Voorstel van wet - Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 35210 B - Wijziging begroting gemeentefonds 2019 (Voorjaarsnota) i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota); Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 29-05-2019 |
Publicatiedatum | 29-05-2019 |
Nummer | KST35210B1 |
Kenmerk | 35210 B, nr. 1 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2018-
2019
35 210 B
Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 1
VOORSTEL VAN WET
Ontvangen 29 mei 2019
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019;
Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2019 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende staat.
Artikel 2
De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.
Artikel 3
Het verplichtingenbedrag bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) ter zake van de algemene uitkeringen en de aanvullende uitkeringen wordt voor het uitkeringsjaar 2019 vastgesteld op € 25.251.552.000. De verplichtingenbedragen bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Financiële-verhoudingswet ter zake integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen zijn respectievelijk € 4.433.857.000 en € 1.160.534.000.
kst-35210-B-1 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 juni, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,
Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2019 (Eerste suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
Artikel |
Omschrijving |
|
|
suppletoire begroting |
|||
Verplich- |
Uitgaven |
Ontvang- |
Verplich- |
Uitgaven |
Ontvang- |
||
tingen |
sten |
tingen |
sten |
||||
01 |
gemeentefonds |
30.147.959 |
30.147.959 |
30.147.959 |
702.045 |
1.011.733 |
1.011.733 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2018-2019, 35 210 B, nr. 1 3