De VN-Veiligheidsraad wordt steeds onmachtiger

Met dank overgenomen van J.H. (Han) ten Broeke i, gepubliceerd op dinsdag 10 juli 2018.

De VN-Veiligheidsraad wordt steeds onmachtiger

Interventies buiten de Veiligheidsraad om kunnen wel degelijk bijdragen aan de internationale veiligheid, betoogt VVD-Kamerlid en buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke.

Wederom is verboden chloorgas gebruikt in Syrië, zo stelde de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) vrijdag. Onderzoek wees uit dat in Douma wel degelijk sporen van chloor aanwezig waren.

Toen voor het eerst werd bewezen dat Assad chemische wapens had ingezet, ontsnapte het regime aan een vergeldingsactie door snel een algeheel verbod op bezit en gebruik van chemische wapens te ondertekenen. Maar de internationale gemeenschap werd misleid: na de eerste inzet werden nog zeker dertien aanvallen met chemische wapens geregistreerd. Het grootste deel kon worden toegeschreven aan Assad.

Terecht deed Trump wat zijn voorganger naliet: hij reageerde wél met een militaire vergeldingsactie, omdat een beschavingsgrens werd overschreden.

Veel opiniemakers hadden kritiek op de Amerikaanse vergeldingsactie. Er was immers geen volkenrechtelijk mandaat.

Russische ondermijning van internationale rechtsorde

Maar een zuiver volkenrechtelijk mandaat zal altijd ontbreken zolang Rusland gebruik blijft maken van het vetorecht. Onlangs verzette Rusland zich zelfs, samen met Syrië en Iran, tegen het voorstel om de OPCW een schuldige te laten aanwijzen als alle bewijzen zijn geleverd. Zo wordt handhaving van de internationale rechtsorde structureel door Rusland ondermijnd.

Dat heeft ook gevolgen voor Nederland. Wie de kranten na de vergeldingsactie van de VS, het VK en Frankrijk las, kon lezen dat de Navo-lidstaten zich eensgezind toonden over het bestraffen van de inzet van chemische wapens. De Navo-raad had namelijk volledige politieke steun uitgesproken voor de actie die het signaal moest afgeven dat de inzet van chemische wapens niet onbestraft kon blijven. Maar zo eensgezind was die raad niet. Nederland had alleen ‘begrip’ voor de actie.

Die eenzame positie heeft alles te maken met het rapport van de commissie-Davids uit 2010. Volgens de commissie ging de regering Balkenende I er te gemakkelijk aan voorbij dat er geen volkenrechtelijk mandaat voor de Amerikaans-Britse inval in Irak was: er was namelijk geen unanimiteit in de VN-Veiligheidsraad. Alle partijen in de Kamer, op de VVD en de SGP na, onderschreven de conclusie van de commissie-Davids dat in geval van militaire actie een ‘adequaat volkenrechtelijk mandaat’ nodig zou zijn, wilde Nederland daaraan steun verlenen of zelfs deelnemen.

Het spook van Davids

Intussen heeft Nederland verschillende keren de gevolgen van dit door onszelf opgelegde besluit ondervonden. Dezelfde partijen die in 2010 de conclusies van het rapport overnamen, worstelden met hun eigen principes toen in 2013 gifgas werd ingezet door Syrië. Want kon Nederland nu wel steun verlenen aan een eventuele vergeldingsactie?

Maar de opkomst van IS en de daarop volgende luchtcampagne bracht het spook van Davids terug in de politiek. Toen duidelijk werd dat het niet alleen handig was om IS boven Irak maar ook boven Syrië te bombarderen, raakten veel politici in paniek. Want voor vliegen boven Syrië was in strikte zin geen volkenrechtelijk mandaat, aangezien Assad en derhalve Poetin een westerse luchtcampagne tegen IS boven Syrië niet zagen zitten. Aldus bleven Nederlandse F-16’s lang, onder politieke druk, slechts boven Irak vliegen, totdat creatieve juristen in het kabinet − bewust van het ongemakkelijke voorbehoud dat Nederland in de anti-IS-coalitie moest maken − een juridisch geitenpaadje vonden dat een twijfelende coalitiepartij alsnog kon overtuigen dat dat mandaat er toch was. De werkelijke strijd tegen IS werd dan ook pas in Syrië gewonnen.

Wie kijkt naar de huidige geopolitieke verhoudingen, en de constante vetodreiging van landen als Rusland, weet dat de VN-Veiligheidsraad steeds impotenter zal blijken. Op cruciale momenten kan door onenigheid geen ‘adequaat volkenrechtelijk mandaat’ worden verschaft voor militair optreden; bijvoorbeeld wanneer morele ondergrenzen worden overschreden.

Nieuwe geopolitieke realiteit

Volkenrecht volgt de politieke verhoudingen. Maar het politieke besluitvormingsorgaan dat bepaalt wanneer interventies rechtmatig zijn of niet, is verlamd. Wie geeft om de internationale rechtsorde kan zich daar niet bij neerleggen. Interventies buiten de VN-Veiligheidsraad om kunnen wel degelijk bijdragen aan de internationale veiligheid. Voorbeelden zijn de humanitaire interventie in Kosovo en de door Trump bevolen vergeldingsacties in Syrië. Deze acties weerspiegelen waar beschaafde landen voor staan. Weigeren deze norm te handhaven, geeft aan schurkenstaten het signaal af dat ze kunnen wegkomen met de gruwelijkste mensenrechtenschendingen.

Wil Nederland er niet weer alleen voor staan, dan zal de meerderheid van de Kamer die in 2010 zo gretig de conclusies van Davids overnam, zich definitief moeten bevrijden van de volkenrechtelijke dwangbuis die zij Nederland in dat jaar heeft opgelegd. Bij een deel van de Kamer zijn de eerste voorzichtige bewegingen al zichtbaar.

Nu wordt het tijd dat een meerderheid van de Kamer de knoop doorhakt en de nieuwe geopolitieke realiteit omarmt.

Zo kunnen we een minimale internationale rechtsorde handhaven en onszelf een volgende, gênante alleengang in de Navo besparen.

Han ten Broeke is Tweede Kamerlid voor de VVD en buitenlandwoordvoerder.

Lees het artikel terug op Volkskrant.nl.