378 121

2 261 081

2 152 749 ,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, waaronder hulpfunctionarissen, contractuele functionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden of op de vergoeding bij beëindiging van het contract;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel, betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten;

 

de bezoldiging of de honoraria van conferentie- en multimediapersoneel op de diensten waarvan bij een te hoge werkdruk of in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de uitbetaling van overuren overeenkomstig artikel 56 en bijlage VI van het Statuut;

 

de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een personeelslid;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar;

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

826 385

845 920

653 179 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen en reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Economisch en Sociaal Comité en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité;

 

de kosten van programma's voor de vorming van de jeugd in een Europese geest;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar;

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

65 000

66 000

29 791 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van personeelsleden (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor personeelsleden die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan personeelsleden die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

het verschil tussen de bijdragen van de andere personeelsleden aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract;

 

de gevolgen voor de aanpassingen van de bezoldigingen tijdens het jaar.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 411 075

1 411 075

885 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk en andere daarmee samenhangende diensten.

Het dient ook ter dekking van de werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 2

Advies van deskundigen in verband met wetgevingswerkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

731 708

742 851

717 851 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de deskundigen van het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de vigerende regeling inzake de vergoeding van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 2 4

Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

75 000

75 000

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle activiteiten die verband houden met interinstitutionele samenwerking op het gebied van personeelsbeheer.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit en is opgenomen in de begrotingsposten 1 2 0 0, 1 2 0 2 en 1 2 0 4.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

43 500

50 000

17 050 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, contractuele en plaatselijke functionarissen;

 

de betaling van adviesdiensten voor de selectie van leidinggevend personeel (beoordelingscentra);

 

de betaling van overlijdens- en ongevallenverzekeringen.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kan dit krediet worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

578 200

580 000

554 401 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de organisatie van opleidingen en bijscholingscursussen, alsook talencursussen voor personeelsleden op interinstitutionele basis. De kredieten mogen deels en in naar behoren gemotiveerde gevallen bestemd worden voor de organisatie van cursussen binnen de instelling;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen, alsook voor specifieke studies van deskundigen met het oog op het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma's;

 

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel;

 

kosten van dienstreizen in verband met bijscholing.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

398 191

438 988

354 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

40 000

113 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van een interinstitutioneel gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

 

voor de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de interventies van medische of sociale aard (zoals gezinshulp, opvang van zieke kinderen, psychologische ondersteuning of bemiddeling);

 

geringe uitgaven van de sociale dienst.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

164 900

171 535

150 389 ,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter stimulering en financiële ondersteuning van elk initiatief dat de sociale betrekkingen tussen het personeel van de instelling verbetert en het welzijn op het werk ontwikkelt.

Het dekt tevens een subsidie voor het Personeelscomité met het oog op het beheer en de controle van sociale organen zoals (sport)clubs, culturele en vrijetijdsactiviteiten enz.

Dit krediet is voorts bestemd voor de financiële ondersteuning van maatregelen van sociale aard die zijn vastgesteld door de instelling, in nauwe samenwerking met het Personeelscomité (artikel 1 sexies van het Statuut).

Het dient tevens ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de subsidie voor sociale, sportieve, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse in België.

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto's te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

120 000

116 725

59 557 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de medische dienst, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Tevens dient het ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het restaurant.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

625 000

610 000

625 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse kinderopvangcentra.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese Scholen (type II)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens het Europees Economisch en Sociaal Comité, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dient ook ter dekking van de kosten voor kinderen van ambtenaren van het Europees Economisch en Sociaal Comité die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

2 176 467

2 169 393

2 044 785 ,—

93,95

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

12 212 997

12 049 281

12 347 970 ,—

101,11

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

398 289

397 114

566 368 ,—

142,20

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

57 020

56 852

51 740 ,—

90,74

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

14 844 773

14 672 640

15 010 863 ,—

101,12

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

2 670 606

2 662 728

2 785 393 ,—

104,30

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

790 311

807 921

690 000 ,—

87,31

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

       

Niet-gesplitste kredieten

2 173 362

2 125 372

1 953 325 ,—

89,88

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

86 976

79 729

50 750 ,—

58,35

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

5 721 255

5 675 750

5 479 468 ,—

95,77

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

20 566 028

20 348 390

20 490 331 ,—

99,63

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 590 905

1 549 824

1 723 915 ,—

108,36

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 907 138

1 901 512

2 079 300 ,—

109,03

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

1 375 469

1 368 534

1 169 734 ,—

85,04

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

4 873 512

4 819 870

4 972 949 ,—

102,04

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

145 073

144 819

80 466 ,—

55,47

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 067 343

1 082 549

1 067 113 ,—

99,98

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

88 300

90 885

60 676 ,—

68,72

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

6 174 228

6 138 123

6 181 204 ,—

100,11

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

169 683

177 359

160 239 ,—

94,43

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

6 000

6 000

6 000 ,—

100,00

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

95 000

224 147 ,—

149,43

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

91 350

90 000

81 000 ,—

88,67

2 3 8

Verhuiskosten en overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

162 968

145 000

149 593 ,—

91,79

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

580 001

513 359

620 979 ,—

107,07

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

238 800

255 000

271 912 ,—

113,87

2 5 4 2

Uitgaven in verband met de organisatie van en deelname aan hoorzittingen en andere evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

604 789

617 132

410 848 ,—

67,93

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

7 958 ,—

15,92

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

       

Niet-gesplitste kredieten

90 000

99 000

50 000 ,—

55,56

2 5 4 8

Conferentietolken

       

Niet-gesplitste kredieten

7 398 750

7 885 000

6 642 324 ,—

89,78

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

8 382 339

8 906 132

7 383 042 ,—

88,08

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

8 382 339

8 906 132

7 383 042 ,—

88,08

 

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

789 880

831 000

618 799 ,—

78,34

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

       

Niet-gesplitste kredieten

457 660

482 000

439 045 ,—

95,93

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

115 786

250 000

173 250 ,—

149,63

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 363 326

1 563 000

1 231 094 ,—

90,30

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

205 000

203 246 ,—

81,30

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

157 700

158 700

104 657 ,—

66,36

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

92 018

93 000

90 805 ,—

98,68

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

499 718

456 700

398 708 ,—

79,79

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

1 863 044

2 019 700

1 629 802 ,—

87,48

 

Titel 2 — Totaal

37 565 640

37 925 704

36 305 358 ,—

96,65

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

OPERATIONELE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK 2 6 —

COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 60.

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 176 467

2 169 393

2 044 785 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 1

Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 212 997

12 049 281

12 347 970 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

398 289

397 114

566 368 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden, waaronder het renoveren (bijv. om het energieverbruik te verminderen in het kader van het milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)) en specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant en andere rechtstreeks met dat werk samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

57 020

56 852

51 740 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name adviesdiensten van ingenieurs en architecten in verband met de uitrusting van gebouwen en wettelijke vergoedingen in verband met de „optie op aanschaf” van gebouwen;

 

adviesdiensten in verband met EMAS;

 

overige studies voor bouwprojecten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 670 606

2 662 728

2 785 393 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en onderhoud van de buitenzijde van de gebouwen en hun omgeving, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van EMAS-normen, controles, enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

790 311

807 921

690 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en overige energiebronnen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 173 362

2 125 372

1 953 325 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van en het toezicht op leden, personeel en gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

86 976

79 729

50 750 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 590 905

1 549 824

1 723 915 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de configuratie en het onderhoud van de hard- en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met overeenkomsten inzake dienstverlening, gesloten met Unieinstellingen (bijv. voor het gebruik van informatiesystemen) en doorberekening van andere diensten (met name voor de IT-aanbestedingen).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 2

Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 907 138

1 901 512

2 079 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de productie, ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 375 469

1 368 534

1 169 734 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica. Het dekt tevens de medefinanciering van de voor de leden en afgevaardigden ter beschikking gestelde hulpmiddelen voor het ontvangen van de documenten van het Europees Economisch en Sociaal Comité langs elektronische weg, inclusief eventuele kosten met betrekking tot eindapparatuur.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

145 073

144 819

80 466 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, inclusief de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ook ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 067 343

1 082 549

1 067 113 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder op het gebied van de drukkerij, archief, veiligheid, kantines, gebouwen, telefoondiensten, vergaderzalen en de audiovisuele sector.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

88 300

90 885

60 676 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

169 683

177 359

160 239 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, de producten voor druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 000

6 000

6 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

95 000

224 147 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Europees Economisch en Sociaal Comité voor een rechtbank van de Unie of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard in verband met zaken waarbij de Juridische dienst is betrokken;

 

schadevergoedingen, intresten en eventuele daarmee verband houdende schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

91 350

90 000

81 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Verhuiskosten en overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

162 968

145 000

149 593 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven die niet specifiek onder andere posten worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 5 —   OPERATIONELE ACTIVITEITEN

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Diverse kosten voor interne vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

238 800

255 000

271 912 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 2

Uitgaven in verband met de organisatie van en deelname aan hoorzittingen en andere evenementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

604 789

617 132

410 848 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, inclusief representatiekosten en de kosten van deelname van externe deelnemers, in verband met: a) door het Europees Economisch en Sociaal Comité georganiseerde evenementen, b) de totale bijdrage, indien het evenement mede met derde partijen wordt georganiseerd en c) uitgaven voor de (gedeeltelijke) uitbesteding van de organisatie van een evenement.

Het dient ook ter dekking van uitgaven ter gelegenheid van: a) bezoeken aan het Europees Economisch en Sociaal Comité van delegaties van sociale en beroepsorganisaties, b) de deelname van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan de activiteiten van de Internationale vereniging van sociaaleconomische raden en aanverwante instellingen en c) de activiteiten van de vereniging van oud-leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 4

Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

50 000

7 958 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), met uitzondering van de reiskosten en vergoedingen van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 6

Kosten inzake representatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

90 000

99 000

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake representatie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 5 4 8

Conferentietolken

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 398 750

7 885 000

6 642 324 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor werkzaamheden van tolken (terbeschikkingstelling door andere instellingen of freelance tolken) ten behoeve van de instelling, met inbegrip van hun honoraria, reiskosten en verblijfsvergoedingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 2 6 —   COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

2 6 0

Communicatie, voorlichting en publicaties

2 6 0 0

Communicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

789 880

831 000

618 799 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle communicatie- en voorlichtingskosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ongeacht of die betrekking hebben op doelstellingen en activiteiten van het Comité, voor het publiek of de sociale en beroepsorganisaties bestemde voorlichtingscampagnes, multimediavoorzieningen voor conferenties, congressen, colloquia, de organisatie van en multimediavoorzieningen voor belangrijke evenementen voor het publiek, op culturele initiatieven of alle overige evenementen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van uiteenlopende aard, zoals de prijs van de georganiseerde civiele samenleving. Dit krediet dient tevens ter dekking van alle uitgaven voor materialen, dienstverlening, consumpties en benodigdheden in verband met deze evenementen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 2

Publicaties en bevordering daarvan

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

457 660

482 000

439 045 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor publicaties via alle media.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

115 786

250 000

173 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 2

Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

2 6 2 0

Studies, onderzoek en hoorzittingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

205 000

203 246 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van raadpleging van personen met vakkundigheid op specifieke gebieden en van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

157 700

158 700

104 657 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Economisch en Sociaal Comité is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies enz.) en communicatie (newsletters, video's, cd-roms enz.);

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere werken voor de taalkundige diensten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 6 2 4

Archivering en aanverwante werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

92 018

93 000

90 805 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het inbinden van het Publicatieblad van de Europese Unie en van verschillende brochures;

 

de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur), en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, onder a) tot en met h), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

135 630 905

133 807 338

126 979 466 ,—

93,62

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

1

1

AD 15

5

6

AD 14

18

1

20

1

AD 13

29

3

33

3

AD 12

41

41

AD 11

22

1

22

1

AD 10

29

2

21

2

AD 9

52

7

38

7

AD 8

47

49

AD 7

29

2

35

2

AD 6

21

2

28

2

AD 5

19

2

17

2

Subtotaal AD

313

20

311

20

AST 11

5

6

AST 10

6

8

AST 9

20

16

AST 8

28

25

AST 7

40

3

40

3

AST 6

48

2

49

2

AST 5

56

5

54

5

AST 4

45

2

45

2

AST 3

32

3

42

3

AST 2

3

AST 1

1

Subtotaal AST

281

15

288

15

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

13

13

AST/SC 2

11

3

9

3

AST/SC 1

11

5

Subtotaal AST/SC

35

3

27

3

Totaal

629

39

626

39

Totaal-generaal

668

665

AFDELING VII

EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Comité van de Regio’s voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

96 100 540

Eigen inkomsten

–9 231 349

Te ontvangen bijdrage

86 869 191

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

4 073 564

3 711 179

3 663 748 ,—

89,94

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

227 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

811 250

742 064

729 635 ,—

89,94

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

4 884 814

4 453 243

4 393 610 ,—

89,94

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 346 485

4 148 349

3 909 212 ,—

89,94

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

45 595 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

4 346 485

4 148 349

3 954 807 ,—

90,99

 

Titel 4 — Totaal

9 231 299

8 601 592

8 348 417 ,—

90,44

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

4 073 564

3 711 179

3 663 748 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

227 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

811 250

742 064

729 635 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

4 346 485

4 148 349

3 909 212 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

45 595 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, artikel 17 en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en artikel 83, lid 2.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 43.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

50

866

48 ,—

96,00

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

50

866

48 ,—

96,00

 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

50

866

48 ,—

96,00

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende voertuigen.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende roerende goederen (andere dan voertuigen).

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten via elektronische weg.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

50

866

48 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere opbrengsten over de rekeningen van het Comité van de Regio's.

5 2 2

Renteopbrengsten uit voorfinanciering

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de renteopbrengsten uit voorfinanciering.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten voortvloeiend uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 9 0

Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor de overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

9 231 349

8 602 458

8 348 465 ,—

90,44

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor diverse ontvangsten.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

8 876 750

9 207 955

8 727 075 ,—

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

52 670 000

50 088 423

46 991 691 ,—

1 4

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

9 165 135

8 972 191

8 103 005 ,—

1 6

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 705 661

1 780 661

1 746 258 ,—

 

Titel 1 — Totaal

72 417 546

70 049 230

65 568 029 ,—

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

15 524 008

15 275 750

15 288 517 ,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

4 453 946

4 261 583

4 146 077 ,—

2 3

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

339 354

338 409

317 834 ,—

2 5

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

803 900

803 292

794 395 ,—

2 6

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 561 786

2 566 682

3 235 771 ,—

 

Titel 2 — Totaal

23 682 994

23 245 716

23 782 594 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 2

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

96 100 540

93 294 946

89 350 623 ,—

TITEL 1

AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

115 000

115 000

444 000 ,—

386,09

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

8 746 750

9 077 955

8 258 075 ,—

94,41

 

Artikel 1 0 0 — Totaal

8 861 750

9 192 955

8 702 075 ,—

98,20

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

25 000 ,—

166,67

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

8 876 750

9 207 955

8 727 075 ,—

98,31

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

52 161 000

49 549 423

46 759 866 ,—

89,65

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

61 000

21 882 ,—

36,47

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

249 000

278 000

209 943 ,—

84,31

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

52 470 000

49 888 423

46 991 691 ,—

89,56

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

0 ,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

200 000

200 000

0 ,—

 

1 2 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

52 670 000

50 088 423

46 991 691 ,—

89,22

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

2 753 231

2 518 975

2 734 112 ,—

99,31

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

       

Niet-gesplitste kredieten

4 113 347

4 021 000

3 740 880 ,—

90,94

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

842 970

817 816

681 800 ,—

80,88

1 4 0 5

Aanvullende dienstverlening voor de accountingsdienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

75 000

70 000 ,—

70,00

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

7 809 548

7 432 791

7 226 792 ,—

92,54

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

       

Niet-gesplitste kredieten

935 587

1 118 200

538 668 ,—

57,58

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

421 200

337 545 ,—

80,37

 

Artikel 1 4 2 — Totaal

1 355 587

1 539 400

876 213 ,—

64,64

1 4 9

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

9 165 135

8 972 191

8 103 005 ,—

88,41

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

45 000 ,—

112,50

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

435 136

435 136

391 608 ,—

90,00

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

475 136

475 136

436 608 ,—

91,89

1 6 2

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

395 000

395 000

452 500 ,—

114,56

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

7 000 ,—

35,00

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

       

Niet-gesplitste kredieten

31 000

31 000

34 680 ,—

111,87

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

55 000 ,—

91,67

1 6 3 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

124 525

124 525

100 300 ,—

80,55

1 6 3 6

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

       

Niet-gesplitste kredieten

600 000

675 000

660 170 ,—

110,03

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

835 525

910 525

857 150 ,—

102,59

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 6 4 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

1 705 661

1 780 661

1 746 258 ,—

102,38

 

Titel 1 — Totaal

72 417 546

70 049 230

65 568 029 ,—

90,54

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

1 0 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

115 000

115 000

444 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kantooruitgaven van leden in verband met de uitoefening van plichten en verantwoordelijkheden binnen het Europees Comité van de Regio’s of leden die als rapporteur zijn opgetreden, de kosten voor het verstrekken van een ziekte- en ongevallenverzekering, kosten van de laissez-passer, alsmede ter financiering van het proefproject voor de kosten van computer- en telecommunicatieapparatuur en dienstverlening aan de leden.

1 0 0 4

Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 746 750

9 077 955

8 258 075 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Comité van de Regio's uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen voor waarnemers of hun plaatsvervangers uit toetredingslanden die deelnemen aan het werk van het Europees Comité van de Regio's.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

1 0 5

Cursussen voor de leden van de instelling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000

15 000

25 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden en plaatsvervangers van het Europees Comité van de Regio's, alsook van de aankoop van materiaal voor talencursussen voor zelfstudie, overeenkomstig Regeling 003/2005.

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

Toelichting

Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 6,0 % toegepast.

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

52 161 000

49 549 423

46 759 866 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, gezinstoelagen, ontheemdings- en buitenlandtoelagen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering (de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering);

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige diverse toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

61 000

21 882 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

249 000

278 000

209 943 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

200 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut van de ambtenaren of Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van de vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Unie in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56).

1 2 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

1 4 0

Andere personeelsleden en extern personeel

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 753 231

2 518 975

2 734 112 ,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

 

de bezoldiging, inclusief overuren, van de andere personeelsleden, met name contractuele functionarissen, tijdelijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gezins- en ontheemdingstoelagen, de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar het land van herkomst en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden en op de vergoedingen in geval van ontbinding van contracten;

 

de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 2

Vertolkingsdiensten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 113 347

4 021 000

3 740 880 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor werkzaamheden van tolken.

Op deze post worden de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen voor ingehuurde tolken geboekt.

1 4 0 4

Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

842 970

817 816

681 800 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten voor stagiair(e)s en overige uitgaven die voortvloeien uit het stage- en opleidingsprogramma van de instelling, zoals een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Comité van de Regio’s en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

 

de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van activiteiten van het Europees Comité van de Regio’s die van bijzonder belang zijn voor de Europese integratie.

1 4 0 5

Aanvullende dienstverlening voor de accountingsdienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van dienstverlening met betrekking tot ontwikkeling, uitvoering, advies- en consultancydiensten op het gebied van accounting en financiële systemen.

1 4 0 8

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst en overige uitgaven in verband met dienstverlening aan het personeel tijdens de loopbaan

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

75 000

70 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten van diensten in verband met de vaststelling en uitbetaling van rechten van ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Europees Comité van de Regio’s. Tot deze diensten behoren onder meer diensten verleend door het bureau PMO van de Commissie; dit zal de interinstitutionele samenwerking ten goede komen en er zullen voordelen door schaalvergroting ontstaan, hetgeen besparingen zal opleveren. Die diensten betreffen onder meer:

 

de overdracht van pensioenrechten van en naar het land van herkomst;

 

de berekening van de pensioenrechten;

 

de vaststelling en uitbetaling van inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst;

 

beheer van dossiers inzake werkloosheidsvergoedingen en uitbetaling van deze vergoedingen aan degenen die hiervoor in aanmerking komen.

Het krediet is ook bedoeld ter dekking van uitgaven voor de verlening van andere, horizontale diensten in verband met personeelsbeheer aan ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Europees Comité van de Regio’s (en hun gezinsleden) gedurende hun loopbaan, zoals de toegang voor personeel van het Europees Comité van de Regio’s tot activiteiten georganiseerd door het onthaalbureau van de Europese Commissie en de behandeling van dossiers voor administratieve steun aan expats in verband met Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie.

Indien de verwerking van andere niet-strategische processen van personeelsbeleid met financiële impact (zoals de vaststelling van individuele rechten conform de bepalingen van bijlage VII van het Statuut) zou worden uitbesteed, zullen de desbetreffende uitgaven ook door dit krediet worden gedekt.

Om voortaan meer schaalvoordelen te realiseren, zal deze dienstverlening in de regel via ruimere interinstitutionele samenwerking plaatsvinden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 2

Prestaties van derden

1 4 2 0

Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

935 587

1 118 200

538 668 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk: freelance vertalingen in de 24 officiële EU-talen alsook in niet-EU-talen, uitgevoerd door contractanten volgens raamcontracten, met uitzondering van enkele niet-EU-talen waarvoor geen soortgelijke procedures bestaan.

De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau te Luxemburg komen ook ten laste van deze post, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

1 4 2 2

Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

420 000

421 200

337 545 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan deskundigen van rapporteurs en op specifieke terreinen gekwalificeerde personen die deelnemen aan activiteiten van het Europees Comité van de Regio’s, overeenkomstig de regeling inzake vergoeding van deze uitgaven.

1 4 9

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 6 —   OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven in verband met personeelsbeheer

1 6 1 0

Diverse uitgaven in verband met aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

40 000

45 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven in verband met aanwerving, zoals:

 

uitgaven in verband met de organisatie van open en/of interne vergelijkende onderzoeken, de selectie- en/of aanwervingsprocedures voor alle categorieën personeelsleden (ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten, speciale adviseurs, gedetacheerde nationale deskundigen), met inbegrip van reis- en verblijfskosten van kandidaten die voor mondelinge of schriftelijke proeven, medische onderzoeken enz. zijn opgeroepen;

 

uitgaven in verband met de verzekering van eerder vermelde kandidaten;

 

uitgaven in verband met de selectieprocedures voor leidinggevende functies, met inbegrip van evaluatiecentra;

 

publicatie van vacatures of aanwervingen in de geschikte media;

 

enz.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

435 136

435 136

391 608 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van bij- en nascholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, intern georganiseerd, op interinstitutionele basis of verzorgd door externe dienstverleners;

 

de kosten voor het organiseren van seminars voor het personeel of het management;

 

verwerving van externe expertise op het gebied van personeelsbeheer;

 

de ontwikkeling en inzet van persoonlijke, beroeps- of organisatorische ontwikkelingsinstrumenten voor ambtenaren, tijdelijke en andere personeelsleden van het Europees Comité van de Regio's;

 

de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen;

 

de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen, en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 6 2

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

395 000

395 000

452 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen en overige tijdens dienstreizen gemaakte kosten, vermeld in de gids van het Europees Comité van de Regio’s voor dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsook de artikelen 11 tot en met 13 van bijlage VII.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

20 000

7 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke of contractuele functionarissen in actieve dienst;

 

ten laste komende kinderen in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

 

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk geachte, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door het gemeenschappelijke stelsel van ziektekostenverzekering worden vergoed;

 

de kosten voor bijstand aan afzonderlijke ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76 (met inbegrip van de overeenkomstige bepalingen van de artikelen 30 en 98 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie).

1 6 3 2

Intern sociaal beleid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

31 000

31 000

34 680 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ontwikkeling van collectieve sociale acties voor het personeel (en hun gezinsleden) en ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten (met inbegrip van personeelsleden van externe dienstverleners die regelmatig in de kantoren van het Comité werkzaam zijn), zoals subsidies voor personeelsverenigingen, sportclubs, culturele verenigingen van het personeel enz.

Het dekt tevens de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité, kleinere uitgaven voor sociale acties voor het personeel en de bijdrage van het Europees Comité van de Regio's voor de ondersteuning van de sociale, sport-, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

Dit krediet is ook bedoeld ter financiering van acties ter ondersteuning van gelijke kansen binnen het Europees Comité van de Regio's en voor het vergoeden van hulp aan personeelsleden die niet onder de andere artikelen van dit hoofdstuk valt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, artikel 10 ter, en artikel 24 ter.

1 6 3 3

Mobiliteit/Vervoer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

60 000

55 000 ,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de maatregelen van het mobiliteitsplan, zoals het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer, dienstfietsen enz.

1 6 3 4

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

124 525

124 525

100 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de zes medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen enz., de kosten van preventief medisch onderzoek (met inbegrip van de kosten van uitbestede laboratoriumanalysen), de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

Het dekt tevens uitgaven voor de aanschaf van bepaalde instrumenten die om medische redenen noodzakelijk worden geacht, en andere uitgaven in verband met het preventieve gezondheidsbeleid van de instelling, met inbegrip van de kosten voor het organiseren van bewustwordingscampagnes over sociaal-medische onderwerpen van algemeen belang voor het personeel, psychologische risico’s i.v.m. het werk, preventie van en steun bij burn-outs en optimalisering van voedingspatronen.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met medische diensten die niet naar behoren intern kunnen worden verleend en die worden uitbesteed, eventueel via ruimere interinstitutionele samenwerking.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 6 3 6

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en kantines.

1 6 3 8

Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

600 000

675 000

660 170 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité van de Regio's in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en –bewaarplaatsen, beheerd of goedgekeurd door de instellingen van de Unie, of andere uitgaven in verband met voorzieningen voor kinderopvang.

1 6 4

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen

1 6 4 0

Bijdrage voor geaccrediteerde Europese scholen (type II)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de Raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de instelling, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de instelling die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 640 339

1 612 135

1 560 113 ,—

95,11

2 0 0 1

Erfpachtcanons

       

Niet-gesplitste kredieten

8 981 466

8 920 578

8 459 496 ,—

94,19

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

       

Niet-gesplitste kredieten

198 469

198 469

1 136 288 ,—

572,53

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

83 288

42 090

166 804 ,—

200,27

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 2 0 0 — Totaal

10 903 562

10 773 272

11 322 701 ,—

103,84

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

2 350 907

1 971 327

1 957 244 ,—

83,25

2 0 2 4

Energieverbruik

       

Niet-gesplitste kredieten

606 470

598 137

510 000 ,—

84,09

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 602 638

1 877 540

1 461 447 ,—

91,19

2 0 2 8

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

60 431

55 474

37 125 ,—

61,43

 

Artikel 2 0 2 — Totaal

4 620 446

4 502 478

3 965 816 ,—

85,83

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

15 524 008

15 275 750

15 288 517 ,—

98,48

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

1 220 505

1 220 505

1 212 224 ,—

99,32

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 853 131

1 850 184

1 854 316 ,—

100,06

2 1 0 3

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

191 205

189 627

150 530 ,—

78,73

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

3 264 841

3 260 316

3 217 070 ,—

98,54

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

95 402

95 657

54 934 ,—

57,58

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

1 020 845

836 091

810 962 ,—

79,44

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

72 858

69 519

63 111 ,—

86,62

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

4 453 946

4 261 583

4 146 077 ,—

93,09

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

126 752

127 253

112 527 ,—

88,78

2 3 1

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

1 500

1 500

2 000 ,—

133,33

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

30 000

30 000

30 000 ,—

100,00

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

65 975

65 975

64 000 ,—

97,01

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

115 127

113 681

109 307 ,—

94,94

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

339 354

338 409

317 834 ,—

93,66

 

HOOFDSTUK 2 5

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Kosten van vergaderingen in Brussel

       

Niet-gesplitste kredieten

141 250

141 442

141 000 ,—

99,82

2 5 4 1

Derden

       

Niet-gesplitste kredieten

72 800

72 000

66 990 ,—

92,02

2 5 4 2

Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de EU

       

Niet-gesplitste kredieten

439 850

439 850

479 105 ,—

108,92

2 5 4 6

Representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

150 000

107 300 ,—

71,53

 

Artikel 2 5 4 — Totaal

803 900

803 292

794 395 ,—

98,82

 

HOOFDSTUK 2 5 — TOTAAL

803 900

803 292

794 395 ,—

98,82

 

HOOFDSTUK 2 6

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) pers en partnerschappen die audiovisuele media, de geschreven pers of radiostations

       

Niet-gesplitste kredieten

682 210

682 210

927 441 ,—

135,95

2 6 0 2

Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

       

Niet-gesplitste kredieten

774 471

774 471

977 654 ,—

126,24

2 6 0 4

Publicatieblad

       

Niet-gesplitste kredieten

54 731

120 000

114 000 ,—

208,29

 

Artikel 2 6 0 — Totaal

1 511 412

1 576 681

2 019 095 ,—

133,59

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

500 000

449 410

511 080 ,—

102,22

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

90 730

81 647

98 969 ,—

109,08

2 6 2 4

Archiefbestanden

       

Niet-gesplitste kredieten

140 700

140 000

137 427 ,—

97,67

 

Artikel 2 6 2 — Totaal

731 430

671 057

747 476 ,—

102,19

2 6 4

Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

       

Niet-gesplitste kredieten

318 944

318 944

469 200 ,—

147,11

 

HOOFDSTUK 2 6 — TOTAAL

2 561 786

2 566 682

3 235 771 ,—

126,31

 

Titel 2 — Totaal

23 682 994

23 245 716

23 782 594 ,—

100,42

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 2 5 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 2 6 —

EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

Toelichting

In 2017 vertegenwoordigden de gezamenlijke diensten van beide Comités een bedrag van 24 622 424 EUR voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en 18 512 104 EUR voor het Europees Comité van de Regio's.

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 640 339

1 612 135

1 560 113 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

2 0 0 1

Erfpachtcanons

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 981 466

8 920 578

8 459 496 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 0 0 3

Aankoop van onroerend goed

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 0 5

Constructie van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

2 0 0 7

Inrichting van dienstruimten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

198 469

198 469

1 136 288 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden, waaronder het renoveren om het energieverbruik te verminderen (bijv. in het kader van de EMAS-regeling) en specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant, evenals van de met dat werk samenhangende overige uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria.

2 0 0 8

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

83 288

42 090

166 804 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name:

 

ingenieurs- en architecten-adviesdiensten in verband met de uitrusting van dienstruimten en wettelijke vergoedingen in verband met de „optie op aanschaf” van gebouwen;

 

adviesdiensten in verband met EMAS;

 

overige studies voor diverse bouwprojecten.

2 0 0 9

Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

2 0 2

Overige uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 2 2

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 350 907

1 971 327

1 957 244 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en onderhoud van de buitenzijde van de gebouwen en hun omgeving, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de Eco-Management and Audit Scheme (EMAS), controles enz.

2 0 2 4

Energieverbruik

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

606 470

598 137

510 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas en elektriciteit en overige energiebronnen.

2 0 2 6

Veiligheid en toezicht van gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 602 638

1 877 540

1 461 447 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van leden en personeel en bewaking van de gebouwen.

2 0 2 8

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 431

55 474

37 125 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

2 1 0

Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 220 505

1 220 505

1 212 224 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur of leasing, de reparatie, de configuratie en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau gesloten met Europese instellingen (bijvoorbeeld het gebruik van informatiesystemen, met name met de Commissie voor Sysper, EU Learn, ABAC en andere verwante toepassingen) en doorberekening van andere diensten (met name voor IT-aanbesteding).

2 1 0 2

Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 853 131

1 850 184

1 854 316 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de productie, ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de ontwikkeling en het onderhoud van informatiesystemen die specifiek zijn voor het Europees Comité van de Regio’s.

2 1 0 3

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

191 205

189 627

150 530 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

95 402

95 657

54 934 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

2 1 4

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 020 845

836 091

810 962 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

 

diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, restauratie, gebouwen enz.;

 

apparatuur, met name voor de printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.;

 

onderhoud en reparatie van technisch materieel en installaties van interne vergader- en conferentieruimten.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

72 858

69 519

63 111 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

HOOFDSTUK 2 3 —   HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

126 752

127 253

112 527 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

2 3 1

Financiële lasten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 500

1 500

2 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

2 3 2

Juridische kosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

30 000

30 000

30 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien het Europees Comité van de Regio's voor een rechtbank van de Unie of een nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, van de inschakeling van de Juridische dienst, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard,

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden in verband hiermee zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

2 3 6

Porto- en vrachtkosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

65 975

65 975

64 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 8

Overige huishoudelijke uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

115 127

113 681

109 307 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

 

alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals decoraties, donaties enz.

HOOFDSTUK 2 5 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

2 5 4

Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

2 5 4 0

Kosten van vergaderingen in Brussel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

141 250

141 442

141 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, koffie en thee voor tolken en deelnemers aan statutaire vergaderingen en andere thematische activiteiten georganiseerd in het gebouw van het Europees Comité van de Regio’s en tijdens zittingen die in Brussel worden georganiseerd. Dit krediet dient ook ter dekking van snacks en werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen onder de voorwaarden die zijn vastgelegd door de secretaris-generaal. Dit krediet voorziet ook in een beperkt budget voor het kabinet van de voorzitter en de secretariaten van de fracties voor de aankoop van koffie, thee en overige drankjes voor externe bezoekers.

2 5 4 1

Derden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

72 800

72 000

66 990 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van reis- en hotelkosten van derden die deelnemen aan het werk van het Europees Comité van de Regio's.

2 5 4 2

Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere instellingen van de EU

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

439 850

439 850

479 105 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, voor:

 

de organisatie door het Europees Comité van de Regio's van evenementen, van algemene of bijzondere aard, bedoeld ter promotie van zijn beleids- en advieswerkzaamheden; deze evenementen vinden plaats in Brussel of in decentrale locaties, doorgaans in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere Europese instellingen;

 

de deelname van het Europees Comité van de Regio's aan congressen, conferenties, colloquia, seminars of symposia, georganiseerd door derden (Europese instellingen, lokale of regionale overheden, de verenigingen daarvan enz.).

2 5 4 6

Representatiekosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

150 000

107 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Europees Comité van de Regio's inzake representatie.

Het dekt tevens de uitgaven van sommige ambtenaren inzake representatie in het belang van de instelling.

HOOFDSTUK 2 6 —   EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

2 6 0

Communicatie en publicaties

2 6 0 0

Betrekkingen met de (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) pers en partnerschappen die audiovisuele media, de geschreven pers of radiostations

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

682 210

682 210

927 441 ,—

Toelichting

Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de kosten van:

 

de ontvangst van lokale en regionale journalisten in Brussel tijdens vergaderingen van het Europees Comité van de Regio's en tijdens door laatstgenoemde georganiseerde evenementen;

 

openbare communicatie- en informatie-initiatieven van het Europees Comité van de Regio's ter promotie van evenementen of acties, georganiseerd door laatstgenoemde, inclusief aanverwante audiovisuele diensten en materiaal;

 

mediapartnerschappen en productie-ondersteuning voor mediamonitoring.

2 6 0 2

Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

774 471

774 471

977 654 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de productie van internet-, sociale media-, digitale en gedrukte inhoud. Bovendien dekt het krediet de kosten voor het meten van de impact van communicatieacties van het Europees Comité van de Regio's.

De digitale communicatiestrategie van het Europees Comité van de Regio's, evenals de communicatiestrategie van het Europees Comité van de Regio's voor 2015-2020 en de jaarplannen, zullen hiertoe een belangrijke aanjager zijn.

Dit krediet dient onder andere ter dekking van de kosten in verband met de verdere digitalisering van publicaties, de verbetering van het effect van de inhoud, op basis van sociale media en instrumenten voor webtoezicht, onderhoud en versterking van de website van het Europees Comité van de Regio's, alsook een aantal innovatieve acties.

2 6 0 4

Publicatieblad

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

54 731

120 000

114 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

2 6 2

Aanschaf van documentatie en archivering

2 6 2 0

Externe expertise en studies

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

500 000

449 410

511 080 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

2 6 2 2

Documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

90 730

81 647

98 969 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Comité van de Regio’s is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en IT-apparatuur en/of bibliotheeksystemen (traditioneel of hybride), alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), van het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere referentiewerken voor het directoraat Vertaling.

2 6 2 4

Archiefbestanden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

140 700

140 000

137 427 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

2 6 4

Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

318 944

318 944

469 200 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Europees Comité van de Regio's in het kader van hun Europees mandaat:

 

bevordering en uitbreiding van de rol van de leden van het Europees Comité van de Regio’s via hun activiteiten van de fracties;

 

Informeren van de burger over de rol van het Europees Comité van de Regio's als institutionele vertegenwoordiger van de regionale en lokale overheden in de Europese Unie.

Rechtsgronden

Regeling nr. 0008/2010 van het bureau van het Comité van de Regio's inzake de financiering van de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

96 100 540

93 294 946

89 350 623 ,—

92,98

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 10 2 —

RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

HOOFDSTUK 10 2 —   RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

PERSONEEL

Afdeling VII — Het Europees Comité van de Regio's

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Niet ingedeeld

1

1

AD 16

AD 15

6

6

AD 14

25

3

25

3

AD 13

21

2

20

2

AD 12

28

3

26

2

AD 11

21

1

22

2

AD 10

26

4

23

4

AD 9

39

3

35

3

AD 8

53

5

55

3

AD 7

22

4

29

6

AD 6

15

14

14

14

AD 5

2

1

Subtotaal AD

258

39

256

39

AST 11

5

5

AST 10

5

5

AST 9

10

9

AST 8

15

1

14

1

AST 7

24

2

21

2

AST 6

31

1

30

1

AST 5

50

6

49

6

AST 4

29

4

36

3

AST 3

1

1

1

2

AST 2

1

1

AST 1

Subtotaal AST

170

16

170

16

AST/SC 6

1

1

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

AST/SC 2

6

6

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

7

7

Totaal

435

56

433

56

Totaal-generaal

491

489

AFDELING VIII

EUROPESE OMBUDSMAN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

10 837 545

Eigen inkomsten

–1 290 851

Te ontvangen bijdrage

9 546 694

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

641 445

671 423

534 298,01

83,30

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

80 564

103 069

91 613,39

113,72

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

722 009

774 492

625 911,40

86,69

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

568 842

575 930

495 130,02

87,04

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

568 842

575 930

495 130,02

87,04

 

Titel 4 — Totaal

1 290 851

1 350 422

1 121 041,42

86,85

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

641 445

671 423

534 298,01

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Derhalve heeft dit onderdeel betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

80 564

103 069

91 613,39

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

568 842

575 930

495 130,02

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 17.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten die zijn opgeslagen op een elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instellingen.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 6 6 —

ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 —   ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Andere bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

396,24

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

396,24

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

396,24

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 290 851

1 350 422

1 121 437,66

86,88

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

396,24

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

478 500

481 880

557 797,24

1 2

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

6 950 483

6 978 883

6 294 766,34

1 4

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

856 078

856 078

626 392,20

1 6

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

359 000

373 000

438 076,09

 

Titel 1 — Totaal

8 644 061

8 689 841

7 917 031,87

2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 0

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

1 042 984

1 000 000

824 214,04

2 1

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

275 000

275 000

544 693,90

2 3

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

409 200

399 300

432 066,80

 

Titel 2 — Totaal

1 727 184

1 674 300

1 800 974,74

3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

3 0

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

245 000

280 000

241 189,73

3 2

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

202 000

242 000

187 369,14

3 3

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

17 800

17 800

20 300 ,—

3 4

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

1 500

1 500

1 350 ,—

 

Titel 3 — Totaal

466 300

541 300

450 208,87

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

10 837 545

10 905 441

10 168 215,48

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

433 500

436 880

406 302,28

93,73

1 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

124 000 ,—

 

1 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

8 000

2 935,32

36,69

1 0 4

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

35 000

22 579,64

64,51

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

       

Niet-gesplitste kredieten

2 000

2 000

1 980 ,—

99,00

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

478 500

481 880

557 797,24

116,57

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 887 483

6 915 883

6 216 931,06

90,26

1 2 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

0 ,—

0

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

60 000

60 000

77 835,28

129,73

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

6 950 483

6 978 883

6 294 766,34

90,57

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 2 2 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

6 950 483

6 978 883

6 294 766,34

90,57

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

694 078

694 078

466 617,53

67,23

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

       

Niet-gesplitste kredieten

162 000

162 000

159 774,67

98,63

 

Artikel 1 4 0 — Totaal

856 078

856 078

626 392,20

73,17

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

856 078

856 078

626 392,20

73,17

 

HOOFDSTUK 1 6

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

10 000

1 573,54

31,47

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

130 000

95 000

189 680,70

145,91

 

Artikel 1 6 1 — Totaal

135 000

105 000

191 254,24

141,67

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 6 3 1

Mobiliteit

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

7 000

0 ,—

0

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

       

Niet-gesplitste kredieten

7 000

6 000

5 704,05

81,49

 

Artikel 1 6 3 — Totaal

14 000

13 000

5 704,05

40,74

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

       

Niet-gesplitste kredieten

210 000

255 000

241 117,80

114,82

 

Artikel 1 6 5 — Totaal

210 000

255 000

241 117,80

114,82

 

HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

359 000

373 000

438 076,09

122,03

 

Titel 1 — Totaal

8 644 061

8 689 841

7 917 031,87

91,59

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 2 —

AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

 

HOOFDSTUK 1 4 —

ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

 

HOOFDSTUK 1 6 —

ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Salarissen, vergoedingen en toelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

433 500

436 880

406 302,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het salaris, de vergoedingen en andere toelagen van de Europese Ombudsman, met name de bijdragen van de instelling voor de ongevallen- en beroepsziektenverzekering, de ziektekostenverzekering, geboortetoelagen, toelagen in geval van overlijden, het jaarlijks medisch onderzoek enz.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 4 bis, 11 en 14.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

124 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 000

8 000

2 935,32

Toelichting

Ouderdomspensioenen van voormalige ombudsmannen, evenals nabestaandenpensioenen van weduwnaars/weduwen en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf, worden gefinancierd door de Commissie. Dit krediet dient ter dekking van de kosten die niet door de Commissie worden gedekt. Het gaat hier met name om de bijdrage van de ombudsman aan de regeling voor de ziektekostenverzekering van de Unie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 4

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 000

35 000

22 579,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 5

Talen- en informaticacursussen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 000

2 000

1 980 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen of andere bijscholingscursussen.

1 0 8

Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de Ombudsman (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding van de Ombudsman bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten van de Ombudsman bij indiensttreding of vertrek bij de instelling.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 2 —   AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

1 2 0

Salaris en andere rechten

1 2 0 0

Salarissen, toelagen en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 887 483

6 915 883

6 216 931,06

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen door de instelling aan tijdelijke functionarissen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in hun land van herkomst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000

3 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 4

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

60 000

60 000

77 835,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

 

de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 2

Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

1 2 2 0

Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

1 2 2 2

Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor vast en tijdelijk personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die als toepassing van het Statuut, Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 moeten worden betaald;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56) en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 4 —   ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

1 4 0

Andere personeelsleden en externe personen

1 4 0 0

Andere personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

694 078

694 078

466 617,53

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

 

de honoraria van personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, voor de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 4 0 4

Stages, beurzen en uitwisseling van ambtenaren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

162 000

162 000

159 774,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

 

de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door de Europese Ombudsman en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd.

Rechtsgronden

Besluit van de Europese Ombudsman inzake stages en besluit van de Europese Ombudsman inzake gedetacheerde internationale, nationale en regionale of lokale ambtenaren bij de diensten van de Europese Ombudsman.

HOOFDSTUK 1 6 —   ANDERE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 6 1

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 6 1 0

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 000

10 000

1 573,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van ambtenaren en andere personeelsleden.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 6 1 2

Voortgezette beroepsopleiding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

130 000

95 000

189 680,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren;

 

de reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals bijkomende of uitzonderlijke kosten in het kader van dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen (andere dan bedoeld in artikel 3 0 0).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 6 3

Voorzieningen voor het personeel van de instelling

1 6 3 0

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijk Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

 

de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

Besluit van de Europese Ombudsman van 15 januari 2004 betreffende de regeling van de sociale dienst voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de diensten van de Europese Ombudsman.

1 6 3 1

Mobiliteit

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 000

7 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de verschillende werklocaties geldende regeling ter ondersteuning van het gebruik van het openbaar vervoer.

1 6 3 2

Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

7 000

6 000

5 704,05

Toelichting

Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele activiteiten enz. van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van activiteiten georganiseerd door het personeelscomité (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant enz.).

Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

1 6 5

Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

1 6 5 0

Europese scholen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

210 000

255 000

241 117,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van de Europese Ombudsman aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen, of

 

de terugbetaling aan de Commissie van de bijdrage aan de type II-Europese scholen geaccrediteerd door de Raad van bestuur van de Europese scholen door de Commissie uit naam van de Europese Ombudsman en betaald op basis van een mandaat en serviceovereenkomst getekend met de Commissie.

Het dekt de kosten voor kinderen van personeelsleden van de Europese Ombudsman ingeschreven in een type II-Europese school.

Rechtsgronden

Besluit C(2013) 4886 van de Commissie van 1 augustus 2013 betreffende de toepassing van de EU-bijdrage voor door de Raad van Bestuur van de Europese Scholen geaccrediteerde Europese Scholen, naar gelang van het aantal ingeschreven kinderen van EU-personeel, tot vervanging van Besluit C(2009) 7719 van de Commissie, gewijzigd bij Besluit C(2010) 7993 van de Commissie (PB C 222 van 2.8.2013, blz. 8).

TITEL 2

GEBOUWEN, MEUBILAIR, UITRUSTING EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

       

Niet-gesplitste kredieten

1 042 984

1 000 000

824 214,04

79,02

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

1 042 984

1 000 000

824 214,04

79,02

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

1 042 984

1 000 000

824 214,04

79,02

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

240 000

240 000

481 091,55

200,45

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

240 000

240 000

481 091,55

200,45

2 1 2

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

47 564,85

317,10

2 1 6

Voertuigen

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

20 000

16 037,50

80,19

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

275 000

275 000

544 693,90

198,07

 

HOOFDSTUK 2 3

2 3 0

Administratieve uitgaven

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

       

Niet-gesplitste kredieten

11 000

14 000

7 944,66

72,22

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

7 000

2 105,50

42,11

2 3 0 2

Telecommunicatie

       

Niet-gesplitste kredieten

11 000

8 000

8 858,15

80,53

2 3 0 3

Financiële lasten

       

Niet-gesplitste kredieten

700

700

290 ,—

41,43

2 3 0 4

Overige uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

4 000

4 000

2 913,49

72,84

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

14 600 ,—

97,33

 

Artikel 2 3 0 — Totaal

46 700

48 700

36 711,80

78,61

2 3 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

215 000

215 000

294 000 ,—

136,74

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

147 500

135 600

101 355 ,—

68,72

 

HOOFDSTUK 2 3 — TOTAAL

409 200

399 300

432 066,80

105,59

 

Titel 2 — Totaal

1 727 184

1 674 300

1 800 974,74

104,27

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

 

HOOFDSTUK 2 3 —

LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 042 984

1 000 000

824 214,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een globale vergoeding aan het Europees Parlement voor het gebruik van de kantoorruimte die het Europees Parlement in zijn gebouwen in Brussel en Straatsburg ter beschikking stelt van de Europese Ombudsman. Het dient ter dekking van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaken en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Rechtsgronden

Administratieve overeenkomst tussen de Ombudsman en het Europees Parlement.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, UITRUSTING EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 1 0

Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

240 000

240 000

481 091,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

aankoop, huur, service en onderhoud van materieel en ontwikkeling van programmatuur;

 

dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica;

 

aankoop, huur, service en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere met telecommunicatie verband houdende uitgaven (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 1 2

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000

15 000

47 564,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

2 1 6

Voertuigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

20 000

16 037,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (dienstwagens) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen en de betaling van eventuele boeten.

HOOFDSTUK 2 3 —   LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

2 3 0

Administratieve uitgaven

Toelichting

Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

2 3 0 0

Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 000

14 000

7 944,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

2 3 0 1

Porto en verzendkosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 000

7 000

2 105,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

2 3 0 2

Telecommunicatie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

11 000

8 000

8 858,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en de kosten van communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 0 3

Financiële lasten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

700

700

290 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

2 3 0 4

Overige uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 000

4 000

2 913,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

 

diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.;

 

voorschotrekeningen in Brussel en Straatsburg.

2 3 0 5

Proceskosten en schadevergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000

15 000

14 600 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

alle eventuele kosten indien de Ombudsman voor een uniale of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

 

de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

215 000

215 000

294 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door derden te verrichten aanvullende diensten, met name de vertaling en het uittypen van het jaarverslag en diverse documenten, de diensten van onder contract of incidenteel werkende tolken en andere bijhorende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

2 3 2

Ondersteuning van werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

147 500

135 600

101 355 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een aan het Europees Parlement te betalen globale „managementvergoeding” voor de kosten die overeenkomen met de werkuren van personeel van het Europees Parlement voor het verlenen van algemene diensten, zoals accounting, interne audit, een medische dienst enz.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van uiteenlopende interinstitutionele diensterverlening die nog niet onder een andere begrotingslijn valt.

TITEL 3

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Dienstreizen personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

165 000

165 000

171 434,29

103,90

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

       

Niet-gesplitste kredieten

3 000

7 000

1 028,40

34,28

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

81 000

41 934,10

83,87

3 0 4

Interne vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

27 000

27 000

26 792,94

99,23

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

245 000

280 000

241 189,73

98,44

 

HOOFDSTUK 3 2

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

8 000

6 127,53

76,59

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

14 952 ,—

99,68

 

Artikel 3 2 0 — Totaal

23 000

23 000

21 079,53

91,65

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

179 000

219 000

166 289,61

92,90

 

Artikel 3 2 1 — Totaal

179 000

219 000

166 289,61

92,90

 

HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

202 000

242 000

187 369,14

92,76

 

HOOFDSTUK 3 3

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

       

Niet-gesplitste kredieten

17 800

17 800

20 300 ,—

114,04

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 3 0 — Totaal

17 800

17 800

20 300 ,—

114,04

 

HOOFDSTUK 3 3 — TOTAAL

17 800

17 800

20 300 ,—

114,04

 

HOOFDSTUK 3 4

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

1 500

1 500

1 350 ,—

90,00

 

Artikel 3 4 0 — Totaal

1 500

1 500

1 350 ,—

90,00

 

HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

1 500

1 500

1 350 ,—

90,00

 

Titel 3 — Totaal

466 300

541 300

450 208,87

96,55

HOOFDSTUK 3 0 —

VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

 

HOOFDSTUK 3 2 —

EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

 

HOOFDSTUK 3 3 —

STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

 

HOOFDSTUK 3 4 —

UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

HOOFDSTUK 3 0 —   VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

3 0 0

Dienstreizen personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

165 000

165 000

171 434,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 2

Onthaal- en representatiekosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 000

7 000

1 028,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake onthaal en representatie, en voor de aanschaf van door de Ombudsman geschonken representatieartikelen.

3 0 3

Vergaderingen in het algemeen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

81 000

41 934,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van andere bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen enz.).

3 0 4

Interne vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

27 000

27 000

26 792,94

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de organisatie van de interne vergaderingen van de instelling.

HOOFDSTUK 3 2 —   EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

3 2 0

Verwerving van informatie en expertise

3 2 0 0

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 000

8 000

6 127,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

uitbreiding en vervanging van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

 

abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

 

abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

 

het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

 

de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

 

de verlening van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse) het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

 

materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

 

de aankoop van woordenboeken, glossaria en andere werken voor de diensten van de Ombudsman.

3 2 0 1

Uitgaven voor archivering

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000

15 000

14 952 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

 

externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven en aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.);

 

het verwerken van de persoonlijke archieven die de Ombudsman tijdens de uitoefening van zijn mandaat heeft opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement, aan het historische archief van de Europese Unie (HAEU) of aan een wettelijk erkende vereniging of stichting.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door de Ombudsman aangenomen uitvoeringsbepalingen.

3 2 1

Productie en verspreiding

3 2 1 0

Communicatie en publicaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

179 000

219 000

166 289,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties (jaarverslag enz.) in de officiële talen;

 

verspreiding (langs traditionele of elektronische weg) van voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Ombudsman (publiciteit en maatregelen ter bevordering van het beginsel van de Europese Ombudsman bij het grote publiek);

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

HOOFDSTUK 3 3 —   STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

3 3 0

Studies en subsidies

3 3 0 0

Studies

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 800

17 800

20 300 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verrichten van bij contract aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes, alsmede de kosten van de publicatie daarvan en bijkomende kosten.

3 3 0 1

Betrekkingen met nationale/regionale ombudsmannen en andere vergelijkbare instanties, en ondersteuning van de activiteiten van het Europees netwerk van ombudsmannen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van kosten aangegaan voor het bevorderen van relaties en het verstevigen van de samenwerking tussen de Ombudsman en de nationale/regionale ombudsmannen en andere gelijkaardige organen.

Het kan met name dienen ter dekking van financiële bijdragen voor de realisatie van projecten in de activiteitssfeer van het Europees netwerk van ombudsmannen (andere dan bedoeld in post 3 2 1 0).

Het is ook bedoeld ter dekking van bijdragen met betrekking tot bezoekersgroepen aan de Ombudsman.

HOOFDSTUK 3 4 —   UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

3 4 0

Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

3 4 0 0

Diverse uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 500

1 500

1 350 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitgaven die specifiek verband houden met het ambt van Ombudsman, zoals betrekkingen met de nationale ombudsmannen en internationale organisaties van ombudsmannen, alsook het lidmaatschap van internationale organisaties.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

10 837 545

10 905 441

10 168 215,48

93,82

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling VIII — Europese Ombudsman

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

2

2

AD 14

1

1

AD 13

4

4

AD 12

1

1

AD 11

1

1

1

1

AD 10

4

2

4

2

AD 9

2

1

2

1

AD 8

3

1

3

1

AD 7

6

1

4

1

AD 6

6

1

7

AD 5

1

1

2

Subtotaal AD

29

10

29

10

AST 11

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

1

1

AST 7

2

1

1

1

AST 6

4

5

AST 5

2

3

2

3

AST 4

3

3

3

3

AST 3

4

1

4

1

AST 2

AST 1

Subtotaal AST

15

10

15

10

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

1

1

Totaal

45

20

45

20

Totaal-generaal

65

65

AFDELING IX

EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

14 449 068

Eigen inkomsten

–1 434 000

Te ontvangen bijdrage

13 015 068

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

705 000

659 000

444 767,22

63,09

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

123 000

112 000

87 827,59

71,40

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

828 000

771 000

532 594,81

64,32

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

606 000

546 000

392 036,07

64,69

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

606 000

546 000

392 036,07

64,69

 

Titel 4 — Totaal

1 434 000

1 317 000

924 630,88

64,48

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

705 000

659 000

444 767,22

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

123 000

112 000

87 827,59

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van Europees toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

606 000

546 000

392 036,07

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt op deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten opgeslagen op een elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGSTEN

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere interesten, gecrediteerd of gedebiteerd op de rekeningen van de instelling.

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

1 434 000

1 317 000

924 630,88

64,48

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

1 0

LEDEN VAN DE INSTELLING

769 275

922 815

848 268,68

1 1

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

6 454 300

6 199 045

4 959 928,40

 

Titel 1 — Totaal

7 223 575

7 121 860

5 808 197,08

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

3 430 747

2 780 000

2 425 080,18

 

Titel 2 — Totaal

3 430 747

2 780 000

2 425 080,18

3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

3 0

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

3 794 746

1 422 875

546 906,96

 

Titel 3 — Totaal

3 794 746

1 422 875

546 906,96

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

14 449 068

11 324 735

8 780 184,22

TITEL 1

UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 0

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

684 881

667 290

649 943,50

94,90

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

171 131

119 931,18

 

1 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 0 0 4

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 0 0 — Totaal

684 881

838 421

769 874,68

112,41

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

25 000

25 000

4 000 ,—

16,00

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

59 394

59 394

74 394 ,—

125,26

 

Artikel 1 0 1 — Totaal

84 394

84 394

78 394 ,—

92,89

 

HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

769 275

922 815

848 268,68

110,27

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

5 427 553

5 185 664

3 953 190,36

72,84

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

0 ,—

0

1 1 0 2

Betaalde overuren

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 0 5

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

5 477 553

5 235 664

3 953 190,36

72,17

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

349 366

349 000

550 151,53

157,47

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

237 000

136 428 ,—

54,57

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

52 748

52 748

34 202 ,—

64,84

 

Artikel 1 1 1 — Totaal

652 114

638 748

720 781,53

110,53

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

135 000

135 000

132 398 ,—

98,07

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

6 789

6 789

6 789 ,—

100,00

1 1 2 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

78 500 ,—

98,12

1 1 2 3

Sociale dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 1 2 4

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

14 844

14 844

7 422 ,—

50,00

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

80 000

80 000

50 000 ,—

62,50

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 000

8 000

10 847,51

135,59

 

Artikel 1 1 2 — Totaal

324 633

324 633

285 956,51

88,09

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

6 454 300

6 199 045

4 959 928,40

76,85

 

Titel 1 — Totaal

7 223 575

7 121 860

5 808 197,08

80,41

HOOFDSTUK 1 0 —

LEDEN VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 1 1 —

PERSONEEL VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

1 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

1 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

684 881

667 290

649 943,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen en vergoedingen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

171 131

119 931,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

1 0 0 4

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen en pensioenen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

1 0 1

Overige uitgaven in verband met de leden

1 0 1 0

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

25 000

25 000

4 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen, seminars en bijscholingscursussen.

1 0 1 1

Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

59 394

59 394

74 394 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

Verordening (EU) 2016/300 van de Raad van 29 februari 2016 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor hoge ambtsdragers van de EU (PB L 58 van 4.3.2016, blz. 1).

HOOFDSTUK 1 1 —   PERSONEEL VAN DE INSTELLING

1 1 0

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

1 1 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 427 553

5 185 664

3 953 190,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdings- en buitenlandtoelage;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van het speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

50 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de tijdelijke dagvergoedingen voor personeelsleden die kunnen aantonen dat zij bij indiensttreding van woonplaats hebben moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

1 1 0 2

Betaalde overuren

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

1 1 0 3

Buitengewone bijstand

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

1 1 0 4

Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

1 1 0 5

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen en vergoedingen.

Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis en bijlage XI.

1 1 1

Andere personeelsleden

1 1 1 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

349 366

349 000

550 151,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 1 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

237 000

136 428 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeel tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, enerzijds, en de openbare sector van de lidstaten en de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) en internationale organisaties, anderzijds.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 1 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

52 748

52 748

34 202 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten verricht door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name tijdelijk personeel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 1 2

Overige uitgaven in verband met het personeel

1 1 2 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

135 000

135 000

132 398 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten, dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

1 1 2 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 789

6 789

6 789 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is gerechtvaardigd op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 1 2 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

80 000

80 000

78 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

1 1 2 3

Sociale dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, in het kader van een interinstitutioneel beleid ten behoeve van personen met een handicap (ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst en hun echtgenoten, alsook de kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie), van de terugbetaling, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

1 1 2 4

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 844

14 844

7 422 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de onderzoeken en medische controles die in verband met dit jaarlijkse onderzoek vereist zijn.

1 1 2 5

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

80 000

80 000

50 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

1 1 2 6

Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 000

8 000

10 847,51

Toelichting

Dit krediet dient:

 

ter dekking van de aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld subsidies aan personeelsclubs, sportverenigingen, culturele activiteiten enz., alsmede voor een bijdrage in de kosten van een permanent vrijetijdscentrum (culturele activiteiten, sport enz.);

 

alsmede voor een bijdrage in de kosten van door het personeelscomité georganiseerde activiteiten (culturele activiteiten, vrijetijdsactiviteiten, etentjes enz.).

Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 403 747

926 000

922 000 ,—

65,68

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

420 000

667 500 ,—

158,93

2 0 1 1

Benodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

11 250 ,—

75,00

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

       

Niet-gesplitste kredieten

215 000

130 000

158 250 ,—

73,60

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

825 000

825 000

382 500 ,—

46,36

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

158 000

127 000

112 000 ,—

70,89

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

       

Niet-gesplitste kredieten

144 000

144 000

171 580,18

119,15

2 0 1 6

Andere activiteiten met betrekking tot externe belanghebbenden

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

193 000

0 ,—

0

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

2 027 000

1 854 000

1 503 080,18

74,15

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

3 430 747

2 780 000

2 425 080,18

70,69

 

Titel 2 — Totaal

3 430 747

2 780 000

2 425 080,18

70,69

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

2 0 0

Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 403 747

926 000

922 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een forfaitaire of een evenredige vergoeding van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaak en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Akkoord inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de andere instelling die de kantoorruimte ter beschikking stelt.

2 0 1

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

2 0 1 0

Materieel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

420 000

420 000

667 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met informatica, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie;

 

aankoop, vervanging en onderhoud van installaties en materieel, zowel technisch (beveiliging enz.) als administratief (kantoormachines zoals kopieerapparaten, rekenmachines enz.);

 

aankoop, onderhoud en vervanging van meubilair;

 

elke andere post in verband met de inrichting van de lokalen en bijkomende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Benodigdheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 000

15 000

11 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden;

 

porto en vracht, kosten van bestelling door koeriersdiensten, pakketten en verspreiding op grote schaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 2

Overige uitgaven in verband met de werking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

215 000

130 000

158 250 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

een globale „managementvergoeding” die moet worden betaald aan de instelling die voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming algemene diensten verricht zoals de administratie van contracten, salarissen en vergoedingen;

 

andere lopende huishoudelijke uitgaven (financiële lasten, proceskosten enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 3

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

825 000

825 000

382 500 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

2 0 1 4

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

158 000

127 000

112 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met groepsbezoeken aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 5

Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

144 000

144 000

171 580,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van ontvangst en representatie en van de aanschaf van representatieartikelen;

 

vergaderkosten;

 

oproepingskosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten en daarmee verband houdende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van studie- en werkgroepen;

 

de kosten van aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes;

 

de uitgaven in verband met de bibliotheek van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name de aankoop van boeken, cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere daarmee verband houdende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 6

Andere activiteiten met betrekking tot externe belanghebbenden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

193 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vastgelegde uitgaven voor het stimuleren van uitwisselingen en het versterken van de samenwerking met externe belanghebbenden, waaronder activiteiten of overige activiteiten die zijn toegesneden op het uitvoeren van de strategie van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

 

vergaderkosten;

 

de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten;

 

de financiering van studies en/of enquêtes die worden uitbesteed aan gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstellingen.

TITEL 3

EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 0 3

Pensioenen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

       

Niet-gesplitste kredieten

1 196 482

562 375

303 339,45

25,35

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

25 000

0 ,—

0

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 3 0 1 — Totaal

1 246 482

587 375

303 339,45

24,34

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

81 205

79 119

71 645,32

88,23

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

250 000

250 000

64 000 ,—

25,60

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

52 748

p.m.

0 ,—

0

 

Artikel 3 0 2 — Totaal

383 953

329 119

135 645,32

35,33

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

15 000

4 190,72

20,95

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

3 500

10 500

0 ,—

0

3 0 3 2

Bijscholing

       

Niet-gesplitste kredieten

15 867

10 990

2 840,47

17,90

3 0 3 3

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

2 944

891

891 ,—

30,26

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

       

Niet-gesplitste kredieten

32 000

16 000

0 ,—

0

 

Artikel 3 0 3 — Totaal

74 311

53 381

7 922,19

10,66

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

560 000

p.m.

0 ,—

0

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

       

Niet-gesplitste kredieten

580 000

p.m.

0 ,—

0

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

       

Niet-gesplitste kredieten

45 000

45 000

0 ,—

0

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

       

Niet-gesplitste kredieten

650 000

385 000

100 000 ,—

15,38

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

35 000

20 000

0 ,—

0

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

p.m.

0 ,—

0

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

       

Niet-gesplitste kredieten

70 000

3 000

0 ,—

0

 

Artikel 3 0 4 — Totaal

2 090 000

453 000

100 000 ,—

4,78

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

3 794 746

1 422 875

546 906,96

14,41

 

Titel 3 — Totaal

3 794 746

1 422 875

546 906,96

14,41

HOOFDSTUK 3 0 —

UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

HOOFDSTUK 3 0 —   UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

3 0 0

Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

3 0 0 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de Leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

 

de geboortetoelage;

 

de toelagen in geval van overlijden.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

3 0 0 1

Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van Leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

3 0 0 2

Overbruggingstoelagen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de Leden na beëindiging van de dienst.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

3 0 0 3

Pensioenen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de Leden van het comité, alsmede van de overlevingspensioenen van weduwen/weduwnaars en wezen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot hun land van verblijf.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

3 0 1

Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

3 0 1 0

Salaris en vergoedingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 196 482

562 375

303 339,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

 

de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

 

de ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

 

de bijdrage van de instelling voor de oprichting van een speciaal werkloosheidsfonds;

 

de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de geboortetoelage;

 

de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

 

de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 1 1

Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

25 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de dagvergoedingen voor personeelsleden die, op basis van een verantwoording, bij indiensttreding van woonplaats moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

3 0 1 2

Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

 

de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele actualiseringen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

3 0 2

Andere personeelsleden

3 0 2 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

81 205

79 119

71 645,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 2 1

Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

250 000

250 000

64 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergoedingen, kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage. Het dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeelsleden tussen enerzijds het Europees Comité voor gegevensbescherming en anderzijds lidstaten en EVA-landen die tot de Europese Economische Ruimte (EER) behoren of internationale organisaties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 2 2

Uit te besteden diensten en werkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

52 748

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle diensten die worden verleend door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name uitzendpersoneel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 3

Andere uitgaven in verband met het personeel van het comité

3 0 3 0

Dienstreizen, reiskosten en andere bijkomende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

15 000

4 190,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of bijzondere kosten voor dienstreizen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

3 0 3 1

Aanwerving van personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 500

10 500

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door het Europees Comité voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

3 0 3 2

Bijscholing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 867

10 990

2 840,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

3 0 3 3

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

2 944

891

891 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd.

3 0 3 4

Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

32 000

16 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

3 0 4

Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

3 0 4 0

Vergaderingen van het comité

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

560 000

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van alle overige bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen, cateringdiensten enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 1

Vertaling en vertolking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

580 000

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere bijkomende kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen het Europees Comité voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

3 0 4 2

Publicaties en voorlichting

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

45 000

45 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name

 

het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

 

het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

 

voorlichtingsmateriaal met betrekking tot het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

 

uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van het Europees Comité voor gegevensbescherming;

 

uitgaven in verband met de groepsbezoeken aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 3

IT-apparatuur en -diensten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

650 000

385 000

100 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

 

aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere uitgaven in verband met informaticadiensten, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

 

kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 4

Reiskosten van externe deskundigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

35 000

20 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen of werkvergaderingen, waaronder hun reis- en verblijfkosten en andere aanverwante kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 5

Externe consultancy en studies

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van studies, adviesdiensten en/of enquêtes die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

3 0 4 6

Andere uitgaven in verband met de activiteiten van het comité

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

70 000

3 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van recepties, representatiekosten en de aankoop van promotieartikelen;

 

de organisatie van seminars, workshops of andere gezamenlijke opleidingsprogramma’s voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten, voor leden van de gegevensbeschermingsautoriteiten van derde landen, en voor andere gegevensbeschermingsdeskundigen die het comité uitnodigt;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van informatie en werkwijzen tussen gegevensbeschermingsautoriteiten;

 

bewustmakingsactiviteiten met betrekking tot gegevensbescherming;

 

activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van kennis en documentatie over gegevensbeschermingswetgeving en -praktijken met gegevensbeschermingsautoriteiten over de hele wereld;

 

de kosten voor toegang tot bepaalde juridische databanken;

 

uitgaven in verband met de bibliotheek van het Europees Comité voor gegevensbescherming, waaronder de aankoop van boeken en cd-roms, abonnementen op tijdschriften en persagentschappen, en andere aanverwante kosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

14 449 068

11 324 735

8 780 184,22

60,77

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

1

AD 15

AD 14

3

3

AD 13

1

1

AD 12

3

3

AD 11

5

5

AD 10

8

2

AD 9

7

12

AD 8

4

2

AD 7

10

5

AD 6

5

7

AD 5

Subtotaal AD

47

41

AST 11

1

1

AST 10

AST 9

1

1

AST 8

1

1

AST 7

2

2

AST 6

3

2

AST 5

3

4

AST 4

2

2

AST 3

AST 2

AST 1

2

Subtotaal AST

15

13

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

1

1

AST/SC 3

1

1

AST/SC 2

AST/SC 1

Subtotaal AST/SC

2

2

Totaal

64

56

Totaal-generaal

64

56

AFDELING X

EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

ONTVANGSTEN

Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van Europese Dienst voor Extern Optreden voor het begrotingsjaar 2018

 

Omschrijving

Bedrag

Uitgaven

678 499 138

Eigen inkomsten

–48 900 000

Te ontvangen bijdrage

629 599 138

EIGEN INKOMSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

24 450 000

21 267 000

22 327 520,66

91,32

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

4 196 000

4 045 000

3 826 408,82

91,19

 

HOOFDSTUK 4 0 — TOTAAL

28 646 000

25 312 000

26 153 929,48

91,30

 

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

20 254 000

18 321 000

18 855 137,74

93,09

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 4 1 — TOTAAL

20 254 000

18 321 000

18 855 137,74

93,09

 

Titel 4 — Totaal

48 900 000

43 633 000

45 009 067,22

92,04

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 —   DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van ambtenaren, andere personeelsleden en gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

24 450 000

21 267 000

22 327 520,66

Toelichting

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing en de solidariteitsheffing die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

4 196 000

4 045 000

3 826 408,82

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

HOOFDSTUK 4 1 —   BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

20 254 000

18 321 000

18 855 137,74

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 4 en 11, alsook artikel 48 van bijlage VIII.

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, van bijlage VIII.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

161 814,96

 

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

111 710,31

 

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

14 568,29

 
 

Artikel 5 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

288 093,56

 

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

288 093,56

 
 

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 125 429,60

 

5 1 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 321 407,93

 
 

Artikel 5 1 1 — Totaal

p.m.

p.m.

3 446 837,53

 
 

HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

3 446 837,53

 
 

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

p.m.

p.m.

54 901,13

 
 

HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

p.m.

p.m.

54 901,13

 
 

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

25 070 477,06

 

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 931 901,88

 
 

HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

p.m.

p.m.

30 002 378,94

 
 

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

3 260 531,91

 

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

32 449,74

 

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

185 923 296,01

 
 

HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

p.m.

p.m.

189 216 277,66

 
 

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

p.m.

p.m.

212 639,11

 
 

HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

p.m.

p.m.

212 639,11

 
 

Titel 5 — Totaal

p.m.

p.m.

223 221 127,93

 

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGST

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 —   OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

161 814,96

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

111 710,31

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2

Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

14 568,29

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

5 0 2

Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 1 —   HUUROPBRENGST

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 125 429,60

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1

Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen – Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

2 321 407,93

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTE

5 2 0

Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere rente, geïnd op rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

54 901,13

HOOFDSTUK 5 5 —   ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

25 070 477,06

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

4 931 901,88

HOOFDSTUK 5 7 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

3 260 531,91

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

32 449,74

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 4

Inkomsten voortvloeiend uit de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor EU-delegaties — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

185 923 296,01

Toelichting

Deze inkomsten vloeien voort uit de bijdrage van de Commissie aan de EDEO voor lokaal beheerde uitgaven van medewerkers van de Commissie die werkzaam zijn in een EU-delegatie, inclusief de medewerkers die worden gefinancierd uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), en andere uitgaven voor activiteiten, onder meer, met betrekking tot media en informatie.

Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd onder post 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 196 466 000 EUR.

HOOFDSTUK 5 8 —   DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0

Diverse vergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 —   OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

212 639,11

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 6 1

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 6 6 0 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 6 6 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 6 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 1 —   TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 6 6 —   OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

p.m.

1 474,49

 
 

Artikel 7 0 0 — Totaal

p.m.

p.m.

1 474,49

 

7 0 9

Overige rente

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

1 474,49

 
 

Titel 7 — Totaal

p.m.

p.m.

1 474,49

 

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 —   ACHTERSTANDSRENTE EN INTREST OP BOETEN

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

1 474,49

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

7 0 9

Overige rente

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 9 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 9 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

48 900 000

43 633 000

268 231 669,64

548,53

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 —   DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0

Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2018

Begrotingsjaar 2017

Begrotingsjaar 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2018 en 2017) en van de uitvoering (2016)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

1 1

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

136 183 000

131 855 000

126 152 990 ,—

1 2

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

26 232 000

20 991 250

20 480 619 ,—

1 3

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

2 636 000

2 077 000

2 150 063 ,—

1 4

DIENSTREIZEN

8 527 000

8 452 000

8 120 178 ,—

1 5

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 501 000

1 311 000

1 467 225 ,—

 

Titel 1 — Totaal

175 079 000

164 686 250

158 371 075 ,—

2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

2 0

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

30 754 538

32 174 000

31 214 828 ,—

2 1

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

34 870 000

33 028 000

24 146 935 ,—

2 2

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

8 978 000

6 833 000

6 626 587 ,—

 

Titel 2 — Totaal

74 602 538

72 035 000

61 988 350 ,—

3

DELEGATIES

3 0

DELEGATIES

428 817 600

423 258 750

595 744 365 ,—

 

Titel 3 — Totaal

428 817 600

423 258 750

595 744 365 ,—

10

OVERIGE UITGAVEN

10 0

VOORZIENINGEN

p.m.

p.m.

0 ,—

10 1

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

p.m.

p.m.

0 ,—

 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 

TOTAAL-GENERAAL

678 499 138

659 980 000

816 103 790 ,—

TITEL 1

PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 1 1

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

       

Niet-gesplitste kredieten

104 707 400

100 591 000

96 352 478 ,—

92,02

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

       

Niet-gesplitste kredieten

479 200

555 000

414 748 ,—

86,55

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

       

Niet-gesplitste kredieten

27 016 400

26 684 000

25 579 722 ,—

94,68

1 1 0 3

Sociale zekerheid

       

Niet-gesplitste kredieten

3 980 000

4 025 000

3 806 042 ,—

95,63

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de bezoldigingen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Artikel 1 1 0 — Totaal

136 183 000

131 855 000

126 152 990 ,—

92,63

 

HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

136 183 000

131 855 000

126 152 990 ,—

92,63

 

HOOFDSTUK 1 2

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

       

Niet-gesplitste kredieten

12 985 200

8 430 250

8 344 670 ,—

64,26

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

       

Niet-gesplitste kredieten

3 423 800

3 771 000

3 745 196 ,—

109,39

1 2 0 2

Stages

       

Niet-gesplitste kredieten

420 000

421 000

358 460 ,—

85,35

1 2 0 3

Externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

       

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

260 637 ,—

130,32

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

9 203 000

8 169 000

7 771 656 ,—

84,45

 

Artikel 1 2 0 — Totaal

26 232 000

20 991 250

20 480 619 ,—

78,07

1 2 2

Voorziening

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

26 232 000

20 991 250

20 480 619 ,—

78,07

 

HOOFDSTUK 1 3

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

       

Niet-gesplitste kredieten

100 000

35 000

37 797 ,—

37,80

1 3 0 1

Opleiding

       

Niet-gesplitste kredieten

1 201 000

1 201 000

899 159 ,—

74,87

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

1 335 000

841 000

1 213 107 ,—

90,87

 

Artikel 1 3 0 — Totaal

2 636 000

2 077 000

2 150 063 ,—

81,57

 

HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

2 636 000

2 077 000

2 150 063 ,—

81,57

 

HOOFDSTUK 1 4

1 4 0

Dienstreizen

       

Niet-gesplitste kredieten

8 527 000

8 452 000

8 120 178 ,—

95,23

 

HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

8 527 000

8 452 000

8 120 178 ,—

95,23

 

HOOFDSTUK 1 5

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

       

Niet-gesplitste kredieten

198 000

191 000

304 553 ,—

153,81

1 5 0 1

Medische dienst

       

Niet-gesplitste kredieten

715 000

520 000

554 910 ,—

77,61

1 5 0 2

Restaurants en kantines

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

       

Niet-gesplitste kredieten

568 000

600 000

607 762 ,—

107,00

1 5 0 4

Bijdrage aan geaccrediteerde Europese scholen van type II

       

Niet-gesplitste kredieten

20 000

     
 

Artikel 1 5 0 — Totaal

1 501 000

1 311 000

1 467 225 ,—

97,75

 

HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

1 501 000

1 311 000

1 467 225 ,—

97,75

 

Titel 1 — Totaal

175 079 000

164 686 250

158 371 075 ,—

90,46

HOOFDSTUK 1 1 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 2 —

SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

 

HOOFDSTUK 1 3 —

OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

 

HOOFDSTUK 1 4 —

DIENSTREIZEN

 

HOOFDSTUK 1 5 —

VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 1 1 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

Toelichting

De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de op de lijst van het aantal ambten van de EDEO voor het begrotingsjaar.

1 1 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

1 1 0 0

Basissalarissen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

104 707 400

100 591 000

96 352 478 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een in de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden alsook van de compensatie overeenkomstig bijlage IV van het Statuut.

Het krediet wordt gebruikt met volledige inachtneming van de bepalingen van Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 6, lid 9. De huidige onevenwichtige samenstelling van het personeel van de EDEO wat betreft het aandeel van diplomaten van de lidstaten en vast personeel van de EU op bepaalde posities wordt aangepakt overeenkomstig de toezeggingen van de vicevoorzitter/hoge vertegenwoordiger in haar brief aan het Europees Parlement van 13 september 2016.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 1

Aan het ambt verbonden statutaire rechten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

479 200

555 000

414 748 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

secretariaatstoelagen;

 

huisvestings- en vervoervergoedingen;

 

vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

 

vergoedingen voor ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

 

overige toelagen en vergoedingen;

 

overwerk.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 2

Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

27 016 400

26 684 000

25 579 722 ,—

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

 

de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

 

de vergoedingen voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

 

de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

 

in geval van overlijden van een ambtenaar of een persoon ten laste van een ambtenaar, de gemaakte kosten als bedoeld in artikel 75 van het Statuut, voor het vervoer van het stoffelijk overschot;

 

de overige toelagen en vergoedingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 3

Sociale zekerheid

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 980 000

4 025 000

3 806 042 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

 

de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 1 0 4

Aanpassingscoëfficiënten en aanpassingen van de bezoldigingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 2 —   SALARIS EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

1 2 0

Salaris en andere rechten voor externe personeelsleden

1 2 0 0

Arbeidscontractanten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

12 985 200

8 430 250

8 344 670 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van arbeidscontractanten (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de bezoldiging van 20 arbeidscontractanten die zich bezighouden met strategische communicatieactiviteiten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 109 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 1

Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 423 800

3 771 000

3 745 196 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met de gedetacheerde nationale deskundigen die niet als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 330 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 0 2

Stages

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

420 000

421 000

358 460 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de EDEO.

Het dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 3

Externe dienstverlening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

 

tijdelijk personeel voor diverse diensten;

 

extra personeel voor vergaderingen;

 

deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 2 0 4

Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

200 000

200 000

260 637 ,—

Toelichting

Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van uitzendkrachten, tijdelijk personeel en bijzondere adviseurs, met inbegrip van die op het gebied van het GVDB/GBVB, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

1 2 0 5

Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

9 203 000

8 169 000

7 771 656 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de geldelijke vergoeding van de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 2 2

Voorziening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 3 —   OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

1 3 0

Uitgaven voor personeelsbeheer

1 3 0 0

Aanwerving

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

100 000

35 000

37 797 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

 

de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

1 3 0 1

Opleiding

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 201 000

1 201 000

899 159 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor bijscholing en omscholing, met inbegrip van interinstitutioneel georganiseerde taalcursussen, cursusgeld, de vergoedingen van trainers, logistieke uitgaven voor opleidingslokalen en huur van apparatuur, en diverse daarmee samenhangende kosten zoals cateringkosten, de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de inschrijvingskosten voor de deelname aan studiebijeenkomsten en conferenties.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

1 3 0 2

Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 335 000

841 000

1 213 107 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de reiskosten van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats van woonplaats hebben moeten veranderen;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij beëindiging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris of arbeidscontractant.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 1 4 —   DIENSTREIZEN

1 4 0

Dienstreizen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

8 527 000

8 452 000

8 120 178 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor dienstreizen van de hoge vertegenwoordiger en meereizende personeelsleden, in het bijzonder lijfwachten van de Commissie;

 

de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs van de EDEO, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen;

 

de uitgaven voor dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

 

de uitgaven voor dienstreizen van bij de EDEO gedetacheerde nationale deskundigen;

 

de uitgaven voor dienstreizen van de bijzondere adviseurs en gezanten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de uitgaven voor dienstreizen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

 

de uitgaven voor dienstreizen van de voorzitter van het Militair Comité.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 85 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de regels van toepassing op dienstreizen van het EDEO-personeel.

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 4 februari 2014 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

HOOFDSTUK 1 5 —   VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

1 5 0

Voorzieningen voor het personeel

1 5 0 0

Sociale diensten en bijstand aan het personeel

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

198 000

191 000

304 553 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel;

 

een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van personeelsleden die gebruikmaken van het openbaar vervoer voor hun woon-werkverkeer. Deze maatregel is bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen.

Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

 

kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

1 5 0 1

Medische dienst

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

715 000

520 000

554 910 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name:

 

de huishoudelijke uitgaven van de spreek- en behandelkamer, de kosten van materiaal voor geneeskundige verzorging, verzorging en geneesmiddelen in de crèche, de kosten van medisch onderzoek en de te voorziene uitgaven in verband met de invaliditeitscomités en de vergoeding van brilkosten;

 

de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

1 5 0 2

Restaurants en kantines

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 3

Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

568 000

600 000

607 762 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie en/of de Raad te betalen aandeel van de EDEO in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

1 5 0 4

Bijdrage aan geaccrediteerde Europese scholen van type II

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

20 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Europese Dienst voor extern optreden aan door de raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II of de vergoeding aan de Commissie van de bijdrage aan door de raad van bestuur van de Europese scholen geaccrediteerde Europese scholen van type II, die betaald is door de Commissie uit naam van en namens de Europese Dienst voor extern optreden, op basis van het met de Commissie ondertekende mandaat en de dienstenovereenkomst. Het dekt de kosten voor kinderen van ambtenaren van de Europese Dienst voor extern optreden die zijn ingeschreven in een Europese school van type II.

TITEL 2

GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN VOOR DE DIENSTEN IN BRUSSEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 2 0

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

       

Niet-gesplitste kredieten

17 739 538

18 698 000

18 488 653 ,—

104,22

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

       

Niet-gesplitste kredieten

337 000

235 000

150 817 ,—

44,75

 

Artikel 2 0 0 — Totaal

18 076 538

18 933 000

18 639 470 ,—

103,11

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

       

Niet-gesplitste kredieten

4 715 000

4 956 000

4 651 002 ,—

98,64

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

       

Niet-gesplitste kredieten

1 383 000

1 410 000

1 545 729 ,—

111,77

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

6 420 000

6 700 000

6 259 736 ,—

97,50

2 0 1 3

Verzekeringen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

45 000

31 753 ,—

79,38

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

130 000

87 138 ,—

72,62

 

Artikel 2 0 1 — Totaal

12 678 000

13 241 000

12 575 358 ,—

99,19

 

HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

30 754 538

32 174 000

31 214 828 ,—

101,50

 

HOOFDSTUK 2 1

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

14 291 000

13 030 000

11 665 781 ,—

81,63

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

       

Niet-gesplitste kredieten

15 190 000

15 760 000

8 985 112 ,—

59,15

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

       

Niet-gesplitste kredieten

3 786 000

2 588 000

2 377 569 ,—

62,80

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

       

Niet-gesplitste kredieten

1 250 000

1 250 000

633 231 ,—

50,66

 

Artikel 2 1 0 — Totaal

34 517 000

32 628 000

23 661 693 ,—

68,55

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

       

Niet-gesplitste kredieten

153 000

155 000

346 734 ,—

226,62

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

       

Niet-gesplitste kredieten

105 000

150 000

16 502 ,—

15,72

2 1 1 2

Vervoer

       

Niet-gesplitste kredieten

95 000

95 000

122 006 ,—

128,43

 

Artikel 2 1 1 — Totaal

353 000

400 000

485 242 ,—

137,46

 

HOOFDSTUK 2 1 — TOTAAL

34 870 000

33 028 000

24 146 935 ,—

69,25

 

HOOFDSTUK 2 2

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

       

Niet-gesplitste kredieten

515 000

500 000

513 186 ,—

99,65

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

       

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

13 365 ,—

26,73

 

Artikel 2 2 0 — Totaal

565 000

550 000

526 551 ,—

93,19

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

       

Niet-gesplitste kredieten

955 000

765 000

822 464 ,—

86,12

2 2 1 1

Satellietbeelden

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

450 000 ,—

100,00

2 2 1 2

Algemene publicaties

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

41 000

17 339 ,—

43,35

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

       

Niet-gesplitste kredieten

495 000

295 000

585 663 ,—

118,32

2 2 1 4

Strategische communicatiecapaciteit

       

Niet-gesplitste kredieten

800 000

     
 

Artikel 2 2 1 — Totaal

2 740 000

1 551 000

1 875 466 ,—

68,45

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0 ,—

 

2 2 2 1

Tolken

       

Niet-gesplitste kredieten

520 000

450 000

497 760 ,—

95,72

 

Artikel 2 2 2 — Totaal

520 000

450 000

497 760 ,—

95,72

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

       

Niet-gesplitste kredieten

340 000

340 000

507 516 ,—

149,27

2 2 3 1

Porto

       

Niet-gesplitste kredieten

155 000

155 000

160 633 ,—

103,63

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

       

Niet-gesplitste kredieten

40 000

40 000

0 ,—

0

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

       

Niet-gesplitste kredieten

3 600 000

3 082 000

2 475 893 ,—

68,77

2 2 3 4

Verhuizing

       

Niet-gesplitste kredieten

120 000

120 000

123 536 ,—

102,95

2 2 3 5

Financiële kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

5 000

5 000

6 648 ,—

132,96

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

       

Niet-gesplitste kredieten

293 000

80 000

82 521 ,—

28,16

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

150 000

10 000

0 ,—

0

 

Artikel 2 2 3 — Totaal

4 703 000

3 832 000

3 356 747 ,—

71,37

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

       

Niet-gesplitste kredieten

450 000

450 000

370 063 ,—

82,24

 

Artikel 2 2 4 — Totaal

450 000

450 000

370 063 ,—

82,24

 

HOOFDSTUK 2 2 — TOTAAL

8 978 000

6 833 000

6 626 587 ,—

73,81

 

Titel 2 — Totaal

74 602 538

72 035 000

61 988 350 ,—

83,09

HOOFDSTUK 2 0 —

GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

 

HOOFDSTUK 2 1 —

INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

 

HOOFDSTUK 2 2 —

OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

2 0 0

Gebouwen

2 0 0 0

Huur en erfpacht

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

17 739 538

18 698 000

18 488 653 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen in Brussel voor de door de EDEO gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen.

Het dient eveneens ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 985 000 EUR.

2 0 0 1

Verkrijging van onroerende goederen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 0 2

Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

337 000

235 000

150 817 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van inrichtings- en aanpassingswerkzaamheden, met inbegrip van:

 

studies met het oog op de aanpassing en uitbreiding van de gebouwen van de instelling;

 

aanpassingswerkzaamheden aan gebouwen voor de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen;

 

inrichting en verbouwing van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

 

aanpassing van de ruimten en de technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

2 0 1

Uitgaven in verband met de gebouwen

2 0 1 0

Schoonmaak en onderhoud

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

4 715 000

4 956 000

4 651 002 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

 

schoonmaak van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën enz.);

 

vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

 

schilderwerk;

 

diverse onderhoudswerkzaamheden;

 

reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

 

technische benodigdheden;

 

contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, beveiligingsinstallaties en afluistervrije ruimten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 1

Water, gas, elektriciteit en verwarming

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 383 000

1 410 000

1 545 729 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

2 0 1 2

Beveiliging en bewaking van de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

6 420 000

6 700 000

6 259 736 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging en de bewaking van de door de EDEO gebruikte gebouwen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 280 000 EUR.

2 0 1 3

Verzekeringen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

45 000

31 753 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de EDEO gebruikte gebouwen en van de verzekering voor de aansprakelijkheid tegenover bezoekers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 0 1 4

Overige uitgaven voor de gebouwen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

120 000

130 000

87 138 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen (inclusief Kortenberg en ER-gebouwen) die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, signalisatiemateriaal, controles door gespecialiseerde instanties enz.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 1 —   INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

2 1 0

Informatica en telecommunicatie

2 1 0 0

Informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

14 291 000

13 030 000

11 665 781 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met algemene informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

aanbieders van communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 1

Cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

15 190 000

15 760 000

8 985 112 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met cryptografie en streng beveiligde informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software voor beveiligde informaticasystemen en -toepassingen;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers, werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op beveiligde communicatiediensten;

 

de kosten voor beveiligde communicatie en gegevensoverdracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

2 1 0 2

Beveiliging van informatie- en communicatietechnologie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 786 000

2 588 000

2 377 569 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de beveiliging van informatie tot het niveau „EU restricted” (vertrouwelijk), met name uitgaven voor:

 

de aankoop of de huur van hardware en software;

 

ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van beveiligde informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

abonnementen op communicatiediensten;

 

de kosten voor communicatie en gegevensoverdracht.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 0 3

Technische beveiliging tegen afluisteren en spionage

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

1 250 000

1 250 000

633 231 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de beveiliging van informatie door middel van technische beveiligingsmaatregelen, met name uitgaven voor:

 

aankoop of huur van hardware en software voor de sweep van de gebouwen van de centrale diensten, de delegaties en de gebouwen die worden gebruikt voor conferenties en bijeenkomsten;

 

ondersteuning en opleiding door gespecialiseerde ondernemingen, fabrikanten en dienstverlenende consultancybedrijven met het oog op het bedienen en ontwikkelen van deze hardware of software, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

 

werkzaamheden aan en het onderhoud van deze hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

 

vervoerskosten voor het materiaal voor de sweep van de gebouwen;

 

aanschaf, vervoer en installatie van een specifieke uitrusting nodig voor afluistervrije ruimten;

 

kosten van dienstreizen van het personeel dat sweeps uitvoert of uitrusting in afluistervrije ruimten installeert;

 

de aanschaf of huur van beveiligingssystemen voor de gebouwen van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1

Meubilair, technisch materieel en vervoer

2 1 1 0

Meubilair

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

153 000

155 000

346 734 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf en de vervanging van meubilair en van speciaal meubilair;

 

de huur van meubilair benodigd gedurende dienstreizen en vergaderingen buiten de gebouwen van de EDEO;

 

onderhoud en reparatie van meubilair.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 1

Technisch materieel en technische installaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

105 000

150 000

16 502 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

de aanschaf en de vervanging van diverse, vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid, conferenties, restauratie en gebouwen;

 

technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines;

 

de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het gebruik, het onderhoud en de reparatie daarvan.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 1 1 2

Vervoer

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

95 000

95 000

122 006 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onder meer:

 

het leasen of aanschaffen van dienstvoertuigen;

 

de huur van auto's wanneer geen beroep kan worden gedaan op de vervoermiddelen van de EDEO, met name voor dienstreizen;

 

de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

HOOFDSTUK 2 2 —   OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

2 2 0

Conferenties, congressen en vergaderingen

2 2 0 0

Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

515 000

500 000

513 186 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

het organiseren van informele bijeenkomsten van de Raad Buitenlandse Zaken en andere informele bijeenkomsten;

 

het organiseren van vergaderingen in het kader van de politieke dialoog op het niveau van de ministers of topambtenaren;

 

het organiseren van conferenties en congressen;

 

interne vergaderingen, met inbegrip eventueel van de cateringkosten bij bijzondere gelegenheden;

 

de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie;

 

activiteiten in verband met het protocol.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 0 1

Reiskosten van deskundigen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

50 000

50 000

13 365 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1

Informatie

2 2 1 0

Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

955 000

765 000

822 464 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken, onder andere voor geografische gegevens;

 

abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analyses van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties; het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

 

de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

2 2 1 1

Satellietbeelden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

450 000

450 000

450 000 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het aanschaffen van satellietbeelden ten behoeve van de EDEO, in het bijzonder met het oog op crisispreventie en -beheersing.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 2

Algemene publicaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

41 000

17 339 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of microfilm) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de EDEO, waaronder die welke in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 3

Voorlichting en openbare evenementen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

495 000

295 000

585 663 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van audiovisuele diensten om het publiek te informeren over het buitenlands beleid van de Unie en de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger;

 

de kosten van ontwikkeling en exploitatie van de EDEO-website;

 

de uitgaven betreffende de publiciteit en de promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de instelling, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen;

 

uitgaven in verband met voorlichting over het GVDB/GBVB;

 

de kosten van diverse voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten, onder andere van promotiemateriaal.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 1 4

Strategische communicatiecapaciteit

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

800 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

strategischecommunicatie-instrumenten, met inbegrip van toegang tot elektronische en grafische hulpmiddelen;

 

contracten op het gebied van strategischecommunicatiedeskundigheid, met inbegrip van opiniepeilingen;

 

ondersteuning van de taalkundige verscheidenheid van strategischecommunicatieproducten;

 

het opzetten en onderhouden van een netwerk van deskundigen in de lidstaten en de buurlanden om desinformatie tegen te gaan, en uitwisseling van beste praktijken;

 

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van strategischecommunicatievaardigheden en kennisbeheer voor EU-personeel.

2 2 2

Talendiensten

2 2 2 0

Vertaling

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de vertaaldiensten die aan de EDEO worden verleend door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 2 1

Tolken

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

520 000

450 000

497 760 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de door de tolken van de Commissie voor de EDEO verrichte diensten.

Het dient ook ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de EDEO bij gelegenheid van de vergaderingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

2 2 3

Diverse uitgaven

2 2 3 0

Kantoorbenodigdheden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

340 000

340 000

507 516 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aanschaf van papier;

 

fotokopieën en vaste rechten;

 

papier en kantoorbenodigdheden (dagdagelijkse benodigdheden);

 

drukwerk;

 

benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine);

 

benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 1

Porto

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

155 000

155 000

160 633 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 2

Studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

40 000

40 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 3

Interinstitutionele samenwerking

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

3 600 000

3 082 000

2 475 893 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met interinstitutionele activiteiten, met name de kosten van administratief personeel bij de Commissie, de Bureaus en de Raad voor het beheer van personeelszaken, gebouwen en archieven van de EDEO.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 4

Verhuizing

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

120 000

120 000

123 536 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 5

Financiële kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

5 000

5 000

6 648 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 6

Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

293 000

80 000

82 521 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten in geval van een veroordeling van de EDEO tot betaling van de door het Hof van Justitie en het Gerecht vastgestelde proceskosten en de kosten voor het inschakelen van externe advocaten voor de procesvertegenwoordiging van de EDEO;

 

de kosten voor advies door externe advocaten;

 

de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de EDEO kunnen komen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 3 7

Overige operationele uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

150 000

10 000

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van werkkleding voor het personeel van de dienst Conferenties en de dienst Beveiliging, van werkuitrusting voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en het herstel en onderhoud van de werkkleding;

 

de deelneming van de EDEO in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

 

de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd;

 

persoonlijke veiligheidsmachtigingen voor het EDEO-personeel;

 

de aankoop van uniformen en accessoires, in het bijzonder voor het beveiligingspersoneel van de gebouwen Kortenberg en ER.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

2 2 4

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

2 2 4 0

Conflictpreventie en bemiddeling (vervolg)

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

450 000

450 000

370 063 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de inzet van Uniepersoneel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

 

het inhuren van interne deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, alsook de toegang tot externe bemiddeling waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschema's;

 

kennisbeheer, waaronder het organiseren van workshops en conflictanalyses, alsmede ontwikkeling en bekendmaking van ervaringslessen, beste praktijken en richtsnoeren;

 

opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van vroegtijdige waarschuwing, conflictanalyses en bemiddeling en dialoog voor Uniepersoneel bij de centrale diensten, EU-personeel op missies, SVEU's, delegatieleiders en hun medewerkers.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 3

DELEGATIES

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 3 0

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

       

Niet-gesplitste kredieten

118 350 400

116 124 000

110 840 629 ,—

93,65

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

       

Niet-gesplitste kredieten

72 090 600

68 517 000

64 380 868 ,—

89,31

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

27 633 600

27 961 000

25 703 219 ,—

93,01

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

       

Niet-gesplitste kredieten

168 022 000

165 623 750

169 514 191 ,—

100,89

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

       

Niet-gesplitste kredieten

42 721 000

45 033 000

40 336 078 ,—

94,42

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

       

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

184 969 380 ,—

 
 

Artikel 3 0 0 — Totaal

428 817 600

423 258 750

595 744 365 ,—

138,93

 

HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

428 817 600

423 258 750

595 744 365 ,—

138,93

 

Titel 3 — Totaal

428 817 600

423 258 750

595 744 365 ,—

138,93

HOOFDSTUK 3 0 —

DELEGATIES

HOOFDSTUK 3 0 —   DELEGATIES

3 0 0

Delegaties

3 0 0 0

Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

118 350 400

116 124 000

110 840 629 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Europese Unie, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden:

 

basissalarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

diverse toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging;

 

de kosten van eventuele aanpassingen van de salarissen in de loop van het begrotingsjaar.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Voorschriften in verband met de aanstelling, de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de EDEO.

3 0 0 1

Extern personeel en externe dienstverlening

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

72 090 600

68 517 000

64 380 868 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

3 0 0 2

Overige personeelsuitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

27 633 600

27 961 000

25 703 219 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (universitaire afgestudeerden) en stagiairs bij de delegaties van de Europese Unie;

 

de kosten van seminars die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij de delegaties;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij overplaatsing met verandering van standplaats of bij vertrek;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

in geval van overlijden van een lid van het personeel van de EDEO of een afhankelijke persoon, de gemaakte kosten als bedoeld in artikel 75 van het Statuut, voor het vervoer van het stoffelijk overschot;

 

diverse kosten en vergoedingen voor personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen buitenlandse en plaatselijke medewerkers;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie en/of de EDEO in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

reiskosten en dagvergoedingen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

 

reiskosten en dagvergoedingen voor deskundigen die door delegaties voor bijeenkomsten zijn uitgenodigd;

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en verzekeringskosten in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren;

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteitsbeheer en personeelsbeheer;

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de instelling georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs/sprekers, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als cateringkosten;

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de kosten in verband met het diplomatieke uitwisselingsprogramma, zoals reis- en installatiekosten, in overeenstemming met het Statuut.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

3 0 0 3

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

168 022 000

165 623 750

169 514 191 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

tijdelijke ontheemdingstoeslagen en dagvergoedingen voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties buiten de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties op het grondgebied van de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria.

Met artikel 203 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1) kregen de instellingen de mogelijkheid om de verwerving van onroerend goed te financieren via een lening. Dit onderdeel omvat de kosten van dergelijke leningen (rente en aflossing) voor de aankoop van onroerend goed voor de delegaties.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 26 770 000 EUR.

3 0 0 4

Overige administratieve uitgaven

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

42 721 000

45 033 000

40 336 078 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

 

aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

 

aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van voertuigen, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

 

de verzekeringspremies voor de voertuigen;

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

 

de abonnementen op persbureaus;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

 

kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

 

kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

 

frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

 

kosten van de diplomatieke koffer;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

 

aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties;

 

aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

 

aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz., alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

uitgaven voor actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen;

 

alle financiële kosten, met name bankkosten;

 

bij gelden ter goede rekening, voor aanpassingen in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de actualiseringsuitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

 

aanpassingen bij situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

aanpassingen in gevallen waarbij de btw niet is teruggevorderd en de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van een bank waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

Onder deze post kunnen kosten worden gefinancierd die delegaties hebben gemaakt in het kader van de lokale samenwerking met lidstaten, met name bij een crisis.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 9 360 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 5, lid 10.

3 0 0 5

Bijdrage van de Commissie voor delegaties

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

184 969 380 ,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen eventuele ontvangsten van de Commissie of uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de in delegaties gemaakte kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie in delegaties aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan voor het personeel van de Commissie en door het EOF gefinancierd personeel bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

 

salarissen en salarisgerelateerde uitgaven van lokaal personeel (en uitzendkrachten);

 

het aandeel in de uitgaven die vallen onder de posten 3 0 0 0 (Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden), 3 0 0 1 (Extern personeel en externe dienstverlening), 3 0 0 2 ( Andere personeelsuitgaven), 3 0 0 3 (Gebouwen en bijbehorende kosten) en 3 0 0 4 (Andere administratieve uitgaven) voor deze personeelsleden.

Daarnaast kan deze toewijzing worden gebruikt voor andere uitgaven, bijvoorbeeld voor activiteiten met betrekking tot media en informatie, die worden uitgevoerd op basis van dienstverleningsovereenkomsten met andere instellingen.

Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

TITEL 10

OVERIGE UITGAVEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

% 2016-2018

 

HOOFDSTUK 10 0

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 0 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

HOOFDSTUK 10 1 — TOTAAL

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

Titel 10 — Totaal

p.m.

p.m.

0 ,—

 
 

TOTAAL-GENERAAL

678 499 138

659 980 000

816 103 790 ,—

120,28

HOOFDSTUK 10 0 —

VOORZIENINGEN

 

HOOFDSTUK 10 1 —

RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

HOOFDSTUK 10 0 —   VOORZIENINGEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

HOOFDSTUK 10 1 —   RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

 

Kredieten 2018

Kredieten 2017

Uitvoering 2016

p.m.

p.m.

0 ,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar genomen begrotingsbesluiten.

PERSONEEL

Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

 

Functiegroep en rang

 

2018

2017

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

6

6

AD 15

23

23

AD 14

172

155

AD 13

162

176

AD 12

190

210

AD 11

78

64

AD 10

70

63

AD 9

83

71

AD 8

79

76

AD 7

43

55

AD 6

29

34

AD 5

8

17

Subtotaal AD

943

950

AST 11

24

32

AST 10

26

27

AST 9

61

1

60

AST 8

76

64

1

AST 7

87

90

AST 6

84

82

AST 5

111

102

AST 4

64

66

AST 3

41

58

AST 2

12

25

AST 1

4

4

Subtotaal AST

590

1

610

1

AST/SC 6

AST/SC 5

AST/SC 4

AST/SC 3

9

1

AST/SC 2

33

29

AST/SC 1

19

20

Subtotaal AST/SC

61

50

Totaal

1 594

1

1 610

1

Totaal-generaal

1 595  (91)

1 611

 

  • (1) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2017 (PB L 51 van 28.2.2017, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1 tot en met nr. 6/2017.
  • (2) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (3) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2017 (PB L 51 van 28.2.2017, blz. 1), plus met die van gewijzigde begroting nr. 1 tot en met nr. 6/2017.
  • (4) 
    De eigen middelen voor de begroting 2017 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 169e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 19 mei 2017.
  • (5) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (6) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (7) 
    Berekening van het percentage: (102 738 774 704) / (157 476 700 000) = 0,652406195354614.
  • (8) 
    Afgeronde percentages.
  • (9) 
    Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in 13 lidstaten (die tot de Unie zijn toegetreden na 30 april 2004), uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling.
  • Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 20 % sinds 1 januari 2014 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totaal ontvangsten = totaal uitgaven); (142 832 334 754 + 1 848 645 936 = 144 680 980 690 = 144 680 980 690).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (142 832 334 754) / (15 747 670 000 000) = 0,91 %; maximum van de eigen middelen als percentage van het bni: 1,20 %.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2017 (PB L 51 van 28.2.2017) plus met die van gewijzigde begroting nr. 1 tot en met nr. 6/2017.
  • De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2017 (PB L 51 van 28.2.2017) plus met die van gewijzigde begroting nr. 1 tot en met nr. 6/2017.
  • Nettoboekwaarde opgenomen in de balans op 31 december 2016 (tenzij anders vermeld).
  • Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 (huur), 2 0 0 1 (erfpacht) en 2 0 0 3 (verwerving van onroerend goed).
  • De bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie.
  • Deze kredieten dienen ter dekking van de huur van de gebouwen gefinancierd uit post 10 01 05 03 „Overige beheersuitgaven voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s — Horizon 2020”.
  • Nettoboekwaarde opgenomen in de balans op 31 december 2016 voor de gerenoveerde gebouwen „A”, „B” en „C” en het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis (oude gerenoveerde Paleis, ring, twee torens en galerij die de verschillende gebouwen met elkaar verbindt), waarvoor huurkoopovereenkomsten zijn gesloten.
  • Nettoboekwaarde in 2017. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Deze kredieten geven het bedrag aan dat voor de huur is opgenomen in post 3 0 0 3 (infrastructuur in de delegaties) en omvatten de bedragen die zijn overgeschreven uit de afdeling III „Commissie” als gevolg van de budgettaire procedure 2015. Vanaf 2015 zijn kredieten voor de huur en de oprichting/verwerving van de gebouwen van de delegaties volledig opgenomen in afdeling X.
  • Nettoboekwaarde opgenomen in de balans op 31 december 2016 (tenzij anders vermeld).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (ex Maria van Boergondië).
  • Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (in een deel waarvan het OLAF is gehuisvest).
  • Langdurige leaseovereenkomst/huurkoop.
  • Langdurige leaseovereenkomst.
  • Nettoboekwaarde op 31 december 2016. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.
  • Waarvan drie bevorderingen ad personam (drie van AD 14 naar AD 15), verleend in bijzondere gevallen aan verdienstelijke ambtenaren.
  • Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal.
  • Waaronder één tijdelijke AD 12-post voor de directeur van de Autoriteit voor Europese politieke partijen en Europese politieke stichtingen.
  • Waarvan vier AD 16 ad personam.
  • Waarvan zeven AD 15 ad personam.
  • .Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • .Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
  • Het deelnemingspercentage bedraagt 100 % van de kredieten, tenzij anders vermeld.
  • Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.

(*1)  The proportionality factors applied to calculate the financial contribution are based on the following participation per EEA EFTA country and per EU programme:

 

Programma

IJsland

Liechtenstein

Noorwegen

Evenredigheidsfactor

Horizon 2020

X

X

2,33  %

Erasmus+

X

X

X

2,37  %

Cosme

X

0,12  %

Copernicus

X

X

2,33  %

Galileo

   

X

2,21  %

Derde gezondheidsprogramma

X

X

2,33  %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Toezien op de bescherming van rechten en burgers meer zeggenschap geven

X

0,12  %

Rechten, gelijkheid en burgerschap — Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid

X

X

0,16  %

Consumenten

X

X

2,33  %

Creatief Europa

X

X

2,33  %

Civiele bescherming

X

X

2,33  %

Connecting Europe Facility — ICT-onderdeel

X

X

2,33  %

EaSI — EURES-pijler

X

X

2,33  %

EaSI — Progress-pijler

X

X

2,33  %

ISA2

X

X

2,33  %

Europees statistisch programma

X

X

X

2,37  %

  • Betrokken begrotingsonderdelen: 02 01 05, 02 04, 05 01 05, 05 09, 06 01 05, 06 03, 08 01 05, 08 01 06, 08 02, 09 01 05, 09 04, 10 01 05, 10 02, 15 01 05, 15 03, 18 01 05, 18 05, 32 01 05 en 32 04.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 15 02 53, 15 02 51, 15 01 04 01, 15 01 06 01, 15 02 01 01, 15 02 01 02, 15 02 02, 15 02 03, 19 05 20, 21 01 06 01, 21 02 20, 22 01 06 01, 22 01 06 02, 22 02 04 02 en 22 04 20. Alleen Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië nemen deel aan het externe gedeelte van het Erasmus+-programma.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 09 01 04 02, 09 05 51, 09 05 01, 15 04 01, 15 04 02, 15 04 51, 15 01 04 02 en 15 01 06 02.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: 08 01 05 11, 08 01 05 12, 08 01 05 13, 08 03,10 01 05 11, 10 01 05 12, 10 01 05 13, 10 01 05 14 en 10 03.
  • Portugal en Ierland zijn gerechtigd verlenging van de looptijden van hun bestaande EU-leningen te vragen. De volgende EFSM-leningen lopen af op 4 april 2018 en Ierland heeft om verlenging gevraagd. Een extra bedrag van 1 100 000 000 EUR is verschuldigd door Ierland (500 000 000 EUR) en Portugal (600 000 000 EUR) op 4 oktober 2018.

(*2)  De lening ten bedrage van 5 000 000 000 EUR in 2015 is een verlenging en herfinanciering van de lening van 2011 (zie 1.4.1. Technische aantekeningen bij de tabellen).

(*3)  De lening ten bedrage van 4 750 000 000 EUR die Portugal in april 2016 verschuldigd is, is zoals gevraagd verlengd.

(*4)  De lening ten bedrage van 5 000 000 000 EUR in 2015 is een verlenging en herfinanciering van de lening van 2011 (zie 1.4.1. Technische aantekeningen bij de tabellen).

(*5)  De lening ten bedrage van 4 750 000 000 EUR die Portugal in april 2016 verschuldigd is, is zoals gevraagd verlengd.

  • Het andere instrument is SMEG 07.
  • Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
  • Berekend op basis van het EIF GIFreport „Q4 2016” (gegevens van 31 december 2016) als „Actual Intermediary size/GIF netto goedgekeurd capital” (d.w.z.: de totale waarde van de onderliggende durfkapitaalfondsen — m.a.w. de totale geldsom geïnvesteerd in, of beschikbaar gesteld aan, eindbegunstigden — gedeeld door de Uniebijdrage in die onderliggende durfkapitaalfondsen).
  • Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat de verdeling tussen de financiële instrumenten van Cosme overeenkomstig het financieel memorandum 52 % voor de leninggarantiefaciliteit (LGF) en 48 % voor de eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) bedraagt; deze verdeling kan overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1287/2013 worden gewijzigd.
  • Artikel 01 04 51 omvat ook a) afrondingsacties in verband met het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen (2001-2005); b) het oude artikel 01 04 04 (in begrotingsnomenclatuur 2013) — Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie.
  • Het andere instrument is de GIF.
  • Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).
  • Berekening op basis van het EIF SMEG 07 „Report Q4” op 31 december 2016 als „het totale leningvolume dat door de begunstigde mkb-bedrijven is ontvangen/EU-garantieplafond”.
  • Begrotingsvastleggingen van 23,6 miljoen EUR vermenigvuldigd met het voor EPMF-G beoogde hefboomeffect van 11,6.
  • Dit bedrag is gebaseerd op de aanname dat de totale verdeling tussen de financiële instrumenten van Cosme overeenkomstig het financieel memorandum 52 % voor de leninggarantiefaciliteit (LGF) en 48 % voor de eigenvermogensfaciliteit voor groei (EFG) bedraagt; deze verdeling kan overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1287/2013 worden gewijzigd.
  • In artikel 46 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320) is het kader vastgelegd voor de verslaglegging over financiële instrumenten onder gedeeld beheerd zoals — in samenhang met artikel 39, lid 10, VGB — het mkb-initiatief, dat ook EFRO/Elfpo-bijdragen omvat. Volgens artikel 111 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moeten de managementautoriteiten ieder jaar tegen 31 mei (in 2017 en 2019 tegen 30 juni) hun jaarlijkse verslag over de uitvoering tijdens het vorige jaar indienen, met als bijlage daarbij de in artikel 46 van die verordening bedoelde informatie over financieringsinstrumenten. In dat laatste artikel is ook het volgende bepaald: „De Commissie overlegt elk jaar, te beginnen vanaf 2016, binnen zes maanden na de uiterste termijn voor de indiening van de jaarlijkse uitvoeringsverslagen zoals bedoeld in artikel 111 van die verordening, samenvattingen van gegevens over de vooruitgang die geboekt is bij de financiering en de tenuitvoerlegging van de financieringsinstrumenten.” Bijgevolg zullen de meeste gegevens over de tenuitvoerlegging van de financieringsinstrumenten in gedeeld beheer pas op 30 november van elk jaar beschikbaar zijn, en dit geldt ook voor 2016.
  • Begrotingsvastleggingen van 80 miljoen EUR vermenigvuldigd met het voor EPMF FCP-FIS beoogde hefboomeffect van 2,83.
  • De in deze alinea vermelde cijfers zijn ontleend aan het rapport van de EVCA — 31 december 2016 (niet-gecontroleerde gegevens).
  • Via een energieprestatiecontract (EPC) kunnen energiedienstenleveranciers (ESCO's), zonder financieel risico te lopen, overheden in staat stellen initiële investeringen uit te voeren (bijv. om de energieprestaties van openbare gebouwen te verbeteren of efficiënte straatverlichting te installeren).
  • Het Europese PPP-expertisecentrum (EPEC) is een gezamenlijk initiatief van de EIB, de Commissie, de lidstaten en de kandidaat-lidstaten. Het centrum draagt bij tot de versterking van de capaciteit van zijn leden uit de publieke sector om publiek-private partnerschappen (PPP's) aan te gaan.
  • De laatste bijdrage was vastgelegd in 2013, vandaar de verwijzing naar het begrotingsonderdeel van 2013.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en één AST 8 kan AST 10 worden.
  • Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten voor het Euratom Voorzieningsagentschap: één ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, twee AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), drie AD 12, één AD 11, twee AD 10, één AST 10, twee AST 8, één AST 7, negen AST 6, één AST 5 en twee AST 3.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: twee AD 15 worden AD 16; één AD 14 wordt AD 15.
  • Waarvan vaste ambten bij de Europese Bestuursschool (EUSA): drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, één AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.
  • Waarvan zeven ambten voor het secretariaat van het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).
  • De herclassificatie „ad personam” van de directeur van SESAR naar AD15 afhankelijk van de goedkeuring van de begrotingsautoriteit.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: één AD14-ambtenaar kan AD15 worden.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: één AD14-ambtenaar kan AD15 worden.
  • De personeelsformatie aanvaardt de volgende aanstellingen „ad personam”: gedetacheerde ambtenaren mogen een post in de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap bezetten in een hogere rang indien deze hogere rang overeenkomt met hun eigen rang bij de Commissie. Deze uitzondering geldt enkel voor gedetacheerde ambtenaren.
  • Waarvan 1 AD 15 ad personam.
  • Waarvan 1 AD 14 ad personam.
  • Thans is de instelling niet in staat om het aantal benodigde ambten nauwkeurig in te schatten.
  • Exclusief de virtuele reserve, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie of het Gerecht gedetacheerd zijn [6 AD 12, 12 AD 11, 20 AD 10, 15 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3].
  • Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per functiegroep.
  • Voor de daadwerkelijke bezetting naar rang van de posten bij de kabinetten gelden dezelfde indelingscriteria als voor de ambtenaren die vóór 1 mei 2004 in dienst zijn getreden.
  • Waarvan 1 AD 15 ad personam.
  • Waarvan 1 AD 14 ad personam.
  • Omzetting van 1 post op 26 april 2016.
  • Opwaarderingen voor 2017.
  • Schrapping van 9 posten (2017).
  • Omzetting van 4 posten (2017).
  • Omzetting van 4 posten op 1 februari 2017.
  • Opwaarderingen voor 2018.
  • Omzetting van 4 posten (2018).
  • Exclusief de virtuele reserve zonder krediettoewijzing voor de naar de kabinetten gedetacheerde ambtenaren.
  • Artikel 41 van het Statuut zal worden toegepast op maximaal 6 personeelsleden vanwege de inkrimping van het personeelsbestand overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1).
 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.