Brief regering; Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten - Wet- en regelgeving financiële markten - Hoofdinhoud
Deze voorhang is onder nr. 85 toegevoegd aan dossier 32545 - Wet- en regelgeving financiële markten.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wet- en regelgeving financiële markten; Brief regering; Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten |
---|---|
Documentdatum | 07-11-2018 |
Publicatiedatum | 08-11-2018 |
Nummer | KST3254585 |
Kenmerk | 32545, nr. 85 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-2019
32 545
Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 85
Ontvangen ter Griffie op 7 november 2018.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 5 december 2018.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 6 december 2018.
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 november 2018
Conform hetgeen is bepaald in artikel 4:25, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht (Wft), bied ik u hierbij het ontwerpbesluit aan tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de vergoeding voor de voortijdige aanpassing van de debetrentevoet bij hypothecaire kredieten1.
Na afloop van de voorhangperiode van vier weken zal het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden voorgelegd en vervolgens worden vastgesteld.
In dit ontwerpbesluit wordt geregeld dat aanbieders van hypothecair krediet aan consumenten die de overeenkomst inzake de debetrentevoet en rentevastperiode bij een hypothecair krediet voorafgaand aan het verstrijken van de looptijd van die overeenkomst beëindigen hiervoor geen vergoeding mogen vragen die hoger is dan het financiële nadeel dat zij hierdoor lijden.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
1 Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl
kst-32545-85 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2018
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 32 545, nr. 85