Commissie publiceert het convergentieverslag 2018 over de vooruitgang van de lidstaten richting invoering euro

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 23 mei 2018.

Het convergentieverslag 2018 onderzoekt de vooruitgang die lidstaten hebben geboekt richting toetreding tot de eurozone.

In het verslag komen de zeven lidstaten aan bod die niet tot de eurozone behoren en juridisch verplicht zijn om de euro in te voeren: Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Polen, Roemenië, Tsjechië en Zweden. Ondanks de al met al aanzienlijke nominale convergentie voldoet geen van deze landen aan alle formele voorwaarden voor toetreding tot de eurozone, zo wijst het verslag uit. Bulgarije en Kroatië voldoen aan alle convergentiecriteria behalve het wisselkoerscriterium, omdat zij geen lid zijn van het wisselkoersmechanisme (WKM II).

Valdis Dombrovskis i, vicevoorzitter bevoegd voor de euro en de sociale dialoog, ook belast met financiële stabiliteit, financiële diensten en de kapitaalmarktenunie: "De euro is geconcipieerd als de eenheidsmunt voor de hele EU i. Elke lidstaat die daartoe de nodige inspanningen levert, kan bijgevolg de euro invoeren. Omdat de weg naar toetreding tot de eurozone lang en soms moeilijk kan zijn, staat de Commissie klaar om samen te werken met lidstaten die zich ernstig op een succesvol lidmaatschap van de eurozone voorbereiden en met het oog daarop hun economische en financiële systemen versterken. Uit ons convergentieverslag blijkt bijvoorbeeld dat Bulgarije al voldoet aan de nominale Maastricht-criteria voor prijsstabiliteit, overheidsfinanciën en convergentie van de lange rente. Wij zijn verheugd over het werk dat de Bulgaarse autoriteiten momenteel leveren om deel te nemen aan het wisselkoersmechanisme (WKM II) en tevens aan de criteria voor wisselkoersstabiliteit te voldoen."

Pierre Moscovici i, commissaris voor economische en financiële zaken, belastingen en douane: "Het vandaag gepubliceerde verslag is een momentopname van de vooruitgang die is geboekt richting convergentiecriteria - het examen voor toetreding tot de eurozone. Enerzijds is er de vaststelling dat geen van de zeven beoordeelde lidstaten momenteel aan alle wettelijke voorwaarden voor toetreding voldoet. Anderzijds is er één van de belangrijkste lessen die we de afgelopen twee decennia hebben geleerd: dat echte economische convergentie even belangrijk voor de welvaart van een land in de eurozone is als nominale convergentie. Daarom is het belangrijk dat landen die willen toetreden tot de euro, stevig doorpakken om de productiviteit de hoogte in te jagen, de investeringen te verhogen, de werkgelegenheidssituatie te verbeteren en ongelijkheden aan te pakken. De Commissie staat klaar om daarbij te helpen, onder meer via het nieuwe begrotingsinstrument dat we volgende week zullen presenteren."

Toetreding tot de eurozone is een open en op regels gebaseerd proces. Het verslag is gebaseerd op de convergentiecriteria, ook wel "Maastricht-criteria" genoemd. Deze zijn beschreven in artikel 140, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Bij de convergentiecriteria gaat het om prijsstabiliteit, gezonde overheidsfinanciën, wisselkoersstabiliteit en convergentie van de lange rente. Ook wordt beoordeeld in hoeverre de nationale wetgeving voldoet aan de regels van de economische en monetaire unie (EMU). De conclusies van het verslag luiden als volgt:

  • Al deze lidstaten voldoen aan het criterium voor de overheidsfinanciën.
  • Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Tsjechië en Zweden voldoen aan het criterium voor de lange rente.
  • Bulgarije, Kroatië, Polen en Zweden voldoen aan het criterium prijsstabiliteit.
  • Geen van deze lidstaten voldoet aan het wisselkoerscriterium, omdat geen van hen lid is van het wisselkoersmechanisme (WKM II): zij moeten minstens twee jaar zonder grote spanningen aan dit mechanisme deelnemen voordat zij tot de eurozone kunnen toetreden.

Naast de beoordeling van deze formele voorwaarden voor toetreding tot de eurozone bevat het verslag de conclusie dat met uitzondering van Kroatië geen van deze lidstaten op het gebied van wetgeving volledig aan de regels van de economische en monetaire unie voldoet.

De Commissie heeft ook andere in het Verdrag genoemde factoren onderzocht die in de beoordeling van de duurzaamheid van de convergentie moeten worden meegenomen, en komt tot de conclusie dat de niet tot de eurozone behorende lidstaten economisch en financieel doorgaans goed geïntegreerd zijn in de EU. Dit neemt niet weg dat sommige van deze landen nog steeds te maken hebben met macro-economische kwetsbaarheden en/of met problemen in verband met het ondernemingsklimaat of het institutioneel kader die risico's kunnen inhouden voor de duurzaamheid van het convergentieproces.

Het verwezenlijken van convergentie en het opzetten van robuuste economische structuren zijn cruciale voorwaarden voor de welvaart van de EU als geheel en voor de soepele werking van de euro. De Commissie heeft zich gecommitteerd aan het ondersteunen van niet tot de eurozone behorende lidstaten die hun toetreding tot de euro voorbereiden. De ondersteuningsdienst voor structurele hervormingen (SRSS) verleent bijstand bij het ontwerpen en implementeren van specifieke hervormingen en bij het versterken van de hervormingscapaciteit van de lidstaten. Met het oog op de verdieping van de economische en monetaire unie heeft de Commissie voorgesteld om binnen het bestaande steunprogramma voor structurele hervormingen (SRSP) een specifieke actielijn te creëren om lidstaten die daarom verzoeken, bijstand te verlenen in het proces voor toetreding tot de euro. In het voorstel voor het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode na 2020 heeft de Commissie aangekondigd dat zij van plan is een specifieke convergentiefaciliteit voor te stellen ter ondersteuning van lidstaten die tot de eurozone willen toetreden. Deze convergentiefaciliteit zal op vrijwillige basis ter beschikking worden gesteld en zal zowel technische als financiële ondersteuning bieden.

Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête, die vandaag is gepubliceerd, blijkt dat de steun voor invoering van de euro in de niet tot de eurozone behorende lidstaten die worden behandeld in het convergentieverslag, ten opzichte van vorig jaar met 4 procentpunten is gestegen, tot 51 %. Een Eurobarometer-enquête van december 2017 toonde eerder al aan dat de steun voor de euro bij de burgers in de eurozone het hoogste peil heeft bereikt sinds 2004.

Chronologisch overzicht

Op basis van het convergentieverslag neemt de Raad van de EU een besluit over de vraag of een lidstaat voldoet aan de voorwaarden om tot de eurozone toe te treden.

Het convergentieverslag van de Europese Commissie i wordt parallel met het convergentieverslag van de Europese Centrale Bank (ECB) bekendgemaakt.

Convergentieverslagen worden om de twee jaar gepubliceerd, of wanneer een bepaalde lidstaat vraagt om te onderzoeken of hij klaar is om toe te treden tot de eurozone (zoals in 2013 in het geval van Letland).

Alle lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken, moeten toetreden tot de eurozone. Het Verenigd Koninkrijk en Denemarken zijn bijgevolg niet in het verslag opgenomen.

Meer informatie

Het convergentieverslag 2018: Beoordeling van lidstaten aan de hand van de voorwaarden voor invoering van de euro - MEMO

Convergentieverslag 2018

Convergentieverslag ECB 2018

Flash Eurobarometer 465: Invoering van de euro in de lidstaten die de eenheidsmunt nog niet hebben ingevoerd

Standaard Eurobarometer 88: Publieke opinie in de Europese Unie

Vorige convergentieverslagen

De euro

Economische en monetaire unie

IP/18/3826

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail