Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore - Hoofdinhoud
Documentdatum | 02-10-2018 |
---|---|
Publicatiedatum | 03-10-2018 |
Kenmerk | 7972/18 ADD 5 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie
Brussel, 2 oktober 2018 (OR. en)
7972/18 ADD 5
Interinstitutioneel dossier: 2018/0094 (NLE) i
WTO 76 SERVICES 25 COASI 93
WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN
Betreft: Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore
MEMORANDA VAN OVEREENSTEMMING 1 TOT EN MET 4 EN GEZAMENLIJKE VERKLARING BETREFFENDE DOUANE-UNIES
MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING 1
OVER ARTIKEL 16.6 (BELASTINGEN)
Tussen de partijen bestaat overeenstemming dat onder "de bepalingen van deze overeenkomst" als bedoeld in artikel 16.6 (Belastingen), lid 1, wordt verstaan bepalingen waarbij:
-
a)een niet-discriminerende behandeling aan goederen wordt toegekend op de wijze en in de mate als bepaald in hoofdstuk twee (Nationale behandeling en markttoegang voor goederen);
-
b)de handhaving of de instelling van douanerechten of van belastingen ter zake van goederen wordt belet op de wijze en in de mate als bepaald in hoofdstuk twee (Nationale behandeling en markttoegang voor goederen); en
-
c)een niet-discriminerende behandeling aan dienstverleners en investeerders wordt toegekend op de wijze en in de mate als bepaald in hoofdstuk acht (Diensten, vestiging en elektronische handel), afdeling A (Algemene bepalingen), afdeling B (Grensoverschrijdende
dienstverlening), afdeling C (Vestiging) en afdeling E (Regelgevingskader), onderafdeling 6 (Financiële diensten).
EU/SG/U/nl 1 MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING 2
OVER HET HONORARIUM VAN ARBITERS
Beide partijen bevestigen met betrekking tot punt 10 van bijlage 14-A dat er tussen hen overeenstemming over bestaat dat:
-
1.de aan de arbiters verschuldigde honoraria en onkostenvergoedingen worden gebaseerd op normen van vergelijkbare internationale geschillenbeslechtingsmechanismen in bilaterale of multilaterale overeenkomsten;
-
2.zij het precieze bedrag van de honoraria en onkostenvergoedingen overeenkomen vóór hun bijeenkomst met het arbitragepanel overeenkomstig punt 10 van bijlage 14-A; en
-
3.zij dit memorandum van overeenstemming te goeder trouw toepassen teneinde het functioneren van het arbitragepanel te vergemakkelijken.
EU/SG/U/nl 2 MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING 3
AANVULLENDE BEPALINGEN OP DOUANEGEBIED
ARTIKEL 1
Definities
Voor de toepassing van dit memorandum van overeenstemming wordt verstaan onder:
-
a)"douanewetgeving": de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op het grondgebied van de partijen van toepassing zijn op de invoer, uitvoer en doorvoer van goederen en de
plaatsing daarvan onder andere douaneregelingen of -procedures;
-
b)"verzoekende autoriteit": een door een partij aangewezen bevoegde douaneautoriteit die op grond van dit memorandum van overeenstemming een verzoek om bijstand indient;
-
c)"aangezochte autoriteit": een door een partij aangewezen bevoegde douaneautoriteit die op grond van dit memorandum van overeenstemming een verzoek om bijstand ontvangt;
-
d)"persoonsgegevens": alle informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
-
e)"met de douanewetgeving strijdige handeling": elke overtreding of poging tot overtreding van de douanewetgeving; en
EU/SG/U/nl 3
-
f)"douaneautoriteit": naargelang van het geval, de douaneautoriteiten van Singapore, de douaneautoriteiten van de lidstaten of de bevoegde diensten van de Europese Commissie.
ARTIKEL 2
Toepassingsgebied
-
1.De partijen verlenen elkaar via hun douaneautoriteiten bijstand in handelsgerelateerde douaneaangelegenheden, op de wijze en onder de voorwaarden als vastgesteld in dit
memorandum van overeenstemming, om een correcte toepassing van de douanewetgeving te waarborgen, in het bijzonder door de volgende met de douanewetgeving strijdige handelingen te voorkomen, op te sporen en te bestrijden met betrekking tot:
-
a)goederen die bij invoer in de verzoekende partij zijn aangegeven als uitgevoerd of wederuitgevoerd uit de andere partij, en niet als goederen van oorsprong uit die andere partij;
-
b)goederen die bij invoer in de verzoekende partij zijn aangegeven als goederen van oorsprong uit de andere partij, voor andere doeleinden dan voor de toepassing van tariefpreferenties in het kader van deze overeenkomst.
-
-
2.De bijstand in handelsgerelateerde douaneaangelegenheden als bedoeld in dit memorandum van overeenstemming dient ter aanvulling van de bijstand bedoeld in artikel 29
(Administratieve onderzoeken) van Protocol nr. 1 (Betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking).
EU/SG/U/nl 4
-
3.Onverminderd het bepaalde in lid 2 wordt bijstand in handelsgerelateerde douaneaangelegenheden met betrekking tot goederen die over het grondgebied van de ene partij worden doorgevoerd of op dat grondgebied worden overgeladen en voor het grondgebied van de andere partij bestemd zijn, in de eerste drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst enkel verleend op de wijze en in de mate als bepaald in artikel 27 (Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten), artikel 28 (Controle van
oorsprongsverklaringen) en artikel 29 (Administratieve onderzoeken) van Protocol nr. 1 (Betreffende de definitie van het begrip "producten van oorsprong" en methoden van administratieve samenwerking). De partijen evalueren de modaliteiten van de bijstand met betrekking tot goederen die over het grondgebied van de ene partij worden doorgevoerd of op dat grondgebied worden overgeladen en voor het grondgebied van de andere partij bestemd zijn, binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
-
4.De bijstand in handelsgerelateerde douaneaangelegenheden laat de regels inzake wederzijdse bijstand in strafzaken onverlet en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens
bevoegdheden die op verzoek van een rechterlijke instantie worden uitgeoefend, tenzij deze ermee instemt dat die informatie wordt meegedeeld.
-
5.Bijstand bij de invordering van rechten, heffingen en boetes valt niet onder dit memorandum van overeenstemming.
-
6.Elke vorm van bijstand die krachtens dit memorandum van overeenstemming moet worden verleend betreft uitsluitend handelstransacties met betrekking tot een met de douanewetgeving strijdige handeling die niet meer dan drie jaar vóór de datum van het verzoek om bijstand
heeft plaatsgevonden.
-
7.De partijen zijn niet verplicht hun douaneregelingen of -procedures te wijzigen om aan hun verplichtingen ingevolge dit memorandum van overeenstemming te voldoen.
EU/SG/U/nl 5
ARTIKEL 3
Bijstand op verzoek
-
1.Heeft de verzoekende autoriteit een redelijk vermoeden van een met de douanewetgeving strijdige handeling met betrekking tot een van de in artikel 2 (Toepassingsgebied), lid 1, bedoelde categorieën van goederen, dan verstrekt de aangezochte autoriteit haar op haar
verzoek een of meer van de volgende soorten gegevens die zij nodig heeft om toe te zien op de correcte toepassing van de douanewetgeving:
-
a)de naam en het adres van de exporteur of diens vertegenwoordiger;
-
b)de verzendgegevens betreffende het aantal containers, de grootte, de naam van het schip en de vervoerder, het land van oorsprong, de plaats van uitvoer en de omschrijving van de lading;
-
c)het classificatienummer, de hoeveelheid en de aangegeven waarde; en
-
d)alle overige gegevens die de partijen noodzakelijk achten om te bepalen of een met de douanewetgeving strijdige handeling heeft plaatsgevonden.
-
-
2.Op verzoek van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mee:
-
a)of goederen die uit het grondgebied van de ene partij zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze op het grondgebied van de andere partij zijn ingevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de douaneregeling waaronder de goederen zijn geplaatst; dan wel
EU/SG/U/nl 6 b) of goederen die op het grondgebied van de ene partij zijn ingevoerd, op regelmatige
wijze uit het grondgebied van de andere partij zijn uitgevoerd, in voorkomend geval onder vermelding van de douaneregeling waaronder de goederen zijn geplaatst.
-
-
3.De aangezochte autoriteit is niet verplicht gegevens te verstrekken waarover zij niet reeds beschikt.
-
4.Voor de toepassing van lid 1 wordt onder een redelijk vermoeden van een met de douanewetgeving strijdige handeling verstaan een vermoeden op grond van een of meer van de volgende soorten ter zake dienende feitelijke gegevens verkregen uit openbare of particuliere bronnen:
-
a)historische gegevens waaruit blijkt dat een specifieke importeur, exporteur, fabrikant, producent of een andere onderneming die betrokken was bij de overbrenging van
goederen van het grondgebied van de ene partij naar het grondgebied van de andere partij, niet aan de douanewetgeving van een van beide partijen heeft voldaan;
-
b)historische gegevens waaruit blijkt dat sommige of alle ondernemingen die betrokken waren bij de overbrenging van goederen uit een specifieke productsector van het
grondgebied van de ene partij naar het grondgebied van de andere partij, waarbij de goederen vanuit het grondgebied van de ene partij naar het grondgebied van de andere partij werden overgebracht, niet aan de douanewetgeving van een partij heeft voldaan; of
-
c)overige gegevens die volgens de douaneautoriteiten van de partijen in de context van een specifiek verzoek toereikend zijn.
-
EU/SG/U/nl 7
ARTIKEL 4
Ongevraagde bijstand
De partijen kunnen elkaar via hun respectieve douaneautoriteiten, in overeenstemming met hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, op eigen initiatief bijstand verlenen indien zij dit noodzakelijk achten voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder door gegevens te verstrekken omtrent:
-
a)activiteiten die met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn of lijken te zijn en die van belang kunnen zijn voor de douaneautoriteiten van de andere partij;
-
b)nieuwe middelen of methoden die bij met de douanewetgeving strijdige handelingen worden gebruikt;
-
c)goederen waarvan bekend is dat zij het voorwerp vormen van met de douanewetgeving strijdige handelingen;
-
d)natuurlijke personen van wie of rechtspersonen waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij bij met de douanewetgeving strijdige handelingen betrokken waren; of
-
e)middelen van vervoer waarvan redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij zijn gebruikt, worden gebruikt of kunnen worden gebruikt om met de douanewetgeving strijdige
handelingen te verrichten.
EU/SG/U/nl 8
ARTIKEL 5
Vorm en inhoud van verzoeken om bijstand
-
1.De verzoeken in het kader van dit memorandum van overeenstemming worden schriftelijk ingediend. Bij de verzoeken moeten alle documenten worden gevoegd die de aangezochte autoriteit nodig heeft voor de behandeling van het verzoek. In spoedeisende gevallen kunnen verzoeken mondeling worden gedaan, mits zij onmiddellijk schriftelijk worden bevestigd.
-
2.De overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken bevatten de volgende informatie:
-
a)de naam van de verzoekende autoriteit;
-
b)de gevraagde maatregel;
-
c)het voorwerp en de reden van het verzoek;
-
d)de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en andere voorschriften;
-
e)zo nauwkeurig en volledig mogelijke gegevens over de natuurlijke personen op wie of de rechtspersonen waarop het onderzoek betrekking heeft;
-
f)een overzicht van de relevante feiten en van het onderzoek dat reeds is uitgevoerd; en
-
g)de redenen voor het redelijk vermoeden van een met de douanewetgeving strijdige handeling.
-
EU/SG/U/nl 9
-
3.De verzoeken worden ingediend in een officiële taal van de aangezochte autoriteit of in een voor die autoriteit aanvaardbare taal. Dit geldt niet voor documenten die bij het in lid 1
bedoelde verzoek zijn gevoegd.
-
4.Indien een verzoek niet aan de hierboven vermelde vormvereisten voldoet, kan om correctie of aanvulling ervan worden verzocht. In de tussentijd kunnen conservatoire maatregelen
worden gelast.
ARTIKEL 6
Behandeling van verzoeken
-
1.Om gevolg te geven aan een verzoek om bijstand verstrekt de aangezochte autoriteit, binnen de grenzen van haar bevoegdheden, de reeds beschikbare informatie. De aangezochte
autoriteit kan naar eigen goeddunken verdere bijstand verlenen door het nodige onderzoek te verrichten of te doen verrichten.
-
2.Verzoeken om bijstand worden behandeld overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de aangezochte partij.
-
3.Daartoe gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij en onder de door deze gestelde voorwaarden, ten kantore van de aangezochte autoriteit of van een andere bevoegde autoriteit als bedoeld in lid 1 informatie verzamelen over activiteiten die met de douanewetgeving strijdige handelingen zijn of kunnen zijn, die de verzoekende
autoriteit voor de toepassing van dit memorandum van overeenstemming nodig heeft.
EU/SG/U/nl 10
-
4.Daartoe gemachtigde ambtenaren van een partij kunnen, met instemming van de andere partij en onder de door deze gestelde voorwaarden, aanwezig zijn bij onderzoek dat op het
grondgebied van laatstgenoemde partij wordt verricht.
ARTIKEL 7
Vorm waarin de informatie moet worden verstrekt
-
1.De aangezochte autoriteit deelt de uitslag van het onderzoek schriftelijk aan de verzoekende autoriteit mee en kan daarbij ter zake dienende bewijsstukken of andere stukken voegen.
-
2.Deze informatie kan langs elektronische weg worden verstrekt.
ARTIKEL 8
Gevallen waarin geen bijstand behoeft te worden verleend
-
1.Bijstand kan worden geweigerd of van bepaalde voorwaarden of eisen afhankelijk worden gesteld wanneer de partij die op grond van dit memorandum van overeenstemming om
bijstand is verzocht, van oordeel is dat de bijstand:
-
a)haar soevereiniteit zou kunnen aantasten;
-
b)de openbare orde, de veiligheid of andere wezenlijke belangen zou kunnen aantasten, in het bijzonder in de in artikel 9 (Doorgifte van informatie en vertrouwelijkheid), lid 2,
bedoelde gevallen; of
EU/SG/U/nl 11 c) tot schending van een industrieel geheim, een handelsgeheim of een beroepsgeheim
leidt.
-
-
2.De aangezochte autoriteit kan de bijstand uitstellen indien deze een lopend onderzoek, een lopende strafvervolging of een lopende procedure zou verstoren. In dat geval pleegt de
aangezochte autoriteit overleg met de verzoekende autoriteit om na te gaan of de bijstand kan worden verleend onder door de aangezochte autoriteit te stellen voorwaarden.
-
3.Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is dan vrij te bepalen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
-
4.In de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen worden het besluit van de aangezochte autoriteit en de redenen ervan onverwijld aan de verzoekende autoriteit medegedeeld.
ARTIKEL 9
Doorgifte van informatie en vertrouwelijkheid
-
1.Alle informatie die, in welke vorm dan ook, op grond van dit memorandum van overeenstemming wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter of is alleen bestemd voor beperkte verspreiding, afhankelijk van de toepasselijke voorschriften van elk van beide partijen. Zij valt onder de officiële geheimhoudingsplicht en wordt beschermd
overeenkomstig soortgelijke informatie onder de desbetreffende wetgeving van de ontvangende partij. De partij die de informatie ontvangt, respecteert het vertrouwelijke karakter ervan.
-
2.Persoonsgegevens mogen uitsluitend worden doorgegeven indien de ontvangende partij zich ertoe verbindt deze te beschermen op een wijze die passend wordt geacht door de partij die de gegevens verstrekt.
EU/SG/U/nl 12
-
3.Elk van beide partijen houdt procedures in stand om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke informatie die wordt verstrekt in verband met het beheer van haar douanewetgeving, met inbegrip van informatie waarvan de openbaarmaking schade zouden kunnen toebrengen aan de concurrentiepositie van de persoon die de informatie verstrekt, als vertrouwelijke
informatie wordt behandeld en tegen ongeoorloofde openbaarmaking wordt beschermd.
-
4.De partij die de informatie ontvangt, gebruikt deze uitsluitend voor de in het verzoek vermelde doeleinden. Indien een partij dergelijke informatie voor andere doeleinden wenst te gebruiken, moet zij de autoriteit die de informatie heeft verstrekt vooraf om schriftelijke toestemming vragen.
-
5.De partij die de informatie ontvangt, mag deze in voorkomend geval in administratieve of gerechtelijke procedures gebruiken, op voorwaarde dat alle informatie die door de partij die de informatie heeft verstrekt als gevoelig is aangemerkt, niet zonder schriftelijke toestemming van laatstbedoelde partij wordt gebruikt.
-
6.Onverminderd het bepaalde in lid 5 wordt alle door de ene partij aan de andere partij verstrekte informatie niet zonder schriftelijke toestemming van de partij die de informatie heeft verstrekt bekendgemaakt aan de massamedia of aan andere personen of entiteiten dan de douaneautoriteiten van de verzoekende partij, gepubliceerd of anderszins openbaar gemaakt.
-
7.Wanneer een partij de door haar verkregen informatie uitsluitend mag gebruiken met toestemming van de partij die de informatie heeft verstrekt als bedoeld in de leden 4, 5 en 6, is het gebruik hiervan onderworpen aan de door deze partij vastgestelde beperkingen.
EU/SG/U/nl 13
ARTIKEL 10
Kosten van de bijstand
-
1.Alle gewone uitgaven in verband met de behandeling van het verzoek komen voor rekening van de partij die het verzoek ontvangt. De uitgaven voor deskundigen, getuigen, tolken en
vertalers, voor zover van toepassing, komen voor rekening van de partij die het verzoek doet.
-
2.Wanneer gedurende de behandeling van het verzoek blijkt dat buitengewone of aanzienlijke uitgaven nodig zijn om aan het verzoek te kunnen voldoen, plegen de partijen onderling
overleg om de voorwaarden vast te stellen waaronder de behandeling van het verzoek plaatsvindt of wordt voortgezet.
ARTIKEL 11
Tenuitvoerlegging
-
1.Dit memorandum van overeenstemming wordt ten uitvoer gelegd door, wat betreft Singapore, de douaneautoriteiten van Singapore en, wat betreft de Unie, de bevoegde diensten van de
Europese Commissie en, in voorkomend geval, de douaneautoriteiten van de lidstaten. Zij stellen alle praktische maatregelen en regelingen voor de toepassing daarvan vast, rekening houdend met de geldende voorschriften, met name op het gebied van de gegevensbescherming.
-
2.De partijen plegen onderling overleg en stellen elkaar in kennis van alle uitvoeringsbepalingen die op grond van dit memorandum van overeenstemming worden vastgesteld.
EU/SG/U/nl 14
-
3.De partijen komen, gelet op de beperkte middelen van hun douaneautoriteiten, overeen verzoeken tot het strikte minimum te beperken.
ARTIKEL 12
Andere overeenkomsten
Rekening houdend met de respectieve bevoegdheden van de Unie en de lidstaten geldt voor dit memorandum van overeenstemming dat:
-
a)het de verplichtingen van de partijen uit hoofde van andere internationale overeenkomsten of verdragen onverlet laat;
-
b)het wordt geacht een aanvulling te vormen op alle overeenkomsten inzake wederzijdse administratieve bijstand in douaneaangelegenheden die tussen afzonderlijke lidstaten en Singapore zijn of kunnen worden gesloten, waarbij het voorrang heeft op de bepalingen van dergelijke overeenkomsten die eventueel onverenigbaar zijn met dit memorandum van overeenstemming; en
-
c)het geen afbreuk doet aan de bepalingen van de Unie betreffende de doorgifte, tussen de bevoegde diensten van de Europese Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten, van gegevens die op grond van dit memorandum van overeenstemming zijn verkregen en die van belang kunnen zijn voor de Unie.
EU/SG/U/nl 15
ARTIKEL 13
Overleg
-
1.De partijen plegen ten aanzien van vraagstukken in verband met de toepassing van dit memorandum van overeenstemming onderling overleg in het kader van het overeenkomstig artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Douanecomité om deze op te lossen.
-
2.Het bepaalde in hoofdstuk veertien (Beslechting van geschillen) en hoofdstuk vijftien
(Bemiddelingsmechanisme) is niet van toepassing op aangelegenheden die verband houden met dit memorandum van overeenstemming.
EU/SG/U/nl 16 MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING 4
WEDERZIJDSE ERKENNING VAN PROGRAMMA'S VOOR GEAUTORISEERDE MARKTDEELNEMERS
Onder verwijzing naar artikel 6.3 (Samenwerking op douanegebied), lid 2, onder d), en artikel 6.17 (Douanecomité), lid 2, hebben de partijen de volgende overeenstemming bereikt: De partijen zijn het erover eens dat het in hun wederzijds voordeel is om samen te werken bij het versterken van de veiligheid van de toeleveringsketen en het bevorderen van de rechtmatige handel.
De partijen streven naar wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers. Zij maken, bij besluit van het overeenkomstig artikel 16.2 (Gespecialiseerde comités) opgerichte Douanecomité, afspraken over de wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers.
De partijen komen overeen een begin te maken met de werkzaamheden met het oog op de wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers.
De partijen stellen alles in het werk wat redelijkerwijze in hun vermogen ligt om idealiter een jaar, doch niet later dan twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst overeenstemming te bereiken over de wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers.
__________________
EU/SG/U/nl 17 GEZAMENLIJKE VERKLARING
betreffende douane-unies
-
1.De Unie wijst erop dat de landen die een douane-unie tot stand hebben gebracht met de Unie, de verplichting hebben het gemeenschappelijk douanetarief en gefaseerd ook de preferentiële douaneregeling van de Unie over te nemen, waartoe zij de nodige maatregelen treffen en met de betrokken derde landen op basis van wederzijds voordeel over overeenkomsten
onderhandelen.
De Unie heeft Singapore dan ook verzocht onderhandelingen te openen met de staten die een douane-unie met de Unie hebben gevormd en waarvan de producten niet voor de tariefconcessies krachtens deze overeenkomst in aanmerking komen, teneinde bilaterale overeenkomsten te sluiten waarbij een vrijhandelszone wordt ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de GATT 1994.
-
2.Singapore heeft verklaard dat het vanaf de datum van ondertekening van deze overeenkomst onderhandelingen met de betrokken landen zal openen teneinde bilaterale overeenkomsten te sluiten waarbij een vrijhandelszone wordt ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de
GATT 1994.
_________________
EU/SG/JD/nl 1
2 okt '18 |
Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Singapore LEGISLATIVE ACTS AND OTHER INSTRUMENTS |
7972/18 |