Inbreukenpakket voor maart: voornaamste beslissingen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op donderdag 7 maart 2019.

Overzicht per beleidsterrein

Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese Commissie ("de Commissie") tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.

De voornaamste beslissingen van de Commissie worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 103 procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de procedure niet hoeft voort te zetten.

Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12. Zie voor meer details over alle beslissingen het register van inbreukbeslissingen.

  • 1. 
    Digitale eengemaakte markt

(meer informatie: Nathalie Vanystadt — tel.: + 32 229-67083, Marietta Gramenou — tel.: + 32 229-83583)

Met redenen omklede adviezen en sluitingen

Commissie dringt bij BELGIË en LUXEMBURG aan op omzetting van voorschriften inzake cyberbeveiliging in nationaal recht

De Commissie heeft vandaag besloten België en Luxemburg een met redenen omkleed advies te sturen omdat zij de eerste EU-wetgeving inzake cyberbeveiliging (de richtlijn inzake de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, Richtlijn (EU) 2016/1148/EU) niet uiterlijk op 9 mei 2018 hebben omgezet in hun nationale wetgeving. De richtlijn beoogt een hoger niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de hele EU te verwezenlijken door de nationale capaciteiten op het gebied van cyberbeveiliging te ontwikkelen. Daarnaast beoogt de richtlijn een grotere samenwerking op EU-niveau, alsmede de invoering van verplichtingen op het gebied van veiligheid en het melden van incidenten voor exploitanten van essentiële diensten en aanbieders van digitale diensten. De Commissie heeft in juli 2018 een inbreukprocedure ingeleid door de betrokken lidstaten op te roepen het omzettingsproces te voltooien. De inbreukprocedures tegen Griekenland en Polen zijn onlangs gesloten omdat deze lidstaten de Commissie in kennis hebben gesteld van de omzetting van de EU-regels. De Commissie zal de openstaande inbreukzaken wegens een gebrek aan volledige omzetting van de richtlijn in de gaten blijven houden en verwacht in de komende maanden een diepgaander overzicht van de omzetting in de hele EU te krijgen. België en Luxemburg hebben nu twee maanden de tijd om de nodige maatregelen te nemen om aan de richtlijn te voldoen; anders kan de Commissie hen in verbad met deze kwestie voor het Hof van Justitie van de EU dagen. Zie voor meer informatie over de manier waarop de lidstaten hun capaciteit inzake cyberbeveiliging opbouwen, de stand van zaken omtrent de omzetting van de richtlijn en vragen en antwoorden. Zie ook dit informatieblad over alle maatregelen van de EU ter verhoging van cyberbeveiliging.

  • 2. 
    Energie

(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen — tel.: + 32 229-56186, Lynn Rietdorf - tel.: + 32 229-74959)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie daagt SPANJE voor Hof in verband met meting van warmte en warm water in appartementengebouwen

Vandaag heeft de Europese Commissie besloten Spanje voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens het niet voldoen aan de eisen inzake individuele meting in appartementengebouwen en multifunctionele gebouwen, die zijn vastgelegd in de richtlijn energie-efficiëntie (Richtlijn 2012/27/EU). De richtlijn schrijft de installatie voor van individuele meters voor verwarming, koeling en warm water voor huishoudelijke doeleinden voor alle appartementengebouwen en multifunctionele gebouwen waar deze diensten worden geleverd vanuit een collectieve installatie (zoals een gemeenschappelijke ketel). Dit geldt — voor zover technisch haalbaar en kostenefficiënt — voor alle bestaande gebouwen. De Spaanse nationale omzettingsmaatregelen leggen deze eis echter alleen op voor nieuwe gebouwen (die na 2007 zijn gebouwd). In gebouwen waarin warmtemeters geen technisch haalbare of kosteneffectieve oplossing voor ruimteverwarming zijn, moeten in plaats daarvan zogenaamde warmtekostenverdelers die op elke radiator worden gemonteerd, worden gebruikt. Ook deze eis is niet correct omgezet door Spanje. De desbetreffende EU-voorschriften moesten uiterlijk op 5 juni 2014 in nationaal recht zijn omgezet. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen:

Stralingsbescherming: Commissie verzoekt IERLAND om omzetting van EU-regels inzake stralingsbescherming

Vandaag heeft de Europese Commissie besloten Ierland een met redenen omkleed advies te sturen, omdat het geen kennis heeft gegeven van de omzettingsmaatregelen die vereist zijn uit hoofde van de herziene richtlijn inzake basisveiligheidsnormen (Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad). De richtlijn voorziet in de bescherming van werknemers, de bevolking en patiënten tegen de gevaren die zijn verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en in de modernisering en consolidatie van de Europese wetgeving inzake stralingsbescherming. De richtlijn moest uiterlijk op 6 februari 2018 in nationaal recht zijn omgezet. Op dat moment hadden de Ierse autoriteiten de Commissie nog niet van hun omzettingsmaatregelen in kennis gesteld, en daarom hebben zij in mei 2018 een aanmaningsbrief ontvangen. In juli 2018 hebben de Ierse autoriteiten de aanmaningsbrief beantwoord en meegedeeld dat de omzetting van de richtlijn in nationaal recht spoedig zal worden voltooid, zonder de Commissie echter omzettingsmaatregelen of een concreet tijdschema voor de vaststelling van deze maatregelen te verschaffen. Tot op heden heeft Ierland nog geen definitieve omzettingsmaatregelen meegedeeld. Ierland krijgt nu twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden en om alle nodige maatregelen vast te stellen en mee te delen om voor de volledige en correcte omzetting van de richtlijn te zorgen; doet Ierland dit niet, dan kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Nucleaire veiligheid: Commissie verzoekt POLEN EU-voorschriften voor nucleaire veiligheid volledig om te zetten

Vandaag heeft de Europese Commissie besloten Polen een met redenen omkleed advies te sturen, omdat het geen kennis heeft gegeven van de volledige omzettingsmaatregelen die vereist zijn uit hoofde van de wijziging van de richtlijn inzake nucleaire veiligheid (Richtlijn 2014/87/Euratom van de Raad). Met de richtlijn wordt het rechtskader inzake nucleaire veiligheid op EU-niveau verder versterkt. De wijziging van de richtlijn nucleaire veiligheid moest uiterlijk op 15 augustus 2017 door de lidstaten in nationale wetgeving zijn omgezet. Op dat moment hadden de Poolse autoriteiten de Commissie nog niet van hun omzettingsmaatregelen in kennis gesteld en daarom hebben zij in juni 2018 een aanmaningsbrief ontvangen. In augustus 2018 hebben de Poolse autoriteiten op de aanmaningsbrief geantwoord. In hun antwoord hebben de autoriteiten onder meer meegedeeld dat de geconstateerde lacunes in de omzetting van bepaalde in de richtlijn vastgestelde specifieke vereisten zullen worden weggenomen bij een komende wetswijziging. Tot op heden heeft Polen echter nog geen definitieve omzettingsmaatregelen meegedeeld die aan deze specifieke vereisten van de richtlijn voldoen. Polen krijgt twee maanden de tijd om op de aanmaningsbrief te antwoorden en om alle nodige maatregelen vast te stellen en mee te delen om voor de volledige en correcte omzetting van de richtlijn te zorgen; doet Polen dit niet, dan kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven:

Commissie herinnert LUXEMBURG en PORTUGAL aan hun verplichtingen inzake energie-efficiënte gebouwen

De Commissie heeft besloten aanmaningsbrieven te sturen aan Luxemburg en Portugal om hen te herinneren aan hun verslagleggingsverplichtingen wat betreft de mededeling van hun tweede kostenoptimaal verslag aan de Europese Commissie. Volgens de EU-voorschriften inzake de energieprestatie van gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU) moeten de lidstaten minimumeisen voor de energieprestatie van gebouwen vaststellen met het oog op de beste combinatie tussen investeringen en besparingen, ook bekend als de "kostenoptimale niveaus". De berekening van de kostenoptimale niveaus is van cruciaal belang voor de lidstaten om ten volle gebruik te maken van het potentieel voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie van het nationale gebouwenbestand en om te vermijden dat de burgers onnodig veel geld uitgeven aan de verbetering van de efficiëntie van hun woningen en kantoren. De betrokken lidstaten hebben twee maanden de tijd om te antwoorden; anders kan de Commissie een met redenen omkleed advies sturen.

Interne energiemarkt: Commissie verzoekt ROEMENIË EU-voorschriften correct om te zetten

Vandaag heeft de Commissie besloten Roemenië een aanmaningsbrief te sturen omdat het bepaalde voorschriften van de gasrichtlijn (Richtlijn 2009/73/EG) en de verordening inzake de gasleveringszekerheid (Verordening (EU) 2017/1938) niet op de juiste wijze heeft omgezet. Deze instrumenten zijn bedoeld om het concurrentievermogen op de gasmarkten van de EU te waarborgen en tegelijkertijd de leveringszekerheid te waarborgen voor huishoudens en andere afnemers die speciale bescherming nodig hebben. Na de in december 2018 door Roemenië vastgestelde wetgevende maatregelen te hebben geanalyseerd, is de Commissie tot de bevinding gekomen dat het systeem van gereguleerde groothandelsprijzen dat onlangs op de Roemeense gasmarkt is ingevoerd, in strijd is met de wettelijke voorschriften van de EU. De Commissie is ook van mening dat deze maatregelen niet toereikend zijn voor het duurzaam verwezenlijken van de doelstelling om huishoudelijke afnemers te beschermen tegen buitensporige prijsstijgingen.

  • 3. 
    Milieu

(meer informatie: Enrico Brivio - tel.: +32 229-56172, Daniela Stoycheva - tel.: + 32 229-53664)

Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Commissie daagt CYPRUS voor Hof van Justitie wegens niet naar behoren behandelen van stedelijk afvalwater

De Europese Commissie daagt vandaag Cyprus voor het Hof van Justitie van de EU omdat het er niet voor zorgt dat alle agglomeraties met meer dan 2000 inwoners beschikken over adequate systemen voor het opvangen en behandelen van stedelijk afvalwater, zoals vereist door de EU-voorschriften (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). Cyprus is er voor een aantal agglomeraties niet in geslaagd een opvangsysteem te verschaffen en heeft er evenmin voor gezorgd dat het stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt aan een passende behandeling wordt onderworpen. Hoewel enige vooruitgang is geboekt, kan Cyprus in er 31 agglomeraties nog niet voor zorgen dat al het afvalwater wordt opgevangen of dat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt aan een behandeling wordt onderworpen voordat het wordt geloosd. Aangezien in sommige gevallen volledige naleving door de Cypriotische autoriteiten niet vóór 2027 is te verwachten, heeft de Commissie besloten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. De Commissie heeft de inbreukprocedure ingeleid door de Cypriotische autoriteiten in juli 2017 een aanmaningsbrief en in juni 2018 een met redenen omkleed advies te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Nitraten: Commissie daagt GRIEKENLAND voor Hof van Justitie en vraagt om financiële sancties

In april 2015 heeft het Hof van Justitie van de EU geoordeeld dat Griekenland het EU-recht heeft geschonden door zijn wateren niet te beschermen tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (C-149/14). Vier jaar later is het probleem nog steeds niet volledig opgelost. Daarom verzoekt de Commissie het Hof van Justitie een forfaitaire som op te leggen van 2 639,25 EUR per dag en een dagelijkse dwangsom van 23 753,25 EUR per dag vanaf de dag van het arrest totdat volledige naleving is bereikt. Griekenland had in 2011 een aantal gebieden niet als voor nitraat kwetsbare gebieden aangewezen en geen actieprogramma's voor deze gebieden opgesteld. Daarom heeft de Commissie, door de Griekse autoriteiten een aanmaningsbrief te sturen, in oktober 2011 een inbreukprocedure ingeleid. Sinds de uitspraak van het Hof tegen Griekenland in april 2015 heeft Griekenland twaalf nieuwe voor nitraat kwetsbare gebieden aangewezen; voor deze nieuwe gebieden hebben de Griekse autoriteiten echter geen actieprogramma's opgesteld. Daarom heeft de Commissie in oktober 2017 de procedure voortgezet met een schriftelijke aanmaning krachtens artikel 260, lid 2, VWEU. Naast het feit dat Griekenland heeft verzuimd om dergelijke actieprogramma's vast te stellen, heeft het geen tijdsplanning voor de naleving of een streefdatum ingediend. Door deze actieprogramma's niet vast te stellen, heeft Griekenland nog steeds niet voldaan aan de uitspraak van het Hof van 24 april 2015 (in zaak C-149/14, Commissie/Griekenland). De procedure voor de vaststelling van de programma's blijft dus in een beginstadium. De Commissie heeft daarom besloten de zaak opnieuw voor het Hof van Justitie te brengen en om financiële sancties te vragen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Commissie daagt ITALIË voor Hof in verband met luchtverontreiniging en gebrekkige behandeling van stedelijk afvalwater

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Italië voor het Hof van Justitie van de EU te dagen in twee afzonderlijke zaken met betrekking tot milieuwetgeving. De eerste zaak betreft luchtverontreiniging en een verzuim om de burgers te beschermen tegen de effecten van stikstofdioxide (NO2). De Commissie roept Italië op de overeengekomen grenswaarden voor de luchtkwaliteit na te leven en passende maatregelen te nemen om de verontreiniging terug te dringen in tien agglomeraties met ongeveer 7 miljoen inwoners. De grenswaarden voor NO2 in de EU-wetgeving voor de luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG) moesten sinds 2010 worden nageleefd. De tweede rechtszaak bij het Hof tegen Italië betreft waterverontreiniging. Italië ziet er niet op toe dat alle agglomeraties met meer dan 2 000 inwoners voorzien zijn van opvangsystemen voor stedelijk afvalwater en dat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing op adequate wijze wordt behandeld, zoals vereist door de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). De Commissie is van mening dat 620 agglomeraties in 16 regio's (Abruzzen, Basilicata, Calabrië, Campanië, Friuli-Venezia Giulia, Lazio, Ligurië, Lombardije, Marche, Puglia, Sardinië, Sicilië, Toscane, Umbrië, Valle d'Aosta en Veneto) inbreuk maken op de EU-regels inzake de opvang of behandeling van stedelijk afvalwater. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omkleed advies:

Biodiversiteit: Commissie roept BELGIË op EU-voorschriften inzake toegang tot genetische rijkdommen uit te voeren

De Europese Commissie verzoekt België om meer inspanningen te leveren om uitvoering te geven aan de EU-wetgeving (de zogeheten "EU-verordening inzake toegang en verdeling van voordelen", Verordening (EU) nr. 511/2014) die ervoor wil zorgen dat genetische rijkdommen waartoe in andere landen toegang is verkregen en die in de EU worden gebruikt, toegankelijk zijn in overeenstemming met de door die landen gestelde eisen in de zin van het Protocol van Nagoya. Genetische rijkdommen betreffen genetisch materiaal van plantaardige, dierlijke of microbiële oorsprong, zoals geneeskrachtige planten, landbouwgewassen en diersoorten die feitelijke of potentiële waarde hebben. Het Protocol van Nagoya stelt een juridisch bindend kader vast om ervoor te zorgen dat de uit het gebruik van dit genetisch materiaal voortvloeiende voordelen op eerlijke en billijke wijze worden verdeeld, met inbegrip van de mogelijkheid voor landen om voorwaarden vast te stellen om de toegang tot hun genetisch materiaal te reguleren. Aldus draagt het Protocol van Nagoya ook bij tot de instandhouding en het duurzame gebruik van de biodiversiteit. In 2014 zijn de EU-landen overeengekomen om bevoegde autoriteiten aan te wijzen die belast zijn met de toepassing van de verordening, en de Commissie daarvan in kennis te stellen. Tevens zijn zij overeengekomen voorschriften over sancties bij niet-naleving van de wetgeving in te voeren. Tot nu toe heeft België verzuimd de Commissie van alle vereiste wetgeving in kennis te stellen. België heeft nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten deze zaak aan het Hof van Justitie van de EU voor te leggen.

Commissie verzoekt BULGARIJE wetgeving tot omzetting van EU-voorschriften over afval van winningsindustrieën correct vast te stellen

De Commissie verzoekt Bulgarije de EU-voorschriften over het beheer van afval van winningsindustrieën op correcte wijze om te zetten in nationale wetgeving. De richtlijn beheer winningsafval (Richtlijn 2006/21/EG) heeft tot doel nadelige effecten voor het milieu - met name voor water, lucht, bodem, fauna en flora en landschap - en eventuele daaruit voortvloeiende risico's voor de menselijke gezondheid van afval van de winningsindustrieën te voorkomen of te beperken. In maart 2006 zijn de lidstaten overeengekomen ervoor te zorgen dat informatie over veiligheidsmaatregelen en over de te nemen maatregelen bij ongevallen in verband met winningsafval elke drie jaar wordt herzien en bijgewerkt, en om het publiek te informeren over de afvalvoorzieningsvergunning en de toepassing ervan zodra deze informatie beschikbaar komt. Tot dusverre ontbreken deze bepalingen in de Bulgaarse wetgeving. Aangezien sinds april 2017 onvoldoende vooruitgang is geboekt, heeft de Commissie vandaag besloten een aanvullend met redenen omkleed advies te sturen. Als Bulgarije zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Milieueffecten: Commissie dringt bij POLEN aan op volledige naleving van EU-voorschriften inzake herziening van beslissingen op milieugebied

De Commissie roept Polen op om te voldoen aan de EU-voorschriften inzake de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (Richtlijn 2011/92/EU). De richtlijn zorgt ervoor dat het publiek in beroep kan gaan bij beslissingen op milieugebied waarbij ook het publiek inspraak heeft. Het recht om een verzoek om een bevel in te dienen, wordt essentieel geacht voor daadwerkelijke toegang tot de rechter. Voor bepaalde projecten maakt Polen het voor milieuorganisaties niet mogelijk om de rechter om een voorlopige voorziening te verzoeken — tijdelijke opschorting van de uitvoering van het betwiste project — of om de definitieve vergunning aan te vechten voor zover het de niet-overeenstemming met EU-voorschriften betreft. Daarnaast zijn voor bepaalde infrastructuurprojecten, zoals de aanleg van wegen of luchthavens, de gevolgen van de rechterlijke toetsing beperkt. De rechter in Polen kan verklaren dat het besluit in strijd is met de wet, maar rechterlijke uitspraken tasten de vergunning niet aan en hebben geen gevolgen voor de uitvoering van het project; hierdoor is de herzieningsprocedure niet doeltreffend. Nadat zij Polen in april 2016 en januari 2018 schriftelijke aanmaningen heeft gestuurd, brengt de Commissie nu een met redenen omkleed advies uit. Als Polen zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Water: Commissie verzoekt SLOVENIË ervoor te zorgen dat stedelijk afvalwater voldoende wordt opgevangen en behandeld

De Commissie roept Slovenië op ervoor te zorgen dat alle agglomeraties met meer dan 10 000 inwoners beschikken over adequate opvang- en behandelingssystemen voor stedelijk afvalwater, zoals vereist uit hoofde van de EU-regelgeving (de richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater, Richtlijn 91/271/EEG van de Raad). De richtlijn heeft tot doel de gezondheid en het milieu te beschermen tegen de nadelige effecten van stedelijk afvalwater. De Commissie is van mening dat elf agglomeraties in Slovenië (Celje, Domžale, Kamnik, Kočevje, Ljubljana, Loka, Maribor, Postojna, Ptuj, Škofja Loka en Trbovlje) niet voldoen aan een aantal bepalingen van de richtlijn. Slovenië moet ook de eisen voor opvangsystemen, lozingen van zuiveringsinstallaties, industrieel afvalwater en de referentiemethoden voor controle en beoordeling van de resultaten specifiëren. De Commissie heeft met een aanmaningsbrief aan de Sloveense autoriteiten in februari 2017 een inbreukprocedure ingeleid. Aangezien er onvoldoende vooruitgang is geboekt om de situatie te verhelpen, heeft de Commissie vandaag besloten een met redenen omkleed advies te sturen. Slovenië heeft nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Afval: Commissie roept ZWEDEN op EU-wetgeving inzake afval doeltreffend toe te passen

De Commissie verzoekt Zweden ervoor te zorgen dat afval correct wordt beheerd volgens EU-voorschriften inzake afvalstoffen (kaderrichtlijn afvalstoffen, Richtlijn 2008/98/EG). Bij deze richtlijn worden maatregelen vastgesteld ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door preventie of beperking van de negatieve gevolgen van de productie en het beheer van afvalstoffen, ter beperking van gevolgen in het algemeen van het gebruik van hulpbronnen en ter verbetering van de efficiëntie van het gebruik ervan. Deze richtlijn vormt ook de basis voor de brede inspanningen om van Europa een circulaire economie te maken waarin afval systematisch wordt teruggewonnen, hergebruikt of gerecycleerd. De Commissie heeft met een aanmaningsbrief aan de Zweedse autoriteiten in december 2016 een inbreukprocedure ingeleid. Hoewel enige vooruitgang is geboekt, is de Zweedse wetgeving nog niet voldoende nauwkeurig over de inhoud van vergunningen voor afvalverwerkingsinstallaties, de verantwoordelijkheid van de afvalstoffenhouder en de beoordeling van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen. Daarom heeft de Commissie besloten vandaag een met redenen omkleed advies te sturen. Als Zweden zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Met redenen omkleed advies en aanmaningsbrief:

Afval: Commissie verzoekt POLEN en SLOWAKIJE EU-voorschriften inzake stortplaatsen na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Polen een aanmaningsbrief en Slowakije een met redenen omkleed advies te sturen over een schending van de EU-wetgeving inzake stortplaatsen (stortplaatsrichtlijn, Richtlijn 1999/31/EG van de Raad). De richtlijn is gericht op het voorkomen of verminderen van de verontreiniging van oppervlaktewater, grondwater, bodem en lucht, en van de negatieve effecten op het mondiale milieu, met inbegrip van het broeikaseffect, en alle daaruit voortvloeiende risico's voor de menselijke gezondheid, als gevolg van het storten van afval. Op grond van deze EU-voorschriften moesten de lidstaten uiterlijk op 16 juli 2009 stortplaatsen sluiten, die niet voldeden aan de voorschriften van de richtlijn, tenzij passende "aanpassingsplannen" werden voorgelegd waardoor ook voortaan afval met het oog op verwijdering zou kunnen worden aanvaard. Polen heeft niet gezorgd voor de definitieve sluiting en sanering van zes gemeentelijke stortplaatsen die niet aan deze vereisten voldoen, en die uiterlijk in 2012 definitief hadden moeten worden gesloten. Momenteel zijn in Slowakije nog steeds 21 stortplaatsen in bedrijf, maar ontbreekt een afdoende aanpassingsplan. Bovendien zijn 14 stortplaatsen buiten bedrijf gesteld, maar zij zijn nog steeds niet gesloten, zoals vereist door de richtlijn. De Commissie heeft met een aanmaningsbrief aan de Slowaakse autoriteiten in april 2017 een inbreukprocedure ingeleid. Aangezien er onvoldoende vooruitgang is geboekt om de situatie op te lossen, heeft de Commissie vandaag besloten een met redenen omkleed advies te sturen. Beide EU-lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten de Poolse autoriteiten een met redenen omkleed advies te sturen en de Slowaakse zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven:

Marien milieu: Commissie verzoekt 9 lidstaten EU-recht na te leven

De Europese Commissie dringt er bij Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Kroatië, Litouwen, Malta, Slovenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk op aan te voldoen aan de verslagleggingsverplichtingen inzake de milieutoestand van de mariene wateren in het kader van de kaderrichtlijn mariene strategie (Richtlijn 2008/56/EG). De richtlijn voorziet in een holistisch kader ter bescherming van de zeeën en oceanen van de EU, en zorgt ervoor dat de hulpbronnen duurzaam worden beheerd. In juni 2008 hebben de lidstaten ermee ingestemd hun beoordeling van de milieutoestand van de betrokken wateren, de milieueffecten van menselijke activiteiten, hun omschrijving van de goede milieutoestand en hun milieudoelen uiterlijk op 15 oktober 2018 te herzien en te actualiseren. De betrokken landen hebben voor het verstrijken van die termijn geen verslagen ingediend bij de Commissie. Daarom heeft de Commissie vandaag besloten de inbreukprocedures te openen door deze lidstaten een aanmaningsbrief te sturen. Beide lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Milieueffectbeoordeling: Commissie roept 5 EU-landen op nationale regels te verbeteren

De Commissie roept Bulgarije, Kroatië, Frankrijk, Nederland en Polen op hun milieueffectbeoordelingswetgeving in overeenstemming te brengen met de nieuwe Europese normen (de milieueffectbeoordelingsrichtlijn, Richtlijn 2011/92/EU). De richtlijn zorgt ervoor dat de milieueffecten van openbare en particuliere projecten worden beoordeeld alvorens zij een vergunning krijgen. In 2014 hebben de lidstaten de EU-wetgeving bijgewerkt door de administratieve lasten te verminderen en het niveau van milieubescherming te verhogen, en tegelijkertijd bedrijfsbesluiten inzake publieke en particuliere investeringen beter, voorspelbaarder en duurzamer te maken. De Commissie heeft een aantal tekortkomingen vastgesteld in de wijzigingen waarvan de betrokken lidstaten kennis hebben gegeven. In Bulgarije voldoen bepaalde elementen met betrekking tot screeningbesluiten, milieueffectbeoordelingsrapporten en informatie voor het publiek niet geheel aan de EU-normen, en is de monitoring van projecten met aanzienlijke negatieve effecten ontoereikend. In Kroatië ontbreken enkele vereisten inzake inspraak van het publiek, zijn er beperkingen op de rechterlijke toetsing van vergunningen en zijn voor inbreuken geen sancties vastgesteld. In Frankrijk lijkt de nationale wetgeving bepaalde soorten projecten van de milieueffectbeoordelingsprocedures uit te sluiten en voor het vrijstellen van projecten ontoereikende drempels vast te stellen, en zijn er onvoldoende bepalingen om andere relevante beoordelingen in overweging te nemen. In Nederland lijken bepaalde vereisten inzake kwaliteitsborging te ontbreken, en ziet de wetgeving alleen op projecten met significante negatieve effecten, terwijl alle significante effecten van een project moeten worden bestreken. In Polen lijkt de nationale wetgeving bepaalde soorten projecten uit te sluiten van milieueffectbeoordeling en -screening, de impact van een project tijdens de bouwfase niet mee te rekenen en niet te voorzien in de raadpleging van bepaalde autoriteiten tijdens de milieueffectbeoordelingsprocedure. Daarom stuurt de Commissie alle betrokken lidstaten aanmaningsbrieven, waarbij zij twee maanden de tijd krijgen om te reageren. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Milieurapportage: Commissie dringt bij 4 EU-landen aan op uitwisseling van ruimtelijke informatie

De Commissie verzoekt Bulgarije, Letland, Litouwen en Polen om overeenkomstig de Europese voorschriften in de Richtlijn tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire, Richtlijn 2007/2/EG) informatie over hun milieu te delen. De richtlijn wil een geheel van ruimtelijke gegevens op Europees niveau creëren om het milieubeleid van de EU en haar activiteiten die van invloed zijn op het milieu te vergemakkelijken, en dit delen met burgers en publieke organisaties. De richtlijn heeft ook betrekking op 34 thematische categorieën ruimtelijke gegevens, gaande van geografische kenmerken en vervoersnetwerken tot kwetsbare natuurgebieden en de geografische verspreiding van diverse ziekten. Deze EU-voorschriften zijn in 2007 van kracht geworden; zij moeten uiterlijk in 2021 volledig ten uitvoer zijn gelegd. De vier lidstaten hebben geen enkele verzameling ruimtelijke gegevens verstrekt en hebben niet voldaan aan de verplichtingen inzake metagegevens en downloaddiensten, waardoor burgers informatie mislopen die vrij beschikbaar zou moeten zijn. Daarom stuurt de Commissie de vier landen een aanmaningsbrief, waarbij zij twee maanden de tijd krijgen om te reageren. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten de betrokken landen een met redenen omkleed advies te sturen.

Water: Commissie verzoekt KROATIË wetgeving inzake drinkwater en grondwater te actualiseren

De Commissie heeft besloten Kroatië twee aanmaningsbrieven te sturen wegens tekortkomingen in zijn wetgeving inzake drinkwater (de drinkwaterrichtlijn, Richtlijn 98/83/EG van de Raad) en grondwater (de grondwaterrichtlijn, Richtlijn 2006/118/EG). Volgens de eerste richtlijn moet drinkwater vrij zijn van micro-organismen, parasieten en verschillende stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de menselijke gezondheid. De Kroatische wetgeving lijkt minder streng te zijn dan de EU-normen, nu daarin geen sprake is van een "potentieel" gevaar voor de menselijke gezondheid, en niet is voorzien in strikte waarborgen voor de waterkwaliteit in scholen, ziekenhuizen en restaurants. Ook ontbreken bepalingen betreffende het informeren van het publiek in geval van potentiële gevaren voor de menselijke gezondheid. Tekortkomingen zijn ook vastgesteld in de Kroatische wetgeving inzake grondwater. Volgens de grondwaterrichtlijn moeten de lidstaten een breed scala aan maatregelen nemen om deze hulpbron te beschermen tegen achteruitgang en chemische verontreiniging. De Kroatische wetgeving lijkt geothermische wateren en mineraalwater van deze vereisten uit te sluiten, en de nationale normen voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwater beantwoorden niet volledig aan de Europese normen. Daarom stuurt de Commissie aanmaningsbrieven, waarbij de Kroatische autoriteiten twee maanden de tijd krijgen om te reageren. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten met redenen omklede adviezen testuren.

Afval: Commissie dringt bij GRIEKENLAND aan afvalproblemen op Korfoe aan te pakken

De Commissie verzoekt Griekenland ervoor te zorgen dat de EU-afvalwetgeving wordt toegepast op het eiland Korfoe. In juli 2018 ontving de Commissie de eerste klachten over het feit dat afval op het eiland niet meer wordt opgehaald of behandeld, maar op straat wordt achtergelaten of naar niet nader bepaalde locaties wordt verscheept. De enige functionerende stortplaats van Korfoe heeft het verzadigingspunt bereikt, en tegen een voorgesteld alternatief in de stad Lefkimi is ter plaatse sterke tegenstand gerezen. In november 2008 zijn de lidstaten met de vaststelling van de EU-kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) overeengekomen de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen tegen de negatieve effecten van afval, en passende maatregelen te nemen om hun afval te beheren en te behandelen. De richtlijn stimuleert ook een verschuiving van het storten van afval naar recycling en hergebruik. Aangezien het ontbreken van maatregelen om de afvalsituatie op het Griekse eiland Korfoe te beheersen duidelijk in strijd is met het EU-recht, heeft de Commissie vandaag besloten de inbreukprocedure in te leiden en de Griekse autoriteiten een aanmaningsbrief te sturen. Griekenland heeft twee maanden de tijd om te antwoorden. Doet het dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Elektrisch en elektronisch afval: Commissie verzoekt IERLAND en ZWEDEN beheer van elektrisch en elektronisch afval te verbeteren

De Commissie heeft besloten Ierland en Zweden een aanmaningsbrief te sturen wegens tekortkomingen in hun omzetting van de EU-regels betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA; Richtlijn 2012/19/EU). Afval van elektrische en elektronische apparatuur, zoals computers, televisies, koelkasten en mobiele telefoons, vormt een van de snelst groeiende afvalstromen in de EU en zal naar verwachting toenemen tot meer dan 12 miljoen ton in 2020. Indien deze niet naar behoren wordt beheerd, kunnen de gevaarlijke stoffen erin ernstige milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaken. Er zijn diverse problemen vastgesteld in de Ierse wetgeving, die geen verplichting bevat om alle specifieke informatie in verband met het inzamelingspercentage van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur te verzamelen, onnauwkeurig is wat de vereisten voor de overbrenging betreft, en geen bepalingen bevat inzake streefcijfers voor de nuttige toepassing van die producten. Diverse problemen zijn ook vastgesteld in de Zweedse wetgeving, die ook onnauwkeurig is ten aanzien van de vereisten voor de overbrenging van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, de registratievereisten voor producenten en de wijze waarop de verwezenlijking van de doelstellingen moet worden berekend. Beide lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen. Doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten met redenen omklede adviezen te sturen.

  • 4. 
    Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie

(meer informatie: Johannes Bahrke - tel. +32 229-58615, Letizia Lupin - tel. +32 229-51958)

Met redenen omklede adviezen:

Financiële diensten: Commissie verzoekt CYPRUS, LETLAND en SPANJE nieuwe EU-regels inzake verzekeringsdistributie toe te passen

De Commissie heeft Cyprus, Letland en Spanje verzocht te voldoen aan hun verplichting om de EU-regels inzake verzekeringsdistributie (richtlijn verzekeringsdistributie, Richtlijn (EU) 2016/97) toe te passen. De richtlijn bevat regels betreffende de wijze waarop in de EU verzekeringsproducten worden verkocht, met inbegrip van voorschriften betreffende de informatie die aan consumenten moet worden verstrekt voordat zij verzekeringscontracten ondertekenen, bedrijfsvoeringsnormen voor distributeurs en regels voor grensoverschrijdende verzekeringsdistributie. De lidstaten hebben zich ertoe verbonden de EU-voorschriften uiterlijk op 1 juli 2018 in nationale wetgeving om te zetten en de nieuwe nationale voorschriften uiterlijk op 1 oktober 2018 toe te passen. De drie betrokken lidstaten hebben de vereiste nationale maatregelen echter nog niet in werking gesteld. De Commissie doet haar verzoek in de vorm van een met redenen omkleed advies. Indien binnen twee maanden geen kennisgeving wordt gedaan van de maatregelen tot omzetting van de richtlijn, kan de Commissie besluiten deze lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Financiële diensten: Commissie roept ROEMENIË op regels voor betalingsdiensten toe te passen

Vandaag heeft de Commissie besloten Roemenië formeel te verzoeken de tweede richtlijn betalingsdiensten (Richtlijn (EU) 2015/2366) volledig om te zetten. De richtlijn moderniseert het wetgevingskader voor betalingen in de EU, door bijvoorbeeld strenge veiligheidseisen in te voeren voor elektronische betalingen en de bescherming van de financiële gegevens van consumenten, en door de EU-betaalmarkt open te stellen voor ondernemingen die betalingsdiensten aanbieden. Verder verbiedt de richtlijn toeslagen (extra kosten voor betalingen met krediet- of debetkaarten van consumenten), zowel in winkels als online. Tot dusver heeft Roemenië deze richtlijn nog niet in nationaal recht omgezet, hoewel de lidstaten zijn overeengekomen dat uiterlijk op 13 januari 2018 te doen. Daarom stuurt de Commissie Roemenië een met redenen omkleed advies met het verzoek zijn nationale wetgeving in overeenstemming met het EU-recht te brengen. Als Roemenië zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven:

Financiële diensten: Commissie verzoekt GRIEKENLAND, LETLAND en POLEN SEPA-regels voor betalingsdiensten correct toe te passen

De Commissie heeft besloten Griekenland, Letland en Polen een aanmaningsbrief te sturen betreffende de toepassing van de regels inzake de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA-verordening, Verordening (EU) nr. 260/2012). De Commissie verzoekt de betrokken lidstaten een bevoegde autoriteit in te stellen die inbreuken op deze verordening door betalingsdienstgebruikers kan aanpakken. De verordening stelt technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro vast, ter ondersteuning van de werking van de eengemaakte markt voor de verwerking van betalingstransacties in euro. Als Griekenland, Letland en Polen hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie deze lidstaten een met redenen omkleed advies over deze kwestie toezenden.

  • 5. 
    Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf

(meer informatie: Lucia Caudet - tel. +32 229-56182, Mirna Talko - tel. +32 229-87278)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Overheidsopdrachten: Commissie daagt OOSTENRIJK voor Hof wegens niet-naleving van EU-regels

De Commissie heeft vandaag besloten Oostenrijk voor het Hof van Justitie van de EU te dagen met betrekking tot een door de gemeente Wenen gesloten overeenkomst voor de bouw van een nieuw kantoorgebouw. Volgens de Commissie heeft de gemeente, door deze opdracht met een hoge waarde rechtstreeks te gunnen en geen aanbesteding te organiseren, de EU-voorschriften inzake overheidsopdrachten (Richtlijn 2004/18/EG) geschonden. Deze voorschriften dragen ertoe bij dat de belastingbetaler meer waar voor zijn geld krijgt door te waarborgen dat overheidsopdrachten worden gegund op basis van concurrentiegerichte, open, transparante en goed geregelde aanbestedingsprocedures. De Commissie meent dat de betrokken overeenkomst een gemengde bouw- en huurovereenkomst is, die moet worden aangemerkt als een overheidsopdracht voor de uitvoering van werken, met als hoofddoel de bouw van het gebouw, zodat een openbare aanbesteding had moeten worden georganiseerd die andere potentieel belangstellende ondernemers de mogelijkheid zou hebben geboden concurrerende offertes in te dienen. De Commissie denkt ook dat de overeenkomst niet louter als een huurovereenkomst kan worden beschouwd, aangezien het besluit om het gebouw te huren is genomen vóór de bouw ervan, en de gemeente een beslissende invloed heeft gehad op de bouwspecificaties. De Commissie heeft in juli 2016 met een aanmaningsbrief de inbreukprocedure tegen Oostenrijk ingeleid. Op die brief volgde een met redenen omkleed advies van mei 2018, waarin de Commissie Oostenrijk verzocht de EU-regels inzake overheidsopdrachten na te leven. Aangezien de Oostenrijkse autoriteiten geen maatregelen hebben genomen om de situatie te verhelpen en het gebouw blijven huren, heeft de Commissie nu besloten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen:

Receptplichtige geneesmiddelen: Commissie roept DUITSLAND op EU-voorschriften inzake vrij verkeer van goederen na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland een met redenen omkleed advies te sturen betreffende zijn regels inzake vaste prijzen voor receptplichtige geneesmiddelen, die de verkoop van producten door in andere lidstaten van de EU gevestigde apotheken ongunstig beïnvloeden. Het systeem van vaste prijzen in de Duitse wetgeving (Geneesmiddelenwet) beperkt de mogelijkheid dat apotheken kortingen aanbieden, en beperkt derhalve de handel tussen de EU-landen. Daarom zijn dergelijke nationale regels volgens de Commissie in strijd met het beginsel van het vrij verkeer van goederen (artikelen 34-36 VWEU). In november 2013 heeft de Commissie een inbreukprocedure ingeleid en de Duitse autoriteiten een aanmaningsbrief gestuurd. Intussen heeft het arrest van het Hof van Justitie van de EU in de zaak Deutsche Parkinson Vereinigung (19 oktober 2016, C-148/15) het standpunt van de Commissie bevestigd en is Duitsland verzocht de wetgeving onverwijld aan te passen aan de EU-regels. Bij gebrek aan maatregelen van Duitsland heeft de Commissie besloten een met redenen omkleed advies te sturen. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om de situatie te verhelpen; anders kan de Commissie besluiten Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen.

Met redenen omklede adviezen en aanmaningsbrieven:

Bouwproducten: Commissie roept DUITSLAND en TSJECHIË op EU-voorschriften inzake vrij verkeer van goederen na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Duitsland een met redenen omkleed advies en Tsjechië een aanvullende aanmaningsbrief te sturen, met het verzoek om te voldoen aan de EU-voorschriften betreffende het verhandelen van bouwproducten (de bouwproductenverordening, Verordening (EU) nr. 305/2011). Zowel Duitsland als Tsjechië stelt aanvullende eisen ten aanzien van vangrails die al overeenkomstig de verordening zijn beoordeeld en dienovereenkomstig een CE-markering hebben gekregen. Volgens de Commissie creëren de twee landen een belemmering voor de handel in de interne markt door in hun aanbestedingsprocedures aanvullende eisen te stellen voor producten die al een CE-markering hebben, en schenden zij dus het EU-recht. Duitsland en Tsjechië hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de door de Commissie opgeworpen bezwaren. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Europese Commissie Duitsland voor het Hof van Justitie van de EU dagen en Tsjechië een met redenen omkleed advies sturen.

Commissie neemt verdere maatregelen om ervoor te zorgen dat beroepsbeoefenaren ten volle kunnen profiteren van eengemaakte markt

De Commissie heeft vandaag verdere stappen gezet in de inbreukprocedures tegen 26 lidstaten, om ervoor te zorgen dat de EU-regels inzake de erkenning van beroepskwalificaties volledig ten uitvoer worden gelegd. De Commissie stuurt vandaag met redenen omklede adviezen aan 24 lidstaten (België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) en aanvullende aanmaningsbrieven aan 2 lidstaten (Estland en Letland) omdat hun nationale wetgeving en rechtspraktijk niet stroken met de EU regels inzake de erkenning van beroepskwalificaties (Richtlijn 2005/36/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2013/55/EU). Alle betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd. Als er geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie besluiten Estland en Letland een met redenen omkleed advies te sturen en de andere 24 lidstaten voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Aanmaningsbrieven

Concessies voor waterkrachtcentrales: Commissie verzoekt 8 lidstaten EU-recht na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten aanmaningsbrieven te zenden aan zeven lidstaten (Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Polen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) en een tweede aanvullende aanmaningsbrief aan Italië, om ervoor te zorgen dat overheidsopdrachten in de waterkrachtsector worden gegund en vernieuwd in overeenstemming met het EU-recht. Volgens de Commissie zijn het rechtskader en de rechtspraktijk in de lidstaten waarop deze inbreukprocedures betrekking hebben, niet volledig in overeenstemming met de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG), de EU-regels inzake overheidsopdrachten (Richtlijn 2014/23/EU betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten) of de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten (artikelen 49 en 56 VWEU). De inbreukprocedures hebben betrekking op Duitsland, Oostenrijk, Polen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.De Commissie stuurt deze lidstaten een aanmaningsbrief in verband met de afgifte van nieuwe vergunningen voor de bouw en de exploitatie van waterkrachtcentrales zonder transparante en onpartijdige selectieprocedure. De Commissie stuurt Italië een aanvullende aanmaningsbrief omdat de Italiaanse autoriteiten volgens haar geen transparante en onpartijdige selectieprocedures hebben georganiseerd voor de vernieuwing van vergunningen voor waterkrachtcentrales die zijn verlopen. De Commissie stuurt Frankrijk en Portugal aanmaningsbrieven omdat zowel de wetgeving als de praktijk van de Franse en Portugese autoriteiten volgens haar in strijd zijn met het EU-recht. Naar Frans en Portugees recht kunnen bepaalde concessies voor waterkrachtcentrales worden vernieuwd of verlengd zonder aanbestedingsprocedure. De acht lidstaten in kwestie hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten hun met redenen omklede adviezen te sturen. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Eengemaakte markt: Commissie leidt inbreukprocedure in tegen 15 lidstaten wegens niet-naleving van geharmoniseerde EU-productvoorschriften

De Commissie heeft vandaag besloten inbreukprocedures in te leiden tegen 15 lidstaten (Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Malta, Polen, Portugal, Slovenië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk ) wegens niet-nakoming van de verplichtingen die op hen rusten krachtens de geharmoniseerde EU-voorschriften voor kabelbaaninstallaties, persoonlijke beschermingsmiddelen en gasverbrandingstoestellen. Op grond van de verordeningen inzake kabelbaaninstallaties (artikel 45 van Verordening (EU) 2016/424), persoonlijke beschermingsmiddelen (artikel 45 van Verordening (EU) 2016/425) en gasverbrandingstoestellen (artikel 43 van Verordening (EU) 2016/426) moesten de lidstaten sanctiesystemen opzetten om de marktdeelnemers ervan te weerhouden de geharmoniseerde regels te schenden en moesten zij de Commissie uiterlijk op 21 maart 2018 van de sanctiebepalingen in kennis stellen. De Commissie stuurt nu aan 15 lidstaten aanmaningsbrieven wegens hun verzuim om regels inzake sancties vast te stellen en deze aan de Commissie mee te delen. De Commissie spreekt Kroatië, Malta en Portugal aan wegens schending van Verordening (EU) 2016/424, Verordening (EU) 2016/425 en Verordening (EU) 2016/426; Cyprus, Estland, Ierland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk wegens schending van Verordening (EU) 2016/424; Denemarken wegens schending van Verordening (EU) 2016/426; Finland wegens schending van Verordening (EU) 2016/424 en Verordening (EU) 2016/425; Frankrijk en Italië wegens schending van Verordening (EU) 2016/425; Hongarije en Slovenië wegens schending van Verordening (EU) 2016/424 en Verordening (EU) 2016/426. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd; doen zij dat niet, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Diensten: Commissie verzoekt FRANKRIJK EU-recht inzake diensten na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten Frankrijk een aanmaningsbrief te sturen met betrekking tot de nationale voorschriften voor het verlenen van bepaalde diensten in verband met energie-efficiëntie. In Frankrijk moeten aanbieders van deze diensten, zoals de installatie van verwarmings- of isolatiematerialen, een speciale certificering (Reconnu Garant de l'Environnement) verkrijgen om in aanmerking te komen voor nationale subsidies. De Commissie is van oordeel dat de certificeringsregeling aan dienstverleners al te beperkende voorwaarden oplegt en dienstverleners uit andere lidstaten onevenredig treft. Binnen de regeling wordt geen rekening gehouden met het feit dat dienstverleners uit andere lidstaten deze diensten mogelijk tijdelijk wensen te verrichten in Frankrijk terwijl zij in andere lidstaten reeds aan controles of vereisten hebben voldaan. De Commissie is daarnaast van oordeel dat de certificeringsvoorwaarden, zoals eerdere ervaring op dit gebied, alsook de beperkte duur van de certificering in strijd zijn met de EU-regels inzake diensten. De Commissie is derhalve van oordeel dat deze certificeringsregeling niet in overeenstemming is met de dienstenrichtlijn (Richtlijn 2006/123/EG). Volgens de Commissie heeft Frankrijk ook nagelaten deze regeling aan te melden zoals vereist uit hoofde van die richtlijn. Frankrijk heeft nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten van de Commissie; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Sluitingen

Overheidsopdrachten op defensiegebied: Commissie sluit zaken tegen POLEN en PORTUGAL

De Commissie heeft vandaag besloten de inbreukzaken tegen Polen en Portugal betreffende de toepassing van de EU-regels voor overheidsopdrachten op defensiegebied (Richtlijn 2009/81/EG) te sluiten. De Commissie heeft de inbreukprocedures tegen Polen en Portugal in januari 2018 ingeleid. In de aanmaningsbrieven die aan Polen en Portugal zijn toegezonden, drukte de Commissie haar bezorgdheid uit over de rechtstreekse gunning van een aantal defensieopdrachten, wat de Commissie als een inbreuk op die richtlijn beschouwde. Na een constructieve dialoog tussen de Commissie en deze twee lidstaten en in het licht van de ontvangen aanvullende informatie en verbintenissen heeft de Commissie besloten de zaken te sluiten.

  • 6. 
    Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap

(meer informatie: Natasha Bertaud - tel. +32 229-67456, Markus Lammert - tel. +32 229-80423)

Met redenen omklede adviezen

Veiligheidsunie: Commissie spoort FINLAND en NEDERLAND aan nieuwe regels inzake persoonsgegevens van passagiers volledig om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten Finland en Nederland met redenen omklede adviezen te sturen wegens niet-mededeling van nationale maatregelen voor de omzetting van de nieuwe EU-regels inzake het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (Passenger Name Record data of PNR-gegevens) (Richtlijn (EU) 2016/681). De PNR-richtlijn van de EU, die de lidstaten uiterlijk op 25 mei 2018 moesten uitvoeren, is een sleutelelement van de Europese veiligheidsagenda en een essentiële bouwsteen voor de constructie van een doeltreffende en echte Veiligheidsunie. Die richtlijn regelt ook de overdracht van PNR-gegevens (d.w.z. informatie die bij het boeken en inchecken door passagiers aan luchtvaartmaatschappijen wordt verstrekt) door luchtvaartmaatschappijen aan de autoriteiten van de lidstaten en de verwerking van deze gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, met volledige inachtneming van de waarborgen inzake gegevensbescherming. De verwerking van PNR-gegevens is een belangrijk instrument in de strijd tegen terrorisme en ernstige criminaliteit, aangezien zij bijdraagt aan de opsporing van verdachte reispatronen en de identificatie van potentiële criminelen en terroristen, ook wanneer zij nog niet bekend zijn bij rechtshandhavingsinstanties. Het is evenwel van cruciaal belang dat alle lidstaten ervoor zorgen dat hun systemen zo spoedig mogelijk operationeel zijn, zodat het PNR-netwerk zijn volle potentieel bereikt. De met redenen omklede adviezen van vandaag volgen op de aanmaningsbrieven die in juli 2018 aan deze lidstaten zijn toegezonden. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van alle maatregelen die zij hebben genomen om te zorgen voor de volledige omzetting van de richtlijn; anders kan de Commissie de zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Legale migratie: Commissie verzoekt POLEN EU-voorschriften inzake studenten en onderzoekers uit derde landen volledig om te zetten en uit te voeren

De Commissie heeft vandaag besloten Polen een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-mededeling van nationale maatregelen voor de omzetting van de EU-regels inzake de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (Richtlijn (EU) 2016/801). De lidstaten hadden tot en met 23 mei 2018 de tijd om hun nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met die richtlijn en de Commissie daarvan in kennis te stellen. De Commissie heeft Polen in juli 2018 een aanmaningsbrief gestuurd en stuurt nu een follow-up in de vorm van een met redenen omkleed advies. Polen heeft nu twee maanden de tijd om de volledige omzetting van de richtlijn te verzekeren; anders kan de Commissie deze zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Met redenen omkleed advies en sluiting

Veiligheidsunie: Commissie verzoekt LUXEMBURG volledige omzetting van regels inzake bevriezing en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen te garanderen en sluit zaak tegen POLEN

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Luxemburg een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-mededeling van nationale maatregelen voor de omzetting van de EU-regels inzake de bevriezing en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen (Richtlijn 2014/42/EU). De richtlijn stelt de nationale autoriteiten beter in staat de winsten die criminelen halen uit zware en georganiseerde grensoverschrijdende criminaliteit te confisqueren en terug te vorderen. De bedoeling is criminelen de financiële incentives voor het plegen van misdaden te ontnemen, de economie te beschermen tegen criminele infiltratie en corruptie en criminele winsten terug te geven aan overheidsdiensten die diensten verlenen aan de burgers. De richtlijn introduceert tevens specifieke waarborgen en rechtsmiddelen om de grondrechten van betrokken personen te waarborgen. In april 2014 zijn de lidstaten overeengekomen de regels uiterlijk op 4 oktober 2016 in nationaal recht om te zetten. Het met redenen omkleed advies van de Commissie volgt op de aanmaningsbrief die in november 2016 aan Luxemburg is gezonden. Luxemburg heeft de Commissie nog steeds niet in kennis gestellen van maatregelen die het heeft genomen om te zorgen voor de volledige uitvoering van de richtlijn. Luxemburg heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie hiervan in kennis te stellen; anders kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU. Daarnaast heeft de Commissie vandaag besloten de inbreukprocedure tegen Polen over dezelfde kwestie te sluiten.

  • 7. 
    Justitie, consumentenzaken en gendergelijkheid

(meer informatie: Christian Wigand - tel. +32 229-62253, Melanie Voin - tel. +32 229-58659)

Verwijzing naar Hof van Justitie van de Europese Unie

Bescherming van toeristen: Commissie daagt IERLAND voor Hof van Justitie wegens niet-uitvoering van EU-regels voor pakketreizen

De Europese Commissie heeft besloten Ierland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-omzetting in nationaal recht van de EU-regels voor pakketreizen. De Europese Commissie heeft vandaag besloten Ierland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen wegens niet-omzetting van de EU-regels voor pakketreizen (Richtlijn (EU) 2015/2302). De Commissie zal het Hof verzoeken de betaling van een forfaitaire som op te leggen op basis van een dagelijks bedrag van 3 808,80 EUR, waarbij de forfaitaire som minimaal 1 181 000 EUR bedraagt, en een dagelijkse dwangsom van 15 996,96 EUR. Bij de berekening van het bedrag van de dwangsommen wordt rekening gehouden met de ernst en de duur van de inbreuk, alsook met de financiële draagkracht en het institutionele gewicht van de lidstaat. De gemoderniseerde regels voor pakketreizen garanderen duidelijkere informatie voor reizigers, met inbegrip van een verplichting om tijdens het boekingsproces van pakketreizen de prijs en eventuele extra kosten aan te geven. Ook garanderen de EU-regels sterkere annuleringsrechten en duidelijkere regels inzake aansprakelijkheid, terugbetalingen en repatriëring in het geval dat de organisatoren failliet gaan. Er zijn tevens duidelijkere en eenvoudigere regels voor ondernemingen die grensoverschrijdende activiteiten wensen te ontplooien. In november 2015 zijn de lidstaten overeengekomen de EU-regels uiterlijk op 1 januari 2018 in nationaal recht om te zetten, met inwerkingtreding op 1 juli 2018. In maart 2018 heeft de Commissie de inbreukprocedure ingeleid door Ierland een aanmaningsbrief te sturen, gevolgd door een met redenen omkleed advies in november 2018. Tot op heden heeft Ierland nog steeds geen kennis gegeven van de volledige omzetting van de richtlijn in het nationaal recht. De Commissie heeft derhalve besloten de zaak voor te leggen aan het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.

Met redenen omklede adviezen

Rechten: Commissie verzoekt 13 lidstaten EU-regels inzake slachtofferrechten uit te voeren

De Commissie heeft vandaag besloten België, Bulgarije, Cyprus, Finland, Frankrijk, Griekenland, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk en Slowakije met redenen omklede adviezen te sturen om hen aan te sporen de EU-regels inzake de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (EU-richtlijn slachtofferrechten, Richtlijn 2012/29/EU) volledig uit te voeren. De richtlijn is van toepassing op de slachtoffers van alle strafbare feiten, ongeacht hun nationaliteit en ongeacht waar in de EU het strafbare feit plaatsvindt. De regels geven slachtoffers duidelijke rechten op toegang tot informatie, deelname aan strafprocedures en aan hun behoeften aangepaste ondersteuning en bescherming. Zij waarborgen tevens dat kwetsbare slachtoffers aanvullende bescherming kunnen krijgen tijdens strafprocedures. In oktober 2012 zijn de lidstaten overeengekomen deze regels uiterlijk op 16 november 2015 in nationaal recht om te zetten. Uit de evaluatie van de Commissie blijkt dat de 13 genoemde lidstaten de EU-regels onvolledig hebben omgezet. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om passende maatregelen te nemen. Doen zij dit niet, dan kan de Commissie de zaken voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Met redenen omklede adviezen en aanmaningsbrieven

Commissie verzoekt 8 lidstaten EU-regels ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering volledig om te zetten

De Commissie heeft vandaag besloten Nederland en Oostenrijk een met redenen omkleed advies te sturen en Hongarije, Italië, Slovenië, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden een aanmaningsbrief te sturen wegens het niet volledig omzetten in nationaal recht van de EU-regels ter bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering (4e anti-witwasrichtlijn, Richtlijn (EU) 2015/849). Hoewel deze lidstaten hebben verklaard dat zij de omzetting volledig hebben afgerond, heeft de Commissie na evaluatie van de aangemelde maatregelen vastgesteld dat sommige bepalingen ontbreken. Het tijdig en correct omzetten van de regels is van cruciaal belang voor een doeltreffende bestrijding van het witwassen van geld en terrorismefinanciering. Lacunes in één lidstaat kunnen gevolgen hebben voor alle andere lidstaten. In mei 2015 zijn de lidstaten overeengekomen deze EU-regels uiterlijk op 26 juni 2017 in nationaal recht om te zetten. De betrokken lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden en passende maatregelen te nemen; anders kan de Commissie de volgende stappen in de inbreukprocedure zetten.

Met redenen omklede adviezen en sluiting

Consulaire bescherming: Commissie dringt er bij OOSTENRIJK en ROEMENIË op aan EU-wetgeving inzake consulaire bescherming uit te voeren en sluit zaak tegen GRIEKENLAND

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Oostenrijk en Roemenië met redenen omklede adviezen te sturen wegens niet-uitvoering van de EU-regels inzake consulaire bescherming (Richtlijn (EU) 2015/637 van de Raad). EU-burgers hebben het recht hulp te vragen van de ambassade of het consulaat van een ander EU-land indien zij zich in een situatie bevinden waarin zij advies of bijstand nodig hebben in een derde land waar geen ambassade of consulaat van hun eigen land is. De richtlijn bevat regels over waar en hoe EU-burgers in een land buiten de EU het recht hebben om bijstand te vragen van de ambassades of consulaten van andere EU-lidstaten, hoe de EU-lidstaten hun bijstand moeten coördineren en wie eventuele kosten moet betalen. In april 2015 zijn de lidstaten overeengekomen de richtlijn uiterlijk op 1 mei 2018 in nationaal recht om te zetten. Aangezien Oostenrijk en Roemenië de EU-regels niet hebben omgezet in nationale wetgeving, heeft de Commissie in juli 2018 een aanmaningsbrief naar de respectieve autoriteiten gestuurd. Beide landen hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden en passende maatregelen te nemen; anders kan de Commissie de zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU. Terzelfder tijd sluit de Commissie haar zaak tegen Griekenland.

  • 8. 
    Mobiliteit en vervoer

(meer informatie: Enrico Brivio - tel. +32 229-56172, Stephan Meder - tel. +32 229-13917)

Met redenen omklede adviezen

Luchtvaart: Commissie verzoekt BELGIË regels inzake flexibel gebruik van luchtruim na te leven

De Commissie heeft vandaag besloten België een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-naleving van zijn verplichtingen uit hoofde van de EU-regels inzake het flexibel gebruik van het luchtruim (Verordening (EG) nr. 2150/2005). Die verordening bevat regels voor een betere samenwerking tussen de voor de luchtverkeersbeveiliging verantwoordelijke civiele en militaire entiteiten die in het luchtruim actief zijn onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Volgens deze verordening moet de coördinatie tussen de civiele en de militaire autoriteiten worden georganiseerd op het strategische, het pre-tactische en het tactische niveau via de vaststelling van overeenkomsten en procedures die de veiligheid en de capaciteit van het luchtruim moeten vergroten en de efficiëntie en flexibiliteit van de vluchtoperaties moeten verbeteren. De lidstaten moeten ook een luchtruimbeheerscel aanwijzen of oprichten voor de toewijzing van strategisch luchtruim in overeenstemming met de gedefinieerde voorwaarden en procedures. Tot dusver heeft België geen luchtruimbeheerscel opgericht om deze taken uit te voeren. België heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te verhelpen; als het dat niet doet, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Technische controle: Commissie dringt bij BULGARIJE en CYPRUS aan op omzetting van regels voor voertuigcontroles ter verbetering van verkeersveiligheid

De Commissie heeft Bulgarije en Cyprus vandaag verzocht om de EU-regels betreffende de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen (Richtlijn 2014/47/EU, die deel uitmaakte van het zogenaamde "pakket inzake technische controles" van 2014) volledig om te zetten. Deze regels hebben tot doel de voertuigcontroles in de EU en derhalve de verkeersveiligheid te verbeteren. In 2014 zijn de lidstaten overeengekomen deze regels uiterlijk op 20 mei 2017 in nationaal recht om te zetten. De Commissie is van oordeel dat beide lidstaten de Commissie niet in kennis hebben gesteld van de nationale maatregelen voor de volledige omzetting van de geactualiseerde regels voor de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen. De voornoemde richtlijn voorziet in gemeenschappelijke regels voor de technische controle langs de weg van vrachtwagens, bussen, trekkers en opleggers. Beide lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te antwoorden; anders kan de Commissie hen voor het Hof van Justitie van de EU dagen.

Alternatieve brandstoffen: Commissie dringt bij DUITSLAND aan op volledige omzetting van EU-regels betreffende uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen

De Commissie heeft er vandaag bij Duitsland op aangedrongen de Europese regels inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Richtlijn 2014/94/EU) volledig om te zetten. Deze regels, die onder andere betrekking hebben op geharmoniseerde normen voor infrastructuur voor alternatieve brandstoffen en basisvoorzieningen voor elektromobiliteit, spelen een belangrijke rol in de werking van de interne markt van de EU. Ze zijn ook bedoeld om het vervoer minder afhankelijk te maken van olie en de negatieve milieueffecten ervan te verminderen. In 2014 zijn de lidstaten overeengekomen uiterlijk op 18 november 2016 kennis te geven van hun omzettingsmaatregelen voor deze regels. Duitsland heeft nu twee maanden de tijd om te reageren; anders kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven

Wegvervoer: Commissie roept GRIEKENLAND op meer controles uit te voeren op naleving van sociale wetgeving bij wegvervoer

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Griekenland een aanmaningsbrief te sturen in verband met de niet-naleving van de verplichting om in de wegvervoersector minimumcontroles op de naleving van de sociale wetgeving uit te voeren (Richtlijn 2006/22/EG). De richtlijn verplicht de lidstaten om langs de weg en op de terreinen van wegvervoersondernemingen een minimumaantal controles uit te voeren om na te gaan of bestuurders en ondernemingen de regels inzake rij- en rusttijden (zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 561/2006) en de bepalingen betreffende het gebruik van tachografen (zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 165/2014) naleven. Ten minste 3 % van de werkdagen van bestuurders die onder het toepassingsgebied van de verordeningen vallen, moet worden gecontroleerd. Uit de informatie die de Griekse autoriteiten de afgelopen jaren hebben ingediend, blijkt dat Griekenland onafgebroken verzuimd heeft deze controleverplichting na te leven. Controles op de naleving van de sociale regelgeving voor het wegvervoer zijn van het grootste belang om te zorgen voor eerlijke werkomstandigheden voor bestuurders, vermoeidheid bij hen te voorkomen en bij te dragen aan de verkeersveiligheid van alle weggebruikers. Door de verzending van een aanmaningsbrief naar Griekenland heeft de Commissie de inbreukprocedure officieel ingeleid. Griekenland heeft nu twee maanden de tijd om op de bezwaren van de Commissie te antwoorden; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Verkeersveiligheid: Commissie verzoekt ITALIË infrastructuur voor eCall-alarmcentrales volledig uit te rollen

De Commissie heeft vandaag besloten Italië een aanmaningsbrief te sturen omdat het de infrastructuur die nodig is om de 112-eCalls aan te nemen en te behandelen niet volledig heeft uitgerold, zoals vereist door de EU-regels (Richtlijn 2010/40/EU). Het eCall-systeem belt bij een ernstig verkeersongeval automatisch het algemene Europese noodnummer 112 en maakt gebruik van het Europese satellietnavigatiesysteem Galileo om de locatie van het voertuig door te geven aan de noodhulpdiensten. Naar schatting zal eCall de responstijd met 40-50 % inkorten, wat honderden levens per jaar zal redden. De Italiaanse autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd; anders kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

  • 9. 
    Belastingen en douane-unie

(meer informatie: Vanessa Mock - tel. +32 229-56194, Patrick Mc Cullough - tel. +32 229-87183)

Met redenen omkleed advies:

Belastingen: Commissie verzoekt DUITSLAND discriminatie van grensarbeiders bij toekenning van bouwpremie op te heffen

De Europese Commissie heeft vandaag besloten Duitsland een met redenen omkleed advies te sturen voor het weigeren van een bouwpremie (Wohnungsbau-Prämie) aan grensarbeiders. Belastingplichtigen die in Duitsland werken en aan de Duitse inkomstenbelasting onderworpen zijn maar in een andere lidstaat of een EER-land wonen, worden met betrekking tot deze premie minder gunstig behandeld dan binnenlandse belastingplichtigen. Met name de jaarlijkse bouwspaarpremie wordt in principe enkel aan ingezetenen toegekend en kan enkel worden gebruikt voor de verwerving of bouw van een door de eigenaar bewoonde woning in Duitsland. Deze regels kunnen derhalve belastingplichtigen ervan weerhouden hun uit het Verdrag voortvloeiende rechten met betrekking tot het vrij verkeer van werknemers en de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU en artikel 31 van de EER-Overeenkomst) uit te oefenen. Als Duitsland binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.

Aanmaningsbrieven:

Belastingen: Commissie verzoekt FINLAND regels inzake fiscale aftrekbaarheid van groepsbijdragen in overeenstemming te brengen met EU-recht

De Commissie heeft vandaag besloten Finland een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek zijn wetgeving betreffende de fiscale aftrekbaarheid van groepsbijdragen tussen verbonden binnenlandse ondernemingen te wijzigen. De bestaande Finse wetgeving staat geen fiscale aftrekbaarheid toe voor bijdragen aan verbonden ondernemingen in andere EU/EER-landen voor zover deze definitieve verliezen (zoals gedefinieerd door het HvJ-EU) dekken die door die ondernemingen zijn gemaakt. Deze verschillende behandeling van ondernemingen die in Finland zijn gevestigd en ondernemingen die in andere EU/EER-landen zijn gevestigd, is in strijd met de vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU en artikel 31 van de EER-Overeenkomst). Als Finland binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Finse autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.

Belastingen: Commissie verzoekt HONGARIJE belasting op verwerving van onroerend goed in overeenstemming te brengen met EU-regels

De Commissie heeft vandaag besloten Hongarije een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek zijn regels betreffende de belasting op de verwerving van onroerend goed voor stichtingen te wijzigen. Binnen de bestaande Hongaarse wetgeving zijn voor binnenlandse stichtingen erfenissen, schenkingen en de overdracht van onroerend goed voor een tegenprestatie vrijgesteld van belastingen, terwijl vergelijkbare stichtingen die in andere EU/EER-landen en derde landen zijn geregistreerd wel worden belast. De verschillende behandeling van Hongaarse en niet-Hongaarse stichtingen creëert een hogere belastingdruk voor vergelijkbare stichtingen die in andere EU-/EER-landen of niet-EU-landen zijn geregistreerd en is in strijd met het vrij verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU). Als Hongarije binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Hongaarse autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.

Belastingen: Commissie verzoekt SPANJE discriminatie inzake belasting van huurinkomsten van niet-ingezeten natuurlijke personen op te heffen

De Commissie heeft vandaag besloten Spanje een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek de discriminerende fiscale behandeling voor niet-ingezetenen inzake inkomsten uit de verhuur van woningen op te heffen. Ingezeten natuurlijke personen genieten een inkomstenbelastingvermindering van 60 % van het netto-inkomen uit de verhuur van onroerend goed dat door de huurder als woning wordt gebruikt. Deze vermindering is echter niet beschikbaar voor niet-ingezeten natuurlijke personen. Investeerders uit andere EU- of EER-landen worden dus onderworpen aan een verschillende behandeling waardoor het vrij verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU) ten onrechte wordt beperkt. Als Spanje binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Spaanse autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.

Belastingen: Commissie verzoekt SPANJE discriminatie inzake vermogenswinstbelasting op te heffen

De Commissie heeft besloten Spanje een aanmaningsbrief te sturen met het verzoek de gelijke behandeling te garanderen van vermogenswinst uit aandelen voor belastingplichtigen die in Noorwegen, IJsland en Liechtenstein wonen. De Spaanse wetgeving voorziet onder bgepaalde omstandigheden voor personen die hun fiscale woonplaats in Spanje of een andere EU-lidstaat hebben in een belastingvrijstelling voor vermogenswinst uit de overdracht van aandelen. Personen die hun fiscale woonplaats hebben in een EVA-staat die deelneemt aan de EER kunnen die vrijstelling evenwel niet genieten. De Commissie is van oordeel dat de Spaanse wetgeving de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van kapitaal (artikel 63 VWEU en artikel 40 van de EER-Overeenkomst) beperkt. Als Spanje binnen twee maanden geen maatregelen neemt, kan de Commissie de Spaanse autoriteiten een met redenen omkleed advies toesturen.

MEMO/19/1472

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail