Weeklog: Weg met al die Europese Presidenten

Met dank overgenomen van C.D. (Dennis) de Jong i, gepubliceerd op zondag 17 februari 2019.

In de VS hebben ze één President en daar hebben ze al genoeg ellende mee, maar in de Europese Unie kennen we er maar liefst drie. Dat geeft nog veel meer ellende. Nu is de President van het Europees Parlement Tajani weer in opspraak, nadat hij de schijn wekte dat Slovenië en Kroatië eigenlijk bij Italië horen. Daarvoor had de President van de Europese Raad Tusk de Brexiteers een plek in de hel toegewenst. En bij de begrotingscontrole blijkt dat de President van de Europese Commissie Juncker zich zo politiek vindt dat hij niet gaat over de begrotingsverantwoording: dat is voor de ambtenaren. Wat zou het fijn zijn, als we in de EU gewoon zouden kunnen samenwerken. Zonder allerlei ambitieuze voorzitters (want meer zijn ze eigenlijk niet) die hun politieke spierballen willen laten rollen.

Op 10 februari hield Tajani in Triëst een toespraak ter nagedachtenis aan de dappere Italiaanse soldaten die tussen 1943 en 1947 waren omgekomen door het verzet van de Joegoslavische partizanen. Dat is al bizar, maar het werd nog erger toen hij repte van het Italiaanse Istrië en Dalmatië. Dat zijn gebieden die tegenwoordig deel uitmaken van Kroatië (en een stukje Slovenië). Geen wonder dat uit die lidstaten heftige reacties kwamen en veel Europarlementariërs het reden vinden om het aftreden van Tajani te eisen. Maar in Triëst, waar extreemrechts altijd veel aanhang gehad heeft, zal de toespraak wel goed gevallen zijn.

Ook niet erg handig waren de uitspraken van Tusk die zo genoeg had van de onderhandelingen met de Britten dat hij de Brexiteers naar de hel verwees. Niemand wil een chaotische Brexit, maar iedere onderhandelaar weet dat je dan vooral geen olie op het vuur moet gooien. Behoedzaam opereren is wat je bij zulke gevoelige onderhandelingen moet doen. Maar Tusk vond het kennelijk belangrijk te laten zien hoe sterk hij is als voorzitter van de Europese Raad. Tenslotte de Europese Commissie: na alle discussies over het al dan niet politieke karakter van dit orgaan, hebben we in de Begrotingscontrolecommissie van het EP te horen gekregen dat Eurocommissarissen al dat gedoe met cijfers eigenlijk beneden hun waardigheid vinden. We moeten daar maar de Directeuren-Generaal over doorzagen. Eurocommissarissen zijn alleen ‘politiek’ verantwoordelijk. Voor de SP is het duidelijk: de Commissie is een ambtelijk orgaan. Juncker is de voorzitter van een college van topambtenaren en hoe minder ‘politiek’ die zich opstellen, hoe beter. En als topambtenaren horen ze zich tot de laatste cent te verantwoorden.

De EU is geen natie. Zelfs aan één President hebben we geen behoefte, laat staan aan drie. Bij echte samenwerking hoort dat lidstaten op die gebieden zaken doen, waar ze gemeenschappelijke belangen hebben of waar grensoverschrijdende zaken beter met elkaar aangepakt kunnen worden. Als ministers en regeringsleiders goed door hun nationale parlementen worden gecontroleerd, kan zo’n samenwerking op draagvlak onder de bevolking rekenen. Maar met wilde uitspraken van al die Presidenten wordt de kloof met gewone mensen alleen maar groter. Dus weg ermee.