Nieuwe maatregelen voor betere work-life balance

Met dank overgenomen van Europees Parlement (EP) i, gepubliceerd op donderdag 4 april 2019.

Donderdag keurde de plenaire vergadering nieuwe regels over vaderschapsverlof en niet-overdraagbaar ouderschapsverlof goed.

Het goedgekeurde voorstel (490 stemmen voor, 82 stemmen tegen, 48 onthoudingen), waarover eerder al een informele overeenkomst werd bereikt met de Raad i, bepaalt minimumvereisten die alle lidstaten moeten toepassen. De bedoeling is om de vertegenwoordiging van vrouwen op de werkplek te verhogen en de rol van de vader - of een gelijkwaardige tweede ouder - in het gezin te versterken. De maatregel moet kinderen en het gezinsleven ten goede komen en inspelen op maatschappelijke veranderingen. Ook wil het Parlement i hiermee de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevorderen en de kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt vergroten.

Vaderschaps-, ouderschaps- en zorgverlof

Enkele elementen uit het voorstel zijn:

  • Het recht op ten minste tien werkdagen betaald vaderschapsverlof (ook voor gelijkwaardige tweede ouders, indien erkend door de nationale wetgeving) rond het tijdstip van geboorte - of doodgeboorte. Het vervangingsinkomen bedraagt niet minder dan de uitkering voor arbeidsongeschiktheid / ziekengeld.
  • Twee maanden niet-overdraagbaar en betaald ouderschapsverlof. Dit verlof moet een individueel recht zijn zorgen voor een evenwichtigere verdeling van de zorgtaken binnen het gezin.
  • De lidstaten leggen een passend bedrag vast voor de uitkering en bepalen de minimale niet-overdraagbare periode van ouderschapsverlof, rekening houdend met het feit dat het opnemen van ouderschapsverlof vaak leidt tot een inkomensverlies voor het gezin en dat een gezinslid dat meer verdient (vaak de man) van dit recht gebruik moet kunnen maken.
  • De lidstaten moeten werknemers die persoonlijke verzorging verlenen aan een familielid (of iemand in hetzelfde huishouden) dat een ernstige medische aandoening of leeftijdsgebonden handicap heeft, ten minste vijf dagen per jaar zorgverlof aanbieden.

Om de lidstaten die reeds over een goed stelsel voor ouderschapsverlof beschikken, is een clausule toegevoegd die garandeert dat een werknemer gedurende ten minste zes maanden ouderschapsverlof per ouder een uitkering of toelage van ten minste 65% van zijn nettoloon ontvangt. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om een dergelijk systeem te handhaven.

Werkende ouders en verzorgers kunnen voortaan vragen om hun werkschema aan te passen door gebruik te maken van thuiswerken of flexibele uurroosters. Werkgevers kunnen bij deze verzoeken rekening houden met hun eigen middelen en operationele capaciteit, maar ook met de specifieke behoeften van een ouder van kinderen met een handicap of langdurige ziekte en met die van alleenstaande ouders.

Quote

Rapporteur David Casa (EPP, MT) zei: "Deze richtlijn investeert in meer gendergelijkheid en een betere verdeling van verantwoordelijkheden. Vrouwen hebben te lijden gehad onder een gebrek aan gelijkheid, wat heeft geleid tot verschillen in salarissen en een pensioenkloof. Nu zullen zij worden gesteund om de arbeidsmarkt te betreden en hun volledige potentieel te bereiken, terwijl vaders een grotere rol zullen spelen in de opvoeding van hun kinderen. Deze richtlijn komt ook ten goede aan familieleden die voor een oudere generatie zorgen. Het is goed voor mannen, vrouwen, gezinnen en de economie."

Volgende stappen

De richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de EU i. De lidstaten moeten binnen drie jaar aan de regels voldoen.


1.

Relevante EU dossiers